De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk?"

Transcriptie

1 De gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana; afwendbaar of onherroepelijk? Mirjam Borsboom begeleider: mr. R.F. Groos meelezer: mw.mr. L.F.A. Welling-Steffens 1 augustus 2012

2 Inhoudsopgave I. Inleiding 3 II. De faillissementspauliana 5 III. De gevolgen van de vernietiging 8 IV. Opheffen van de benadeling 19 V. Conclusie 28 VI. Literatuurlijst 30 2

3 I. Inleiding Een schuldenaar verkeert in betalingsproblemen. De druk van crediteuren wordt steeds hoger. Tot het vermogen van de schuldenaar behoort onder meer een bedrijfspand dat een half jaar geleden is getaxeerd op EUR ,--. Ten einde raad gaat hij naar een bekende, legt de situatie uit en vraagt of hij geïnteresseerd is in koop van het pand. Deze partij laat zelf een taxatie maken; de uitkomst is een waardering van EUR ,--. De schuldenaar wikt en weegt, en besluit zijn bedrijfspand voor EUR ,-- te verkopen. Met de betaling wordt de hypotheekschuld bij de bank ter hoogte van EUR ,-- afgelost, en met het resterende bedrag worden een aantal crediteuren voldaan. De hoop op betere tijden blijkt ongegrond. Het faillissement van het bedrijf wordt 5 maanden later toch uitgesproken. De curator herkent de klassieke faillissementspauliana en laat een taxatierapport opmaken van het onroerend goed. Zijn taxateur komt tot een waarde van EUR ,--. De curator benadert de koper en zij treden in overleg. De discussie over de juistheid van de koopprijs en taxatierapporten leidt ertoe dat beide partijen ieder door gerenommeerde taxateurs nog een rapport op laten maken. Het taxatierapport van de koper stelt de waarde vast op EUR ,-- (hierna Taxatie 110), in het taxatierapport van de curator wordt het pand gewaardeerd op EUR ,-- (hierna Taxatie 140). De koper stelt voor om een bedrag bij te betalen om de benadeling op te heffen. Dat berekent hij op de koopprijs minus het gemiddelde van de Taxatie 110 en Taxatie 140, dus EUR ,-- bijbetalen. De curator is het hier niet mee eens en vernietigt de koopovereenkomst op grond van artikel 42 Fw. Het leidt tot een procedure waarin de vraag naar de gevolgen van de vernietiging en de mogelijkheid van afkoop van de benadeling door de koper centraal staan. In het meest waarschijnlijke geval zal bij de procedure bij de rechtbank een onafhankelijke deskundige worden benoemd voor een nieuw taxatierapport. In het hierna volgende zal er van worden uitgegaan dat de onafhankelijke taxateur, benoemd door de rechtbank, taxeert op een bedrag van EUR ,--. Wat zijn de gevolgen van de vernietiging door de faillissementspauliana? In de praktijk en in de literatuur is dat nog niet uitgekristalliseerd. In deze scriptie zal de volgende vraag centraal staan: biedt het systeem van artikel 51 Faillissementswet (Fw) de mogelijkheid om de gevolgen van het inroepen van de faillissementspauliana af te wenden door de benadeling op te heffen? Om die vraag te beantwoorden zal bovenstaande casus tot uitgangspunt worden genomen. De casus geeft de reikwijdte van de scriptie aan en zal dienen als leidraad. Aan de hand van verschillende vragen die deze casus oproept worden artikel 42 en 51 Fw behandeld, alsmede de leer van de relatieve nietigheid. Elk hoofdstuk zal worden 3

4 ingeleid met een deelvraag die uit de casus voortvloeit en zal leiden tot een conclusie waar de balans wordt opgemaakt wat nu precies de gevolgen zijn, en of de koper zich kan beroepen op een recht op afkoop van de faillissementspauliana. 4

5 II. De faillissementspauliana De curator roept de nietigheid van de koopovereenkomst in 1. Welke voorwaarden stelt de wet aan de mogelijkheid tot vernietiging? De pauliana is een rechtsfiguur dat strekt tot vernietiging van een benadelende rechtshandeling van een schuldenaar jegens zijn schuldeisers. Kenmerkend voor de pauliana is dat het de bevoegdheid om naar eigen inzicht te handelen en beschikken over hem toekomende goederen en rechten beperkt 2. De rechtvaardiging voor deze beperking is te vinden in de gelijkheid van schuldeisers, zoals neergelegd in artikel 3:277 BW en het in artikel 3:276 BW opgenomen uitgangspunt dat een schuldeiser zich op alle goederen van de schuldenaar mag verhalen 3. De Faillissementswet kent twee artikelen ter vernietiging van een rechtshandeling op grond van de pauliana, artikel 42 en 47 Fw. Daarnaast biedt het Burgerlijk Wetboek in artikel 3:45 BW ook de mogelijkheid tot vernietiging buiten faillissement. Het doel en de strekking van de paulianabepalingen is het tegengaan dan wel opheffen of ongedaan maken van de benadeling van schuldeisers 4. Daarnaast wordt herstel van het verhaal dat oorspronkelijk voor de schuldeisers aanwezig was als doel gezien 5. Dit idee is gestoeld op de wens van herstel van paritas creditorum als bedoeld in artikel 3:277 BW. Door vernietiging vindt een reconstructie plaats van het voor verhaal beschikbare vermogen 6. De Weijs formuleert het doel en de strekking vanuit het oogpunt dat de pauliana de bevoordeling van de wederpartij moet opheffen (die ten koste is gegaan van de gemeenschappelijke schuldeisers). Daarnaast signaleert de Weijs een algemener doel. Door pauliana is het mogelijk dat schuldeisers legitieme af- of aanspraken kunnen effectueren. De pauliana maakt het mogelijk dat de paritas creditorum en de wettelijke uitzonderingen daarop gehandhaafd kunnen worden 7. 1 Ten gevolge van de vernietiging van de koopovereenkomst komt de grondslag aan de levering te ontvallen, aangezien er geen geldige titel meer is. 2 Prof. mr. B. Wessels, Gevolgen van de faillietverklaring (2), Kluwer, Deventer, 2007, nr Wessels 2007, nr o.a. Rechtbank Maastricht 15 juni 2005, JOR 2005/224 5 o.a. R.J. de Weijs, Faillissementspauliana, Insolvenzanfechtung en transaction avoidance in insolvencies, Kluwer, Deventer 2010, p. 13; zie ook Mr. N.J. Polak, mr. M. Pannevis, Insolventierecht, Kluwer, Deventer 2011, p Wessels 2007, nr De Weijs 2010, p. 13 5

6 Het Wetboek van Strafrecht stelt een paulianeuze handeling in de context van faillissement strafbaar. In de artikelen 340 tot en met 349 Wetboek van Strafrecht is zowel de failliete schuldenaar als de wederpartij die profiteert van de paulianeuze handeling strafbaar 8. Voorwaarden voor een geslaagd beroep Op grond van artikel 42 Fw heeft de curator de exclusieve bevoegdheid tot vernietiging als er sprake is van een vóór faillissement verrichtte rechtshandeling, die onverplicht is en waarvan de schuldenaar en de wederpartij wetenschap hadden dat benadeling van de gemeenschappelijke schuldeisers daarvan het gevolg zou zijn. Een curator is bevoegd een verplichte rechtshandeling te vernietigen op grond van artikel 47 Fw indien wordt aangetoond dat de wederpartij van de schuldenaar wist dat het faillissement reeds was aangevraagd of dat de rechtshandeling het gevolg is geweest van overleg tussen de schuldenaar en wederpartij, en dit ten doel had de wederpartij te begunstigen boven de andere schuldeisers 9. In beide gevallen is benadeling in het verhaalsvermogen van de schuldenaar de essentie van een paulianeuze handeling 10. Voor de beantwoording van de vraag naar de gevolgen van de vernietiging is het onderscheid tussen een verplichte en onverplichte rechtshandeling niet van belang. De afwikkeling vindt op dezelfde manier plaats 11. Daarnaast maakt artikel 42 Fw een onderscheid tussen een paulianeuze handeling om baat en een handeling om niet. Ingevolge lid 3 van artikel 42 Fw heeft de vernietiging van een gewraakte rechtshandeling om niet geen werking, en dus geen gevolgen, jegens degene die is bevoordeeld als hij kan aantonen dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was. Als dit niet bewezen kan worden, zijn de gevolgen tussen de vernietiging van een rechtshandeling om baat en om niet gelijk 12. De kern van de paulianeuze handeling ligt in de benadeling 13. Schuldeisersbenadeling doet zich voor in de vorm van inbreuk op de integriteit van het verhaalsvermogen of door 8 voor een actueel overzicht zie C.M. Hilverda, Het bedrieglijke van de bankbreuk ontrafeld, TvI 2012, afl 2, p Voor een nadere bespreking en relevante jurisprudentie verwijs ik naar o.a. Polak 2011, p. 119 e.v. Verdere behandeling van dit leerstuk valt buiten het bestek van deze scriptie. 10 In artikel 47 Fw is dit niet uitdrukkelijk als voorwaarden opgenomen, maar in de literatuur wordt hiervan uitgegaan. Zie onder meer Polak 2011, p het onderscheid zal daarom niet verder aan bod komen. In het verdere vervolg van de scriptie zal steeds worden teruggegrepen op een vernietiging ex artikel 42 Fw, omdat er in de casus (de leidraad voor verdere bespreking) sprake is van een onverplichte rechtshandeling. 12 Ook op dit onderscheid zal dus niet nader worden ingegaan of teruggekomen. 13 Ingevolge HR Diepstraten/Gilhuis (HR 19 oktober 2001, NJ 2001/654) moet de vraag of er sprake is van benadeling worden beantwoord aan de hand van de hypothetische situatie waarin de schuldeisers zouden hebben verkeerd zonder de gewraakte rechtshandeling en deze te vergelijken met de situatie waarin zij werkelijk verkeren als die handeling onaangetast blijft. 6

7 doorbreking van de paritas creditorum 14. Het moet daarbij gaan om een daadwerkelijke benadeling 15. In de casus gaat het om een onverplichte rechtshandeling die aan de hand van artikel 42 Fw moet worden getoetst. In het vervolg van deze scriptie zal, zonder nadere uitwerking, worden aangenomen dat aan deze voorwaarden is voldaan en de curator hierop een geslaagd beroep heeft gedaan, wat de weg vrij maakt voor de vraag naar de gevolgen van deze vernietiging. 14 zie o.a. Wessels 2007, nr. 3094, H.P.J. Ophof, De actio pauliana: terug van weggeweest of ook: wegwezen? Deventer, Kluwer, 1992, p. 20 en de Weijs 2010, p. 8-9, die nog een derde vorm onderscheid: benadeling door een dubbele opstelling van aandeelhouders. Dit onderscheid wordt alleen door de Weijs aangebracht. Dit onderscheid is niet relevant voor de probleemstelling van deze scriptie en zal dus niet verder aan bod komen. 15 Van Der Feltz (1896), p. 439, Hof s-gravenhage 3 maart 1941, NJ 1941, 549 7

8 III. De gevolgen van de vernietiging In dit hoofdstuk zal verder worden ingegaan op de gevolgen van de vernietiging. Wat zegt de wet hierover? Deze vraag is relevant om te kunnen beoordelen of er ruimte wordt gelaten voor de mogelijkheid van afkoop. Om op deze vraag een antwoord te kunnen geven, wordt stap voor stap gekeken naar de factoren die een rol spelen bij de vernietiging. Allereerst komt artikel 42 Fw aan bod. Vervolgens artikel 51 Fw, dat onder meer de status van de vordering bepaalt. De gevolgen van de vernietiging worden ook bepaald door de relatieve werking van die nietigheid. Welke rol dit speelt en hoe ver deze relatieve nietigheid strekt, komt aan bod in het volgende hoofdstuk. Artikel 42 Fw De pauliana is een rechtsfiguur die strekt tot vernietiging. De rechtsgevolgen van vernietiging worden bepaald in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. Vernietiging heeft goederenrechtelijke werking. Vernietiging tast de rechtshandeling die strekt tot overdracht aan 16. De rechtshandeling is daardoor met terugwerkende kracht nietig ex 3:53 lid 1 BW. De goederen keren van rechtswege terug in de boedel. De terugwerkende kracht gaat tot het tijdstip waarop de rechtshandeling werd verricht 17. De vernietiging is echter geen absolute nietigheid, maar heeft een relatief karakter. Het karakter van een vernietiging heeft betrekking op het gevolgenperspectief van de vernietiging. Waar vrijwel elke vernietiging een absoluut karakter heeft, inhoudende dat zij goederenrechtelijke werking heeft en geldt jegens een ieder, is kenmerkend voor het relatieve karakter dat de gevolgen beperkt worden. In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen subjectieve relatieve nietigheid en objectieve relatieve nietigheid 18. Subjectieve relatieve nietigheid beperkt de werking van de vernietiging naar persoon, objectieve relatieve nietigheid beperkt de werking naar inhoud 19. In de Memorie van Toelichting bij artikel 42 Fw wordt gesteld dat de vernietiging (..) slechts eene relatieve nietigheid is (..), eene die alleen bestaat ten opzichte van den boedel en mitsdien alleen en uitsluitend door den curator kan worden ingeroepen (..), het geldt hier 16 Wessels 2007, nr o.a. Rechtbank s-gravenhage 17 oktober 2001, JOR 2002/ o.a. Mr. G van Dijck, Pauliana, Kluwer, Deventer 2008, p. 48 en Mr. Jac. Hijma, Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen, Kluwer, Deventer 1988, p Hijma, 1988, p

9 eene nietigheid in het uitsluitend belang der schuldeischers, waaraan dus ook niemand anders dan zij eenig recht mogen ontleenen 20. Uit deze passage en de zinsnede uit artikel 42 Fw dat de curator slechts kan vernietigen ten behoeve van de boedel wordt afgeleid dat de vernietiging niet verder strekt dan ten opzichte van de gemeenschappelijke schuldeisers. Er is sprake van een beperking naar persoon en dus een subjectieve relatieve nietigheid. Alleen de gemeenschappelijke schuldeisers worden geraakt door de vernietiging. Schuldeisers buiten faillissement, derden en de contractspartijen onderling worden niet geraakt. De wetgever zegt niet meer over de relatieve nietigheid dan bovenstaande passage uit de Memorie van Toelichting bij artikel 42 Fw. Uit deze passage blijkt niet direct dat de wetgever ook heeft gekozen voor een beperking van de werking van vernietiging naar inhoud. In de literatuur 21 wordt echter algemeen aangenomen dat de vernietiging van de faillissementspauliana ook objectieve relatieve werking heeft. Dit houdt in dat de vernietiging niet verder strekt dan ter opheffing van de benadeling. Deze opvatting komt voort uit de uitleg van de BW-pauliana in artikel 3:45 BW en zijn voorganger artikel 1377 oud BW. Zowel de BW-pauliana als de faillissementspauliana hebben tot doel om de benadeling van schuldeisers tegen te gaan, met het verschil dat de BW-pauliana slechts door een individuele schuldeiser kan worden ingeroepen. In artikel 3:45 lid 4 BW staan uitdrukkelijk zowel de subjectieve relatieve werking als de objectief relatieve werking genoemd in de zinsneden ten behoeve van de schuldeiser en niet verder gaat dan nodig ter opheffing van de door hem ondervonden benadeling. De keuze voor een relatieve nietigheid van de pauliana is een gevolg van het doel van de wetgever met de pauliana. Volgens de parlementaire geschiedenis beoogt het artikel uitsluitend de crediteur te beschermen in zijn verhaalsrecht en de hem daarbij wellicht toekomende voorrang 22. Onder het oude recht was paulianeus handelen een nietigheid en waren de gevolgen zeer star 23. De gevolgen van deze nietigheid leidden niet tot het gewenste resultaat, namelijk louter bescherming van de schuldeisers. De Hoge Raad 24 oordeelde dat zo dikwijls de wet eene nietigheid bepaalt ter bescherming van de belangen van de schuldeisers, zoude zij het beoogde doel voorbij schieten, door die nietigheid absoluut dus ook tusschen partijen zelf te doen werken. De Hoge Raad sloot hiermee aan bij de opvatting die in de literatuur leefde en wat de wetgever beoogd had. De pauliana 20 Van der Feltz (1896), p zie onder meer Polak 2011, p. 128, van Dijck 2008, p. 48 en Wessels 2007, nr. 3140, 3131 en M.v.A. II Parl. Gesch. Boek 3. p Hijma 1988, p HR 15 maart 1940, NJ 1940, nr

10 is er voor schuldeisers, waarbij het niet de bedoeling is dat de nietigheid ten voordele van de schuldenaar strekt. Dit wordt duidelijk aan de hand van het voorbeeld van een verkoop van een machine onder de waarde. De machine is EUR ,-- waard en wordt verkocht voor EUR ,--. Een individuele schuldeiser, die een vordering van EUR ,-- heeft op de schuldenaar, is hierdoor benadeeld. Als de koopovereenkomst absoluut vernietigd zou worden, zou door de goederenrechtelijke werking de machine nog altijd bij de schuldenaar in eigendom zijn gebleven en zou de wederpartij aanspraak hebben op terugbetaling van de koopsom. De BW-pauliana kent echter een objectieve relatieve werking. Dit houdt in dat de gevolgen van de vernietiging niet verder strekken dan ter opheffing van de benadeling van de schuldeiser. Daarnaast wordt als uitgangspunt aangenomen dat de schuldenaar niet bevoordeeld mag worden door de vernietiging 25. De beperking van de gevolgen van de vernietiging resulteert hierin dat de vernietiging de overeenkomst tussen partijen onderling niet raakt 26. De koopovereenkomst blijft dus bestaan tussen partijen, maar de individuele schuldeiser mag, omdat de gevolgen van de vernietiging slechts hem betreffen, de zaak wel uitwinnen. Stel dat de machine EUR ,-- opbrengt, dan ontvangt de schuldeiser zijn EUR ,--. Zijn benadeling is daardoor opgeheven 27. De aanspraak op de resterende EUR ,-- komt door de relatieve werking (de overeenkomst blijft in stand) echter niet ten goede aan de schuldenaar maar aan de koper van de machine. Een overschot behoort dus, als de benadeling is voldaan, toe aan de wederpartij 28. Bij de invoering van het nieuw BW heeft Meijers dit uitgangspunt overgenomen met een verwijzing naar de hierboven genoemde literatuur, jurisprudentie en artikel 1107 oud BW Zie onder andere van Koppen, 1988, p. 182 en 255, en J.A. van Ankum, De pauliana buiten failissement in het Nederlandse recht sedert de codificatie, Tjeenk Willink, Zwolle, 1962 en Asser 6-III, A.S. Hartkamp en Sieburgh, nr. 598 en 599 over dit standpunt. 26 Dit is de subjectieve relatieve werking, de vernietiging werkt alleen ten behoeve de individuele schuldeiser en de overeenkomst tussen partijen wordt dus niet aangetast 27 Dit is kenmerkend voor de objectieve werking, de vernietiging strekt slechts ter opheffing van zijn benadeling, zijnde EUR ,-- 28 De Hoge Raad onderschrijft dit in HR 16 februari 1996, NJ 1996, 367. In deze zaak deed een werknemer een beroep op de pauliana ex 3:45 BW. Zij had een loonvordering jegens haar exwerkgever. De reoganiserende ex-werkgever A B.V. handelde volgens een reorganisatieplan waarbij alle bezittingen en het personeel werden overgedragen aan B N.V. De onroerende zaak was voor een te lage prijs overgedragen aan B N.V. De ex-werkneemster was hierdoor benadeeld omdat A B.V. haar loonvordering niet kon voldoen. Zij vernietigt de overdracht van de onroerende zaak. De vernietiging strekt niet verder dan de opheffing van de benadeling van de werknemer. Dit heeft tot gevolg dat uit de executieopbrengst van de roerende zaak zij alleen haar loonvordering mag ontvangen. Het resterende bedrag behoort aan de kopende B N.V. toe. 29 artikel 1107 oud BW is de oude erfrechtpauliana. Dit artikel bepaalde dat in geval een schuldenaar zijn erfenis heeft verworpen en dit een benadeling voor zijn schuldeisers oplevert, de schuldeisers de nalatenschap in zijn plaats kunnen aanvaarden. In dat geval wordt de verwerping slechts vernietigd ten belope van hun vorderingen en mag het de verwerpende erfgenaam geen voordeel opleveren. Het relatieve karakter zorgt ervoor dat de schuldeisers niet meer benadeeld zijn, maar dat geen ander 10

11 Hij stelt dat de vernietiging alleen werkt ten behoeve van de schuldeiser, die haar vraagt en niet verder dan zijn belang vordert. 30 Het belang van een schuldeiser is erin gelegen de door hem ondervonden benadeling te herstellen tot in de toestand zonder de gewraakte rechtshandeling. Door de keuze voor een relatieve nietigheid is het mogelijk om te bewerkstelligen dat de schuldenaar geen voor- of nadeel ondervindt van de vernietiging. Wanneer een paulianeuze handeling bestaat uit de vestiging van een zekerheidsrecht (waarmee vanzelfsprekend een verstoring van de paritas creditorum plaatsvindt), betekent vernietiging door een schuldeiser niet dat er in het geheel geen zekerheidsrecht meer bestaat. Tegenover de schuldeiser bestaat het zekerheidsrecht niet meer. Ingevolge de objectieve relatieve werking van artikel 3:45 BW wordt de rechtshandeling in zoverre vernietigd dat de rangorde jegens de schuldeiser wordt hersteld. Jegens andere crediteuren blij het zekerheidsrecht bestaan, inclusief het recht van parate executie. De wederpartij mag nog steeds executeren, maar de opbrengst wordt jegens de schuldeiser ingevolge de wettelijke rangorde zonder zekerheidsrecht verdeeld 31. In artikel 42 Fw is echter geen gelijkluidend lid als artikel 3:45 lid 4 BW of een vergelijkbare zinsnede te lezen die de objectieve werking van de faillissementspauliana aangeeft. In de parlementaire geschiedenis wordt gesteld dat lid 4 van artikel 3:45 BW niet is overgenomen in verband met het bepaalde in artikel 51 lid 1 en 3 Fw en omdat er reeds in artikel 42 Fw wordt gesproken over ten behoeve van 32. Deze factoren zouden een vergelijkbaar lid overbodig maken 33. Op de vraag of er sprake is van objectieve relatieve werking van de faillissementspauliana en wat de gevolgen daarvan zijn, wordt teruggekomen in hoofdstuk IV. Daar staat de stelling van de wederpartij centraal omtrent zijn eventuele recht tot opheffing van de benadeling. De koper leidt zijn recht tot opheffing respectievelijk bijbetaling onder meer af uit zijn uitleg van de objectieve relatieve werking. Terug naar de werking van de vernietiging. Voor de casus heeft de vernietiging met terugwerkende kracht tot gevolg dat wordt aangenomen dat de onroerende zaak de boedel nooit heeft verlaten. Dit geldt alleen ten opzichte van de gemeenschappelijke schuldeisers. voordeel krijgt door de vernietiging. Zie voor de uitwerking van dit artikel o.a. HR 13 november 2009, LJN: BJ Prof. Mr. E.M. Meijers, Ontwerp voor een nieuw Burgerlijk Wetboek, Toelichting eerste gedeelte (boek 1-4), Staatsdrukkerij en uitgeverijbedrijf s-gravenhage, 1954, p Zie onder meer Van Hees, p MvT, Parl. Gesch. Wijzigingen Rv e.a.w. (inv. 3, 5 en 6) p MvT, Parl. Gesch. Wijzigingen Rv e.a.w. (inv. 3, 5 en 6) p

12 In hoeverre dit ook objectief relatief werkt, wordt nader gekeken in hoofdstuk IV. Eerst kijken we nader naar artikel 51 Fw. Artikel 51 Fw regelt expliciet een aantal gevolgen van de vernietiging. Artikel 51 Fw Artikel 51 bestaat uit 3 leden, die alle aparte leerstukken regelen 34. Hoofdregel in lid 1 is dat hetgeen uit het vermogen van de schuldenaar is gegaan door de vernietigde rechtshandeling, aan de curator moet worden teruggegeven met inachtneming van de titel over onverschuldigde betaling. Lid 2 beschermt derden te goeder trouw tegen de gevolgen van de goederenrechtelijke werking van de vernietiging. Lid 3 bepaalt dat de curator hetgeen door de schuldenaar ontvangene of de waarde daarvan moet worden teruggegeven voor zover de boedel gebaat is. Voor het tekortkomende kan een concurrente vordering worden ingediend. Volgens de Hoge Raad 35 moet lid 3 van artikel 51 Fw in nauwe samenhang beschouwd worden met lid 1. Lid 1 verplicht de wederpartij om hetgene hij heeft ontvangen van de schuldenaar terug te geven aan de curator op grond van de bepalingen in de Titel onverschuldigde betaling 36. Het doel van lid 1 is volgens de Memorie van Toelichting herstel in de vorige toestand 37. De curator kan kiezen om de zaak terug te vorderen op grond van deze titel of voor een goederenrechtelijke actie als revindicatie op grond van artikel 5:2 BW 38. In de casus gaat het bedrijfspand met terugwerkende kracht terug naar de boedel. Het wordt altijd geacht onderdeel te zijn gebleven van het vermogen van de schuldenaar. Het terugkeren van het pand is niet feitelijk onmogelijk 39 noch bezwaarlijk 40 gebleken. Vaak zal een onroerend zaak wordt verkregen via financiering met een door een hypotheek gedekte lening. Als voorbeeld zal ik uitgaan van een hypotheekrecht ten behoeve van de hypotheekbank voor een lening van EUR ,--. Komt het onroerend goed nu bezwaard 34 A.J. Verdaas, SDU Commentaar bij artikel 51 Fw, punt 5 35 Hoge Raad, 24 april 2009, NJ 2010/220 (Dekker/Lutèce) 36 artikel 6:203 t/m 6:211 BW 37 Van der Feltz I (1896) p De Weijs 2010, p De curator heeft een keuzevrijheid. Een goederenrechtelijke actie door de vernietiging is altijd mogelijk. De toegevoegde waarde van het toepasselijk verklaren van de Titel Onverschuldige betaling is dat kan worden teruggevallen op deze bepalingen als bijvoorbeeld het goed niet meer in het bezit is van de wederpartij of als er bijvoorbeeld een waardedaling heeft opgetreden (artikel 6:210 BW wordt dan toegepast) 39 feitelijke onmogelijkheid tot terug leveren zoals bedoeld in artikel 6:203 BW kan eruit bestaan dat de zaak teniet is gegaan of ernstig is beschadigd. Vergelijk Polak 2011, p Hiervan is geen sprake. 40 van bezwaarlijk als bedoeld in 3:53 lid 2 BW is ook geen sprake. Polak 2011, p. 128 noemt als voorbeeld van bezwaarlijk als de gekochte zaak in een andere zaak is verwerkt. In de casus is er geen enkele aanwijzing voor een omstandigheid die als bezwaarlijk kan worden aangemerkt. 12

13 of onbezwaard terug in de boedel? Artikel 51 lid 2 Fw bepaalt dat rechten door derden te goeder trouw anders dan om niet op de terug te geven goederen verkregen, worden geëerbiedigd. Als de derde niet te goeder trouw is, dient hij het goed terug te geven aan de boedel, of in dit geval: dient hij de hypothecaire inschrijving door te halen. Veelal zal een hypotheekbank te goeder trouw zijn, en daarom blijft de hypotheek in dit geval gehandhaafd op de onroerende zaak, waarmee de hypotheekbank de facto zijn vordering van EUR ,-- veilig stelt. Lid 3 oordeelt over de tegenprestatie van de koper. Als tegenprestatie definiëren we hetgeen ontvangen is door de schuldenaar althans de waarde daarvan. Dit is dus in de casus het bedrag van de koopsom. Lid 3 bepaalt wat de status in faillissement zal zijn van de vordering van de koper. Hiermee stuiten we op de volgende vraag die de casus oproept, namelijk wat is de kwalificatie van de vordering van de wederpartij? Status vordering Lid 3 van artikel 51 Fw bepaalt dat het door de schuldenaar uit hoofde van de vernietigde rechtshandeling ontvangene of de waarde daarvan, wordt door de curator teruggegeven, voor zover de boedel erdoor is gebaat. Voor het tekortkomende kunnen zij jegens wie de vernietiging werkt, als concurrent schuldeiser opkomen. Artikel 51 lid 3 Fw kent een boedelvordering toe aan het gedeelte waarvoor de boedel is gebaat. Het overige deel moet worden behandeld als een concurrente faillissementsvordering die moet worden ingediend ter verificatie 41. De Memorie van Toelichting legt de volgende maatstaf aan bij de vraag of de boedel is gebaat: beslissend is of het ontvangene in handen van de curator is gekomen of op andere wijze het actief heeft vermeerderd. Als voorbeeld valt te denken aan werkzaamheden die daardoor in waarde zijn vermeerderd 42. Er wordt daarbij verwezen naar artikel 24 Fw, waar de term gebaat zijn van de boedel in dezelfde betekenis wordt gebruikt. Gebaat zijn in de zin van artikel 24 Fw wordt uitgelegd als dat de boedel daadwerkelijk groter moet zijn geworden dan in het geval de verbintenis niet zou zijn ontstaan. Het moet gaan om een daadwerkelijke vermeerdering van het actief van de boedel 43. In de jurisprudentie is de vraag naar het gebaat zijn van de boedel een aantal keer aan de orde geweest. 41 van Dijck 2008, p. 50 en Wessels 2007 nr Parl Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv 3, 5,6) p F.M.J. Verstijlen, Tekst en Commentaar, artikel 24 Fw en Polak 2011, p

14 In NJ 1990/621 werd de volgende casus aan de rechtbank Amsterdam voorgelegd. B.V. EF had een bedrijf verkocht aan een derde. De koopprijs werd voldaan en werd in mindering gebracht op de schuld van EF aan de bank. In de procedure tussen de curator en de koper stond de vraag centraal of de boedel was gebaat voor dit bedrag. De rechtbank overwoog dat betaling van schulden voor faillietverklaring niet als bate van de boedel kan worden aangemerkt. De bank had tot zekerheid de inventaris van EF in eigendom laten overdragen. Met de opbrengst van de koopprijs was de bank geheel afgelost, waardoor er geen zekerheidsrecht meer rustte op de inventaris. De inventaris kwam dus thans ten goede aan de boedel en dit wel is aan te merken als een bate van de boedel. Daarnaast wordt nog opgemerkt dat een vermindering van het passief in faillissement geen bate van de boedel kan zijn 44. In JOR 2007/55, een zaak die diende bij de rechtbank Haarlem, heeft B.V. X zijn inventaris waarop een pandrecht rustte, verkocht aan B.V. Y; beide B.V. s hadden dezelfde bestuurder. De verkoopprijs wordt deels verrekend met openstaande nota s en deels wordt de betalingsverplichting omgezet in een lening. B.V. X gaat failliet en de koopovereenkomst wordt door de curator vernietigd. Met betrekking tot artikel 51 lid 3 Fw overweegt de rechtbank dat het enkele feit dat de wederpartij hierdoor geen althans een lagere vordering heeft op de schuldenaar, immers geen bate van de boedel (is) 45. In JOR 2005/224, een uitspraak van de rechtbank Maastricht, verkoopt de schuldenaar een onroerend zaak voor de waarde van EUR ,-- aan Ter Borch. De schuldenaar gebruikt dit bedrag om de hypotheek die op de onroerend zaak lag af te lossen. Na faillietverklaring vernietigt de curator de koopovereenkomst op grond van artikel 42 Fw en verkoopt het pand voor EUR ,--. Er bestaat verschil van mening over de hoogte van de benadeling en voor welk bedrag de boedel is gebaat. Ter Borch stelt dat de boedel is gebaat voor EUR ,-- nu het bedrijfspand vrij van hypotheek is teruggekeerd dan wel gebleven na vernietiging. De curator is van mening dat de boedel is gebaat voor EUR ,--: er kwam een pand ter waarde van EUR ,-- in de boedel waar een concurrente vordering uit onverschuldigde betaling ex EUR ,-- tegenover. De rechtbank is van mening dat EUR niet het bedrag is waarmee de boedel is gebaat, maar het bedrag waarvoor de boedel is benadeeld. Voor de boedel ontstaat op het moment dat waarop de benadeling is opgehouden en het pand onbelast in de boedel is teruggekeerd een schuld om het ontvangene van EUR ,-- terug te betalen. Immers, als dit bedrag niet als een boedelschuld, maar als een concurrente vordering zou hebben te gelden, zou de boedel op ongerechtvaardigde wijze worden verrijkt, hetgeen niet de bedoeling is van de 44 Rechtbank Amsterdam 3 mei 1989, NJ 1990/621, rechtsoverweging 7 t/m 9 45 Rechtbank Haarlem 4 oktober 2006, JOR 2007/55, rechtsoverweging

15 faillissementspauliana, die immers strekt om benadeling van schuldeisers tegen te gaan 46. Daarnaast wordt nog opgemerkt dat partijen vrijstaat om te bepalen dat een boedelschuldenaar zijn rang wisselt voor een concurrente faillissementsschuld. Andersom is niet mogelijk, dit zou in strijd zijn met artikel 51 lid 3 Fw. De bewijslast omtrent het gebaat zijn rust op hem jegens wie de vernietiging werkt 47, dus de wederpartij. In afwijking hiervan legde het Hof Arnhem in JOR 2001/99 48 geen bewijslast op aan een van de partijen, maar liet in een comparitie beide partijen alle gegevens verschaffen waaruit kon blijken in hoeverre de boedel is gebaat, onder meer omdat onbekend was wat de waarde was van de vrijgevallen zekerheden. Uit bovenstaande rechtspraak blijkt dat een betaling van schulden voor faillissement geen bate van de boedel is. Uit NJ 1990/621 en JOR 2005/224 blijkt ook wanneer de boedel juist wel gebaat is, bijvoorbeeld door de aflossing van een vordering waarmee een zekerheidsrecht vrijvalt. Polak geeft als ander voorbeeld van gebaat zijn een onroerend zaak die is gerenoveerd. Als deze terugkeert naar de boedel is de hogere waarde een bate van de boedel. 49 Bate van de boedel omvat dus iets extra s wat aan de boedel wordt toegevoegd. Het louter verminderen van het passief levert niets extra s op, en valt daarmee niet onder de definitie van gebaat zijn. Toegepast op de casus blijkt dat met de koopsom de hypotheek ter waarde van EUR ,-- is afgelost. Dit heeft een vermeerdering van het actief van de boedel opgeleverd ter waarde van dat bedrag. Hoewel de onroerende zaak is teruggekomen met een daarop rustende hypotheek, laten we dat hier, voor een beter begrip, buiten beschouwing 50. De wederpartij heeft dus een boedelvordering van EUR , De door hypotheek gedekte vordering gaat ook bij inachtneming van de paritas creditorum nu eenmaal voor op de ongesecureerde vorderingen Rechtbank Maastricht 15 juni 2005, JOR 2005/224, rechtsoverweging Wessels 2007, nr Hof Arnhem 5 december Polak 2011, p Nu op de onroerende zaak een hypotheek rust ter waarde van EUR ,-- zal een beroep worden gedaan op artikel 51 lid 2 Fw. De uitwerking hiervan is al kort aan bod geweest en zal in de conclusie met cijfers onderbouwd worden. 51 Over de vraag of de boedelvordering verrekend kan worden met de vordering van de curator ex lid 1 van artikel 51 Fw bestaat in de literatuur discussie. Twistpunt is de vraag of dit in strijd is met het doel en de strekking van de pauliana. Mijns inziens is er geen sprake van strijd nu het gaat om twee boedelvorderingen die volgens de Faillissementswet voor verrekening vatbaar zijn. Verdere uitleg gaat buiten het bereik van deze scriptie en verwijs ik naar Wessels 2007, nr en Faber 2005, nr artikel 3:277 jo 3:278 BW 15

16 Overigens heeft Van Koppen 53 in zijn dissertatie betoogd dat de term gebaat niet zo uitgelegd moet worden als de Memorie van Toelichting stelt, maar moet worden uitgelegd als verrijkt. Voor de uitleg van het begrip verrijkt moet aansluiting worden gezocht bij het leerstuk van de ongerechtvaardigde verrijking. Deze opvatting is noch in de literatuur noch in de rechtspraak gevolgd. Hoe zit het met de overige EUR ,-- 54 van de koopsom waarmee een aantal crediteuren is betaald? De Memorie van Toelichting noemt het beslissend of het ontvangene in handen van de curator is gekomen. Daarnaast wordt gesteld dat als het actief niet is vergroot doordat de gefailleerde bijvoorbeeld voor de faillietverklaring heeft verteerd, dan kan degene tegen wie de vernietigheid is ingeroepen, niets anders dan als concurrent schuldeiser rechten doen gelden 55. In de casus is het bedrag niet in handen van de curator gekomen, maar reeds verteerd. Dit zal vaak het geval zijn. Als een schuldenaar geld ontvangt, zal hij dit vaak direct weer gebruiken om zijn - bij dreigend faillissement vaak sterk aandringende - schuldeisers te voldoen. De wederpartij heeft ingevolge lid 3 voor het tekortkomende een concurrente vordering 56. Het niet-gebate gedeelte is het tekortkomende. Onder het tekortkomende valt het verschil tussen hetgeen is gepresteerd en wat hij terugontvangt van de curator 57. Ook als de schuldenaar de opbrengst reeds voor faillissement heeft verteerd, heeft de wederpartij voor zijn eigen prestatie dus slechts een concurrente vordering 58. In KG 1995/ werd deze kwalificatie ter discussie gesteld. De vraag was welke status een aanbetaling voor de koop van een onroerende zaak toekwam. De verkoper ging failliet en de onroerende zaak werd niet geleverd door de curator. De aanbetaling was rechtsgeldig verrekend door de bank. De rechtbank overwoog dat als de aanbetaling zou worden gekwalificeerd als een boedelschuld, dit de aanbetalers niet terug zou brengen in de vermogenstoestand voor verrekening en juist in een gunstigere positie brengt ten opzichte van de andere schuldeisers; artikel 51 lid 3 Fw biedt hiervoor geen basis. 53 Mr. drs. P.F. van Koppen, Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering, Serie recht en praktijk nr 105, Kluwer, Deventer, 1998, p. 235 e.v. 54 Van de koopsom van EUR ,-- ging er EUR ,-- naar de hypotheekhouder, zodat EUR ,-- resteert. 55 MvT, Parl. Gesch. Wijzigingen Rv e.a.w. (Inv 3, 5 en 6) p Evenals tegen hem, verkrijgt ook hij tegen de boedel slechts een persoonlijk vorderingsrecht tot restitutie, als ieder ander persoonlijke vordering in het faillissement te liquideren, voor zover de boedel niet is verrijkt uit MvT, Parl. Gesch. Wijzigingen Rv e.a.w. (Inv 3, 5 en 6) p mr. M.A.L.M. Willems e.a., Ongeoorloofde gedragingen, Kluwer, Deventer, 2006 p De Weijs 2010, p Rechtbank s-hertogenbosch 25 april

17 Deze uitleg van gebaat zijn plaatst de wederpartij van de schuldenaar als het gaat om een paulianeuze handeling vaak in een ongunstige positie. De zaak moet worden teruggegeven aan de boedel. Voor de verkoopprijs die voor faillissement is betaald of verrekend krijgt de wederpartij een concurrente faillissementsvordering. In veel faillissementen zal het uitkeringspercentage van deze vordering nihil tot zeer laag liggen. De Weijs 60 stelt dat in de toepassing van de paulianabepalingen als uitgangspunt moet worden genomen dat zowel de gemeenschappelijke schuldeisers als de wederpartij van de schuldenaar niet meer benadeeld mogen worden dan zonder de gewraakte paulianeuze handeling (dus de paulianeuze handeling weggedacht). Zij mogen in zijn visie ook niet ongerechtvaardigd verrijkt worden door de gewraakte handeling. De vergelijking die hiervoor gemaakt moet worden is een vergelijking van de positie waarin de wederpartij na aantasting te vergelijken met de positie waarin hij zou verkeren zonder het verrichten van de gewraakte handeling 61. Dit uitgangspunt baseert hij op de gedachte dat gemeenschappelijke schuldeisers bij vrijwel alle faillissementen uiteindelijk slechter af zijn dan in de situatie dat er geen faillissement zou zijn geweest. Er ontstaat dus een benadeling in een faillissementssituatie en de vraag rijst op wie deze wordt afgewenteld. Het leerstuk van de paritas creditorum brengt mee dat dit verlies gelijk moet worden gedragen door de gemeenschappelijke schuldeisers, behoudens wettelijke uitzonderingen. Een derde, zoals de wederpartij van de schuldenaar, mag na vernietiging niet in een per saldo slechtere positie mogen worden gebracht, doordat de schade van de gemeenschappelijke schuldeisers voor rekening van een derde wordt gebracht 62. Nu komt de wederpartij vaak in een per saldo slechtere positie door de werking van artikel 51 lid 3 Fw. De Weijs is dan ook van mening dat artikel 51 lid 3 Fw moet worden afgeschaft. Hij vindt de consequenties te rigide en het bewust afschrikkend effect niet effectief. In zijn ogen heeft artikel 51 lid 3 Fw geen vervanging nodig en kunnen de gevolgen worden beheerst door de algemene regels van het vermogensrecht 63. De vraag rijst of de wetgever dit uitgangspunt, namelijk dat de boedel niet mag worden verrijkt ten koste van de wederpartij van de schuldenaar, heeft onderkend bij het schrijven van artikel 51 lid 3 Fw. Onduidelijk is of de wetgever dit gevolg zag, of juist ook een normerend element heeft willen toevoegen via de status van de vordering. Er zijn goede 60 De Weijs 2010, p De Weijs 2010, p De Weijs 2010, p De Weijs 2010, p , dit vormt de vierde aanbeveling in zijn proefschrift. Hij noemt artikel 51 lid 3 Fw een boemerang. Verdere uitleg van zijn standpunt valt buiten het bestek van deze scriptie nu de centrale vraag niet is of artikel 51 lid 3 Fw moet worden afgeschaft. 17

18 argumenten aan te voeren waarom het wenselijk is dat zo n uitleg de voorkeur verdient. De paulianabepalingen worden immers juist gekenmerkt door hun normerende werking. Het doel en de strekking van deze artikelen is erin gelegen dat schuldenaren en schuldeisers ervan moeten worden weerhouden misbruik te maken van de situatie waarin de paritas creditorum kan worden verstoord. De paulianabepalingen willen voorkomen dat schuldeisers door middel van voordringen afbreuk doen aan de paritas. Vanuit dat oogpunt ligt in afwijking van De Weijs een uitleg voor de hand dat juist de wederpartij die een transactie aangaat (veelal met het doel er beter van te worden), het risico aanvaardt dat hij er slechter af komt. 18

19 IV. OPHEFFING VAN DE BENADELING Terug naar de casus. De koper stelde zich in zijn onderhandelingen met de curator op het standpunt dat hij EUR ,-- wil bijbetalen en zo de benadeling opheffen. Door opheffing van de benadeling zou er geen grond meer bestaan om de vernietiging op grond van artikel 42 Fw te kunnen inroepen. Hij onderbouwt zijn stelling mede op het proefschrift van Faber 64. De redenatie van Faber, zoals hieronder uiteen gezet zal worden, komt voort uit de werking die hij toedicht aan de objectieve relatieve nietigheid. Om de objectieve werking van de relatieve nietigheid van de faillissementspauliana scherper te kunnen duiden zal eerst nog de benadeling nader besproken worden. Benadeling Aangezien benadeling het essentiële vereiste is voor een geslaagd beroep op de faillissementspauliana en het doel en strekking zijn gelegen in de opheffing hiervan, werpen we een nadere blik op het vereiste van benadeling. De twee grondvormen van schuldeisersbenadeling zijn inbreuk op de integriteit van het verhaalsvermogen of door doorbreking van de paritas creditorum 65. Bij inbreuk op de integriteit valt te denken aan een schenking, een verkoop beneden de waarde of een aankoop boven de waarde. De paulianeuze verkoop onder de waarde van een onroerende zaak, zoals in onze casus, valt hier ook onder. Daarnaast kan het bemoeilijken van verhaal benadelend zijn. Een verhaalsobject vervangen voor een geldsom van gelijke waarde an sich kan niet worden aangemerkt als benadelend 66. Dit is echter anders als het nieuwe verhaalsobject moeilijker vatbaar is voor verhaal. Onder het bemoeilijken van verhaal valt onder meer de situatie waarin de derde zijn verbintenis kan verrekenen of opschorten. Hierdoor ontstaat een bijkomstige omstandigheid die het moeilijker maakt om het verhaalsvermogen te effectueren en dus benadelend werkt 67. Ook een samenhang van een aantal rechtshandelingen kan benadelend zijn, bijvoorbeeld in het geval waar een zaak voor de juiste waarde werd verkocht (niet benadelend) maar de opbrengst slechts ten goede kwam aan één schuldeiser 68. Dit is wel benadelend. Niet alle schuldeisers hoeven namelijk benadeeld te zijn, noch hoeft er sprake te zijn van benadeling 64 N.E.D. Faber, Verrekening, Deventer, Kluwer Ophof onderscheid vervolgens 6 vormen en maakt daarmee de volgende onderverdeling in abstracto: a) vermindering van het actief, b) toename van het passief, c) grotere toename van het passief dan het actief, d) afname van het passief en actief, e) verschaffen van zekerheden en f) crediteursverandering, Ophof 1992, p. 20 e.v. 66 Hoge Raad 3 oktober 1980, NJ 1980, 643 (HR Imperial/Waanders) 67 Hoge Raad 3 oktober 1980, NJ 1980, 643 (HR Imperial/Waanders) 68 Hoge Raad 22 mei 1992, NJ 1992, 526 (HR Montana I) 19

20 in gelijke mate. Een benadeling in het algemeen is voldoende, zelfs als de benadeling slechts één schuldeiser treft 69. Misgelopen voordeel of een kans op benadeling is daarentegen geen benadeling 70. Benadeling kan zich dus in verschillende verschijningsvormen voordoen. De vraag naar benadeling is onderdeel van de toetsing van artikel 42 Fw. Voor de gevolgen van de vernietiging en de vraag naar de mogelijkheid van ongedaanmaking of bijbetaling maakt het in beginsel geen verschil van welke verschijningsvorm van benadeling er sprake is. Elke vorm van benadeling valt onder de werking van artikel 42 Fw, artikel 51 Fw en de leer van de relatieve nietigheid. Echter als de desbetreffende paulianeuze handeling onder het toepassingsbereik van artikel 51 lid 3 Fw valt, kunnen bij de ene vorm van benadeling de gevolgen nadeliger uitpakken voor de wederpartij van de gefailleerde dan bij een andere vorm van benadeling. Een paulianeuze handeling valt onder het bereik van lid 3 als er sprake is geweest van een tegenprestatie 71 van de wederpartij, zoals in het geval van de casus de wederpartij de koopsom van de onroerende zaak heeft betaald. De teruggaveverplichting van de curator en kwalificatie van de status hiervan vallen onder het toepassingsbereik van artikel 51 lid 3 Fw. Als er geen tegenprestatie van de wederpartij heeft plaatsgevonden, maar de gemeenschappelijke schuldeisers zijn benadeeld door bijvoorbeeld vestiging van een zekerheidsrecht aan één der schuldeisers of een schenking die niet onder artikel 42 lid 3 Fw valt 72, is het eenvoudiger het vermogen te reconstrueren. De wederpartij moet dan wel de schenking teruggeven aan de curator 73 of het zekerheidsrecht wordt vernietigd. Voor de wederpartij wordt in dit laatste geval alleen zijn voordeel opgeheven. In geval van toepasselijkheid van artikel 51 lid 3 Fw wordt de wederpartij dus mogelijk benadeeld. Een verklaring hiervoor kan, zoals eveneens besproken in hoofdstuk III, worden gevonden in de normerende werking van de faillissementspauliana Rechtbank Utrecht 19 september 2000, JOR 2001/236, Rechtbank Arnhem 25 juni 2003, JOR 2003/ HR 22 maart 1991, NJ 1992, 214 (HR Loeffen q.q./bmh II) als ook Van Der Feltz (1896), p. 439, Hof s-gravenhage 3 maart 1941, NJ 1941, in hoofdstuk III gedefinieerd als hetgeen ontvangen is door de schuldenaar althans de waarde daarvan. 72 De vernietiging van een rechtshandeling om niet zoals een schenking heeft ingevolge artikel 42 lid 3 Fw geen werking als de bevoordeelde niet wist noch behoorde te weten dat benadeling van schuldeisers het gevolg zou zijn en hij kan aantonen dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet gebaat was ten gevolge van de rechtshandeling 73 ingevolge lid 1 van artikel 51 Fw 74 Voor een alternatief voor de huidige situatie verwijs ik naar de Weijs 2010, p Hij stelt voor artikel 51 lid 3 Fw te schrappen in verband met het onderscheid dat ontstaat naar verschijningsvorm van benadeling. Verdere bespreking hiervan valt buiten bestek van deze scriptie, nu de focus ligt op de opheffing van de benadeling en niet de ongelijkheid in gevolgen die wordt gecreëerd door een gebrek aan nuance in de wettekst. 20

21 Objectief relatieve werking Zoals in hoofdstuk III is besproken, wordt in de Memorie van Toelichting gesteld dat de faillissementspauliana relatieve werking heeft 75. De subjectieve werking, wat een beperking van de rechtgevolgen van de vernietiging naar persoon, zijnde de boedel dan wel de gemeenschappelijke schuldeisers, inhoudt, wordt uitdrukkelijk in de wetstekst genoemd. De objectieve werking, inhoudende een beperking naar inhoud, daarentegen niet. Heeft de faillissementspauliana ook objectieve relatieve werking en wat zijn de gevolgen daarvan? In de rechtspraak is de (bij)vraag gerezen of de vernietiging van de faillissementspauliana ook objectief relatief werkt. In HR Dekker q.q./lutèce 76 speelde de (hoofd)vraag of een vordering die paulianeus uit het vermogen van de schuldenaar was geraakt door de curator na vernietiging kon worden overgedragen. In het cassatiemiddel werd een onderdeel aangevoerd dat betoogde dat de pauliana in het faillissement geen relatieve werking bezit, zoals de pauliana buiten faillissement wel bezit 77. A-G Verkade merkt op dat lid 3 en lid 1 van artikel 51 Fw als een geheel dienen te worden bezien, en het is juist dit geheel dat de zogenaamd objectieve-relatieve werking met zich mee brengt 78. Zijns inziens is het onderscheid tussen subjectief-relatief en objectief-relatief, ontstaan in de literatuur 79, usantieel geworden. Beide kwalificaties blijken reeds uit de huidige wet 80. De Hoge Raad is eveneens van mening dat het betoog in het middel faalt. In r.o overweegt zij: ( ) dat vernietiging alleen werkt ten opzichte van de boedel. Dit en de voor vernietiging door de wet gestelde eis van benadeling brengen mee dat de vernietiging geen verdere strekking heeft dan dat de rechtsgevolgen van de vernietigde rechtshandeling niet tegenover de boedel kunnen worden ingeroepen voor zover de boedel door die rechtsgevolgen wordt benadeeld. Dit komt ook tot uitdrukking in als nauw samenhangend met lid 1 te beschouwen lid 3 van artikel 51 Fw dat de wederpartij van de schuldenaar bij de vernietigde transactie recht geeft op teruggave van hetgeen de schuldenaar uit hoofde van die transactie heeft ontvangen of de waarde daarvan, voorzover de boedel erdoor gebaat is. Aldus wordt de uit lid 1 van art 51 Fw volgende restitutieplicht van die wederpartij begrensd en is, anders dan de toelichting op dit onderdeel wordt betoogd, van enige ongerijmdheid geen sprake. 75 Van der Feltz (1896) p Hoge Raad 24 april 2009, NJ 2009, r.o Hoge Raad 24 april 2009, NJ 2009, 416, conclusie A-G Verkade, overweging zie bijvoorbeeld Wessels 2007, nr en 3140; als ook Van Dijck 2008, p Hoge Raad 24 april 2009, NJ 2009, 416, conclusie A-G Verkade, overweging en

22 De Hoge Raad erkent hier de objectieve relatieve werking. Annotatoren hebben naar aanleiding van deze passage dezelfde conclusie getrokken 81. Wat de betekenis is en de daaraan te verbinden gevolgen zijn van deze erkenning, wordt niet nader toegelicht door de Hoge Raad. In de literatuur wordt verschillend gedacht over de gevolgtrekking van deze aanname. Algemeen erkend wordt dat de relatieve werking met zich meebrengt dat de rechtshandeling voor het overige 82 (tussen partijen onderling, ten opzichte van derden en andere, niet bij het faillissement betrokken schuldeisers) geldig blijft 83. Volgens van Dijck 84 en Willems 85 speelt de objectieve werking van de pauliana binnen faillissement alleen in zoverre dat dit tot een opheffing van het faillissement zou leiden wegens volledige betaling van schuldeisers. Immers, zo menen zij, als de benadeling wordt opgeheven, worden alle schulden betaald en kan het faillissement worden opgeheven 86. Willems voegt daaraan toe: Zou de benadeling zo omvangrijk zijn dat als gevolg van de vernietiging en na voldoening van de crediteuren nog actief resteert, dan heeft de vernietiging slechts effect ten belope van de benadeling; de rechtshandeling is voor het overige geldig. Het zal duidelijk zijn dat dit geval zich niet snel voordoet 87. Deze opvatting lijkt mij niet houdbaar. Inherent aan een faillissementssituatie is dat in het overgrote deel van de faillissementen de gemeenschappelijke schuldeisers niet volledig voldaan krijgen en daardoor benadeeld zullen zijn. Een paulianeuze handeling heeft ook een benadeling tot gevolg. Dit zijn echter verschillende verschijningsvormen van de benadeling. Aan dit verschil voorbij wordt gegaan. Faber en Van der Weijden verbinden aan de erkenning van de objectief relatieve werking door de Hoge Raad het recht voor de wederpartij om de vernietiging te voorkomen door vergoeding van het nadeel. Zij zijn van mening dat deze uitleg artikel 51 lid 3 Fw overbodig en ongewenst wordt. 81 Wessels 2007, nr en Van der Weijden, p Wessels 2007, nr Dit is de subjectieve relatieve werking, zie o.a. Wessels 2007, nr Van Dijck 2008, p. 48; als ook Van Dijck 2006, p Willems 2006, p Van Dijck 2008, p Willems 2006, p

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V.

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN A. BONS BEHEER B.V. d.d. 18 juli 2013. : de besloten vennootschap A. Bons Beheer B.V. Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgedaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de hoofdstukken reeds afgesloten en wordt voor informatie verwezen naar

Nadere informatie

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V.

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN PHOENIX 2 B.V. Gegevens onderneming : Phoenix estigd te Diemen, laatstelijk kantoorhoudende te (2 CJ) Landsmeer aan het

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54061

Nadere informatie

Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers

Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers Faillissementspauliana: aanvullende zekerheidstelling en benadeling concurrente schuldeisers Redactionele bijdrage SDU Journaal Insolventie Financiering & Zekerheden 2005 (nr. 9) 1. De feiten De Hoge Raad

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 juli 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 20 juli 2015 Hoewel de informatie in dit openbaar verslag en het bijbehorend financieel verslag zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld, staat de curator niet in voor de volledigheid en juistheid daarvan. Mogelijk is

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG. in het faillissement van. Datum faillissement: 8 oktober faillissementsnummer: 557/2003

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG. in het faillissement van. Datum faillissement: 8 oktober faillissementsnummer: 557/2003 TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG in het faillissement van de besloten vennootschap AARDSE HITEC BV te Tiel Datum faillissement: 8 oktober 2003 faillissementsnummer: 557/2003 rechter-commissaris: mr. B.J. Engberts

Nadere informatie

De bodemverhuurconstructie onder vuur

De bodemverhuurconstructie onder vuur De bodemverhuurconstructie onder vuur Sinds het arrestvan de Hoge Raad inzake Ontvanger/NMB (HR 12 april 1985, NJ 1986/808), waarin werd geoordeeld dat in dat geval de bodemverhuurconstructie een geoorloofde

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.03/16/100 NL:TZ:0000004714:F001 22-03-2016 mr. H.A.W. van Wel mr. M.J.A.G. Baal Algemeen Gegevens onderneming A.N.R. Projecten B.V.

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 IN HET FAILLISSEMENT VAN BRINCKSTAETE ADVIESGROEP HAARLEM B.V. d.d. 22 mei 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 IN HET FAILLISSEMENT VAN BRINCKSTAETE ADVIESGROEP HAARLEM B.V. d.d. 22 mei 2014 Hoewel de informatie in dit openbaar verslag en het bijbehorend financieel verslag zo zorgvuldig mogelijk is samengesteld, staat de curator niet in voor de volledigheid en juistheid daarvan. Mogelijk is

Nadere informatie

De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding.

De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding. De faillissementspauliana en de onrechtmatige daad, een speciale verhouding. JWCM van Thiel stud.nr. 0296368 10-04-2013 0 Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 1. De faillissementspauliana 4 1.1 De elementen

Nadere informatie

OPENBAAR (GECONSILIDEERD) FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 TEVENS EINDVERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR (GECONSILIDEERD) FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 TEVENS EINDVERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR (GECONSILIDEERD) FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 6 TEVENS EINDVERSLAG EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET In dit verslag zal veelal verwezen worden naar de eerdere openbare verslagen en voor zover relevant

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 4 Datum: 15 september 2011 Gegevens onderneming : Peter Beurskens Digital B.V. Datum uitspraak : 9 november 2010 Curator : mr. S.V. Hardonk Rechter-commissaris

Nadere informatie

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt?

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Mw. mr. F. Damsteegt-Molier Published in WPNR 2008

Nadere informatie

De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen?

De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen? Scriptie De goede zeden van artikel 3:40 BW als alternatief voor het aanpakken van paulianeuse rechtshandelingen? Naam: Levi Van Lerberghe Studentnummer: 5673240 Datum: 29 augustus 2014 Begeleider: mw.

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Faillissementspauliana, insolvenzanfechtung & transaction avoidance in insolvencies : naar een geobjectiveerde regeling van schuldeisersbenadeling de Weijs, R.J.

Nadere informatie

FIERET VASTGOED B.V.

FIERET VASTGOED B.V. FIERET VASTGOED B.V. FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 24 maart 2016 Gegevens onderneming : Fieret Vastgoed B.V. Stephensonstraat 1 te 3817 JA Amersfoort KvK : 57585962 Faillissementsnummer : C/16/15/633

Nadere informatie

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN GLAZENWASSERSBEDRIJF TRILO VOF Gegevens onderneming Faillissementsnummer Datum uitspraak : 18 juni 2013 Uitgesproken

Nadere informatie

Vragen rondom de faillissementspauliana

Vragen rondom de faillissementspauliana Vragen rondom de faillissementspauliana Vragen rondom de faillissementspauliana Insolad Jaarboek 1998 Mr. A. van Hees Mr. drs. F.P. van Koppen Mr. G.H. Gispen Prof. mr. J.H. Nieuwenhuis Mr. J.W. Winter

Nadere informatie

Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar

Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar M r. R. J. v a n d e r W e i j d e n * 1 Inleiding Het onderwerp van deze bijdrage is

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.02/13/920 NL:TZ:0000004338:F001 29-10-2013 mr. J.A. Platteeuw mr. MDE van der Borst-Leppens Algemeen Gegevens onderneming De besloten

Nadere informatie

VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Fan Media B.V. Faillissementsnummer : 07/159F Datum uitspraak : 27 maart 2007 Curator : mr. J. Lensink Rechter-Commissaris : mr.

Nadere informatie

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V.

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. inzake : de

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: Eindverslag Datum: 15 augustus 2013 Gegevens onderneming: Datum uitspraak: 4 december 2012 Curator: mr S. van Gessel (sinds 12 april

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

JOR 2017/70 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem, ,

JOR 2017/70 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem, , JOR 2017/70 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zp Arnhem, 17-05-2016, 200.158.107, ECLI:NL:GHARL:2016:6027 Faillissementspauliana, Huurontbindingsovereenkomst, Samenstel van transacties van beëindiging van

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.03/16/100 NL:TZ:0000004714:F001 22-03-2016 mr. H.A.W. van Wel mr. BRM de Bruijn Algemeen Gegevens onderneming A.N.R. Projecten B.V.

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 5 Datum: 24 januari 2012 Gegevens onderneming : PHI DATA B.V. Datum uitspraak : 19 oktober 2010 Curator : mr. D.J. Bos Rechter-commissaris : mr.

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 februari 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 februari 2015 83207 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 6 Datum: 10 februari 2015 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Adam Konijn Services B.V., Ruijtersstraat 37 1645 SB in Ursem Nummer faillissement : F14/13/356

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 5 Datum: 28 december 2011 Gegevens onderneming : Peter Beurskens Digital B.V. Datum uitspraak : 9 november 2010 Curator : mr. S.V. Hardonk Rechter-commissaris

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Vertaling C-310/14-1 Zaak C-310/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juni 2014 Verwijzende rechter: Helsingin hovioikeus (Finland)

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 4 Datum: 18 september 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Marius van der Schaft Jhr. Van Sypesteynlaan 38 1231 XN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW TEVENS EINDVERSLAG INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN OCCASION CENTRUM MIDDEN NEDERLAND B.V.

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW TEVENS EINDVERSLAG INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN OCCASION CENTRUM MIDDEN NEDERLAND B.V. VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW TEVENS EINDVERSLAG INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN OCCASION CENTRUM MIDDEN NEDERLAND B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10. Algemene gegevens Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschappen Drents Groningse

Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10. Algemene gegevens Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschappen Drents Groningse Dit verslag is identiek aan het digitaal ingediende verslag Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.) Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10 Algemene gegevens Gegevens gefailleerde

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) TEVENS EINDVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) TEVENS EINDVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex art. 73a Fw.) TEVENS EINDVERSLAG Nummer: 1 Datum: 8 juli 2013 Gegevens onderneming : Manders Reizen B.V. Faillissementsnummer : 12/710 F Datum uitspraak : 20 november 2012 Curator

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/397 NL:TZ:0000008309:F002 12-07-2016 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Krijn Kroeze Beheer B.V. Activiteiten

Nadere informatie

8. Vormerkung definitie

8. Vormerkung definitie 8. Vormerkung 8.1. definitie Vormerkung houdt in dat de koper van een woning (althans zijn notaris) zijn uit de koopovereenkomst voortvloeiende recht om de woning te kopen, kan laten inschrijven in de

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Advocaten Notarissen OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Faillissement: Faillissementsnummers: 03/164 Uitgesproken: 8 april 2003 Rechter-Commissaris: mr. A. van Dijk Curator: mr. M.I.

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 7 maart 2011

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 7 maart 2011 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 7 maart 2011 Gegevens onderneming : Ton Donkelaar Containerservice BV, gevestigd te (3903 LG) Veenendaal aan de Kernreactorstraat 48, KvK Utrecht dossnr. 09139709

Nadere informatie

: De naamloze vennootschap United Green N.V., gevestigd en kantoorhoudende te (7101 BN) Winterswijk aan het Beatrixpark

: De naamloze vennootschap United Green N.V., gevestigd en kantoorhoudende te (7101 BN) Winterswijk aan het Beatrixpark Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Faillissement : De naamloze vennootschap United Green N.V., gevestigd en kantoorhoudende te (7101 BN) Winterswijk aan het Beatrixpark 6a Faillissementsnummer

Nadere informatie

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring Inhoud I 1 2 3 4 5 5a II 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 Algemeen Drie procedures Het faillissement De surseance van betaling De schuldsanering natuurlijke personen Commissie Insolventierecht Herijking van het

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

ECLI:NL:CRVB:2017:1820 ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.09/14/792 NL:TZ:0000008009:F001 28-10-2014 mr. M. Spaa mr. G.H.M. Smelt Algemeen Gegevens onderneming De Wilgen Vastgoed B.V. 09/14/792

Nadere informatie

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement

Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Mr. S.A.H.J. Warringa In dit artikel zal ik de periode die intreedt direct nadat een schuldenaar in staat van faillissement is verklaard nader bekijken.

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 1 Datum: 30 oktober 2012 Gegevens onderneming: Ruber Acia B.V., tevens handelend de namen Ruber Acia Euro-MSO, Ruber Acia Aviation

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW Nummer : 4 Datum : 21 mei 2013 Gegevens ondernemingen : 1) DRUKKERIJ WILLEM EGGERT B.V.; Faillissementsnummers : F.384 t/m 385/2012 Datum uitspraak : 31

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e), Extra Literatuur Goederenrecht DEEL B: Week 6 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een deel van de extra literatuur van het vak Goederenrecht. Het betreft de samenvatting van de Asser serie

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 2 Datum: 31 mei 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Willem van der Schaft Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering

Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering Enkele aspecten van de Peeters/Gatzen-vordering Mr. M.A.J.G. Janssen en mr. G.G. Boeve Sinds het in 1983 gewezen Peeters/Gatzen-arrest is het vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de curator bevoegd is

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.05/16/390 NL:TZ:0000012070:F003 14-06-2016 Mr. V.F.M. Jongerius mr. A.M.P.T. Blokhuis Algemeen Gegevens onderneming Willems Borculo

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.05/16/390 NL:TZ:0000012070:F003 14-06-2016 Mr. V.F.M. Jongerius mr. A.M.P.T. Blokhuis Algemeen Gegevens onderneming Willems Borculo

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex artikel 73a Faillissementswet)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex artikel 73a Faillissementswet) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (ex artikel 73a Faillissementswet) Nummer: 2 Datum: 7 januari 2015 Gegevens onderneming KvK-nummer 32068863 Faillissements-/ surseancenummer Datum uitspraak : 25 augustus

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-073 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 april 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&...

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&... pagina 1 van 5 Jutd 2012/09 Girale betalingen door de gefailleerde op of na datum faillissement Jutd 2012/09 d.d. 03 05 2012 Auteur(s): Mr. F.F.A. Smetsers, Van Iersel Luchtman NV, Breda. In de praktijk

Nadere informatie

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG FAR WEST SUPERMARKTEN B.V.

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG FAR WEST SUPERMARKTEN B.V. TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG FAR WEST SUPERMARKTEN B.V. FAR WEST SUPERMARKTEN B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Far West Supermarkten B.V., statutair

Nadere informatie

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie)

JIN 2014/7, Hoge Raad, , ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) JIN 2014/7 JIN 2014/7, Hoge Raad, 29-11-2013, ECLI:NL:PHR:2013:CA3762, 12/01124, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Faillissementspauliana, Vernietigbaarheid geldleningovereenkomst met zekerheidstelling o.g.v.

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Inleiding De kwaliteitsrekening is voorwerp geweest

Nadere informatie

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet

Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet Nummer: 3 Datum: 15 juni 2011 Gegevens onderneming : Peter Beurskens Digital B.V. Datum uitspraak : 9 november 2010 Curator : mr. S.V. Hardonk Rechter-commissaris

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: 1. J.FA. DE VEER BEHEER B.V. en 2. ACI PRINTING COMPANY B.V. Gegevens onderneming en Faillissementsnummer

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 8 TWEEDE NOT VN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-094 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 april 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET NAAM FAILLISSEMENT : Delta Bouw Nederland B.V. : nader te noemen Delta. INSCHRIJVINGSNUMMER KVK : 09138959 FAILLISSEMENTSNUMMER : 12/300

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 3 Datum: 12 september 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Willem van der Schaft Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN WILGENURGH B.V.

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN WILGENURGH B.V. TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN WILGENURGH B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte Wilgenburgh B.V., ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN CONTARRA SYSTEMS HOLDING B.V.

TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN CONTARRA SYSTEMS HOLDING B.V. TWEEDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN CONTARRA SYSTEMS HOLDING B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Contarra Systems

Nadere informatie

Meerderjarigenbewind en schuldsanering

Meerderjarigenbewind en schuldsanering Meerderjarigenbewind en schuldsanering Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam en hoogleraar burgerlijk recht,

Nadere informatie

IN HET FAILLISSEMENT VAN WEST NEDERLAND AFBOUW BV DE DATO

IN HET FAILLISSEMENT VAN WEST NEDERLAND AFBOUW BV DE DATO 2 e OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN WEST NEDERLAND AFBOUW BV DE DATO 15 AUGUSTUS 2013 Gegevens curandus/ onderneming Statutaire naam : West Nederland Afbouw BV

Nadere informatie

VIERDE OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN ENTERTAINMENT BUSINESS SERVICES BV. d.d. 10 februari 2011

VIERDE OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN ENTERTAINMENT BUSINESS SERVICES BV. d.d. 10 februari 2011 VIERDE OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG IN HET FAILLISSEMENT VAN ENTERTAINMENT BUSINESS SERVICES BV d.d. 10 februari 2011 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Entertainment Business Services BV

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW Nummer : 3 Datum : 22 februari 2013 Gegevens ondernemingen : 1) DRUKKERIJ WILLEM EGGERT B.V.; Faillissementsnummers : F.384 t/m 385/2012 Datum uitspraak

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 1 Datum: 16 februari 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Willem van der Schaft Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Plaats in het systeem van de wet Boek 2, titel 2 (gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.17/14/88 NL:TZ:0000010968:F002 22-04-2014 Mr. R.J.L. Gustenhoven mr. H.J. Idzenga Algemeen Gegevens onderneming F.17/14/88, Zwette

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Verslagperiode : 19 januari 2012 t/m 18 april 2012 Bestede uren in verslagperiode : opgave volgt later Bestede uren Totaal : opgave volgt later

Verslagperiode : 19 januari 2012 t/m 18 april 2012 Bestede uren in verslagperiode : opgave volgt later Bestede uren Totaal : opgave volgt later FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 18 april 2012 In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens

Nadere informatie

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling.

Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER 2016 9.00-11.00 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.01/15/224 NL:TZ:0000003837:F001 18-03-2015 mr. R.C.M. Michielsen mr. C. Schollen Algemeen Gegevens onderneming Batterij Vastgoed

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 2 (eindverslag) Datum: 24 september 2014 Gegevens onderneming: Firma Sape Hoekstra Speelgoed, Hobby en Kampeer Datum uitspraak: 13

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

De blokkerende werking van het beslag

De blokkerende werking van het beslag Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De blokkerende werking van het beslag Mr. R. Westrik Published in [WPNR 2009 6798] Universitair hoofddocent privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-381 (prof. mr. drs. M.H. Hendrikse, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 juni 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar.

Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar. HC 10, 13-12-2017 (Failissements-)pauliana Pauliana is een vernietigingsactie. Als iets paulianeus is dan is het vaak ook strafbaar. (Faillissement)pauliana - Actio Pauliana van art. 3:45-3:48 BW; en de

Nadere informatie

De overeenkomst in het insolventierecht

De overeenkomst in het insolventierecht RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De overeenkomst in het insolventierecht Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus,

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/15/379 NL:TZ:0000001291:F001 10-11-2015 mr. R Klarus mr. L.T. de Jonge Algemeen Gegevens onderneming Tag Control International

Nadere informatie