documentatienota CRB Studie over het structureel concurrentievermogen van de grafische sector

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "documentatienota CRB Studie over het structureel concurrentievermogen van de grafische sector"

Transcriptie

1 documentatienota CRB Studie over het structureel concurrentievermogen van de grafische sector

2

3 CRB LS/SVC 3 april 2014 Studie over het structureel concurrentievermogen van de grafische sector Aanspreekpunt: Lieselot Smet Lieselot.smet@ccecrb.fgov.be

4 2 CRB Inhoudsopgave 1 Beschrijving van de grafische sector Sleutelindicatoren Aandeel in de economie Groei van de sector Exportprestatie Oorsprong import Structuurindicatoren Evolutie investeringen Oorsprong input De vraag Scholingsniveau Soorten ondernemingen Subsectoren van de grafische sector Sleutelindicatoren Evolutie aandeel in economie Internationale vergelijking aandeel in economie Export en import Structurele karakteristieken Aandeel toegevoegde waarde in de productiewaarde Investeringen Scholingsniveau Innovatie Omvang ondernemingen Het concurrentievermogen van de Belgische grafische industrie volgens het analysekader van Michael Porter Het analysekader van Porter De aanboddeterminant De vraag Toeleverende en aanverwante industrieën Strategie, rivaliteit en structuur van de ondernemingen De bredere omgeving Beschrijving van de concurrentiële omgeving van de grafische sector via een PEST-analyse Politieke context Economische context Sociaal-culturele omgeving Technologische omgeving Analyse van de competitieve voordelen van de grafische sector Productiefactoren De vraag Toeleverende en aanverwante industrieën Structuur, strategie en rivaliteit Concurrentiedynamiek... 50

5 3 CRB Identificatie van de strategische uitdagingen voor de grafische sector aan de hand van een confrontatieanalyse Beleidsuitdagingen Literatuurlijst... 56

6 4 CRB Lijst grafieken Grafiek 1-1: Specialisatie-index in vergelijking met de EU-15 op vlak van toegevoegde waarde en werkgelegenheid(2010)... 8 Grafiek 1-2: Groei reële toegevoegde waarde in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (1996=100)... 9 Grafiek 1-3: Groei werkgelegenheid in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (ref.j. =1996)... 9 Grafiek 1-4: Groei arbeidsproductiviteit in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (ref.j.=1996) Grafiek 1-5: Handelsbalans (in miljoenen euro's) Grafiek 1-6: Evolutie in- en uitvoer (in miljoenen euro's) Grafiek 1-7: Evolutie bruto-investeringen grafische sector in België ( ) Grafiek 1-8: Gemiddeld scholingsniveau werkenden (loontrekkenden + niet-loontrekkenden) voor de periode Grafiek 2-1: Evolutie van de reële toegevoegde waarde in de subsectoren ( ) Grafiek 2-2: Evolutie van de werkgelegenheid in de subsectoren ( ) Grafiek 2-3: Internationale vergelijking groei werkgelegenheid (X-as) en groei reële toegevoegde waarde (Y-as) in de subsector drukkerijen ( ) Grafiek 2-4: Internationale vergelijking groei werkgelegenheid (X-as) en groei reële toegevoegde waarde (Y-as) voor de subsector uitgeverijen ( ) Grafiek 2-5: Evolutie toegevoegde waarde, output en intermediair verbruik, tegen lopende prijzen (in miljoenen euro's) NACE 18 ( ) Grafiek 2-6: Evolutie toegevoegde waarde, output en intermediair verbruik, tegen lopende prijzen NACE 58 ( ) Grafiek 2-7: Investeringsgraad (investeringen/toegevoegde waarde tegen factorkosten) voor de subsector drukkerijen ( ) Grafiek 2-8: Investeringsgraad (investeringen/toegevoegde waarde tegen factorkosten) voor de subsector uitgeverijen ( ) Grafiek 2-9: Gemiddeld scholingsniveau in de drukkerijen, de uitgeverijen en de verwerkende nijverheid, Grafiek 2-10: % Innoverende ondernemingen (2010) Grafiek 2-11: Internationale vergelijking type innovatie, uitgeverijen Grafiek 2-12: Internationale vergelijking type innovatie, drukkerijen Grafiek 2-13: Verdeling innovatie-uitgaven als aandeel van de omzet, uitgeverijen met technologische innovatie, Grafiek 2-14: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor interne O&O als aandeel van de omzet Grafiek 2-15: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software Grafiek 2-16: Verdeling innovatie-uitgaven als aandeel van de omzet in drukkerijen met technologische innovatie Grafiek 2-17: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software als aandeel van de omzet in drukkerijen... 31

7 5 CRB Lijst tabellen Tabel 1-1: Omschrijving subsectoren... 7 Tabel 1-2: Ontwikkeling van de prestaties van de ondernemingen volgens hun exportactiviteiten ( ) Tabel 1-3: Oorsprong input NACE Tabel 1-4: Binnenlandse input: belangrijkste leveranciers Tabel 1-5: Bestemming binnenlandse output Tabel 1-6: Intermediaire consumptie: belangrijkste afnemers Tabel 1-7: Aandeel en groei van de tewerkstelling en de toegevoegde waarde binnen de grafische sector; opsplitsing naar lokale ondernemingen, Belgische en buitenlandse multinationals Tabel 2-1: Onderverdeling subsectoren met aandeel werkgelegenheid Tabel 2-2: Aandeel subsectoren in toegevoegde waarde grafische sector in vergelijking met de referentiegroep (2010) Tabel 2-3: Export- en importaandeel van het betreffende product op wereldniveau (2010) Tabel 2-4: Indeling innoverende grafische ondernemingen naar type innovatie in België Tabel 2-5: Samenwerkingsinitiatieven van uitgeverijen met technologische innovatie (NACE 58) Tabel 2-6: Samenwerkingsinitiatieven van drukkerijen met technologische innovatie (NACE 18) Tabel 2-7: Obstakels innovatieactiviteiten Tabel 2-8: Aantal werknemers voor vestigingseenheden met verschillende bedrijfsgroottes, vgl en Tabel 3-1: Internationale vergelijking elektriciteitsprijzen (all-in) voor een kmo, kwh, enkelvoudige meter (11/2013) Lijst figuren Figuur 1-1 : Belangrijkste afzetmarkten voor Belgisch bedrukt papier en karton binnen EU-15 (2011) Figuur 1-2 : Oorsprong import bedrukt papier en karton binnen EU-15 voor België (2011) Figuur 3-1 : Het ruitmodel van Porter of het interactieve proces van creatie van concurrentievoordelen... 36

8 6 CRB Inleiding De grafische sector staat al geruime tijd sterk onder druk. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de evoluties op het vlak van ICT, hebben de activiteiten van de drukkerijen en uitgeverijen grondig hertekend. De toenemende digitalisering is echter niet alleen een bedreiging, maar biedt ook kansen. Het doel van deze studie is om inzicht te verschaffen in de werking en in (de bronnen van) het concurrentievermogen van de Belgische grafische sector. In een eerste deel beschrijven we aan de hand van een aantal sleutelindicatoren de economische prestatie van de grafische sector (cfr. 1.1 en 2.1). Vervolgens beschrijven we aan de hand van enkele structuurindicatoren hoe de sector is georganiseerd. Deze schets van de sector zal ons toelaten om een beeld te vormen van de huidige positionering van de grafische sector. Het betreft echter een statische beschrijving die weinig inzicht biedt in de dynamiek van de sector of in de kansen en uitdagingen die zich de komende jaren in de omgeving van de sector voordoen. Daarom zullen we de informatie die we verkrijgen van de statistische indicatoren aanvullen met een meer kwalitatieve analyse. Het uitgangspunt is hierbij het micro-economisch model dat Michael E. Porter in zijn boek, "The competitive advantage of nations", hanteert om het concurrentievermogen van industrieën te verklaren. Porter onderscheidt vier concurrentiefactoren die gezamenlijk de competitiviteit van een bedrijf bepalen: de vraag, de productiefactoren, de rivaliteit en de relatie met toeleverende en aanverwante bedrijven (cfr. 3.1). Het volstaat echter niet om de verschillende factoren te beschrijven om de competitiviteit van een sector te begrijpen. Het model van Porter is immers in wezen een dynamisch model. Het is de interactie tussen de vier concurrentiefactoren onderling die bepaalt hoe een bedrijf zal reageren op de externe omstandigheden en die dus de basis van haar competitiviteit vormt. Om het gedrag van de grafische sector te begrijpen is het dus noodzakelijk om te analyseren hoe de omgeving van de grafische sector de afgelopen jaren is gewijzigd. Dit doen we aan de hand van een PEST-analyse (cfr. 3). Nadat we inzicht hebben verkregen in de werking van het model van Porter en in de wijzigingen in de macro-omgeving die zich de afgelopen jaren aan de grafische bedrijven voordeden, kunnen we starten met de analyse van de competitieve voordelen van de grafische sector (cfr. 3.3). Hierbij zullen we eerst vaststellen welke vorm de vier concurrentiefactoren binnen de grafische sector aannemen om vervolgens te onderzoeken hoe deze factoren op elkaar inwerken. Dankzij de analyse van de concurrentiële dynamiek van de grafische sector wordt het mogelijk om na te gaan hoe de huidige ontwikkelingen in het concurrentiële landschap een invloed zullen uitoefenen op het concurrentievermogen van de grafische bedrijven. Daarom gebruiken we in hoofdstuk 4 de inzichten uit de voorgaande analyse om met behulp van een confrontatieanalyse de belangrijkste strategische uitdagingen voor de grafische sector aan te geven. We mogen echter niet vergeten dat ook de overheid een belangrijke invloed heeft op het concurrentievermogen van de grafische sector. Daarom sluiten we af met een korte beschouwing over de uitdagingen voor de beleidsmakers (cfr. 0).

9 7 CRB Beschrijving van de grafische sector De grafische sector kan opgedeeld worden in twee grote categorieën; de drukkerijen en uitgeverijen. De drukkerijen staan in voor de drukactiviteiten van begin tot eind; van prepress tot afwerking. Onder prepress activiteiten verstaan we de opmaak, samenstelling en voorbereiding van documenten alvorens ze kunnen gedrukt worden. De afgewerkte producten variëren van boeken, kranten, tijdschriften tot affiches, wenskaarten en postzegels. De uitgeverijen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling, vermenigvuldiging en verspreiding van informatie om dit uiteindelijk beschikbaar te kunnen stellen aan lezers en gebruikers. De uitgeverijen voeren niet noodzakelijk al deze taken zelf uit. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de vermenigvuldiging van een boek uitbesteden aan een drukkerij. Voor de cijferanalyse gebruiken we in veel gevallen de NACE 2008 indeling. Tabel 1-1: Omschrijving subsectoren NACE Omschrijving (sub)sector 18 Drukkerijen en reproductie van opgenomen media 18.1 Drukkerijen en diensten in verband met drukkerijen 18.2 Reproductie van opgenomen media 58 Uitgeverijen 58.1 Uitgeverijen van boeken en tijdschriften; overige uitgeverijen 58.2 Uitgeverijen van software Bron: Eurostat Noot: In sommige gevallen waren we genoodzaakt om beroep te doen op de NACE 2003 indeling. Dit wordt telkens aangegeven in de tekst. We bekijken hieronder eerst de sector in zijn geheel (dus de som van NACE 18 en 58). Daarna gaan we dieper in op de subsectoren. 1.1 Sleutelindicatoren Aandeel in de economie In 2011 realiseerde de grafische sector (NACE ) in totaal 2.290,8 miljoen euro aan toegevoegde waarde en stelde mensen tewerk. Ter vergelijking, in 2011 produceerde de verwerkende nijverheid een toegevoegde waarde van ,2 miljoen euro en stelde personen tewerk. Als we de omvang van de grafische sector in internationaal perspectief willen bekijken, stellen we vast dat België in 2010 niet gespecialiseerd was in grafische producten in vergelijking met de EU-15, noch op het vlak van toegevoegde waarde als op het vlak van tewerkstelling, cfr. Grafiek 1-1. We baseren ons hiervoor op de specialisatie-index. Hierbij wordt het aandeel van de grafische sector in de Belgische economie vergeleken met datzelfde sectoraandeel in de referentiegroep, hier de EU-15. Een resultaat groter dan 1 wijst op een specialisatie.

10 8 CRB Grafiek 1-1: Specialisatie-index in vergelijking met de EU-15 op vlak van toegevoegde waarde en werkgelegenheid(2010) 1 0,72 0,75 0 TW WG TW WG Bron: Eurostat + eigen berekeningen Groei van de sector Internationale vergelijking In de volgende grafieken vergelijken we de evolutie van de reële toegevoegde waarde, de tewerkstelling en de productiviteit van de grafische sector, met deze in een aantal referentielanden. Als referentielanden werd gekozen voor de buurlanden (de belangrijkste exportlanden voor Belgische grafische producten) en een ander Europees land met een sterke exportspecialisatie in de grafische sector: Oostenrijk. Uit Grafiek 1-2 leiden we af dat de reële toegevoegde waarde voor België over de beschouwde periode sneller gegroeid is dan in Nederland en Duitsland. Opvallend is de heel sterke groeiprestatie van Oostenrijk.

11 9 CRB Grafiek 1-2: Groei reële toegevoegde waarde in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (1996=100) Duitsland Nederland Oostenrijk België Noot: referentiejaar prijzen=2005 geen cijfers beschikbaar voor Frankrijk Bron: Eurostat + eigen berekeningen op basis van de Laspeyresindex Op basis van Grafiek 1-3 kunnen we vaststellen dat de tewerkstelling in de grafische sector in alle landen is afgenomen. De tewerkstelling in België neemt minder sterk af dan in Duitsland en Nederland. Dit zal deels de sterkere stijging van de reële toegevoegde waarde verklaren. Grafiek 1-3: Groei werkgelegenheid in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (ref.j. =1996) Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: Eurostat Op basis van de gegevens over de evolutie van de reële toegevoegde waarde en de werkgelegenheid kunnen we de groei in de arbeidsproductiviteit berekenen. Dit wordt weergegeven in Grafiek 1-4. De arbeidsproductiviteit in België kende in de beschouwde periode een gelijkaardige stijging als in Duitsland. Ten opzichte van de andere onderzochte landen doet België het echter minder goed.

12 10 CRB Grafiek 1-4: Groei arbeidsproductiviteit in de grafische sector in België en de internationale referentiegroep (ref.j.=1996) Duitsland Nederland Oostenrijk België Noot: geen cijfers beschikbaar voor Frankrijk Bron: eigen berekeningen op basis van Eurostat We kunnen besluiten dat de grafische sector in België ten opzichte van zijn Europese sectorgenoten een goede prestatie heeft neergezet. De reële toegevoegde waarde steeg sterker dan de meeste landen binnen de referentiegroep en de tewerkstelling ging er minder sterk op achteruit. De arbeidsproductiviteit kende echter een relatief lage toename. Wegens de geringe beschikbaarheid aan betrouwbare gegevens over het productiviteitsniveau van België, is ervoor gekozen om enkel de evolutie te bespreken Exportprestatie Handelsbalans Om een beeld te krijgen over de internationale competitiviteit van de Belgische grafische sector, bekijken we de situatie van de handelsbalans tussen 1996 en We hanteren de statistieken van de Nationale Bank van België(NBB) volgens nationaal concept 1. Op basis van Grafiek 1-5 stellen we vast dat het handelsbalansresultaat van de grafische sector een instabiel verloop kent tussen 1996 en Na 2008 neemt de handelsbalans een duik. 1 Deze statistieken omvatten de transacties tussen Belgische ingezetenen en de rest van de wereld. Dit houdt een zuiverder beeld in van de internationale competitiviteit aangezien de doorvoer van grafische producten in principe niet wordt meegerekend. Deze benadering is echter niet sluitend aangezien een geïmporteerd product dat wordt opgeslagen in België om nadien door te voeren, toch in deze statistieken zal worden opgenomen.

13 11 CRB Grafiek 1-5: Handelsbalans (in miljoenen euro's) handelsbalansresultaat Bron: Belgostat (NBB) volgens nationaal concept Uit Grafiek 1-6 kunnen we afleiden dat dit vooral het gevolg is van een daling van de uitvoer. Grafiek 1-6: Evolutie in- en uitvoer (in miljoenen euro's) Uitvoer Invoer Bron: Belgostat (NBB) volgens nationaal concept Dit leidt tot een handelsbalanstekort vanaf 2009 waarbij de sector er voorlopig niet in slaagt om opnieuw een positief resultaat te bekomen, cfr. Grafiek 1-5. Dit toont dat de sector zwaar te lijden heeft onder de crisis en dit effect nog niet te boven is gekomen.

14 Exporterende versus niet-exporterende ondernemingen 12 CRB Voor onderstaande analyse doen we beroep op de VIO-databank, een databank met microgegevens. Deze databank heeft als nadeel dat het laatst beschikbare jaar 2005 is, maar de cijfers geven wel een interessant beeld van de samenhang tussen export, werkgelegenheid en toegevoegde waarde in de sector. Als we de exportactiviteiten van de grafische ondernemingen in België bekijken in Tabel 1-2, stellen we vast dat de meerderheid niet exporteert (64% in 2005). Dit is meer dan in de verwerkende nijverheid (52% in 2005). De exporterende minderheid (36%) creëert ongeveer 3/4 van de totale toegevoegde waarde en werkgelegenheid binnen de grafische sector. Tussen 1997 en 2005 creëerde ze meer toegevoegde waarde en verloor ze minder werkgelegenheid dan de niet-exporterende sectorgenoten. Er bestaat dus, zoals in de meeste sectoren, een positief verband tussen het exportprofiel van een onderneming en haar waardecreatie. Het dalend aantal grafische ondernemingen, ongeacht hun exportprofiel, wijst er echter op dat (bepaalde) grafische activiteiten onder druk zijn komen te staan en/of er consolidaties van grafische activiteiten zijn gebeurd. Tabel 1-2: Ontwikkeling van de prestaties van de ondernemingen volgens hun exportactiviteiten ( ) Type Werkgelegenheid Toegevoegde waarde Aantal ondernemingen aandeel 1997 groei aandeel 1997 groei aandeel 1997 aandeel 2005 groei grafische sector Geen export 26% -24% 24% -15% 65% 64% -22% Export 74% -16% 76% 1% 35% 36% -19% Total 100% -18% 100% -3% 100% 100% -21% Industrie Geen export 11% -7% -8% -8% 51% 52% -10% Export 89% -10% 16% 16% 49% 48% -12% Total 100% -10% 14% 14% 100% 100% -11% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: VIO-databank en eigen berekeningen Exportmarkt De belangrijkste exportmarkt voor Belgische grafische producten bevindt zich binnen de EU. Zo kunnen we uit gegevens van Eurostat afleiden dat 91% van de uitvoer van bedrukt papier bestemd is voor de EU-15. De export is sterk gericht op de buurlanden met 88% van de totale uit- en doorvoer naar landen binnen de EU-15. De belangrijkste bestemmingen zijn Frankrijk (43%) en Nederland (34%). Dit lijkt erop te wijzen dat de nabijheid van Belgische grafische ondernemingen bij de afzetmarkt voor grafische producten van belang is.

15 13 CRB Figuur 1-1 : Belangrijkste afzetmarkten voor Belgisch bedrukt papier en karton binnen EU-15 (2011) 4% 8% 11% 43% Frankrijk Nederland Duitsland Verenigd Koninkrijk andere EU-15 landen 34% Bron: Eurostat Oorsprong import Ook de import van grafische producten is sterk Europees gericht. Volgens Eurostat gegevens is 88% van het bedrukt papier afkomstig uit landen binnen de EU-15. Ook hier is de import sterk georiënteerd op de buurlanden, de belangrijkste leveranciers zijn Frankrijk (41%) en Nederland (36%). Figuur 1-2 : Oorsprong import bedrukt papier en karton binnen EU-15 voor België (2011) 5% 6% 11% 41% Frankrijk Nederland Duitsland Verenigd Koninkrijk andere EU-15 landen 36% Bron: Eurostat Uit het bovenstaande kunnen we besluiten dat de Belgische internationale handel van grafische producten zich vooral concentreert op de buurlanden, in het bijzonder op Frankrijk en Nederland.

16 14 CRB Structuurindicatoren Evolutie investeringen Binnen de Belgische grafische sector nemen de bruto- investeringen tussen 2005 en 2012 af. Dit lijkt te wijzen op een afbouw van de kapitaalvoorraad. Grafiek 1-7: Evolutie bruto-investeringen grafische sector in België ( ) bruto-investeringen Bron: OECD Stan Oorsprong input De Belgische grafische sector heeft input nodig om te kunnen produceren. Op basis van de inputoutputtabellen van het Federaal Planbureau gaan we na van waar de grafische sector deze haalt. Voor ongeveer 3/4 is de input afkomstig van de binnenlandse bedrijven en voor ongeveer 1/4 van het buitenland. Het buitenlands aandeel nam in de beschouwde periode toe ten koste van het binnenlands aandeel. Tabel 1-3: Oorsprong input NACE 22 Oorsprong Binnenland 78% 71% Invoer 22% 29% Totale input (aan aankoopprijzen) 100% 100% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: Federaal Planbureau De binnenlandse input is in 2005 voor ongeveer 1/4 afkomstig uit de eigen sector, zie Tabel 1-4. Deze input nam tussen 2000 en 2005 sterk toe van 4% tot 27%. Dit kan erop wijzen dat de grafische bedrijven meer beroep doen op elkaars expertise om hun dienstverlening te verbreden.

17 15 CRB Een tweede belangrijk aandeel van de input, namelijk 22% in 2005, is afkomstig van de zakelijke dienstverlening en nam in de beschouwde periode ook toe. Tot de zakelijke diensten behoren o.a. boekhoud- en rechtskundige activiteiten, vertaalwerk, terbeschikkingstelling van uitzendkrachten. Het toenemend verbruik van zakelijke diensten door de grafische sector is mogelijk het gevolg van een strategische keuze om de randactiviteiten uit te besteden en zich meer toe te spitsen op de kerntaken. De derde grootste leverancier, namelijk de groothandel levert ongeveer een kwart van de input en dit aandeel blijft vrij stabiel gedurende de beschouwde periode. Dit in tegenstelling tot het aandeel van de pulp- en papierleveranciers waarvan het aandeel in de totale inputs van de grafische sector op vijf jaar tijd drastisch daalde van 34% tot 7% in Vermoedelijk is dit het gevolg van het verdwijnen van een aantal drukkerijen en daarmee ook de behoefte aan grondstoffen zoals papier. Tabel 1-4: Binnenlandse input: belangrijkste leveranciers NACE code Sector Aandeel input Drukwerk en opgenomen media 4% 27% 74 Overige zakelijke diensten 16% 22% 51 Groothandel en handelsbemiddeling 15% 14% 21 Pulp, papier en papierwaren 34% 7% restcategorie 31% 30% Totaal binnenlandse input 100% 100% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: Federaal Planbureau De vraag Op basis van de input-outputtabellen kan ook nagegaan worden wie de belangrijkste afnemers zijn van grafische producten. In 2005 zijn meer dan de helft van de producten bestemd voor binnenlandse bedrijven (cfr. intermediaire consumptie in Tabel 1-5). Daarnaast is 1/4 van de binnenlandse output bestemd voor de binnenlandse huishoudens, wat een toename betekent van 6% ten opzichte van De export vertegenwoordigt 17,3% van de output. Hier komt duidelijk naar voor dat het overgrote deel van de export bestemd is voor de EU. Op basis van hoofdstuk weten we dat dit voornamelijk gericht is naar de buurlanden. Met een aandeel van meer dan 75%, richt de Belgische grafische sector zich echter vooral op de binnenlandse markt. Mogelijke verklaringen voor de relatief geringe export zijn te vinden in hetzij een onvoldoende internationale competitiviteit van de Belgische grafische sector, hetzij weinig exporteerbare grafische producten. Bij dit laatste denken we bijvoorbeeld aan producten waar de nabijheid bij de klant van belang is; gepersonaliseerde producten met een korte leveringstermijn of producten die hoge transportkosten met zich meebrengen.

18 16 CRB Tabel 1-5: Bestemming binnenlandse output Bestemming intermediaire consumptie 64% 54% huishoudelijke consumptie 19% 25% uitvoer EU 15% 16% uitvoer niet EU 1,6% 1,3% restcategorie 0,4% 3,7% Totaal verbruik output 100% 100% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: Federaal Planbureau Tabel 1-6 geeft een gedetailleerde analyse van de binnenlandse bedrijven die afnemer zijn van grafische producten. Opvallend is dat het grootste aandeel (22%) in 2005 bestemd is voor de eigen sectorgenoten. Dit bevestigt het belang van linken tussen bedrijven binnen de grafische sector en ondersteunt de idee dat grafische ondernemingen beroep doen op elkaars expertise, zodat ze naast hun specialisatie toch in staat zijn om een brede dienstverlening aan te bieden. De zakelijke dienstverlening is een tweede belangrijke vrager van drukwerk met 19% in 2005, hoewel hun belang sterk afgenomen is in de beschouwde periode. Tot deze diensten behoren onder andere het reclamewezen, fotografen, grafische ontwerpers en diensten van technische adviseurs, architecten en ingenieurs. Dit zijn activiteiten die vaak ondersteuning of samenwerking met grafische ondernemingen vragen. 10% van de intermediaire vraag is in 2005 afkomstig van de detailhandel. Dit heeft vooral betrekking op de detailhandel in boeken, kranten, tijdschriften en fotografische artikelen. Verder zijn het openbaar bestuur, de groothandel en de voedingssector ook afnemer van grafische producten. De voedingssector zal vooral vrager zijn van voedselverpakkingen. Tabel 1-6: Intermediaire consumptie: belangrijkste afnemers NACE-code Sector Drukwerk en opgenomen media 3% 22% 74 Overige zakelijke diensten 47% 19% 52 Detailhandel 11% 10% 75 Openbaar bestuur en defensie 2% 6% 51 Groothandel en handelsbemiddeling 12% 5% 15 Voedingsmiddelen en dranken 3% 5% restcategorie 22% 33% Totale intermediaire consumptie 100% 100% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: Federaal Planbureau Scholingsniveau We bekijken het scholingniveau van de personeelsleden binnen de grafische sector aan de hand van de arbeidskrachtenenquête van de fod Economie. Aangezien dit steekproefaantallen betreft, dienen de cijfergegevens met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Daarom wordt in dit rapport gewerkt met gemiddelden van drie opeenvolgende jaren, van 2010 tot en met 2012.

19 17 CRB Uit Grafiek 1-8 leiden we af dat de grafische sector wordt gekenmerkt door een sterkere concentratie van hoger geschoolde werknemers dan in de verwerkende nijverheid. Het aandeel werknemers met een hoger onderwijsdiploma in de grafische sector bedraagt 48%, terwijl het aandeel binnen de verwerkende nijverheid 29% bedraagt. Grafiek 1-8: Gemiddeld scholingsniveau werkenden (loontrekkenden + niet-loontrekkenden) voor de periode % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% grafische sector (nace 18+58) VWN (NACE 10-33) Bron: Enquête naar de arbeidskrachten fod Economie Hoger onderwijs, academisch gerichte opleidingen Hoger onderwijs, professioneel gerichte opleidingen Hoger secundair Lager secundair Lager of geen diploma Soorten ondernemingen We stellen vast dat de grafische markt hoofdzakelijk gedomineerd wordt door lokale ondernemingen (94% in 1997), meer nog dan in de verwerkende nijverheid. Tussen 1997 en 2005 neemt hun aantal echter sterk af (-22%) wat erop kan wijzen dat hun activiteiten onder druk hebben gestaan en/of er fusies/overnames zijn gebeurd. Tijdens dezelfde periode slagen ze erin meer toegevoegde waarde te creëren (4%), terwijl hun bijdrage aan de tewerkstelling daalt (18%). Dit is vermoedelijk gerealiseerd door het inzetten van arbeidsbesparende technologieën en automatisering. Hetzelfde geldt voor de buitenlandse multinationals (mno's) die, ondanks hun beperkte concentratie van 3%, toch ongeveer een kwart van de toegevoegde waarde en tewerkstelling voor hun rekening nemen.

20 18 CRB Tabel 1-7: Aandeel en groei van de tewerkstelling en de toegevoegde waarde binnen de grafische sector; opsplitsing naar lokale ondernemingen, Belgische en buitenlandse multinationals aandeel sector 1997 reële groei lokale ond. Belg. mno's Niet- Belg. mno's lokale ond. Belg. mno's niet- Belg. mno's Werkgelegenheid 22 66% 10% 24% -18% -10% -22% Industrie 33% 13% 54% -14% -6% -8% Toegevoegde waarde 22 62% 11% 27% 4% -17% 11% Industrie 22% 12% 66% 7% -2% 20% Aantal ondernemingen 22 94% 3% 3% -22% -11% 1% Industrie 86% 5% 9% -12% -6% -1% Noot: Voor deze analyse werd gebruik gemaakt van de NACE-indeling Bron: VIO-databank en eigen berekeningen 2 Subsectoren van de grafische sector Zoals in de inleiding al werd aangegeven, bestaat de grafische sector uit twee verschillende subsectoren. De eerste subactiviteit wordt uitgeoefend door de drukkerijen, ressorterend onder de verwerkende nijverheid met code 18 in NACE Onder de activiteiten van de drukkerijen behoren zowel de druk- als ondersteunende activiteiten zoals de afwerking (bv. garenloos binden, inlijmen) of de voorbereiding van de opdracht (bv. opmaak, scanning). De tweede subactiviteit wordt uitgeoefend door de uitgeverijen, behorend tot de dienstensector met NACE-code 58. De uitgeverijen zijn verantwoordelijk voor de uitgifte van o.a. boeken, brochures, folders, kranten en tijdschriften. Dit kan verscheidene vormen aannemen; gedrukt, elektronisch, via het internet, via multimedia. Er dient opgemerkt dat de cijfers voor de uitgeverijen ook de uitgifte van software omvatten. Deze activiteit valt eigenlijk buiten de scope van dit rapport, maar uit de cijfers blijkt dat deze subcategorie slechts een klein aandeel (7,5%) heeft in het totaal van de uitgeverijen, cfr. Tabel 2-1. Bijgevolg zal dit het beeld weinig vertekenen. Tabel 2-1: Onderverdeling subsectoren met aandeel werkgelegenheid Aandeel NACE Omschrijving (sub)sector Jaar werkgelegenheid 18 Drukkerijen en reproductie van opgenomen media % 18.1 Drukkerijen en diensten in verband met drukkerijen ,16% 18.2 Reproductie van opgenomen media ,84% 58 Uitgeverijen % 58.1 Uitgeverijen van boeken en tijdschriften; overige uitgeverijen ,45% 58.2 Uitgeverijen van software ,55% Bron: Eurostat 2.1 Sleutelindicatoren Evolutie aandeel in economie Eerst en vooral bekijken we de evolutie van de reële toegevoegde waarde voor de individuele drukkerijen- en uitgeverijensector in Grafiek 2-1. We stellen vast dat beide subsectoren gekenmerkt worden door een tegengesteld verloop.

21 19 CRB Tussen 1996 en 2011 heeft de toegevoegde waarde, gecreëerd door de uitgeverijen een overwegend stijgend verloop gekend, met uitzondering van de recente daling sinds Ten opzichte van 1996 is de toegevoegde waarde gerealiseerd door de drukkerijen afgenomen, met een opvallend sterke daling in De financieel economische crisis heeft een belangrijke impact gehad op de economie in haar geheel en zeker ook op de grafische sector. Grafiek 2-1: Evolutie van de reële toegevoegde waarde in de subsectoren ( ) drukkerijen uitgeverijen Bron: EUROSTAT, nationale rekeningen De werkgelegenheid binnen de uitgeverijensector maakt tussen 1996 en 2011 een paar golvende bewegingen om in 2011 nipt onder het niveau van 1996 uit te komen. Ten opzichte van 1996 is de werkgelegenheid in 2011 dus vrijwel stabiel gebleven. De werkgelegenheid bij de drukkerijen is echter gestaag afgenomen in de beschouwde periode Grafiek 2-2: Evolutie van de werkgelegenheid in de subsectoren ( ) drukkerijen uitgeverijen Bron: EUROSTAT, nationale rekeningen

22 2.1.2 Internationale vergelijking aandeel in economie 20 CRB Ondanks de dalende tendens in de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid van de Belgische drukkerijen, lijken de drukactiviteiten in België nog relatief sterk aanwezig ten opzichte van het gemiddelde van de landen in de referentiegroep, cfr. Tabel 2-2. In deze tabel vergelijken we België met de buurlanden aangezien de internationale handel in Belgische grafische producten zich vooral toespitst op deze landen, cfr. Figuur 1-1 en Figuur 1-2. Oostenrijk is als referentieland toegevoegd omdat het beschikt over een goed uitgebouwde grafische sector met een sterke exportspecialisatie in de EU (bron: OESO). Tabel 2-2: Aandeel subsectoren in toegevoegde waarde grafische sector in vergelijking met de referentiegroep (2010) Aandeel drukkeri Aandeel uitgeverijen BE 49,5% 50,5% DE 32,6% 67,4% FR 27,7% 72,3% NL 35,1% 64,9% AT 55,1% 44,9% Bronnen: EUROSTAT, nationale rekeningen Onderstaande grafiek wijst daarenboven uit dat de afname van de werkgelegenheid zich sterker doorzet in de drukkerijen in de referentielanden. En wat het verlies aan toegevoegde waarde betreft, doen Nederland en Duitsland het beduidend slechter. Deze subsector lijkt in België dus nog relatief goed stand te houden in vergelijking met andere landen. Grafiek 2-3: Internationale vergelijking groei werkgelegenheid (X-as) en groei reële toegevoegde waarde (Y-as) in de subsector drukkerijen ( ) 0,2% FR 0,0% -4,5% -4,0% -3,5% -3,0% -2,5% -2,0% -1,5% -1,0% -0,5% 0,0% -0,2% AT -0,4% BE -0,6% -0,8% DE NL Bronnen: EUROSTAT, nationale rekeningen -1,0% -1,2% Ook de Belgische uitgeverijen lijken relatief goed stand te houden in vergelijking met de referentiegroep. Zij kenden tussen 2000 en 2010 de sterkste toename van de toegevoegde waarde. Naar analogie met Frankrijk creëerden zij meer toegevoegde waarde, ondanks een afname in de tewerkstelling. De productiviteit van de uitgeverijen is in beide landen dus toegenomen.

23 21 CRB Grafiek 2-4: Internationale vergelijking groei werkgelegenheid (X-as) en groei reële toegevoegde waarde (Y-as) voor de subsector uitgeverijen ( ) 1,0% BE FR 0,5% 0,0% -3,5% -3,0% -2,5% -2,0% -1,5% -1,0% -0,5% 0,0% 0,5% -0,5% AT -1,0% NL DE Bron: EUROSTAT, nationale rekeningen -1,5% -2,0% Export en import Op basis van Tabel 2-3 stellen we vast dat de Belgische grafische sector 3,12% van het totaal van de wereldexport van grafische producten exporteert. Dit exportaandeel is hoger dan dat voor de gehele industrie (2,64%). Hetzelfde geldt echter voor het Belgisch importaandeel van de grafische sector in de wereldimport dat 3,13% bedraagt. Een mogelijke verklaring voor het hoge import- en exportaandeel kunnen we vinden in de functie van België als doorvoerland. In sommige productsegmenten fungeert België als netto-exporteur. Dit is het geval voor het segment van het advertentiemateriaal, de commerciële catalogi & de foto's (4911) waar creativiteit en originaliteit steeds meer aan belang winnen. Het publiek wordt tegenwoordig meer en meer geconfronteerd met een grote hoeveelheid aan informatie via verschillende kanalen. Het komt erop aan op een creatieve en originele manier de boodschap over te brengen. Een tweede segment waarin België als netto-exporteur fungeert, is dat van de kinderboeken (4903). Wat de kinderboeken betreft, denken we aan stripalbums en hoog kwalitatieve kinderboeken die veel voorbereidend werk en ook een creatieve insteek vragen. België blijkt dus in beide creatieve productsegmenten over een internationaal concurrentievoordeel te beschikken.

24 22 CRB Tabel 2-3: Export- en importaandeel van het betreffende product op wereldniveau (2010) Exportaandeel in de Importaandeel in de Jaarlijkse Jaarlijkse (X-M)/(X+M)*100 wereldexport van de wereldimport van de grafische sector (%) grafische sector (%) exportgroei (%) importgroei (%) 00 Gehele industrie 2,64 2, ,6 49 grafische sector 3,12 3, , advertentiemateriaal en commerciële catalogi, inclusief afbeeldingen en foto's 5,93 3, , Kranten, dagbladen en tijdschriften 5,16 5, , Kinderschrijf- en kleurboeken, tekeningen 4,58 3, , Geografische en hydrografische Kaarten 2,75 3, , Gedrukte boeken, brochures, affiches en gelijkaardig materiaal 2,11 3, , post- en wenskaarten 1,52 1, , kalenders 1,05 1, , transfer bedrukking op ander materiaal 0,49 0, Muziekmateriaal 0,18 0, , Plannen of tekeningen voor de architectuur, de ingenieurs- industriële, topografische of commerciële wereld 0,12 1, , Postzegels, cheques, bankbiljetten,e.a 0 0, ,3 Bron: ITC De belangrijkste Belgische exportproducten in absolute waarde in 2010 vinden we terug bij de afbeeldingen, foto's, het advertentiemateriaal en de commerciële catalogi (4911); de boeken en brochures (4901) en de nieuwsbladen, kranten en tijdschriften (4902). In de wereldexport van de grafische nijverheid namen deze productsegmenten respectievelijk 5,93%; 2,11% en 5,16% in. Aan de importzijde van de handelsbalans nemen de nieuwsbladen, de geografische en hydrografische kaarten en de kinderboeken de belangrijkste aandelen in van de wereldimport van grafische producten. Zij vertegenwoordigen een importaandeel van respectievelijk 5,26%; 3,77% en 3,33%. 2.2 Structurele karakteristieken Aandeel toegevoegde waarde in de productiewaarde In Grafiek 2-5 bekijken we de evolutie van het aandeel van de toegevoegde waarde in de output voor de subsector drukkerijen. We stellen vast dat dit aandeel over de beschouwde periode een dalend verloop kent. Of omgekeerd, dat het aandeel van het intermediaire verbruik in de toegevoegde waarde is gestegen. Dit kan verschillende redenen hebben. Een mogelijk oorzaak is de strategische keuze van de drukkerijen om meer activiteiten uit te besteden. Echter, ook een relatieve stijging van de inputprijzen die niet volledig wordt doorgerekend in de outputprijzen kan deze evolutie verklaren. Dit laatste zou er op kunnen wijzen dat de drukkerijen er niet in slagen om een goede positie te verwerven in de waardeketen van de grafische sector.

25 23 CRB Grafiek 2-5: Evolutie toegevoegde waarde, output en intermediair verbruik, tegen lopende prijzen (in miljoenen euro's) NACE 18 ( ) , ,00 Output , ,00 Intermediair verbruik ,00 15,00 Bruto toegevoegde waarde ,00 5,00 0,00 Aandeel toegevoegde waarde in de output (secundaire as) Bron: NBB Bij de uitgeverijen ziet de situatie er omgekeerd uit: het aandeel van de toegevoegde waarde in de outputwaarde stijgt. Zoals hierboven reeds aangegeven kan dit verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de uitgeverijen meer intern produceren en bijgevolg een groter aandeel in de totale output innemen. Daarnaast is het ook mogelijk dat de uitgeverijen er in slagen om een goede positie te verwerven in de waardeketen en de klanten kunnen overtuigen om hogere prijzen voor hun producten te betalen. Grafiek 2-6: Evolutie toegevoegde waarde, output en intermediair verbruik, tegen lopende prijzen NACE 58 ( ) ,00 45,00 Output , ,00 30,00 Intermediair verbruik ,00 20,00 Bruto toegevoegde waarde ,00 10,00 5,00 Aandeel toegevoegde waarde in de output (secundaire as) ,00 Bron: NBB

26 24 CRB Investeringen Zoals uit Grafiek 2-7 kan afgeleid worden, ligt de investeringsgraad van de Belgische drukkerijen relatief hoog in vergelijking met de referentielanden. Dit kan wijzen op een hoog peil van de kapitaalvoorraad en/of de opbouw van kapitaal. Grafiek 2-7: Investeringsgraad (investeringen/toegevoegde waarde tegen factorkosten) voor de subsector drukkerijen ( ) Duitsland Nederland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk België Bron: Eurostat In de subsector van de uitgeverijen is de investeringsgraad een stuk lager, maar dit ligt in de lijn met de resultaten van de referentielanden. Dit wijst er op dat de uitgeverijensector een minder kapitaalsintensieve sector is dan de drukkerijensector. Grafiek 2-8: Investeringsgraad (investeringen/toegevoegde waarde tegen factorkosten) voor de subsector uitgeverijen ( ) Duitsland Nederland Oostenrijk Verenigd Koninkrijk België Bron: Eurostat

27 25 CRB Scholingsniveau Uit Grafiek 1-8 leidden we reeds af dat het gemiddeld scholingsniveau in de grafische sector hoger is dan in de verwerkende nijverheid. Grafiek 2-9 toont aan dat de uitgeverijen het grootste aandeel hoger geschoolden (73%) tewerk stelt. Het aandeel hoger geschoolden binnen de drukkerijen bedraagt 33%, licht boven het gemiddelde in de verwerkende nijverheid. Grafiek 2-9: Gemiddeld scholingsniveau in de drukkerijen, de uitgeverijen en de verwerkende nijverheid, % 90% 80% 70% 60% 50% 40% Hoger onderwijs, academisch gerichte opleidingen Hoger onderwijs, professioneel gerichte opleidingen Hoger secundair 30% Lager secundair 20% 10% 0% nace 18 nace 58 VWN (NACE 10-33) Lager of geen diploma Bron: Enquête naar de arbeidskrachten fod Economie Uit het bovenstaande kunnen we afleiden dat uitgeverijen meer kennisintensieve activiteiten uitvoeren dan de drukkerijen. Het aanwenden en omzetten van kennis naar nieuwe of verbeterde producten kan hogere toegevoegde waardeactiviteiten voortbrengen Innovatie Innovatie-intensiteit Volgens de CIS-enquête, een enquête over de innovatieactiviteiten van ondernemingen die wordt uitgevoerd op Europees niveau, doen ongeveer 61% van de drukkerijen en meer dan 75% van de uitgeverijen aan innoverende activiteiten in België. Het betreft hier een ruime definitie van innovatie: zowel technologische product- of procesinnovatie, als niet-technologische marketing of organisatorische innovatie. In vergelijking met de referentiegroep van landen neemt België op dit vlak een gemiddelde plaats in.

28 26 CRB Grafiek 2-10: % Innoverende ondernemingen (2010) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Drukkerijen Uitgeverijen Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Voorkeur innovatietype Bij de verdere analyse van de innovatie-initiatieven maken we een onderscheid tussen technologische (betrekking hebbend op een product of proces) of niet-technologische (organisatorische of marketinggerichte) innovaties. In de grafische sector domineren voornamelijk technologische innovaties. 62% van de innoverende uitgeverijen doet aan productinnovatie. In vergelijking met 35% voor het totaal van de economie is dit een relatief hoog percentage. Meer en meer boeken alsook nieuwsbladen worden gedigitaliseerd en krijgen naast hun papieren vorm een elektronische vorm aangemeten. Via productinnovaties trachten de uitgeverijen in te spelen op de groeiende vraag naar digitale producten en zo een plaats te verwerven in deze nieuwe waardeketen. Zij worden hierbij op de voet gevolgd door niet-grafische bedrijven actief in de e-commerce, zoals bijvoorbeeld Amazon die onder andere boeken in elektronische vorm aanbiedt. Als we het aantal uitgeverijen bekijken dat een procesinnovatie doorvoert, is dit ook hier hoger dan gemiddeld voor het geheel van de economie. Dat uitgeverijen mee de digitale weg opgaan, heeft tot gevolg dat de processen hierop moeten afgestemd worden. De nadruk komt bv. meer te liggen op mediumneutrale processen die het mogelijk maken om dezelfde inhoud op verschillende media beschikbaar te stellen. Bij de publicatie in digitale media staan de integratie en automatisering van de processen centraal

29 27 CRB Tabel 2-4: Indeling innoverende grafische ondernemingen naar type innovatie in België Type innovatie drukkerijen uitgeverijen ALLE NACE Technologische productinnovatie 33% 62% 35% procesinnovatie 37% 40% 34% niet-technologische organisatie-innovatie 31% 23% 31% marketing innovatie 33% 29% 29% Bron: CIS-enquête 2010 De Belgische drukkerijen hebben geen uitgesproken keuze voor één type innovatie. Slechts een lichte voorkeur gaat uit naar procesinnovaties (37%). De meerderheid investeert in efficiëntieverhogende innovaties gericht op de optimalisatie van de processen. Een voorbeeld hiervan is de computer to plate techniek die de doorlooptijd van het productieproces verkort en zorgt voor een vereenvoudiging van het prepress proces. Een internationale vergelijking in Grafiek 2-11 voor de uitgeverijen bevestigt de relatief sterke prestatie van België op het vlak van product- en procesinnovatie. Daarentegen bevestigt het eveneens de minder ontwikkelde marketing- en organisatorische innovatie. Grafiek 2-11: Internationale vergelijking type innovatie, uitgeverijen 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% productinnovatie procesinnovatie organisatie-innovatie marketinginnovatie Uitgeverijen Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Wat de drukkerijen betreft, scoort België voor de verschillende innovatievormen vrij gemiddeld in vergelijking met de referentielanden.

30 28 CRB Grafiek 2-12: Internationale vergelijking type innovatie, drukkerijen 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% productinnovatie procesinnovatie organisatie-innovatie marketinginnovatie Drukkerijen en reproductiecentra Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Soorten innovatie-uitgaven en link met samenwerkingsverbanden in de uitgeverijen Om een (technologische) innovatie te realiseren, zijn vaak heel wat uitgaven nodig. Hieronder vergelijken we het omzetaandeel van een aantal uitgavencategorieën voor de uitgeverijen en de verwerkende nijverheid (VWN) in De gegevens zijn afkomstig van de CIS-enquête. We starten met de uitgeverijen. Van de vier weergegeven componenten, vertegenwoordigt het omzetaandeel van de interne O&O-uitgaven de grootste moot. In vergelijking met de andere sectoren in de verwerkende nijverheid is dit aandeel hoger dan gemiddeld. Ook het aandeel van de uitgaven voor externe kennisverwerving in de omzet is hoger dan gemiddeld in de VWN. Interne O&O en externe kennisverwerving spelen dus een relatief belangrijke rol in de innovatiestrategie van de Belgische uitgeverijen. Grafiek 2-13: Verdeling innovatie-uitgaven als aandeel van de omzet, uitgeverijen met technologische innovatie, ,8% 1,6% 1,4% 1,2% 1,0% 0,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% machines, materiaal en software/omzet externe kennisverwerving/omzet externe O&O/omzet interne O&O/omzet VWN uitgeverijen Bron: CIS-enquête 2010

31 29 CRB Een internationale vergelijking in Grafiek 2-14 bevestigt de relatief hoge interne O&O-uitgaven van de Belgische uitgeverijen in Grafiek 2-14: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor interne O&O als aandeel van de omzet 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% Uitgaven voor interne O&O Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Het belang van externe kennisverwerving en externe O&O anderzijds zien we weerspiegeld in de sterke samenwerkingsverbanden met consultants, universiteiten of hogescholen, publieke en private onderzoeksinstellingen in vergelijking met de andere landen, cfr. Tabel 2-5. Over het algemeen zijn uitgeverijen in België meer geneigd om samenwerkingsverbanden aan te gaan dan uitgeverijen in de andere onderzochte landen. Naast samenwerking met onderzoeksinstellingen wordt in België ook meer dan in andere landen samengewerkt met sectorgenoten, klanten en leveranciers. Dit laatste samenwerkingsverband zien we ook weerspiegeld in de bestemming van een relatief belangrijk deel van de innovatie-uitgaven in machines en software, cfr. Grafiek Tabel 2-5: Samenwerkingsinitiatieven van uitgeverijen met technologische innovatie (NACE 58) Duitsland Frankrijk Nederland Oostenrijk België geëngageerd tot samenwerking 12% 38% 37% 56% 72% samenwerking met ondernemingen binnen dezelfde groep 7% 18% 6% 31% 22% samenwerking met leveranciers van materiaal en uitrusting 3% 24% 34% 0% 64% samenwerking met klanten en consumenten 6% 26% 3% 23% 33% samenwerking met concurrenten of andere ondernemingen van dezelfde sector 1% 17% 0% 21% 32% samenwerking met consultants, laboratoria of private O&O instellingen 6% 13% 4% 17% 64% samenwerking met universiteiten of hogescholen 2% 14% 2% 30% 56% samenwerking met de overheid of publieke onderzoeksinstelingen 0% 11% 0% 17% 38% samenwerking met een nationale partner 12% 35% 36% 40% 70% samenwerking met een partner van een EU-(toekomstige) lidstaat of een land binnen de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) 3% 20% 4% 30% 35% samenwerking met een partner uit de V.S. 0% 16% 4% 9% 2% samenwerking met een partner buiten EU, EVA, V.S, China of Indië 1% 6% 0% 0% 1% samenwerking met een partner in China of Indië 0% 5% 0% 0% 0% Bron: CIS-enquête 2010 Het gewicht van dit soort uitgaven in de omzet van de Belgische uitgeverijen is echter laag in vergelijking met de internationale referentiegroep, cfr. Grafiek 2-15.

32 30 CRB Grafiek 2-15: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% Uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Soorten innovatie-uitgaven en link met samenwerkingsverbanden in de drukkerijen Als we kijken naar het omzetaandeel van vier soorten innovatie-uitgaven van de Belgische drukkerijen met een technologische innovatie, stellen we vast dat het zwaartepunt bij de uitgaven voor machines, materiaal en software ligt. Dit aandeel is beduidend groter dan in de verwerkende nijverheid. Grafiek 2-16: Verdeling innovatie-uitgaven als aandeel van de omzet in drukkerijen met technologische innovatie 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% machines, materiaal en software/omzet externe kennisverwerving/omzet externe O&O/omzet interne O&O/omzet VWN drukkerijen Bron: CIS-enquête 2010

33 31 CRB Deze dominantie komt ook sterk naar voor in de internationale vergelijking, cfr. Grafiek Grafiek 2-17: Internationale vergelijking van de innovatie-uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software als aandeel van de omzet in drukkerijen 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0% Uitgaven voor de verwerving van machines, uitrusting en software Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België Bron: CIS-enquête 2010 Wat de samenwerking betreft, stellen we vast dat er bij de Belgische drukkerijen over het algemeen minder initiatieven voorkomen dan bij de Belgische uitgeverijen. Ook ten opzichte van de internationale referentiegroep is de samenwerking eerder laag. De belangrijkste partners voor de drukkerijen zijn de leveranciers, cfr. Tabel 2-6, wat aansluit bij de uitgesproken innovatie-uitgaven voor materieel en software, cfr. Grafiek Het aantal Belgische drukkerijen dat samen werkt met leveranciers is echter niet zo hoog in vergelijking met de internationale referentiegroep. Wat internationaal sterker doorweegt, zijn de samenwerkingsverbanden met sectorgenoten en consultants of private O&Oinstellingen. De banden met sectorgenoten zullen vermoedelijk aangehaald worden door bedrijven die zich specialiseren in niches. Ondanks hun specialisatie, slagen ze er via samenwerkingsverbanden in om toch een totaaldienstverlening aan te bieden (cf. infra). Tabel 2-6: Samenwerkingsinitiatieven van drukkerijen met technologische innovatie (NACE 18) Duitsland Nederland Frankrijk Oostenrijk België geëngageerd tot samenwerking 16% 24% 16% 32% 16% samenwerking met ondernemingen binnen dezelfde groep 6% 2% 6% 13% 8% samenwerking met leveranciers van materiaal en uitrusting 5% 21% 13% 26% 16% samenwerking met klanten en consumenten 14% 8% 7% 11% 8% samenwerking met concurrenten of andere ondernemingen van dezelfde sector 7% 2% 3% 0% 8% samenwerking met consultants, laboratoria of private O&O instellingen 6% 2% 3% 8% 9% samenwerking met universiteiten of hogescholen 4% 2% 5% 6% 1% samenwerking met de overheid of publieke onderzoeksinstelingen 1% 1% 2% 9% 5% samenwerking met een nationale partner 13% 24% 16% 26% 12% samenwerking met een partner van een EU-(toekomstige) lidstaat of een land binnen de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) 12% 3% 11% 19% 12% samenwerking met een partner uit de V.S. 4% 1% 1% 0% 1% samenwerking met een partner buiten EU, EVA, V.S, China of Indië 4% 1% 0% 0% 0% samenwerking met een partner in China of Indië 5% 0% : 0% 0% Bron: CIS-enquête 2010

34 32 CRB Innovatie: verschillende strategieën Binnen de grafische sector in België lijken uitgeverijen en drukkerijen verschillende innovatiestrategieën toe te passen. De uitgeverijen werken vrij intensief samen met verschillende partners; van klanten, leveranciers, sectorgenoten tot onderzoeksinstellingen. In samenwerking met klanten leren de uitgeverijen de klantenwensen en behoeften kennen wat maakt dat ze hier beter op kunnen inspelen. Hun middelen vloeien vooral naar interne O&O en in mindere mate ook naar externe kennisverwerving. Op basis daarvan zijn uitgeverijen in staat aan productinnovatie te doen. De drukkerijen focussen voornamelijk op de samenwerking met leveranciers om hun processen verder te optimaliseren en te innoveren. In vergelijking met de uitgeverijen lijken ze een eerder een defensieve rol in te nemen. Ten opzichte van de internationale referentiegroep werken ze toch iets sterker samen met private O&O-instellingen en sectorgenoten. De samenwerking met sectorgenoten vinden we bv. terug bij drukkerijen die zich specialiseren in één of meerdere soorten activiteiten. Deze samenwerkingsverbanden maken het mogelijk om een totaaldienstverlening aan te bieden naast de eigen specialisatie(s). Op basis van een analyse van de verdienmodellen van een aantal succesvolle grafische ondernemingen, werd onderzocht of bovenstaande resultaten kunnen bevestigd worden. Concreet werd een analyse gemaakt van een selectie aan grafische ondernemingen die er over een periode van 4 jaar, tussen 2008 en 2011, in slaagden om ieder jaar hun toegevoegde waarde te laten groeien. Dit gebeurde op basis van een lijst 3 van 200 grafische ondernemingen in België, gepubliceerd in het maandblad Grafisch Nieuws. Het resultaat van dit onderzoek komt tot 5 verschillende, soms ook complementaire strategieën van succesvolle drukkerijen of uitgeverijen. Een eerste strategie focust op de productie van één of meerdere nicheproducten. Zo specialiseren bepaalde grafische bedrijven zich bijvoorbeeld in het printen van extra grote formaten, speelkaarten, familiedrukwerk, drukwerk voor lokale kmo's of het bedrukken van andere materialen dan papier zoals glas, polyester. In deze niches komt ook het belang aan creativiteit naar voor. Sommige bedrijven beschikken dan ook over hun eigen ontwerpafdeling. Een tweede strategie die groeiende grafische ondernemingen hanteren, is de keuze voor de diversificatie van hun dienstverlening. Dit gaat vaak samen met samenwerkingsverbanden met sectorgenoten die vaak de voorbode zijn van overnames of fusies. Daarnaast kiezen sommige groeiers als antwoord op de digitalisering ervoor om hun dienstverlening uit te breiden naar digitale media; bijvoorbeeld de uitbreiding van het mailingaanbod naar , internet en sms of het opzetten van een elektronisch platform dat de communicatieprocessen van professionele klanten stuurt en faciliteert. In segmenten zonder digitale alternatieven, zoals deze van verpakkingen en labels, wordt hier minder aandacht aan besteed. Wel zien we in deze segmenten ook een trend naar meer specialisatie en personalisatie wat aanleunt bij de eerste strategie. 3 Bron: Jaarlijks klassement van de grafische bedrijven gepubliceerd in GN, maart 2013 en GN, maart 2011

35 33 CRB Naast het aanbieden van digitale producten, kan de digitale technologie ook aangewend worden om de dienstverlening rond gedrukte media te verbeteren. Zo kiezen een aantal groeiers er voor om op de opkomst van e-commerce in te spelen via webshops. Ten slotte vinden we bij het merendeel van de groeiende ondernemingen de aandacht voor innovatie en creativiteit terug en beschikken sommigen onder hen zelfs over een eigen O&O-afdeling. We kunnen dus besluiten dat innovatie en in het bijzonder productinnovatie een belangrijke pijler vormt in de strategie van succesvolle strategische bedrijven. O&O en creativiteit winnen aan belang. Daarbij kiest men ook veelal om zich te specialiseren en een totaaldienstverlening te realiseren via de samenwerking met sectorgenoten. In de samenwerking met leveranciers wordt onder andere aandacht besteed aan software, waaronder de uitbouw van elektronische platformen, die de dienstverlening helpen opwaarderen. De activiteiten focussen zich dus niet langer enkel op de gedrukte media, maar op de multimedia. Bovenstaande onderzoeksresultaten bevestigen onze vaststellingen gebaseerd op de CIS-enquête. Innovatieobstakels Ondanks de aanwezigheid van succesvolle innoverende grafische bedrijven, ondervinden bepaalde innoverende en niet-innoverende grafische bedrijven barrières om aan innovatie te doen. De CISenquête peilt naar deze obstakels. De niet-innovatieve drukkerijen en uitgeverijen geven 'de onzekerheid over of de afwezige vraag naar innovatieve diensten' aan als de voornaamste belemmering voor innovatie. Een tweede belangrijke belemmering zijn de hoge innovatiekosten. De niet-innovatieve drukkerijen en uitgeverijen ondervinden meer dan ondernemingen in andere sectoren een invloed van bovengenoemde factoren. Aangezien dit minder uitgesproken is voor de innovatieve bedrijven, heeft deze barrière mogelijk te maken met een gebrek aan kennis over de vraag en over de innovatiemogelijkheden. Samenwerkingsverbanden met de klant kunnen kansen bieden voor grafische bedrijven om hun kennis over de vraag te verruimen. Nog andere dan bovengenoemde innovatieobstakels voor de niet-innovatieve drukkerijen zijn het gebrek aan technologische kennis en de marktdominantie van gevestigde ondernemingen. Binnen de innoverende tak van de grafische sector komen de financieringsproblemen en het gebrek aan gekwalificeerd personeel naar voor als drempels om te innoveren. Bij de innovatieve drukkerijen komt daar ook de marktdominantie als belangrijk obstakel bij, al lijkt deze hindernis nog zwaarder door te wegen voor de niet-innovatieve drukkerijen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat innovatieve drukkerijen meer inspelen op niches waar schaalvoordelen minder zwaar doorwegen en marktdominantie minder sterk voorkomt.

36 34 CRB Tabel 2-7: Obstakels innovatieactiviteiten Innovatieve Ondernemingen niet-innovatieve ondernemingen ALLE innovatiegerelateerdgerelateerde ALLE innovatie- activiteiten drukkerijen uitgeverijen activiteiten drukkerijen uitgeverijen Gebrek aan gekwalificeerd personeel 13% 12% 16% 8% 12% 7% gebrek aan technologische kennis 4% 3% 0% 3% 20% 0% gebrek aan marktkennis 4% 1% 0% 3% 17% 0% Problemen met het vinden van coöperatiepartners 5% 7% 2% 5% 11% 0% Markt gedomineerd door gevestigde ondernemingen 13% 12% 8% 10% 19% 0% onzekerheid over vraag naar innovatieve diensten 10% 11% 26% 10% 38% 61% vernieuwingen in het verleden 5% 8% 0% 12% 16% 21% geen vraag naar innovatieve diensten 6% 6% 0% 25% 19% 71% financieringsprobleem binnen onderneming of groep 17% 24% 42% 11% 18% 0% financieringsprobleem buiten de onderneming of groep 9% 12% 9% 7% 12% 0% Extreme kosten gepaard met innovatie 16% 11% 10% 14% 27% 61% Bron: CIS-enquête Omvang ondernemingen In tabel 2-8 wordt de omvang van de ondernemingen bekeken in het licht van hun bijdrage tot de tewerkstelling. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat in de drukkerijensector de kmo's (hier: 0-199wn) het overgrote deel van het personeel tewerkstelt. De grote drukkerijen (hier: 200wn) creëerden ongeveer 12% van de werkgelegenheid in Hun werkgelegenheidsaandeel nam naar 2012 licht toe en bedroeg 14%. De groeiende bijdrage van grote drukkerijen aan de werkgelegenheid wijst hier op het bestaan van schaalvoordelen en is mogelijk ontsproten uit fusies van kleinere drukkerijen. Terwijl de kleine en middelgrote drukkerijen het grootste deel van de werkgelegenheid creëren, zijn de kleine en middelgrote uitgeverijen minder sterk op de arbeidsmarkt aanwezig. In 2003 droegen de grote uitgeverijen bijna 46% aan de werkgelegenheid bij en dit nam toe in 2012 tot 52%. De groeiende bijdrage van grote bedrijven aan de werkgelegenheid in de uitgeverijensector is vermoedelijk het resultaat van een concentratiebeweging die in het verleden heeft plaats gevonden, voornamelijk bij de dagbladen (Vandenheede, 2006) en deze vindt nog altijd plaats. Ondanks de dominantie van de kleine en middelgrote drukkerijen ondervinden ze toch meer dan de uitgeverijen de marktdominantie van gevestigde ondernemingen (cf. tabel 2-7). Het is mogelijk dat de drukkerijen, ongeacht hun omvang, soortgelijke activiteiten uitvoeren, terwijl er in de uitgeverijensector een duidelijke opsplitsing is van het soort taken tussen kleine en grote uitgeverijen. Als kleine en grote drukkerijen zich meer op elkaars actieterrein bevinden, zullen zij ook meer concurrentie van elkaar ondervinden dan de uitgeverijen.

37 35 CRB Tabel 2-8: Aantal werknemers voor vestigingseenheden met verschillende bedrijfsgroottes, vgl en 2012 Activiteitstakken < 5 wn 5-9 wn wn wn wn wn wn wn 1000 & Totaal meer wn 1KW 2003 Drukkerijen Aandeel (%) 9,38 9,93 13,66 22,49 10,37 21,84 7,60 4,74 0,00 100,00 1KW ,01 8,38 11,87 23,40 14,59 18,65 14,09 0,00 0,00 100,00 1KW 2003 Uitgeverijen Aandeel (%) 6,49 4,21 6,60 17,11 10,42 9,57 10,45 35,15 0,00 100,00 1KW ,89 3,49 5,74 14,81 10,68 7,50 14,99 36,90 0,00 100,00 Bron: RSZ 3 Het concurrentievermogen van de Belgische grafische industrie volgens het analysekader van Michael Porter 3.1 Het analysekader van Porter Op het vlak van concurrentie en internationale handel vinden we zeer brede definities van industrieën, zoals banksector, chemische industrie of sector gereedschapswerktuigen. Als het gaat over strategie zijn deze definities niet relevant omdat, binnen deze sectoren, de aard van de concurrentie en de specifieke kenmerken van de concurrentievoordelen sterk verschillen. (Porter, 1993, p. 36). Bovenstaand citaat illustreert dat een macro-economische analyse niet volstaat om het concurrentievermogen van een sector te analyseren. Om de grafische sector gestructureerd te beschrijven, gebruiken we daarom het micro-economische analysekader van Porter. Porter onderkent vier factoren die een rol spelen bij het bepalen van de concurrentiekracht van een sector: - de productiefactoren; - de vraag; - de toeleverende en aanverwante industrieën; - de strategie, de rivaliteit en de structuur van de ondernemingen. Ook de overheid en toevallige gebeurtenissen spelen een belangrijke rol in dit analysekader. Zij beïnvloeden immers aanzienlijk deze vier factoren die de concurrentiekracht van een sector bepalen.

38 36 CRB Figuur 3-1 : Het ruitmodel van Porter of het interactieve proces van creatie van concurrentievoordelen Bron: M. Porter, L avantage concurrentiel des nations, ERPI, 1996 In bovenstaande figuur worden de vier determinanten van de competitiviteit weergegeven in een ruit, deze staat symbool voor de interactie tussen deze determinanten. Elke parameter en het verband tussen de vier creëren de context waarin de ondernemingen ontstaan en met elkaar wedijveren: - de relatieve beschikbaarheid van de middelen en van de noodzakelijke vaardigheden voor het verkrijgen van een concurrentievoordeel in een industrie (de productiefactoren); - de informatie die de geboden opportuniteiten genereert (de vraag en de toeleverende en aanverwante industrieën); - de manier waarop de middelen en de vaardigheden worden aangewend (de strategie); - de doelstellingen van de aandeelhouders, de bedrijfsleiders en de werknemers die zijn betrokken bij de bevordering van het concurrentievermogen (de structuur); - de druk die de ondernemingen ertoe aanzet te investeren en te innoveren (de rivaliteit) (Porter,1993, p. 79). Volgens Porter is het de specificiteit van één of meerdere van deze vier determinanten die ervoor zorgt dat een nationale sector al dan niet vooruit loopt op zijn concurrenten in het buitenland. De mate waarin de kenmerken van een economie een gunstige ruit creëren voor een sector zijn bepalend voor de competitiviteit van die sector. De ongelijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen, uiteenlopende consumptiepatronen en de grote investeringen die gepaard gaan met het creëren van complexe productiefactoren leiden ertoe dat geen enkel land in elke sector de meest competitieve kan zijn. Omdat sectoren kunnen bestaan uit deelsectoren waarin verschillende elementen bepalend zijn voor de competitiviteit is het daarenboven mogelijk dat een land wel competitief is in sommige maar niet in al de deelsectoren van een sector.

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009

Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 Grafische sector West-Vlaanderen Werkt 2, 2009 De grafische sector in West-Vlaanderen Foto: : Febelgra Jens Vannieuwenhuyse sociaaleconomisch beleid, WES De grafische sector is zeer divers. Grafische bedrijven

Nadere informatie

2015 was een sterk jaar voor de Belgische voedingsindustrie,

2015 was een sterk jaar voor de Belgische voedingsindustrie, 2015 was een sterk jaar voor de Belgische voedingsindustrie, maar 2 een opeenstapeling van uitdagingen bedreigt de competitiviteit van de sector 3 Hoe kunnen we de competitiviteit van de voedingsindustrie

Nadere informatie

DOCUMENTATIENOTA CRB 2011-0153. Studie over het concurrentievermogen van de Belgische zakelijke dienstverlening

DOCUMENTATIENOTA CRB 2011-0153. Studie over het concurrentievermogen van de Belgische zakelijke dienstverlening DOCUMENTATIENOTA CRB 2011-0153 Studie over het concurrentievermogen van de Belgische zakelijke dienstverlening CRB 2010-0153 SR 08-02-2010 Studie over het concurrentievermogen van de Belgische zakelijke

Nadere informatie

4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013

4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013 51 4.4 INNOVATIE-INSPANNINGEN VAN DE VLAAMSE ONDERNEMINGEN: KERNRESULTATEN VAN DE EUROPESE INNOVATIEVRAGENLIJST VAN 2013 Door Petra Andries (KU Leuven en UGent), Julie Delanote (KU Leuven), Sarah Demeulemeester

Nadere informatie

ECONOMISCH JAARVERSLAG RAPPORT ÉCONOMIQUE ANNUEL

ECONOMISCH JAARVERSLAG RAPPORT ÉCONOMIQUE ANNUEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2016-2017 RAPPORT ÉCONOMIQUE ANNUEL 2016-2017 1. Kerncijfers Omzet Export Werkgelegenheid en werkgevers Investeringen Innovatie Conjunctuurvooruitzichten Kerncijfers Omzet Omzet:

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

De Vlaamse voedingsindustrie. Werkbezoek Circulaire economie 9 december 2016

De Vlaamse voedingsindustrie. Werkbezoek Circulaire economie 9 december 2016 De Vlaamse voedingsindustrie Werkbezoek Circulaire economie 9 december 2016 Vlaamse voedingsindustrie Sterkhouder Vlaamse industrie Een veranderende realiteit Overzicht belangrijkste economische cijfers

Nadere informatie

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE

VANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van

Nadere informatie

FARMACIJFERS 2014. De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers

FARMACIJFERS 2014. De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei. De kerncijfers FARMACIJFERS 214 De geneesmiddelenindustrie in België : een vector voor groei De kerncijfers Verantwoordelijke uitgever : Catherine Rutten voor pharma.be, Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven VBO-analyse over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven Dalend loonaandeel gaat niet naar dividenden, maar naar meer investeringen en belastingen Terwijl het loonaandeel daalt,

Nadere informatie

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs

De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX

Nadere informatie

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG

SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN LIMBURG SECTORANALYSE DIGITALE ECONOMIE IN MEI 2018 INHOUD blz 1. Definitie en bondig cijferoverzicht van de digitale economie 3 2. Vestigingen met personeel 4 3. Loontrekkende werkgelegenheid 7 4. Zelfstandigen

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

De Vlaamse voedingsindustrie

De Vlaamse voedingsindustrie De Vlaamse voedingsindustrie Cijfers 2013 Omzet* Voedingsindustrie Vlaanderen aan de top Voedingsindustrie Verwerkende industrie 39,2 mrd 193,8 mrd + 3,6% - 2,5 % % aandeel voedingsindustrie in verwerkende

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

GRAFISCHE INDUSTRIE. #febelgra

GRAFISCHE INDUSTRIE. #febelgra GRAFISCHE INDUSTRIE DE GRAFISCHE INDUSTRIE Vroeger en nu! Uitdagingen en opportuniteiten! EVOLUTIE VAN DE LAATSTE 10 JAAR Aantal grafische bedrijven: 40% EVOLUTIE VAN DE LAATSTE 10 JAAR Aantal werknemers:

Nadere informatie

Dienstensector houdt vertrouwen

Dienstensector houdt vertrouwen Stand van de Zakelijke Dienstverlening Dienstensector houdt vertrouwen Kasper Buiting Senior Sectoreconoom December 18 Inhoudsopgave pagina 1 Macro-economie: Eurozone en NL Voorlopende economische indicatoren

Nadere informatie

Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector

Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector Studie over uitvoerpotentieel agrovoedingssector Brussel, 20 januari 2016 Uit een studie van de FOD Economie over de Belgische agrovoedingsindustrie blijkt dat de handel tussen 2000 en 2014 binnen de Europese

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag Groeiende en 1 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler van wereldformaat

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie memorandum CRB 2019-1099 Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie CRB 2019-1099 Memorandum Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie Brussel 6.06.2019 2 CRB 2019-1099 1

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse 9 mei 2018 Inhoud Context I. Methodologie en afbakening onderzoeksopzet FATS-methodologie/belangrijke concepten Uiteindelijk aantal

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

De farmaceutische sector in België :

De farmaceutische sector in België : FARMA CIJFERS 2015 De farmaceutische sector in België : Een hoeksteen van de Belgische economie, een laboratorium van hoop voor de patiënten De kerncijfers voor 2015 bevestigen de kracht van de farmaceutische

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel M200515 Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel Exportthermometer drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, januari 2006 Exportprestaties en exportpotentieel van de industrie, de

Nadere informatie

Maakeconomie in Limburg

Maakeconomie in Limburg Sectoranalyse Maakeconomie in Limburg Augustus 2018 C r e a t i e v e E c o n o m i e i n L i m b u r g P a g i n a 1 46 INHOUDSOPGAVE 1. Definitie 3 2. Bedrijven in de Maakeconomie (Vestigingen met personeel)

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector Statistieken Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector Vanderbiesen, W. (2006). Sectorrapport: metaal. Een analyse van de RSZ-tewerkstelling op basis van de paritaire comités

Nadere informatie

De Nederlandse concurrentiepositie in de internationale dienstenhandel

De Nederlandse concurrentiepositie in de internationale dienstenhandel De Nederlandse concurrentiepositie in de internationale handel De Nederlandse architect die gebouwen ontwerpt in Frankrijk en Portugal is net zoals de Bulgaarse datatypist die vanuit Sofia werkt voor een

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Handelsbalans Vlaanderen - Colombia Onze handel met Colombia is steevast in een handelstekort geëindigd. Dat tekort was op zijn hoogst in 2008: zowat een half miljard

Nadere informatie

SECTORANALYSE HORECA 2015

SECTORANALYSE HORECA 2015 Rapport 2015 106 Pag. SECTORANALYSE HORECA 2015 Ondernemingen 2015 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum voor

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Grafimedia in cijfers

Grafimedia in cijfers Grafimedia in cijfers 2013 beeld: Karin van Hengel Inhoud 1 Aantal grafische bedrijven naar grootteklasse 2 Aantal grafische bedrijven naar hoofdactiviteit 3 Ontwikkeling van de omzet in de industrie en

Nadere informatie

Economie en ondernemen

Economie en ondernemen Economie en ondernemen SAMENVATTING 42.156 BBP per inwoner, groeiend 19.155,8 miljoen euro BBP arr. Turnhout, groeiend 44% van de groei is toe te schrijven aan industrie Sterkste economische sectoren m.b.t.

Nadere informatie

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

POLSSLAG VLAAMSE HORECA 13/06/2017 SYNTHESE: De omzetgroei vertraagt in het laatste kwartaal van 2016 bij restaurants en drinkgelegenheden. De omzetdaling bij hotels loopt ten einde. De horecaprijzen stijgen minder snel dan vorige

Nadere informatie

Dossier Indirecte werkgelegenheid

Dossier Indirecte werkgelegenheid Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte werkgelegenheid De indirecte werkgelegenheid van de bedrijfstak banken en financiële dienstverlening (1995-2001) Erwin Eysackers Brussel, maart 2006 Dossier Indirecte

Nadere informatie

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen

Juli 2012. Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Juli 2012 Update cijfers extreme groeiers in Vlaanderen Evolutie extreme groeiers periode 2004 2007 1 Vanuit een beleidsstandpunt is het verkrijgen en verankeren van meer en meer succesvolle groeiondernemingen

Nadere informatie

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Auteurs: P. M. Walison MSc, Trainee Internationaal Ondernemen Dhr. P. van Kuijen, Sectormanager Zoetermeer, 24 januari 2011 Hoewel aan de

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Hoe innoveren Belgische bedrijven? Een interregionale en internationale vergelijking

Hoe innoveren Belgische bedrijven? Een interregionale en internationale vergelijking Commissie federale samenwerking van de Interministeriële Conferentie voor Wetenschapsbeleid Hoe innoveren Belgische bedrijven? Een interregionale en internationale vergelijking December 2009 Samenwerkingsverband:

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Delokalisatie, een element van industriële dynamiek

Delokalisatie, een element van industriële dynamiek Delokalisatie, een element van industriële dynamiek Mommaerts, G.; Pennings, E.; Sleuwaegen, L.; Van Den Cruyce, B.; Van Sebroeck, H. (2000), Syntheserapport: Delokalisatie, een element van industriële

Nadere informatie

Agrohandelsrapport 2005

Agrohandelsrapport 2005 Agrohandelsrapport 2005 Januari 2007 Johan Janssens Jonathan Platteau Vlaamse Overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel Inhoudstafel Samenvatting...

Nadere informatie

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 M200410 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 Exportthermometer Jolanda Hessels Kees Bakker Zoetermeer, november 2004 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 In 2003 laat de export

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Kusttoerisme West-Vlaanderen Werkt 3, 28 De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Foto: Evelien Christiaens Rik De Keyser bestuurder-directeur en hoofd afdeling toerisme, WES Evelien Christiaens

Nadere informatie

STUDIE OVER HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE BELGISCHE TEXTIELINDUSTRIE

STUDIE OVER HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE BELGISCHE TEXTIELINDUSTRIE CRB 2008-1710 TEX 2008.50 SR/EDB/LVN 15 december 2008 bijzondere raadgevende commissie Textiel en Kleding STUDIE OVER HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE BELGISCHE TEXTIELINDUSTRIE December 2008 Blijde Inkomstlaan

Nadere informatie

LANDEN ANALYSE ITALIË

LANDEN ANALYSE ITALIË LANDEN ANALYSE ITALIË Algemeen LANDEN ANALYSE ALGEMEEN De Landen Analyse gee7 de sector (cijferma@g) inzicht in de huidige (2013) en toekoms@ge (2018) waarde van de consump@e van snijbloemen en potplanten

Nadere informatie

Rapport Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA

Rapport Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA Rapport 2017 61 Pag. MACRO-ECONOMISCHE INDICATOREN VAN DE HORECA 2017 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie werd met de grootste zorg samengesteld. Guidea, het Kenniscentrum

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Juli 2015 Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2014 - Privésector 1 De arbeidsongevallen in 2014: Daling met 4,4 % op de arbeidsplaats Daling met 13,1 % op de weg

Nadere informatie

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Economisch Belang van de Horeca

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Economisch Belang van de Horeca HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Economisch Belang van de Horeca 1 Synthese 2 Bronnen 3 Definities 4 Economisch belang van de horecasector 5 1 Toegevoegde waarde 5 1.1 Situatie 2013 5 1.2

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

PERSCONFERENTIE. Technologische industrie blijft groeien

PERSCONFERENTIE. Technologische industrie blijft groeien PERSCONFERENTIE Technologische industrie blijft groeien Groei activiteit en werkgelegenheid versterkt nog in 2016......maar verslechterende wereldconjunctuur...en we mogen aandacht voor herstel concurrentievermogen

Nadere informatie

FME Postbus AD Zoetermeer T E I HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016

FME Postbus AD Zoetermeer T E I  HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête voorjaar 2016 FME Postbus 190 2700 AD Zoetermeer T 079 353 11 00 E info@fme.nl I www.fme.nl HALFJAARLIJKS ONDERZOEK Conjunctuurenquête 2016 Algemeen Ondernemers in de technologische industrie hebben in 2015 een omzetgroei

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.

Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Oktober 2011 De arbeidsongevallen in de uitzendarbeidsector in 2010 1 Inleiding De arbeidsongevallen van de uitzendkrachten kunnen worden geanalyseerd op basis van drie selectiecriteria

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Maart 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

België : een strategisch belangrijke biofarmaceutische hub in Europa

België : een strategisch belangrijke biofarmaceutische hub in Europa Farmacijfers - december 2015 België : een strategisch belangrijke biofarmaceutische hub in Europa Verantwoordelijke uitgever: Catherine Rutten, pharma.be, de Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie