SWV PO. De huidige en toekomstige situatie in een gemiddeld samenwerkingsverband PO. WORDT SWV passend onderwijs PO IS 1 SWV WSNS

Transcriptie

1 SWV PO De huidige en toekomstige situatie in een gemiddeld samenwerkingsverband PO IS 1 SWV WSNS 82 basisscholen met 220 leerlingen, waarvan 154 rugzakleerlingen (cluster 3 en 4). Gemiddeld bedrag per rugzak , verdeeld over basisschool (2/3) en ambulante begeleiding vanuit SO-school (1/3). Totaal budget In dit budget werken ongeveer 39 fte 2. Het SWV telt leerlingen (excl. SO) en ontvangt een zorgbudget van 150 per leerling. Totaal Eén of meer scholen voor speciaal basisonderwijs (SBAO) met in totaal 511 leerlingen, waarvan 35 met een rugzak (cluster 3 en 4). Gemiddeld bedrag ongeveer per rugzak, verdeeld over speciale basisschool (2/5) en ambulante begeleiding vanuit SO-school (3/5). Twee procent directe bekostiging van het SBAO door de rijksoverheid. Het SWV is wettelijk verplicht de zorgbekostiging voor de overige 132 leerlingen op het SBAO te financieren, is Twee of meer scholen voor speciaal onderwijs (SO) (cluster 3 en 4) in de regio met in totaal 321 leerlingen, die allemaal direct door de rijksoverheid bekostigd worden. WORDT SWV passend onderwijs PO 82 basisscholen met 220 leerlingen, waarvan 154 voormalige rugzakleerlingen, want de rugzakbekostiging wordt afgeschaft. Rugzakgelden voor de basisscholen 0. Het SWV telt (excl. SO) en ontvangt een zorgbudget van 395 per leerling. Totaal Eén of meer scholen voor speciaal basisonderwijs (SBAO) met in totaal 511 leerlingen, waarvan 35 voormalige rugzakleerlingen, want de rugzakbekostiging wordt afgeschaft. Twee procent directe bekostiging van het SBAO door de rijksoverheid. Het SWV is wettelijk verplicht de zorgbekostiging voor de overige 132 leerlingen op het SBAO te financieren, is Twee of meer scholen voor speciaal onderwijs (SO) (cluster 3 en 4) in de regio met in totaal gemiddeld 321 leerlingen. DUO/CFI kort voor elke leerling op het zorgbudget van het SWV. Totaal Indien het aantal SO leerlingen hoger of lager ligt dan het gemiddelde, stijgt of daalt de korting die DUO/CFI toepast op het zorgbudget. 1 Deze kolom is gebaseerd op de situatie 2010, na verwerking van de bezuinigingen per augustus Functieniveau leraar * zorgbekostiging voor % leerlingen boven de 2% * zorgbekostiging voor % leerlingen boven de 2%.

2 Samenvattend: Budget rugzakleerlingen en zorgbudget SWV samen is Netto beschikbaar is Samenvattend: Zorgbudget SWV Netto beschikbaar is (na aftrek SO bekostiging en SBAO > 2%). Recapitulatie gemiddeld SWV PO, inclusief basisscholen Beschikbaar budget IS WORDT BAO Budget rugzakken ((S)BAO en SO) SWV Zorgbudget -oud Zorgbudget- nieuw Bruto beschikbaar budget Overdracht naar SBAO Inhouding zorgbekostiging SO Netto beschikbaar budget Teruggang in netto budget % Besteding budget IS WORDT Netto budget SWV Vaste kosten Bestaande zorgactiviteiten en overdracht naar basisscholen Begeleiding rugzakleerlingen Besteedbaar voor voormalige rugzakleerlingen en overig passend onderwijs Elk SWV maakt kosten voor het indiceren van leerlingen, alsmede voor bestuur, management, beheer, administratie en kantoor- en organisatiekosten. We nemen aan dat deze uitgaven niet hoeven te stijgen, al worden de SWV bijna 3x zo groot. Dit is een forse taakstelling voor de SWV.

3 Conclusies: Elk gemiddeld SWV (incl. scholen) raakt 17% van z n bekostiging kwijt, in geld dan wel in natura (ambulante begeleiding). Dit betreft een bedrag van bijna per SWV. Dit bedrag komt bovenop de bezuiniging op ambulante begeleiding die per 1 augustus 2010 is doorgevoerd (gemiddeld per swv). Met minder moet het SWV het complete passend onderwijs vorm gaan geven. Er zijn grote personele gevolgen. (Speciale) basisscholen raken al hun rugzakformatie cluster 3en 4 kwijt, incl. de formatie ambulante begeleiding. Per SWV betreft dit maximaal 39 fte s. Afhankelijk van de hoeveelheid middelen die het SWV beschikbaar stelt aan de scholen, kunnen er banen behouden blijven. In de oude situatie was er ruim 2,3 miljoen beschikbaar voor de rugzakleerlingen. In de nieuwe situatie 1,6 voor de voormalige rugzakleerlingen én de vormgeving van passend onderwijs. Veel SWV hebben meer leerlingen in SBAO en SO, moeten daarom meer geld verplicht afdragen en houden dus nog (veel) minder geld over. De meeste SWV voldoen niet aan het geschetste gemiddelde beeld. Er zullen naast de bezuinigingen ook grote herverdeeleffecten optreden als gevolg van de verevening. Er zijn ook enkele SWV die in gunstige zin afwijken van het geschetste gemiddelde. In deze SWV is direct vanaf 2012 ruimte om passend onderwijs vorm te geven.

4 SWV VO De huidige en toekomstige situatie in een gemiddeld SWV VO/VSO IS SWV VO/VSO leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs, waarvan 179 rugzakleerlingen. Gemiddeld bedrag per rugzak: (grotendeels voor de school, klein deel voor VSO voor ambulante begeleiding). Totale budget In dit budget werken ongeveer 17 fte leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs, waarvan met een LWOO indicatie, vrijwel allemaal in het VMBO. Het schoolbestuur ontvangt naast de basisbekostiging zorgbekostiging voor elke LWOO-geïndiceerde leerling. Op niveau SWV is dit een bedrag van Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. De gezamenlijke VO-scholen in het SWV ontvangen in het lumpsumbudget voor leerlingbegeleiding. Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. Eén of meer scholen voor praktijkonderwijs met in totaal 314 leerlingen. De PRO-school ontvangt naast de basisbekostiging zorgbekostiging voor elke leerling. Op niveau SWV is dit een bedrag van Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. Het SWV telt leerlingen en ontvangt een WORDT SWV passend onderwijs VO leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs, waarvan 179 voormalige rugzakleerlingen. Rugzakgelden voor VO-scholen leerlingen in het regulier voortgezet onderwijs, waarvan met een LWOO indicatie, vrijwel allemaal in het VMBO. Het schoolbestuur ontvangt naast de basisbekostiging zorgbekostiging voor elke LWOO-geïndiceerde leerling. Op niveau SWV is dit een bedrag van Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. Op macro-niveau wordt het LWOO-budget gemaximeerd. De gezamenlijke VO-scholen in het SWV ontvangen in het lumpsumbudget voor leerlingbegeleiding. Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. Eén of meer scholen voor praktijkonderwijs met in totaal 314 leerlingen. De PRO-school ontvangt naast de basisbekostiging zorgbekostiging voor elke leerling. Op niveau SWV is dit een bedrag van Het SWV heeft geen zeggenschap over deze middelen, ze worden toegekend aan de schoolbesturen. Op macro-niveau wordt het PRO-budget gemaximeerd. Het SWV telt leerlingen ontvangt een

5 zorgbudget van 42 per leerling, alsmede 21 per leerling voor rebound. Totaal zorgbudget van 406 per leerling. Totaal Twee of meer scholen voor VSO (cluster 3 en 4) in de regio met in totaal 370 leerlingen, die allemaal direct door de rijksoverheid bekostigd worden. Samenvattend: Budget rugzakleerlingen en zorgbudget SWV samen is Twee of meer scholen voor VSO (cluster 3 en 4) in de regio met in totaal 370 leerlingen. DUO/CFI kort de zorgbekostiging van deze leerlingen op het zorgbudget van het SWV, per leerling. Totaal Indien het aantal VSO leerlingen hoger of lager ligt dan het gemiddelde, stijgt of daalt de ingreep die DUO/CFI doet in het zorgbudget. Samenvattend: Zorgbudget is Netto beschikbaar na aftrek zorgbekostiging VSO is Teruggang in budget voor samenwerkingsverbanden VO Beschikbaar budget IS WORDT VO Budget rugzakken (VO en VSO) SWV Zorgbudget -oud Zorgbudget- nieuw Bruto beschikbaar budget Inhouding zorgbekostiging VSO Netto beschikbaar budget Teruggang in netto budget %

6 Besteding budget IS WORDT Netto budget SWV Vaste kosten Bestaande zorgactiviteiten en overdracht naar scholen Begeleiding rugzakleerlingen Besteedbaar voor voormalige rugzakleerlingen en overig passend onderwijs Conclusies: De meeste zorgmiddelen in het VO gaan rechtstreeks naar de schoolbesturen (scholen). Per SWV betreft dit ruim 6,2 miljoen 7. Het SWV heeft formeel geen zeggenschap over deze middelen. Afstemming van de inzet van deze middelen in het SWV komt passend onderwijs sterk ten goede. Het netto-budget van een SWV daalt met ruim , d.w.z. 15%. Er zijn grote personele gevolgen. De scholen raken al hun rugzakformatie kwijt, incl. de formatie ambulante begeleiding. Per SWV betreft dit maximaal 17 fte s. Afhankelijk van de hoeveelheid middelen die het SWV beschikbaar stelt aan de scholen, kunnen er daar banen behouden blijven. Ruim de helft van de voormalige rugzakmiddelen is eventueel nog beschikbaar voor de scholen. Meer kan op termijn weer beschikbaar komen, nadat de omvang van het VSO (sterk) is gedaald en afhankelijk van het verdeelmodel dat het SWV kiest. Met een budget van moeten structureel 179 voormalige rugzakleerlingen adequaat worden geholpen, moeten -aanvullend op LWOO-onderwijs- projecten en arrangementen in zorgzwaarte 2 gerealiseerd worden en moet zorgzwaarte 1 op de VO-scholen vorm en inhoud gaan krijgen. Realisatie van projecten en arrangementen met zorgzwaarte 2 wint ook aan belang, omdat de budgetten voor LWOO en PRO gemaximeerd worden. De meeste SWV voldoen niet aan het geschetste gemiddelde beeld. Er zullen naast de effecten van de bezuiniging op en maximering van budgetten ook grote herverdeeleffecten optreden als gevolg van de verevening. Er zijn ook enkele SWV die in gunstige zin afwijken van het geschetste gemiddelde. In deze SWV is ruimte om direct vanaf 2012 passend onderwijs vorm te geven. 6 Elk SWV maakt kosten voor het indiceren van leerlingen, alsmede voor bestuur, management, beheer, administratie en kantoor- en organisatiekosten. We nemen aan dat deze uitgaven niet hoeven te stijgen, al worden de SWV bijna 3x zo groot. Dit is een forse taakstelling voor de SWV. Zie voor een verdere uitwerking bijlage X 7 Opgebouwd uit: lwoo, leerlingbegeleiding, praktijkonderwijs =

7 De effecten van de kabinetsvoorstellen passend onderwijs Versie 14 maart 2011 Primair onderwijs Algemeen Dit factsheet vat de gevolgen van de kabinetsvoorstellen samen op het niveau van een samenwerkingsverband (SWV). De bestaande 234 SWV WSNS gaan op in 84 nieuwe SWV die in 2012 in het PO ontstaan. Deze verbanden tellen gemiddeld leerlingen. Waarvan op de basisscholen, 510 op het special basisonderwijs en 320 op de speciaal onderwijsscholen cluster 3 en 4. Op de scholen voor (speciaal) basisonderwijs zitten 189 kinderen die voorheen een rugzak (cluster 3 en 4) hadden. Bijna leerlingen volgen regulier onderwijs zonder extra financiële ondersteuning. Basisscholen Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor de Wat zijn de gevolgen voor het speciaal basisscholen? onderwijs? Kinderen met een indicatie voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) worden geholpen in het basisonderwijs met behulp van een rugzak. In een rugzak zit gemiddeld , voor extra begeleiding van de leerling en de leerkracht (expertise). Het SWV onderneemt activiteiten die direct of indirect ten goede komen aan de scholen. Daarnaast geeft het SWV de basisscholen gemiddeld 100 per leerling voor het realiseren van interne begeleiding en een onderwijszorgstructuur op elke basisschool. De rugzak verdwijnt. Er komen niet alleen geen nieuwe rugzakken meer bij, maar alle bestaande rugzakken zijn van de één op de andere dag leeg. Het geld komt, nadat er ongeveer 30% op bezuinigd is, voortaan bij het SWV binnen. Het SWV krijgt te maken met nieuwe, verplichte uitgaven en extra taken. Hiervoor krijgt men geen extra budget. Mogelijk moet op de 100 per leerling voor de basisscholen bezuinigd worden. De scholen in het SWV raken samen maximaal 2,3 miljoen aan formatie en externe expertise kwijt. Dat zijn 39 formatieplaatsen, mede in het speciaal onderwijs. Als het SWV na alle verplichte uitgaven geld overhoudt, kan een deel van dit geld weer terugkomen bij de basisscholen. Een deel van 39 formatieplaatsen kan dan in stand blijven. Als de school de rugzakleerling op het oude niveau wil blijven helpen, moeten de klassen groter worden. Het gevolg is dat SWV minder (of in het uiterste geval geen) geld kunnen geven aan de basisscholen voor interne begeleiding en zorgstructuur. Als basisscholen dit toch in stand willen houden, moet er gesneden worden in het primair proces. Het speciaal onderwijs verliest arbeidsplaatsen door het wegvallen van de ambulante begeleiding van rugzakleerlingen in het (s)bao. Sommige van deze leerlingen zullen door het wegvallen van de extra begeleiding alsnog aangewezen zijn op speciaal onderwijs. Als hierdoor het speciaal onderwijs groeit, worden deze kosten in rekening gebracht bij het SWV.

8 Speciaal Onderwijs, cluster 3 en 4 Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het speciaal onderwijs? Wat zijn de gevolgen voor het regulier onderwijs? In een gemiddeld SWV zijn er 321 leerlingen op het speciaal onderwijs. De SO school krijgt voor elke leerling gemiddeld ruim bekostiging van de rijksoverheid. Per schoolsoort zijn er grote verschillen. De grootste bezuinigingen vallen in het speciaal onderwijs. Alle schoolsoorten worden getroffen, ook de cluster 1 en 2 scholen. Er wordt overall 10% bezuinigd door de klassen te vergroten, maar ook verschillende vormen van aanvullende bekostiging vallen weg. In 2013 ontvangen de scholen voor een leerling gemiddeld nog , een bezuiniging van bijna 20%. De SO scholen krijgen per leerling minder. Dit leidt tot grotere groepen en verlies aan formatieplaatsen. In totaal is dit of 15 formatieplaatsen minder in de SO scholen die behoren tot een gemiddeld SWV. Met 15 fte minder moeten nog steeds 321 leerlingen met zware zorgvraag geholpen worden. Het SWV wordt verantwoordelijk voor de toelating tot het SO; het speciaal onderwijs wordt afhankelijk van de partners in het SWV. Een gemiddelde organisatie voor (V)SO (350 leerlingen) heeft op 1 augustus 2013 een totaalbudget van 5,3 miljoen. Op 1 augustus 2010 was dit 7,3 miljoen. Het regulier onderwijs gaat de kosten voor het speciaal onderwijs zelf betalen; per leerling zorgbekostiging. Voor 321 leerlingen kost dit ruim 3 miljoen. Het SWV beslist over plaatsing in het speciaal onderwijs. Dit kan ertoe leiden dat plaatsing op het speciaal onderwijs zeer moeilijk wordt. Op het reguliere onderwijs wordt de problematiek dan complexer en er is minder geld voor beschikbaar. Als er meer leerlingen in het SO zijn (450 in plaats van het gemiddelde van 321), kost dit het SWV 1,2 miljoen extra. Hierdoor kan het regulier onderwijs met een taakverzwaring te maken krijgen. Dit bedrag is dan niet meer beschikbaar voor de reguliere scholen. In het ergste geval is er in het SWV geen geld meer beschikbaar en wordt ook nog een bedrag verhaald op de lumpsum van de reguliere scholen. Als er minder leerlingen in het SO zijn, is er meer budget voor de reguliere scholen beschikbaar. De scholen voor SO verzorgen nu ook de ambulante begeleiding van de kinderen die met een SO-indicatie meedraaien in het regulier basisonderwijs. Daarvoor ontvangen de scholen per leerling. Daarbovenop komt nog de bezuiniging op de ambulante begeleiding, die geheel wegvalt. Bovendien verliest het SO nog eens 13 fte s door het wegvallen van de ambulante begeleiding. De ondersteuning van leerkrachten door ambulant begeleiders is niet meer beschikbaar. Ook dit leidt tot een taakverzwaring.

9 Speciaal Basisonderwijs Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het speciaal basisonderwijs? Wat zijn de gevolgen voor het reguliere onderwijs? De SBAO-scholen krijgen voor 2 % van het aantal leerlingen in het SWV zorgbekostiging van de rijksoverheid en voor de overige leerlingen van het SWV. Gemiddeld neemt 2,7% van de leerlingen van het SWV deel aan het SBAO. In bekostiging van het SBAO in beginsel niets. Wel verdwijnt de rugzakbekostiging (cluster 3 en 4). Het SWV blijft gemiddeld bijdragen aan de het SBAO. Het SBAO zou kunnen gaan groeien omdat het SO moet krimpen en SBAO plaatsen voor het SWV goedkoper zijn dan SO plaatsen. Het SBAO raakt de rugzakbekostiging (cluster 3 en 4) kwijt (zie verder onder basisscholen). In beginsel geen. Het SWV blijft gemiddeld bijdragen aan de het SBAO. Het SBAO zou kunnen gaan groeien omdat het SO moet krimpen en SBAO plaatsen voor het SWV goedkoper zijn dan SO plaatsen. Dit leidt tot een hogere bijdrage van het SWV aan het SBAO en minder geld voor het regulier onderwijs. Samenwerkingsverbanden Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het samenwerkingsverband? Het SWV krijgt 150 zorgbudget per leerling. Met dit geld moet 5% van alle leerlingen met speciale zorgbehoeften geholpen worden, in het SBAO of op de basisschool. Het SWV krijgt bovenop het bestaande zorgbudget de beschikking over een nieuw zorgbudget. Dit is regionaal gezien geen extra geld, maar een verschuiving van geldstromen, waar meer dan 30% op bezuinigd is. Straks beschikken SWV over 395 per leerling, per SWV is dit gemiddeld 7,5 miljoen. Hiervan moet betaald worden De zorgbekostiging van het speciaal onderwijs De hulp aan alle voormalige rugzakleerlingen Bestaande activiteiten van het SWV De nieuwe taken van het SWV Het SWV moet voor 100% van de leerlingen een passend onderwijs- zorgaanbod realiseren. Het SWV krijgt, in ieder geval op papier, een aanzienlijk groter budget; namelijk 7,5 miljoen. Het SWV moet gaan betalen voor het SO. Gemiddeld is men ruim 3,6 miljoen verplicht kwijt aan zorgbekostiging van het SBAO en SO. Er resteert dan 3,9 miljoen voor de begeleiding van alle voormalige rugzakleerlingen (voorheen 2,3 miljoen), de algemene taken van het SWV en de overdracht naar de basisscholen (voorheen 2,3 miljoen) én de totale vormgeving van passend onderwijs. Een gemiddeld SWV verliest door de bezuinigingen. Deze bezuiniging kan zich uiten door minder zorghanden in de basisschool. Het SWV moet zorgen voor de totale vormgeving van passend onderwijs, maar krijgt minder middelen. Het SWV indiceert via de PCL de leerlingen voor Een commissie van het SWV gaat ook indiceren Het SWV krijgt er een taak bij, zonder budget.

10 het SBAO. Het SWV bekostigt in veel gevallen een deel van de zorgstructuur en interne begeleiding op de basisschool. Gemiddeld 100 per leerling. SWV tellen thans gemiddeld leerlingen en omvatten 29 scholen van meerdere schoolbesturen. voor het SO. Deze nieuwe PCL neemt de taken van de REC s over. De REC s worden opgeheven. Het budget wegbezuinigd. De taken nemen toe. Als het SWV financiële middelen beschikbaar heeft en deze hierin wenst te blijven besteden, hoeft er niets te veranderen. Scholen worden door de overheid ingedeeld in een SWV. De SWV worden gemiddeld bijna drie keer zo groot. Het SWV heeft nieuwe verplichte uitgaven en taken. De kans is groot dat het SWV moet bezuinigen op de huidige taken. Dit leidt tot verlies aan werkgelegenheid op de basisscholen. Dit zijn precies de handen die cruciaal zijn in het vormgeven van speciale leerlingenzorg. De 234 bestaande SWV moeten zich binnen één jaar herschikken tot 84 verplichte SWV en in de nieuwe setting operationeel zijn. Conclusies primair onderwijs PO: Een gemiddeld SWV heeft ruim ongeveer 55 formatieplaatsen minder ter beschikking. Vijftien op de SO school (grotere groepen) en maximaal 39 in (speciaal) basis- en speciaal onderwijs (de voormalige rugzakgelden). Dit zijn vaak juist de handen die cruciaal zijn binnen de onderwijszorgstructuur. Als een school deze taken in tact wil laten, moet men bezuinigen op het primair proces. Scholen worden voor de financiële kant van passend onderwijs afhankelijk van het SWV: is er überhaupt geld in het SWV en hoe besluit het SWV dit geld over de scholen te verdelen? Budget voor passend onderwijs ontstaat pas als het SBAO en/of SO dalen in omvang. De herschikking van de SWV -van 234 naar 84- kan in aanvang leiden tot veel bestuurlijke drukte en krachtmetingen.

11 De effecten van de kabinetsvoorstellen passend onderwijs Versie 22 februari 2011 Voortgezet onderwijs Algemeen Dit factsheet vat de gevolgen van de kabinetsvoorstellen samen op het niveau van een samenwerkingsverband (SWV). De bestaande samenwerkingsverbanden (SWV) VO worden in beperkte mate herschikt. Na 2012 zijn er dan 84 samenwerkingsverbanden. Een gemiddeld samenwerkingsverband telt ruim leerlingen en 15 scholen. Bijna 13% van de leerlingen volgt praktijkonderwijs of leerweg ondersteunend onderwijs. Ruim 3% van de leerlingen (ongeveer 370) zit op speciale scholen, cluster 3 en 4. Op de reguliere scholen hebben op dit moment ongeveer 180 leerlingen ( 1,5%) een rugzak voor cluster 3 en 4. Meer dan leerlingen volgen regulier onderwijs zonder extra financiële ondersteuning. Scholen voor voortgezet onderwijs Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het voorgezet onderwijs? Wat zijn de gevolgen voor het speciaal onderwijs? Leerlingen met een indicatie voor speciaal onderwijs worden geholpen in het voortgezet onderwijs met behulp van een rugzak. In een rugzak zit gemiddeld 6.000, voor extra begeleiding van de leerling en ondersteuning van de leerkracht (expertise vanuit het speciaal onderwijs). Het SWV onderneemt activiteiten die direct of indirect ten goede komen aan de scholen. Rebounds, extra budgetten voor zorgleerlingen en versterken van de zorgstructuur, scholing en steeds vaker een orthopedagogisch didactisch centrum. De rugzak verdwijnt. Er komen niet alleen geen nieuwe rugzakken meer bij, maar alle bestaande rugzakken zijn van de één op de andere dag leeg. Het geld komt, nadat er 30% op bezuinigd is, voortaan bij het SWV binnen. Het SWV krijgt te maken met nieuwe, verplichte uitgaven en extra taken, waarvoor niet meer budget komt. De vraag is of de bestaande activiteiten gehandhaafd kunnen blijven. De scholen in het SWV raken samen maximaal ruim 1 miljoen aan formatie en externe expertise kwijt. Dat zijn 17 formatieplaatsen, mede in het speciaal onderwijs. Als het SWV na alle verplichte uitgaven geld overhoudt, kan een deel van dit geld weer terugkomen bij de scholen voor voorgezet onderwijs. Een deel van de 17 fte s kan dan in stand blijven. Als de school dezelfde zorg als voorheen wil blijven inzetten voor de rugzakleerling, moet er op andere middelen bezuinigd worden. De één loket gedachte die vorm begint te krijgen, moet het nu verder doen zonder middelen. Noodzaak tot overleg en afstemming met jeugdzorg en andere scholen wordt groter, maar er is geen facilitering. Dit kan tot meer werkdruk bij de leraren leiden. Het speciaal onderwijs verliest arbeidsplaatsen door het wegvallen van de ambulante begeleiding. Sommige leerlingen in het regulier onderwijs zullen door het wegvallen van extra begeleiding alsnog aangewezen zijn op speciaal onderwijs. Als hierdoor het speciaal onderwijs groeit, worden deze kosten in rekening gebracht bij het SWV.

12 Voortgezet Speciaal Onderwijs Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het speciaal onderwijs? De school voor VSO krijgt voor elke leerling gemiddeld Per schoolsoort zijn er grote verschillen. In een gemiddeld SWV zijn er 370 leerlingen op het speciaal onderwijs. De scholen voor VSO verzorgen nu ook de ambulante begeleiding van de jongeren die met een VSO-indicatie onderwijs volgen in het regulier voortgezet onderwijs. Daarvoor ontvangen de scholen per leerling. De grootste bezuinigingen vallen in het speciaal onderwijs. Alle schoolsoorten worden getroffen, ook de cluster 1 en 2 scholen. Er wordt overall 10% bezuinigd door de klassen te vergroten, maar ook verschillende vormen van aanvullende bekostiging vallen weg. In 2013 ontvangen de scholen voor een leerling nog , een bezuiniging van bijna 20%. Daarbovenop komt nog de bezuiniging op de ambulante begeleiding, die geheel wegvalt. De VSO scholen krijgen per leerling gemiddeld minder. Dit leidt tot grotere groepen en verlies van formatieplaatsen. In totaal is dit 1,1 miljoen of 17 formatieplaatsen. Met 17 fte s minder moeten nog steeds 370 leerlingen met een zware zorgvraag geholpen worden. Het SWV gaat de zorgbekostiging per leerling betalen. Zij worden ook verantwoordelijk voor de toelating; het speciaal onderwijs wordt afhankelijk van de partners in het SWV. Een gemiddelde organisatie voor (V)SO (350 leerlingen) heeft op 1 augustus 2013 een totaalbudget van 5,3 miljoen. Op 1 augustus 2010 was dit 7,3 miljoen. Praktijkonderwijs/leerwegondersteunend onderwijs Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor LWOO en praktijkonderwijs? Wat zijn de gevolgen voor het regulier onderwijs? Het regulier onderwijs gaat de kosten voor het speciaal onderwijs zelf betalen; ruim per leerling zorgbekostiging. Voor 370 leerlingen kost dit 3 miljoen. Het SWV beslist over plaatsing in het speciaal onderwijs. Dit kan ertoe leiden dat plaatsing op het speciaal onderwijs zeer moeilijk wordt. Op het reguliere onderwijs wordt de problematiek complexer en er is minder geld voor beschikbaar. Als er meer leerlingen in het VSO zijn (450 in plaats van gemiddeld 370), kost dit het SWV ruim extra. Dit bedrag is dan niet meer beschikbaar voor de reguliere scholen. Als er minder leerlingen op het VSO zijn, is er meer budget voor de reguliere scholen beschikbaar. Wat zijn de gevolgen voor het reguliere onderwijs? Leerlingen, die een indicatie hebben voor praktijkonderwijs of LWOO ontvangen zorgbekostiging. Dit gaat om ruim 12% van de leerlingen in het SWV. In een gemiddeld SWV zijn dat bijna Het totale budget voor deze zorg wordt gebudgetteerd. Dat betekent dat er geen geld beschikbaar is voor groei. Als er meer leerlingen komen, komt er niet meer geld bij. Dat betekent grotere groepen of minder geld voor extra begeleiding. Omdat de toegang tot het VSO moeilijker Omdat er geen geld voor groei beschikbaar is, is het mogelijk dat de toelating tot LWOO en praktijkonderwijs beperkt wordt. Deze leerlingen blijven dan in het regulier onderwijs zonder extra middelen.

13 leerlingen. LWOO-indicaties komen vrijwel alleen voor in het VMBO. In het VMBO heeft 21% van de leerlingen een LWOO-indicatie. In het Groen Onderwijs (VMBO) is dit 43%. wordt, kan de toestroom naar LWOO en praktijkonderwijs groter worden. Omdat de budgetten gemaximeerd zijn, moeten er dan meer leerlingen met hetzelfde budget opgevangen worden. Samenwerkingsverbanden Hoe is het nu? Wat verandert er? Wat zijn de gevolgen voor het samenwerkingsverband? Het SWV krijgt 63 zorgbudget per leerling, in totaal Dit geld is bedoeld voor leerlingen in het regulier onderwijs, die extra zorg nodig hebben en waar geen aparte middelen voor beschikbaar zijn. Het SWV speelt geen rol bij de indicatie voor het speciaal onderwijs of rugzakleerlingen. Het SWV krijgt bovenop het bestaande zorgbudget de beschikking over een nieuw zorgbudget. Dit is regionaal gezien geen extra geld, maar een verschuiving van geldstromen, waar meer dan 20% op bezuinigd wordt. Straks beschikken de SWV s over een bedrag van 405 per leerling; per SWV is dat gemiddeld 4,5 miljoen. Met dit bedrag moet betaald worden de zorgbekostiging van het speciaal onderwijs alle voormalige rugzakleerlingen de bestaande activiteiten van het SWV de nieuwe taken van het SWV Het SWV moet voor 100% van de leerlingen een passend onderwijs- zorgaanbod realiseren. Een commissie van het SWV gaat ook indiceren voor het VSO. Deze nieuwe PCL neemt de taken van de REC s over. De REC s worden opgeheven. Het budget wegbezuinigd. De SWV gaan ook beslissen over de verdeling van de nieuwe geldstromen. Het SWV krijgt, in ieder geval op papier, een veel groter budget namelijk 4,5 miljoen. Gemiddeld is men 3 miljoen verplicht kwijt aan zorgbekostiging van het VSO. Er resteert dan 1,5 miljoen voor de begeleiding van alle voormalige rugzakleerlingen én alle overige taken. Voorheen was daar 1,7 miljoen voor beschikbaar. Een inkomstenderving van Als er meer leerlingen in het VSO geplaatst worden, betaalt het SWV dat. Als er 450 leerlingen zijn i.p.v de gemiddelde 370, kost dat het SWV ruim extra. Dit gaat ten koste van het beschikbare zorgbudget. Het omgekeerde is ook het geval. In het ergste geval, is er in het SWV geen geld meer beschikbaar en wordt ook nog een bedrag verhaald op de lumpsum van de reguliere scholen. Het SWV moet zorgen voor de totale vormgeving van passend onderwijs, maar krijgt minder middelen. Het SWV krijgt er een taak bij, zonder budget. De besturen binnen het SWV worden van elkaar afhankelijk en dit kan de aandacht afleiden van de inhoudelijke samenwerking. Het SWV onderneemt activiteiten die direct of Het SWV krijgt extra taken en nieuwe, Door de bezuinigingen op de rugzakmiddelen komt minder geld beschikbaar

14 indirect ten goede komen aan de school. Rebounds, extra budgetten voor zorgleerlingen, en versterken van de zorgstructuur, scholing en steeds vaker een orthopedagogisch didactisch centrum. SWV tellen thans gemiddeld leerlingen en omvatten 15 scholen. verplichte, uitgaven, waarvoor niet meer budget komt. De vraag is of de bestaande activiteiten gehandhaafd kunnen blijven. De huidige SWV VO worden als uitgangspunt genomen, maar er moet afstemming komen met de SWV PO en met terreinen van jeugdzorg. voor meer taken. Het SWV zal keuzes moeten maken, vermindering van de bestaande activiteiten, minder middelen voor de voormalige rugzakleerlingen of nog minder geld voor coördinatie en ondersteuning. De beschikbare ruimte en tekorten zijn afhankelijk van het aantal leerlingen in het VSO. Veel individuele scholen en schoolbesturen zullen met een herschikking te maken krijgen. Conclusies VO: In elke regio verliezen de scholen voor voorgezet speciaal onderwijs meer dan 20 formatieplaatsen. Zeventien in de groepsbezetting en de overige in de ambulante begeleiding. De werkdruk neemt toe door de vergroting van de groepen. De scholen voor voortgezet onderwijs verliezen 8 formatieplaatsen door het wegvallen van de rugzakgelden. Dit zijn vaak juist de handen die nu cruciaal zijn binnen de onderwijszorgstructuur. Als een school deze taken in tact wil laten, moet men snoeien op andere middelen. Budget voor passend onderwijs ontstaat pas als het VSO fors daalt in omvang. SWV met veel meer deelname dan gemiddelde deelname aan VSO houden geen budget meer over om passend onderwijs te realiseren. Scholen zullen creatief en vindingrijk moeten zijn om met minder middelen leerlingen te blijven ondersteunen. De SWV krijgen minder middelen om bestaande en nieuwe taken uit te voeren.

15 Conclusies Algemeen Het (V)SO is primair de dupe van de bezuinigingen op en budgetmaximering van passend onderwijs. In het (V) SO vallen rechtstreeks de zwaarste klappen. Een gemiddelde organisatie voor (V)SO (350 leerlingen) heeft op 1 augustus 2013 een totaalbudget van 5,3 miljoen. Op 1 augustus 2010 was dit 7,3 miljoen. Indirect raken de gevolgen alle partners in de keten, tot in het primair proces aan toe. In het basis- en speciaal onderwijs staan banen op de tocht. In het voortgezet (speciaal) onderwijs Een deel van deze banen kan behouden blijven, in situaties waarin samenwerkingsverbanden middelen hebben om (voormalige rugzak)gelden aan de scholen te geven. Een netto verlies van minimaal arbeidsplaatsen is onvermijdelijk. De basisscholen kennen geen directe bekostiging voor speciale leerlingenzorg. De scholen zijn aangewezen op de middelen van het SWV PO. In het VO gaat het overgrote deel van de zorgmiddelen rechtstreeks naar de scholen, 6,2 miljoen in een gemiddeld SWV VO. Het SWV VO heeft formeel geen zeggenschap over deze middelen. Afstemming van de inzet van deze middelen in het SWV VO komt passend onderwijs sterk ten goede. Primair Onderwijs De samenwerkingsverbanden PO ontvangen gezamenlijk 66 miljoen minder voor bestaande en nieuwe taken. Voortgezet Speciaal Onderwijs De samenwerkingsverbanden VO ontvangen gezamenlijk 23 miljoen minder voor bestaande en nieuwe taken.