Tussentaalelementen in de taal van Vlaamse politici

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussentaalelementen in de taal van Vlaamse politici"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Academiejaar Tussentaalelementen in de taal van Vlaamse politici Promotor: Prof. Dr. J. Taeldeman Verhandeling voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte voor het behalen van de graad van licentiaat in de Taal- en Letterkunde: Germaanse talen, door Annelies Van Laere

2 Inhoudsopgave 0 INLEIDING DE TAALONTWIKKELING IN VLAANDEREN HISTORISCHE SCHETS HET STANDAARDISERINGSPROCES IN VLAANDEREN Het taalbeleid Belgisch Beschaafd Nederlands TUSSENTAAL VERKLARINGEN VOOR DE STERKE POSITIE VAN TUSSENTAAL Niet kunnen Niet willen STIGMATISERING VAN TUSSENTAAL TOEKOMSTVISIES METHODOLOGIE EN FASERING VAN HET ONDERZOEK KEUZE VAN DE INFORMANTEN KEUZE VAN DE PARAMETERS CORPUS ANALYSE PER POLITICUS INGREDIËNTEN VAN TUSSENTAAL ANALYSE PER PARAMETER SITUERING VAN HET ONDERZOEK ANALYSE PER POLITICUS OVERZICHTSTABEL BERT ANCIAUX VIC ANCIAUX GEROLF ANNEMANS GEERT BOURGEOIS WILLY CLAES

3 3.7 ALEXANDRA COLEN RIKA DE BACKER STEFAAN DE CLERCQ WILLY DE CLERCQ HERMAN DE CROO KAREL DE GUCHT JEAN-LUC DEHAENE PATRICK DEWAEL FILIP DEWINTER PAULA D HONDT VERA DUA GASTON EYSKENS MARC EYSKENS JAAK GABRIËLS JOS GEYSSELS PATRICK JANSSENS RENAAT LANDUYT YVES LETERME NELLY MAES WILFRIED MARTENS FIENTJE MOERMAN HUGO SCHILTZ MIET SMET STEVE STEVAERT JEF TAVERNIER LEO TINDEMANS LOUIS TOBBACK JOHAN VAN DE LANOTTE FREYA VAN DEN BOSSCHE MARLEEN VANDERPOORTEN KAREL VAN MIERT GUY VERHOFSTADT

4 3.39 MIEKE VOGELS INGREDIËNTEN VAN TUSSENTAAL FONOLOGIE Fonologie a) West -Vlaanderen b) Oost-Vlaanderen c) Brabant d) Limburg Fonologie a) H-procope b) Progressieve in plaats van regressieve assimilatie: [t] + [d] wordt [t] + [t] c) Wijzigingen aan de auslaut t in korte woordjes d) Diftongen: [ε. i ], [œ. y ] en [. u ] e) Deletie van de eindsjwa GRAMMATICA Fouten tegen de buiten- en binnenbouw van de werkwoordelijke eindgroep 120 a) Fouten tegen de buitenbouw van de werkwoordelijke eindgroep b) Fouten tegen de binnenbouw van de werkwoordelijke eindgroep Gij-systeem Adnominale flexie Expletief dat De beknopte infinitiefzin: van/voor + te +infinitief Dubbel gaan Ongrammaticale relatiefpronomina Redundant geworden/geweest Subjectreduplicatie Hypothetisch moest Dubbele negatie LEXICON Terug in plaats van weer Langs in plaats van aan

5 4.3.3 Omwille van Spijtig Een stuk Zodra Interjecties DE BRABANTSE EXPANSIE HOE TUSSENTALIG IS DE TAAL VAN POLITICI? Sociaal profiel Fonologie a) Fonologie b) Fonologie Grammatica Lexicon BESLUIT ANALYSE PER PARAMETER GENERATIE Teledemocratie Fonologie Grammatica Lexicon STREEK VAN HERKOMST SEKSE PARTIJ BESLUIT BIBLIOGRAFIE BOEKEN ARTIKELS NIET-GEPUBLICEERDE LICENTIAATSVERHANDELINGEN

6 0 Inleiding Sinds enkele jaren wordt geklaagd over de taal van politici. Zo heeft Geert Van Istendael (1989) het in zijn boek Het Belgisch Labyrint over het taalverval in de politiek : Veruit het slechts van al praten onze politici. (Van Istendael 1989: 118) Ook het taalcharter van de VRT is niet bepaald lovend over het taalgebruik van onze nationale politici: In onze buurlanden wordt die [standaardtaal] mede gevormd door politici, bedrijfsleiders en academici, maar in Vlaanderen kan hun taal bezwaarlijk een voorbeeld worden genoemd. (Taalcharter VRT 2001: p.9) Deze en andere auteurs klagen het tussentalige karakter van de taal van politici aan. Ook Cajot (1998: 104) omschrijft tussentaal als de taal waarin de communicatieve Vlaamse politicus debatteert of in een interview zijn antwoorden formuleert. Deze uitspraken wil ik toetsen aan een onderzoek dat zich op de taal van Vlaamse politici richt. De bedoeling is dus na te gaan of die taal zo tussentalig is als geregeld wordt beweerd. De taal die in dit onderzoek bestudeerd wordt, is tweevoudig te karakteriseren. Ten eerste is het de spreektaal die de politici hanteren wanneer ze zich van media-aandacht bewust zijn. Dit is belangrijk wanneer we willen nagaan in hoeverre politici in hun taalgebruik een middel zien om zich te profileren. Ten tweede is het vrij spontaan en onvoorbereid taalgebruik. Hoewel we natuurlijk nooit weten of de politicus zijn vragen op voorhand doorgespeeld kreeg of niet, gaan we ervan uit dat de vorm van de communicatie grotendeels onvoorbereid is. De gekozen fragmenten zijn dus interviews en debatten. De bijlage bevat een corpus met radio- en tv- fragmenten waarin de informanten aan het woord kwamen. Hoofdstuk 1 biedt een theoretisch kader voor het onderzoek. Er wordt aandacht besteed aan het fenomeen tussentaal, de stigmatisering ervan en enkele mogelijke verklaringen voor de sterke positie van deze taalvariëteit. Een korte historische schets van de 5

7 taalontwikkeling in Vlaanderen dient als achtergrond. Het hoofdstuk wordt afgerond met een blik op de toekomst. Na dit algemene hoofdstuk wordt overgegaan tot het eigenlijk onderzoek. Eerst worden de verschillende fasen van het onderzoek doorlopen en de methode verantwoord in Methodologie en fasering van het onderzoek. In de volgende hoofdstukken worden de resultaten verwerkt. De lijsten van fouten die elke politicus maakt, werden ondergebracht in Hoofdstuk 3: Analyse per politicus. In het volgende hoofdstuk: Ingrediënten van tussentaal worden de meest gemaakte fouten zoals ze in Analyse per politicus opgetekend werden verduidelijkt en met enkele voorbeelden uit het corpus geïllustreerd. Hoofdstuk 5: Analyse per parameter biedt een vergelijking tussen de resultaten van oudere en jongere politici, informanten uit verschillende regio s, mannen en vrouwen en politici van verschillende partijen. Tot slot worden de bevindingen geplaatst in het theoretisch kader van het eerste hoofdstuk. 6

8 1 De taalontwikkeling in Vlaanderen 1.1 Historische schets 1 Tot het einde van de middeleeuwen bestonden de Nederlanden uit verschillende vorstendommen, prinsdommen, graafschappen en boerenrepublieken. Pas in de zestiende eeuw werd dit amalgaam van autonome bestuurseenheden door Karel V omgedoopt tot de Zeventien provinciën of de Nederlanden. Aan deze eenheid kwam een einde door de Tachtigjarige Oorlog. De Noordelijke Nederlanden konden zich van de Spaanse bezetting losmaken, het Zuiden bleef na de Val van Antwerpen (1585) onder Spaans gezag en kwam later onder Oostenrijks bewind. In die periode (vanaf de zestiende eeuw) ontstond in zowat heel West-Europa de nood aan bovengewestelijke cultuurtalen. Vier factoren speelden hierin een rol: de boekdrukkunst, het toenemend interregionaal verkeer, het Humanisme en de opkomst van de hervorming. Ook in de Noordelijke Nederlanden groeide in de zeventiende eeuw de behoefte aan een gestandaardiseerde taal. Gezien haar grote politieke, economische en culturele macht werd Holland het spraakmakende centrum van het Nederlandse taalgebied. Het Hollandse dialect oefende een invloed uit op de verdere ontwikkeling van het gesproken Nederlands. Wat de Nederlandse schrijftaal betreft, was aanvankelijk de Vlaams-Brabantse inbreng opvallend sterk. Het Nederlands zoals het door de synode van Dordrecht werd neergeschreven in de Statenbijbel, werd als norm beschouwd, hoewel het oorspronkelijk niet taalnormerend bedoeld was. In de synode zetelden ook enkele Vlamingen en (vooral) Brabanders, die na de Val van Antwerpen naar het Noorden waren geëmigreerd. Doordat deze vertaling drie eeuwen lang in gebruik bleef, konden Vlaams-Brabantse invloeden even lang doorwerken in het Noorden. Op die manier had het Zuiden wel enige invloed op de Nederlandse schrijftaal. Pas in de negentiende eeuw kreeg deze geschreven standaardtaal in het Noorden ook een gesproken variant. 1 Blom en Lambrechts (red.) (1993) De geschiedenis van de Nederlanden. Baarn: Intro Lode Wils (2002) Waarom Vlaanderen Nederlands spreekt. Leuven: Davidsfonds. 7

9 De Zuidelijke Nederlanden waren volledig afgesloten van deze taalevolutie in het Noorden. Met de politieke scheiding was immers ook een verschillende taalontwikkeling op gang gekomen. Na 1585 was in Vlaanderen een beperkte Franstalige elite achtergebleven en een brede dialectsprekende onderlaag. Deze verschillende taalontwikkeling kan men verbinden met de verschillen op religieus vlak: terwijl in het Noorden het protestantisme een grote aanhang kende, werd in het Zuiden het katholicisme hersteld (de contrareformatie). Zoals reeds vermeld, was het protestantisme een belangrijke factor in de opkomst van een geschreven standaardtaal. Na de slag van Fleurus in 1794 werden de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk ingelijfd. De invoering van de Franse wetgeving en instellingen bracht een totale verfransing van het bestuur met zich mee. In het Noorden was er geen sprake van inlijving: de zogenaamde Bataafse Republiek werd als satellietstaat erkend. In 1815 bevochten Noord en Zuid samen de vrijheid in de Slag van Waterloo, waarna de Franse troepen zich terugtrokken. Een nieuwe eenheid tussen Noord en Zuid kwam tot stand en Willem I werd aangesteld als koning der Nederlanden en Groothertogdom Luxemburg. Hij voerde een vernederlandsing door van het bestuur en het gerecht in Vlaanderen. In zijn ode Aen de Belgen beschreef Jan Frans Willems deze koning als volgt: Gy hebt een Koning die der Vadren deugden heéft; In wien een Neêrlandsch hart en zugt voor weldoen, leéft: Hy kent uw Moederspraeck, hy zal haer rechten staeven, En al wat Neêrlandsch is, gelyk hy zwoór, handhaeven De taal der overheyd en die van d onderzaet, Zal weêr de zelfde zyn, tot welzyn van den Staet (Willems 1818) Steeds meer stuitte het koningschap van Willem I op verzet, ook in het Zuiden. De oppositiegroepen hadden verschillende doelstellingen met herstel van grieven als gemeenschappelijke noemer. Zo kwam de burgerij, die vanaf de Oostenrijkse tijd geleidelijk en onder het Franse bewind grondig was verfranst, tegen de taalpolitiek in opstand. Ook de katholieken, die de vrijheid verlangden om hun gang te gaan inzake onderwijs en godsdienst, maakten deel uit van de oppositie. Het verzet tegen Willem I werd steeds groter en resulteerde in 1830 in de onafhankelijkheid van België. Ondanks artikel 23 van de Belgische grondwet, dat zegt dat in België het gebruik der landstalen vrij is, werd het Frans de enige officiële voertaal. Tegen het Frans-culturele 8

10 karakter van de Belgische staat groeide echter weerstand. Enkele Vlaamse intellectuelen wilden een einde maken aan de taalkundige en culturele verdrukking van de Vlamingen. Gesteund door de ideeën van de romantiek (waardering van de eigen taal) groeide de Vlaamse beweging. Hun verzet bleef niet onbeantwoord. Steeds meer werden wetten goedgekeurd die de positie van het Nederlands in Vlaanderen versterkten. Zo werd bijvoorbeeld in 1932 het onderwijs in Vlaanderen eentalig Nederlands. In de tweede helft van de negentiende eeuw (vanaf 1848) krijgt de Vlaamse beweging steun van een nieuwe Vlaamse middenklasse, die een geschikte taal zocht om zich te profileren tegenover de Franstalige adel enerzijds, en het dialectsprekende volk anderzijds. Vanaf nu gingen de Vlaamsgezinden met meer klem politieke eisen stellen. De gelijkheidswet, die in 1898 uitgevaardigd werd, verhief de Vlaamse taal naast het Frans tot officiële taal van België. Maar om de concurrentie met het Frans te kunnen aangaan, was een volwaardige Nederlandse standaardtaal nodig. Het oubollige en zeer regionaal gekleurde Schoon Vlaams dat in het Vlaamse onderwijs en in het bestuur gesproken werd, voldeed niet. Aangezien in Nederland al langer een standaardtalige traditie heerste, importeerden de Vlamingen de standaardtaal van hun noorderburen. In een decreet van 10 december 1973 verschenen in het Belgisch Staatsblad van 10 april 1974 werd de taal die de Vlamingen spreken, officieel Nederlands genoemd. 1.2 Het standaardiseringsproces in Vlaanderen Het taalbeleid De standaardtaal die het Zuiden van het Noorden overnam, stond aanvankelijk ver van het Vlaams dat tot dan toe in het Zuiden gesproken werd. Een stevig taalbeleid moest het Nederlands van de Vlamingen oppoetsen. Reeds in de negentiende eeuw werden bijvoorbeeld de Taal- en Letterkundige Congressen gehouden die de funeste invloed van het Frans wilden bestrijden en aan een algemeen beschaafde uitspraak wilden werken (Deprez 1985: ). Daarnaast verschenen ook taalzuiverende boekjes als Gallicismen in het Zuidnederlandsch van de Vreese en Onkruid onder tarwe van Meert. In 1913 werd de Vereeniging voor Beschaafde Nederlandse Uitspraak opgericht met het doel dat de Vlamingen zouden gaan spreken zoals beschaafde lieden dat doen in 9

11 Nederland. Later werd ze opgevolgd door de Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal. Naast de uitspraak wilde men nu ook lexicale en grammaticale problemen aanpakken. In 1977 veranderde de vereniging een derde en laatste keer van naam: Vereniging Algemeen Nederlands. Daarnaast moesten de talrijke tips en lessen in handboeken, van overheidsinitiatieven en initiatieven in de pers, op radio en televisie de Vlaamse achterstand wegwerken door het Nederlands van de Vlamingen zo dicht mogelijk bij dat van de Nederlanders te brengen (Deprez 1985: 106). Deze taalzuiveraars ook wel taaltuiniers genoemd probeerden het onkruid uit de Vlaamse taaltuin te wieden Belgisch Beschaafd Nederlands Hoewel al deze taalzorginitiativen tot een verbetering van het Nederlands van de Vlamingen leidden, blijft er toch een verschil tussen het Nederlands van het Noorden en wat Goossens (1970) het Belgisch Beschaafd Nederlands noemt. Een eerste kenmerk van dit Belgisch Beschaafd Nederlands is de dialectinterferentie die groter is dan wat men normaal in een cultuurtaal aanvaardbaar acht. Een tweede kenmerk kan onder de noemer belgicismen worden samengebracht, d.w.z. gallicismen, verouderde boekentaal met een ietwat hoogdravende ambtenarenstijl, archaïsmen en dergelijke (Willemyns 1987: 148). Gallicismen zijn taaluitingen die letterlijk uit het Frans worden overgenomen. Zowel op het vlak van uitspraak, grammatica en lexicon heeft de eeuwenlange Franse bezetting haar sporen nagelaten: sommige vernederlandste woorden worden op z n Frans uitgesproken (vb.: inspecteur), grammaticale constructies (Hij kwam te sterven) en woorden (zich situeren) worden letterlijk uit het Frans vertaald. Ook archaïsmen vallen onder de noemer Belgicismen. Archaïsmen zijn verouderde woorden of zinswendingen, die bijdragen tot het schrijftalige karakter van het Belgisch Nederlands. Woorden, uitdrukkingen of constructies die wel nog in de schrijftaal voorkomen, maar mondeling al lang uitgestorven zijn, worden opnieuw tot leven gewekt. Voorbeelden hiervan zijn: reeds i.p.v. al, zenden i.p.v. sturen en Zijt u gehuwd? i.p.v. Bent u getrouwd?. Volgens Goossens (1975) komt dit vooral voor in gebieden waar men buiten datgene wat op papier staat weinig houvast heeft om naar de norm te spreken. Een gesproken Belgische variant van de Noord-Nederlandse taal, die als voorbeeld kon gelden, bestond in Vlaanderen lange tijd niet. 10

12 Ten slotte wordt het Belgisch Beschaafd Nederlands ook gekenmerkt door hypercorrecties en purismen. De taalonzekerheid van de Vlamingen leidde er toe dat men voor woorden en uitdrukkingen die in het dialect gebruikt werden, naar een ander vaak foutief woord zocht. Vanuit een algemene twijfel aan de correctheid van endogene taalelementen (woorden, woordvormen, woordverbindingen) geven vele Vlamingen correct endogeen taalgoed prijs voor exogene taalbouwsels die formeel of situationeel minder correct zijn. (Taeldeman 1992: 34) Zo wordt bijvoorbeeld om een herhaling aan te duiden hypercorrect terug gebruikt in de betekenis van weer/opnieuw, omdat deze laatsten in de meeste dialecten voorkomen. Onder purismen worden dan woorden of uitdrukkingen verstaan, die opzettelijk met elementen van Nederlandse of Germaanse oorsprong zijn gevormd met de bedoeling een woord van vreemde meestal Franse oorsprong te vermijden (Goossens 1975). Klassieke voorbeelden zijn hier duimspijker i.p.v. punaise, regenscherm i.p.v. paraplu en uitstalraam i.p.v. etalage. Dit taalpurisme is uiteraard een gevolg van de fundamentele taalonzekerheid van de Vlamingen. Willemyns (1987) beschouwt dit Belgisch Beschaafd Nederlands niet als Algemeen Nederlands, maar als een aparte variëteit met meer dialectinterferentie. Op het linguïstisch continuüm onderscheidt Willemyns vijf variëteiten. Het continuüm is een glijdende schaal en deze vijf variëteiten zijn geïdealiseerde punten op deze schaal. A. Algemeen Nederlands (A.N.) B. Belgisch beschaafd C. Regionale omgangstaal D. Getranslitereerd dialect E. Dialect De codes zijn gerangschikt van A naar E naarmate de dialectinterferentie toeneemt. Het A.N. en de dialecten vormen de twee polen van een continuüm. De beide polen van het spanningsveld hebben een wisselende aantrekkingskracht, waardoor ze de tussenliggende variëteiten bepalen. Willemyns beschouwt het Belgisch Beschaafd Nederlands als de voortzetting van de taal die in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door diegenen gesproken werd, die geen Frans wilden spreken, maar ook te weinig contact met het Noorden hadden om met de daar bestaande evolutie van het Nederlands bekend te zijn (Willemyns 1987: 148). 11

13 Volgens hem kunnen we pas spreken van een verbetering van het Nederlands van de Vlamingen, wanneer dit dichter naar het Nederlands van het Noorden opschuift. Hij spreekt van een integratietendens wanneer Vlamingen zich voor hun taalgebruik volledig naar het Noorden richten en van een separatistische beweging. Met deze laatste beweging wordt elke stroming bedoelt van min of meer particularistische aard, die om welke reden dan ook een eigen, bodenständige ontwikkeling verkiest (Willemyns 1987: 155). Goossens (2002) gebruikt hiervoor de respectieve termen convergentie en divergentie. De idee dat het Belgisch Beschaafd Nederlands geen Algemeen Nederlands is, vinden we niet alleen terug bij Willemyns en Goossens, maar ook bij Deprez, Geerts en anderen. Deze visie getuigt van een integrationistische houding. Terwijl de particularisten één algemeen taalsysteem willen, maar met twee realisatiewijzen waarin de eigenheid van elk land zou doorklinken (Wils 2001: 64), kozen de integrationisten voor één Nederlands, wat er op neerkomt dat de Vlamingen moeten spreken zoals de Nederlanders. De manier waarop de taaltuiniers het Nederlands van de Vlamingen wilden verbeteren, bewijst dat de integrationistische houding het aanvankelijk op de particularistische won. Volgens Geeraerts (2002: 88) is er echter een accentverschuiving opgetreden in de manier waarop taalkundigen en taaladviseurs nadenken over de taalsituatie in Vlaanderen: de taalsituatie in Vlaanderen wordt niet langer vrijwel exclusief als afgeleide van de Nederlandse taalsituatie gezien. Men erkent nu de eigen kenmerken van het verzorgde Nederlands in Vlaanderen. In de eerste plaats verschilt de uitspraak van deze Belgische standaardtaal sterk van de Nederlandse. Zo diftongeren Nederlanders bijvoorbeeld de lange [e:], [o:] en [ø:] en hebben ze een harde /g/ waar Vlamingen de zachte /g/ gebruiken. Daarnaast bevat de Belgische Standaardtaal ook grammaticale constructies die sedert de introductie van de standaardtaal in België, in Nederland in onbruik zijn geraakt, [maar] hier zonder enige objectie in zwang [blijven] (De Schutter 1998: 235). De eigen Belgische variant van het Standaardnederlands wordt belichaamd in het BRT- Nederlands, nu VRT- Nederlands genoemd. Het VRT-Nederlands, waarmee voornamelijk de taal van de journaals en de informatieve programma s wordt bedoeld, wordt aanvaard als richtlijn voor het verzorgde Nederlands (Geeraerts 2002: 89). Cajot (1998: ) wijst er op dat deze gesproken norm waarmee de Vlamingen dagelijks geconfronteerd 12

14 worden, echter meestal gelezen of geciteerd is en zelden functioneert als dagelijkse omgangstaal. Het [nieuwsnederlands] is echter ontoereikend geëlaboreerd om de gebruikelijke alledaagse fenomenen aan te kunnen: die worden (tot nu toe in Vlaanderen) door de dialecten of (elders) door de diverse registers van de normale omgangstaal verwerkt. (Cajot 1998: 1003) Het VRT-Nederlands kan dus als norm gelden voor een Belgische formele standaardtaal, maar niet voor een dagelijkse omgangstaal. Vlamingen voelen zich dan meer op hun gemak in een taal die meer regionale kenmerken vertoont. 1.3 Tussentaal In zijn boek Het Belgisch Labyrint merkt Van Istendael (1989) het volgende op: Er is trouwens iets nieuws, iets vuils de taal in de Zuidelijke Nederlanden aan het aantasten, aan het doodknijpen. Het is een manke usurpator in kale kleren, maar hij heeft de verwaandheid en de lompheid van de parvenu. Hij heet Verkavelingsvlaams. (Van Istendael 1989: 116) Dit verkavelingsvlaams heeft ook nog andere namen, zoals Schoon Vlaams, soap- Vlaams en tussentaal de term die in deze verhandeling gebruikt zal worden. Tussentaal is een variëteit van het Nederlands tussen het dialect/regiolect en de standaardtaal. Het is een taal die nog heel wat regionale verschillen vertoont maar die toch met die verschillen in heel Vlaanderen begrepen wordt (Goossens 2000: 4-5). De Caluwe (2001: 49) omschrijft deze tussentaal als een lingua franca: het is tegelijk niemands en allemans taal. Ten eerste is het de doeltaal van veel dialectsprekenden wanneer zij moeite doen om correcter Nederlands te spreken. In dit geval wordt tussentaal beschouwd als de uiting van een leerproces, een soort overgangsfase naar de algemene standaardtaal. Daarnaast is tussentaal ook de moedertaal van de generatie die noch in het dialect, noch in de standaardtaal opgevoed is. Steeds meer ouders kiezen er bewust voor hun kinderen niet meer in het dialect op te voeden. Omdat de ouders de standaardtaal vaak niet echt goed beheersen, is tussentaal in vele Vlaamse gezinnen de thuistaal (De Caluwe 2002: 60). Ten slotte is het ook de taal van diegenen, die het A.N. wel beheersen, maar bewust kiezen voor een bovengewestelijke maar toch geen al te formele standaardtaal. 13

15 Voor deze categorie is tussentaal geen leerstadium, maar een bewuste keuze. Redenen hiervoor volgen in Verklaringen voor de sterke positie van tussentaal. Tussentaal wordt niet alleen door een groot aantal mensen gesproken, maar ook in vele verschillende situaties. Het is met andere woorden een omni-situationele taalvariëteit: in omstandigheden die normaal gezien als formeel gelden, wordt in Vlaanderen vaak tussentaal gesproken. In dit opzicht verschilt de Vlaamse situatie van de Nederlandse. De Caluwe (2001) stelt vast dat sommige Vlamingen in hun koffiepauze dialect spreken, sommigen A.N. maar de overgrote meerderheid tussentaal. In Nederland daarentegen zullen de meeste mensen een informele variëteit van de standaardtaal spreken die nauwer aansluit bij de standaardtaal dan onze tussentaal. Geeraerts maakt dit duidelijk aan de hand van een ander voorbeeld: Wie illusies koestert over de standaardtaligheid van Vlaanderen moet maar eens een bezoek brengen aan de universitaire campus in Kortrijk, en van daaruit een treinreis maken naar de universiteit van Groningen. Hij zal dan kunnen vaststellen [ ] dat de studenten in het bij uitstek standaardtalige milieu dat een universiteit is, in Kortrijk in ieder geval niet de standaardtaal als gewone omgangstaal gebruiken. En [ ] zal hij kunnen merken dat zijn medepassagiers op het Belgische traject van de treinreis nog overwegend dialect spreken, terwijl dat op het Nederlandse gedeelte zonder meer niet zo is. (Geeraerts 1990: 436) Aangezien Vlamingen in zeer veel omstandigheden tussentaal spreken, oefenen ze zich niet in de standaardtaal. Geeraerts vergelijkt de standaardtaal voor Vlamingen dan ook met een zondagspak: Zoals een zondagspak is de hoogste taalnorm iets waarvan de noodzaak buiten kijf staat, maar je er echt goed in voelen doe je niet. (Geeraerts 2001 : 343) Vlamingen aanvaarden de standaardtaal dus wel voor sommige formele omstandigheden, maar opteren meestal voor een taal waarin ze zich meer op hun gemak voelen. Gezien de jarenlange dominantie van het dialect in Vlaanderen en het Nederlands als opgelegde standaardtaal is het niet verwonderlijk dat Vlamingen zich beter voelen in een taal waar de dialectinterferentie groter is. Wanneer men de standaardtaal niet wil of kan spreken, maar ook het dialect zich voor een bepaalde situatie niet leent, ontstaat een tussenvorm, een mengtaal tussen het endogene dia/regiolect, en de exogene standaardtaal (De Caluwe 2002: 59-60). 14

16 Op het continuüm waarvan de standaardtaal en het dialect de extremen uitmaken, plaatst Geeraerts (2001) tussentaal dichter bij de dialecten. In Nederland daarentegen is de afstand tussen de dagelijkse omgangstaal en de standaardtaal kleiner. Nederland Nederlands Standaardnederlands Nederlands informele spreektaal Dialecten Figuur 1 België Belgisch Standaardnederlands Vlaamse tussentaal Dialecten De Vlaamse en Nederlandse stratificatie van het taallandschap is duidelijk anders. Nederland heeft een spreektalige variant voor de standaardtaal, een soort substandaardtaal. In Vlaanderen daarentegen leunt het gesproken Nederlands veel dichter bij de dialecten aan. Concrete kenmerken van tussentaal zullen besproken worden in het hoofdstuk Ingrediënten van tussentaal. Op het continuüm zoals Geeraerts het hier voorstelt, lijkt tussentaal één taalvariëteit te benoemen. Voor Jaspers (2002b) daarentegen is tussentaal een overkoepelende term voor alle variëteiten tussen de standaardtaal en het dialect. Tussentaal als enkelvoud suggereert namelijk dat er een monolithische variëteit in het geding is [ ]. Het is echter weinig waarschijnlijk dat de zeer verschillende situaties en domeinen waarin tussentaal wordt gebruikt, zouden toelaten een welomlijnde taal te ontdekken. Integendeel, het valt eerder te verwachten dat tussentaal betrekking heeft op verschillende variëteiten die sterk of subtiel zullen verschillen in functie van de woonplaats en sociale identiteit van de taalgebruiker, en de stijl of het accent waarmee taalgebruikers hun tussentaal willen beladen. (Jaspers 2002b: 136) In deze scriptie staat de term tussentaal voor elke variëteit die zich op het linguïstisch continuüm tussen de standaardtaal en het dialect bevindt. 15

17 Tussentaal bevat naast standaardtaal- en dialectkenmerken ook vaak nog een derde element, namelijk een Brabantse invloed. Drie en een halve eeuw nadat Bredero zich over de beschaving van de Spaanse Brabander vrolijk maakte, wordt dat wezen door zijn argeloze wester- en oosterburen nog steeds voor een volwaardig cultuurdrager gehouden. (Goossens 1970: 68) Dit citaat maakt duidelijk hoezeer Goossens zich ergert aan wat hij de Brabantse expansie noemt. Met deze term bedoelt hij de invloed van het Brabants op het Belgisch Beschaafd Nederlands. Binnen een taalgebied onderscheidt Goossens (2000) een centrum en periferieën. Ongetwijfeld vormt het Brabantse dialectgebied voor Nederlandstalig België het centrum. Dat commerciële zenders programma s uitzenden in dit regiolect, bevestigt dit. De perifere gebieden Limburg, Oost- en West-Vlaanderen passen zich in hun schoon Vlaams taalgebruik in tal van details aan het Brabants aan (Goossens 2000). Niet enkel de standaardtaal en de dialecten werken dus op tussentaal in, ook het Brabants doet haar invloed gelden. De oorzaak voor de Brabantse expansie moeten we volgens De Schutter in het verleden zoeken: Ter verklaring van de verbrabantsing van de taal kan alleen aangevoerd worden dat na de Reformatie en de Spaanse reconquista de Brabantse steden aanzienlijk minder slecht af waren dan de Vlaamse, en dat de dominante dialecten van het ene gebied ten slotte als voorbeeld in het andere zijn gaan fungeren, misschien eerst in de steden, waar ook inwijking een belangrijke factor kan geweest zijn. [ ] Vanuit de steden hebben bepaalde kenmerken zich dan over het platteland verspreid. (De Schutter 1998: 238) Een onderscheid tussen steden en platteland qua invloed van het Brabants kunnen we niet langer maken, want het Brabants heeft zich tot in de kleinste uithoeken van Vlaanderen verspreid. Het getuigt van een enorme dominantie van het Brabants en het Antwerps, dat ook in de tussentaal van niet-brabanders Brabantse elementen opduiken. Voorbeelden hiervan worden beschreven in Hoofdstuk 4: Ingrediënten van Tussentaal. 16

18 1.4 Verklaringen voor de sterke positie van tussentaal De verklaringen voor de huidige verticale stratificatie in het Vlaamse taallandschap kunnen in twee groepen worden ingedeeld. Een eerste groep beschouwt tussentaal als een leerfase: mensen spreken tussentaal omdat ze de standaardtaal niet genoeg beheersen. Bij taalkundigen leeft de laatste jaren echter sterk de indruk dat de vertussentaling (Geeraerts 2002: 91) van Vlaanderen geen voorbijgaand stadium is, maar dat er juist sprake is van een register dat zich snel een autonome en stevige positie als Belgisch- Nederlandse omgangstaal aan het verwerven is (Geeraerts 2002: 91). Dit zou dus betekenen dat velen wel beter kunnen spreken, maar het niet willen Niet kunnen Vaak worden verklaringen voor de talige achterstand van Vlaanderen gezocht in de historische achtergrond. Normaal gezien wordt de standaardisering gedragen door een maatschappelijk elite. In het negentiende-eeuwse België was deze elite echter verfranst, waardoor zij onmogelijk tot een standaardisering kon bijdragen. Van Belle en Jaspaert (1988) duiden de nieuwe middenklasse aan als eerste dragers van de standaardisering. Maar deze klasse kon pas rond de eeuwwisseling voldoende economisch en politiek gewicht in de schaal leggen, om met enig kans op succes een taalpolitieke keuze voor het Nederlands te maken. Dit vertraagde het standaardiseringsproces in Vlaanderen. Het Standaardnederlands dat in Vlaanderen werd opgelegd, stond ver af van de Vlaamse dialecten. De Vlamingen hebben deze taal dan ook nooit als hun eigen taal beschouwd. Wanneer zij dit Nederlands spraken, voelden zij zich hierover heel onzeker. Het Vlaamse taaldeficit wordt vaak toegeschreven aan deze taalonzekerheid. Het [tussentaal] is een taal die uit angst geboren wordt: angst om dialect te spreken omdat dat niet netjes is, en angst om de standaardtaal te spreken, omdat men denkt die niet aan te kunnen, of omdat men wel zeker weet dat men die niet aankan. (De Schutter 1998: 243) Taalzuiveraars konden deze onzekerheid niet wegnemen. Integendeel, zij dragen een deel van de schuld op zich. Taeldeman (1992) formuleert zijn kritiek op de taalijveraars in twee punten: 17

19 (1) formele vitterijen vanuit een variatieloos standpunt hebben de taalonzekerheid en verkramptheid vooral doen toenemen; (2) een te strak integrationisme heeft de lat meteen op zo n onhaalbare/onaantrekkelijke hoogte gelegd dat vele Vlamingen zich veilig in de tussentaal gingen terugtrekken. (Taeldeman 1992: 41) Volgens De Schutter (1998) ligt ook in het verschillend gebruiksbereik van de standaardtaal een oorzaak voor het talige deficit van de Vlamingen. Omdat Nederlanders in meer omstandigheden de standaardtaal gebruiken, ontstaan er creatieve vernieuwingen die slechts met mondjesmaat in het Belgisch Nederlands binnensijpelen. Op die manier vergroot de afstand tussen het Nederlands van de Nederlanders en dat van de Vlamingen. In deze verklaringen vanuit de historische achtergrond wordt tussentaal beschouwd als een overgangsfase: vele Vlamingen willen wel Algemeen Nederlands spreken maar durven of kunnen het (nog) niet (Willemyns 1987). Het Vlaamse verleden ligt aan de oorzaak van een vertraagd standaardiseringsproces. Op deze verklaringen kwam echter kritiek. De eerste, materialistische verklaring stuit op kritiek van Geeraerts (1990). Volgens hem is deze verklaring niet van toepassing wanneer de betreffende groep zelf, binnen haar eigen rangen, geen uniform taalgebruik ontwikkelt (Geeraerts 1990: 438). Geeraerts bedoelt hier dat de Brabantse middenklasse een ander Nederlands sprak dan die uit West-Vlaanderen. Cajot (1998) stelt de dominantie van dialecten als oorzaak in vraag. In Nederland zijn er immers ook gebieden waar het dialect nog zeer sterk staat; toch zijn deze mensen daar vaak perfecte standaardtaalsprekers. De genoemde oorzaken verklaren dus wel een vertraagde standaardisering, maar bieden geen verklaring voor de huidig sterke positie van tussentaal in Vlaanderen Niet willen De huidige talige stratificatie in Vlaanderen kan ook verklaard worden door een mentaliteitswijziging die op verschillende niveaus voelbaar is. Volgens Goossens (2000: 6) heeft dit veranderend klimaat onder andere te maken met de Vlaamse verzelfstandiging. Door de federalisering van België zijn de mentale grenzen in de deelgebieden van die staat versterkt (Goossens 2000: 6). Volgens Willemyns (1987) neemt de integratie af omdat de Vlaamse beweging het gevoel heeft dat de belangrijkste 18

20 strijd gestreden is. De Vlamingen hebben hun positie in België verworven en hebben het Noorden minder nodig. Een indicatie voor deze afgenomen taalonzekerheid levert Annelies Pauwels (1999) in haar licentiaatsverhandeling Taalpolitiek in het moedertaalonderwijs in Vlaanderen: 10 Vlaamse schoolboeken Nederlands onder het voetlicht. Daarin stelt ze vast dat er een verschuiving is in de manier waarop Nederlands als moedertaal wordt aangeleerd. Terwijl vroeger de nadruk heel sterk lag op taalzorg, zijn nu de taalvaardigheden belangrijker. De norm is verschoven van correct ABN naar respectabel Nederlands (Pauwels 1999). Een andere aanwijzing is de naamsverandering van de openbare omroep van BRT(N) naar VRT. Taeldeman (1992: 37) spreekt in dit verband van een Vlaamse zelfgenoegzaamheid en Van Istendael (1989: 116) van een vals Vlaams zelfvertrouwen, dat samengaat met een anti-hollandse attitude (Taeldeman 1992, Goossens 2000, Cajot 1998). Vlamingen spreken bewust niet het Nederlands van het Noorden omdat ze zich van hun Noorderburen willen distantiëren. W.F.Hermans formuleert het als volgt: Waarom lukt het Nederlandse dialectsprekers binnen de Nederlandse rijksgrenzen wel foutloos algemeen beschaafd Nederlands te schrijven, en waarom slagen de Belgen, die zoveel lawaai maken over hun taal, daarin zo goed als nooit? Het antwoord luidt: omdat ze Nederland en de Nederlanders eigenlijk haten [ ]. Want in hun hart hebben ze veel meer eerbied voor de Fransen dan voor ons. (W.F.Hermans 1989) Hoewel Hermans het hier over de schrijftaal heeft, is deze uitdrukking ook op de spreektaal van toepassing, want ook bij Geerts lezen we iets van die aard: Je zou kunnen stellen dat de oude slogan In Vlaanderen Vlaams nu een nieuwe inhoud kan krijgen; niet meer tegen het Frans, maar tegen het Nederlands. (Geerts 1989: 527) Niet enkel onze taal verandert, maar ook ons oordeel over taal verandert dus (Stroop 1992: 180). Daaraan ligt niet enkel een Vlaamse zelfgenoegzaamheid ten gronde; ook een diepere mentaliteitsverandering speelt hierin een rol. Een toegenomen tolerantie ten aanzien van wat correct Nederlands is, heeft volgens Stroop (1992: ) drie oorzaken: ten eerste de egalitaire samenleving, waarin iedereen zich de gelijke voelt van de ander en niemand nog de behoefte voelt andermans taal over te nemen, ten tweede de informalisering waardoor het begrip norm steeds minder belangrijk wordt en ten slotte de afwezigheid van het besef dat onze nationale taal aandacht en 19

21 cultivering verdient. De eerste twee verklaringen beschrijven een mentaliteitsverandering waarbij het niet langer nodig is te streven naar een algemene correcte standaardtaal, enerzijds omdat niemand zich beter hoeft te voelen dan de andere, anderzijds omdat in steeds minder omstandigheden standaardtaal nodig wordt geacht. Stroop heeft het hier over de achteruitgang van de standaardtaal in Nederland (de opkomst van het Poldernederlands ), maar ook in Vlaanderen is deze tendens op te merken. Geeraerts spreekt in zijn artikel Rationalisme en nationalisme in de Vlaamse taalpolitiek van een tweevoudige culturele verschuiving. Ten eerste, postmoderniteit houdt een onthiërarchisering in doordat de klassieke indeling in hoge cultuur en lage cultuur, in beschaafde taal en onbeschaafde taal opgeheven wordt ten voordele van een vrije coëxistentie van wat oorspronkelijk polen in een spanningsveld waren. Daaruit volgt automatisch een vorm van informalisering, ook in het taalgebruik: de eertijds ondergeschikte informele gedragsvormen worden a.h.w. bevrijd van de druk van de oorspronkelijke waardeschaal. Ten tweede, postmoderniteit houdt een flexibilisering in doordat het unieke richtinggevende perspectief van de ontwikkeling naar de hogere cultuurwaarde uiteenvalt in een aantal naast elkaar bestaande waardensystemen met lokale geldigheid (zoals ook de globaliserende standaardtaal verzwakt ten voordele van regiolecten en sociolecten). Als we wisselende maar in principe evenwaardige lifestyles hebben en we verschillende identiteiten bij elkaar kunnen shoppen, waarom zouden we dat taalkundig dan ook niet doen? (Geeraerts 2002: 103) De onthiërarchisering en de flexibilisering komen overeen met wat Stroop (1992) de informalisering en de egalitaire samenleving noemt. De strakke hiërarchie is geëvolueerd tot een veel vlakker systeem. Deze verschuiving heeft ook gevolgen voor de taal. Het is een sociolinguïstisch verschijnsel dat de lagere klasse de taal van de hogere klasse wil overnemen. In Vlaanderen was de standaardtaal een manier om in aanzien of qua maatschappelijke positie te stijgen. Maar de horizontale stratificatie van de taal vermindert (Cuvelier 1999: 140). De hogere klasse onderscheidt zich met ander woorden nu veel minder dan vroeger van de lagere klasse door een ander taalgebruik. Ook voor de hogere klasse is tussentaal bon ton geworden. Overal zijn symptomen waar te nemen die aantonen dat het oude ideaal van een accentvrij ABN door vrijwel niemand meer gehuldigd en zeker niet nagestreefd wordt. (Stroop 1992: 181) 20

22 Het lijkt dus alsof vele Vlamingen wel beter kunnen maar niet willen. Tussentaal is dus niet per se een ontwikkelingsstadium van het Standaardnederlands, maar kan ook een doeltaal zijn. Een groot deel van de Vlaamse elite [bezondigt] zich bewust aan (taal)normverlaging en vervalsing. (Taeldeman 1992: 37) Standaardtaal spreken is geen must meer. Integendeel, tussentaal is enorm populair geworden. Kort samengevat kunnen we stellen dat de wil van Vlamingen om standaardtaal te leren, ervoor gezorgd heeft dat hun Nederlands er inderdaad op vooruit ging. De laatste jaren constateert men echter een omgekeerde tendens, waarbij velen zich tevreden stellen met een tussentalige omgangstaal. Niet correct spreken is het belangrijkste, maar verstaanbaarheid wordt het nieuwe criterium. Ook de opkomst van de commerciële zenders heeft een rol gespeeld in de taalnormverlaging. Enkele programma s in tussentaal haalden hoge kijkcijfers. De openbare zender volgde hierin en bood ook programma s in tussentaal aan. 1.5 Stigmatisering van tussentaal Elke levende taal laat een evolutie zien, maar telkens opnieuw is er ook het verzet tegen de veranderingen. De namen die de nieuwe Vlaamse omgangstaal opgespeld krijgt, maakt al iets duidelijk over de weerstand tegenover tussentaal. Een duidelijke aversie van tussentaal blijkt uit het reeds aangehaalde citaat van Van Istendael (1989: 117): verkavelingsvlaams is een weerzinwekkende halftaal, die als drijfmest over het land uitgesmeerd wordt. Van het verkavelingsvlaams verlos ons Heer! Ook bij Goossens (2000) klinkt deze kreet. Hij vindt dat Vlaanderen geen behoefte heeft aan twee talen en geeft hiervoor twee redenen. Ten eerste krijgt Vlaanderen op die manier de status van een reservaat: Vlaanderen behoort niet langer tot de Nederlandssprekende landen, want overal in het buitenland waar Nederlands onderwezen wordt, denkt men er niet aan de studenten noties van het Schoon Vlaams bij te brengen. Bovendien heeft Vlaanderen geen behoefte aan een omgangstaal die geen cultuurtaal is. 21

23 Tussentaal is een taal zonder grammatica en zonder streven naar een voorbeeldige realisatie (Goossens 2000: 12). Niet iedereen deelt echter deze radicale afkeer van tussentaal. Taeldeman (1992) noemt de massale vlucht naar tussentaal weliswaar Vlaanderens echte taalverdriet maar wil toch een nuance aanbrengen: Uiteraard gaat het daarbij niet om dat wij het bestaansrecht van tussentaal in het continuüm tussen dialect en A.N. in minder formele situaties ontkennen, maar wel om het feit dat in het nieuwe Vlaanderen de nieuwe maatstaf van een nieuwe taalvaardigheid dreigt te worden (Taeldeman 1992: 36-37) Niet tussentaal als zodanig wordt afgeschreven, maar het omni-situationele karakter ervan wordt betreurd. Deze mening spreekt onder andere ook uit het taalbeleid van de VRT. Dialect en tussentaal zijn geenszins uitgesloten, maar ze kunnen alleen worden gebruikt in programma s waarin ze functioneel zijn, met name in fictie en uitzendingen over streekcultuur. (Taalcharter 2001: 5 ) Jaspers (2002b) uitte op dit taalcharter de nodige kritiek. Volgens hem getuigt het VRTtaalbeleid van een talige en morele paniek die een enorme stigmatisering en ridiculisering op gang brengt (Jaspers 2002b: 51). In zijn artikel Het Vlaamse stigma (2002a: ) klaagt hij deze stigmatisering aan. Aan de basis van deze stigmatisering ligt een ideologie die standaardisering naturaliseert, dit wil zeggen natuurlijk maakt. Deze ideologie van de standaardisatie gaat ervan uit dat de gestandaardiseerde taal beter is dan de niet-gestandaardiseerde. (2002a: 144) De normativiteit die aan de basis ligt van het tussentaaldebat, en die het gebruik van de standaardtaal als enig juiste vorm voorstelt, is er m.a.w. niet omdat die norm een taalkundig feit zou zijn waar men zich bij moet neerleggen. Die normativiteit bestaat bij de gratie van de erkenning of de reproductie ervan door mensen in de dagelijkse talige praktijk. (Jaspers 2002a: 148) Jaspers wil de voordelen van standaardtaal zeker niet ontkennen, maar klaagt de manier aan waarop men de standaardtaalnorm in de sociale praktijk doet gelden. 22

24 1.6 Toekomstvisies Op de vraag hoe het taalgedrag van de Vlamingen zal evalueren, antwoordt Geeraerts (1999a: 30-33) met drie mogelijke scenario s. Standaardtaal Tussentaal Dialect Ten eerste zou de standaardtaalinterferentie in tussentaal kunnen stijgen waardoor de tussentaal op het continuüm verschuift in de richting van de standaardtaal. Maar ook het omgekeerde zou kunnen gebeuren, namelijk dat de standaardtaal geïnformaliseerd wordt en dichter bij de tussentaal gaat aanleunen. Standaardtaal Tussentaal Dialect Standaardtaal Tussentaal Dialect Ten slotte zou de relatief grote afstand tussen soap-vlaams en VRT-Nederlands ook stabiel kunnen blijven omdat men wil dat die afstand er is. Devos (2001) sluit zich aan bij het eerste scenario: het prestige van het A.N. is erg groot, zodat mensen zich daar in toenemende mate aan zullen conformeren (2001: 12). Er zal een soort spreektaal ontstaan die naast het VRT-Nederlands in de informele sfeer zal functioneren. Volgens De Caluwe (2001: 56) zal de kloof tussen standaardtaal en tussentaal verkleinen en zal er een continuüm groeien waarbij de informele variëteiten van het Standaardnederlands in Vlaanderen naadloos overgaan in wat nu nog tussentaal wordt genoemd. Het dichten van de kloof is met andere woorden het gevolg van het ontstaan van zeer veel verschillende tussentalen, waarvan de dialectinterferentie stijgt naarmate de informaliteit toeneemt. De toekomstvisie van Deprez sluit eerder bij de laatste twee scenario s aan. 23

25 We mogen aannemen dat de Vlamingen [ ] tot op zekere hoogte voor Belgische varianten zullen blijven kiezen, dat ze dit bovendien eensgezind zullen doen, en dat ze dit ook nog als vanzelfsprekend zullen beschouwen (Deprez 1985: 120) Ook Willemyns (1987: 156) verwacht een toenemende mate van belangstelling voor een geregionaliseerd taalgebruik en een daarmee gepaard gaande toename van variabiliteit binnen een steeds losser wordend normbesef. Volgens Goossens (2002: 8) zal het Schoon Vlaams het dialect verdringen omdat het in steeds meer omstandigheden gebruikt zal worden. Bovendien zal de regionale variatie in die taal verminderen onder invloed van het Brabants. Vlaanderen is dus op weg naar een nieuwe tweetaligheid: standaardtaal enerzijds, tussentaal anderzijds. Deze laatste toekomstvisies lijken het meest aan te sluiten bij de laatste twee scenario s van Geeraerts. Dat de tussentaal zal evalueren in de richting van de standaardtaal, wordt weinig hoopvol geacht. Veeleer zullen de Vlamingen deze omgangstaal koesteren en zal de standaardtaal in de richting van de tussentaal opschuiven of zal de standaardtaal een zondagspak blijven dat enkel voor heel formele situaties uit de kast wordt gehaald. Wanneer hierin verandering moet komen, zullen enkele instanties hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Volgens Taeldeman is er in de eerste plaats een rol weggelegd voor het onderwijs. Zowel het taalgebruik van leerkrachten en directies, als ook het leermateriaal en het leerprogramma moeten bijdragen tot het ontwikkelen van een brede taalcultuur. Daarnaast hebben ook de Vlaamse media de verplichting de bevolking een keurige taal aan te bieden. Ten slotte heeft ook de overheid hierin een rol te spelen. Een keurig taalverkeer moet tot een permanent punt van bezorgdheid uitgroeien bij de hele overheid, met als logisch piramidaal sluitstuk het politiek establishment dat zich helaas ook op dit vlak niet altijd behoorlijk van zijn taak kwijt. (Taeldeman 1992: 50) Met deze klacht over het taalgebruik van politici gaan we over naar het eigenlijke onderzoek, dat het tussentalige karakter van de spreektaal van enkele Vlaamse politici onder de loep neemt. 24

26 2 Methodologie en fasering van het onderzoek 2.1 Keuze van de informanten Een eerste stap in het onderzoek was het bepalen van de informanten. De informanten in dit onderzoek zijn politici. Onder politicus wordt elkeen verstaan, die in een functie deelneemt of deelnam aan het politieke leven in het Nederlandstalige landsgedeelte van België. Daaronder vallen dus de premier, ministers, partijvoorzitters en actieve leden van regerings- en oppositiepartijen, onder de voorwaarde dat ze geregeld in de ether komen. Het gaat altijd om nationale of federale politici die het Nederlands als moedertaal hebben. Alle Vlaamse politici observeren was vanzelfsprekend niet mogelijk. Er moest dus een selectie gebeuren. De keuze van de informanten hangt af van verschillende factoren. Ten eerste was ik gebonden aan vier parameters generatie, regio, sekse en partij die nog nader besproken worden. Twee generaties, vier regio s, twee sekses en zes partijen betekent dat er in totaal (2 x 4 x 2 x 6) 96 cellen zijn. Om een representatief resultaat te bekomen, zou elke cel met een vijftal informanten gevuld moeten zijn, bijvoorbeeld vijf vrouwelijke Limburgse VLD-politici van de oudere generatie, vijf mannelijke Brabantse Agalev-politici van de jongere generatie, enz. Deze 96 cellen naar behoren vullen zou betekenen dat er 480 politici zouden moeten worden geobserveerd. Zo n gerichte selectie van de informanten was dus om verschillende redenen niet haalbaar. Daarom heb ik me moeten beperken tot een aselecte steekproef met een zo redelijk mogelijke spreiding van de informanten over de vier parameters. Ten tweede was ik afhankelijk van het aanbod van politici: om over voldoende materiaal te beschikken, werd ik genoodzaakt die politici te observeren die regelmatig in de ether komen. Politici die vaak in de gesproken media verschijnen, bepalen bovendien mee het taallandschap in Vlaanderen en zijn daarom extra relevant voor onderzoek in verband met de opgang van tussentaal. Ten slotte werd ik in mijn keuze ook beperkt door de tijd waarin ik het onderzoek moest afwerken. Enerzijds moeten er genoeg informanten zijn, om tot min of meer betrouwbare resultaten te komen; anderzijds kon een teveel aan informanten me in tijdsnood brengen. 25

27 Uiteindelijk werd een keuze gemaakt voor de volgende achtendertig politici: Afkorting Naam Generatie Streek van herkomst Sekse Partij 1 (BA) Bert Anciaux J Brabant VU / Spirit 2 (VA) Vic Anciaux O Brabant VU / Spirit 3 (GA) Gerolf Annemans J Brabant Vlaams Blok 4 (GB) Geert Bourgeois J West-Vl. VU / NV-A 5 (WC) Willy Claes O Limburg SP.A 6 (AC) Alexandra Colen J Brabant Vlaams Blok 7 (RDB) Rika De Backer O Brabant CVP 8 (SDC) Stefaan De Clercq J West-Vl. CD&V 9 (WDC) Willy De Clercq O Oost-Vl. VLD 10 (HDC) Herman De Croo O Oost-Vl. VLD 11 (KDG) Karel De Gucht J Oost-Vl. VLD 12 (JLD) Jean-Luc Dehaene O West-Vl. CD&V 13 (PD) Patrick Dewael J Limburg VLD 14 (FDW) Filip Dewinter J West-Vl. Vlaams Blok 15 (PDH) Paula D Hondt O Brabant CD&V 16 (VD) Vera Dua J Oost-Vl. Agalev 17 (GE) Gaston Eyskens O Brabant CVP 18 (ME) Marc Eyskens O Brabant CD&V 19 (JGa) Jaak Gabriels J Limburg VLD 20 (JGo) Jos Geyssels J Brabant Agalev 21 (PJ) Patrick Janssens J Brabant SP.A 22 (RL) Renaat Landuyt J West-Vl. SP.A 23 (YL) Yves Leterme J West-Vl. CD&V 24 (NM) Nelly Maes O Oost-Vl. VU / Spirit 25 (WM) Wilfried Martens O Oost-Vl. CD&V 26 (FM) Fientje Moerman J Oost-Vl. VLD 27 (HS) Hugo Schiltz O Brabant VU/ Spirit 26

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst? Ronde 8 Peter Debrabandere Katholieke Hogeschool VIVES Contact: peter.debrabandere@vives.be Een kritische terugblik op honderd jaar taalzorg en taaladvisering in Vlaanderen. En wat brengt de toekomst?

Nadere informatie

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes

Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Geeraerts, Dirk. 2001. "Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes". Ons Erfdeel 44: 337-344. Een zondagspak? Het Nederlands in Vlaanderen: gedrag, beleid, attitudes Dirk Geeraerts

Nadere informatie

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. 1 Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. De particularisten pleitten voor een eigen Nederlands pleitten,

Nadere informatie

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen

Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen Tabel 1 Lijst van regeringen en ministers/staatssecretaris c.s., belast met het cultuurbeleid in de Belgische regeringen BELGISCHE MINISTERS & STAATSSECRETARISSEN VOOR CULTUUR REGERING VAN VAN/TOT NAAM

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C.

DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde DE EVOLUTIE VAN TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Een vergelijking van het taalgebruik in Schipper naast Mathilde met de taal gesproken in F.C.

Nadere informatie

Delen Vlaanderen en Nederland een culturele identiteit? Prof. Dr. Ludo Beheydt

Delen Vlaanderen en Nederland een culturele identiteit? Prof. Dr. Ludo Beheydt Delen Vlaanderen en Nederland een culturele identiteit? Prof. Dr. Ludo Beheydt Delen Vlaanderen en Nederland een Culturele identiteit? Culturele identiteit is: de groepsidentiteit die leden van een gemeenschap

Nadere informatie

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen,

De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, Marc Hooghe Joris Boonen De evolutie van het ledenaantal van de politieke partijen in Vlaanderen, 1970-2014 Centrum voor Politicologie KU Leuven 30.10.2014 Open VLD telt volgens de meest recente cijfers

Nadere informatie

Standaardtaal of tussentaal op televisie

Standaardtaal of tussentaal op televisie Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nederlandse Taalkunde Academiejaar 2011 2012 Standaardtaal of tussentaal op televisie Een onderzoek naar het taalgebruik van presentatoren in tv-magazines Verhandeling

Nadere informatie

Inleiding. A. analyse per programma

Inleiding. A. analyse per programma Inleiding De Vlaams-fractie in het Vlaams Parlement heeft een analyse gemaakt van de voornaamste VRT-programma s waarin politici worden uitgenodigd. Tijdens de periode 1-11- 2006 t.e.m. 29-04-2007 werden

Nadere informatie

Het gesproken Nederlands in Vlaanderen

Het gesproken Nederlands in Vlaanderen Het gesproken Nederlands in Vlaanderen Percepties en attitudes tegenover standaardtaal en tussentaal van Oost- en West-Vlaamse studenten. Promotor: Prof. Dr. Johan De Caluwe Academiejaar 2008-2009 Masterproef,

Nadere informatie

Hoe schoon vinden taalgebruikers het Schoon Vlaams?

Hoe schoon vinden taalgebruikers het Schoon Vlaams? Gertie Heymans Masterscriptie Master Taal- en Letterkunde: Nederlands-Engels Hoe schoon vinden taalgebruikers het Schoon Vlaams? Een perceptie- en attitudeonderzoek over tussentaal Promotor: Prof. Dr.

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict Werkstuk door een scholier 1470 woorden 25 oktober 2003 6,8 41 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Memo-dossier Vlaams nationalisme. Hoofdvraag: Hoe ontwikkelde

Nadere informatie

Nieuwsmonitor 6 in de media

Nieuwsmonitor 6 in de media Nieuwsmonitor 6 in de media Juni 2011 Nieuws - Europa kent geen watchdog ANTWERPEN/BRUSSEL - Het Europese beleidsniveau krijgt in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand. Dat

Nadere informatie

DIALECT EN TAALVERWERVING

DIALECT EN TAALVERWERVING DIALECT EN TAALVERWERVING In diverse regio s in Nederland spreken kinderen, naast het algemeen beschaafd Nederlands, een streektaal of dialect. In de oostelijke mijnstreek is dit ook het geval. Vaak wordt

Nadere informatie

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË

KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS LEUVEN, BELGIË KU LEUVEN FACULTEIT LETTEREN BLIJDE INKOMSTSTRAAT 21 BUS 3301 3000 LEUVEN, BELGIË do s Waarom hebben we de standaardtaal verstaan? e. (Vandekerckhove, 2014: 104) regiolect en Ook zij gebruiken de term

Nadere informatie

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN

Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Poldernederlands en Verkavelingsvlaams: afscheid van het AN Het gaat goed met onze taal. Het aantal sprekers groeit elke dag: steeds meer immigranten voeden hun kinderen in het Nederlands op en ook het

Nadere informatie

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek

Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Basisbegrippen van de taalwetenschap: Variatielinguïstiek Marc van Oostendorp M.van.Oostendorp@umail.LeidenUniv.NL 29 november 2004 Variatielinguïstiek Wat is variatielinguïstiek? De studie van taalvariatie

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

19 juni 2014. I. Het Taalunieverdrag

19 juni 2014. I. Het Taalunieverdrag 19 juni 2014 Reactie van de Taalunie op de standpunten van vzw Vereniging van Vlaamse Leerkrachten, vzw Algemeen-Nederlands Verbond en stichting Nederlands in het artikel Het Nederlandse Taalbeleid in

Nadere informatie

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82637 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004

Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004 Een aantal simulaties op basis van de Vlaamse, Brusselse en Europese verkiezingen van 13 juni 2004 Jo Noppe Afdeling Politologie K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politologie/ Op basis van de verkiezingsuitslag

Nadere informatie

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura

Masarykova univerzita Filozofická fakulta. Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky. Nizozemský jazyk a literatura Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura Bc. Terézia Orviská Wat wilt ge nu eigenlijk zeggen? Aanspreekvormen in Nederlandse

Nadere informatie

Het profiel van de kandidaten voor de Europese verkiezingen ( )

Het profiel van de kandidaten voor de Europese verkiezingen ( ) 1 Het profiel van de kandidaten voor de Europese verkiezingen (2004-2014) Wouter Wolfs, Jef Smulders, Stef Commers en Steven Van Hecke www.kuleuven.be/verkiezingen2014 KU Leuven Instituut voor de Overheid

Nadere informatie

Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken

Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken Zelfbeoordelingsinstrument Toetsing Tolken - Gesprekstolken - Consecutief tolken - Vertaling à vue ten behoeve van het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) [In dit document wordt kortheidshalve

Nadere informatie

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? Is de Vlaams-Belgische Gebarentaal wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? April 1998 Auteurs: Myriam Vermeerbergen Mieke Van Herreweghe Voorafgaande opmerking Deze tekst werd geschreven in de

Nadere informatie

TUSSENTAAL IN DE SLIMSTE MENS TER WERELD

TUSSENTAAL IN DE SLIMSTE MENS TER WERELD TUSSENTAAL IN DE SLIMSTE MENS TER WERELD EEN ANALYSE VAN HET TAALGEBRUIK VAN PRESENTATOR ERIK VAN LOOY VAN VROEGER TOT NU Aantal woorden: 26.201 Merel Vanoverbeke Studentennummer: 01402079 Promotor(en):

Nadere informatie

Politici & Media. Een onderzoek naar belang, waarde en impact van de politieke distributiekanalen Verkiezingscampagnes 18 mei 2003

Politici & Media. Een onderzoek naar belang, waarde en impact van de politieke distributiekanalen Verkiezingscampagnes 18 mei 2003 PERSBERICHT DINSDAG 23 MAART 2003 Een onderzoek naar belang, waarde en impact van de politieke distributiekanalen Verkiezingscampagnes 18 mei 2003 Televisieprogramma s, vooral nieuws, duiding en verkiezingsuitzendingen

Nadere informatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie

Ronde 1. Jongeren warm maken voor taalvariatie. 1. Inleiding. 2. Didactische tools taalvariatie Ronde 1 Matthias Lefebvre Universiteit Gent Contact: matthias.lefebvre@ugent.be Jongeren warm maken voor taalvariatie 1. Inleiding Vlaamse middelbare scholen contacteren de redactie van het Woordenboek

Nadere informatie

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1

4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4 Opvattingen over kerk en godsdienst 1 4.1 Het prestige van de kerken De kerken zijn niet meer de gezaghebbende instanties van vroeger. Dat is niet alleen zo in Nederland. Zelfs in uitgesproken godsdienstige

Nadere informatie

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand Rudi Janssens Inhoud Identiteit: een actueel debat Taal en identiteit: een referentiekader De groei van een meertalige

Nadere informatie

VLAAMSE TUSSENTAAL OP TELEVISIE:

VLAAMSE TUSSENTAAL OP TELEVISIE: Academiejaar 2006-2007 VLAAMSE TUSSENTAAL OP TELEVISIE: EEN ANALYSE VAN HET FICTIEVE REPORTAGEPROGRAMMA Promotor: Prof. Dr. Johan De Caluwe Verhandeling voorgelegd aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 431 (2000-2001) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 23 oktober 2000 ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het protocol bij de overeenkomst tot instelling van samenwerking en een douane-unie

Nadere informatie

betreffende het stemrecht van Vlamingen in het buitenland

betreffende het stemrecht van Vlamingen in het buitenland ingediend op 489 (2015-2016) Nr. 1 30 september 2015 (2015-2016) Voorstel van resolutie van Rik Daems, Marc Hendrickx, Ward Kennes, Güler Turan en Wouter Vanbesien betreffende het stemrecht van Vlamingen

Nadere informatie

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren

Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP NEDERLANDSE TAALKUNDE ACADEMIEJAAR 2009-2010 Taalgebruik op de radio Tussentaal en code-switching bij presentatoren Verhandeling voorgelegd tot het behalen van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon

Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon 100520-de_tweede_persoon.doc page 1 / 5 Journaalnederlands en Verkavelingsvlaams, de hypothese van de tweede persoon "Waarom lukt het Nederlandse dialectsprekers binnen de Nederlandse rijksgrenzen wel

Nadere informatie

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands

5,2. Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari keer beoordeeld. Nederlands Spreekbeurt door een scholier 1862 woorden 26 februari 2002 5,2 92 keer beoordeeld Vak Nederlands dialect (v. Gr. dialektos = spreken, gesprek), regionaal gebonden taalvariant die niet als standaardtaal

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport. Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Aanbeveling Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich in het aanvraagformulier reisdocumenten alleen

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27

De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie / 15:06 Pag. 27 De kaartenbank.indd Sander Pinkse Boekproductie 07-11-13 / 15:06 Pag. 27 Kaart 7. Toon wast zich, uit Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten, deel 1 (68b). Kaart 8. Eduard kent zichzelf goed,

Nadere informatie

Nederlands havo 2019-II

Nederlands havo 2019-II Tekst 3 De onderstaande tekst is een column op Neerlandistiek, een online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek. WhatsAppachtig taalgebruik (1) Onlangs kreeg ik een mailtje doorgestuurd waarin

Nadere informatie

Conclusies: enquête Kinderen Goedgekeurd (armoede en vluchtelingen)

Conclusies: enquête Kinderen Goedgekeurd (armoede en vluchtelingen) Conclusies: enquête Kinderen Goedgekeurd (armoede en vluchtelingen) Er hebben in totaal 50 scholen deelgenomen aan deze enquête. Dit gaat om een 3000tal leerlingen. 1. Kennis van het woord vluchteling:

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

Taalattitude in de periferie

Taalattitude in de periferie Faculteit Letteren & Wijsbegeerte Taalattitude in de periferie De perceptie en attitude van West- Vlamingen tegenover standaardtaal en dialect. Masterscriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons:

Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: Lesbrief 54: januari 2019 Wilt u laten weten wat u van deze TLPST vond? Hebt u tips voor de volgende aflevering? Mail ons: redactie@onzetaal.nl. Alarm! 3660 talen worden bedreigd! Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

CONGRES Woensdag 12 maart :00 17:30

CONGRES Woensdag 12 maart :00 17:30 CONGRES Woensdag 12 maart 2008 14:00 17:30 Universiteit Antwerpen Hof van Liere In het kader van een internationale workshop die het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen organiseert in samenwerking

Nadere informatie

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek Generation What? 1 : Jongeren over Politiek De Generation What enquête peilde niet alleen naar de zogenaamd politieke opvattingen van jongeren, maar ook naar hun meer fundamentele houding tegenover het

Nadere informatie

TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots

TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Vakgroep Nederlandse Taalkunde Academiejaar 2011-2012 TAALGEBRUIK IN RECLAME Over tussentaal, standaardtaal en code-switching in Vlaamse radiospots Verhandeling voorgelegd

Nadere informatie

Daarom krijg je feedback bij iedere taak over je eigen werk. Het kan echter nuttig zijn om ook uit de fouten van je klasgenoten te leren.

Daarom krijg je feedback bij iedere taak over je eigen werk. Het kan echter nuttig zijn om ook uit de fouten van je klasgenoten te leren. Tijdens het schooljaar werken we in de les Nederlands voortdurend aan nieuwe onderwerpen. Deze onderwerpen lijken soms los van elkaar te staan, maar het is natuurlijk de bedoeling dat we alles wat we leren

Nadere informatie

Tussentaal in tekenfilms

Tussentaal in tekenfilms FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP NEDERLANDSE TAALKUNDE ACADEMIEJAAR 2010-2011 Tussentaal in tekenfilms Een onderzoek naar tussentaalkenmerken, codewisseling en sociolinguïstische parameters

Nadere informatie

Geschiedenis van het Nederlands. Het Nederlands in het Zuiden: een verhaal apart

Geschiedenis van het Nederlands. Het Nederlands in het Zuiden: een verhaal apart Geschiedenis van het Nederlands Het Nederlands in het Zuiden: een verhaal apart Lectuur (optioneel) Het Nederlands in het Zuiden: een verhaal apart. In: Guy Janssens en Ann Marynissen, Het Nederlands vroeger

Nadere informatie

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN.

DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. DAT ANNABEL ALTIJD TE LAAT KOMT, DAAR KOM IK ECHT ZOT VAN. OVER HET GEBRUIK VAN KOMEN ALS KOPPELWERKWOORD IN VLAANDEREN Amber Van Overbeke Stamnummer: 01306045 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Copromotor:

Nadere informatie

Tussentaal in de Vlaamse media Een onderzoek naar het taalgebruik van televisiepresentatoren

Tussentaal in de Vlaamse media Een onderzoek naar het taalgebruik van televisiepresentatoren Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Elien Lefevere Tussentaal in de Vlaamse media Een onderzoek naar het taalgebruik van televisiepresentatoren Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Nadere informatie

TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO

TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO TUSSENTAAL OP DE VLAAMSE RADIO EEN ONDERZOEK NAAR CODE-SWITCHING EN TAALATTITUDES BIJ VLAAMSE RADIOPRESENTATOREN Robbe Schepens Stamnummer: 01302724 Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS

CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS CONCRETE VOORSTELLEN ROND HET TAALGEBRUIK IN HET HOGER ONDERWIJS Colloquium An De Moor KU Leuven 06/10/2018 1 NEDERLANDS MOET BEHOUDEN BLIJVEN ALS BELANGRIJKSTE ONDERWIJSTAAL pedagogische redenen: duidelijk

Nadere informatie

Taalvariatie. Dr. Janneke Diepeveen m.m.v. Johanna Ridderbeekx, Agnes Dilliën, Rita Van Elsen en Gabri van Sleeuwen

Taalvariatie. Dr. Janneke Diepeveen m.m.v. Johanna Ridderbeekx, Agnes Dilliën, Rita Van Elsen en Gabri van Sleeuwen Taalvariatie Dr. Janneke Diepeveen m.m.v. Johanna Ridderbeekx, Agnes Dilliën, Rita Van Elsen en Gabri van Sleeuwen Projectinformatie Gemeenschappelijk project: Examples and new models for learning and

Nadere informatie

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel

Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel Simulatie van de zetelverdeling voor het Vlaams Parlement volgens een aantal scenario's inzake de hervorming van het kiesstelsel Jo Noppe, Bram Wauters en Bart Maddens Afdeling Politologie K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politologie/

Nadere informatie

Mense va mijne leeftijd

Mense va mijne leeftijd Aanpak Design Resultaten Mense va mijne leeftijd Generatiegebonden tussentaalgebruik in Expeditie Robinson Eline Zenner en Dirk Geeraerts Conclusie Onderzoeksvraag Is er een verschil in de manier waarop

Nadere informatie

Taalvariatie in het secundair onderwijs

Taalvariatie in het secundair onderwijs Taalvariatie in het secundair onderwijs Een vergelijking van luistertestscores van leerlingen uit de tweede graad ASO op fragmenten in de standaardtaal en fragmenten in de tussentaal Anne Geladé Masterproef

Nadere informatie

BRUSSEL - De kritiek dat het VRT-journaal linkser' zou zijn dan het VTM-nieuws wordt door onderzoek van het Elektronisch Nieuwsarchief tegengesproken.

BRUSSEL - De kritiek dat het VRT-journaal linkser' zou zijn dan het VTM-nieuws wordt door onderzoek van het Elektronisch Nieuwsarchief tegengesproken. Nieuwsmonitor 2 in de pers Oktober 2010 VRT-journaal niet linkser dan VTM-nieuws Nieuwsmonitor onderzoekt de media-aandacht voor politici en partijen Birgit Van Mol in het VTM-nieuws. BRUSSEL - De kritiek

Nadere informatie

Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici:

Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici: Parlementaire tussenkomsten van Vlaamse politici: een onderzoek naar stijlbeheersing in formele gesproken situaties Promotor: Prof. dr. Johan De Caluwe (Vakgroep Nederlandse taalkunde) Masterproef, voorgelegd

Nadere informatie

Contents. Politieke Barometer Methodiek 4. Potentieel politici 20. Kiesintenties: Voorkeur 7. Vertrouwen in de regering 24

Contents. Politieke Barometer Methodiek 4. Potentieel politici 20. Kiesintenties: Voorkeur 7. Vertrouwen in de regering 24 Contents 1 Methodiek 4 2 Kiesintenties: Voorkeur 7 3 Kiesintenties: Potentieel 15 4 Potentieel politici 20 5 Vertrouwen in de regering 24 6 Actuele thema s 35 2 Politieke Barometer VRT & De Standaard Lentepeiling

Nadere informatie

IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV!

IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV! FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Academiejaar 2011-2012 IK DENK ZO ALTIJD EEN BEETJE AAN DA TUSSENTAALTJE OP TV! EEN ONDERZOEK NAAR PERCEPTIE VAN TAALVARIATIE BIJ LEERKRACHTEN NEDERLANDS IN WEST- VLAANDEREN

Nadere informatie

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 10 juni

Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 10 juni Het profiel van de gekozenen bij de federale verkiezingen van 10 juni 2007 1 I. Vanlangenakker, K. Weekers, B. Maddens en S. Fiers Centrum voor Politicologie, K.U.Leuven http://www.kuleuven.ac.be/politicologie

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Ge G sc s h c i h edeni n s s v an a n he h t Ned e er e l r a l n a d n s d Stand n a d ardi d satie

Ge G sc s h c i h edeni n s s v an a n he h t Ned e er e l r a l n a d n s d Stand n a d ardi d satie Geschiedenis van het Nederlands Standaardisatie A.Inleiding standaardisatie & deelprocessen (theorie) STANDAARDISATIE = Guy Janssens en Ann Marynissen, Het Nederlands vroeger en nu. Leuven/Voorburg (2005)²,

Nadere informatie

Democratie in tijden van populisme en technocratie. Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017

Democratie in tijden van populisme en technocratie. Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017 Democratie in tijden van populisme en technocratie Prof. Stefan Rummens ID dagen beweging.net 12 okt 2017 1. Wat is democratie? 2. Populisme als stijl 3. Populisme als ideologie 4. Populisme als symptoom

Nadere informatie

TOELICHTING. Voor alle scholen waar het leergebied Frans verplicht is, gelden bijgevolg dezelfde eindtermen Frans.

TOELICHTING. Voor alle scholen waar het leergebied Frans verplicht is, gelden bijgevolg dezelfde eindtermen Frans. stuk ingediend op 608 (2009-2010) Nr. 1 1 juli 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de dames Marleen Vanderpoorten, Irina De Knop, Fientje Moerman en Ann Brusseel en de heer Sven Gatz houdende wijziging

Nadere informatie

De Franse keizer Napoleon voerde rond 1800 veel oorlogen in Europa. Hij veroverde verschillende gebieden, zoals Nederland en België. Maar Napoleon leed in 1813 een zware nederlaag in Duitsland. Hij trok

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Groeit het Nederlands in Noord en Zuid uit elkaar?

Groeit het Nederlands in Noord en Zuid uit elkaar? 132 Groeit het Nederlands in Noord en Zuid uit elkaar? De ondertiteling van het gesproken woord uit Nederland op de Vlaamse televisie neemt hand over hand toe. Omgekeerd gebeurt hetzelfde met Vlaamse programma

Nadere informatie

Een vergelijkende analyse van de profielen van de kandidaten voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2007, 2009 en 2010

Een vergelijkende analyse van de profielen van de kandidaten voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2007, 2009 en 2010 Een vergelijkende analyse van de profielen van de kandidaten voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2007, 2009 en 2010 Ine Vanlangenakker, Gert-Jan Put en Bart Maddens Centrum voor Politicologie, K.U.Leuven

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen HAVO Vragenboekje Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen

Nadere informatie

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van

In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van 118 Overgangsdialecten op de kaart In maart 2012 vond in Aalter de vierde Vlaamse Dialectendag van Variaties vzw plaats, met als thema Overgangsdialecten. Onderstaande tekst is een samenvatting van de

Nadere informatie

Politieke participatie

Politieke participatie 12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588)

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588) Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand (1555 1588) Geschiedenis VWO 2011/2012 www.lyceo.nl 1555-1588 Politiek: Nederland onafhankelijk Economie: Amsterdam wordt de stapelmarkt van Europa Welke staatsvorm?

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Overzicht Welke begrippenkader voor discussie en beleid? Overzicht van meertaligheid in Brussel Communicatie in

Nadere informatie

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving BEO-studiedag 16 maart 212 - Rudi Janssens Inhoud Stad en onderwijs Politiek-institutionele context Pedagogische context Demografisch-geografische context

Nadere informatie

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling 2002 Taalgebruik in

Nadere informatie

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport!

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! Het debat: Recent werd de hervorming van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, hierna afgekort KBVB, doorgevoerd waarbij

Nadere informatie

40 jaar Vlaams parlement

40 jaar Vlaams parlement Hugo Vanderstraeten 40 kaarsjes eenheidsstaat of een unitaire staat: één land met één parlement en één regering. De wetten van dat parlement golden voor alle Belgen. In de loop van de 20ste eeuw hadden

Nadere informatie

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur

Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur Tradities en gebruiken in de Groningse cultuur Groningen kent verschillende tradities en gebruiken. Denk hierbij aan de Groningse streektaal, de vlag en het Groningse volkslied. Maar het gaat ook om het

Nadere informatie

In dit document worden de resultaten voor België bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde.

In dit document worden de resultaten voor België bij elke vraag afzonderlijk weergegeven en vergeleken met het Europees gemiddelde. Directoraat-generaal communicatie Directoraat C - Betrekkingen met de burgers EENHEID OPVOLGING PUBLIEKE OPINIE 30/09/2009 EB71.3 EUROPESE VERKIEZINGEN 2009 Postelectoraal onderzoek Landprofiel: Europees

Nadere informatie

3. De CNaVT-profielen

3. De CNaVT-profielen 3. De CNaVT-profielen 3.1. Welke profielen zijn er? In een eerste fase werd bij studenten Nederlands als Vreemde Taal en hun docenten via een schriftelijke vragenlijst gepeild naar de behoeften en motieven

Nadere informatie

Ma leidster, oe moe k ik da doen? Een onderzoek naar het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging.

Ma leidster, oe moe k ik da doen? Een onderzoek naar het (tussen)taalgebruik van kinderen in de jeugdbeweging. Inge Van Lancker Beroepsactiviteiten: In 2011 studeerde ik af als Master in de taal- en letterkunde: Nederlands - Spaans aan Universiteit Gent. Nu volg ik de Specifieke lerarenopleiding: taal- en letterkunde

Nadere informatie

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID

TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID Inhuldiging standbeeld Willem van Oranje & Marnix van Sint-Aldegonde

Nadere informatie

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS Carla du Pree Johan Huizinga en de bezeten wereld De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS 4 Ik ben ik en mijn omstandigheden. Als ik die omstandigheden niet red, red

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT. over correct Nederlands op de VRT VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over correct Nederlands op de VRT VERSLAG Zitting 2005-2006 3 juli 2006 VERZOEKSCHRIFT over correct Nederlands op de VRT VERSLAG namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Johan Verstreken 2197 CUL 2 Samenstelling

Nadere informatie

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands

Toegepaste Taalkunde Academisch Nederlands Academisch Nederlands Toegepaste Taalkunde (TTK) Dr. Uus (Eugenia) Knops Probleem Toenemende kloof mbt taalvaardigheid (vooral schrijfvaardigheid) Nederlands tussen instroom - uitstroom / markteisen Gebrek

Nadere informatie

Vacature: volkspartij

Vacature: volkspartij pagina 1 van 5 (/) VACATURE: VOLKSPARTIJ Vacature: volkspartij 16 OKTOBER 2010 OM 00:00 UUR De christen-democraten wilden ooit van het label volkspartij af. EMMANUEL GERARD vraagt zich af waarom het opnieuw

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS)

Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Meertaligheid Als Realiteit op School (MARS) Commissie Onderwijs Vlaams Parlement 2 juni 2016 Promotoren: Prof. Dr. Piet Van Avermaet (UGent) Prof. Dr. Mieke Van Houtte (UGent) Prof. Dr. Stef Slembrouck

Nadere informatie

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1. De Rand als onderzoeksobject 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling

Nadere informatie

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school Omgaan met meer- en anderstaligheid op school Omgaan met meer- en anderstaligheid op school 1 Basisvoorwaarden Een school die goed weet om te gaan met meer-/anderstaligheid neemt een open houding aan tegenover

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET Stuk 1605 (2002-2003) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 5 maart 2003 ONTWERP VAN DECREET tot goedkeuring van het samenwerkingsakkoord houdende invoering van de euro in het samenwerkingsakkoord van

Nadere informatie

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker!

Spoor je leerlingen dus aan om een verzorgde taal te hanteren tijdens en buiten de lessen. Je maakt hen enkel sterker! Jongeren en chattaal geen probleem, standaardtaal is ook een must in ons systeem! September Aandacht voor Standaardnederlands Taal verbindt en maakt van een groep mensen een samenleving. Een rijke taal

Nadere informatie