Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren"

Transcriptie

1 Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Studiewijzer Pabo Voltijd Blok Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

2 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL! LEREN EN ONTWIKKELEN STIMULEREN... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN PABO HVA - EEN OVERZICHT VAN DEZE STUDIEWIJZER... 4 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK 2.1 VT... 5 HOOFDSTUK 1. THEMAONDERWIJS PEDAGOGIEK... 6 HOOFDSTUK 2. DE BEROEPSOPDRACHT LEER JE KLAS KENNEN!... 8 HOOFDSTUK 3. KENNIS EN VAARDIGHEDEN DE VAKCOLLEGES NEDERLANDS: MONDELINGE TAALONTWIKKELING EN WOORDENSCHATONTWIKKELING REKENEN EN WISKUNDE: BKVP: GETALLEN IN DE BOVENBOUW REKENEN EN WISKUNDE: GECIJFERDHEID MENS & WERELD: ONDERZOEKEN EN ONTWERPEN MENS & WERELD: LEVENSBESCHOUWELIJKE DIVERSITEIT BEWEGINGSONDERWIJS: LERENDE KINDEREN BINNEN BEWEGINGSONDERWIJS SCHOOLGEBONDEN LEERTAAK CULTUURPROJECT 1 VAN JAAR 2: CULTUUR EN HET KIND LOGOPEDIE: EIGEN STEM EN SPRAAK HOOFDSTUK 4. DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS HOOFDSTUK 5. PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING HOOFDSTUK 6. PRAKTISCHE INFORMATIE BIJLAGE 1. BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT 2.1 VT: LEER JE KLAS KENNEN! BIJLAGE 2. BEOORDELINGSFORMULIER VAKOPDRACHT BEWEGINGSONDERWIJS 2.1 VT BIJLAGE 3. ENKELE VOORBEELDVRAGEN HOREND BIJ THEMATOETS BIJLAGE 4. DE TAALNORM VAN PABO HVA Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 2

3 BLOK 2.1 Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren INLEIDING - Welkom in het tweede jaar! In jaar 1 heb je kennis op verschillende manieren met het Amsterdamse onderwijs gemaakt. In dit jaar ga je deze opgedane kennis en vaardigheden verbreden en verdiepen. Je hebt je eerste ervaringen opgedaan met het beroep van leerkracht basisonderwijs en ervaren wat het betekent om les te geven aan een groep kinderen. Dit blok ga je gerichter kijken naar jouw groep. In zo n Amsterdamse klas zit een gemêleerd publiek. Kinderen verschillen wat betreft sociale en culturele achtergrond, interesses en belevingswereld, leerstijl en ontwikkeling, temperament en intelligentie. Ieder kind heeft talenten en ontwikkelt die op eigen wijze in interactie met zijn of haar omgeving. Je gaat je afvragen welke kinderen er in je groep zitten. Hoe leren die kinderen? Hoe ontwikkelen jonge kinderen zich? En erg belangrijk: welke invloed kun jij als leerkracht hebben op het leren van deze kinderen? Je leert gerichter naar de ontwikkeling van kinderen kijken en je leert verschillen tussen kinderen vaststellen tijdens het aanvankelijke leerproces. Daarnaast maak je kennis met verschillende didactische modellen voor het basisonderwijs en de relatie met verschillende onderwijsvisies. Er komt een eerste kennismaking met de onderwijs- en begeleidingsbehoeften van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen en je gaat kijken naar verschillende educatieve software en hoe je deze kunt inzetten in het onderwijs. Hoe ver ben je met de opleiding? Je hebt nu het eerste jaar afgerond en dus heb je een basis gelegd om een goede leerkracht basisonderwijs te worden. Je hebt je gefocust op de grootstedelijke omgeving van Amsterdam. Dit jaar zul je steeds meer gaan merken dat jij ook echt verschil kunt maken voor die Amsterdamse kinderen. We focussen dit blok op hoe jij het leren en ontwikkelen van kinderen zo effectief mogelijk kunt stimuleren. 1 Kennismaken met onderwijs en met de stad Amsterdam 1.1 Amsterdams onderwijs in beeld Kind in de grote stad / Leerkracht in de grote stad 1.2 Lesgeven over Amsterdam 1.3 Leren door te spelen! 1.4 Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Praktijk Bovenbouw Bovenbouw Onderbouw (accent groep 1 en 2) Onderbouw (accent groep 1 en 2) 2 Differentiatie in opvoeden en onderwijzen 2.1 Leren en ontwikkelen stimuleren 2.2 Diversiteit: contact en communicatie Kinderen leren op verschillende manieren 2.3 Leren in en met de groep 2.4 De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw 3 Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw 3.1 Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep, in onder- c.q. bovenbouw 3.2 Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Praktijk Bouw profilering leeftijdsgroep Bouw profilering leeftijdsgroep Minor 4 Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.1 Eigen (LiO)-groep: verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.2 (Eigen) onderwijs ontwikkelen en verantwoorden Voorbereiden overgang naar het werkveld 4.3 Voorbereiden overgang naar het werkveld 4.4 Voorbereiden overgang naar het werkveld Praktijk LIO-1 LIO-1 LIO-2 LIO Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 3

4 Het onderwijsprogramma van Pabo HvA - Een overzicht van deze studiewijzer Ieder lesblok wordt het onderwijs op de pabo verzorgd rondom een specifiek thema. Voor het komende blok is dat Leren en ontwikkelen stimuleren. Met deze studiewijzer geven we je graag een overzicht van wat je dit blok kunt verwachten. Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs, dat in het schema hieronder in het gele vak is aangegeven, bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en practica, waarvan de kennis halverwege het blok wordt getoetst in de thematoets (zie hoofdstuk 1 van deze studiewijzer). Daarnaast werk je het gehele blok aan een beroepsopdracht. Deze opdracht vormt de schakel tussen de kennis en vaardigheden die je tijdens de colleges opdoet (links in het schema), en de praktische toepassing van die kennis voor de klas ('Praktijk', rechts in het schema) - vandaar ook dat de beroepsopdracht in het schema in het midden is geplaatst. Het beroepsproduct dat je aan het eind van het blok oplevert, heeft altijd een directe verbinding met het werken in de klas en in de school (zie hoofdstuk 2). De vakinhoudelijke kennis en vaardigheden staan ook in het teken van het blokthema. Je volgt vakcolleges en je oefent je vaardigheden in de verschillende vakdomeinen. In hoofdstuk 3 zijn alle vakken die je dit blok gaat volgen beschreven, alsmede de literatuur die je ervoor nodig hebt, en alle andere relevante informatie. Natuurlijk loop je dit blok ook weer mee in de praktijk van het basisonderwijs, te weten in de onderbouw (bij voorkeur in groep 3 en 4). Hoewel alle informatie daarover in de praktijkgids vermeld staat (die is te downloaden via MIJNHVA) worden de belangrijkste zaken met betrekking tot de praktijk voor het komende blok ook in hoofdstuk 4 van deze studiewijzer nog even voor je op een rijtje gezet. Tijdens de persoonlijke professionele ontwikkeling (PPO, hoofdstuk 5 van deze studiewijzer) word je begeleid door je kerndocent. Deze ondersteunt je bij het uitvoeren van de beroepsopdracht, ziet toe op je studievoortgang en koppelt je stage-ervaringen aan de opleiding Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 4

5 Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 2.1 VT Hieronder vind je een samenvatting van het studieaanbod en de wijze van toetsen van blok 2.1. Uitgebreide informatie (bv. over de toetsstof en de omschrijving van de opdracht) vind je in deze studiewijzer bij het betreffende studieonderdeel. Let op: er worden ook in dit blok colleges gegeven voor andere vakken, zoals bijvoorbeeld Mens & Wereld en Kunstzinnige Oriëntatie. Deze worden echter getoetst in het volgende blok. BLOK 2.1 VT - STUDIEPROGRAMMA & TOETSING COLLEGES door Hoorcolleges Pedagogiek/themalijn Vakdocent PE /gastdocent Vakcolleges Nederlands Vakdocenten NE Vakcolleges Mens & Wereld Vakdocenten M&W Vakopdracht Bewegingsonderwijs Vakdocenten Bewo Begeleidingscolleges Werkcolleges Practica Beroepsopdracht Kerndocent Stage Opleider in de school of stagedocent stagementor TOETSING STP. TOETSVORM TOETSMOMENT HERKANSING Pedagogiek / Themalijn 2.1 (thematoets) Vaktoets NE 2.1 Vaktoets M&W 2.1 Bewegingsonderwijs 2.1 Beroepsopdracht 2.1 Praktijk 2.1 TOTAAL AANTAL STUDIEPUNTEN BLOK VT Meerkeuze 40 vragen Meerkeuze 40 vragen Meerkeuze 40 vragen Verslag (zie voor de specifieke eisen de opdracht in de studiewijzer). Beoordeling door andere vakdocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Verslag (zie voor de specifieke eisen de opdracht in de studiewijzer). Beoordeling door andere kerndocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Stagebeoordeling Beoordeling door opleider in de school of stagedocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Toetsweek 2 van blok 2.1 Datum 1 : Toetsweek 2 van blok 2.1 Datum: Toetsweek 2 van blok 2.1 Datum: Toetsweek 1 van blok 2.1 Datum: Toetsweek 1 van blok 2.1 Datum: Toetsweek 1 van blok 2.1 Datum: Blok 2.2: voor datum zie toetsschema op MIJNHVA Blok 2.2: voor datum zie toetsschema op MIJNHVA Blok 2.2: voor datum zie toetsschema op MIJNHVA Blok 2.2: voor inleverdatum zie toetsschema op MIJNHVA Blok 2.2: voor inleverdatum zie toetsschema op MIJNHVA Blok Zie voor de toetsdata het actuele toetsrooster en vul hier de datum zelf in Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 5

6 HOOFDSTUK 1. Themaonderwijs Pedagogiek SIS-code Pedagogiek/Themalijn 2.1 INLEIDING Je maakt dit blok kennis met verschillende didactische- en differentiatiemodellen voor het basisonderwijs. We bekijken het gebruik van leerlingvolgsystemen. Er is ruime aandacht voor leertheorieën, alsmede voor de werking van het (kinder)brein. 1.1 Leerdoelen Je kent een aantal didactische modellen en je kunt enkele consequenties van het gebruik van deze modellen voor zowel de organisatie als de didactiek noemen Je kunt toelichten welke vormen van differentiatie er zijn en wat differentiëren betekent voor de organisatie van leeractiviteiten. Je weet hoe je effectieve leeractiviteiten kunt organiseren in de praktijk. Je weet wat een leerlingvolgsysteem is en hoe het ingezet kan worden in het onderwijs. Je toont aan de verschillende leertheorieën (behaviorisme, handelingpsychologie, cognitieve psychologie en constructivisme) te kennen en te kunnen herkennen in de praktijk. Je bent op de hoogte van recente ontwikkelingen op het gebied van hersenonderzoek en weet de betekenis ervan aan te geven voor het leren van het oudere kind. 1.2 Het programma Bijeenkomsten Les 1: Effectieve organisatie van leeractiviteiten; differentiatie Jouw activiteiten vooraf We gaan in op de organisatie van leeractiviteiten. Een goede voorbereiding is cruciaal voor het ontwerpen van leeractiviteiten. Om je onderwijs goed af te stemmen op leerdoelen, voorkennis en behoeften van ál jouw leerlingen moet je kunnen differentiëren. Dat vraagt een goede voorbereiding en effectief klassenmanagement. Bakx, A., Ros, A. & Teune, P. (2012) Opbrengstgericht Onderwijs Ontwerpen. Hoofdstuk 6* Cyclisch onderwijs ontwerpen, hoofdstuk onbekend * Les 2: Didactische modellen We kijken naar verschillende didactische modellen. Vorig jaar heb je hiermee al kennis gemaakt. We gaan dit jaar dieper in op deze modellen. Het Activerende Directe Instructiemodel, maar ook het BHV model worden toegelicht. Bij welke lessen en waarom kan je deze modellen inzetten? Alkema et al. (2011). Meer dan onderwijs. Hoofdstuk 5.5, 5.7 Les 3: Leerlingvolgsystemen Als leerkracht wil je de ontwikkeling van jouw leerlingen volgen en evalueren. Voor het ene ontwikkelingsgebied is dat eenvoudiger dan voor het andere. Het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling is bijvoorbeeld lastiger dan het volgen van cognitieve ontwikkeling. Tijdens deze les gaan we in op het volgen en evalueren van het totale leerproces. Hoe kan je deze gegevens gebruiken om je lessen te organiseren? Les 4; Wat is leren en hoe leert een kind? Behaviorisme en Handelingspsychologie Wat is leren? In deze les komt het begrip leren aan de orde. Daarna maak je kennis met een aantal leertheorieën. Allereerst behandelen we het behaviorisme. Daarna bespreken we de handelingspsychologie met pedagogen zoals Vygotsky en Galperin. Alkema et al. (2011). Meer dan onderwijs. Hoofdstuk 6.5 Van der Veen & Van der Wal (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Hoofdstuk 1.1, 1.3, 3 en Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 6

7 Les 5: Hoe leert een kind? Cognitivisme en constructivisme In deze les komen de cognitieve psychologen Bruner en Ausubel aan de orde met hun betekenis voor het onderwijs. Het constructivisme met het betekenis verlenen aan informatie om tot nieuwe kennis te komen is een andere belangrijke leertheorie. We leggen een link met de basisschool: waar zie je elementen van deze theorieën terug? Je gaat aan de slag met opdrachten waarbij je zelf op verschillende manieren leert of je ziet hoe kinderen leren. Je gaat in gesprek over het stimuleren van verschillende manieren van leren in het onderwijs. Les 6: Wat is leren? Leerpsychologie In dit college staat het brein centraal. Hoe werkt het brein? Hoe leren kinderen? Inzichten over het brein worden in verband gebracht met het leren van bovenbouw leerlingen. Van der Veen & Van der Wal (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Hoofdstuk 5 en 6. Van der Veen & Van der Wal (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Hoofdstuk Toetsing De leerdoelen die bij het themaonderwijs horen, worden getoetst in de thematoets. Het betreft een schriftelijk tentamen, dat zal bestaan uit 40 meerkeuzevragen. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Voor studenten uit jaar 3 of 4 die deze toets herkansen geldt dat zij een conversietoets kunnen maken. Zij raadplegen voor de toetsstof dan ook de studiewijzer 2.1 van Literatuur/toetsstof Alkema, E., Van Dam, E., Kuipers, J., Linghout, C. en Tjerkstra, T. (2015). Meer dan onderwijs, theorie en praktijk van het onderwijs in de basisschool. Assen: Van Gorcum B.V. Hoofdstuk 5.5: Voorbereiden. Hoofdstuk 5.7: Differentiatie. Hoofdstuk 6.5: hoe volg en evalueer je het leerproces? Bakx, A., Ros, A. & Teune, P. (2012). Opbrengstgericht Onderwijs Ontwerpen. Bussum; uitgeverij Coutinho* Hoofdstuk 6; effectieve organisatie van leeractiviteiten *nieuwe druk heet Cyclisch onderwijs ontwerpen. Bij het samenstellen van deze studiewijzer is nog onduidelijk welk hoofdstuk van de nieuwe druk overeenkomt met hoofdstuk 6 van de oude druk. Jullie horen de definitieve toetsstof tijdens de les. Veen, van der T. & Wal, van der J. (2012). Van leertheorie naar onderwijspraktijk. Groningen: Noordhoff. Hoofdstuk 1; Leren; een complex en onzichtbaar proces Hoofdstuk 3: Leren volgens het behaviorisme. Hoofdstuk 4: Handelingspsychologie en leren. Hoofdstuk 5: Cognitieve psychologie en leren. Hoofdstuk 6: Constructivistische opvattingen over leren. Artikelen via MIJNHVA. Alle collegestof, dat wil zeggen PowerPoints alsmede uitreikte materialen Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 7

8 HOOFDSTUK 2. De beroepsopdracht Leer je klas kennen! SIS-code Beroepsopdracht 2.1 Verschillen in de klas: Op de vraag van de juf Wat is een diamant? antwoordt Daan (10 jaar en 9 maanden): Dat is een soort steen, hij glimt en hij is heel duur. Mijn oma heeft er één in haar ring. Yoeri (10 jaar en 6 maanden) antwoordt: Dat is een mineraal van hardheidsgraad numero 10. Het wordt gevonden in mijnen en wordt ook wel gebruikt in sieraden. De Bil en De Bil (2006, p. 137). INLEIDING - Dit semester staat differentiatie in opvoeden en onderwijzen centraal. Dit thema is van groot belang voor toekomstige leerkrachten in het Amsterdamse basisonderwijs, omdat juist in de grote stad de verschillen tussen scholen en buurten groot kunnen zijn. Je gaat kijken naar de verschillen binnen jouw groep aan de hand van observaties, werk van kinderen, gesprekken met je mentor en/of het leerlingvolgsysteem. Je stelt dus nauwkeurig de beginsituatie van jouw groep vast en trekt conclusies voor jouw didactisch handelen in de groep. In deze beroepsopdracht onderzoek je verschillen tussen leerlingen op één deelleergebied (rekenen of taal). Het betreft een onderzoeksopdracht rondom de vraagstelling: Hoe ga ik binnen een deelleergebied om met verschillen tussen leerlingen? Dit betekent dat je jezelf nadrukkelijk oriënteert op vakliteratuur over differentiatie in het onderwijs. Je kiest bovendien je eigen deelvragen, formuleert één eigen beoordelingscriterium en je bespreekt je werk met medestudenten. Tot slot ben je in staat om jouw bevindingen in verband te brengen met je eigen handelen in de klas, zodat een antwoord kan worden gegeven op de hoofdvraag. 2.1 Leerdoelen Je kunt in één deelgebied van het (aanvankelijk) leerproces drie groepen aan de hand van de onderwijsbehoeften vaststellen middels kwalitatieve en kwantitatieve instrumenten (leerlingvolgsysteem/observatie/gesprekken/werk van kinderen). Je kunt één deelvraag zelf formuleren bij de gegeven hoofdvraag (eigen criterium). Je kent de leerlijnen en referentieniveaus voor je stagegroep en kan kinderen plaatsen binnen deze kaders. Je beantwoordt je hoofd- en deelvragen, gebruik makend van analyse van eigen gegevens in combinatie met de relevante theorie. Relatie met de praktijk Om goed in te kunnen spelen op de verschillen in het leerproces die er zijn tussen de kinderen zal je een goed beeld moeten hebben van elk kind. Het vaststellen van de beginsituatie, gerelateerd aan het gemiddelde kind en de referentieniveaus taal en rekenen, is een start om opbrengstgericht te kunnen werken. Je zult dus eerst de verschillen moeten constateren om er vervolgens je onderwijs op te kunnen aanpassen. 2.2 Het programma Bijeenkomsten Week 1. Inleiding omgaan met verschillen Bij de beroepsopdracht richten we ons op het omgaan met verschillen in ons onderwijs. We bespreken de beroepsopdracht en bekijken uit welke onderdelen de hoofdvraag bestaat. Daarnaast kijken we naar wat differentiatie is. Verder komt aan bod waaruit een goed theoretisch kader bestaat. We bespreken de manieren om goede literatuur te vinden. In groepjes studenten maken we overzichten van kernbegrippen rondom omgaan met verschillen. We brengen dat in verband met differentiatie. Deze bijeenkomst komen de vier afrondingen globaal aan bod. Jouw activiteiten vooraf: Je leest deze studiewijzer nauwkeurig door. Donk, van der, C., & Lanen, van, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hst. 1 en bijlage A Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 8

9 Week 2. Indelen in drie groepen en eigen criterium. Indelen in drie niveaus; we bespreken manieren om in de klas om te gaan met verschillen. Hierbij maken we gebruik van een indeling in drie groepen. Je hebt een keuze gemaakt betreffende het soort afronding voor deze beroepsopdracht. Naast de keuze voor de afronding heb je zelf een criterium beschreven voor jouw afronding. Je neemt deze mee naar de les. Je gaat in de les in groepen werken aan het eigen criterium. Week 3. Didactisch handelen van de leerkracht: werk van kinderen koppelen aan de referentieniveaus. De referentieniveaus komen in deze bijeenkomst uitgebreid aan de orde (aan de hand van: Alkema et al. en website referentieniveaus). Deelvakgebieden worden besproken. Je kiest één domein van rekenen en één deelvaardigheid van Nederlands. Je leert kinderen plaatsen op de leerlijn. Week 4. Feedback en werkmoment. In deze bijeenkomst geven we peerfeedback. Aan de hand van criteria worden je producten kritisch bekeken door anderen. We blikken ook terug op het niveau van feedback geven aan de hand van formulier. Week 5. Conclusies trekken. Je leert hoe je de hoofd- en deelvragen kunt beantwoorden aan de hand van je gegevens en jouw theoretisch kader. Paragraaf 5.7 uit Meer dan onderwijs van Alkema e.a. (2015). Bekijk website Lees 4.7 Ordeningsmogelijkheden voor leerinhouden en 5.4 De didactiek van leeromgevingen uit Meer dan onderwijs van Alkema e.a. (2015). Neem al je verzamelde gegevens mee naar de les en bereid twee vragen voor die je wilt stellen. Je bestudeert Donk, van der, C., & Lanen, van, B. (2016). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho. Hst. 7.1 en 7.2. Week 6. Conceptproduct Aan de hand de eigen conceptproduct gaan we aan de slag met het beoordelingsformulier en wordt er feedback gegeven. Je neemt je conceptproduct mee. Behalve de begeleiding die je ontvangt van je kerndocent, volg je dit blok drie practica in het kader van deze beroepsopdracht. Dit zijn specifieke trainingen waar je vaardigheden leert, die je direct ondersteunen bij het uitvoeren van de beroepsopdracht. Daarnaast heb je deze vaardigheden nodig in de praktijk van het basisonderwijs, dus voor je ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs. Practica Bijeenkomsten 1. Gespreksvaardigheden: basiscommunicatie De leerlijn gespreksvaardigheden start in jaar 2 met een practicum over basiscommunicatie. In dit practicum gaan we in op voorwaarden en belangrijke aspecten in de communicatie met kinderen en ouders. 2. ADI-model met activerende instructie. Je gaat oefenen aan de hand van een zelf meegenomen les met het ADI-model. Schrijf je vragen op, waar loop je tegen aan. Welke verschillen zie je tussen theorie en praktijk? Jouw activiteiten vooraf Neem een (methode)les taal of rekenen mee die je gaat geven (of hebt gegeven). 3. Leiderschap naar een hoger plan Met behulp van beeldmateriaal een analyse maken van leiderschapsaspecten. Je bepaalt waar jij nu staat en wat jouw groep voor leiderschapsstijl nodig heeft. Aan de start van het tweede jaar helpt dit je om je eigen stijl te gaan ontwikkelen, maar ook te kijken wat past bij jouw groep Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 9

10 2.3 De opdracht In jaar twee maak je vier beroepsopdrachten waar verschillende afrondingen bij mogelijk zijn. Je zorgt ervoor dat in dit jaar alle vier de afrondingsvormen aan bod komen. Je mag zelf kiezen welke vorm je wanneer inzet. Bij één van de afrondingen werk je samen met een andere student en lever je één product af waarin jullie de eigen situaties met elkaar vergelijken. De vier vormen zijn: 1. presentatie (mondelinge toets); 2. onderzoeksverslag (schriftelijk); 3. artikel (schriftelijk); 4. video (schriftelijk). In ieder blok is er een keuzeaanbod betreffende de afronding. Elke afronding is apart beschreven op de MIJNHVA. 2.4 Eindproduct: Het eindproduct betreft een product waarin je antwoord geeft op de hoofd- en deelvragen. Daarnaast formuleer je een eigen deelvraag naar aanleiding van de situatie van jouw stageklas die binnen het kader van de hoofdvraag valt (eigen criterium). Je trekt aan de hand van de verzamelde gegevens conclusies en geeft hiermee antwoord op de hoofdvraag. Deze verantwoording voldoet aan de volgende criteria: In het product heeft de student ten minste drie deelvragen beantwoord die samen antwoord geven op de hoofdvraag en gekoppeld is aan relevante theorie. In het product heeft de student op basis van verschillende dataverzamelingen een theoretisch onderbouwing ( woorden) beschreven met betrekking tot differentiatie (minimaal 3 bronnen). In het product is het niveau van drie kinderen (één uit elke niveaugroep) systematisch weergegeven. De student beantwoordt de hoofd- en deelvragen, gebruik makend van analyse van eigen gegevens in combinatie met de relevante theorie. De student heeft een eigen criterium beschreven dat inhoudelijk een toevoeging is op je onderzoek. Stap 1: Kies minimaal drie deelvragen die gezamenlijk antwoord geven op de hoofdvraag; Hoe ga je om met verschillen tussen leerlingen binnen een deelleergebied? Je schrijft een theoretische onderbouwing ( woorden) waarin je alle begrippen van de hoofd- en deelvragen toelicht. Je maakt hierbij gebruik van drie bronnen en observeert je klas en de mentor. Daarnaast verdeel je op basis van toetsgegevens en observaties van (werk van) kinderen de klas in drie groepen op onderwijsbehoefte op één deelleergebied te weten één uit vakgebied taal of één uit vakgebied rekenen. Stap 2: Beschrijf de criteria van de drie groepen op één deelleergebied (van taal of rekenen) en geef dit schematisch weer. Als onderdeel van deze analyse plaats je uit elke groep één kind op de doorlopende leerlijn van het door jou gekozen deelleergebied. Je gebruikt hiervoor tussendoelen, referentieniveaus en een andere methode van dataverzameling (bijvoorbeeld observaties, toetsgegevens, werk van de kinderen, interview met de mentor) Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 10

11 2.5 Beoordelingscriteria De kwaliteit van het eindproduct wordt beoordeeld op basis van de bovenstaande criteria. Het eindproduct wordt beoordeeld aan de hand van het beoordelingsformulier in bijlage 1. Let op: als voldoende beoordeelde producten worden altijd opgenomen in het portfolio. Een geactualiseerd portfolio geldt als voorwaarde voor het functioneringsgesprek met de kerndocent aan het eind van het semester. Houd je portfolio dus zorgvuldig bij! Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 11

12 HOOFDSTUK 3. Kennis en vaardigheden de vakcolleges INLEIDING - Dit onderdeel van de studiewijzer beschrijft de vakcolleges die je dit blok gaat volgen. Iedere beschrijving hieronder is op dezelfde wijze gestructureerd. We beginnen met een korte inleiding. Dan volgt steeds een beschrijving van de leerdoelen en een schema met het programma. Dit schema is opgedeeld in een kolom met daarin het onderwerp van het college en een korte beschrijving van de inhoud. Daarnaast een kolom waarin de voorbereiding staat vermeld die dat van je vraagt. Verder vind je informatie over de toetsing en een overzicht van de literatuur/toetsstof Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 12

13 3.1 Titel: Nederlands: Mondelinge taalontwikkeling en woordenschatontwikkeling SIS-code Vaktoets Nederlands 2.1 INLEIDING Mondelinge vaardigheden zijn nodig om in de samenleving te functioneren: thuis, op school, onderweg, in een groep, een winkel, op een sportclub. Naar anderen luisteren, deelnemen aan een gesprek, je mening kenbaar maken, een boodschap overtuigend overbrengen, een gerichte vraag om informatie stellen. Bovendien is mondelinge taalvaardigheid de basis van schriftelijke taalvaardigheid. Het doel van onderwijs in mondelinge taalvaardigheid is dat kinderen effectief en sociaal met elkaar communiceren. Ze leren hoe ze zich moeten opstellen in een gesprek, zich goed uitdrukken, presentaties houden, luisteren naar presentaties en reflecteren op de vorm en mogelijkheden van taal en communicatie ( In dit blok leer je betekenisvolle communicatiesituaties te creëren om de mondelinge taalontwikkeling te stimuleren en verkrijg je kennis van middelen en materialen die je hierbij kan gebruiken. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan woordenschatuitbreiding. Het onderwijs in woordenschat heeft tot doel de leerlingen receptief en productief over zoveel mogelijk woorden te laten beschikken. Leerdoelen Je kent de theorie van het onderwijs mondelinge taalvaardigheid. Je kent op hoofdlijnen de inhoud van de kerndoelen, tussendoelen en leerlijnen die betrekking hebben op mondelinge taalvaardigheid. Je kent het belang en effect van woordenschatonderwijs voor alle vakken en leerstofgebieden. Je kent de theorie van het woordenschatonderwijs. Je kent de theorie van de woordverwerving. Je kent de theorie van de woordenschatdidactiek. Het programma Bijeenkomsten 1. Werken aan woordenschat. Woorden zijn de bouwstenen van onze taal. Wie geen woorden kent, kan ook niet bouwen. Veel Amsterdamse kinderen kennen te weinig woorden. Hoe je nieuwe woorden leert én aanleert behandelen we in deze les. 2. Woordenschatonderwijs ontwerpen. In deze les leer je over het mentaal lexicon, de opbouw van woordenschat en krijg je ideeën voor activiteiten die je kunt uitvoeren om de woordenschat van kinderen te vergroten. Jouw activiteiten vooraf Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 4.1. Verhallen & Van den Nulft (2009). Met woorden in de weer, hoofdstuk 1, 2 & 3. Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 4.2. Verhallen & Van den Nulft (2009). Met woorden in de weer, hoofdstuk Woordenschatonderwijs en woordenschattoetsing. In deze les leer je hoe de woordenschat in elkaar zit. Daarnaast analyseren we de Cito woordenschattoets en bekijken we welke benaderingen er zijn om het woordnetwerk systematisch uit te breiden. Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 4.3 & 4.4. Verhallen & Van den Nulft (2009). Met woorden in de weer, hoofdstuk Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 13

14 4. Leerkrachtvaardigheden mondelinge taalvaardigheid I. Een goede gespreksvaardigheid moet je ontwikkelen. Welke rol speelt de leerkracht hierin? We bespreken dit aan de hand van het model van Verhallen en Walst. Daarnaast ervaar je twee activiteiten die de mondelinge taalvaardigheid stimuleren. 5. Leerkrachtvaardigheden mondelinge taalvaardigheid II. In dit college wordt verder ingegaan op de leerkrachtvaardigheden mondelinge taalvaardigheid aan de hand van het stellen van vragen, de leerlijnen en de werkvorm Forumlezen. 6. Leerkrachtvaardigheden mondelinge taalvaardigheid III. Mondelinge taalvaardigheid kent vele facetten en komt in alle vakken terug. In deze les bespreken we het intentioneel onderwijs mondelinge taalvaardigheid en blikken we terug op de gehele module. Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 3.1. Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 3.3. Paus et al. (2014). Portaal, hoofdstuk 3.2 & 3.4. Toetsing De stof die binnen deze eenheid wordt aangeboden, wordt getoetst in de vaktoets Nederlands 2.1. Dit betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5 ) indien minimaal 67 % van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Literatuur / toetsstof Paus, H. (Red.) (2014). Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho. Hoofdstuk 3: Mondelinge taalvaardigheid Hoofdstuk 4: Woordenschatonderwijs Verhallen, M. & Nulft, van den, M. (2009). Met woorden in de weer. Praktijkboek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho Hoofdstuk 1: Woorden, woorden, woorden Hoofdstuk 2: Willen Hoofdstuk 3: Weten Hoofdstuk 4: Kunnen Hoofdstuk 5: Meer kunnen De kerndoelen 1, 2 en 3 alsmede de leerlijnen mondelinge taalvaardigheid op en Alle collegestof, dat wil zeggen PowerPoints alsmede de uitgereikte materialen; De begrippenlijsten LKB Nederlands Woordenschat en Mondelinge taalvaardigheid Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 14

15 Extra mededeling: Taalspreekuur voor studenten van DOO Heb je moeite met het formuleren van goedlopende zinnen? Lukt het je niet om een tekst met een goede opbouw te schrijven? Krijg je kritiek op de leesbaarheid van je verslag? Is het lezen van lange teksten een probleem? Heb je een presentatie, maar weet je niet hoe je het aan moet pakken? Heb je je verslag teruggekregen met rode strepen? Tijdens het taalspreekuur krijg je op afspraak advies van een docent Nederlands. Samen kan gekeken worden naar bijvoorbeeld de feedback op je werkstuk, naar de opbouw van je tekst, naar je formuleringen of schrijfwijzen, naar leesstrategieën bij teksten of naar de uitvoering van je presentatie. Elke week is er een taalspreekuur voor studenten van DOO. Je kunt je hiervoor aanmelden als je een specifieke taalvraag hebt. Het is belangrijk dat je werk mailt met voorbeelden van jouw taalprobleem. Kijk voor meer informatie op de schermen en op MIJNHVA Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 15

16 3.2 Titel: Rekenen en Wiskunde: BKVP: Getallen in de bovenbouw SIS-code Vaktoets Rek./Wisk. BKVP. 2.2 INLEIDING - Dit is deel 1 van het omvangrijke gebied van Breuken, Kommagetallen, Verhoudingen Procenten (BKVP). In blok 1 staan verhoudingen en breuken centraal, in blok 2 procenten en kommagetallen. Je kennis van de alle vier de domeinen tezamen wordt in één toets - vaktoets aan het eind van blok 2 gepeild. De leerlijn van Breuken, Kommagetallen, Verhoudingen Procenten (BKVP) start in de onderbouw met een kwalitatieve benadering van het begrip verhoudingen en eindigt in groep 8 met het kunnen hanteren van formele oplossingsstrategieën voor BKVP-gerelateerde opgaven. Leerlingen worden geacht om deze deelgebieden uiteindelijk in samenhang te kunnen toepassen. Heeft de schaal op een landkaart ook met verhoudingen te maken? Wat is het verband tussen 3/4, 75% en 0,75 en hoe leren kinderen dat? Waarom mag voor de berekening van de nieuwe prijs bij een korting van 10% de oude prijs vermenigvuldigd worden met 0,9? Wat is meer 5/6 of 80%? En dan nog de volgende uitspraak: Vorig jaar bedroeg de werkloosheid van de beroepsbevolking 5%, dit jaar is dat 6 %. Mag je dan zeggen: de stijging is 1 %? Nee, als je het absolute verschil in werkloosheid wenst uit te drukken, moet je zeggen dat de stijging 1 %-punt bedraagt. Maar mogelijk wil je aangeven met hoeveel procent de werkloosheid is gestegen in dit jaar ten opzichte van het percentage vorig jaar? In dat geval benadruk je het relatieve verschil van de stijging, een toename van 1% ten opzichte van 5% eerst, ofwel een toename van 1/5 of 20 %. Je voelt al aan: het onderscheid relatief en absoluut is lastig. Didactisch gezien betekent het een hele opgave om op deze en de volgende zaken in te spelen. Leerlingen toegang verschaffen tot de deelgebieden kommagetallen, breuken en procenten mede op basis van hun kennis van verhoudingen; Het verstrengelen van alle leerlijnen van de deelgebieden; Het in lijn brengen van de verschijningsvormen, contexten, modellen, wiskundetaal, en rekenregels Ervoor zorgen dat de leerlingen zich nieuwe begrippen, wiskundetaal en notatievormen eigen maken; Bewaken dat de kerndoelen bereikt worden; en Rekening houden met verschillen in rekenniveau. Een geweldige uitdaging waarin je al je kennis, kunde en creativiteit kwijt kunt. Het spreekt vanzelf dat een goed niveau van basale gecijferdheid een voorwaarde vormt om dit voor elkaar te krijgen. Leerdoelen Je kent de leerlijnen, tussendoelen en onderwijskaders voor de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw op het gebied van BKVP. Je herkent de relaties tussen de verschillende gebieden van BKVP en kunt deze benoemen. Je kent de didactische aanpakken voor dit domein en kan ze in praktische situaties herkennen. Je kunt oplossingsstrategieën herkennen en uitleggen op de drie niveaus: context, model en formeel. Het programma Bijeenkomsten 1. Oriëntering: Verhoudingen in samenhang met Breuken In het kader van het oplossen van rekenproblemen in de bovenbouw maak je veelal ongemerkt uitstapjes heen en weer tussen breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen. Hoe verschijnen verhoudingen in de wereld van alledag? Wat hebben breuken te maken met procenten, met verhoudingen en kommagetallen? Verhoudingen en begrijpen: Absoluut en relatief een moeilijk onderscheid. Jouw activiteiten vooraf Van Zanten et al. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 16

17 2. Verschijningsvormen van verhoudingen Verhoudingen kennen veel verschijningsvormen en lijken daarom verborgen. Zij spelen een rol in de compositie van tekeningen (kunst), een breuk kan een verhoudingsgetal zijn en pi is dat ook. Onderschat verhoudingen dus niet; wie goed in verhoudingen kan denken, komt ver in rekenen en wiskunde. In deze les komen ook de volgende aspecten van verhoudingen aan de orde: kwalitatief en kwantitatief, (on-)evenredigheid en wiskundetaal bij verhoudingen. 3. Verhoudingen in de basisschool 1 op de 5 = 1/5??? Hoe voorkom je dat leerlingen te weinig begrijpen van verhoudingen met alle gevolgen van dien? Geschikte contexten, passend modelgebruik, vaktaal leren gebruiken en aan de hand hiervan leren redeneren - en dit alles ook nog in lijn - vormen het didactisch gereedschap om leerlingen meer greep te laten krijgen op de wereld om hen heen. 4. Verschijningsvormen van breuken Breukbegrip bestaat niet, eerder moet je spreken over breukbegrippen. Een breuk is kan het verhoudingsaspect benadrukken, maar kan ook een meetgetal, het resultaat van een deling zijn, of een operator zijn. Als je kritisch observeert in de klas, vraag je je wel eens af: spreken leerkrachten en leerlingen wel dezelfde breukentaal? Aan de orde komen deze les: verschijningsvormen, breukentaal, de gelijkwaardigheid en gelijknamigheid van breuken en de rol van informele kennis en strategieën om breuken te vergelijken. 5. Breuken in de basisschool Als er dan zoveel aspecten aan het breukbegrip kleven, hoe leer je dit leerlingen dan? In de les worden contexten die breuken voortbrengen behandeld. Aan de orde komen de volgende vragen Hoe moet je de ervaringen die je opdeed noteren en kunnen leerlingen geleerd worden op basis hiervan te redeneren? Wat is de rol van modellen? En wat hebben benoemde breuken te maken met redeneren? Het zal duidelijk zijn dat alles netjes in lijn in een leerlijn- gezet moet worden alle aspecten van het breukbegrip tot hun recht te laten komen. 6. Opereren met breuken: + - x en : Nu is het dan zover: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen van breuken. Daar zijn allerlei regels voor. Inslijpen die regels dan maar door oefenen en oefenen? Of, kan het ook anders? Ja, het kan anders, tenminste volgens de didactiek van realistisch rekenen. En dit kan ook nog op niveau. De rol van modellen ook hoe je deze beter niet kunt gebruiken-, benoemde breuken en ondermaats rekenen passeren de revue. Van Zanten et al. (2014.) Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p Van Zanten et al. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p Van Zanten et al. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p en p Van Zanten et al. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p Van Zanten et al. (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen, p Toetsing Jouw kennis van deze vier domeinen tezamen wordt in vaktoets 2.2, aan het eind van blok 2, gepeild. Het gaat om een schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen). De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5 ) indien ten minste 67 % van de meerkeuzevragen goed beantwoord is Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 17

18 Literatuur / toetsstof Van Zanten, M. & Van den Brom-Snijders, P. (red.) (2014). Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen wiskundedidactiek. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Oonk, W., Keijzer, R., & Lit, S. (2016). Rekenen en wiskunde in de praktijk. Kennisbasis. Groningen: Noordhoff groep. Eigen gecijferdheid rondom verhoudingen, breuken en kommagetallen. De stof die tijdens de bijeenkomsten is behandeld Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 18

19 3.3 Titel: Rekenen en Wiskunde: Gecijferdheid SIS-code Landelijke Kennisbasistoets Rekenen INLEIDING - De WISCAT-pabo in jaar 1 heeft als doel vast te stellen je kan rekenen op het niveau van groep 8+. Om onderwijs te kunnen verzorgen is een veel diepere kennis van rekenen-wiskunde en didactiek nodig. In deze eenheid die over vier blokken is uitgesmeerd - komt dan ook meer wiskundig getinte kennis aan de orde en diepere kennis die gekoppeld is aan de (vak-)didactiek. Beide kennisdelen zijn onderwerp van de bijeenkomsten en hebben als doel de gecijferdheid verder te ontwikkelen. Een voorbeeld vraag op het gebied van didactische kennis: welk model ligt ten grondslag aan de commutatieve eigenschap? En een voorbeeld van meer wiskundig getinte kennis zijn opgaven als Hoe noteer je het getal 4428 (ons talstelsel) in het sexagesimaal stelsel? of Na de diploma-uitreiking nemen 99 afstudeerders afscheid van elkaar en drukken elkaars hand. Hoeveel keer schudden de geslaagden in totaal elkaars hand? Leerdoelen Je kunt op minstens twee verschillende manieren een opgave uitrekenen en uitleggen. Je kunt omgaan met grote en kleine getallen, positief, negatief en ook kommagetallen/breuken Je kunt globaal benaderend rekenen en schattend gebruikmaken van een set referentiematen Je kunt op reflectieve wijze zijn eigen oplossingen en die van anderen analyseren, dat wil zeggen aangeven hoe gerekend is en de procedure controleren op juistheid en dit categoriseren op oplossingsniveau en strategie. Je kunt de context, het model en de formele oplossing in uitwerkingen herkennen en hanteren. Je kunt analoge (isomorfe) en uitdagende opgaven bedenken bij een gegeven opgave. Het programma Bijeenkomsten 1. Instaptoets Tijdens deze bijeenkomst maak je een reeks opgaven die op verschillende domeinen van rekenen-wiskunde betrekking. Deze toets is diagnostisch van aard en vormt daarmee een aanknopingspunt voor de opdrachten van deze en de volgende les of lessen. 2. Getallen, meten en meetkunde ( 2 bijeenkomsten) Inzicht in de eigenschappen van bewerkingen, het gebruik van contexten en modellen vormen de basis voor het maken van opgaven binnen alle domeinen. Het op verschillende manieren en niveaus kunnen oplossen van opgave is een voorwaarde op kinderen adequaat te kunnen helpen met rekenen en wiskunde. 3. Breuken, kommagetallen, Verhoudingen, procenten (2 bijeenkomsten) Procenten vormen een belangrijk onderdeel van het reken- en wiskundeonderwijs van de bovenbouw. In deze les gaan we in op de betekenis van procenten en exponentiële groei door middel van de verschillende niveaus (context, model, formeel). 4. Meten & Meetkunde Meten en meetkunde zijn domeinen die vaak ondersteunend gebruikt worden bij breuken en verhoudingen. Een groot repertoire van meeten meetkunde activiteiten maakt de leerkracht dus didactisch slagvaardiger bij andere wiskundige domeinen. Jouw activiteiten vooraf Niet van toepassing Ale & Van Schaik (2014). Rekenen en wiskunde uitgelegd. Hoofdstuk 1. Ale & Van Schaik (2014). Rekenen en wiskunde uitgelegd. Hoofdstuk 2. Ale & Van Schaik (2014). Rekenen en wiskunde uitgelegd. Hoofdstukken 3 en Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 19

20 Toetsing De leerstof van dit studieonderdeel wordt getoetst middels de landelijke Kennisbasistoets Rekenen. Dit betreft een schriftelijk tentamen (meerkeuze en open vragen). De grens voldoende / onvoldoende hangt af van de landelijk vast te stellen norm. Literatuur /tentamenstof Oonk, W., Keijzer, R., & Lit, S. (2016). Rekenen en wiskunde in de praktijk. Kennisbasis. Groningen: Noordhoff groep. Hoofdstuk 1: Hele getallen Hoofdstuk 2: Verhoudingen, procenten, breuken en kommagetallen Hoofdstuk 3: Meten Hoofdstuk 4: Meetkunde Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 20

21 3.4 Titel: Mens & Wereld: Onderzoeken en ontwerpen SIS-code Vaktoets M&W 2.1 INLEIDING - In deze reeks vakcolleges staat onderzoekend en ontwerpend leren binnen natuur & techniek centraal. We bekijken hoe je dit concreet vormgeeft in de klas en wat kinderen precies leren van deze benaderingswijze. Leerdoelen - Wat moet je kennen en kunnen aan het einde van de reeks? Je bent bekend met de theorie achter onderzoekend en ontwerpend leren en je kunt de verschillende vormen hiervan herkennen. Je bent in staat vragen te stellen aan kinderen die onderzoekend gedrag en onderzoekend denken stimuleren. Je kunt de vaardigheden en denk- en werkwijzen behorend bij onderzoeken en ontwerpen benoemen en herkennen, en beredeneren dat het onderwijs hierin leidt tot een onderzoekende, probleemoplossende en kritische houding. Je kunt onderzoeksvaardigheden en attitudeaspecten van kinderen herkennen, benoemen en ordenen. Je kunt verwoorden welke didactische benaderingswijzen je kunt gebruiken om vakbegrippen in relevante contexten en thema s aan de orde te laten komen met als doel kennisconstructie bij leerlingen te stimuleren. Je illustreert dit met bij de groep passende voorbeelden van leerlingactiviteiten bij natuur en techniek. Je kunt natuurwetenschappelijke en technologische denk- en werkwijzen hanteren bij natuur & techniekonderwijs. Het programma - Wat gaan we per bijeenkomst behandelen? Bijeenkomsten 1. Onderzoekend leren en onderzoekscycli We bekijken wat onderzoekend leren nu precies is: Op welke manieren kan het eruit zien in de klas en wat zijn belangrijke kenmerken? 2. Ontwerpend leren Binnen het onderzoekend leren is het ontwerpend leren vaak een beetje een ondergeschoven kindje. In dit college wordt expliciet aandacht besteed aan ontwerpcycli en de aandachtspunten die samenhangen met het laten ontwerpen door kinderen. Er wordt ook een koppeling gemaakt met verhalend ontwerpen. 3. Misconcepten en concept cartoons De concept cartoons zijn een middel om onderzoekend leren vorm te geven in de klas. Deze didactische vorm is een meer gesloten vorm van onderzoekend leren. Dit is vooral een uitstekende werkvorm om misconcepten te verhelpen of te voorkomen. 4. Rol van de leerkracht bij onderzoekend leren (vragen stellen aan kinderen) Om onderzoekend leren in de klas vorm te geven, is het als leerkracht belangrijk dat je de coachende rol goed vorm kunt geven. Hierbij is op het juiste moment de juiste vraag stellen van groot belang. Ook is in de groepsdiscussies de rol van de leerkracht onderwerp van groot belang. 5. Onderzoeks- en ontwerpvaardigheden Belangrijk bij onderzoekend leren is dat je niet alleen bezig met kinderen kennis bij te brengen, maar ook onderzoeks- en ontwerpvaardigheden. We zullen in dit college bekijken welke onderzoeksvaardigheden dit zijn en hoe je deze kunt zien en stimuleren. Jouw activiteiten vooraf Niet van toepassing. Van Graft & Kemmers (2009). Basisdocument. De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Hoofdstuk 13. De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Hoofdstuk 12. Boonstra, M., Gielen, M. & Joosten, F. (2012). Vaardigheden Lijst Onderzoeken & Ontwerpen. Handleiding. CED-Groep, Onderzoek en Ontwikkeling Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 21

22 De Vaan & Marell (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Hoofdstuk 20. & Paragraaf Natuurwetenschappelijke denk- en werkwijzen Kinderen hebben complexe denkvaardigheden nodig bij het inzicht krijgen in de concepten van natuur & technologie. Je kunt daarbij denken aan systeemdenken en vorm-functie denken. Welke denk- en werkwijzen zijn er, wat houden deze in en hoe kun je deze omzetten in lessen? Hand-out: Natuurwetenschappelijke en technologische denk- en werkwijzen. Gedeeltelijk overgenomen uit Van Graft, M. et al. (2014). Wetenschap & technologie in het basis- en speciaal onderwijs. Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), Enschede. (te vinden op DLWO) Toetsing Deze collegereeks maakt deel uit van Mens en Wereld 2.1, samen met het vak Geestelijke stromingen. Deze onderwijseenheid wordt getoetst in de vaktoets van de volgende periode, dus blok 2.1. In deze toets worden meerdere vakgebieden van Mens & Wereld getoetst. Het betreft een schriftelijk tentamen, bestaande uit meerkeuzevragen en open vragen. Gemiddeld moet gerekend worden op minimaal 67% goede antwoorden voor een voldoende. Voorwaarden voor deelname aan het tentamen Mens en Wereld 2.1 De aard van de colleges van dit vak is zodanig dat aanwezigheid tijdens de colleges noodzakelijk is om de stof goed te kunnen verwerken. Het gaat dan onder andere om het doen van practica bij natuur & techniek en discussie-, reflectie- en presentatieopdrachten bij geestelijke stromingen. Het gaat hierbij om interactie met het aanwezige materiaal en interactie met de groep. Om deze reden is er bij dit vak een aanwezigheidsplicht; het is niet mogelijk om deze onderdelen met behulp van alleen de literatuur te leren. Als er niet aan de aanwezigheidsplicht is voldaan, volgt uitsluiting van de eerste kans van het tentamen. Aan de herkansing kan wel mee gedaan worden als aan de aanwezigheidsplicht niet voldaan is, maar wordt afgeraden om bovenstaande reden. De aanwezigheidsplicht heeft de volgende voorwaarden: 1. Er moet in zowel de module "Geestelijke stromingen" als de module "Onderzoeken en ontwerpen" voldaan zijn aan een aanwezigheidsplicht van 80% (dat wil zeggen: één college van beide reeksen van zes colleges mag worden gemist zonder opgaaf van redenen). Indien de student hier niet aan voldoet, dan moet er per gemist college een vervangende opdracht worden gemaakt en is aanwezigheid bij een inhaalcollege in de eerste toetsweek verplicht. Tijdens dit inhaalcollege moeten de vervangende opdrachten gepresenteerd worden en aanvullende opdrachten, waaronder practica en groepsdiscussies, uitgevoerd worden. De vervangende opdrachten per college worden na afloop van het gemiste college verstrekt door de docent en moeten worden ingeleverd voor de door de docent gestelde deadline. 2. De aanwezigheid tijdens de colleges wordt bijgehouden in SAS, het presentiesysteem dat gebruikt wordt door de pabo. Als de student meer dan 10 minuten te laat is, geldt dat als afwezigheid en moet de vervangende opdracht van dat college gedaan worden en is aanwezigheid tijdens het inhaalcollege verplicht. 3. Ook in het geval van ziekte of overmacht moeten gemiste colleges ingehaald worden. 4. De student moet in de collegereeks 'Geestelijke stromingen' deelnemen aan een presentatie over een geestelijke stroming volgens de opdracht die verstrekt wordt in het eerste college. Als aan deze voorwaarde niet voldaan is, moet deze opdracht in het inhaalcollege volbracht worden volgens de aanwijzingen van de docent. Literatuur / toetsstof De Vaan E. & Marell, J. (2012). Praktische Didactiek voor Natuuronderwijs. Bussum: Coutinho Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 22

23 Hoofdstuk 12: Vragen bij natuuronderwijs. Hoofdstuk 13: Denkbeelden over werkelijkheid. Hoofdstuk 20: Vaardigheden en attitudes. Aangeboden via DLWO Banchi, H. & Bell, R. (2008). The Many Levels of Inquiry. Science and Children, 46(2), Boonstra, M., Gielen, M. & Joosten, F. (2012). Vaardigheden Lijst Onderzoeken & Ontwerpen. Handleiding. CED-Groep, Onderzoek en Ontwikkeling. Van Graft & Kemmers (2009). Basisdocument Leren Onderzoekend en Ontwerpend Leren. Te downloaden van: Hand-out: Natuurwetenschappelijke en technologische denk- en werkwijzen. Gedeeltelijk overgenomen van: Alle PowerPoints van de colleges, te vinden op de DLWO Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 23

24 3.5 Titel: Mens & Wereld: Levensbeschouwelijke diversiteit SIS-code Vaktoets M&W 2.1 INLEIDING - Bij Levensbeschouwelijke diversiteit moet een leerkracht niet alleen weten wat de belangrijkste kenmerken (bronnen, ideeën en praktijken) zijn van de zes belangrijkste geestelijke stromingen in Nederland. Hij dient ook te beschikken over inzicht en vaardigheden om kinderen levensbeschouwelijk te laten leren, daarbij rekening houdend met de culturele en levensbeschouwelijke diversiteit. In de colleges Levensbeschouwelijke diversiteit ligt de focus op de didactiek van levensbeschouwelijk leren. Je leert hierbij hoe je aan de hand van symbolen, rituelen, verhalen, filosofische gesprekken, de actualiteit leerlingen kunt stimuleren in hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarnaast verdiep je je voor deze collegereeks in zes geestelijke stromingen. Dit gebeurt volgens de didactiek van onderzoekend en ontwerpend leren. Ook zal er in de collegereeks uitgebreid aandacht worden besteed aan het creëren van veiligheid in de klas en het bespreekbaar maken van (maatschappelijk) gevoelige thema s. Leerdoelen Je kunt uitleggen wat de belangrijkste bronnen, ideeën en praktijken zijn van de zes belangrijkste geestelijke stromingen in Nederland, te weten: het boeddhisme, christendom, het hindoeïsme, het humanisme, de islam en het jodendom Je kunt uitleggen wat levensbeschouwing inhoudt, op welke manieren je kinderen levensbeschouwelijk kunt laten leren en welke vaardigheden dit vereist van een leerkracht basisonderwijs Je kunt verbanden leggen tussen de inhoud van de verschillende geestelijke stromingen en de didactiek van levensbeschouwelijk leren Je kunt bewust werkvormen inzetten en begeleiden die bijdragen aan de doelen van burgerschapsvorming en aan levensbeschouwelijk leren, zoals coöperatieve werkvormen, begeleiden van gesprekken, gezamenlijk onderzoek doen, zoekontwerpen (door verhalen, rituelen e.d.) die betrokkenheid oproepen en die maatschappelijk relevant zijn Je bent in staat nieuwsgierigheid en verwondering bij kinderen rond de verschillen tussen mensen en culturen te stimuleren en in goede banen te leiden Je kunt uitleggen hoe openheid in de klas bijdraagt aan levensbeschouwelijk leren. Je kunt benoemen hoe je in je klas in gesprek gaat over (maatschappelijk) gevoelige thema s. Het programma Bijeenkomsten 1. Levensbeschouwing en Geestelijke stromingen We gaan dieper in op de vraag welke leerkracht jij wilt zijn. Je krijgt een eerste indruk wat het vak Levensbeschouwelijke diversiteit inhoudt. Aan de hand van alledaagse thema s leer je hoe je leerlingen levensbeschouwelijk kunt laten leren en welke werkvormen je hiervoor kunt inzetten. Tevens wordt de werkvorm van het dagboek geïntroduceerd. 2. Levensbeschouwelijk leren Je leert hoe je als leerkracht met symbolen, rituelen en vieringen in de klas en van de verschillende geestelijke stromingen de levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen kunt stimuleren. Jouw activiteiten vooraf Bestudeer: Berg, B. van den, I. ter Avest, I. ter en T. Kopmels (2013). Geloof je het zelf?!, Levensbeschouwelijk leren in het basisonderwijs. Paragraaf 12.2 (pp ). Beschikbaar via mijnhva.nl Bestudeer: Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing en geestelijke stromingen. Hoofdstukken 3 en Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 24

25 3 en 4. Aan de slag met de geestelijke stromingen In deze twee colleges ga je onderzoek doen naar verschillende aspecten en begrippen van de zes belangrijkste geestelijke stromingen in Nederland. De opbrengst hiervan wordt in college 4 door de verschillende groepjes toegelicht. 5. Actualiteit en veiligheid in de klas Je leert hoe je de actualiteit kunt gebruiken bij levensbeschouwelijk leren en wat dit vraagt van de leerkracht. Daarnaast gaan we in op veiligheid en stilte in de klas. 6. Professioneel omgaan met levensbeschouwelijke diversiteit In het laatste college gaan we in op de vraag hoe je als leerkracht met levensbeschouwing kinderen kunt voorbereiden op een pluriforme samenleving. Tevens leer je hoe je met kinderen in gesprek kunt gaan over (maatschappelijk)) gevoelige thema s. Bestudeer: De zes geestelijke stromingen op de site, Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing en geestelijke stromingen. Hoofdstuk 2. Bestudeer: Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing en geestelijke stromingen. Hoofdstuk 5. Bestudeer: Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing en geestelijke stromingen. Hoofdstuk 6. Toetsing Deze collegereeks maakt deel uit van Mens en Wereld 2.1. Deze onderwijseenheid wordt getoetst in de vaktoets aan het einde van blok 2.1. In deze toets worden meerdere vakgebieden van Mens & Wereld getoetst. Het betreft een schriftelijk tentamen, bestaande uit meerkeuzevragen en open vragen. Gemiddeld moet gerekend worden op minimaal 6o% goede antwoorden voor een voldoende. Deze normering is lager dan normaal, omdat er ook open vragen in de toets zitten. Voorwaarden voor deelname aan het tentamen Mens en Wereld 2.1 De aard van de colleges van dit vak is zodanig dat aanwezigheid tijdens de colleges noodzakelijk is om de stof goed te kunnen verwerken. Het gaat dan onder andere om het doen van practica bij natuur & techniek en discussie-, reflectie- en presentatieopdrachten bij levensbeschouwelijke diversiteit. Het gaat hierbij om interactie met het aanwezige materiaal en interactie met de groep. Om deze reden is er bij dit vak een aanwezigheidsplicht; het is niet mogelijk om deze onderdelen met behulp van alleen de literatuur te leren. Als er niet aan de aanwezigheidsplicht is voldaan, volgt uitsluiting van de eerste kans van het tentamen. Aan de herkansing kan wel mee gedaan worden als aan de aanwezigheidsplicht niet voldaan is, maar wordt afgeraden om bovenstaande reden. De aanwezigheidsplicht heeft de volgende voorwaarden: 1. Er moet in zowel de module "Levensbeschouwelijke diversiteit" als de module "Onderzoeken en ontwerpen" voldaan zijn aan een aanwezigheidsplicht van 80% (dat wil zeggen: één college van beide reeksen van zes colleges mag worden gemist zonder opgaaf van redenen). Indien de student hier niet aan voldoet, dan moet er per gemist college een vervangende opdracht worden gemaakt en is aanwezigheid bij een inhaalcollege in de eerste toetsweek verplicht. Tijdens dit inhaalcollege moeten de vervangende opdrachten gepresenteerd worden en aanvullende opdrachten uitgevoerd worden. De vervangende opdrachten per college worden na afloop van het gemiste college verstrekt door de docent en moeten worden ingeleverd voor de door de docent gestelde deadline Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 25

26 2. De aanwezigheid tijdens de colleges wordt bijgehouden in SAS, het presentiesysteem dat gebruikt wordt door de pabo. Als de student meer dan 10 minuten te laat is, geldt dat als afwezigheid en moet de vervangende opdracht van dat college gedaan worden en is aanwezigheid tijdens het inhaalcollege verplicht. 3. Ook in het geval van ziekte of overmacht moeten gemiste colleges ingehaald worden. Literatuur / toetsstof Kopmels, T. (2016). Verhalen vertellen en vragen stellen. Vakdidactiek Levensbeschouwing en geestelijke stromingen. Groningen: Noordhoff. ISBN: Hoofdstukken 2, 3, 4, 5 en 6. Berg, B. van den, I. ter Avest, I. ter en T. Kopmels (2013). Geloof je het zelf?!, Levensbeschouwelijk leren in het basisonderwijs. Paragraaf 12.2 (pp ). Deze paragraaf wordt beschikbaar gesteld op het studiedeel van Mens & Wereld 2.1 via mijnhva.nl Inhoud van de zes belangrijkste geestelijke stromingen in Nederland, zoals weergegeven onder het kopje Geestelijke stromingen op de site, Inhoud van de PowerPointpresentaties van de colleges Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 26

27 3.6 Titel: Bewegingsonderwijs: Lerende kinderen binnen bewegingsonderwijs SIS-code Vakopdracht BEWO 2.1 Meester Michel heeft een vorige les opgemerkt dat kinderen springen een boeiende activiteit vinden. Hij wil het springen in veel verschillende situaties aanbieden dit jaar en heeft een plan gemaakt voor de komende zes weken. Het springen op en over laat hij elke les (werken in groepen) terugkomen. Hij ontwerpt hij verschillende bewegingssituaties en houdt daarbij rekening met de verschillende vaardigheidsniveaus. INLEIDING - De laatste decennia zijn de inzichten op het gebied van de motorische ontwikkeling van het kind aan verandering onderhevig. In de actuele benaderingen worden het individu, de omgeving en de taak beschouwd als aparte voorkomende elementen die elkaar continu wederzijds beïnvloeden tijdens het ontwikkelingsproces. De motivatie van het kind, de rol van andere kinderen en volwassenen en de wijze waarop het kind de omgeving waarneemt, zijn belangrijke elementen in het ontstaan van nieuw motorisch gedrag. Ieder kind legt een uniek ontwikkelingstraject af. Voor de dagelijkse praktijk van groepsleerkracht is kennis van de leerlijnen voldoende om de kinderen in hun groep situaties te bieden die haalbaar zijn en waardoor zij worden uitgedaagd. Leerkrachten hebben de taak om kinderen bewust en planmatig te begeleiden in de bewegingscultuur en ontplooiing van de bewegingsmogelijkheden. Het bevorderen van een positieve attitude en het laten opdoen van succeservaringen horen hier natuurlijk bij. Leerkrachten kunnen door rekening te houden met de wijzen waarop kinderen zelf bewegingen leren, het motorisch leerproces beïnvloeden. Deze taak van de leerkracht staat centraal bij bewegingsonderwijs in dit blok. Deze collegereeks wordt afgesloten met een vakopdracht als eindproduct. Voor deze vakopdracht ontwerpt de student, op basis van literatuur (leerlijnen), de stagesituatie en de gegeven vakcolleges, een lessenserie van drie lessen voor bewegingsonderwijs aan kleuters waarin hij gebruik maakt van twee verschillende organisatievormen en de keuzes onderbouwt. De student geeft de groeperingvormen duidelijk aan en zorgt voor differentiatie binnen het aanbod van de activiteiten. Hij formuleert leerhulp per activiteit op minimaal drie manieren. De student beschrijft in de evaluatie punten die goed waren en punten die een volgende keer beter kunnen en schrijft naar aanleiding hiervan aanbevelingen voor de volgende lessenserie. Let op: deze collegereeks wordt alternerend aangeboden, dat wil zeggen dat je, afhankelijk van jouw rooster, het onderwijsaanbod in het eerste of tweede blok van dit semester volgt. Leerdoelen vakopdracht: De student kan concrete bewegingsdoelen definiëren bij de verschillende bewegingsactiviteiten. De student kan aan de hand van zijn eigengemaakte lessenserie beargumenteren hoe deze aansluit bij leerlijnen en bewegingsthema s van voorgaande lessen. De student kan organisatie- en groeperingvormen vergelijken en inzetten rekening houdend met de specifieke activiteiten en de verschillen tussen kinderen op pedagogisch en didactisch gebied. De student kan op minimaal twee verschillende manieren leerhulp per activiteit aan individuele kinderen ontwerpen zonder dat daarbij de doorgang van de les voor de andere kinderen gehinderd wordt. De student kan zijn persoonlijke visie op bewegingsonderwijs aan kleuters verwoorden Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 27

28 Vakopdracht: Ontwerp op basis van literatuur (waaronder leerlijnen) en de vakcolleges een lessenserie van drie lessen voor bewegingsonderwijs aan kleuters waarin je gebruik maakt van twee verschillende organisatievormen en twee verschillende groeperingvormen. Je zorgt voor differentiatie binnen het aanbod van de activiteiten en formuleert leerhulp per activiteit op minimaal twee manieren. Je onderbouwt je keuzes. Eén van deze lessen heb je gegeven en is gefilmd. Je levert een videofragment van deze les in van max. 5 minuten en geeft het verband aan met de lessenserie. In het verslag onderbouw je daarnaast de door jou gekozen organisatie- en groeperingsvormen, activiteitenkeuze, differentiatie, leerhulp en arrangementen. Tot slot beschrijf je een persoonlijke visie op bewegingsonderwijs (waarin je verwijst naar literatuur). Je beschrijft in je evaluatie punten van de gegeven en gefilmde les die goed waren en punten die beter kunnen een volgende keer. Stap 1: Maak een lesopzet volgens format ( MIJNHVA) van drie verschillende lessen waarin je beschrijft welke organisatievormen, activiteiten en groeperingsvormen je gaat gebruiken. In les 3 van de collegereeks krijg je hierop feedback. Uitwerking vakopdracht: Voorblad met naam, klas, datum en studentnummer. Inhoudsopgave met onderstaande hoofdstukindeling en volgorde. Korte inleiding met hierin een link naar een filmfragment van de gegeven les (maximaal 5 minuten), schooltype, karakteristieken van de kleuterklas (grootte en bijzonderheden ten aanzien van bewegingsonderwijs: lokaal, aantal lessen per week, vakleerkracht, werkwijze van de gymlessen). 1. Drie lesopzetten met verantwoording van de keuze van de activiteiten en de volgorde van de lessen (zie beoordelingscriteria): je werkt minimaal twee bewegingsthema s uit die je terug laat komen in alle drie de lessen. De activiteiten, die je kiest naast deze twee bewegingsthema s hoeven niet herhaald te worden, maar moeten wel organisatorisch passend zijn en de keuze moet kort toegelicht worden. Als ondersteuning van deze opzet verwijs je naar videobeelden. 2. Een verantwoording van de gekozen organisatie- en groeperingsvormen in de lessenserie aan de hand van een afweging tussen de voor- en nadelen van deze vormen (zie beoordelingscriteria). 3. Voor de activiteiten uit de gekozen centrale bewegingsthema s wordt op minimaal drie manieren leerhulp concreet beschreven (zie beoordelingscriteria) en hierbij wordt verwezen naar videobeelden. 4. Een evaluatie van de gegeven les aan de hand van de vragen: Wat ging er goed en wat kan er beter? (zie beoordelingscriteria). 5. Een persoonlijke visie (zie beoordelingscriteria). Bijeenkomsten 1: Leerdoel en (fysieke) leerhulp Introductie van jaar 2, uitleg van de doelen en opdrachten. Opbouw van diverse activiteiten op niveau van de studenten die zelf de bewegingsactiviteiten uitvoeren en daarbij bekijken wat het bewegingsleerdoel is, wat het risicomoment en/of bewegingsprobleem kan zijn per activiteit en welke (met name fysieke) leerhulp toegepast kan worden. Jouw activiteiten vooraf de studiewijzer en vakopdracht (DWLO). Je neemt gemakkelijke kleding en gepast zaalschoeisel mee Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 28

29 2: Instructie en leerhulp We herhalen waaraan een goede instructie moet voldoen. Er worden activiteiten uitgezet, instructie gegeven en de activiteiten worden uitgevoerd aan de hand van lukt het/ loopt het/ leert het, gericht op het bieden van adequate leerhulp door lesgevers. We gaan in op de gekozen bewegingsthema s en zetten activiteiten in een lijn. 3: Differentiatie en leerlijnen/bewegingsthema's. We gaan in groepjes de voorbereide drie opeenvolgende lessen vergelijken op aangegeven punten (format, onderlinge feedback) en bespreken. We gaan aan de slag met andere activiteiten en gaan deze bekijken op differentiatie en doelen in combinatie met bewegingsthema en leerlijnen. 4: Motorische ontwikkeling en manieren van leren. Tikspelen. We bespreken de door jullie meegenomen stellingen en de motorische ontwikkeling van kinderen. Het artikel van Peter Beek (expliciete en impliciete instructie) bespreken we aan de hand van voorbeelden/ervaringen van activiteiten uit de stagelessen of tijdens vakcolleges. Daarnaast komt de opbouw van tikspelen aan bod. 5: Bewegen op muziek In deze les gaan we een reeks aan activiteiten doen die behoren bij de leerlijn bewegen op muziek. Leerhulp, organisatie en differentiatie komen aan bod. We zetten daarnaast deze en andere activiteiten op volgorde. 6: Feedbackmoment. In deze les verdelen we ons in groepen. We bekijken samen de lesopzetten aan de hand van het beoordelingsformulier. Je maakt een keuze voor twee bewegingsthema s. Van Berkel (2005). Perspectieven op bewegen. Hoofdstuk 3.4 en Basisdocument bewegingsonderwijs, hoofdstuk 5, waarna een vergelijking gemaakt wordt en deze vergelijking neem je mee op papier. Je neemt je voorlopige lesopzet voor drie opeenvolgende lessen in schema/format (deelproduct volgens format MIJNHVA) mee. Ten Haaft et al. (2012). Bewegingsonderwijs in het speellokaal. Deel 1. Je bestudeert het artikel "Motorisch leren" van Peter van Beek ( MIJNHVA). Je bedenkt een stelling over bewegen en neemt deze mee naar de les.. Ten Haaft et al. (2012). Bewegingsonderwijs in het speellokaal. Inleidende deel bewegen op muziek. Je neemt je lessenserie voor de drie lessen mee (in format zie MIJNHVA) en een inleiding op deze vakopdracht waarin je de school, klas, werkwijze e.d. (zie hierboven) mee. Literatuur Berkel, M. van, e.a. (2005). Perspectieven op bewegen. Nijverdal: Publicatiefonds Werkgroep Bewegingsonderwijs. Hoofdstuk 3: Optimaliseren van bewegingsactiviteiten Haaft, R. ten, Hazelebach, C., Danes, H. & Bruin, R. (2012). Bewegingsonderwijs in het speellokaal. Ede: Werkgroep Bewegingsonderwijs t Web. Artikelen op MIJNHVA Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 29

30 3.7 Titel: Schoolgebonden leertaak SIS-code Schoolgebonden leertaak INLEIDING - In het tweede jaar voert de student samen met medestudenten een schoolgebonden leertaak uit. Hiervoor krijgt de student de tijd van september tot januari. De student maakt een keuze uit de leertaken die geformuleerd zijn door de opleiding/ opleidingsscholen. Voor de schoolgebonden leertaak analyseert de student een onderwerp en/of een probleem dat past bij de eigen opleidingsschool. De student werkt dus eigenlijk in opdracht van de praktijkschool. De schoolgebonden leertaak fungeert als voorloper van het afstudeeronderzoek in jaar 4: in het kader van het afstuderen voert de student namelijk een afstudeeronderzoek uit in nauwe afstemming met de praktijkschool. De studiebelasting is 84 uur. Leerdoelen Je hebt een probleem/aspect passend bij de school helder in beeld gebracht en geanalyseerd. Je bent in staat om relevante bronnen te zoeken bij dit beroepsprobleem/-aspect en je kunt hiermee het product verantwoorden. Je kunt de vraag passend bij de school omzetten in een bruikbaar eindproduct. Je verwerkt de ontvangen feedback van de school zichtbaar in het product en/of verslag. Het programma Schoolgebonden leertaak: 1. De student kiest bij de start van blok 2.1 een schoolgebonden leertaak passend bij de opleidingsschool. De student zorgt ervoor dat helder is wie de contactpersoon van de school is voor de schoolgebonden leertaak. 2. De student formuleert een plan van aanpak met de leerdoelen, een activiteitenplanning, tijdpad en literatuur. De student bespreekt dit met de contactpersoon en scherpt het plan verder aan. 3. De student neemt het plan van aanpak in de zesde lesweek van blok 2.1 ter bespreking mee naar de kerndocentbijeenkomst. De student ontvangt feedback van medestudenten en van de kerndocent. 4. De student scherpt het plan van aanpak aan op basis van de gegeven feedback. 5. De student levert een tussenproduct in bij de contactpersoon van de school en vraagt om feedback. 6. De student levert in de toetsweek van blok 2.2 het eindproduct in in de dropbox via de MIJNHVA. Toetsing Beoordeling schoolgebonden leertaak: De student levert in de toetsweken van blok 2.2 zijn schoolgebonden leertaak in in de dropbox (inclusief feedback contactpersoon). De kerndocent beoordeelt het eindproduct en gebruikt daarbij het beoordelingsformulier Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 30

31 In het afrondingsverslag met betrekking tot de schoolgebonden leertaak zitten de volgende items: Vraag en opdracht passend bij de school. Het product zelf. Verantwoording van het product waarin de student een analyse van de opdracht heeft beschreven en de gemaakte keuzes met betrekking tot het eindproduct onderbouwt, inclusief een literatuurlijst (bevat minimaal drie bronnen). Feedback van de contactpersoon van de school. Taakverdeling. Beoordelingscriteria De student heeft een probleem/aspect passend bij de school helder in beeld gebracht en geanalyseerd. De student heeft relevante bronnen gevonden bij dit beroepsprobleem/-aspect en heeft hiermee het product verantwoord. De student heeft de vraag passend bij de school omgezet in een bruikbaar eindproduct. De student heeft de ontvangen feedback van de school zichtbaar in het product en/of verslag verwerkt Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 31

32 3.8 Titel: Cultuurproject 1 van jaar 2: cultuur en het kind SIS-code Cultuuronderwijs 2.4 INLEIDING Iedereen is een drager van de cultuur waarin hij geboren is en waarin hij samen met anderen leeft. Als (aankomend) leerkracht ben je een cultuuroverdrager pur sang. Het zelfbewust worden van jouw eigen cultuurdragerschap vormt een belangrijke basis tot het professionele culturele zelfbewustzijn van de leerkracht. Je neemt jouw eigen culturele bagage en identiteit daar in mee. Met het oog op jouw ontwikkeling tot cultuurdrager binnen je rol als leerkracht neem je in jaar 1, 2 en 3 deel aan twee cultuurprojectweken. Tijdens de cultuurprojectweken in het tweede jaar onderzoek je je eigen beginsituatie over cultuur, verken je het culturele veld aan de hand van excursies, bestudeer je het cultuureducatieve aanbod van culturele instellingen, begin je een visie op cultuuronderwijs te ontwikkelen en maak je de vertaalslag naar cultuureducatieve activiteiten in je stageschool. In het tweede jaar van de opleiding staat het overkoepelende thema Cultuur en het kind centraal en zoom je in op de invloed van de cultuur waarin wij leven op de ontwikkeling van kinderen. Leerdoelen Je hebt je verdiept in de mogelijkheden die er zijn in een grootstedelijke context als Amsterdam om cultuureducatieve activiteiten te verbinden aan het lesgeven aan bassischoolleerlingen. Je kunt de inzichten en ervaringen die je hebt opgedaan in de cultuurprojectweken verbinden met theoretische inzichten op het gebied van cultuuronderwijs Je kunt de ervaringen die je zelf hebt opgedaan in de cultuurprojectweken van jaar 2 vertalen naar onderwijsactiviteiten voor leerlingen basisonderwijs. Je kunt aangeven waar jij aan het eind van het tweede studiejaar staat in je persoonlijk-professionele ontwikkeling ten aanzien van cultuur en cultuuronderwijs; erfgoed, media en burgerschap. Activiteiten in projectweek 1 van jaar 2 Het cultuurproject vindt plaats tússen blok 1 en blok 2, het markeert als het ware de afronding van blok 1 en de start van blok 2. Op hoofdlijnen ziet de week er als volgt uit: Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Reguliere stagedag (dus geen specifieke activiteit in het kader van het cultuurproject). Introductie thema cultuurproject Mediawijsheid. Bezoek in het kader van media-onderwijs. Werken aan opdracht. Afsluiting: presentaties. Toetsing In cultuurprojectweek 1 van jaar 2 werk je aan een deelproduct. Dit deelproduct is onderdeel van de beoordeling van de eindopdracht cultuuronderwijs 2.4. De eindopdracht wordt beoordeeld door de kerndocent, aan de hand van beoordelingscriteria. Aanwezigheid en actieve deelname tijdens de cultuurprojectweken is onderdeel van de beoordeling Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 32

33 Literatuur Heusden, B.P. van, Tans, J.P.M., Rass, M.G. (2016) Cultuur², Basis voor cultuuronderwijs. Bussum: Coutinho. Hoeven, M. van der. e.a (2014) Cultuur in de Spiegel, een leerplankader voor cultuuronderwijs, SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) Enschede. Te downloaden via: Opdracht In het cultuurproject maak je een product rondom het thema mediawijsheid, dit is een deelproduct van de eindopdracht cultuuronderwijs 2.4. Dit deelproduct wordt beoordeeld aan het eind van het tweede semester, in blok 2.4. Je bewaart je deelproduct van het eerste semester en levert het in als onderdeel van de opdracht van cultuuronderwijs 2.4. Portfolio Het portfolio fungeert als reflectie-instrument. Hierin verzamel je alle als voldoende beoordeelde studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Je neemt het eindproduct van dit studieonderdeel, mits voldoende beoordeeld, op in je portfolio Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 33

34 3.9 Titel: Logopedie: eigen stem en spraak SIS-code Geen Als je voor de klas staat is je stem je belangrijkste instrument. Daarom is het belangrijk dat je je stem bewust leert inzetten om op die manier je boodschap optimaal over te kunnen brengen. Niet alleen wát je zegt is van belang, ook de manier waaróp doet ertoe. Daarnaast leer je wat je moet weten om je stem op een gezonde, duurzame manier te gebruiken. Een groot deel van de leerkrachten in het basisonderwijs heeft te kampen met stemproblemen en voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 34

35 HOOFDSTUK 4. De praktijk van het basisonderwijs SIS-code Praktijk 2.1 INLEIDING - Ook in het tweede jaar loop je mee in de praktijk van het Amsterdamse basisonderwijs. We beginnen dit jaar in de onderbouw in groep 3 en 4. In de colleges op de opleiding en in de opdrachten wordt met name ingezoomd op het onderwijs aan deze leeftijdsgroep. Hieronder staan de leerdoelen en de stageactiviteiten voor je vermeld. In de praktijkgids kun je meer informatie vinden over het leren in de praktijk. 4.1 Stagedoelen Je kunt een realistische planning maken voor jouw praktijkactiviteiten per periode en per dag. Je legt deze planning voor aan je mentor. Je maakt op actieve en op positieve wijze contact met de groep en met individuele kinderen. Je vult het lesvoorbereidingsformulier compleet in, rekening houdend met een goede organisatie, drie lesfasen, beginsituatie en doelen van leerlingen en van jezelf. Je kunt de les inhoudelijk verantwoorden. Je stelt heldere lesdoelen en controleert of deze zijn behaald (OGW). Je besteedt aandacht aan het geven van heldere instructies die aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen in de groep. Je hebt oog voor didactische en pedagogische behoeften van individuele leerlingen. Je neemt de leiding als je voor de groep staat. Je weet bij het lesgeven de groep te boeien, de aandacht vast te houden en kinderen te stimuleren om aan het werk te gaan en te blijven. 4.2 Stageactiviteiten Stageactiviteiten zijn onder voorbehoud van kleine wijzigingen in de Beroeps- of Vakopdracht. Je stelt je voor aan en je maakt kennis met de stageklas (op doordachte wijze). Je observeert je mentor en je klas én spreekt met je mentor over differentiatie in de groep: organisatie en inhoud (Beroepsopdracht 2.1). Je observeert de groep op het gebied van differentiatie. Je oriënteert je op het gehanteerde leerlingvolgsysteem voor de stageklas waardoor je in staat bent op de klas in drie groepen te verdelen voor één vakgebied (taal of rekenen) rekening houdend met de onderwijsbehoeften (Beroepsopdracht 2.1). Je werkt aan de schoolgebonden leertaak. Je voert drie complexe lessen (kies uit: vakoverstijgend, verschillende leeractiviteiten, differentiatie, op basis van verschillende didactische werkwijzen en leersituaties). De voorbereiding van de lessen leg je aan de mentor voor ter goedkeuring. In je lessen (dagdelen + gewone lessen) zit ten minste één lessenreeks van twee opeenvolgende lessen. Je verzorgt drie voorbereide lesactiviteiten aan individuele leerlingen die verlengde instructie nodig hebben of extra instructie met het oog op verrijkende activiteiten. Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback en stagebeoordelingen Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 35

36 4.3 Beoordelingsprocedure De praktijk wordt aan het eind van het blok beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier met beoordelingscriteria. De praktijk wordt als voldoende (6) beoordeeld indien aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en indien ten minste zeven van de beoordelingscriteria met een voldoende zijn beoordeeld. Voorwaarde voor beoordeling is altijd dat je de stageactiviteiten hebt uitgevoerd en dat je je stagemap hebt geactualiseerd. De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de opleider in de school De procedure is als volgt: Aan het eind van blok 2.1 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de opleider in school. De opleider in de school is de examinator en komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het beoordelingsformulier in en geeft het cijfer. Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids Let op: Je neemt de stagebeoordeling op in je portfolio Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 36

37 HOOFDSTUK 5. Persoonlijke professionele ontwikkeling SIS-code P.P.O. 2.2 INLEIDING - De Pabo van de Hogeschool van Amsterdam leidt studenten op tot professionals in de grootstedelijke onderwijspraktijk. Het lesgeven in deze grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraag veel van de kennis, vaardigheden en attitude van de leerkracht. Hij moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Dat is geen eenvoudige opgave. In de dagelijkse onderwijspraktijk ervaren veel leerkrachten een spanningsveld tussen deze drie doelen. De leerkracht krijgt hierdoor te maken met dilemma s, waarin hij eigen wijze keuzes moet leren maken. Deze dilemma s vinden niet alleen plaats in de interactie tussen leerkracht en leerlingen, maar ook in de interactie tussen leerkracht en ouders, de collega s, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Het omgaan met dilemma s vraagt van de leerkracht dat hij weet waar hij voor staat en dat hij eigen wijze keuzes kan maken, die gebaseerd zijn op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke-en professionele ontwikkeling, waarin reflectie op de voortgang in studie en stage centraal staat, wordt de student begeleid en ondersteund bij het maken en onderbouwen van keuzes en het creëren van professionele ruimte. Hiermee wordt een eigen professionele identiteit ontwikkeld, waarmee de startende leerkracht ook na de opleiding zelfstandig lerend kan blijven. Pijler 1. Identiteit De student kan zijn persoonlijke professionele ontwikkeling duiden, weet waar hij voor staat (visie) en kan deze verwoorden aan anderen. 2. Eigen wijze keuzes De student kan op basis van verworven kennis, inzichten en ervaringen eigen wijze keuzes maken in zijn beroepspraktijk, deze onderbouwen en verantwoorden aan anderen. 3. Professionele ruimte creëren De student heeft een onderzoekende houding, stuurt zijn eigen ontwikkeling, voelt de noodzaak om zichzelf te blijven professionaliseren en zoekt verbinding en samenwerking met collega s en externen. Met behulp van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad, leert de student zijn eigen professionele ontwikkeling en visie te duiden. Het portfolio wordt hierbij als reflectie-instrument gebruikt. Hierin verzamelt de student alle als voldoende beoordeelde studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Wekelijks wordt er 50 minuten studieloopbaanbegeleiding gegeven door je kerndocent. Daarin is jouw voorbereiding en inbreng een belangrijk onderdeel van de bijeenkomst. Eigen inbreng bestaat onder andere uit het presenteren van een good practice (zie hieronder). Daarnaast laat je je in je stage filmen door je mentor en/of begeleider. Deze filmopnames worden gebruikt als input voor een bijeenkomst PPO in het tweede blok. Good practice. Per les is er een duo aan de beurt die iets laat zien of vertelt waardoor zij geïnspireerd zijn geraakt of wat zij graag willen delen met de anderen. Dit kan een website, goed voorbeeld van een mentor, boek, artikel, werk van kinderen, werkwijze op een school, film, o.i.d. zijn. De studenten brengen hun good practice in (maximaal 10 minuten) waarna de klas hierover in gesprek gaat Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 37

38 In blok 2.2 wordt PPO afgerond met een verslag (via de MIJNHVA inleveren). In blok 2.4 voer je een gesprek met een andere kerndocent over geheel jaar 2. Zorg dus steeds dat je je portfolio bijwerkt. Leerdoelen De student duidt zijn ontwikkeling aan de hand van de competentiematrix. De student reflecteert op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden. De student kan uitleggen hoe en waarom hij in verschillende dilemma s bepaalde keuzes heeft gemaakt. De student formuleert in de reflectie handelingsalternatieven met behulp van verkregen (praktijk)inzichten. De student beargumenteert zijn eigen voorkeuren aan de hand van de competentiematrix, eigen reflectie en feedback van anderen. De student kan verwoorden welke inzichten hij heeft verkregen gedurende intervisie. Programma Bijeenkomsten 1: Kennismaken en de rivier. We blikken terug op het vorige studiejaar. Hoe is jouw eerste studiejaar verlopen? Daarnaast gaan we d.m.v. de werkvorm de rivier kijken wie of wat invloed heeft gehad op jouw leren. Jouw activiteiten vooraf 2. Stellingen competentielijst. We wisselen met elkaar uit waar je op dit moment staat als het gaat om je ontwikkeling tot leerkracht? Waaraan heb je gewerkt? Waar moet je nog aan werken? Dit gesprek voeren we aan de hand van de competentielijst. 3: Begeleidingsstijlen stage We gaan na welke begeleidingsstijlen er zijn en welke jouw voorkeur heeft. Hierbij komen wederzijdse verwachtingen (van stagementor en student) aan bod. Ook het kennismakingsgesprek is een onderdeel van deze les. 3: Casussen over kinderen en doelen formuleren op basis van competentiematrix We gaan aan de hand van verschillende casussen over kinderen met elkaar in gesprek. We wisselen uit welke aanpak je zou kiezen voor de kinderen en waarom je deze keuze maakt. 5.Intervisie volgens Balintmethode Je hebt in dit blok de eerste stage-ervaringen opgedaan als tweedejaarsstudent. Je zult merken dat je al anders, als gevorderde student, kijkt naar je stageklas en stageschool. In deze bijeenkomst deel je jouw ervaringen op systematische wijze met die van anderen middels intervisie. 6. Terugblikken We kijken terug naar de inzichten en verwerking van intervisie en we blikken op de voorgenomen stagedoelen. Aan de hand van de competentiematrix formuleer je nieuwe stagedoelen. Bestudeer de competentiematrix "Leren lesgeven in de grote stad". Een good practice, gouden moment of inspiratiebron door enkele studenten gepresenteerd. Een good practice, gouden moment of inspiratiebron door enkele studenten gepresenteerd. Huiswerk: neem in minimaal vier regels een eigen dilemma mee op papier. Een good practice, gouden moment of inspiratiebron door enkele studenten gepresenteerd. Neem de feedback van je mentor op jouw stagedoel van dit blok mee op papier. Een good practice, gouden moment of inspiratiebron door enkele studenten gepresenteerd Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 38

39 Toetsing Aan het eind van dit semester (toetsweken van blok 2.2 volgens rooster) lever je een verslag in via de MIJNHVAdropbox. Het verslag is opgesteld aan de hand van de volgende criteria: Je kunt in voldoende mate de relatie beschrijven tussen je ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs en de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Je maakt hierbij gebruik van eigen filmbeelden en koppelt de filmbeelden aan bepaalde competenties (filmbeelden deel je met ons via een link in het verslag). Je kunt in voldoende mate reflecteren op eigen opvattingen, overtuigingen en normen en waarden. Je kunt uitleggen hoe en waarom je in verschillende dilemma s bepaalde keuzes hebt gemaakt. Je formuleert in de reflectie handelingsalternatieven met behulp verkregen (praktijk)inzichten. Je beargumenteert je eigen voorkeuren aan de hand van de competentiematrix, eigen reflectie en feedback van anderen. Je kunt verwoorden welke inzichten jij heeft verkregen gedurende intervisie. Je zorgt ervoor dat in de toetsweken van blok 2.2 je portfolio geactualiseerd is. Dit betekent: een recent overzicht van de studieresultaten in SIS; de stagebeoordelingen; een overzicht van stageactiviteiten uit blok 2.1 en 2.2; de voldoende beroeps- en vakopdrachten (inclusief beoordeling); de competentiematrix waarin je aangegeven hebt op welke gebieden je gegroeid bent en welk niveau je behaald hebt (met kleur en/of opmerkingen) Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 39

40 HOOFDSTUK 6. Praktische informatie INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie omtrent dit blok zoals de blokkalender, de gebruikte literatuur en internetsites, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera. Opzet blok 1 Hieronder zie je in schema hoe dit blok verloopt: in de bovenste rij de weken van het blok, de rij eronder de kalenderweek, de rij daaronder de begindatum van die week, dan de invulling, en tenslotte de toets- en/of stageactiviteiten. Belangrijke internetsites Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas. Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken. Informatie van het stagebureau voor externen. Bekijk hier jouw studievoortgang. Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-) informatie. BLOK /09 11/09 18/09 25/09 02/10 9/10 16/10 23/10 30/10 06/11 19/09: 1e stagedag Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren. STAGEWEEK vt: ma t/m vr. dt: 1 dag extra HERFST TOETSWEEK 1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht TOETSWEEK 2 Thematoets Vaktoets Vaktoets Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA): Competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Praktijkgids Praktijkgids LIO (via Boekenlijst Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het derde studiejaar vind je op deze website: Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 40

41 Taalniveau Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel van het taalaspect schrijven ). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze Studiewijzer. Bij teveel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 41

42 BIJLAGE 1. Beoordelingsformulier beroepsopdracht 2.1 VT: Leer je klas kennen! Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Kerndocent: Soort product: onderzoeksverslag, presentatie, video en artikel* (doorhalen van niet van toepassing is) Cijfer: Datum beoordeling: Naam beoordelaar: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O De student verwijst naar ten minste drie verschillende bronnen en doet dit volgens de APA standaarden. O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten) 1. Op basis van minimaal drie bronnen is het theoretisch kader over differentiatie geschreven en van daaruit zijn er minimaal drie deelvragen geformuleerd. 2. De student heeft op basis van toetsgegevens en observaties van (werk van) kinderen de klas op één deelleergebied in drie groepen op onderwijsbehoeften ingedeeld (te weten één uit vakgebied taal of één uit vakgebied rekenen). 3. Het niveau van drie kinderen is op twee manieren, zowel kwantitatief (uit toetsen of LVS) als kwalitatief (uit observaties of werk) beschreven. De gegevens bestrijken één domein. Deze kinderen zijn geplaatst op de leerlijn van de referentieniveaus. Dit criterium telt dubbel. 4.De student beantwoordt de hoofden deelvragen, gebruik makend van analyse van eigen gegevens in combinatie met de relevante theorie. Niet helemaal (1 punt) Voldoende (2 punten) De drie deelvragen geven gezamenlijk antwoord op de hoofdvraag. Het TK is een lopend verhaal waarin alle begrippen van de hoofd- en deelvragen toegelicht en met elkaar verbonden worden. Voor de observaties zijn vooraf het doel en observatiepunten beschreven. Voor de toetsgegevens wordt een gestandaardiseerd systeem gebruikt (methode-afhankelijk of onafhankelijk). De keuze van de drie groepen wordt verantwoord.. Bevat een kwalitatieve beschrijving. Bevat een kwantitatieve beschrijving. Bovenstaande beschrijvingen zijn gerelateerd aan de leerlijn van de referentieniveaus. Bij de beantwoording van de hoofdvraag en deelvragen relateer je de analyse van eigen gegevens aan de relevante theorie. Goed (3 punten) 5.Eigen criterium (haalbaar, een inhoudelijke toevoeging en in relatie tot het thema): De gekozen deelvraag is:.. Hier beschrijf je wat jij voldoende zou vinden ten aanzien van je eigen criterium. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 42

43 C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Aantal punten O Uitmuntend = O Zeer goed = O Goed = O Ruim voldoende = O Voldoende = 6 11 O Onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Ruim onvoldoende = O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen kerndocent Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 43

44 BIJLAGE 2. Beoordelingsformulier Vakopdracht Bewegingsonderwijs 2.1 VT Pabo HvA Student: Studentnummer: Cursusjaar Klas: Cijfer: Datum: beoordeling Docent: A. Algemene onderdelen Ja Nee Het verslag voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O In het verslag met verantwoording worden APA-richtlijnen voor bronvermelding en literatuurverwijzing op correcte wijze toegepast. O O B. Onderdelen Helemaal niet (0 punten) 1.De student heeft drie lesopzetten in samenhang ontworpen en de leerlijnen en de doelen van de gekozen bewegingsactiviteiten zijn concreet beschreven. 2.De student heeft de drie lesopzetten verantwoord en heeft daarbij verwezen videofragmenten. 3. Het verslag bevat in voldoende mate een verantwoording van de twee verschillende organisatie- en groeperingvormen. De student kan twee voor- en nadelen noemen van de gekozen organisatie- en groeperingvormen vanuit de literatuur. 4.In het verslag zijn minimaal twee manieren van relevante leerhulp per activiteit beschreven. Niet helemaal (1 punt) Voldoende (2 punten) De lesopzet is duidelijk, logisch, praktisch uitvoerbaar en loopt op van makkelijk naar moeilijker. De doelen zijn per activiteit concreet geformuleerd. De leerlijnen met bewegingsthema s van iedere activiteit zijn vermeld. In de verantwoording wordt de samenhang op leerlijnen en bewegingsthema s met de andere activiteiten uit de les en de andere lessen uit de lessenserie toegelicht. Daarbij wordt verwezen naar videofragmenten. De keuzes voor de organisatie- en groeperingsvormen worden beargumenteerd. Daarnaast worden deze vergeleken met de andere vormen en voor- en nadelen vermeld.. De beschreven leerhulp is relevant en per activiteit beschreven. Het verslag bevat verschillende manieren van leerhulp. Hierbij wordt verwezen naar videofragmenten. Goed ( 3 punten) Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 44

45 5. De student evalueert zijn gegeven les aan de hand van de vragen: wat ging er goed en wat kan er beter? 6. De student weet in voldoende mate een persoonlijke visie op bewegingsonderwijs te verwoorden. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. C. Eindbeoordeling / cijfer Er worden zowel goede als minder goede punten vermeld in de evaluatie. Hierbij wordt verwezen naar één of meer videofragmenten. De visie is een logisch en onderbouwd verhaal met verwijzing naar literatuur. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. O Uitmuntend = punten O Zeer goed = punten O Goed = punten O Ruim voldoende = punten O Voldoende = punten O Onvoldoende = punten O Ruim onvoldoende = punten O Zwaar onvoldoende = punten O Helemaal onvoldoende= punten O Niets=1 0 punten D. Aanvullende feedback en opmerkingen vakdocent Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 45

46 BIJLAGE 3. Enkele voorbeeldvragen horend bij thematoets Gegeven de volgende uitspraken. Uitspraak I. De wet op het Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs (ISOVSO) uit 1985 zorgde ervoor dat basisscholen en scholen voor speciaal basisonderwijs in een regionaal samenwerkingsverband beslisten over stichting en toelating tot het speciaal onderwijs. Uitspraak II. De Wet Leerlinggebonden Financiering (LGF) uit 2003 maakte het mogelijk dat scholen specifieke kennis en begeleiding konden inkopen voor leerlingen die geïndiceerd waren voor extra zorg. (p. 473 en 474) Wat geldt voor deze uitspraken? a. Alleen uitspraak I is juist. b. Alleen uitspraak II is onjuist. c. Uitspraak I en II zijn beide juist. d. Uitspraak I en II zijn beide onjuist. 2. Gegeven de namen van zes ontwikkelingspsychologen. A. Erikson. B. Freud. C. Gardner. D. Maslow. E. Piaget. F. Vygotsky. Gegeven de volgende kenmerkende opvattingen. 1. Elk mens kent een zone van de actuele ontwikkeling en de zone van de naaste ontwikkeling. 2. Mensen beschikken over ten minste acht verschillende intelligenties om te leren en om zich te ontwikkelen. 3. Ontwikkeling komt naast rijping tot stand door contact met de omgeving. 4. Vroegere conflicten zijn bepalend voor de latere persoonlijkheid. Welke opvatting hoort bij welke ontwikkelingspsycholoog? Let op: een naam kan meerdere malen voorkomen. a. 1=A, 2=C, 3=E, 4=B. b. 1=B, 2=F, 3=D, 4=A. c. 1=E, 2=A, 3=F, 4=E. d. 1=F, 2=C, 3=E, 4=B Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 46

47 3. Welk knelpunt vormde de aanleiding tot de notitie Vernieuwing van de zorgstructuren in het funderend onderwijs (2005), waarmee de hoofdlijnen voor de reorganisatie van zorg in het onderwijs werden benoemd? a. De samenwerking tussen gemeenten en basisscholen verliep moeizaam. b. Bij 20% van de basisscholen werd een plaatsingsbeleid gehanteerd of werden voorwaarden aan de plaatsing gesteld. c. Leerlingen uit het speciaal onderwijs werden teveel geëtiketteerd en hun kansen op de arbeidsmarkt en in de maatschappij bleken beperkt. d. De gedragsproblemen van zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK) bleken op het speciaal onderwijs versterkt te worden door de interactie met leeftijdsgenoten met vergelijkbare problematiek Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 47

48 BIJLAGE 4. De taalnorm van Pabo HvA TAALNORM SCHRIJVEN PABO HVA Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE pagina 48

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren.

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren. Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren. Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2018-2019 2018-2019 Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE 11-09-2018 pagina 1 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET

Nadere informatie

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.1 2015-2016 Studiewijzer VT 2.1 DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2015 Pagina 1 Inhoud BLOK 2.1 JIJ MAAKT HET VERSCHIL! LEREN

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2015-2016 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen. In dit document lees je wat het beroepsproduct Technisch gesproken reken ik daarop inhoudt. De vakken rekenen-wiskunde,

Nadere informatie

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 1.1 2016-2017 Studiewijzer VT 1.1 DEFINITIEVE VERSIE 08-07-2015 Pagina 1 Inhoud BLOK 1.1 KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS...

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2017-2018 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool In dit beroepsproduct ontwerp je onderwijs op het gebied van Wetenschap en technologie voor de basisschool. Uitgangspunt bij je onderwijsontwerp

Nadere informatie

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.4 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 1.4 - DEFINITIEVE VERSIE 25-04-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.4 BASISONDERWIJS IN NEDERLAND,

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels : PABFMT14X : Pabo : Gecijferdheid 7, Factoren, Machten en Talstelsels : [vertaling via BB] Studiepunten : 1 Categorie Cursusbeheerder

Nadere informatie

Lesgeven over Amsterdam

Lesgeven over Amsterdam Lesgeven over Amsterdam Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.2 2018-2019 2018-2019 Studiewijzer VT 1.2 - DEFINITIEVE VERSIE 24-09-2018 - pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 1.2 KEN DE OMGEVING! - LESGEVEN OVER AMSTERDAM...

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.1 2018-2019 1 Inhoud BLOK 1.1 DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE ZIET DE OPLEIDING OP HOOFDLIJNEN ERUIT?... 4 HET

Nadere informatie

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Basisonderwijs in Nederland, toen en nu Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.4 2018-2019 2018-2019 - Studiewijzer VT 1.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.4 BASISONDERWIJS IN NEDERLAND,

Nadere informatie

Leren door spelen. Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind. Blok 2.2. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Leren door spelen. Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind. Blok 2.2. Studiewijzer Pabo Deeltijd Leren door spelen Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.2 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer DT 2.2 DEFINITIEF 09-11-2017 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.2 LEREN DOOR

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Leren door te spelen Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.3 2018-2019 2018-2019 - Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 pagina 1 INHOUD BLOK 1.3 HET JONGE KIND - LEREN DOOR TE SPELEN...3 HOE VER

Nadere informatie

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Leren door te spelen Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 1.3 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE 26-01-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 1.3 HET JONGE KIND - LEREN DOOR TE SPELEN...3 HOE

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X1 2015-2016 Cursusdoelen 1. De student heeft kennis van getalfuncties, inzicht in de telrij, (structuur van) getallen en getalrelaties

Nadere informatie

Cluster rekenen/wiskunde & didactiek. Verantwoording module Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen Pagina 1

Cluster rekenen/wiskunde & didactiek. Verantwoording module Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen Pagina 1 Verantwoording module Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen 2014-2015 Pagina 1 Inhoudsopgave: Inleiding: blz. 3 Module omschrijving: blz. 4 Toetsmatrijs: blz. 5 Cesuur: blz. 6 College 1: blz.

Nadere informatie

De wereld verkennen: kinderen leren verschillend

De wereld verkennen: kinderen leren verschillend De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.4 2018 2019 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.4 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Diversiteit: Contact en communicatie Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.2 2017 2018 2017-2018 Studiewijzer VT 2.2 - DEFINITIEVE VERSIE 09-11-2017- pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 2.2 DIVERSITEIT: CONTACT EN

Nadere informatie

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Diversiteit: Contact en communicatie Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.2 2016-2017 2016-2017 Studiewijzer VT 2.2 - DEFINITIEVE VERSIE 01-11-2016 - pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 2.2 DIVERSITEIT: CONTACT EN

Nadere informatie

Programma: De rekendocent voor het MBO

Programma: De rekendocent voor het MBO Rekenen op Rekenen Didactische training tot rekendocent info@rekenenoprekenen.nl http://www.rekenenoprekenen.nl Programma: De rekendocent voor het MBO Doel: zelfstandig rekenonderwijs kunnen verzorgen

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2018-2019 2018-2018 Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN: KINDEREN

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Opbrengstgericht werken bij andere vakken Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan Doel Leerkrachten kunnen een les tekenen of geschiedenis ontwerpen volgens de uitgangspunten van OGW die ze direct

Nadere informatie

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Studiehadleiding Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging Naam onderwijseenheid: Methoden en vaardigheden voor praktijkonderzoek Code onderwijseenheid: HBOMIGV015MV Jaar: Onderwijsperiode:

Nadere informatie

Amsterdams onderwijs in beeld

Amsterdams onderwijs in beeld Amsterdams onderwijs in beeld Studiewijzer Pabo Voltijd Periode 1.1 2012-2013 1 Inhoud DIT IS AMSTERDAM! - AMSTERDAMS ONDERWIJS IN BEELD... 3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 3 HET ONDERWIJSPROGRAMMA

Nadere informatie

Studiewijzer Pabo Deeltijd

Studiewijzer Pabo Deeltijd Studiewijzer Pabo Deeltijd Semester 1 2017-2018 Studiewijzer DT 1 sem 1 VERSIE 28-09-2017 Pagina 1 Inhoud SEMESTER 1 KENNISMAKEN MET HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS... 3 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2016-2017 2016-2017 - Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 19-01-2017 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

Diversiteit: Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd. Blok Studiewijzer VT 2.2 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Diversiteit: Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd. Blok Studiewijzer VT 2.2 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1 Diversiteit: Contact en communicatie Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.2 2018 2019 2018-2019 Studiewijzer VT 2.2 DEFINITIEVE VERSIE 19-10-2018 - pagina 1 Inhoudsopgave BLOK 2.2 DIVERSITEIT: CONTACT EN COMMUNICATIE...

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2019-2020 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP OUDERE KIND...3 HOE

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Stap 1 Doelen vaststellen

Stap 1 Doelen vaststellen Stap 1 Doelen vaststellen! Lesdoelen staan altijd in relatie tot langere termijn doelen. Zorg dat je de leerlijn of opbouw van doelen op schoolniveau helder hebt! Groepsdoelen staan altijd in relatie tot

Nadere informatie

LA KOL Bijeenkomst

LA KOL Bijeenkomst LA KOL Bijeenkomst 1 12-13 Verkennen LA KOL op N@tschool Verkennen themadossiers Planning Subjectief concept leren Bekijken LA op N@tschool Trigger: straks bekijken Competenties m.b.t. leren: Vakinhoudelijk

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen?

Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen? Leren door spelen. Wat is goed onderwijs aan jonge kinderen? Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 2.1 2015-2016 [Type here] Inhoud BLOK 2.1 LEREN DOOR SPELEN. WAT IS GOED ONDERWIJS AAN JONGE KINDEREN?...3 HOE

Nadere informatie

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 CURSUSBESCHRIJVING Deel 1 Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam : PABPRO14X : Pabo : Cij 4, Procenten Cursusnaam Engels : [vertaling via BB] Studiepunten : 1 Categorie Cursusbeheerder Opleidingsvorm Leerroute

Nadere informatie

1 De kennisbasis Nederlandse taal

1 De kennisbasis Nederlandse taal Noordhoff Uitgevers bv De kennisbasis Nederlandse taal. De opzet van de kennisbasis. De inhoud van de kennisbasis. Toetsing van de kennisbasis. Hoe gebruik je Basiskennis taalonderwijs? In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het jonge kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2019-2020 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP HET JONGE KIND...3

Nadere informatie

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor , Onderwijs en Opvoeding HANDLEIDING Educatieve minor Fase Semester 1 Leerroute Educatieve Minor 2018-2019 Schrijvers Susan Kruis, Danielle van der Maten en Inge Oudkerk-Pool e-mail Docenten: m.s.kruis@hva.nl

Nadere informatie

Ontwikkeld door: Bronja Versteeg (projectleider), Jolanda Jager en Martha de Vries. ISBN: 9076824274

Ontwikkeld door: Bronja Versteeg (projectleider), Jolanda Jager en Martha de Vries. ISBN: 9076824274 Ontwikkeld door: Bronja Versteeg (projectleider), Jolanda Jager en Martha de Vries. ISBN: 9076824274-2 - Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE 3 INLEIDING 4 DOELEN 4 WERKWIJZE 4 BESCHRIJVING VAN DE LEERLIJNEN 6

Nadere informatie

Eindassessment HU pabo

Eindassessment HU pabo Eindassessment HU pabo Presentatie t.b.v. assessoren 6 juni 2018 Team afstudeerfase 2017-2018 Ontwikkeling afstudeerfase Herontwerp: Onderzoekend werken integreren in programma afstudeerfase Verhogen studeerbaarheid,

Nadere informatie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Studiehandleiding Taal en diversiteit Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail: upva@uva.nl www.student.uva.nl/upva Studiehandleiding Taal en diversiteit (studiegidsnummer 70720219DY) Jaar 2 Semester

Nadere informatie

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1

Voorlezen en vertellen - Pabo 1. Voorlezen en vertellen Pabo 1 Voorlezen en vertellen Pabo 1 149 150 Voorlezen en vertellen - Pabo 1 1. (Interactief) voorlezen Waar gaat het over? 'Ik heb het wel in jouw stem gehoord' is de titel van een boek van Helma van Lierop

Nadere informatie

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten Wanneer je werkt vanuit leerlijnen, is de methode slechts een van de bronnen waarmee leerlingen zich de leerstof eigen maken. Ilse Gmelig 8 februari 2018 Leerdoelen

Nadere informatie

Stappenplan Ontdekken van de Wereld

Stappenplan Ontdekken van de Wereld Stappenplan 2.1.2 Ontdekken van de Wereld In dit document lees je wat het beroepsproduct bij de onderwijseenheid Ontdekken van de Wereld inhoudt en volgens welke stappen je er aan kunt werken. Inleiding

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof

Nadere informatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie

Bijlage 2-9. Richtlijnen voor de prestatie Bijlage 2-9 Richtlijnen voor de prestatie Inleiding Tijdens de stage leveren studenten in feite voortdurend prestaties. Ze doen dingen die (nog) geen dagelijkse routine zijn, waar wilskracht en overtuiging

Nadere informatie

De wereld verkennen: leren in en met de groep

De wereld verkennen: leren in en met de groep De wereld verkennen: leren in en met de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.3 2017-2018 2017-2018 - Studiewijzer VT 2.3 DEFINITIEVE VERSIE 01-02-2018 - pagina 1 INHOUD BLOK 2.3 DE WERELD VERKENNEN:

Nadere informatie

KOL bijeenkomst 3 12-13

KOL bijeenkomst 3 12-13 KOL bijeenkomst 3 12-13 Terugblik: H1:demotoets uitwisselen Bijeenkomst 2 leerstijlen (slb) Wat heb je afgelopen stagedagen gezien/gedaan dat te maken heeft met leren? Aanvullen spin leren: Mijn leren

Nadere informatie

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORPROJECT 4 VMBO - T SECTORPROJECT 4 VMBO - T 2016-2017 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORPROJECT VOOR 4 VMBO-T Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.1 2018-2019 INHOUD BLOK 3.1 HANTEREN VAN VERSCHILLEN TUSSEN KINDEREN IN DE GROEP OUDERE KIND...3 HOE

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Terugblik masterclasses HAN Pabo Terugblik masterclasses HAN Pabo Het afgelopen jaar 2017 hebben studenten van de HAN Pabo de mogelijkheid gehad zich via masterclasses te verdiepen in W&T. Alle hieronder beschreven masterclasses zijn

Nadere informatie

Wetenschap en technologie in het basisonderwijs

Wetenschap en technologie in het basisonderwijs Wetenschap en technologie in het basisonderwijs Hoe dan? Makkelijker gezegd dan gedaan. Anna Hotze, Hogeschool ipabo Amsterdam PO congres, 10 oktober 2018 Fascinatie 2 Deze en toekomstige problemen Vragen

Nadere informatie

Handleiding Coaching/stagereflectie

Handleiding Coaching/stagereflectie Fontys Hogeschool Pedagogiek Coaching/Intervisie Minor Forensische Orthopedagogiek 2013-2014 Studiejaar 3 Handleiding Coaching/stagereflectie Voor studenten voltijd Minor Forensische Orthopedagogiek Studiejaar

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Vragen stellen in de reken-wiskundeles Vragen stellen in de reken-wiskundeles Marc van Zanten, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO & Universiteit Utrecht: Panama, O&T, Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd Het oudere kind Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 3.2 2017-2018 INHOUDSOPGAVE BLOK 3.2 SAMENWERKEN MET OUDERS EN DESKUNDIGEN

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

Cursusbeschrijving: Wiskunde in groep 7 en 8, deel 2 Algemene gegevens Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels Studiepunten Categorie

Cursusbeschrijving: Wiskunde in groep 7 en 8, deel 2 Algemene gegevens Cursuscode(s) Opleiding Cursusnaam Cursusnaam Engels Studiepunten Categorie Cursusbeschrijving: Wiskunde in groep 7 en 8, deel 2 Algemene gegevens Cursuscode(s) : PABWO714X2 Opleiding : Pabo Cursusnaam : Wiskunde in groep 7 en 8, deel 2 Cursusnaam Engels : [vertaling via BB] Studiepunten

Nadere informatie

Rekencursus - vervolg. Bijeenkomst 1 2 oktober 2017 Vincent Jonker Monica Wijers

Rekencursus - vervolg. Bijeenkomst 1 2 oktober 2017 Vincent Jonker Monica Wijers Rekencursus - vervolg Bijeenkomst 1 2 oktober 2017 Vincent Jonker Monica Wijers 1 Kennismaking en intake Deelnemers Mustafa Acikgoz* Ria Blommensteijn* Nordien Chalhi Isha Chander Tino van Dam Gerard

Nadere informatie

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing

Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Onderhandelen over onderwijsvernieuwing Velon-congres, Breda, 19 maart 2019 Rob Moggré, r.moggre@ipabo.nl Ronald Keijzer, r.keijzer@ipabo.nl https://kenniscentrum.ipabo.nl Hogeschool ipabo We zoomen in

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Beoordelingsformulier 3.1.2 Verslag Vakprofilering Geschiedenis 2015-2016 Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Studentnaam: Klas: Beoordelaar Studentnummer: Datum: KERN- EN DEELTAKEN DIE HOREN BIJ DEZE TOETS: 2.1,

Nadere informatie

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren

Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Toelichting LIO-bekwaamheidsgesprek voor (opleidings)examinatoren Dit document is bedoeld om de opleidingsexaminatoren te informeren over de achtergronden van het LIObekwaamheidsgesprek. Ingegaan wordt

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

natuur en techniek Het domein natuur en techniek is breed en veelomvattend.

natuur en techniek Het domein natuur en techniek is breed en veelomvattend. natuur en techniek Belang van het vak Mensen zijn altijd gefascineerd door natuurverschijnselen. Ze dachten erover na en ontwikkelden methoden en technieken om greep te krijgen op die verschijnselen. De

Nadere informatie

Workshop. Aanleiding van de projectaanvraag Uitgangspunten van de activiteiten Opbouw van de website Ervaringen uit de pilots Aan de slag!

Workshop. Aanleiding van de projectaanvraag Uitgangspunten van de activiteiten Opbouw van de website Ervaringen uit de pilots Aan de slag! Workshop Aanleiding van de projectaanvraag Uitgangspunten van de activiteiten Opbouw van de website Ervaringen uit de pilots Aan de slag! Aanleiding Passende Perspectieven Rekenen Niet alle leerlingen

Nadere informatie

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren Leerwerktaak: oplossen aanleren Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school

Nadere informatie

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs Studiewijzer Pabo Deeltijd 1 Eerste semester (blok 1.1 en blok 1.2) 2019-2020 Inhoudsopgave SEMESTER 1 Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs... 3 Hoe ziet

Nadere informatie

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen 1 Repons en achtergrondkenmerken van studenten 2 2 Gebruik van ict door studenten 4 3 Competentie op ict-gebied 5 4 Opvattingen over leerlingen

Nadere informatie

Lesgeven over Amsterdam

Lesgeven over Amsterdam Lesgeven over Amsterdam Studiewijzer Pabo Deeltijd Blok 1.2 2016-2017 2016-2017 - Studiewijzer DT 1.2 DEFINITIEF 03-11-2016 - pagina 1 INHOUDSOPGAVE BLOK 1.2 HET AMSTERDAMSE ONDERWIJS IN THEORIE EN PRAKTIJK...

Nadere informatie

Professionaliseringsaanbod W&T TOEGELICHT

Professionaliseringsaanbod W&T TOEGELICHT Introductie De vijf verdiepingsmodules bestaan uit minimaal 3 en maximaal 6 bijeenkomsten en hieronder vind u een toelichting bij elke module omtrent de inhoud en bijeenkomsten. Verdiepingsmodule 1: Rekenen

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

Alles telt tweede editie. Kerndoelanalyse SLO

Alles telt tweede editie. Kerndoelanalyse SLO Alles telt tweede editie Kerndoelanalyse SLO Maart 2012 2012 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct Titel Onderwijseenheid (OWE) Code OWE Eigenaar OWE Communicatie voor juristen COJE 1 Opleiding HBO-Rechten 2 Doelgroep: variant(en) VT / DT / DU / EL mevrouw drs. D. van der Wagen E-learning Cluster A-cluster

Nadere informatie

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Christine Prast, onderwijskundige Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Vooraf Onderwijskundig kader waarbinnen herontwerp plaatsvond Uitgangspunt bij het hier

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL

DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL DECEMBER 2017 Lisa Jansen-Scheepers HET DRIESLAGMODEL Hoe het drieslagmodel kan worden ingezet ter ondersteuning van het getalbegrip in de realistische rekenles. Het belangrijkste doel van school is niet

Nadere informatie

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Studentnummer: Naam aanmelder: Stap 1. Welkom heten en uitleggen wat het onderzoek inhoudt (Tijd: 5 minuten) Landelijk en bij de FEM is er sprake van een hoge

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren 1. Inleiding Een mobiele telefoon; niet meer weg te denken uit de broekzak van elke scholier. In deze opdracht kijken de leerlingen naar een

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 7, les 1 blok 7, les 3 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11 blok 9, les 1

Aandachtspunten. blok 7, les 1 blok 7, les 3 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11 blok 9, les 1 Aandachtspunten 291 Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9 1 Getalbegrip. Het kind ziet de structuur niet tussen getallen boven en beneden 1 miljoen. uitspreken en opschrijven van grote getallen boven

Nadere informatie

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 15 Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 1 Het leerproces van studenten 21 1.1 Waarom het leerproces van studenten? 21 1.2 Het leerproces volgens Biggs 22 1.3 Leeractiviteiten

Nadere informatie

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie Cursus Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Annemieke Loos Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano Informatiebrochure Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano 2011-2012 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 Het profielwerkstuk 4 Beoordelingsmomenten 6 Het schriftelijk verslag 7 Eindbeoordeling profielwerkstuk 8 2

Nadere informatie

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Wijzer! Natuur en techniek Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Opleiding docent rekenen MBO. 28 mei zesde bijeenkomst Groep 4 ROCmn

Opleiding docent rekenen MBO. 28 mei zesde bijeenkomst Groep 4 ROCmn Opleiding docent rekenen MBO 28 mei zesde bijeenkomst Groep 4 ROCmn Inhoud 1. ERWD Ceciel Borghouts 2. PorFolio vragen nav inhoudsopgave 3. Lunch 4. Breuken 5. Onderzoek 6. Vooruitblik afsluitende bijeenkomst

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie