Krediet in crisis? Onderzoek naar de faillissementspauliana bij financiering aan noodlijdende ondernemingen. Bas van Weert studentnummer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Krediet in crisis? Onderzoek naar de faillissementspauliana bij financiering aan noodlijdende ondernemingen. Bas van Weert studentnummer"

Transcriptie

1 Krediet in crisis? Onderzoek naar de faillissementspauliana bij financiering aan noodlijdende ondernemingen Bas van Weert studentnummer Masterscriptie Privaatrechtelijke rechtspraktijk

2 Voorwoord Meer dan 15 jaar geleden trok ik de deur van de Universiteit Wageningen achter me dicht met het idee dat mijn academische vorming ten einde was. Na bijna 10 jaar werken werd de drang naar méér academische kennis echter onbedwingbaar. Ik kon mij nadat ik mijn werkgever overtuigd had van mijn studieplannen in september 2010 als eerstejaars rechtenstudent melden bij de Universiteit van Amsterdam. Op dat moment was het perspectief dat ik als deeltijdstudent gedurende een periode van 8 jaar student zou blijven. Al gedurende het eerste jaar waarin ik de voorgeschreven 30 ECTS had behaald kreeg ik het idee dat een hogere studiebelasting ook nog wel haalbaar was. In de daaropvolgende jaren heb ik de daad bij het woord gevoegd en ieder jaar méér studiepunten behaald dan het voorgaande jaar. Ik had de smaak van het studeren zó te pakken dat er zelfs ruimte was voor een van mijn grote interesses, kunstgeschiedenis. Ik kijk met veel plezier terug op de colleges en de werkgroepen van de vakken kunstgeschiedenis. Na de Spielerei in de bachelorfase, ving in 2014 de masterstudie aan. Een dure affaire omdat de wetgever inmiddels had bepaald dat voor een tweede academische studie het instellingstarief van toepassing was. Met de hoge studiekosten in het achterhoofd voelde ik toch wel enige druk om de master in één jaar te behalen. Toch weerhield dat mij er niet van om wat extra vakken te volgen. Ik kijk met heel veel plezier terug op de vakken Advocaat en Ethos gegeven door Britta Böhler en Critical Analysis of Corporate Finance and Insolvency van Rolef de Weijs. Vakken waarbij niet alleen een beroep wordt gedaan op capaciteit tot het absorberen van kennis, maar ook op een kritische houding waarbij een gratuite mening uit den boze is. Wat betreft de scriptie die nu voor u ligt, het volgende. Ik had eerst het enthousiaste plan om voor mijn scriptie een onderwerp te kiezen dat op het snijvlak van geschiedenis en recht zou liggen. U treft nu echter een ander onderwerp aan, namelijk de recente ontwikkeling van de faillissementspauliana. Met dat onderwerp blijf ik veel dichter bij huis omdat ik daar in mijn werk nog wel eens mee te maken heb. Dat het kiezen van een onderwerp dat dicht bij je werk staat ook risico s met zich brengt, heb ik tijdens het schrijven van deze scriptie mogen ervaren. Het is dankzij de aanhoudende betrokkenheid van mijn scriptiebegeleider dat ik steeds het pad der objectieve wetenschap weer heb gevonden. Een voorwoord is ook de plaats om mensen te bedanken. Op de eerste plaats, mijn scriptiebegeleider Marco Verdonk; zonder hem zou deze scriptie van een minder niveau zijn geweest. Vervolgens mijn teamleiders, in het verleden Charlotte van Asseldonk en nu Bert Winnemuller, die mij altijd gesteund hebben en in de gelegenheid hebben gesteld ook in de grote hectiek van de bijzonder beheer-praktijk om naast mijn werk te kunnen studeren. Ook een woord van dank voor Hans de Jong, die mij voor menige taalmisser behoed heeft. Daarnaast wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor het geduld dat zij met mij hebben gehad en hun vergevingsgezindheid als ik weer eens niet op een feestje of uitje kon verschijnen vanwege mijn studie. Utrecht, juli

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding... 5 Sub specie aeternitatis Introductie van het onderwerp Onderzoeksvraag/probleemstelling Methode en plan van aanpak Beperking van het onderzoek De faillissementspauliana De Actio Pauliana van art. 42 Fw Doel en rechtvaardiging van art. 42 Fw Objectieve vereisten art. 42 Fw Onverplicht verrichte rechtshandeling Benadeling van schuldeisers Wetenschap van benadeling zowel bij de schuldenaar als bij de wederpartij Bewijsvermoedens van art. 43 Fw Consequentie van een geslaagd beroep op de Actio Pauliana van art. 42 Fw De noodlijdende onderneming Inleiding Kenmerken van de noodlijdende ondernemingen volgens juridische literatuur Kenmerken van de noodlijdende ondernemingen volgens Nederlandse banken Conclusie De rol van de financier Inleiding Bancaire financiering Bank Verschillende vormen van bancaire financiering Voorwaarden aan bancaire financiering Zekerheden Waarom nog bancaire financieringen verstrekken aan noodlijdende ondernemingen? Toepassing van de faillissementspauliana Inleiding De actio pauliana en de verstrekking van financieringen aan noodlijdende ondernemingen

4 5.2.1 Onverplicht karakter en financiering Financiering en wetenschap van benadeling van overige schuldeisers De faillissementspauliana tot aan de Van Dooren-arresten De faillissementspauliana na de Van Dooren-arresten Rode draad in de literatuur Verschil van inzicht in de literatuur Jurisprudentie (Voorzichtige) conclusies Openstaande vragen Wet Continuïteit Ondernemingen II en de faillissementspauliana Inleiding Aanpassing faillissementspauliana in de WCO II (Korte) inhoud en werking van de WCO II Invoering art. 42a Fw Reacties op de voorgestelde invoering van art. 42a Fw Bespreking van de reacties Invoering art. 42a Fw en de (recente) ontwikkeling van de faillissementspauliana van art. 42 Fw Conclusie J.A.A. Adriaanse, Restructering in the Shadow of the Law (diss. Leiden), Deventer: Kluwer Adviescommissie Toekomst Banken (ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Banken), Naar herstel van vertrouwen, 2009 [online via laatst geraadpleegd op 16 mei 2015] AKD, Vakgroep Litigation & Insolvency, Brief d.d. 13 november 2014 aan de Minister van Veiligheid en Justitie [online via 43 A.M. van Amsterdam, Insolventie in economisch perspectief (diss. VU Amsterdam), Den Haag: Boom juridische uitgevers, M. Asker, Het bewijsvermoeden ter zake van wetenschap van benadeling ex art. 43 lid 1 sub 2 Fw ziet niet op zekerheidstelling voor nieuw krediet, Bedrijfsjuridische berichten 2014/43 [online via rechtsorde] S.O.H. Bakkerus, Bancaire Aansprakelijkheid (diss. Nijmegen), Zwolle: Tjeenk Willink W.H.F.M. Cortenraad, Hoe bijzonder is de bijzondere zorgplicht?, Ondernemingsrecht, 2012, P.R. Dekker en F. Ortiz Aldana, Waarom toepassing van het tweeledige wetenschapscriterium bij art. 42 Fw. als maatstaf onjuist is, Tijdschrift voor Insolventierecht 2014/34 [online via rechtsorde]

5 Deloitte Financial Advisory Services B.V., Brief d.d. 15 december 2014 aan de Minister van Veiligheid en Justitie [online via 44 A.A.M. Deterink en L.L.M. Prinsen, De aansprakelijkheid van de bank en de Erba-leer, in: Bank en aansprakelijkheid, R.P.J.L. Tjittes en M.A. Blom (red.), serie Recht en Praktijk, nr. 95, Deventer: Kluwer G. Van Dijck, De faillissementspauliana. Revisie van een relict (diss. Tilburg), Nijmegen: Wolf Legal Publishers, L.J. van Eeghen, Het schemergebied vóór faillissement (diss. Tilburg), Den Haag: Boom juridische uitgevers N.E.D. Faber, Verrekening (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer H.P.J. Ophof, De Actio Pauliana: Terug van weggeweest of ook wegwezen?, (rede), Deventer: Kluwer, Polak (bew. M. Pannevis), Insolventierecht, Deventer: Kluwer, V.P.G. de Serière, Enige opmerkingen omtrent financiële herstructurering en (faillissements)pauliana, in: Financiering en aansprakelijkheid, S.C.J.J. Kortmann e.a. (red.), Serie Onderneming en Recht, deel 1, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink, L.J. Silverentand (red.), Hoofdlijnen WFT, Recht en Praktijk Financieel Recht FR6, Deventer: Kluwer Stuurgroep Kredietverlening (ingesteld door de Minister van Economische Zaken), Kredietverlening aan het MKB, 2013 [online via laatst geraadpleegd op 4 april 2015] R.P.J.L. Tjittes en M.A. Blom (red.), Bank en aansprakelijkheid, serie Recht en Praktijk, nr. 95, Deventer: Kluwer P. Vos, Kredietopzegging en insolventierisico (diss. Leiden), Deventer: Kluwer R.D. Vriesendorp, Art. 47 Fw: een geamputeerde tentakel of verdient de curator meer?, in: De curator, een octopus, S.C.J.J. Kortmann e.a. (red.), Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink R.D. Vriesendorp, Insolventierecht, Studiereeks Burgerlijk recht, Deventer: Kluwer R.D. Vriesendorp, R.M. Hermans en R. Van den Sigtenhorst (De Brauw Blackstone Westbroek N.V.), Brief d.d. 15 december 2014 aan de Minister van Veiligheid en Justitie [online via 48 H. van der Wee & G. Kurghan-van Hentenryk (ed.), A History of European Banking, Antwerpen: Mercatorfonds, R.J. van der Weijden, De faillissementspauliana (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer R.J. de Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung & Transaction Avoidance in Insolvencies, (diss. UvA), Deventer: Kluwer F. van Wingerden en B.P.C. van Weert, Buitengerechtelijke bedrijfsbeëindiging in de Nederlandse glastuinbouw. Bedrijfsbeëindiging buiten faillissement of WSNP middels akkoord, Tijdschrift voor Agrarisch Recht, nr. 1,

6 HR 10 juli 2011, RI 2011, 82 ( Aardenburg q.q./artocarpus N.V.) Rechtbank Overijssel 5 juni 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:

7 1 Inleiding Sub specie aeternitatis Introductie van het onderwerp Dit onderzoek gaat in op het verstrekken van bedrijfsfinancieringen en het daarbij spelende risico van paulianeus handelen in het zicht van een mogelijke faillissement van de onderneming. Het financieren van noodlijdende ondernemingen kent meerdere risico s. Naast het risico dat de debiteur de financiering niet of niet volledig terugbetaalt, loopt een financier ook het risico van het inroepen van de faillissementspauliana door de curator. Dat kan gebeuren op het moment dat de gefinancierde onderneming toch failleert en er (extra) zekerheden aan de financiering zijn verbonden. Als de curator een beroep doet op de faillissementspauliana kan het zijn dat die zekerheden op de tocht komen te staan en de financier zich niet meer op de opbrengst van die zekerheden kan verhalen. Het leerstuk van de faillissementspauliana in samenhang met financiering aan noodlijdende ondernemingen heeft tot veel jurisprudentie geleid, waarbij de laatste belangrijke uitspraak op dit gebied het arrest Roeffen q.q./jaya 2 van de Hoge Raad is. Dit onderzoek richt zich op de samenhang tussen de in de jurisprudentie ontwikkelde invulling van het begrip faillissementspauliana bij de financiering van noodlijdende ondernemingen en de economische realiteit waar die ondernemingen en financiers van die ondernemingen mee geconfronteerd worden. In het tweede onderdeel van dit onderzoek komt de Wet Continuïteit Ondernemingen II aan de orde. Nadat het Voorontwerp Insolventierecht 3 van de Commissie Kortmann in de laden van het Ministerie van Justitie is beland en daar waarschijnlijk niet meer uit komt, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie in 2012 het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementswet aangekondigd. 4 Dat wetgevingsprogramma is gebaseerd op drie pijlers, te weten fraudebestrijding, versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven en modernisering. Het tweede onderdeel van dat wetgevingsprogramma heeft onder andere geresulteerd in een wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid tot het algemeen verbinden verklaren van een buiten faillissement gesloten akkoord ter herstructurering van de schulden 5 (kortweg: Wet Continuïteit Ondernemingen II, ofwel WCO II). Dat wetsvoorstel voorziet in de toevoeging van een art. 42a Fw aan de Faillissementswet. Dit toe te voegen artikel heeft kort gezegd tot doel om de financier van een noodlijdende onderneming te beschermen tegen de faillissementspauliana van art. 42 Fw op het moment dat de schuldenaar de mogelijkheden wil onderzoeken om een akkoord aan zijn crediteuren aan te bieden. In dit onderzoek zal onderzocht worden hoe de mogelijke 1 Vrij vertaald: Je moet de dingen bekijken in het aanzicht van de eeuwigheid, uit: Spinoza, Ethica more geometrico demonstrata, pars quinta, propositio XXIX. 2 HR 29 november 2013, NJ 2014/9 (Roeffen q.q./jaya) 3 Zie: Kortmann en Faber (red.), Geschiedenis van de Faillissementswet, Voorontwerp Insolventiewet, Minister van Justitie en Veiligheid, Brief d.d. 23 juni 2013 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal [online]. 5 Per 31 december 2014 is de consultatie ter zake dit wetsvoorstel gesloten. Zeer onlangs heeft onze Minister van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer de voortgang van het wetgevingsprogramma toegelicht. Ter zake WCO II is het streven het wetsvoorstel dit najaar voor te leggen aan de Afdeling Advisering van de Raad van State. Zie: Minister van Justitie en Veiligheid, Brief d.d. 7 juli 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, p. 3 [online]. 6

8 ontwikkeling van de faillissementspauliana in het kader van dit wetsvoorstel er uit kan gaan zien. 1.2 Onderzoeksvraag/probleemstelling Dit onderzoek gaat in op de stand van zaken ten aanzien van de faillissementspauliana bij het verstrekken van financieringen aan noodlijdende ondernemingen en onderzoekt de vraag of die stand van zaken past bij de economische realiteit van de noodlijdende onderneming en de financier van die onderneming. De tweede onderzoeksvraag is de vraag hoe de faillissementspauliana zich mogelijk zal ontwikkelen bij de invoering van de Wet Continuïteit Ondernemingen II. 1.3 Methode en plan van aanpak De in dit onderzoek gehanteerde onderzoeksmethode is die van het klassieke rechtswetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeksmethode is kwalitatief van aard. Kwalitatief onderzoek is interpretatief en tracht door antwoord te geven op hoe en waarom -vragen een leerstuk inzichtelijk te maken. 6 Voor dit onderzoek betekent dit dat de toepassing van de faillissementspauliana door de rechter object van het onderzoek is. De bronnen voor het onderzoek bestaan uit: wetgeving, wetsgeschiedenis, jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zal er eerst een duidelijk antwoord moeten komen op een aantal vragen. Zo zal eerst duidelijk moeten zijn wat het leerstuk van de faillissementspauliana inhoudt en hoe een beroep daarop werkt. Die vragen zullen in hoofdstuk 2 worden beantwoord. Een tweede vraag die beantwoord zal moeten worden, is de vraag hoe een noodlijdende onderneming er in juridisch opzicht uitziet. Het antwoord op die vraag lijkt vanzelfsprekend maar de behandeling van die vraag in hoofdstuk 3 zal laten zien dat dat allerminst het geval is. In dit onderzoek gaat het om de betrokkenheid van de financier bij een noodlijdende onderneming. In hoofdstuk 4 zal in beeld gebracht worden hoe de rol van de financier bij een noodlijdende onderneming er uitziet. Waar de vorige hoofdstukken nog te beschouwen zijn als inleidende hoofdstukken, waarin een aantal essentiële begrippen (faillissementspauliana, noodlijdende onderneming en de rol van de financier) aan de orde komen, daar komen in hoofdstuk 5 al deze elementen tezamen. In dit hoofdstuk wordt in de eerste plaats toegelicht hoe een financier van een noodlijdende onderneming geconfronteerd kan worden met de faillissementspauliana. In het tweede deel wordt de ontwikkeling van dit leerstuk toegelicht. In het laatste deel wordt onderzocht of met de eerder beschreven ontwikkeling van het leerstuk alle openstaande vragen ook beantwoord zijn. In hoofdstuk 6 zal beknopt ingegaan worden op de vraag hoe de voorgenomen wetswijziging Wet Continuïteit Ondernemingen II er uit ziet en wat het beoogde doel is van deze wet. Meer specifiek zal ingegaan worden op de wijze waarop deze wet de faillissementspauliana wil aanpassen. In het laatste deel van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag hoe die voorgenomen wetswijziging past in de in de eerdere hoofdstukken beschreven rechtsontwikkeling ten aanzien van de faillissementspauliana. In het laatste hoofdstuk van dit onderzoek zal de balans worden opgemaakt van het onderzoek en worden de conclusies van het onderzoek weergegeven. 6 Bosch, Wetenschapsfilosofie voor kwalitatief onderzoek, 2012, p

9 1.4 Beperking van het onderzoek De beperkte omvang van dit onderzoek laat het niet toe om een (uitgebreid) onderzoek te doen naar de (gewenste) economische realiteit met betrekking tot de rol van de financier van de noodlijdende onderneming. In dit onderzoek wordt dan ook voor de economische realiteit aangenomen dat banken in hun rol van financier bij het herstructureren van ondernemingen vaak een nuttige rol spelen 7 en dat die rol inhoudt dat een bank vanuit haar eigen doelstellingen (vaak winstoptimalisatie) zal trachten enkel die ondernemingen in moeilijkheden te redden die continuïteitsperspectief hebben. Vanuit die aanname van de (gewenste) economische realiteit zou de huidige stand van zaken ten aanzien van de faillissementspauliana zó moeten zijn dat de financier de juiste prikkels krijgt om te trachten de onderneming in moeilijkheden mét continuïteitsperspectief 8 wel te laten overleven, in tegenstelling tot de onderneming die dat perspectief niet heeft. Overigens, de in dit onderzoek gehanteerde aanname wordt bevestigd door het onderzoek van Vriesendorp en Gramatikov uit 2010 waaruit (onder andere) blijkt dat onvoldoende toegang tot of beschikbaarheid van (bancaire) financiering een negatieve impact heeft op het overlevingsperspectief voor de onderneming. 9 7 Zie o.a. Van Amsterdam, Insolventie in economisch perspectief, 2004 en Adriaanse e.a., Informele reorganisatie in het perspectief van surseance van betaling, WSNP en faillissement, Vriesendorp, Hermans en De Vries zijn van mening dat er sprake zou moeten zijn van continuïteitsperspectief als de onderneming operationeel een positieve EBITDA laat zien, maar door te hoge financieringslasten in financiële moeilijkheden is gekomen. In dat geval zou volgens hen herstructurering van het passief gewenst zijn. In hun artikel uit 2013 doen zij een voorstel om de wet aldus aan te passen dat dergelijke ondernemingen zouden kunnen blijven voortbestaan. Zie: Vriesendorp, Hermans en De Vries, Wetsvoorstel tot aanpassing van de Faillissementswet door uitbreiding met titel IV, De invoering van de WCO II lijkt in grote mate tegemoet te komen aan de wensen die de auteurs in de praktijk opmerken. 9 Vriesendorp & Gramatikov, Impact of the financial crisis, 2010, p

10 2 De faillissementspauliana 2.1 De Actio Pauliana van art. 42 Fw Doel en rechtvaardiging van art. 42 Fw 11 In de memorie van toelichting bij art. 42 Fw worden in de eerste plaats de beginselen die ten grondslag liggen aan de faillissementspauliana uiteengezet. Het eerste beginsel dat de wetgever noemt is het beginsel dat een ieder met al zijn bezittingen instaat voor de voldoening van zijn schulden. Het tweede beginsel is dat een ieder, behoudens een uitdrukkelijke bepaling, bevoegd is om te handelen. Aan dit beginsel verbindt de wetgever de volgende conclusie: Is bijgevolg een ieder, ook hij die schulden heeft, volkomen bevoegd naar goeddunken over zijn vermogen te beschikken en moet derhalve een toestand waarin de schuldenaar zijn vermogen, krachtens dat beschikkingsrecht, heeft gebracht, door zijne schuldeisers op de meest volstrekte wijze geëerbiedigd worden, aan den anderen kant rust evenzeer op elken schuldenaar de plicht het onderpand zijner schuldeischers niet willens en wetens te hunnen nadeele te verminderen of weg te maken. Dit doende mag hij gezegd worden te kwader trouw te handelen. ( ) Vandaar dat de Pauliana steeds gericht is tegen de derde, die de vermogensbestanddeelen van den schuldenaar heeft ontvangen, maar dan ook alleen tegen den schuldigen derde, die tijdens zijn verwerving bekend was met het gebrek, dat der vervreemding aankleefde, bekend was met het feit dat de schuldenaar door zijne handeling zijne schuldeischers moedwillig benadeelde. 12 Uitgangspunt voor de wetgever is dus de vrije beschikkingsbevoegdheid van de schuldenaar met als beperking dat slechts rechtshandelingen die de schuldenaar te kwader trouw heeft verricht voor vernietiging in aanmerking komen. 13 Ter illustratie, het staat een eigenaar van een goed vrij om dat goed ver onder de marktprijs aan een derde te verkopen. 14 Dat de eigenaar van het goed zich daarmee te kort doet is evident, maar ons recht kent geen iustum pretium -regel 15 zodat een dergelijke overeenkomst rechtsgeldig is. Daarnaast staat het ook een ieder vrij om schulden te maken en deze naar eigen inzicht te voldoen. Zolang een schuldenaar al zijn verplichtingen blijft voldoen, is er ook voor de wederpartij van de schuldenaar geen gevaar te vrezen. Op het moment dat de financiële positie van de schuldenaar echter verschuift van solventie naar insolventie wordt dat anders en heeft een schuldenaar de 10 De faillissementspauliana van art. 47 Fw zal gezien de strikte toepassing die de Hoge Raad aan dit artikel geeft (in de arresten HR 29 juni 2001, NJ 2001, 662, m.nt. WMK Meijs q.q./bank of Tokyo) en HR 24 maart 1995, NJ 1996, 628 m.nt. PvS (Gispen q.q./ifn)) in dit onderzoek niet aan de orde komen. 11 In dit hoofdstuk (en dit onderzoek) wordt enkel de paulianeuze rechtshandeling anders dan om niet behandeld. Art. 42 lid 3 Fw de wettelijke bepaling die ziet op de paulianeuze rechtshandeling om niet zal dan ook aan de orde komen. 12 Kortmann & Faber, Geschiedenis van de Faillissementswet, 1994, p De Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung & Transaction Avoidance in Insolvencies, 2010, p Hierbij ga ik voorbij aan de mogelijke fiscale consequenties (bijv. schenkingsbelasting). 15 De rechter mag kernbedingen in een overeenkomst niet op hun mogelijk onredelijk bezwarend karakter toetsen. Zou hij dat wel doen dan zou dat de introductie van een iustum pretium -regel (dat wil zeggen rechtvaardige prijs ) in ons contractenrecht zijn. Zie: Hesselink, Contractenrecht in perspectief, 2004, p

11 plicht om zijn vermogen dat beschikbaar is voor schuldeisers om verhaal op te nemen niet willens en wetens ten nadele van zijn schuldeisers weg te maken of te verminderen. Mocht dat wel gebeuren bijvoorbeeld doordat een schuldenaar een goed dat hij in eigendom heeft ver onder de marktwaarde verkoopt aan een derde dan handelt de schuldenaar te kwader trouw. 16 Als de schuldenaar vervolgens failleert kan de faillissementscurator met behulp van een beroep op de faillissementspauliana van art. 42 Fw opkomen tegen de rechtshandeling en de paulianeuze rechtshandeling vernietigen. In bovenstaand voorbeeld zal de curator de koopovereenkomst, waarbij het goed voor een veel te lage prijs is verkocht, vernietigen. Een belangrijke voorwaarde voor het kunnen inroepen van de vernietiging is, blijkens de memorie van toelichting, dat de wederpartij bekend was met het gebrek. De faillissementspauliana is dan ook gericht tegen de wederpartij van de (gefailleerde) schuldenaar Objectieve vereisten art. 42 Fw Art. 42 Fw stelt een aantal objectieve vereisten. Het moet gaan om: 1. een onverplicht verrichte rechtshandeling verricht door de schuldenaar voor faillissement; 2. waarvan benadeling van schuldeisers het gevolg is en; 3. de schuldenaar dit wist of behoorde te weten en; 4. indien het een rechtshandeling anders dan om niet betreft dat tevens diens wederpartij dit wist of behoorde te weten. 17 Deze laatste voorwaarde volgt uit art. 42 lid 2 Fw. 18 Hieronder wordt nader ingegaan op deze (cumulatieve) vereisten voor een geslaagd beroep op de faillissementspauliana Onverplicht verrichte rechtshandeling Onverplichte rechtshandelingen zijn alle rechtshandelingen van de schuldenaar die hij verrichtte zonder dat hij daartoe verplicht was op grond van de wet of een eerder gesloten overeenkomst. Voorbeelden van onverplichte rechtshandelingen zijn (i) het betalen van een niet-opeisbare schuld, (ii) betaling van een al dan niet opeisbare schuld door middel van het overdragen van goederen (inbetalinggeving van art. 6:45 BW), (iii) betaling van een al dan niet opeisbare schuld door verkoop van goederen en verrekening van de koopprijs met de vordering op de schuldenaar-verkoper en (iv) het verschaffen van zekerheid voor een eerder aangegane al dan niet opeisbare schuld zonder dat hiertoe voor de schuldenaar tevoren een verplichting bestond. 19 Een belangrijke constatering in het kader van dit onderzoek is dat het aangaan van een nieuwe kredietovereenkomst door een schuldenaar in financiële problemen een onverplichte rechtshandeling is, ook als de schuldenaar feitelijk geen andere mogelijkheden ziet. 20 In het geval van een bancaire financiering waarop de algemene 16 Kortmann & Faber, Geschiedenis van de Faillissementswet, 1994, p De Weijs, Naar een flexibele benadering van wetenschap van benadeling onder de pauliana, WPNR, 6726, Art. 42 lid 2 Fw luidt als volgt: Een rechtshandeling anders dan om niet, ( ), kan wegens benadeling slechts worden vernietigd, indien ook degenen met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichte, wisten of behoorden te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn. 19 Hoff, Balanceren op het koord van de faillissementspauliana, 1995, p Polak, Insolventierecht, 2011, p

12 bankvoorwaarden van toepassing zijn verklaard is het verschaffen van zekerheden, voor de nakoming van bestaande verplichtingen op basis van art. 26 van de algemene bankvoorwaarden wel een verplichte rechtshandeling Benadeling van schuldeisers Er is sprake van benadeling van schuldeisers als de schuldeisers minder ontvangen dan zonder de paulianeuze rechtshandeling het geval zou zijn. Om vast te stellen of er sprake is van benadeling moet de daadwerkelijke situatie vergeleken worden met de hypothetische situatie waarin de rechtshandeling achterwege is gebleven, zo volgt uit het arrest Diepstraten/Gilhuis q.q. van de Hoge Raad. 22 Er moet dus een vermogensvergelijking plaatsvinden. De vermogensvergelijking is een objectief, veelal rekenkundig gegeven. 23 Vervolgens is de vraag op welk tijdstip de benadeling aanwezig moet zijn met andere woorden, welk tijdstip moet worden aangehouden om de vermogensvergelijking te maken. Op die vraag heeft de Hoge Raad eveneens in het arrest Diepstraten/Gilhuis q.q. antwoord gegeven; benadeling van schuldeisers als bedoeld in art. 42 Fw moet aanwezig zijn op het moment dat de curator zijn rechten doet gelden. 24 Een andere vraag is de vraag welke schuldeisers benadeeld moeten zijn om te kunnen spreken van benadeling in de zin van art. 42 Fw? De faillissementspauliana heeft tot doel om de concursus creditorum te handhaven respectievelijk te herstellen. Het gaat dus om de schuldeisers ten tijde van het uitspreken van het faillissement. Niet van belang is of de schuldeisers die aanwezig waren ten tijde van de gewraakte rechtshandeling, sindsdien zijn voldaan. Hierbij is voldoende een benadeling van schuldeisers in het algemeen, omdat in het faillissement gelijke behandeling van schuldeisers een essentieel wettelijk vereiste is. Het voor de schuldeisers te verdelen bedrag moet verminderd zijn. Het doet niet ter zake dat sommige schuldeisers van de bestreden rechtshandeling voordeel hebben gehad. Er kan ook sprake zijn van benadeling als één of slechts enkele crediteuren zijn benadeeld. 25 Benadeling kent verschillende vormen. Ophof onderscheidt drie vormen van benadeling: 26 (i) Vermindering van het actief. Over deze vorm van benadeling stelt de memorie van toelichting het volgende: ( )de benadeeling moet werkelijk hebben plaatsgehad. Dit zal het geval zijn als ten gevolge der handeling het actief van het faillissement kleiner is dan het anders geweest zou zijn. Heeft daarentegen de handeling op het actief geen invloed uitgeoefend, dan zijn de schuldeischers niet benadeeld en vervalt elke reden om te hunnen behoeve de handeling nietig te verklaren. 27 Het gaat bij deze vorm van benadeling om actief dat door de schuldenaar onoorbaar aan zijn vermogen is ontrokken. 21 De Algemene Bankvoorwaarden zijn te vinden op de site van de Nederlandse Vereniging voor Banken, 22 HR 19 oktober 2001, JOR, 2001, 269 (Diepstraten/Gilhuis q.q.) 23 Polak, Insolventierecht, 2011, p Zie HR 19 oktober 2001, JOR, 2001, 269 (Diepstraten/Gilhuis q.q.), r.o Polak, Insolventierecht, 2011, p Ophof, De Actio Pauliana: Terug van weggeweest of ook wegwezen?, 1992, p Kortmann & Faber, Geschiedenis van de Faillissementswet, 1994, p

13 (ii) (iii) Toename (per saldo) van het passief. In dit geval zijn de schulden van de schuldenaar (per saldo) toegenomen, zodat de spoeling voor de crediteuren dunner is geworden. Voorbeelden van deze vorm van benadeling zijn het aanvaarden van (hoofdelijke) aansprakelijkheid, het aanvaarden van een negatieve nalatenschap of het aangaan van een geldlening met een forse boeteverplichting. Verstoring van de onderlinge rangorde der crediteuren. Bij deze laatste vorm van benadeling is de paritas creditorum verstoord doordat één of meer crediteuren zich in het zicht van het faillissement een betere positie hebben verschaft, die zij eerst niet hadden. 28 De onderlinge rangorde is bijvoorbeeld doorbroken wanneer een schuldenaar aan zijn bank zekerheid verschaft en de bank uiteindelijk op basis van de verleende zekerheidsrechten executeert. Dan zijn immers voor de andere schuldeisers dan de bank de verhaalsmogelijkheden minder dan wanneer de zekerheidstelling achterwege was gebleven. Wanneer de bank op grond van het verkregen zekerheidsrecht tot executie overgaat of bij een onderhandse verkoop zich voldoet uit de verkoopopbrengst vóór de andere crediteuren dan vindt tegelijk met de vermindering van het actief een vermindering van het passief voor een even groot bedrag plaats. De benadeling vindt hier dan ook niet door vermindering van het vermogen plaats, maar doordat de bank het uitkeringspercentage van de andere crediteuren ongunstig beïnvloedt Wetenschap van benadeling zowel bij de schuldenaar als bij de wederpartij Dit vereiste is het meest lastige element van de voorwaarden voor het inroepen van de faillissementspauliana van art. 42 Fw. Voor een geslaagd beroep op art. 42 Fw is vereist dat de schuldenaar wist of behoorde te weten dat benadeling van schuldeisers het gevolg van zijn handelen zou zijn. Indien de rechtshandeling een rechtshandeling anders dan om niet betreft, is tevens vereist dat de wederpartij wist of behoorde te weten dat de schuldeisers van de latere failliet door de rechtshandeling benadeeld zouden worden. Met name bij de wederpartij is wetenschap van benadeling vaak moeilijk te bewijzen. 30 Voor het aannemen van wetenschap van benadeling is niet vereist dat partijen de omvang van de benadeling dan wel de persoon van de benadeelde voorzagen. De wetenschap betreft de benadeling, niet het onverplichte karakter van de handeling. 31 Uit het arrest Bakker q.q./katko van de Hoge Raad 32 volgt dat wetenschap van een kans op benadeling niet voldoende is om de beroep op de faillissementspauliana te laten slagen. Betekent dit dat er dan sprake moet zijn 100% zekerheid dat er inderdaad wetenschap van benadeling is? In het UPC-arrest geeft de Hoge Raad meer duidelijkheid: Bij de beoordeling van het onderdeel moet worden vooropgesteld dat het bij benadeling in de zin van art. 3:45 BW gaat om daadwerkelijke benadeling. Van onrechtmatig handelen kan te dezer zake slechts sprake zijn indien met een 28 Hoff, Balanceren op het koord van de faillissementspauliana, 1995, p Van Koppen, Commentaar bij art. 42 Faillissementswet, in: SDU Commentaar Insolventierecht, C.2.2 [online]. 30 Voor de omkering van de bewijslast, waarbij niet op de curator maar de wederpartij van de failliet de bewijslast rust, voor een specifiek aantal rechtshandeling, zie de volgende paragraaf. 31 De Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung & Transaction Avoidance in Insolvencies, 2010, p HR 17 november 2000, NJ 2001, 272 m.nt. PvS (Bakker q.q./katko). 12

14 redelijke mate van waarschijnlijkheid was te voorzien dat de schuldeisers benadeeld zouden worden. 33 Volgens De Weijs verhoudt het criterium van een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid uit dit arrest zich beter met het uitgangspunt dat een kans op benadeling niet voldoende is. 34 Een subvraag ten aanzien van de wetenschap van benadeling is de vraag of en in hoeverre voor partijen ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling duidelijk had moeten zijn dat het faillissement dat is ingetreden, dreigde of zou volgen. Met andere woorden moeten partijen (zowel schuldenaar als schuldeiser) alleen de benadeling voorzien of moeten ze ook het faillissementsrisico voorzien? Deze vraag resulteert in een scheiding der geesten tussen diverse auteurs. In het arrest ABN Amro/Van Dooren III 35 zegt de Hoge Raad (in r.o. 3.7) het volgende over het wetenschapscriterium: dat van wetenschap van benadeling in vorenbedoelde zin sprake is indien ten tijde van de handeling het faillissement en een tekort daarin met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien voor zowel de schuldenaar als degene met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichte. Op basis van deze formulering komen onder andere Wibier, 36 Van Schilfgaarde 37 en Linck 38 tot de conclusie dat er sprake is van een tweeledig wetenschapscriterium 39. Niet alleen moet er sprake zijn van wetenschap (in termen van art. 42 Fw: weten of behoren te weten) dat de met de actio pauliana te bestrijden rechtshandeling benadeling van schuldeisers tot gevolg heeft, er moet volgens deze auteurs ook sprake zijn van wetenschap van een op handen zijnde insolventie. J.J. van Hees en Abendroth behoren tot de auteurs die concluderen dat er sprake is van een tweeledig wetenschapscriterium. J.J. van Hees schrijft het volgende: Om deze redenen ben ik geneigd om ook bij de beantwoording van de tweede deelvraag aan te nemen dat noodzakelijk is dat blijkt dat partijen wisten of behoorden te weten dat de schuldeisers daadwerkelijk minder zouden ontvangen, met andere woorden dat een faillissement (of andere vorm van verhaalsuitoefening) zou volgen HR 26 augustus 2003, JOR 2003, 211, m.nt. J.J. van Hees (Intercomm/UPC). 34 De Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung & Transaction Avoidance in Insolvencies, 2010, p HR 22 december 2009, JOR 2011, 19 m.nt N.E.D. Faber (Van Dooren q.q./abn Amro III). 36 Wibier, Faillissementspauliana in de rechtspraak van de Hoge Raad, Tijdschrift voor de Ondernemingspraktijk, 2010/6. 37 HR 17 november 2000, NJ 2001, 272 (Bakker q.q./katko). 38 Linck, De faillissementspauliana in de Van Dooren-arresten, Bb 2011/9. 39 Die kwalificatie is afkomstig van Faber, zie zijn noot onder: Hof Leeuwarden 20 februari 2008, JOR 2008, 141 m.nt Faber. 40 Van Hees, De wetenschap van de pauliana, in: 10 jaar JOR Alsnog geannoteerd, p

15 Abendroth is even stellig. Hij schrijft: De Pauliana ziet niet op situaties waarin men er rekening mee moet houden dat het wellicht fout zou kunnen gaan, maar op die waarin men wist dat het fout zou gaan. 41 Dit tweeledig criterium wordt bestreden door onder andere Faber 42, Bakker & Ortiz Aldana 43 en Van der Weijden. 44 Volgens hen is het enige criterium dat vereist is het criterium of partijen wisten of behoorden te weten dat de met de actio pauliana te bestrijden rechtshandeling benadeling van schuldeisers tot gevolg zou hebben. Als het faillissementsrisico reeds was te voorzien, dan zal in de regel daarmee ook de vereiste wetenschap van benadeling gegeven zijn. Voor bovengenoemde auteurs betekent dit echter niet dat wetenschap van benadeling alleen in die situatie aanwezig kan zijn. 2.2 Bewijsvermoedens van art. 43 Fw Als de curator een rechtshandeling op basis van de Actio Pauliana van art. 42 Fw vernietigt, dan rust op basis van art. 150 Rv op de curator de stelplicht en de bewijslast om aan te tonen dat aan de (cumulatieve) vereisten voor een geslaagd beroep op de faillissementspauliana is voldaan. Vooral het bewijzen van wetenschap van benadeling bij de wederpartij zal vaak niet gemakkelijk zijn. 45 Hier komt de wetgever de curator tegemoet door in art. 43 Fw een limitatief aantal rechtshandelingen op te noemen waarbij de wetenschap van benadeling vermoed wordt te bestaan. 46 Deze omkering van de bewijslast heeft te gelden voor rechtshandelingen die in de periode tot maximaal één jaar voor het faillissement hebben plaatsgevonden. 47 Tegen het bewijsvermoeden van art. 43 Fw is tegenbewijs toegelaten. 2.3 Consequentie van een geslaagd beroep op de Actio Pauliana van art. 42 Fw Art. 42 Fw geeft zelf aan wat het gevolg is van een geslaagd beroep op de faillissementspauliana, namelijk vernietiging van de rechtshandeling. De vernietiging heeft terugwerkende kracht, er vindt vermogensreconstructie plaats. 48 Voor zover de vernietigde rechtshandeling de rechtsgrond voor een overdracht vormde, is daarmee de titel aan de overdracht komen te ontvallen en kan de curator het goed behoudens derdenbescherming 49 opvorderen met een goederenrechtelijke vordering. In dit verband is art. 51 lid 1 Fw verwarrend. Dit artikel luidt als volgt: 41 Abendroth, Herfinanciering van noodlijdende ondernemingen, in: De Financiering van de Onderneming, 2006, p Hof Leeuwarden 20 februari 2008, JOR 2008, 141 m.nt Faber. 43 Dekker en Ortiz Aldana, Waarom toepassing van het tweeledige wetenschapscriterium bij art. 42 Fw. als maatstaf onjuist is, TvI 2014/ Van der Weijden, De Faillissementspauliana, 2012, p De Weijs geeft een overzicht van de nadelen die verbonden zijn aan het hanteren van een subjectief criterium zoals wetenschap van benadeling is in: De Weijs, Towards an objective European rule on transaction avoidance in insolvencies, International Insolvency Review, 2011 vol. 20, p Verstijlen, commentaar bij art. 43 Fw, in: Tekst & Commentaar Insolventierecht [online]. 47 Van der Weijden, De Faillissementspauliana, 2012, p Polak, Insolventierecht, 2011, p Lid 2 van art. 51 Fw beschermt de rechten van derden die te goeder trouw rechten op de terug te geven goederen hebben gekregen tegen de faillissementspauliana. 14

16 Hetgeen door de vernietigde rechtshandeling uit het vermogen van de schuldenaar gegaan is, moet door hen jegens wie de vernietiging werkt, aan de curator worden teruggegeven met inachtneming van afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. De Weijs geeft aan dat de verwijzing naar afdeling 2 van titel 4 van boek 6 BW (de bepalingen van onverschuldigde betaling) niet betekent dat de curator alleen een vordering heeft op grond van onverschuldigde betaling, maar dat de curator naast de vordering tot opvorderen van het tot de boedel behorend goed, nog een persoonlijke vordering heeft. Deze vordering is onder meer van belang voor zover de wederpartij het goed niet meer heeft. In dat geval heeft de curator nog een vordering wegens onverschuldigde betaling. 50 De uitwerking van de faillissementspauliana kan heel verschillend uitpakken. Als een schuldeiser net voor het faillissement van zijn schuldenaar nog een betaling heeft ontvangen die door de curator vernietigd wordt, komt de schuldeiser in de positie waarin hij had verkeerd als de rechtshandeling achterwege was gebleven. De schuldeiser heeft na vernietiging nog gewoon een concurrente vordering. In het geval er sprake is van vernietiging van een rechtshandeling met een waardeverschil tussen de geleverde prestaties, kan dat betekenen dat de wederpartij in een aanzienlijk slechtere positie komt dan bij de situatie dat de rechtshandeling achterwege was gebleven. Art. 51 lid 3 Fw bepaalt dat hetgeen door de schuldenaar uit hoofde van de vernietigde rechtshandeling ontvangen is of de waarde daarvan, door de curator wordt teruggegeven voor zover de boedel erdoor is gebaat. Voor het tekortkomende kunnen zij jegens wie de vernietiging werkt, als concurrent schuldeiser opkomen. 51 Als de schuldenaar de tegenprestatie verbruikt heeft blijft de wederpartij achter met een vaak waardeloze concurrente vordering De Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung & Transaction Avoidance in Insolvencies, 2010, p De Weijs, Commentaar bij art. 51 Faillissementswet, in: Groene Serie Faillissementswet [online]. 52 Hoewel enigszins gedateerd want gebaseerd op cijfers uit 2007 maar volgens mij nog steeds representatief, is de constatering dat 75% van de faillissementen eindigt met een negatieve boedel. In die gevallen zal er geen enkele uitkering aan concurrente schuldeisers plaatsvinden. Jongsma, Vereffening van de negatieve faillissementsboedel, AA, december 2010, p

17 3 De noodlijdende onderneming 3.1 Inleiding De kredietcrisis die in 2008 de financiële markten in zijn greep hield, heeft zich uitgebreid tot een brede economische crisis. Veel ondernemingen zijn in problemen gekomen en de afgelopen jaren is Nederland geconfronteerd met een ongekend aantal faillissementen van ondernemingen. 53 Aan een faillissement gaat voor een onderneming vrijwel altijd een periode met de nodige problemen vooraf. 54 Wanneer spreken we nu in juridisch relevante zin van een noodlijdende onderneming? Die vraag komt in dit hoofdstuk aan de orde. Het Burgerlijk Wetboek noch de Faillissementswet geeft een definitie van het begrip een noodlijdende onderneming. 55 Om die reden is de juridische literatuur bestudeerd. Het aantal schrijvers dat een definitie van een noodlijdende onderneming en de kenmerken van zo n onderneming geeft, is erg beperkt. In de meeste juridische literatuur (maar ook in de jurisprudentie) wordt de noodlijdende onderneming als een gegeven beschouwd dat geen nadere toelichting behoeft. In dit hoofdstuk worden een aantal overigens, zonder uitputtend of volledig te zijn gezichtspunten toegelicht van auteurs die wél ingaan op de vraag wat een noodlijdende onderneming is. Vervolgens wordt onderzocht wat voor Nederlandse banken de voornaamste kenmerken van een onderneming in moeilijkheden zijn. 3.2 Kenmerken van de noodlijdende ondernemingen volgens juridische literatuur De eerste auteur die hier behandeld wordt is Adriaanse. In zijn dissertatie uit geeft hij de volgende definitie van een onderneming in problemen: A company in financial difficulties is a company where the current and/or future cash flow is insufficient to fulfill the current and/or future obligations Hierbij maakt hij nog onderscheid tussen twee categorieën, enerzijds de ondernemingen die met directe financiële problemen geconfronteerd worden en anderzijds de ondernemingen waarbij er sprake is van een negatieve ontwikkeling waarbij financiële problemen op de korte of lange termijn zullen optreden als er niet ingegrepen wordt. Die negatieve ontwikkeling noemt Adriaanse het insolventieproces met de volgende definitie: 53 Van de 360 duizend bedrijven (excl. eenmanszaken) die in 2014 actief waren in Nederland werden er in dat jaar failliet verklaard. Dat is bijna 21 procent minder dan in In vergelijking met 2008, het laatste jaar voor de financiële crisis, ligt het aantal faillissementen van bedrijven nog wel 73 procent hoger. (Bron: CBS Conjunctuurbericht vrijdag 16 januari 2015) 54 In zijn dissertatie (Van Amsterdam, Insolventie in economisch perspectief, 2004) heeft Van Amsterdam afgerekend met het klassieke beeld van een bedrijf dat onverwacht in problemen komt als gevolg van een onvoorziene omstandigheid. Van Amsterdam heeft aangetoond dat in de meeste gevallen de directie de problemen al maanden of zelfs jaren heeft zien aankomen. 55 Dit in tegenstelling tot de Europese Commissie die in zijn Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (Pbeu 2014, C249/1) wel een definitie geeft van een noodlijdende onderneming, zie art. 2.3 van het richtsnoer. Die definitie heeft in Nederland nog geen ingang gevonden en zal ook lastig in te voeren zijn omdat er volgens deze definitie sprake is van een noodlijdende onderneming als (onder andere) meer dan de helft van het geplaatste aandelenkapitaal is verdwenen door opgebouwde verliezen. Met de Nederlandse flexbv die met een miniem geplaatst kapitaal kan worden opgericht zal er op basis van deze definitie heel snel (en vaak te snel) sprake zijn van een noodlijdende onderneming. 56 Adriaanse, Restructering in the Shadow of the Law, 2005, p

18 The process where the company slips from healthy management into a situation where, without restructuring (rationalisation/reorganisation) a situation of insolvency will arise 57 De definitie van Adriaanse van een bedrijf in problemen is voornamelijk economisch en is in juridische zin moeilijk toe te passen, omdat het essentiële element een inschatting bevat van een economische grootheid, namelijk de inschatting wat de huidige en toekomstige kasstroom van de onderneming zal zijn. In de situatie dat een schuldeiser van een onderneming in problemen ex ante wil vaststellen of er sprake is van een noodlijdende onderneming, is dat op basis van deze definitie een zeer lastige opgave. Het lastige daarvan is het subjectieve element van de inschatting van de omvang van de huidige en toekomstige kasstromen. Vaak heeft het management van een onderneming een andere visie op de vraag of er sprake is van financiële problemen in de onderneming, omdat het management van de onderneming mogelijk een andere visie heeft op de (ontwikkeling van) de huidige en toekomstige kasstroom dan de schuldeiser. Een tweede auteur die een omschrijving geeft van noodlijdende ondernemingen, is Van Eeghen in zijn dissertatie uit Van Eeghen geeft geen definitie maar een omschrijving van het gebied waarbinnen er sprake kan zijn van een noodlijdende onderneming; hij spreekt over het schemergebied vóór faillissement. Voor Van Eeghen is van belang het moment waarop de concursus van crediteuren zou moeten intreden. Het drempelcriterium is hierbij verhaalsinsolventie. Er is sprake van verhaalsinsolventie als er na liquidatie onvoldoende zou zijn om alle crediteuren te kunnen betalen. Van Eeghen onderkent dat verhaalsinsolventie alléén geen criterium is omdat er vele gezonde ondernemingen zijn die, als ze geliquideerd zouden worden, niet in staat zijn om alle crediteuren te kunnen betalen. Van Eeghen geeft drie criteria, die ieder voor zich in combinatie met de verhaalsinsolventie, een kritische grens vormen, waarbij bij passeren van die grens er in de visie van Van Eeghen sprake zou moeten zijn van concursus van crediteuren: - feitelijke insolventie, waarmee hij doelt op het moment dat de onderneming niet meer aan zijn verplichtingen voldoet; - onvoldoende solvabiliteit. In de visie van Van Eeghen is er een kritische grens aan het solvabiliteitsniveau: onder een bepaald niveau afhankelijk van de sector is het niet langer verantwoord om voortschrijdende verliezen te blijven financieren met vreemd vermogen; - dreigende insolventie. Hiervan is sprake als de wederpartij aanwijzingen heeft voor een tekort en de debiteur niet meer tijdig en volledig aan de bestaande verplichtingen kan voldoen. De vaststelling van deze criteria en de tijdstippen waarop aan (een van) deze criteria is voldaan, is zoals Van Eeghen zelf ook aangeeft 59 subjectief. De derde auteur die hier behandeld wordt is Van Amsterdam. 60 onderneming in (zware financiële) problemen als volgt: Hij omschrijft een 57 Ibid, p Van Eeghen, Het schemergebied vóór faillissement, 2006, p Ibid, p Van Amsterdam, Insolventie in economisch perspectief, 2004, p

19 Insolventie is een economisch begrip, en ziet op de financiële en (bedrijfs)economische situatie van een onderneming. Een onderneming verkeert in staat van insolventie, 61 als de onderneming niet meer in staat is om zonder hulp van derden haar financiële verplichtingen na te komen, en zonder deze derden dus niet meer zelfstandig kan voortbestaan. In zijn definitie geeft Van Amsterdam het al aan: een noodlijdende onderneming is een economisch begrip, zodat ook zijn definitie niet resulteert in een juridisch relevante definitie van een noodlijdende onderneming. 3.3 Kenmerken van de noodlijdende ondernemingen volgens Nederlandse banken Ondernemingen in problemen komen terecht bij de Bijzonder Beheer-afdelingen van banken. Deze afdelingen houden zich uitsluitend bezig met noodlijdende ondernemingen en proberen in overleg met het management van de onderneming de onderneming weer naar voldoende continuïteitsperspectief te leiden. Als dat continuïteitsperspectief ontbreekt, zal deze afdeling ook zorgen voor een zorgvuldige afwikkeling van de financiering. Welke criteria gebruiken banken om te bepalen of een onderneming door de Bijzonder Beheer-afdeling behandeld moet worden? ABN Amro is heel summier en geeft alleen aan dat een onderneming terecht komt bij de afdeling Financial Restructuring & Recovery wanneer het risico voor de bank op het aan de onderneming verstrekte krediet te hoog wordt. 62 ING Bank is al niet veel uitgebreider. 63 ING geeft aan per klant de situatie te beoordelen. Daarbij hanteren ze verschillende kenmerken waarmee een inschatting gemaakt wordt of de klant de situatie zelf kan herstellen of niet. Wat die kenmerken zijn, wordt niet aangegeven. Rabobank is iets uitgebreider. 64 Bij die bank start Bijzonder Beheer een begeleidingstraject met de klant als de continuïteit van de onderneming in gevaar dreigt te komen. Er zijn verschillende situaties die deze dreiging kunnen aangeven. Daarbij geeft de bank enkele voorbeelden van die situaties: - de klant kan zijn verplichtingen niet nakomen uit de krediet- en/of leningsovereenkomst met de bank; - er is minstens één jaar verlies gemaakt; - er is naast een verliesgevend jaar ook onvoldoende vermogen en/of liquiditeit; - het kredietrisico is te hoog voor de (zekerheids)positie van de bank. 3.4 Conclusie Uit dit beperkte overzicht blijkt dat er in juridisch relevante zin nauwelijks theoretisch houvast is bij de vaststelling van wat een noodlijdende onderneming is. In meer algemene zin is hier de beeldspraak van Van Amsterdam van toepassing: 61 Niet te verwarren met de juridische kwalificatie staat van insolventie van art. 173 Fw. 62 Zie: (geraadpleegd op 4 april 2015) (geraadpleegd op 4 april 2015) (geraadpleegd op 4 april 2015). 18

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54061

Nadere informatie

De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding.

De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding. De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding. JWCM van Thiel stud.nr. 0296368 10-04-2013 0 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. De faillissementspauliana 4 1.1 De elementen

Nadere informatie

De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen?

De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen? Scriptie De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen? Naam: Levi Van Lerberghe Studentnummer: 5673240 Datum: 29 augustus 2014 Begeleider: mw.

Nadere informatie

Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar

Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar M r. R. J. v a n d e r W e i j d e n * 1 Inleiding Het onderwerp van deze bijdrage is

Nadere informatie

Johan Jol is werkzaam als zelfstandig jurist onder de naam Legal Houdini en Rolf Verhoeven is werkzaam als senior jurist bij ABN AMRO Bank N.V.

Johan Jol is werkzaam als zelfstandig jurist onder de naam Legal Houdini en Rolf Verhoeven is werkzaam als senior jurist bij ABN AMRO Bank N.V. Noodkrediet in nood? Johan Jol is werkzaam als zelfstandig jurist onder de naam Legal Houdini en Rolf Verhoeven is werkzaam als senior jurist bij ABN AMRO Bank N.V. 1 Samenvatting In het huidige economische

Nadere informatie

Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers

Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers Redactionele bijdrage SDU Journaal Insolventie Financiering & Zekerheden 2005 (nr. 9) 1. De feiten De Hoge Raad

Nadere informatie

Extra krediet verstrekken aan een onderneming in zwaar weer? Bezint eer ge begint

Extra krediet verstrekken aan een onderneming in zwaar weer? Bezint eer ge begint Extra krediet verstrekken aan een onderneming in zwaar weer? Bezint eer ge begint Een rechtsvergelijkend onderzoek (Nederlands, Duits en Engels recht) naar de paulianarisico s voor een bank die aan een

Nadere informatie

De faillissementspauliana en het financieren van ondernemingen in financiële moeilijkheden

De faillissementspauliana en het financieren van ondernemingen in financiële moeilijkheden De faillissementspauliana en het financieren van ondernemingen in financiële moeilijkheden 18 12 2012 Ing. J.M. Eerkes Hugo de Grootplein 18 2613 VL Delft Studentnummer: 838955445 Scriptie ter afsluiting

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie)

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) JIN 2014/7 JIN 2014/7, Hoge Raad, 29-11-2013, ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Faillissementspauliana, Vernietigbaarheid geldleningovereenkomst met zekerheidstelling o.g.v.

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt. Johan T. Jol

Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt. Johan T. Jol Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt Johan T. Jol Indeling Historie en toekomst van het Voorontwerp Principiële vraag: Noodzaak? Reactie op een aantal concrete voorstellen Historie

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Faillissementspauliana, insolvenzanfechtung & transaction avoidance in insolvencies : naar een geobjectiveerde regeling van schuldeisersbenadeling de Weijs, R.J.

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET?

WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET? WIE BEPAALT DE FAILLISSEMENTSWET? Prof. mr. B.Wessels Hoogleraar Internationaal insolventierecht, Universiteit Leiden (b.wessels@law.leidenuniv.nl) Op 26 november 2012 jaar is door de Minister van Veiligheid

Nadere informatie

Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering

Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering Mr. M.A.J.G. Janssen en mr. G.G. Boeve Sinds het in 1983 gewezen Peeters/Gatzen-arrest is het vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de curator bevoegd is

Nadere informatie

Pauliana en vaststellingsovereenkomst

Pauliana en vaststellingsovereenkomst Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Pauliana en vaststellingsovereenkomst Vernietiging van een vaststellingsovereenkomst na HR 3 december 2010, LJN BN9366 (Ingwersen q.q./vliegers

Nadere informatie

De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk?

De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk? De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk? Mirjam Borsboom 5793998 begeleider: mr. R.F. Groos meelezer: mw.mr. L.F.A. Welling-Steffens 1 augustus 2012

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Hoe vernieuwend is het. voorontwerp Insolventiewet. voor de faillissementspauliana?

Hoe vernieuwend is het. voorontwerp Insolventiewet. voor de faillissementspauliana? Hoe vernieuwend is het voorontwerp Insolventiewet voor de faillissementspauliana? Master scriptie in het kader van de opleiding Nederlands Recht aan de Open Universiteit Nederland. Student: Marja van der

Nadere informatie

Voorziet de Ontvanger minder snel een faillissement dan een bank?!

Voorziet de Ontvanger minder snel een faillissement dan een bank?! Het gevolg van Van Dooren q.q./abn AMRO III: Voorziet de Ontvanger minder snel een faillissement dan een bank?! Mr. Drs. M.M.S. (Mignon) ter Beek-Ehren en mr. F.J. (Frank) Laagland Inleiding Op 22 december

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Ongewenste paulianadreiging voor redders in nood

Ongewenste paulianadreiging voor redders in nood WETENSCHAP Ongewenste paulianadreiging voor redders in nood T. Hekman & J. de Koning Gans 1 Inleiding Het huidige economische klimaat brengt mee dat steeds meer ondernemingen in financieel zwaar weer komen

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V.

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V. Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgedaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de hoofdstukken reeds afgesloten en wordt voor informatie verwezen naar

Nadere informatie

Vragen rondom de faillissementspauliana

Vragen rondom de faillissementspauliana Vragen rondom de faillissementspauliana Vragen rondom de faillissementspauliana Insolad Jaarboek 1998 Mr. A. van Hees Mr. drs. F.P. van Koppen Mr. G.H. Gispen Prof. mr. J.H. Nieuwenhuis Mr. J.W. Winter

Nadere informatie

De aanpak van benadeling van faillissementsschuldeisers in het civiele- en strafrecht

De aanpak van benadeling van faillissementsschuldeisers in het civiele- en strafrecht De aanpak van benadeling van faillissementsschuldeisers in het civiele- en strafrecht Een onderzoek naar de gevolgen van de introductie door de Hoge Raad van voorwaardelijk opzet in de bankbreukdelicten

Nadere informatie

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V.

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. Gegevens onderneming : Phoenix estigd te Diemen, laatstelijk kantoorhoudende te (2 CJ) Landsmeer aan het

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Advocaten en notarissen

Advocaten en notarissen Advocaten en notarissen Do s & don ts bij zorginstelling in zwaar weer Presentatie voor HEAD 19 november 2015 mr. Maartje ter Horst Zorgbestuurders Meavita schuldig aan wanbeleid (NRC, 2 november 2015)

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

Titel: Actio Pauliana en Persoonlijke Aansprakelijkheid van de Betrokken Notaris

Titel: Actio Pauliana en Persoonlijke Aansprakelijkheid van de Betrokken Notaris Masterscriptie Privaatrechtelijke Rechtspraktijk/ Insolventierecht Sebastiaan Roger Kieffer Augustus 2011 Titel: Actio Pauliana en Persoonlijke Aansprakelijkheid van de Betrokken Notaris Onderzoeksvraag:

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar.

Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar. HC 10, 13-12-2017 (Failissements-)pauliana Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar. (Faillissement)pauliana - Actio Pauliana van art. 3:45-3:48 BW; en de

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief

Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor DVDW Advocaten Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief Inleiding Ceteco N.V. (hierna: Ceteco)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

Verslagtijdvak: 17 augustus 2010 29 oktober 2010 datum: 29 oktober 2010 nummer verslag: Openbaar. 1

Verslagtijdvak: 17 augustus 2010 29 oktober 2010 datum: 29 oktober 2010 nummer verslag: Openbaar. 1 VERSLAG EX ART. 73 a Fw. In het faillissement van: Cox Voerendaal B.V. insolventienummer: F 10 /208 op verzoek van: Cox Voerendaal B.V. (eigen aanvraag) datum verzoek: 9 augustus 2010 appel / verzet: nee

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.10/16/665 NL:TZ:0000009980:F001 13-12-2016 mr. P. Beerens mr. J van Spengen Algemeen Gegevens onderneming De besloten vennootschap

Nadere informatie

: DGT Logistics B.V. export, op- en overslag. : *** 2009 *** 2010 *** 2011 ***

: DGT Logistics B.V. export, op- en overslag. : *** 2009 *** 2010 *** 2011 *** OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 20 februari 2014 Gegevens onderneming Faillissementsnummer : DGT Logistics B.V. : C 16/13/252 F Datum uitspraak : 12 maart 2013 Curator R-C : mr. W. Ploeg

Nadere informatie

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt:

Artikel 4:194a BW In het concept wetsvoorstel luidde artikel 4:194a BW als volgt: Van : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Datum : 31 augustus 2015 Betreft : 34 224 Wijziging van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek om erfgenamen beter te beschermen tegen schulden van de erflater (Wet

Nadere informatie

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring Inhoud I 1 2 3 4 5 5a II 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 Algemeen Drie procedures Het faillissement De surseance van betaling De schuldsanering natuurlijke personen Commissie Insolventierecht Herijking van het

Nadere informatie

TvI 2012/1 p. 10 e.v. Mr dr L.J. van Eeghen

TvI 2012/1 p. 10 e.v. Mr dr L.J. van Eeghen TvI 2012/1 p. 10 e.v. Mr dr L.J. van Eeghen Bijna 30 jaar PGV (Peeters/Gatzen vordering) en 25 jaar Beklamel: iedereen uitgerangeerd? 1 Curatoren zijn ogenschijnlijk na het Bannenberg- en Butterman-arrest

Nadere informatie

Belemmert de Hoge Raad de financieringspraktijk?

Belemmert de Hoge Raad de financieringspraktijk? Beoordeeld door: S.de Groot 2 e lezer: R. de Weijs Belemmert de Hoge Raad de financieringspraktijk? Over vernietigbare kredietovereenkomsten en bulkverpanding Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 23 november 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 23 november 2015 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 23 november 2015 In dit verslag wordt de volgorde aangehouden uit het vorige verslag. Als geen nieuwe ontwikkelingen te melden zijn, maar nog wel te verwachten, wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 768 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.10/16/665 NL:TZ:0000009980:F001 13-12-2016 mr. P. Beerens mr. J van Spengen Algemeen Gegevens onderneming De besloten vennootschap

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.02/13/426 NL:TZ:0000013710:F001 09-04-2013 mr. S.B.M. Tilman mr. M Pellikaan Algemeen Gegevens onderneming I-Deal B.V. Activiteiten

Nadere informatie

De voorlopige crediteurencommissie revisited en artikel 76 Fw re-examined

De voorlopige crediteurencommissie revisited en artikel 76 Fw re-examined S.E. Castaño Ortiz De voorlopige crediteurencommissie revisited en artikel 76 Fw re-examined Inleiding De bevoegdheden die aan de voorlopige crediteurencommissie worden toegekend, door de Faillissementswet,

Nadere informatie

De overeenkomst in het insolventierecht

De overeenkomst in het insolventierecht RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De overeenkomst in het insolventierecht Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus,

Nadere informatie

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks

Welkom namens. Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken. Rob Beks Welkom namens Bestuurdersaansprakelijkheid in incassozaken Rob Beks Onderwerpen Wat is bestuurdersaansprakelijkheid Soorten bestuurdersaansprakelijkheid Uitkeringstoets (nieuwe) BV-recht Vragen Wat is

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 10 Datum: 24 november 2017

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 10 Datum: 24 november 2017 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 10 Datum: 24 november 2017 In dit verslag wordt de volgorde aangehouden uit het vorige verslag. Als geen nieuwe ontwikkelingen te melden zijn, maar nog wel te verwachten,

Nadere informatie

WEEK 6: VERREKENING... 2 HOOFDSTUK 5: DE GEVOLGEN VAN DE FAILLIETVERKLARING, DEEL Verrekening... 2

WEEK 6: VERREKENING... 2 HOOFDSTUK 5: DE GEVOLGEN VAN DE FAILLIETVERKLARING, DEEL Verrekening... 2 AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Insolventierecht Supplement: - week 6: boeksamenvatting - week 7: boeksamenvatting Inhoudsopgave WEEK 6: VERREKENING...

Nadere informatie

Benadeling van schuldeisers: een overzicht

Benadeling van schuldeisers: een overzicht Benadeling van schuldeisers: een overzicht B. Wessels, voor Maandblad van Vermogensrecht, april 2007 1. Inleiding 1. In de advies- en rechtspraktijk vormt de faillissementspauliana één van de meest gecompliceerde

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid Bestuurdersaansprakelijkheid Auteur: mr. J.P.D. van de Klift 1 In: Bb 2008, 52 1. Inleiding Nadat in een eerdere aflevering de doelstellingen, karakteristieken en hoofdrolspelers van het nieuwe Voorontwerp

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/129820

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 21 mei 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 21 mei 2015 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 21 mei 2015 In dit verslag wordt de volgorde aangehouden uit het vorige verslag. Als geen nieuwe ontwikkelingen te melden zijn, maar nog wel te verwachten, wordt

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 4 Datum: 15 september 2011 Gegevens onderneming : Peter Beurskens Digital B.V. Datum uitspraak : 9 november 2010 Curator : mr. S.V. Hardonk Rechter-commissaris

Nadere informatie

Schikken in zwaar weer

Schikken in zwaar weer N.W.M. van den Heuvel & E.A.M. Meeuse 1 Inleiding Voor een onderneming in zwaar weer en haar crediteuren is het aan de orde van de dag: het treffen van een regeling met betrekking tot een opeisbare vordering.

Nadere informatie

WCO II: Een doorbraak? Johan Jol

WCO II: Een doorbraak? Johan Jol WCO II: Een doorbraak? Johan Jol 1 programma Wat er aan voorafging FD 12 November 2012 het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementswet WCO I (pre-pack) en WCO II (akkoord) Specifieke bepalingen WCO

Nadere informatie

ACHTSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FW. in het faillissement van de besloten vennootschap Nual B.V.

ACHTSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FW. in het faillissement van de besloten vennootschap Nual B.V. ACHTSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FW in het faillissement van de besloten vennootschap Nual B.V. Gegevens gefailleerde: Nual B.V., kantoorhoudende te (6956 AX) Spankeren aan de Kanaaldijk 46, KvK onder

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG Inzake : VAN DIJK GROND-, SLOOP- EN STRAATWERKEN B.V. Faillissementsnummer : C/05/13/228 F Datum faillissement : 9 april 2013 Rechter-Commissaris : Mr. P.F.A.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/38073

Nadere informatie

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF Gegevens onderneming Faillissementsnummer Datum uitspraak : 18 juni 2013 Uitgesproken

Nadere informatie

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT

LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT LEASING EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN, VOLGENS BESLUIT VAN HET COLLEGE

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 5 Datum: 28 december 2011 Gegevens onderneming : Peter Beurskens Digital B.V. Datum uitspraak : 9 november 2010 Curator : mr. S.V. Hardonk Rechter-commissaris

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 7A Fw.) Betreft Verslagnummer Datum verslag Insolventienummer F.02/1/426 Toezichtzaaknummer NL:TZ:000001710:F001 Datum uitspraak 09-04-201 R-C Curator

Nadere informatie

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG Inzake : VAN DIJK HOLDING B.V. Faillissementsnummer : C/05/13/255 F Datum faillissement : 16 april 2013 Rechter-Commissaris : Mr. P.F.A. Bierbooms Curator

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Vertaling C-310/14-1 Zaak C-310/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juni 2014 Verwijzende rechter: Helsingin hovioikeus (Finland)

Nadere informatie

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt?

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Mw. mr. F. Damsteegt-Molier Published in WPNR 2008

Nadere informatie

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht

Tilburg University. Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht Tilburg University Boekbespreking R.J. van der Weijden van Dijck, G. Published in: Tijdschrift voor Insolventierecht Document version: Peer reviewed version Publication date: 2014 Link to publication Citation

Nadere informatie

Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder

Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder Girale betaling en het faillisse - ment van de rekeninghouder Mr. B.A. Schuijling en mr. R.J. van der Weijden Na een uiteenzetting van de stand van zaken met betrekking tot rondom de faillissementsdatum

Nadere informatie

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Laura Gringhuis Advocaat Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist? Belastingrecht 28 september 2018 Het opgeven van oud-werkgevers als referent en het verstrekken

Nadere informatie

Verrekening onder de Insolventieverordening

Verrekening onder de Insolventieverordening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Verrekening onder de Insolventieverordening Inleiding In dit artikel wordt het recht van verrekening

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) Nummer : 1. Gegevens onderneming : De heer Jeroen Johannes Hagmeijer, h.o.d.n. Exclusive Truckstyling

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) Nummer : 1. Gegevens onderneming : De heer Jeroen Johannes Hagmeijer, h.o.d.n. Exclusive Truckstyling OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) Nummer : 1 Datum : 22 juni 2016 Gegevens onderneming : De heer Jeroen Johannes Hagmeijer, h.o.d.n. Exclusive Truckstyling Faillissementsnummer : C/15/16/198

Nadere informatie

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Monografieen Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Achtste druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING

Nadere informatie

FIERET VASTGOED B.V.

FIERET VASTGOED B.V. FIERET VASTGOED B.V. FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 24 maart 2016 Gegevens onderneming : Fieret Vastgoed B.V. Stephensonstraat 1 te 3817 JA Amersfoort KvK : 57585962 Faillissementsnummer : C/16/15/633

Nadere informatie

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015.

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015. Inleiding De afgelopen tijd zijn in Nederland veel faillissementen uitgesproken waarbij de nodige werknemers waren betrokken. Een voorbeeld hiervan is het moederbedrijf Royal Imtech N.V. dat op 13 augustus

Nadere informatie

Remedies. Mr. W.L. Valk

Remedies. Mr. W.L. Valk Remedies Mr. W.L. Valk 1 Inleiding denken in remedies perspectief van de rechter perspectief van de wetenschap perspectief van partijen advocaat/andere rechtshulpverlener als intermediair aanpak in deze

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 20 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen lid Van Hijum

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Datum 20 maart 2013 Betreft Beantwoording vragen lid Van Hijum > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 juni 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 juni 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 juni 2014 Gegevens onderneming: de besloten vennootschap Laurens Marius College B.V., gevestigd te Apeldoorn aan de Oude Apeldoornseweg 41-45. Faillissementsnummer

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 1 Datum: 30 oktober 2012 Gegevens onderneming: Ruber Acia B.V., tevens handelend de namen Ruber Acia Euro-MSO, Ruber Acia Aviation

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 8 Datum: 27 maart 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 8 Datum: 27 maart 2015 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 8 Datum: 27 maart 2015 Gegevens onderneming: de besloten vennootschap Laurens Marius College B.V., gevestigd te Apeldoorn aan de Oude Apeldoornseweg 41-45. Faillissementsnummer

Nadere informatie

Faillissementspauliana, insolvenzanfechtung & transaction avoidance in insolvencies : naar een geobjectiveerde regeling van schuldeisersbenadeling

Faillissementspauliana, insolvenzanfechtung & transaction avoidance in insolvencies : naar een geobjectiveerde regeling van schuldeisersbenadeling UvA-DARE (Digital Academic Repository) Faillissementspauliana, insolvenzanfechtung & transaction avoidance in insolvencies : naar een geobjectiveerde regeling van schuldeisersbenadeling de Weijs, R.J.

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) In het faillissement van : Bloem Digital Imaging B.V. Faillissementsnummer : Verslagnummer : 2 Datum uitspraak : 10 september 2013 Curator : mr. G.F.H. Velthuizen

Nadere informatie

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 IN HET FAILLISSEMENT VAN BRINCKSTAETE ADVIESGROEP HAARLEM B.V. d.d. 22 mei 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 IN HET FAILLISSEMENT VAN BRINCKSTAETE ADVIESGROEP HAARLEM B.V. d.d. 22 mei 2014 Hoewel de informatie in dit openbaar verslag en het bijbehorend financieel verslag zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld, staat de curator niet in voor de volledigheid en juistheid daarvan. Mogelijk is

Nadere informatie

OR 2013/251 Rechtbank Amsterdam, sector kanton, , CV EXPL , ECLI:NL:RBAMS:2012:BW3250

OR 2013/251 Rechtbank Amsterdam, sector kanton, , CV EXPL , ECLI:NL:RBAMS:2012:BW3250 OR 2013/251 Rechtbank Amsterdam, sector kanton, 20-03-2012, 1288366 CV EXPL 11-33054, ECLI:NL:RBAMS:2012:BW3250 Faillissementpauliana, Betaling van declaratie van advocaat voor werkzaamheden ter voorkoming

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.02/14/242 NL:TZ:0000006507:F001 01-04-2014 dr. mr. L.L.M. Prinsen mr. MDE van der Borst-Leppens Algemeen Gegevens onderneming Johnny

Nadere informatie

EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID

EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID OVER RECHT// DE RUIMTE OM VRIJ TE KUNNEN ONDERNEMEN MR. ERIK ESHUIS EXPERT MEETING FAILLISSEMENT en OVERHEID Titel presentatie 1 2015 Behandelplan Introductie Faillissement Aansprakelijkheid bestuur Schijn

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.05/16/390 NL:TZ:0000012070:F003 14-06-2016 Mr. V.F.M. Jongerius mr. A.M.P.T. Blokhuis Algemeen Gegevens onderneming Willems Borculo

Nadere informatie

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Mr. S.A.H.J. Warringa In dit artikel zal ik de periode die intreedt direct nadat een schuldenaar in staat van faillissement is verklaard nader bekijken.

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/15/120 NL:TZ:0000003590:F001 10-02-2015 mr. M. Telderman mr. A.M. Koene Algemeen Gegevens onderneming de besloten vennootschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/17/46 NL:TZ:0000010717:F002 24-01-2017 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Dunne Holding B.V. Activiteiten

Nadere informatie

De inhoud van de aan de rechtbank toegezonden papieren versie van dit verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag.

De inhoud van de aan de rechtbank toegezonden papieren versie van dit verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag. FAILLISSEMENTSVERSLAG ex artikel 73a Fw nummer2 De inhoud van de aan de rechtbank toegezonden papieren versie van dit verslag is identiek aan de digitale versie van het verslag. Indien dit verslag een

Nadere informatie