Lesgeven over Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lesgeven over Amsterdam"

Transcriptie

1 Lesgeven over Amsterdam Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 1

2 INHOUDSOPGAVE BLOK 1.2 HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS IN THEORIE EN PRAKTIJK... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN DE PABO... 3 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK HOOFDSTUK 1. THEMAONDERWIJS DE HOOR- EN WERKCOLLEGES... 5 HOOFDSTUK 2. DE BEROEPSOPDRACHT AMSTERDAMSE SCHOLEN EN LERAREN IN BEELD... 8 HOOFDSTUK 3. KENNIS EN VAARDIGHEDEN DE VAKCOLLEGES NEDERLANDS 1.2: EERSTE- EN TWEEDE TAALVERWERVING NEDERLANDS 1.2: VAKOPDRACHT REKENEN EN WISKUNDE: HELE GETALLEN BOVENBOUW MENS & WERELD 1.2: VAKOPDRACHT (GEZOND EN REDZAAM GEDRAG) BEELDENDE VORMING MUZIEK CULTUURPROJECT 1.1 & 1.2 DT: CULTUUR EN IK HOOFDSTUK 4. PRAKTIJK 1.2 DT HOOFDSTUK 5. PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING (PPO) HOOFDSTUK 6. PRAKTISCHE INFORMATIE BIJLAGE 1. I BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT 1.2 BEELD VAN EEN KIND BIJLAGE 2. BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT NEDERLANDS 1.2 DT BIJLAGE 3. BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT GEZOND EN REDZAAM GEDRAG 1.2 DT BIJLAGE 4. BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT KO 1.3 DT BIJLAGE 5. BEOORDELINGSFORMULIER PPO 1.2 FUNCTIONERINGSGESPREK BIJLAGE 6. DE TAALNORM VAN PABO HVA Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 2

3 Blok 1.2 Het Amsterdamse onderwijs in theorie en praktijk Het eerste blok van je opleiding tot leraar basisonderwijs ligt achter je. Een blok waarin je kennis hebt gemaakt met de grootstedelijke omgeving, je de eerste stage-ervaringen hebt opgedaan, een aanzet hebt gemaakt voor de beroepsopdracht en diverse hoor-, werkcolleges en practica hebt gevolgd. In het aankomende blok blijft het accent liggen op de middenbouw. De focus ligt in blok 1.2 op de kunst van het lesgeven, samenwerking met ouders en de invloed van verschillende leef- en belevingswerelden op het onderwijs. Tijdens de diverse vakcolleges verdiep je je in kerndoelen en leerlijnen en weet deze te vertalen naar goede lesontwerpen. In de practica leerkrachtvaardigheden oefen je verschillende klassenmanagementvaardigheden. Hoe ver ben je met de opleiding? Hieronder vind je het overzicht van alle blokthema s voor de komende jaren. In de grijze balk staat het hoofdthema weergegeven. De rij eronder geeft het subthema per blok aan, de groene rij toont de bouw waarin de stage wordt gelopen. 1 Het Amsterdamse onderwijs in theorie en praktijk 1.1 Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs 1.2 Het Amsterdamse onderwijs in theorie en praktijk Kinderen leren verschillend. Leren in en met de groep 1.3 Kinderen leren verschillend 1.4 Leren in en met de groep Praktijk Onderbouw (groep 3 en 4) Onderbouw (groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw 2 Leren door spelen en leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind 2.1 Leren door spelen 2.2 Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw 2.3 Hanteren van verschillen tussen 2.4 Omgaan met verschillen: kinderen in de groep, in onder- c.q. Samenwerken met ouders en bovenbouw deskundigen in en buiten de school Praktijk Onderbouw (groep 1 en 2) Onderbouw (groep 1 en 2) Bouw profilering leeftijdsgroep Bouw profilering leeftijdsgroep 3 Voorbereiden overgang naar het werkveld 3.1 Eigen (LIO-)groep: verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 3.2 Voorbereiden overgang naar het werkveld Praktijk LIO LIO Minor Het onderwijsprogramma van de Pabo Ieder lesblok wordt het onderwijs op de Pabo verzorgd rondom een thema. Voor het komende blok is dat: Amsterdams onderwijs in theorie en praktijk. Het themaonderwijs bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en practica, waarvan de kennis aan het einde van het semester wordt getoetst in de thematoets. De vakinhoudelijke kennis en vaardigheden staan ook in het teken van het thema. Je volgt vakcolleges en oefent jouw vaardigheden in de verschillende vakdomeinen. Per blok wordt de stof van een aantal vakcolleges getoetst middels een multiple choice toets of vakopdracht. Let hierbij goed op het toetsschema. Daarnaast werk je het gehele semester aan een beroepsopdracht. Deze opdracht vormt de schakel tussen de kennis en vaardigheden die je tijdens de colleges opdoet en het beroep van leerkracht basisonderwijs. Het eindproduct wordt gepresenteerd in de toetsweek van blok 2, januari Inmiddels loop je mee in de praktijk van het basisonderwijs, in de onder-/middenbouw (accent groep 3 en 4). De informatie daarover staat in de praktijkgids vermeld. Tot slot word je tijdens de Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling begeleid door jouw kerndocent/coach Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 3

4 Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 1.2 STUDIESCHEMA PABO Studiejaar 1 BLOK 1.2 DT STUDIEONDERDEEL: Pedagogiek/Themalijn 1.2 thematoets 3 STUDIEPUNTEN: BLOK 1.2 Beroepsopdracht Vakopdracht Nederlands Vakopdracht Mens & Wereld Vakopdracht Handschrift Praktijk PPO TOTAAL STUDIEPUNTEN DT BLOK 1.2: Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 4

5 HOOFDSTUK 1. Themaonderwijs de hoor- en werkcolleges SIS-code: Themalijn / pedagogiek In blok 1.1 heb je kennis gemaakt met diverse theorieën over leren en de ontwikkeling van het middenbouwkind. In de praktijk heb je een aantal lessen gegeven en observaties gemaakt. Tijdens de practica leerkrachtvaardigheden heb je geleerd hoe je een goede lesvoorbereiding kunt maken, waarom lichaamstaal en non/verbale signalen belangrijk zijn voor een goede leraar en heb je een start gemaakt met je leiderschapsvaardigheden. In deze periode verdiep je je in diverse vormen van differentiatie en ga je een aantal onderwijsstrategieën en didactische werkvormen uitvoeren. Daarnaast maak je kennis met het begrip educatief partnerschap. De generieke kennisbasis is leidraad voor de hoor- en werkcollegereeks uit de themalijn. De vakcolleges geven vakspecifieke invulling in deze periode. Daarnaast voer je middels een beroepsopdracht onderzoek uit, waarbij je de theorie aan de praktijk koppelt. In de praktijk voer je een aantal stageactiviteiten uit waarmee je werkt aan je competenties op weg naar een startbekwame leerkracht. Themalijn, vakcolleges, beroepsopdracht en stage bereiden je voor op je taak als pedagoog en didacticus in het Amsterdamse werkveld. 1.1 Leerdoelen 1.1 en 1.2 Je weet wat urban education is en wat lesgeven in een grootstedelijke context inhoudt. Je kent de historie van het Nederlandse onderwijsstelsel en je kunt de belangrijkste onderwijsvernieuwers met bijbehorende visies en werkwijzen noemen. Je kent en herkent ontwikkelingspsychologische aspecten van kinderen in de basisschoolleeftijd. Je kunt kenmerken van ontwikkelingstheorieën benoemen en deze herkennen in de praktijk. Je kent diverse instructiemodellen, onderwijsstrategieën en didactische werkvormen. Je oefent in het gebruik van diverse strategieën, didactieken en werkvormen. Je kent verschillende observatiemodellen voor de groepen 3 en 4. Je kunt gesprekken voeren met kinderen om inzicht te krijgen in hun beginsituatie, leef- en belevingswereld en ontwikkelingsverloop. Je kent de toepassingsmogelijkheden van educatieve software in de middenbouw. Je kent het begrip educatief partnerschap en kent het belang hiervan voor het basisonderwijs Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 5

6 1.2 Het programma Bijeenkomsten Hoorcollege 1 ( ): Educatief partnerschap Hoe kun je als leraar samenwerken met ouders? In dit hoorcollege gaan we in op de term educatief partnerschap, waarbij ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie een belangrijke rol spelen. We gaan ook in op de invloed van educatief partnerschap op de ontwikkeling van kinderen. Werkcollege 1 ( ): Communiceren met ouders Je oefent aan de hand van casuïstiek hoe je kunt samenwerken met ouders, waarin je ouders serieus neemt en aanstuurt op een dialoog. Jouw activiteiten vooraf Alkema, E. & Tjerkstra, W. (2015). Méér dan onderwijs. Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 9.2. Oostdam, R & Vries, de P. (2014). Samen werken aan leren en opvoeden. Bussum: Coutinho H1 en 2 Vries, de, P. (2012). Ouderbetrokkenheid 3.0 Hoorcollege 2 ( ): Taalontwikkelingsgericht lesgeven in de middenbouw. Kinderen stimuleren om tot een betere taalvaardigheid te komen, is een belangrijke taak van een leerkracht. Alleen de taalmethode volgen is niet voldoende. Je moet als het ware een zintuig ontwikkelen om bij alle vakken taalkansen te benutten. Tijdens dit hoorcollege zal besproken worden hoe je dit kunt doen. We bekijken een voorbeeld van het onderwijs in de Kopklas Amsterdam, waar al het onderwijs in het teken van taalstimulering staat. Werkcollege 2 ( ): Didactische werkvormen In dit werkcollege staan didactische werkvormen centraal en wordt het verschil met leeractiviteiten besproken. We gaan aan de slag met diverse didactische werkvormen: opdrachtvormen, spelvormen, instructievormen, interactievormen en samenwerkingsvormen Hajer, M. (2008). De lat hoog voor taalgericht vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek (Vonk, nr. 1, 38e jaargang). PowerPoint hoorcollege Alkema, E. & Tjerkstra, W. (2015). Méér dan onderwijs. Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 5.5 t/m 5.6 Klamer-Hoogma (2012) Klassenmanagement, H 5 Voorbereiding: Neem een didactische werkvorm uit je stage mee naar het college waar je enthousiast over bent. Beschrijf de werkvorm zo, dat je medestudenten er mee aan de slag kunnen. Hoorcollege 3 ( ): Differentiëren en motiveren In dit college gaan we in op diverse vormen van differentiatie. Daarnaast bespreken we de motivatietheorie van Maslow, focussen we op de psychologische basisbehoeften van kinderen en de implicaties die deze hebben voor differentiatie. Werkcollege 3 ( ): Educatieve software In dit college wordt ingegaan op het gebruik van educatieve software bij het aanleren van kennis en vaardigheden in de middenbouw. We bekijken de meest voorkomende programma s en bespreken de ondersteunende functie van educatieve software voor je onderwijs. Alkema, E. & Tjerkstra, W. (2015). Méér dan onderwijs. Theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 5.7, 8.3.1, 3.6.3, 3.7.6, 7.1, Klamer-Hoogma (2012) Klassenmanagement H 6 App: Toolbox klassenmanagement: Adaptief onderwijs: differentiatie Toetsing De leerdoelen die bij het themaonderwijs horen, worden getoetst in de thematoets in blok 1.2 (raadpleeg het rooster voor de toetsdata). Het betreft een schriftelijk tentamen. De toets bestaat uit 40 meerkeuzevragen. De stof uit blok 1.1 is hierin ook opgenomen Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 6

7 1.4 Toetsstof Uit blok 1.1: Alkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Linghout, C. en Tjerkstra, T. (2015). Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum B.V. Zie voor hoofdstukken de te lezen literatuur bij alle hoor- en werkcolleges. Hooijmaaijers, T., Stokhof, T. & Verhulst, F. (2012). Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 2.3: Begrippen uit de ontwikkelingspsychologie. Hoofdstuk 3.2: Kinderen van zes tot negen jaar. Klamer-Hoogma (2012). Klassenmanagement. Groningen: Noordhoff. Hoofdstuk 2: Pedagogisch klimaat en pedagogisch handelen Hoofdstuk 3: Klassenmanagement toepassen Hoofdstuk 4: Groepsdynamiek en leidinggeven Hoofdstuk 5: Zelfstandig werken en effectief lesgeven Alle artikelen aangeboden via Intranet. Alle powerpoints van de hoor/ en werkcolleges Generieke kennisbasis blok 1.1. Uit blok 1.2: Alkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Linghout, C. en Tjerkstra, T. (2015). Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum B.V. Zie voor hoofdstukken de te lezen literatuur bij alle hoor- en werkcolleges. Klamer-Hoogma (2012). Klassenmanagement. Groningen: Noordhoff. Hoofdstuk 6: Adaptief onderwijs en klassenmanagement Hajer, M. (2008). De lat hoog voor taalgericht vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek (Vonk, nr. 1, 38e jaargang). Beschikbaar via intranet. Oostdam, R. & Vries, de P. (2014). Samen werken aan leren en opvoeden. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 1 Samen werken aan leren en opvoeden Hoofdstuk 2 Effecten van samenwerking tussen ouders en school Alle artikelen aangeboden via Intranet. Alle powerpoints van de hoor/ en werkcolleges Generieke kennisbasis blok 1.1 en Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 7

8 HOOFDSTUK 2. De beroepsopdracht Amsterdamse scholen en leraren in beeld SIS-code: Beroepsopdracht 1.2 INLEIDING De beroepsopdracht heeft als doel dat je jouw onderzoekende en reflectieve vaardigheden verbindt aan de inhoudelijke input uit de andere studieonderdelen en daarmee dus theorie aan praktijk leert koppelen. Hiermee wordt het fundament gelegd voor het professioneel handelen en dit geeft je tevens handvatten voor een leven lang leren en jezelf ontwikkelen als professional. Ieder semester voer je een beroepsopdracht uit. In elke beroepsopdracht voer je een klein onderzoek uit op je stageschool. Als leerkracht basisonderwijs werk je met leerlingen in de leeftijd van 4 12 jaar. Er verandert voor een kind enorm veel in die basisschoolperiode van 8 jaar. Ze ontwikkelen zich van kleuter tot een leerling die de overstap maakt naar het voortgezet onderwijs. Daarnaast groeien kinderen op in heel verschillende thuissituaties. Kinderen verschillen in leer- en ontwikkelingsniveau, interesse en leefwereld. In deze beroepsopdracht breng je één leerling in beeld en zo krijgen we, als groep, een gezamenlijk beeld van de diversiteit binnen het Amsterdamse onderwijs. Uri Bronfenbrenner stelt dat de mens een gemeenschapswezen is die door zijn gedrag reageert op wat er in zijn omgeving gebeurt (in: Hooijmaijers, T. e.a., 2016). Volgens hem is de opvoeder een van de belangrijkste factoren voor de kwaliteit van de interacties. Deze ecologische benadering biedt een denkmodel om na te denken over ontwikkeling in relatie tot aanleg en opvoeding. In de praktijk van het basisonderwijs is het belangrijk om een juiste afstemming te vinden tussen alle netwerken waar het kind deel vanuit maakt. Om als leerkracht goed te kunnen afstemmen op een kind, moet je een goed beeld hebben van deze netwerken. Hiervoor is observatie een van de belangrijke instrumenten. In deze beroepsopdracht verdiep je je in de achtergronden en de belevingswereld van één kind in je groep met als doel de ontwikkeling in kaart te brengen. In deze opdracht volg je een kind uit jouw stageschool en maak je zichtbaar hoe dit kind zich ontwikkelt en wat aanknopingspunten zijn voor verdere ontwikkeling. Je gaat een portret van de normale ontwikkeling van een kind maken en je verzamelt hiervoor relevante informatie gedurende minimaal 6 weken. Je hebt hiertoe in blok 1.1 al een start gemaakt, door de beginsituatie in kaart te brengen van het kind ten aanzien van het gekozen ontwikkelingsgebied en de leef- en belevingswereld van het kind in beeld te brengen (deelterrein A). Stap 1 en 2 heb je uitgevoerd. Je gaat nu verder met de stappen 3 tot en met 7 (zie werkwijze). De lessen beroepsopdracht worden afgewisseld met practica leerkrachtvaardigheden, die als doel hebben de vaardigheden te oefenen die van het belang zijn voor het beroep. 2.1 Leerdoelen beroepsopdracht en practica leerkrachtvaardigheden De student oefent leerkrachtvaardigheden met betrekking tot observeren, klassenmanagement, gesprekken voeren met kinderen, leidinggeven en orde houden. De student kent het belang van lichaamstaal en kan de koppeling leggen met de interpersoonlijke competentie. Inzicht in een ontwikkelingsgebied vanuit de leef-, belangstellings- en belevingswereld van kinderen. De student kan de beginsituatie in kaart brengen van de stageklas. De student kan diverse observatiemodellen hanteren en interviews en een documentanalyse uitvoeren. De student kan in zijn onderzoek theorie en praktijk aan elkaar verbinden. De student kan een praktijkonderzoek uitvoeren Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 8

9 2.2 Het programma In dit eerste semesterdeel worden de volgende bijeenkomsten aangeboden: Bijeenkomsten Bijeenkomst 1 ( ) Tijdens deze bijeenkomst wordt de voortgang besproken van je onderzoek. We gaan in gesprek over de resultaten tot nu toe: beginsituatie en deelterrein A en gaan in op obstakels/knelpunten tijdens het onderzoeksproces. We gaan ons richten op de stappen 3 tot en met 5. Het didactisch gesprek komt aan de orde. Practicum leerkrachtvaardigheden ( ) Klassenmanagement: inrichten van je klas Een goede klasinrichting vormt de basis van effectief klassenmanagement. We gaan in dit practicum aan de slag vanuit de vraag: Hoe creëer je een goed voorbereide leeromgeving? Beroepsopdracht 2 ( ) Tijdens deze bijeenkomst heb je je onderzoek grotendeels klaar. We gaan ons richten op de stappen 6 en 7: gegevens analyseren, conclusies trekken en aanbevelingen formuleren voor de zone van naaste ontwikkeling. Practicum leerkrachtvaardigheden ) Het GIP-model Hoe organiseer je de les zodanig dat je tijd hebt om goed te differentiëren? We kijken naar het GIP-model als organisatorisch model. Dit is een basismodel dat elke leerkracht moet kunnen hanteren. Beroepsopdracht 3 ( ) Je onderzoek is vrijwel afgerond. Tijdens deze bijeenkomst ga je werken aan je product: een verslag, poster of beeldboek. We blikken terug op het onderzoeksthema: Beel van een kind en jouw onderzoekscyclus (het proces). Practicum leerkrachtvaardigheden ( ) Stevens in de klas Als leerkracht hebben we de beschikking over 3 belangrijke tools: instructie, interactie en organisatie. Hoe kun je deze tools inzetten bij de drie basisbehoeften van kinderen: relatie, competentie en autonomie? Jouw activiteiten vooraf Meenemen: Beschrijving van de beginsituatie en beschrijving van deelterrein A. Observatieformulier gekozen ontwikkelingsgebied. Onderzoeksdata (en laptop) voorbereiden en meenemen. Bestudeer: Van der Donk, C. & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 5 en 6 Meenemen: Een plattegrond van de inrichting van je klas. Bestudeer: Klamer-Hoogma, M. (2012). Klassenmanagement, H 3 App: Toolbox klassenmanagement: Organisatie van de leeromgeving Meenemen: Noodzakelijke eigen documenten (en laptop) voorbereiden en meenemen. Bestudeer: Van der Donk, C. & Van Lanen, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 7 Bestudeer: Klamer-Hoogma, M. (2012). Klassenmanagement, H 3 Meenemen: Je voorlopige eindproduct. Bestudeer: Klamer-Hoogma, M. (2012). Klassenmanagement, H Werkwijze, afronding en product We volgen de onderzoekscyclus van Praktijkgerichtonderzoek in de school (Van der Donk & Van Lanen, 2016). Stap 1. Kies een kind en een ontwikkelingsgebied. Het gaat om een gewoon kind, (geen kind met speciale ontwikkelingsbehoeften) dat je in zijn/haar ontwikkeling gaat volgen. Overleg met je stagementor en eventueel op de pabo met een van de docenten Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 9

10 Stap 2. Breng de beginsituatie van het kind in kaart m.b.t. het ontwikkelingsgebied. Bijvoorbeeld: in welke fase van sociaal-emotionele ontwikkeling, specifiek: samenwerken, verkeert dit kind volgens jou? Stap 3. Volg dit kind gedurende minimaal 6 weken vanuit de volgende deelterreinen: a. Leef-, belangstellings- en belevingswereld (interesses, thuis, milieu) (zie model Bronfenbrenner) b. Eén ontwikkelingsgebied. Kies uit: motorische ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, morele ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling (richting taal-denken of rekenen), ruimtelijke ontwikkeling, muzische ontwikkeling. Let op: beide deelterreinen (a en b) moeten aan de orde komen. Gebruik hierbij de informatie die je krijgt van je mentor, de leer- en ontwikkelingsresultaten vanuit het LVS (bijvoorbeeld Parnassys), je eigen observaties en gesprekken met dit kind en eventueel zijn/haar ouders) en voeg deze gegevens toe aan je data (waarnemen). Stap 4. Vervolgens voer je gesprekken met je stagementor over de ontwikkeling van dit kind gedurende 6 weken en probeer je bij een oudergesprek aanwezig te zijn (optioneel) (waarnemen). Stap 5. Je past de theorie uit Hoorcollege 3 en uit het boek Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs en vanuit de leerlijnen van toe op je onderzoeksdata (wegen). Stap 6. Daarna ga je al je gegevens analyseren en probeer je te begrijpen waar dit kind zich in zijn/haar ontwikkeling bevindt. Dit vat je samen in een korte analyse. Stap 7. Je besluit met een conclusie: waar bevindt dit kind zich in de leerlijn? En je geeft een aantal aanbevelingen ten aanzien van de zone van naaste ontwikkeling m.b.t. het door jou gekozen ontwikkelingsgebied (minimaal 3) (plannen). Inhoud van het product Wat lever je in? Een geanonimiseerd portret van een kind, waarbij je aantoont dat je een koppeling kunt maken tussen theorie en praktijk. Je gebruikt ontwikkelingspsychologische theorie en eventueel de theorie van U. Bronfenbrenner (ecologisch model). Een beschrijving van zijn/haar leeftijd, groep, omgevingsfactoren (leef-, belangstellings- en belevingswereld). Een verantwoording van de keuze voor het ontwikkelingsgebied. Vanuit dit gebied, de specifieke kenmerken, fasen, etc. die daarbij horen is het kind geobserveerd. Een verantwoording van de onderzoeksmethoden (type observatie, eventueel soort interview en documentanalyse). Toelichting op momenten en wijze van dataverzameling. De onderzoeksdata zijn als bijlage toegevoegd aan het product. Een weergave van de resultaten, waaronder een beschrijvende observatie van de beginsituationele kenmerken ten aanzien van het gekozen ontwikkelingsgebied, de gesprekken die zijn gevoerd, de LVS-gegevens, etc. Conclusies en aanbevelingen n.a.v. het onderzoek. Vorm van het product: verslag, tijdschrift, beeldverslag met toelichting, poster Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 10

11 Mocht je een ander idee hebben, overleg dan ruim van te voren met je Pabo-docent. Afronding Het product wordt ingeleverd in de toetsweek van 1.2. In de toetsweek van 1.2 presenteert iedere student zijn kindportret aan de groep. NB. De practica leerkrachtvaardigheden worden niet afgesloten met een product of een toets. De practica dienen als voorbereiding op het beroep van leraar basisonderwijs. 2.4 Bronnen: Alkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Linghout, C. en Tjerkstra, T. (2015). Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum. Hoofdstuk 2.4. Donk, van der, C. & Lanen, van B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 5.2.2,6.1,6.3. Hooijmaaijers,T. Stokhof, F.C. & Verhulst, T. (2016). Ontwikkelingspsychologie voor leerkrachten basisonderwijs. Assen: Van Gorcum H en en H 4. Klamer-Hoogma, M.G. Klassenmanagement (2012). Groningen/Houten: Noordhoff. Hoofdstuk 2,3 en 4. incl. app Toolbox Klassenmanagement voor Android LVS van je stageschool Leerlijnen en kerndoelen via: Extra literatuur: Boog, G., Janson, D. & Memelink, D. (laatste druk). Leren kun je observeren. Amersfoort: Thieme Meulenhoff incl. website: Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 11

12 HOOFDSTUK 3. Kennis en vaardigheden de vakcolleges 3.1 Titel: Nederlands 1.2: Eerste- en tweede taalverwerving SIS-code Nederlands 1.2 INLEIDING - Van de 2000 woorden die de Basiswoordenlijst voor Amsterdamse Kleuters, de BAK, telt, kent bijna de helft van de kleuters in Amsterdam deze woorden niet. Sommige kinderen kennen amper tweehonderd Nederlandse woorden, een enkeling is de Nederlandse taal zelfs helemaal niet machtig. Er zijn in veel Amsterdamse basisschoolklassen tussen kinderen grote verschillen in woordenschat en grammaticaal vermogen en het is dus zonneklaar dat hier veel aandacht en tijd aan dient te worden besteed. In dit blok krijg je het onderdeel eerste- en tweedetaalverwerving. Verder wordt er ingegaan op kwesties als de wijze waarop de taalverwerving in grote lijnen verloopt, de manier waarop tweedetaalleerders zich een nieuwe taal eigen maken, de didactische implicaties en de mogelijkheden die een leerkracht in de klas heeft. Leerdoelen Je kent de taalkundige termen die gebruikt worden in het kader van eerste- en tweedetaalverwerving. Je kent de gangbare taalverwervingstheorieën. Je kent de theorie over eerste- en tweedetaalverwerving op hoofdlijnen. Je kent de stadia die kinderen doorlopen in hun taalverwervingsproces, zowel voor de moeder- als voor de tweede taal. Het programma Bijeenkomsten 1. Moedertaalverwerving 1 Over de vraag hoe het kan dat kinderen zich in de eerste jaren van hun leven moeiteloos een taal eigen maken, hebben al heel wat wetenschappers zich gebogen. Drie belangrijke taalverwervingstheorieën zullen in dit eerste college besproken worden. 2. Moedertaalverwerving 2 De moedertaalverwerving kent verschillende stadia. Die vormen het onderwerp van dit college. 3. Tweede taalverwerving 1 Het aanleren van een tweede taal gaat anders dan het verwerven van een moedertaal. De overeenkomsten en verschillen tussen T1- en T2-verwerving zullen worden besproken. 4. Tweede taalverwerving 2 De omgeving van het kind heeft heel veel invloed op de taalverwerving. Hoe die omgeving zich kan manifesteren wordt in dit college onderzocht. 5. Tweede taalverwerving 3: ouders in het NT2-proces De omgeving waarin het meertalige kind opgroeit heeft veel invloed op de wijze en de snelheid van verwerving van een tweede taal. Welke rol kunnen ouders in dit proces spelen? 6. Jeugdliteratuur 1. Gedichtenbundels Gedichten en versjes vormen een rijke bron en bieden vele kansen om de taalvaardigheid te stimuleren. Jouw activiteiten vooraf Paus et al. (2014). Portaal. Hoofdstuk 2. Paus et al. (2014). Portaal. Hoofdstuk 2. Paus et al. (2014). Portaal. Hoofdstuk 9. Paus et al. (2014). Portaal. Hoofdstuk 9. De verantwoording bij de Woordenlijst Amsterdamse Kinderen (BAK). ( online.nl/emodules/woordenschat_onderbouw/34dac c-ba27-c6088ff53b37.pdf) Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 12

13 Toetsing Deze onderwijseenheid wordt getoetst in vaktoets aan het eind van blok 1.3. Dit betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). Literatuur/toetsstof - Paus, H. (Red.) (2014). Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 2: Taalverwerving Hoofdstuk 9: Meertaligheid en Nederlands als tweede taal - Alle college-inhouden alsmede de PPT s Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 13

14 3.2 Titel: Nederlands 1.2: vakopdracht SiScode: Nederlands Opdracht Onderzoek en beschrijf het leesklimaat in de stageklas en portretteer aan de hand van hun leesgedrag drie kinderen (groep 3 t/m 8). Bij het schrijven van de portretten worden de leerlijnen leesmotivatie, technisch lezen en begrijpend lezen gehanteerd. Het uiteindelijke product heeft de vorm van een verslag bestaande uit verschillende onderdelen. Toelichting Wie wel eens een klas binnenloopt zal het zeker opvallen: tussen de leesgedragingen van kinderen zijn heel grote verschillen waar te nemen. Er zijn leerlingen die het liefst op ieder moment van de dag willen lezen, anderen houden er helemaal niet van en het kost de leerkracht vaak de nodige inspanning om ook deze kinderen aan het lezen te krijgen. Daarom is het van groot belang dat een leerkracht zorgt voor een goed leesklimaat in zijn of haar klas en ook zelf een voorbeeld voor de leerlingen is. Kennis van het kinderboek, weet hebben van de leesmotivatie en -prestaties van de leerlingen alsmede in staat zijn tot sturing van het leesproces gelden derhalve als professionele eisen. Doelen 1. Je verkrijgt inzicht in de wijze waarop de leerkracht de leesomgeving in de stageklas inricht, het leesplezier van de kinderen stimuleert en het leesonderwijs technisch en begrijpend lezen - vormgeeft. 2. Je kunt het leesklimaat in de stageklas beschrijven, analyseren en waarderen. 3. Je kunt verschillen in leesgedrag tussen kinderen signaleren, benoemen, beschrijven (en zo mogelijk verklaren). 4. Je kunt op grond van de leesprestaties van kinderen activiteiten bedenken en uitvoeren om hun leesgedrag te verbeteren of te optimaliseren. 5. Je kunt op heldere, zakelijke wijze verslag uitbrengen van je onderzoekingen Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 14

15 3.3 Titel: Rekenen en Wiskunde: hele getallen bovenbouw SiS-code: Vaktoets Rekenen HG 1.2 INLEIDING Het domein hele getallen wordt in twee collegereeksen aangeboden: in het eerste blok is het onderdeel hele getallen onderbouw behandeld (blok 1.1), in het tweede blok (1.2) staat hele getallen bovenbouw centraal. Vanaf groep 5 zijn de leerlingen naast de tafels bezig met het leren van de algoritmen voor optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Hierbij speelt ook het uitbreiden van het getalbegrip boven de 100 een rol in de richting van hoofdrekenen, schattend rekenen en kolomsgewijs rekenen. In deze reeks vakcolleges komen de onderliggende kenmerken en opbouw van de bovenbouwdidactiek aan de orde. Bij hele getallen in de bovenbouw hoort ook het didactisch gebruik van de zakrekenmachine en het onderhouden van de basisvaardigheden. Om deze onderwerpen goed aan te kunnen leren moet je zelf inzicht hebben in contexten, modellen en aanpakken. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van deze reeks? Je kent de leergangen van het schriftelijk rekenen, schattend rekenen en hoofdrekenen en hun onderlinge samenhang. Je kent de didactische aspecten van het gebruik van de rekenmachine en kunt deze in didactische situaties herkennen. Je kunt leerlingen rekenstrategieën aanreiken om rekenproblemen aan te pakken binnen het rekendomein hele getallen en je weet hoe je niveauverhogingen bewerkstelligt. Je kent de wiskundevaktaal en kan dit onderscheiden van dagelijks taalgebruik. Je weet hoe basisvaardigheden in de midden- en bovenbouw onderhouden kunnen worden en je kunt het belang hiervan onderbouwen. Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1: Hoofdrekenen Binnen het domein hele getallen in de bovenbouw neemt hoofdrekenen een belangrijke plaats in. In deze les worden de drie vormen van hoofdrekenen behandeld. Tevens komen de eigenschappen van de bewerkingen aan bod. 2: Basisvaardigheden Achterstanden bij rekenen kunnen verschillende oorzaken hebben. Uit recent onderzoek komt naar voren dat het niet goed beheersen van de basisvaardigheden een grote invloed kan hebben op de rekenvaardigheid van leerlingen. Dit college gaat over het belang van basisvaardigheden. Je leert daarnaast hoe je leerlingen op speelse wijze de basisvaardigheden kunt laten oefenen en onderhouden. Jouw activiteiten vooraf Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Van Zanten et al. (2014). Hoofdstuk 5.2. Ale & Van Schaik (2014). Rekenen en wiskunde uitgelegd. Hoofdstuk Danhof, W., Bardstra, P. & Hofsetter, W. (2014). Rekendrempels nemen. Een goede basis voor het leren hoofdrekenen. Volgens Bartjens 34 (3), p.4-7. Noteboom, A. (2014). Juf, laat mij het mezelf leren! Automatiseren en memoriseren van de basisvaardigheden rekenen. Volgens Bartjens 34 (1), p : Kolomsgewijs en cijferend rekenen Binnen het domein hele getallen in de bovenbouw valt ook het schriftelijk rekenen. Dit wordt opgebouwd van kolomsgewijs naar cijferend rekenen. Deze les richt zich op de leerlijn van kolomsgewijs naar cijferend rekenen binnen optel- en aftrekopgaven & vermenigvuldig- en deelopgaven. Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Van Zanten et al. (2014). Hoofdstuk 5.3. Ale & Van Schaik (2011). Rekenen en wiskunde uitgelegd. Hoofdstuk Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 15

16 4: Schattend rekenen & Rekenen met de rekenmachine Bij het rekenen gaat het vaak om het vinden van de exacte uitkomst. De rekenmachine is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Ook in het basisonderwijs wordt de rekenmachine gebruikt in de groepen 7 en 8. Dit vraagt om een goede aanpak. Er zijn echter ook veel situaties waarin precies rekenen niet kan of niet nodig is, omdat je alleen maar een schatting wilt weten. In deze les wordt aandacht besteed aan hoe je kinderen in de bovenbouw kunt leren schatten. Het beschikken over een set referentiematen en handige rekenstrategieën is hierbij erg belangrijk. Ook komt het verstandig gebruik van de rekenmachine aan bod. 5: Getalrelaties en combinatoriek Een goede getalkennis is de beste garantie voor rekenvaardigheid. Inzicht in de getallen en de getalrelaties en het hebben van gevoel voor getallen vergroten de rekenvaardigheid van kinderen. In deze les staat daarom het onderzoeken van getallen en het ontdekken van verbanden tussen getallen centraal. 6: Hele getallen en verbanden & afronding Voor het domein verbanden is (nog) geen doorlopende leerlijn uitgewerkt, terwijl iedereen vrijwel dagelijks in aanraking komt met informatie die schematisch is weergegeven. Vaak gaat het bij de getalsmatige informatie binnen dit domein over hoeveelheidsgetallen, zoals bezoekersaantallen of om meetgetallen zoals bedragen of tijdstippen. Er bestaat een belangrijke samenhang tussen de domeinen hele getallen, verbanden en meten. In deze les leer je hoe je leerlingen betekenis kunt laten verlenen aan verschillende visuele representaties en hoe je leerlingen gegevens kunt laten beschrijven. Ook wordt er in deze les teruggeblikt op de afgelopen twee blokken hele getallen onderbouw en hele getallen bovenbouw. Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Van Zanten et al. (2014). Hoofdstuk 5.4 & 5.5. Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Van Zanten et al. (2014). Hoofdstuk 5.6. Hele getallen. Reken-wiskundedidactiek. Van Zanten et al. (2014). Hoofdstuk 6.2. Toetsing Deze collegereeks maakt deel uit van Rekenen / wiskunde 1B (blok 1.1 en 1.2 samen). Deze onderwijseenheid wordt getoetst in de vaktoets van blok 1.2. Dit betreft een schriftelijk tentamen (40 meerkeuzevragen). De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Literatuur / toetsstof blok 1.2 Brom-Snijders, P. van den, Bergh, J. van den, Hutten, O., & Zanten, M. van (2014). Hele getallen. Rekenwiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Hoofdstuk 5: Rekenen-wiskunde met hele getallen in de bovenbouw. Hoofdstuk 6.2: Hele getallen en verbanden op de basisschool. Ale, P.F.J & Schaik M.F. van (2014). Rekenen en wiskunde uitgelegd, kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 1.2.3: Eigenschappen van de bewerkingen. Hoofdstuk 1.2.6: Cijferen en schatten Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 16

17 De PowerPoints die tijdens de bijeenkomsten zijn behandeld (via DLWO). Literatuur / toetsstof blok 1.1 Brom-Snijders, P. van den, Bergh, J. van den, Hutten, O., & Zanten, M. van (2014). Hele getallen. Rekenwiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Hoofdstuk 2: Ontluikende gecijferdheid. Hoofdstuk 3: Aanvankelijk rekenen. Hoofdstuk 4: Basisbewerkingen. De PowerPoints die tijdens de bijeenkomsten zijn behandeld (via DLWO) Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 17

18 3.4 Titel: Mens & Wereld 1.2: vakopdracht (Gezond en Redzaam Gedrag) SiS-code: Mens en Wereld INLEIDING Wat is de pedagogische functie van de basisschool en wat is hierin de rol van de leerkracht? Juf, hoe komt een baby eigenlijk uit de buik? Meester, Pieter en Jesse zitten samen op één toilet! Een moeder komt na schooltijd naar jou toe omdat zij vindt dat haar kind gepest wordt. Onderzoek van Nibud laat zien dat mensen die in hun jeugd hebben leren omgaan met geld dat later ook goed kunnen. In de onderwijspraktijk en het maatschappelijke debat wordt regelmatig de vraag gesteld wat de taak van het onderwijs is. Bij maatschappelijke problemen zoals bijv. obesitas en seksuele diversiteit wordt er gekeken naar het onderwijs. Dit resulteert o.a. in het toevoegen van nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs rondom seksuele ontwikkeling en diversiteit. Het onderwijs draagt o.a. bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en de vorming van hun identiteit. Veel moeilijke en gevoelige onderwerpen zoals seksualiteit, pesten, normen en waarden passeren in de dagelijkse praktijk in de klas. Dit vraagt van jou als leerkracht dat je direct kan inspelen op deze onderwerpen. Hoe maak je deze onderwerpen bespreekbaar met kinderen? Welke vaardigheden heb je nodig om het gesprek aan te gaan. Wat wil je de kinderen leren? Welke rol heb je als leraar in het bespreken van deze onderwerpen en waar ligt de grens tussen de opvoeding thuis en op school? Vanuit welke visie handel jij in deze dagelijkse praktijk? In deze vakopdracht is het de bedoeling dat je jouw visie op de pedagogische functie van de basisschool beschrijft. Je beschrijft de rol van de leerkracht en het aanbod van moeilijke thema s. De bijeenkomsten en literatuur verzorgen input voor het ontwikkelen van een eigen visie. Leerdoelen Je ontwikkelt een eigen visie op de pedagogische functie van de basisschool, het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen in de klas, de rol van de leerkracht hierin en kan deze visie onderbouwen vanuit de literatuur. Je kent verschillende vormen van pesten en meerdere theorieën die gedrag in pestsituaties kunnen verklaren en de risicofactoren die de kans op betrokkenheid bij pestgedrag verhogen. Je kan de theorie in de onderwijspraktijk inzetten om pesten te voorkomen en herkent de theorie bij verschillende interventies voor pesten. Je kent de seksuele ontwikkeling van leerlingen van vier tot en met twaalf jaar, kan daarin verschillen tussen jongens en meisjes benoemen en weet hoe hij als leraar moet handelen bij zorgen rondom seksueel gedrag. Je kan in de klas het gesprek aangaan met de leerlingen over moeilijke onderwerpen en bent in staat te luisteren naar verschillende opvattingen/normen en waarden die leerlingen over de onderwerpen hebben. Relatie met de praktijk Als leerkracht is het belangrijk om visie te hebben op de pedagogische functie van de school. In deze module leer je hoe je als leerkracht bepaalde zaken (seksualiteit, pesten, overgewicht etc.) bespreekbaar kan maken met kinderen in de klas Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 18

19 Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomst Werkvorm Voorbereiding 1. Een pedagogische kijk op goed onderwijs. We starten ons gesprek over de pedagogische functie van het onderwijs. Aan de hand van Biesta (2011) bespreken we de drie functies van het basisonderwijs. De vakopdracht wordt uitgelegd. Ontwikkelen visie Lees Biesta, G.J.J. (2011). De school als toegang tot de wereld: Een pedagogische kijk op goed onderwijs. In R. Klarus & W. Wardekker (eds), Wat is goed onderwijs? Bijdragen uit de pedagogiek (pp ). Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Dit artikel is via google te vinden (zoekterm: titel van het artikel) 2. Pesten als groepsproces We bekijken met elkaar de definitie van pesten zoals besproken in Goossens & Vermande (2012). Daarna bespreken we de theorie van pesten als groepsproces. We eindigen met verschillende theoretische inzichten die een verklaring geven voor pesten. 3. Pesten In deze bijeenkomst bespreken we verschillende preventie en interventieprogramma s die pesten voorkomen of willen stoppen. We maken een koppeling tussen de theoretische inzichten en interventieprogramma s. 4. Voeding en consumentenzaken We bekijken hoe je als leerkracht voeding en consumentenzaken kunt verwerken in het onderwijs. Wat zijn de raakvlakken met andere vakken in het basisschool? Hoe zie je drie functies van Biesta (2011) in deze onderwerpen? Wat is daarin de pedagogische taak van de leerkracht? 5. Relationele en seksuele ontwikkeling In deze bijeenkomst maak je kennis met de kerndoelen m.b.t. seksualiteit. Je leert meer over de seksuele ontwikkeling van kinderen. Je maakt kennis met de rol van de leraar binnen seksuele opvoeding en hoe je kunt handelen wanneer je zorgen hebt om seksueel gedrag. 6. De pedagogische taak van de leerkracht In dit college starten we met de vraag wat jij als leerkracht leerlingen mee wilt geven over seksualiteit en diversiteit binnen seksualiteit. We komen daarna terug op de rol van de leerkracht binnen de pedagogische taak van de school. Ontwikkelen visie Ontwikkelen visie Ontwikkelen visie Ontwikkelen visie Begeleiding vakopdracht Leesvraag Onderstreep twee zinnen/alinea s die jouw visie op de pedagogische functie van de school onderbouwen hoofdstuk 1.2, 4.1, 4.2, 4.3 uit Goossens, F., Vermande, M. & Meulen van der, M. (2012). Pesten op school. Achtergronden en interventies. Den Haag: Boom- Lemma. hoofdstuk 7.3, 7.4, 8.2 en 8.4 uit Goossens, F., Vermande, M. & Meulen van der, M. (2012). Pesten op school. Achtergronden en interventies. Den Haag: Boom- Lemma. Leesvraag Welke interventie spreekt jou aan en waarom? Achtergrondinformatie: Duurzame ontwikkeling op de basisschool. Hoofdstuk 4.2: Thema onderwijs: voeding. Hoofdstuk 2 uit Zwiep, C (2012). Seksuele ontwikkeling. Methodiek voor pedagogische begeleiding in de kinderopvang en in het basisonderwijs. Amsterdam. Neem het boek mee naar de bijeenkomst. Leesvraag Arceer twee punten die je nog niet wist m.b.t. de seksuele ontwikkeling van kinderen. Hoofdstuk 4,3 en hoofdstuk 5 uit Zwiep, C (2012). Seksuele ontwikkeling. Methodiek voor pedagogische begeleiding in de kinderopvang en in het basisonderwijs. Amsterdam. Literatuur 1. Goossens, F., Vermande, M. & Meulen van der, M. (2012). Pesten op school. Achtergronden en interventies. Den Haag: Uitgeverij BOOM. Het boek is digitaal beschikbaar via bib.hva.nl. 2. Zwiep, C (2012). Seksuele ontwikkeling. Methodiek voor pedagogische begeleiding in de kinderopvang en in het basisonderwijs. Amsterdam: Uitgeverij SWP Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 19

20 De vakopdracht De vakopdracht is gericht is op het beschrijven van jouw visie op de pedagogische functie van de basisschool, de rol van de leerkracht binnen deze functie en het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen (pesten, relationele en seksuele vorming). Deze visie onderbouw je met theorie. 1. Een beschreven visie op de pedagogische functie van de basisschool, rol van leerkracht binnen deze functie en bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen. De visie bevat tenminste: Een beschrijving van visie op de pedagogische functie van de basisschool. Een beschrijving van visie op de rol van de leerkracht binnen de pedagogische functie van de basisschool o.a. op het bespreekbaar maken/aanbieden van moeilijke onderwerpen zoals relationele en seksuele vorming, pesten, voeding en consumentenzaken. Een beschrijving hoe je als leerkracht een aanbod verzorgt in de klas met betrekking tot relationele en seksuele vorming of pesten. Beoordelingscriteria 1. Het visie document wordt vóór de deadline via DLWO aangeleverd. 2. Jouw visie op de op de pedagogische functie van de basisschool en rol van de leerkracht hierin is beschreven vanuit de theorie en eigen vaardigheden binnen de thema s uit de collegereeks: Verwijzingen naar theorie zijn opgenomen in het visie document. 3. Het visiedocument is 2000 woorden: min 10% en maximaal 2000 woorden plus 10%, exclusief bronvermelding. Bronvermelding is volgens de richtlijnen van APA. Alle producten voldoen aan de Taalnorm Pabo Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 20

21 3.5 Titel: Beeldende Vorming SiS-code: Kunstzinnige Orientatie INLEIDING - Je maakt kennis met het vak beeldende vorming en de kerndoelen. Door onderwijs ben je in staat de zeggingskracht van beelden die overal om je heen te zien zijn, te ervaren voor wat betreft functie en betekenis. Je bespreekt de beeldende middelen (beeldende aspecten en materialen/ technieken) die daarvoor gebruikt zijn. Je maakt kennis met de kerndoelen en het belang van een doorgaande leerlijn. De ontwikkelingsfasen m.b.t. het beeldend werk(en) van kinderen en de manier waarop beeldende vorming een bijdrage levert aan de totale ontwikkeling van het kind, staan centraal in dit programma. Door middel van het zelf maken en bespreken van beeldend werk en het koppelen daarvan aan de onderwijspraktijk met kinderen, wordt een basis gelegd om zelf les te kunnen geven. Basale didactische vaardigheden en de basis van klassenmanagement, komen aan het bod. Door het observeren van kinderen die beeldend bezig zijn en hun werk, ervaar je de verschillen tussen kinderen. Leerdoelen De student kan het beeldende werk vanuit de lesopdrachten en de criteria vervaardigen De student heeft de basiskennis over de materialen/ technieken, vormgeving (de beeldaspecten) en de betekenis die een beeld kan hebben De student kan representatief beeldend kinderwerk vanuit de fases van beeldende ontwikkeling selecteren en beschrijven (analyseren) De student kan een beeldende les ontwerpen (a.d.h.v. de beginsituatie van het kind), uitvoeren en evalueren Programma Bijeenkomsten 1. Beelden en vormgeven, kerndoelen Je leert hier hoe je opgroeit in een wereld van beelden en wat de functie en betekenis van die beelden kunnen zijn. Je gaat in op vormgeving, materiaal en werkproces. Verder maak je kennis met de kerndoelen voor dit vak. Jouw activiteiten vooraf -Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien. Hoofdstuk 1, Mens en beeld p. 13 t/m 23; -de websites Kunstzinnige Oriëntatie (beeldende vorming), kerndoelen. Methoden voor beeldende vorming. 2. Sporen van ontwikkeling, verschillen tussen kinderen. Bijdragen van beeldende vorming aan de ontwikkeling. Je maakt kennis met de beeldende ontwikkelingsfasen van kinderen en de verschillen tussen kinderen, zodat je straks weet wat voor opdrachten je kunt geven. Je begrijpt en leert uit te leggen waarom beeldend werken belangrijk voor de ontwikkeling van een kind is. Aandacht voor beeldend werken met de onderbouw. 3. Beeldaspecten, materialen en technieken Je leert wat beeldaspecten zijn en dat deze een deel van de leerstof voor kinderen vormen. Ruimte, kleur, licht, vorm, structuur/ textuur en compositie bestaan ieder uit een reeks aan te leren begrippen. Je hebt kennisgenomen van de meest gebruikte materialen en technieken voor de basisschool. Aandacht voor beeldend werken met de middenbouw. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien. Hoofdstuk 11 Sporen van ontwikkeling, p. 239 t/m 277. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien H12 p. 279 t/m 288 Onderbouw Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien. Hoofdstuk 8 Beeldaspecten, p. 155 t/m 183 Je bestudeert de aparte link voor de beeldaspecten Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien H12 p. 288 t/m 294 Middenbouw Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 21

22 4. Beeldend onderwijs, cirkelmodel en doelen Je maakt kennis met het leren maken en vormgeven van beelden, het proces en het product, en het creatieve proces daarbij. Je leert over de essentie van beeldend onderwijs, het cirkelmodel, het basisplan (bijlage blz. 338) en het Format voor lesfasenbeschrijving (bijlage blz. 339). Je leert over lesdoelen (vanuit de kerdoelen). Aandacht voor beeldend werken met de bovenbouw. 5. Voorbereiding van de les en oriëntatie Je leert over de stappen, de beginsituatie, het basisplan, de doelen en de criteria, de voorbereide omgeving en de lesfasenbeschrijving. Je leert over referentiekaders, de introductie van een opdracht (inspireren), het geven van informatie en instructie en het belang van de volgorde. Je leert over het belang van kunstbeschouwing in wisselwerking met de beeldende opdrachten. Verder over de Kijkwijzer voor kinderen. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 2 Zien en maken, p. 25 t/m 47. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 3 Beeldend onderwijs: voorbereiding, p. 49 t/m 67 Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien H12 p. 294 t/m 299 Bovenbouw Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 4 Voorbereiding p. 69 t/m 83. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 5 Oriënteren, p. 85 t/m 104. Je bestudeert de aparte link kunstbeschouwing / kunstgeschiedenis 6. Begeleiding, nabeschouwing en evaluatie Je leert over beeldende processen als creatief proces, verschillende theorieën, de uitvoeringsfase en de interventies daarbij. Je komt te weten dat je klassenmanagement een voorwaarde voor het al dan niet slagen van een les vormt. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 6 Begeleiding van het creatieve proces, p. 107 t/m 131 Je leert over het nabeschouwen van het werk met de kinderen (proces en product), het beoordelen en de registratie, over de rapportage aan de ouders, het exposeren van werk en de reflectie van de les voor jezelf. In deze bijeenkomst sluiten we af en tonen elkaar zo mogelijk beeldend werk en lesideeën van de basisschool. Van Onna en Jacobse (2013) Laat maar zien Hoofdstuk 7 Nabeschouwen en evalueren, p. 133 t/m 153. Materiaal op USB stick meenemen, twee afbeeldingen van beeldende werkstukken van kinderen om te bespreken. Toetsing De toetsing van dit studieonderdeel vindt plaats in de vakopdracht: foto s van je beeldende werk van deze module, drie kinderwerkstukken met beschrijving (OB. MB en BB), en een les bevo aan een groep(je) kinderen waarvan je het werk fotografeert. Literatuur Onna, J. van, en Jacobse, A. (2013). Laat maar zien. Groningen: Houten Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 22

23 3.6 Titel: Muziek Vakdomein: Kunstzinnige oriëntatie INLEIDING Op de Nederlandse basisschool kent het vak muziek een traditie, waarbij het zingen centraal staat. Daarnaast is er sinds de invoering van de kerndoelen een ontwikkeling zichtbaar, waarbij er aandacht is voor het luisteren naar muziek, spelen op instrumenten, bewegen op muziek en het lezen en noteren van muziek. De traditie van het zingen is aanwijsbaar in de vooraanstaande plaats van liedbundels voor basisscholen; de ontwikkeling is zichtbaar in het aanbod van methodes voor het muziekonderwijs in de basisschool. Specifieke effecten van muziekonderwijs op de ontwikkeling van kinderen vinden we terug in de doelstellingen van muziekmethodes, zoals de ontwikkeling van een muzikaal gehoor en het vergroten van de expressieve mogelijkheden van kinderen door zich zingend en spelend met muziek te leren uiten. In deze collegereeks wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van de eigen muzikale vaardigheden en de muziekdidactiek voor de middenbouw van de basisschool. Leerdoelen Je kunt een koppeling maken tussen beginsituatie, vakspecifieke productdoelen en doelen op de langere termijn. Je kunt geschikt bronnenmateriaal te kunnen selecteren en bewerken voor een muziekles aan de doelgroep. Je kunt aan de hand van de vijf domeinen en het klank-vorm en betekenismodel een muziekles voorbereiden en uitvoeren voor de stageklas. Je kunt een lesuitvoering evalueren aan de hand van de gegeven vragen: Wat ging er goed? Wat kan er beter? Het programma Tijdens de bijeenkomsten worden de volgende onderdelen behandeld: Eigenvaardigheid zingen. Liedrepertoire van de basisschool: onderbouw, middenbouw, bovenbouw. Didactiek in relatie tot de domeinen: zingen, muziek maken, luisteren, bewegen, noteren. Kennisoverdracht met betrekking tot het klank-vorm-en betekenismodel. Leidinggeven aan muzikale processen. Voorbereiding en begeleiding op de vakopdracht 1.3. Huiswerkopdrachten en leesstof worden wekelijks opgegeven en in een volgende les behandeld. Afronding In blok 1.3 wordt de te bestuderen literatuur verwerkt in de vaktoets Kunstzinnige Oriëntatie. In blok 1.3 wordt de lesinhoud en literatuur verwerkt in een lesvoorbereiding en uitvoering van een muziekles die in de vakopdracht Kunstzinnige Oriëntatie wordt ondergebracht en beoordeeld Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 23

24 Literatuur Lei, R. van der, Haverkort, F. & Noordam, L. Muziek Meester! 4 e druk. Amersfoort: Thieme Meulenhoff. Hoofdstuk 1: Muziek op de bassischool Hoofdstuk 2: Zingen: blz.46 t/m blz.50, blz. 54 t/m blz.56, blz. 61 t/m blz. 66 Hoofdstuk 3: Luisteren blz. 80 t/m blz. 96 Hoofdstuk 4: Muziek Maken: blz. 106, blz. 107, blz. 110, blz. 111, blz. 115, blz. 116, blz. 132 t/m blz. 134 Hoofdstuk 5: Muziek lezen en noteren: blz. 148 t/m blz Hoofdstuk 6: Vorm: blz. 208, blz. 209, blz. 211 en 212 tot hoofdstuk 8.3. Hoofdstuk 10: Muziek, school en cultuur: blz. 243 t/m Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 24

25 3.6 Titel: Cultuurproject 1.1 & 1.2 DT: cultuur en ik SiS-code: Cultuuronderwijs INLEIDING In het visiedocument van de Pabo HvA wordt de leerkracht basisonderwijs als een cultuurdrager pur sang gezien om als drager van cultuur waarin hij leeft deze door te geven aan de leerlingen, collega s, ouders en anderen. Als leerkracht en cultuurdrager heb je de maatschappelijke taak om kinderen de cultuur waarin wij leven bij te brengen. Dit noemen we cultuuronderwijs. Een boeiend gebied van kunst-, erfgoed- en media-onderwijs in relatie tot alle andere schoolse vak- en vormingsgebieden. Eenieder is drager van de cultuur waarin hij geboren is en de cultuur waarin hij samen leeft met anderen. Voor de leerkracht geldt dat hij cultuur overdraagt in zijn onderwijs vanuit zijn eigen identiteit en kennis van het leerdomein cultuuronderwijs. Het is daarom belangrijk dat je je bewust bent van jouw eigen beginsituatie ten aanzien van cultuur. Het vormt een basis die moet leiden tot professioneel cultureel zelfbewustzijn. Het Ministerie van OCW en het Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) hebben voor de leerkracht basisonderwijs drie basisberoepstaken cultuureducatie geformuleerd: 1. Kunnen inspireren als cultuurdrager en cultuuroverdrager; 2. Het ontwikkelen van een visie op cultuuronderwijs; 3. Het kunnen ontwerpen, uitvoeren en evalueren van cultuuronderwijsactiviteiten. Tijdens je opleiding aan de pabo wordt hier op gezette en ongezette tijden aandacht aan besteed, onder meer via de module cultuureducatie 1.1. Daarnaast zijn de cultuurprojecten ook momenten waarin cultuuronderwijs in de spotlight staat. De cultuurprojecten vinden plaats gedurende de eerste twee van je opleiding. Deze worden gehonoreerd met studiepunten voor deelname en afrondingsproducten. Niet aanwezig zijn, betekent dat je vervangende opdrachten moet maken. De cultuurprojecten kennen de volgende thema s: Jaar 1: cultuur en ik (tussen semester 1 en 2) & cultuur en het kind (tussen semester 3 en 4) Jaar 2: cultuur en school (tussen semester 1 en 2) & cultuurdragerschap (afronding met opdracht in semester 2) Cultuurdossier: Vanaf jaar 1 werk je aan de opbouw van een persoonlijk cultuurdossier die een basis vormt voor de afrondingsopdracht in jaar 2. Het eerste cultuurproject is geroosterd op de dagen 16 en 17 november. Inhoudelijke informatie, tijden en locaties over cultuurproject 1 is te vinden op DLWO Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 25

26 HOOFDSTUK 4. Praktijk 1.2 DT SIS-code: Praktijk 1.2 INLEIDING - In de praktijk voer je activiteiten uit die bijdragen aan de ontwikkeling van zijn competenties. Je ontwikkeling wordt gedurende de gehele stageblok gevolgd aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) van de Pabo HvA. Om een goede ontwikkeling en een goed eindniveau als startbekwaam leerkracht te kunnen waarborgen, is er aan het eind van ieder semester een minimumniveau geformuleerd. Dit minimumniveau geldt als een basis waarop steeds kan worden voortgebouwd en is verwerkt in de beoordelingsformulieren per blok. Voor deeltijd 1 e jaar gelden de volgende minimumeisen voor het eerste en tweede semester: Semester 1 De student verzorgt verschillende instructies en activiteiten aan de groep, waarbij het accent ligt op leiding geven aan de groep. Semester 2 Aan het einde van het eerste jaar kan de student een dagdeel onderwijs verzorgen. De student zorgt voor een koppeling tussen leeractiviteiten en leerdoelen; hij geeft leiding vanuit overzicht en overwicht en houdt rekening met de individuele behoeftes van kinderen. De student werkt aan zijn visie op onderwijs. 4.1 Stagedoelen blok 1.2 Je kunt lessen opzetten aan de hand van het lesvoorbereidingsformulier en deze volgens plan uitvoeren. Je communiceert helder met de leerlingen over lesdoelen en verwachtingen. Je biedt didactische hulp aan bij zelfwerkzaamheid of groepswerk. Je bent in staat een effectieve les te organiseren door het zorgvuldig plannen van tijd en ruimte. Je sluit in de communicatie met (jonge) kinderen aan bij hun taalniveau en belevingswereld. Je bent in staat het handelen van de mentor te observeren op basis van op de opleiding aangereikte observatie-instrumenten. Je stelt op basis van de observaties relevante vragen. Je kunt de groep als geheel en de subgroepjes daarbinnen aanspreken en aansturen op de taak. Je kunt constructief omgaan met de feedback van de mentor en je kunt eigen leeropbrengsten uit de stage bespreekbaar maken met de mentor. 4.2 Stageactiviteiten blok 1.2 Voorlezen (delen) van een zelfgekozen jeugdboek/verhaal aan de stageklas. Uitvoeren van ten minste zes groepslessen, keuze/voorbereiding van de lessen onder intensieve begeleiding van de mentor. Verzorgen van ten minste drie overige activiteiten. Dit zijn drie verschillende activiteiten die in overleg met de mentor worden bepaald. Indien mogelijk: accent op leiding geven aan de groep (buiten school, tijdens weekafsluiting, op weg naar de gymzaal, etc.). Verzorgen van twee lesovergangen. Afsluiten stage en het bespreken van de stage-ervaringen met de mentor Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 26

27 4.3 Beoordelingsprocedure Voorwaarde voor beoordeling is altijd dat je de stageactiviteiten hebt uitgevoerd en dat je je stagemap hebt geactualiseerd. De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de opleider in de school De procedure is als volgt: Aan het eind van blok 1.2 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de opleider in school. De opleider in de school is de examinator en komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het beoordelingsformulier in en geeft het cijfer. Je neemt de eindbeoordeling van de opleider in de school op in het portfolio. Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 27

28 HOOFDSTUK 5. Persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO) Sis-code PPO 1.2 INLEIDING - Het lesgeven in een grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraagt veel van de kennis, vaardigheden en attitude van de leerkracht. Deze moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Dat is geen eenvoudige opgave. In de dagelijkse onderwijspraktijk ervaren veel leerkrachten een spanningsveld tussen deze drie doelen. De leerkracht krijgt hierdoor te maken met dilemma's, waarin hij eigen wijze keuzes moet leren maken. Deze dilemma's vinden niet alleen plaats in de interactie tussen leerkracht en leerlingen, maar ook in de interactie tussen leerkracht en ouders, de collega's, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Het omgaan met dilemma's vraagt van de leerkracht dat hij weet waar hij voor staat en dat hij eigen wijze keuzes kan maken, die gebaseerd zijn op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke en professionele ontwikkeling (PPO), waarin reflectie op de voortgang in studie en stage centraal staat, wordt de student begeleid en ondersteund bij het maken en onderbouwen van keuzes en het creëren van professionele ruimte. Hiermee wordt een eigen professionele identiteit ontwikkeld, waarmee de startende leerkracht ook na de opleiding zelfstandig lerend kan blijven. Pijler De student is een professionele leerkracht. c. Identiteit De student kan zijn persoonlijke professionele ontwikkeling duiden, weet waar hij voor staat (visie) en kan dit verwoorden naar anderen. d. Eigen wijze keuzes De student kan op basis van verworven kennis, inzichten en ervaringen (eigen wijze) keuzes maken in zijn beroepspraktijk en onderbouwen en verantwoorden naar anderen. e. Professionele ruimte creëren De student heeft een onderzoekende houding, stuurt zijn eigen ontwikkeling, voelt de noodzaak om zichzelf te blijven professionaliseren en zoekt verbinding en samenwerking met collega s en externen. 5.1 Leerdoelen- Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van de reeks? Je kunt de verworven kennis en vaardigheden aan specifieke onderdelen van de competentiematrix koppelen. Je kunt reflecteren op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden. Je kunt eigen handelen in de studie of praktijk beschrijven aan de hand van de reflectiecyclus van Korthagen. Je kunt gerichte feedback op eigen handelen vragen aan andere deelnemers van de leergemeenschap (docenten, medestudenten). Je kunt aan de hand van eigen leerstijl concrete leer- en ontwikkelingsdoelen voor zichzelf formuleren voor studie en stage Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 28

29 Bijeenkomsten 1. Verwachtingen blok 2 en feedback zelfevaluatie We kijken terug op blok 1 en bekijken wat er in dit blok in studie en stage van je wordt verwacht en hoe het blok PPO wordt afgerond. In de bijeenkomst geef je elkaar feedback op een uitgeschreven onderdeel voor je zelfevaluatie (1.1) We bespreken hoe je tot persoonlijke leerdoelen komt en hoe je die SMART uitwerkt. 2. Reflectie op je eigen ontwikkeling Jouw activiteiten vooraf: Je bestudeert Studiewijzer 1.2. Je neemt een uitgeschreven onderdeel van je zelfevaluatie mee (aangeboden in les 6 blok 1). Neem een videofragment mee waarop je les aan het geven bent. In de bijeenkomst bespreken hoe reflectie jou helpt in de eigen persoonlijke professionele ontwikkeling. Het reflectiemodel van Korthagen wordt uitgelegd. Dit model kun je gebruiken om cyclisch te reflecteren. Aan de hand van eigen videofragmenten gaan we dieper in op het reflectiemodel van Korthagen. 3. Stage-ervaringen We bekijken enkele voorbeelden van een cyclisch leerproces, naar aanleiding van jullie stage-ervaringen. Je oefent met het reflectiemodel van Korthagen aan de hand van een casus uit de eigen stagepraktijk. 4. Stage-ervaringen: delen good practices We beginnen de bijeenkomst met een good practice. We presenteren deze aan elkaar door middel van een werkvorm. Je neemt een casus mee uit de stage die aansluit bij de organisatorische competentie. Neem een casus (activiteit, videofragment, voorbeeld) mee uit de stage waar jij trots op bent. Op basis van de competentiematrix neem je twee sterke punten mee naar de bijeenkomst en twee ontwikkelpunten. Sterke punten en ontwikkelpunten worden vertaald naar kansen en bedreigingen. 5. Functioneringsgesprek individueel Je loopt al bijna een halfjaar stage. Je bent al verschillende vraagstukken en dilemma s in de stageklas tegen gekomen. In de laatste twee bijeenkomsten stel je jezelf een vraag, bijvoorbeeld: Hoe verzorg ik een soepele lesovergang? Ik wil vijf coöperatieve werkvormen kennen. Ik wil 3 manieren uitzoeken om de klas stil te krijgen. Ik wil het tijdschrift JSW leren kennen. In deze twee weken ga je naar de bibliotheek, om jouw vraag te beantwoorden. In blok 3 presenteer je tijdens PPO jouw bevindingen. Ook starten we in deze week met de functioneringsgesprekken. 6. Functioneringsgesprek individueel Je loopt al bijna een halfjaar stage. Je bent al verschillende vraagstukken en dilemma s in de stageklas tegen gekomen. In de laatste twee bijeenkomsten stel je jezelf een vraag, bijvoorbeeld: Hoe verzorg ik een soepele lesovergang? Ik wil vijf coöperatieve werkvormen kennen. Ik wil 3 manieren uitzoeken om de klas stil te krijgen. Ik wil het tijdschrift JSW leren kennen. In deze twee weken ga je naar de bibliotheek, om jouw vraag te beantwoorden. In blok 3 presenteer je tijdens PPO jouw bevindingen. Voor de voorbereiding op het functioneringsgesprek zie de aanwijzingen onder Toetsing. Denk na over iets dat je graag wilt weten of kunnen. Voor de voorbereiding op het functioneringsgesprek zie de aanwijzingen onder Toetsing Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 29

30 5.3 Toetsing Aan het einde van semester 1 voer je een functioneringsgesprek aan de hand van het portfolio. Je hebt voorafgaand aan het gesprek het portfolio geactualiseerd met de (ten minste voldoende beoordeelde) beroeps- en vakopdrachten en praktijkbeoordelingen. In het functioneringsgesprek laat je zien dat je het geleerde van het afgelopen semester kunt koppelen aan de competentiematrix "Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)". De kerndocent geeft een beoordeling van het functioneringsgesprek aan de hand van het beoordelingsformulier. Actieve deelname aan de studie, waaronder aanwezigheid in de colleges, kan nadrukkelijk aan de orde komen tijdens het gesprek. De beoordelingscriteria zijn uitgewerkt in een beoordelingsformulier dat beschikbaar is via de studiewijzer. De beoordelingscriteria sluiten aan op de leerdoelen. De mondelinge toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien alle vastgestelde criteria als voldoende zijn beoordeeld. De toets differentieert naar hogere cijfers op basis van de mate waarin de prestaties op de verschillende criteria als goed worden beoordeeld Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 30

31 HOOFDSTUK 6. Praktische informatie INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit blok zoals de kalender, de gebruikte literatuur en internetsites, de overgangsnorm, het minimum taalniveau dat we hanteren, enzovoort. Opzet blok 2 Hieronder zie je in schema hoe dit blok verloopt: in de bovenste rij de weken van het blok, de rij eronder de kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of stageactiviteiten. BLOK /11 21/11 28/11 05/12 12/12 19/12 09/01 16/01 23/01 30/01 PROJECTWEEK STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht Herkans blok 1 TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoetsen Funct.gesprek Belangrijke internetsites Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas. Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken. Informatie van het stagebureau voor externen. Bekijk hier jouw studievoortgang. Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-) informatie. Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren. Belangrijke documenten (te downloaden via DLWO): Competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Praktijkgids Boekenlijst Een overzicht van de verplichte literatuur voor het eerste studiejaar vind je op deze website: Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 31

32 Taalniveau Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel van het taalaspect schrijven ). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze Studiewijzer. Bij teveel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 32

33 BIJLAGE 1. I Beoordelingsformulier Beroepsopdracht 1.2 Beeld van een kind Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Cijfer: Datum beoordeling: Kerndocent: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O 2. De student verwijst naar ten minste twee verschillende bronnen en doet dit volgens de APA-standaarden. O O 3. Het product voldoet aan een passende indeling en opmaak, zie DLWO Beroepsopdracht 1.2 Opbouw O O 4. Het kindportret is gepresenteerd aan de groep. O O B. Inhoudelijke criteria Onv. 0 punten Bijna voldoende 1 punt Voldoende 2 punten Goed 3 punten 1. Beschrijving beginsituatie: leeftijd/groep/ omgevingsfactoren 2. De student heeft zich verdiept in minimaal 2 theoretische bronnen 3. De verantwoording van de keuze voor het ontwikkelingsgebied is beschreven 4. Onderzoeksmethoden zijn beschreven en verantwoord 5. Het praktijkonderzoek: beeld van een kind Waarnemen De exacte kalenderleeftijd is weergegeven. Korte beschrijving van de groepskenmerken. De leef- belangstellings- en belevingswereld van het kind zijn beschreven. De student heeft voor de uitvoering van de beroepsopdracht relevante theorie geselecteerd en bestudeerd. De student weet bij de analyse van het gekozen ontwikkelingsgebied een koppeling te maken tussen theorie en praktijk. Er is een heldere, onderbouwde verantwoording aan het product toegevoegd. De onderzoeksmethoden zijn kort beschreven: documentanalyse, soort interview en type observatie(s). De student licht de wijze en momenten van dataverzameling toe. Het kind is aantoonbaar 6 weken gevolgd vanuit de twee deelterreinen. De beginsituatie is onderbouwd in kaart gebracht. De student heeft ten minste 1 interview gehouden met de mentor, de schoolgids is bestudeerd evenals het LVS, er zijn observaties uitgevoerd, gesprekken met het kind gevoerd en ev. met de ouders Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 33

34 De student geeft in het product een objectieve weergave van de resultaten van het onderzoek. De onderzoeksdata zijn als bijlage toegevoegd. 6. Wegen en begrijpen Het beeld van het kind is beschreven, hierin maakt de student een analyse van alle onderzoeksgegevens. Er wordt een conclusie getrokken m.b.t. het ontwikkelingsgebied. 7. Plannen Er zijn minimaal 3 aanbevelingen beschreven op het gebied van het ontwikkelingsgebied. Het beeld van het kind is duidelijk. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en/of kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. C. Eindbeoordeling / cijfer Beoordeling Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = 9 20 O Goed = O Ruim voldoende = O Voldoende = O Onvoldoende = 5 <12 1 onderdeel onder A of B is onvoldoende O Onvoldoende = 4 <10 2 of meer onderdelen onder A of B zijn onvoldoende D. Aanvullende feedback en opmerkingen kerndocent Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 34

35 BIJLAGE 2. Beoordelingsformulier Vakopdracht Nederlands 1.2 DT Pabo HvA Klas: Cursusjaar: Onderwerp: leesklimaat stageklas & leesportretten Naam beoordelaar: A. Voorwaardelijke eisen Ja Nee 1. De tekst in het verslag voldoet aan de taalnorm van de HvA (niveau B2). O O 2. Het verslag voldoet aan de algemene eisen uit de opdracht (maximaal 17 p.; 8 onderscheiden onderdelen). O O 3. De inleiding voldoet aan de eisen specifiek (zie opdracht). O O 4. De beschrijving van het leesklimaat telt 8 paragrafen, aangeduid met kopjes (zie eisen specifiek). O O 5. Ieder leesportret telt 6 paragrafen, aangeduid met kopjes (zie eisen specifiek). O O 6. De bronnenlijst voldoet aan de APA-normen en bevat behalve geraadpleegde literatuur ook de gebruikte kinderboeken. O O 7. De zes voorgeschreven bijlagen zijn opgenomen (zie eisen specifiek). O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten) Niet helemaal (1 punt) Voldoende (2 punten) Goed (3 punten) De student geeft aan de hand van observaties en een interview met de mentor een helder, kritisch beeld van het leesklimaat in de stageklas. Dit criterium telt dubbel. De student beschrijft aan de hand van observaties en interviews het leesgedrag en de -motivatie van drie kinderen uit de stageklas. Uit de beschrijving blijkt dat de student over voldoende kennis en informatie beschikt om een adequaat en kritisch beeld van het leesklimaat in de stageklas te schetsen. Uit de portretten blijkt dat de student over voldoende kennis beschikt om de informatie over drie kinderen aangaande hun leesgedrag en leesmotivatie, gedetailleerd en adequaat weer te geven. De student beschrijft aan de hand van observaties en analyses de leesprestaties van drie kinderen uit de stageklas. Uit de portretten blijkt dat de student over voldoende kennis beschikt om de informatie over de vorderingen en prestaties van drie kinderen aangaande hun technisch lezen en tekstbegrip gedetailleerd en adequaat weer te geven. De student noemt voor elke geportretteerde leerling ten minste een vervolgactiviteit waarmee de leesvaardigheid of -motivatie gestimuleerd kan worden of verder geoptimaliseerd. De student geeft deskundige aanwijzingen over de wijze waarop het leesgedrag en/of de leesprestaties van de kinderen verbeterd en geoptimaliseerd kunnen worden. De student evalueert het proces van onderzoek en waardeert zijn resultaten. De student evalueert zijn wijze van onderzoek, trekt conclusies uit het leesgedrag en de leesprestaties van de kinderen en geeft aan waar de resultaten van zijn onderzoekingen alsmede de conclusies daarvan betekenen voor zijn professioneel handelen Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 35

36 C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Waardering Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = O Goed = O Ruim voldoende = O Voldoende = 6 11 O Onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 36

37 BIJLAGE 3. Beoordelingsformulier Vakopdracht Gezond en redzaam gedrag 1.2 DT Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Kerndocent: Cijfer: Datum beoordeling: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee Het verslag voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. 0 0 De student verwijst naar ten minste drie verschillende bronnen en doet dit volgens de APA-standaarden. 0 0 Het visiestuk is maximaal 2000 woorden. 0 0 Het visiestuk is voor de deadline ingeleverd op DLWO. 0 0 B. Inhoudelijke criteria 1. De student beschrijft zijn visie op de pedagogische functie van de school. 2. De student beschrijft zijn visie op de rol van de leerkracht binnen de pedagogische functie en hoe hij/zij moeilijke onderwerpen bespreekbaar kan maken. Onv. Voldoende Goed - de student beschrijft zijn visie op de pedagogische functie van de school. - de beschrijving wordt onderbouwd met argumenten op basis van relevante literatuur en eventuele praktijkervaring. - de student beschrijft de rol van de leerkracht binnen de pedagogische functie van de school - de student onderbouwt waarom deze rol/houding van de leerkracht in zijn ogen belangrijk is. - de student beschrijft hoe hij als leerkracht zou omgaan met moeilijke onderwerpen in de klas. + de student maakt in zijn onderbouwing verbindingen tussen de verschillende bronnen. + de student verwerkt de invloed van besluiten en beleid op macro niveau op zijn eigen visie en wat zijn kijk op deze besluiten zijn. + uit de visie blijkt dat de student zich bewust is van de invloed van eigen normen en waarden en overtuigingen op zijn visie en handelen in de klas. + de student beschrijft expliciet hoe hij het gesprek met leerlingen zou aangaan. + de student maakt een verbinding tussen zijn handelen en theorie. 3. De student beschrijft zijn aanbod in de klas op het gebied van relationele en seksuele vorming. 3. De student beschrijft hoe hij in de klas voor een positief pedagogisch klimaat waarin pesten voorkomen wordt. - de student maakt een verbinding tussen zijn aanbod en de seksuele ontwikkeling van kinderen (Zwiep, 2012) - de student onderbouwt waarom hij dit op deze manier zou doen. - In deze beschrijving is de visie van de student te herkennen. OF - de student beschrijft hoe hij als leerkracht zou zorgen voor een positief pedagogische klimaat in de klas en beargumenteert waarom hij dit op deze manier doet. - de student beschrijft op basis van Goossens & Vermande (2012) welke interventies hij zou inzetten als hij merkt dat er gepest wordt in zijn klas en beschrijft waarom hij dat op deze manier doet. + de student heeft naast de literatuur van Zwiep (2012) ook andere bronnen gezocht die de keuze van zijn aanbod ondersteunen. + in de beschrijving heeft de student op basis van relevante bronnen onderbouwt hoe hij gaat inspelen op de diversiteit van de klas. + de student onderbouwt vanuit zijn visie waarom hij bepaalde keuzes maakt in zijn aanbod. + de student maakt in zijn onderbouwing expliciet de koppeling naar het effectonderzoek van Goossens & Vermande (2012). + de student onderbouwt hoe hij de theorie van het groepsproces bij pesten gebruikt bij de interventies. + in de beschrijving lopen onderwerpen logisch in elkaar over Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 37

38 C. Eindbeoordeling / cijfer O Uitmuntend = 10 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en alle onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld en er is in de visie sprake van originaliteit en eigenheid van de student. O Zeer goed = 9 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en alle onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld. O Goed = 8 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en twee onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld. O Ruim voldoende = 7 Aan alle onder A. genoemde algemene onderdelen is voldaan en één onder B. genoemde onderdelen zijn tenminste als goed beoordeeld. O Voldoende = 6 Aan één onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is niet voldoen of aan één onder B genoemde onderdelen is als onvoldoende beoordeeld. O Onvoldoende = 5 Aan de onderdelen onder A en B is niet volledig voldaan. O Onvoldoende = 4 Aan twee onder B genoemde onderdelen zijn als onvoldoende beoordeeld. O Onvoldoende = 3 Aan alle onder B genoemde onderdelen zijn als onvoldoende beoordeeld. O Onvoldoende = 2 Aan alle onder B genoemde onderdelen zijn als onvoldoende beoordeeld en het taalgebruik is zeer zwak. O Onvoldoende = 1 Er is sprake van plagiaat. D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 38

39 BIJLAGE 4. Beoordelingsformulier Vakopdracht KO 1.3 DT Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Cijfer: Beoordelende docent: Datum beoordeling: Kerndocent: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft lesopdrachten uitgevoerd en foto s hiervan toegevoegd. Hij heeft drie beeldende producten (OB, MB, BB) verzameld en beschreven vanuit de beeldende ontwikkelingsfase. Hij heeft een les beeldende vorming O O voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd, zo ook voorzien van twee kinderprodukten. 2. De student verwijst naar de verschillende bronnen en doet dit volgens de APA-standaarden. O O 3. Het verslag voldoet aan de taalnorm van de pabo HvA. O O B. Inhoudelijke criteria De student kan het beeldende werk vanuit de lesopdrachten en de criteria vervaardigen Helemaal niet Niet helemaal Voldoende Goed Alle opdrachten zijn gedaan en af. Ze zijn uitgevoerd volgens criteria per opdracht. De student kan representatief beeldend kinderwerk verzamelen vanuit de theorie m.b.t. fases van beeldende ontwikkeling (drie stuks: OB MB en BB) De student kan een lesontwerp voor een beeldende les ontwerpen, uitvoeren en evalueren waarbij twee producten van leerlingen getoond worden. Het beeldend kinderwerk is voldoende representatief voor de betreffende beeldende ontwikkelingsfase en in voldoende mate geanalyseerd en beschreven. Het lesontwerp is uitgevoerd volgens het MVB model, bestaat uit drie lesfases inleidingkern en slot (oftewel oriëntatie- uitvoering en nabeschouwing) en is voorzien van passend beeldend kinderwerk en geëvalueerd op voldoende wijze. C. Eindbeoordeling / cijfer O Uitmuntend = 10 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en alle onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld. O Zeer goed = 9 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en drie onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld. O Goed = 8 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan en twee onder B. genoemde onderdelen zijn als goed beoordeeld. O Ruim voldoende = 7 Aan alle onder A. genoemde algemene onderdelen is voldaan en één onder B. genoemde onderdelen zijn tenminste als goed beoordeeld. O Voldoende = 6 Aan alle onder A. genoemde voorwaardelijke onderdelen is voldaan drie onder B. genoemde onderdelen zijn als voldoende beoordeeld. O Onvoldoende = 5 Aan de onderdelen onder A en B is niet volledig voldaan Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 39

40 D. Aanvullende feedback en opmerkingen beoordelende docent Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 40

41 BIJLAGE 5. Beoordelingsformulier PPO 1.2 functioneringsgesprek Pabo HvA Student: Studentnummer: Klas: Docent: Cijfer: Datum beoordeling: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft uiterlijk maandag 8.30 uur voorafgaand aan het gesprek het portfolio geactualiseerd. O O 2. De student heeft een zelfevaluatie en leerdoelen beschreven en het verslag voldoet aan de taalnorm. O O 3. Het verslag voldoet aan de APA-richtlijnen. O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten) Niet helemaal (1 punten) Voldoende (2 punten) Goed (3 punten) 4.De student duidt de eigen ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs aan de hand van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). 5.De student reflecteert op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden 6.De student beschrijft eigen handelen in een dilemma in de studie of praktijk aan de hand van de reflectiecyclus. De student kan in een dilemma verschillende perspectieven vanuit de reflectiecyclus herkennen 7.De student wil onderdeel zijn van een leergemeenschap en vraagt gericht feedback aan anderen op een casus uit de eigen praktijk 8. De student kan aan de hand van eigen leerstijl ontwikkelpunten beschrijven De student kan wat hij leert op de opleiding en in de praktijk met elkaar in verband brengen en linken aan de competenties zoals beschreven in de competentiematrix. De student geeft aan op de competentiematrix waar hij zelf denkt te staan in zijn professionele ontwikkeling en hij onderbouwt dit met voorbeelden in zijn zelfevaluatie. De student beschrijft het effect van een eigen opvatting, overtuiging, waarde, norm (behorende bij één deelcompetentie) op het eigen handelen als leerkracht. De student beschrijft of toont een dilemma uit zijn praktijk. De student verantwoordt de gemaakte keuzes. De student maakt een aanzet om de stappen van Korthagen te gebruiken in de reflectie. De student kan toelichten wat zijn rol is in een leergemeenschap en kan een voorbeeld geven hoe het vragen van feedback geresulteerd heeft in een versterking van zijn leerkrachthandelen. De student kijkt terug op zijn ontwikkeling van afgelopen semester, zowel op het gebied van praktijk als op het geleerde in de opleiding (lessen, vakopdrachten, beroepsopdracht). De student kan op basis van zijn reflectie op studie, stage en competenties aangeven wat zijn sterke punten ontwikkelpunten zijn Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 41

42 De student stelt op basis van zijn ontwikkeling concrete leerdoelen op. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = 9 14 O Goed = O Ruim voldoende = 7 11 O Voldoende = 6 10 O Onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 42

43 BIJLAGE 6. De taalnorm van Pabo HvA Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 43

44 Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF pagina 44

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 1.1 2016-2017 Studiewijzer VT 1.1 DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2015 Pagina 1 Inhoud BLOK 1.1 KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS...

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2015-2016 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Lesgeven over Amsterdam

Lesgeven over Amsterdam Lesgeven over Amsterdam Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.2 2018-2019 2018-2019 Studiewijzer VT 1.2 - DEFINITIEVE VERSIE 24-09-2018 - pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 1.2 KEN DE OMGEVING! - LESGEVEN OVER AMSTERDAM...

Nadere informatie

Studiewijzer Pabo Deeltijd

Studiewijzer Pabo Deeltijd Studiewijzer Pabo Deeltijd Semester 1 2017-2018 Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 28-09-2017 Pagina 1 Inhoud SEMESTER 1 KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS... 3 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN

Nadere informatie

Studiewijzer Pabo Deeltijd 1

Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 Semester 1 2018-2019 Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 17-07-2018 Pagina 1 Inhoud SEMESTER 1 KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS... 3 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2019-2020 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2017-2018 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 Eerste semester (blok 1.1 en blok 1.2) 2019-2020 Inhoudsopgave SEMESTER 1 Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs... 3 Hoe ziet

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2018-2019 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Periode 1.1 2012-2013 1 Inhoud DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 HET ONDERWIJSPROGRAMMA

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2016-2017 2016-2017 - Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 19-01-2017 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Leren door te spelen Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.3 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE 26-01-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.3 HET JONGE KIND - LEREN DOOR TE SPELEN...3 HOE

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Leren door te spelen Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.3 2018-2019 2018-2019 - Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 pagina 1 INHOUD BLOK 1.3 HET JONGE KIND - LEREN DOOR TE SPELEN...3 HOE VER

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 01-02-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Cursusdoelen 1. De student heeft kennis van getalfuncties, inzicht in de telrij, (structuur van) getallen en getalrelaties

Nadere informatie

Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen?

Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen? Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen? Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.1 2015-2016 [Type here] Inhoud BLOK 2.1 LEREN DOOR SPELEN. WAT IS GOED ONDERWIJS AAN JONGE KINDEREN?...3 HOE

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Pedagogiek 1: Grondslagen pedagogiek en oriëntatie op didactiek jonge kind

Pedagogiek 1: Grondslagen pedagogiek en oriëntatie op didactiek jonge kind Stageactiviteiten Jaar 1 Voor alle activiteiten geldt: Je bereidt je voor op de activiteiten door: Vooraf bij je mentor te informeren wat de beginsituatie van de groep is. Welke activiteiten kennen ze

Nadere informatie

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2019-2020 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET JONGE KIND...3

Nadere informatie

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Onderwijs en Opvoeding MODULEHANDLEIDING Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden Fase Hoofdfase, jaar 2 Leerroute Voltijd en deeltijd Schrijver(s)/docenten Ilona de Milliano, Catherine van Beuningen,

Nadere informatie

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.4 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 1.4 - DEFINITIEVE VERSIE 25-04-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.4 BASISONDERWIJS IN NEDERLAND,

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2015-2016 Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2015 Pagina 1 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL! LEREN

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2018-2019 2018-2018 Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN: KINDEREN

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2019-2020 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP OUDERE KIND...3 HOE

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Leerplanschema Minor Psychologie

Leerplanschema Minor Psychologie Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Stappenplan Ontdekken van de Wereld

Stappenplan Ontdekken van de Wereld Stappenplan 2.1.2 Ontdekken van de Wereld In dit document lees je wat het beroepsproduct bij de onderwijseenheid Ontdekken van de Wereld inhoudt en volgens welke stappen je er aan kunt werken. Inleiding

Nadere informatie

KPB Observeren en differentiëren

KPB Observeren en differentiëren 2014-2015 Cursuscode: Cohort 2012: LGWKOD40P2 Cohort 2013: LGWKOD40P2 Cohort 2014: LGWKOD40P2 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Werken aan competenties 3 Praktijkopdracht observeren en differentiëren 3 Bijlage

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Mentor Datum Groep Aantal lln Vak- vormingsgebied: beeldende

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

Opdrachten bij hoofdstuk 1

Opdrachten bij hoofdstuk 1 Opdrachten bij hoofdstuk 1 1.1 Het portfolio op jouw opleiding Ga na met welke portfolio s er binnen jouw pabo gewerkt wordt. Probeer in handboeken en studiegidsen van je opleiding omschrijvingen van het

Nadere informatie

Modulekaart 2 Leraar Basisonderwijs

Modulekaart 2 Leraar Basisonderwijs Modulekaart 2 Leraar Basisonderwijs Deze module beschrijft drie leeruitkomsten van elk 10 studiepunten (European Credits). Waar gaat deze module over? Deze module gaat over jouw vermogen om éénvoudige

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Diversiteit: Contact en communicatie Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.2 2016-2017 2016-2017 Studiewijzer VT 2.2 - DEFINITIEVE VERSIE 01-11-2016 - pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 2.2 DIVERSITEIT: CONTACT EN

Nadere informatie

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen: Verplichte stage opdrachten P-fase semester 1 C-GES 1 Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen: Gebruikt de mentor materiaal en/ of een methode? Welke beeldvormers

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013 Bijeenkomst 10: ontwikkeling Bijeenkomst 9 Terugblik Cognitieve ontwikkeling: Vermunt leerstijlen Probleem oplossen Lereniseenmakkie.nl Bijeenkomst 9 opdrachten

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Interpersoonlijk competent

Interpersoonlijk competent Inhoudsopgave Inhoudsopgave...0 Inleiding...1 Interpersoonlijk competent...2 Pedagogisch competent...3 Vakinhoudelijk & didactisch competent...4 Organisatorisch competent...5 Competent in samenwerken met

Nadere informatie

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels : PABFMT14X : Pabo : Gecijferdheid 7, Factoren, Machten en Talstelsels : [vertaling via BB] Studiepunten : 1 Categorie Cursusbeheerder

Nadere informatie

Leren door spelen. Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind. Blok 2.2. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Leren door spelen. Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind. Blok 2.2. Studiewijzer Pabo Deeltijd Leren door spelen Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.2 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer DT 2.2 DEFINITIEF 09-11-2017 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.2 LEREN DOOR

Nadere informatie

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Diversiteit: Contact en communicatie Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.2 2017 2018 2017-2018 Studiewijzer VT 2.2 - DEFINITIEVE VERSIE 09-11-2017- pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 2.2 DIVERSITEIT: CONTACT EN

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.4 2018-2019 2018-2019 - Studiewijzer VT 1.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.4 BASISONDERWIJS IN NEDERLAND,

Nadere informatie

Educatief arrangeren rond LOB

Educatief arrangeren rond LOB Educatief arrangeren rond LOB Vorige week Contact met de docent deze week NAW-gegevens via CF Afspraken met begeleider Maken van het Werkplan Voorbereiden van het interview Vragen naar aanleiding van vorig

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER LESBESCHRIJVINGSFORMULIER Beroepstaak 1 Omgaan met kinderen in een leersituatie Stageschool Plaats Stagementor Stagegroep Aantal kinderen Gegevens Stageschool Datum Naam student Groep Vakgebied Gegevens

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2018-2019 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP OUDERE KIND...3 HOE

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

De wereld verkennen: kinderen leren verschillend

De wereld verkennen: kinderen leren verschillend De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.4 2018 2019 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.4 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken in het basisonderwijs

Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken in het basisonderwijs Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken in het basisonderwijs 2 Inleiding Beweging, sociale omgang en kunstzinnig werken zijn naast het onderwijs in taal en rekenen belangrijk in het lesaanbod.

Nadere informatie

Studiehandleiding beeldende vorming 2

Studiehandleiding beeldende vorming 2 Universitaire Pabo van Amsterdam www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding beeldende vorming 2 70720212LY Docent Ineke Schaveling April 2014 Inleiding Deze module is een vervolg op Beeldende Vorming 1.

Nadere informatie

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren

Startbijeenkomst ptaak jaar 2. Ontwerpen en innoveren Startbijeenkomst ptaak jaar 2 Ontwerpen en innoveren Wat is het doel? Hoe gaan we dat doel bereiken? Met extra aandacht voor Ontwerponderzoek Dataverzamelingsmethoden Interviewen Toetsen van leereffect

Nadere informatie

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Wanneer je werkt vanuit leerlijnen, is de methode slechts een van de bronnen waarmee leerlingen zich de leerstof eigen maken. Ilse Gmelig 8 februari 2018 Leerdoelen

Nadere informatie

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK

TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK TWEEDETAALVERWERVING EN NT2-DIDACTIEK AZC Dronten 2016-2017 Bijeenkomst 1 Lies.Alons@itta.uva.nl 1 ONDERWERPEN Scholing 2016-2017 De context van tweedetaalverwerving Didactiek in de NT2-les De praktijkopdracht

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s)

DIRECTE INSTRUCTIE. Versie Tentamen. Proeve (RU) Competentie(s) LWT DIRECTE INSTRUCTIE Tentamen Fase 1 RU Opleidingsbekwaam Hoofdfase HAN LIO-bekwaam Proeve (RU) Competentie(s) Standaardles 1. Interpersoonlijk competent 2. Pedagogisch competent 3. Vakinhoudelijk en

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

Sterkte-Zwakte Analyse

Sterkte-Zwakte Analyse Sterkte-Zwakte Analyse Naam en klas student: Dirkje Martens PEH16DA Stagegroep: Groep 5 en 6. Naam SLB: Frank Verwater Datum: februari 2017 t/m april 2017 Naam Werkplekbegeleider: Stageschool: BVO Handvaardigheid

Nadere informatie

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren.

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren. Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren. Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2019-2020 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL! LEREN EN ONTWIKKELEN STIMULEREN... 3 HOE VER BEN JE MET DE

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Zelfstandig werken Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen. Visie Leerlinggericht: gericht op de mogelijkheden van

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012 Bijeenkomst 11: ontwikkeling Terugblik bijeenkomst 10 Presentatie ontwikkelingsgebieden Indeling ontwikkelingsgebieden Casus: stel je probleemverklaring op. Bijeenkomst

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom

Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom Toetsen en evalueren in het rekenonderwijs op de basisschool? Miniconferentie,26 maart 2013 Wilmad Kuiper Anneke Noteboom Inhoud Toetsen en evalueren Rekenonderwijs anno 2013 Evaluatiemiddelen binnen rekenonderwijs

Nadere informatie

SWINXS BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

SWINXS BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het? BESCHRIJVING SWINXS Wat is het? De Swinxs is een game console die zowel binnen- als buiten gebruikt kan worden voor actieve spellen. De Swinxs stuurt het spel aan met behulp van spraak. De console praat,

Nadere informatie

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting.

Kennis en opleiding: - onderwijsbevoegdheid - ervaring met NT2 onderwijs is een pre, maar geen verplichting. Profielbeschrijving. Het onderwijs aan nieuwkomers vraagt een specifiek profiel. Daarom vragen wij van je: - een afgeronde Pabo-opleiding met minimaal 3 jaar werkervaring - affiniteit met het werken met

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2017-2018 1 Inhoud BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET OUDERE KIND...

Nadere informatie

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2017-2018 2017-2018 Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE 25-08-2017 pagina 1 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL!

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Doordacht lesgeven bij sterk rekenonderwijs

Doordacht lesgeven bij sterk rekenonderwijs PLG Interne begeleiders 26 november 2009 Berber Klein & Henk Logtenberg Doordacht lesgeven bij sterk rekenonderwijs PLG Rekenspecialisten De AGENDA 1. Ervaringen uitwisselen Gebruik maken van elkaars ervaringen

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

De kunst van het lesgeven

De kunst van het lesgeven De kunst van het lesgeven Cursus voor schoolleiders en (intern) begeleiders te essentiële kwaliteitsaspecten te leren van een goed instructiegedrag, goed klassenmanagement en een goede pedagogische relatie.

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO

Begeleidingsplan. Hogeschool IPABO Begeleidingsplan Hogeschool IPABO Versie september 2010 1. Inleiding Het handelingsgericht werken ín de groep, zorgt er voor dat zoveel mogelijk kinderen profiteren van het onderwijsaanbod. Deze werkvorm

Nadere informatie

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum:

Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum: Tussen-Feedbackformulier minor cultuureducatie 2016-2017 (week 5 en 9 op onderdelen die in portfolio getoetst worden) Datum: 26-5-2017 Naam: Ingevuld door Britt Vereijken voor Danique van Hassel. Gericht

Nadere informatie

Mentor Datum Groep Aantal lln. Helma Goudsmits a 32

Mentor Datum Groep Aantal lln. Helma Goudsmits a 32 Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder Student(e) Klas Stageschool Plaats Dilia Couwenberg P14EhvADT t Startblok Eindhoven Vak-

Nadere informatie

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY) Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Dit document is bedoeld om de opleidingsexaminatoren te informeren over de achtergronden van het LIObekwaamheidsgesprek. Ingegaan wordt

Nadere informatie

Verantwoording gebruik leerlijnen

Verantwoording gebruik leerlijnen Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden

Nadere informatie

Cursus. Didactiek en motiveren van leerlingen

Cursus. Didactiek en motiveren van leerlingen Cursus Didactiek en motiveren van leerlingen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Annemieke Loos Inhoudelijke redactie: Floortje Vissers Titel: Didactiek

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.2 2017-2018 INHOUDSOPGAVE BLOK 3.2 SAMENWERKEN MET OUDERS EN DESKUNDIGEN

Nadere informatie

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1 Voorlezen en vertellen Pabo 1 149 150 Voorlezen en vertellen - Pabo 1 1. (Interactief) voorlezen Waar gaat het over? 'Ik heb het wel in jouw stem gehoord' is de titel van een boek van Helma van Lierop

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Portfolio ~ POP ~ PAP BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties

Nadere informatie

Domein: Oriëntatie op jezelf en de wereld, Wetenschap en techniek: Natuurkunde. Verantwoording

Domein: Oriëntatie op jezelf en de wereld, Wetenschap en techniek: Natuurkunde. Verantwoording Domein: Oriëntatie op jezelf en de wereld, Wetenschap en techniek: Natuurkunde Verantwoording Wetenschap en techniek draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwsgierigheid, creativiteit en kritisch analytisch

Nadere informatie

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN

STUDIEWIJZER. Opleiding tot leraar in de 2 de graad. Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN STUDIEWIJZER Opleiding tot leraar in de 2 de graad Onderwijseenheid ORIËNTATIE OP LESGEVEN ONDERWIJSKUNDE 1A PERIODE 2 2015-2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. De OWE-beschrijving... 3 2. Inleiding...

Nadere informatie

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT

Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Good practice Werken met leeruitkomsten in de onderwijspedagogische leerlijn FLOT Annet Meinen & Rosan Bosma a.meinen@fontys.nl / r.bosma@fontys.nl FLOT-Focus, 2016-2021: De karaktervolle leraar. De afgelopen

Nadere informatie