Zelfmanagementprotocol
|
|
- Valentijn Koning
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zelfmanagementprotocol Aangenomen in de Ledenvergadering van 15 april 2013 Aangepast na besluit tot afschaffing instroomtoets in de Ledenvergadering
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Intake 2.1 Instroomcriteria 3 Criteria voor trainings- en begeleidingscentra 3.1 Personeel 3.2 Trainingsruimte 3.3 Validatie 3.4 Beheer en beschikbaarheid apparatuur 3.5 Scholings- informatie- en voorlichtingsmateriaal 4 Trainingsfase 4.1 Duur trainingsfase 4.2 Kennisoverdracht 4.3 Vaardighedenoverdracht 4.4 Toetsing technische vaardigheden 4.5 Toetsing doseervaardigheden 4.6 Bekwaamheid 4.7 Afsluiting trainingsfase 5 Uitvoering 5.1 Bereikbaarheid 5.2 Meetfrequentie 5.3 Onderbreking van het zelfmanagement 5.4 Specifieke doseerinstructie 6 Evaluatie 6.1 Controles 6.2 Registratie complicaties Bijlage I Bijlage II Versie 15 juni 2015 Pagina 2 van 12 Revisiedatum juni 2017
3 1 Inleiding Voor de controle van de INR kan veneus en capillair bloed worden afgenomen. De capillaire bloedafname met behulp van Point of Care apparatuur (POC-apparatuur) kan door patiënten zelf worden gedaan, dit geldt eveneens voor het vaststellen van de medicatiedosering. In bijgaand protocol worden de criteria voor deelname van patiënten en de voorwaarden die worden gesteld aan trombosediensten weergegeven. 2 Intake 2.1 Instroomcriteria Een patiënt die een indicatie heeft voor een antistollingsbehandeling langer dan 6 maanden kan/mag voor zelfmeten/zelfdoseren in aanmerking komen. De patiënt moet tenminste 1 maand onder reguliere behandeling zijn en stabiele INR-waardes 1 hebben. Om in te stromen in het zelfmanagementprogramma evalueert de trombosedienst met patiënt en/of diens begeleider, de zelfstandigheid en de bekwaamheid die noodzakelijk zijn om in aanmerking te komen voor zelfmeten/zelfdoseren. Wat betreft zelfstandigheid en bekwaamheid kan in plaats van of naast de patiënt ook een beroep worden gedaan op de zelfstandigheid en bekwaamheid van een begeleider zulks ter beoordeling van het trainingscentrum. 3 Criteria voor trainings- en begeleidingscentra 3.1 Personeel Het trainings- en begeleidingscentrum beschikt over bekwame trainers waarbij continuïteit en kwaliteit gewaarborgd zijn. Deze trainers beschikken over het certificaat van de FNT-cursus Train de Trainer of een andere gelijkwaardige opleiding. Daarnaast zijn de trainers aantoonbaar vaardig en bekend met de POC-apparatuur. De trainers zijn voldoende actief betrokken bij het totaal van training en begeleiding om de eigen kennis en vaardigheden op peil te houden. Indien een medewerker tijdens de opleidingsperiode instructie geeft over het zelfdoseren of indien een medewerker doseringen van patiënten controleert, dan dient deze doseeradviseur (of doseerarts) te zijn. 1 Stabiele INR-waardes betekent dat voor de laatste twee INR-waardes geldt dat beiden, met een interval van tenminste 5 dagen, op of boven de ondergrens van de therapeutische range moeten liggen. Een waarde boven de bovengrens van de therapeutische range is relevant indien een correctie op korte termijn waarschijnlijk tot instabiliteit leidt. Zulks ter beoordeling van de trombosedienst. Versie 15 juni 2015 Pagina 3 van 12 Revisiedatum juni 2017
4 3.2 Trainingsruimte De trainingsruimte is geschikt voor het geven van trainingen en voldoet aan de hygiëne-eisen voor ruimte waarin bloedafname plaatsvindt. 3.3 Controles van de INR-meting De POC-apparatuur van de trombosedienst, die gebruikt wordt ter controle van het functioneren van POC-apparatuur die door/voor patiënten wordt gebruikt, dient te zijn gevalideerd. Zie voor de methodiek van controle van de POC-apparatuur bijlage I. 3.4 Beheer en beschikbaarheid apparatuur Het zelfmeetapparaat wordt in principe door de trombosedienst verstrekt aan de patiënt. De trombosedienst beschikt over een sluitend registratiesysteem voor ontvangst, uitgifte, inname en controle van de zelfmeetapparatuur (Point of Care apparatuur (POC)) met toebehoren die volgens Nederlandse normen is toegestaan op de Nederlandse markt. De trombosedienst die zelfmeten aanbiedt is er verantwoordelijk voor dat de patiënt die zelfmeet kan beschikken over een deugdelijk POC-apparaat. 3.5 Scholings-, informatie- en voorlichtingsmateriaal De trombosedienst beschikt over actueel informatie- en voorlichtingsmateriaal met betrekking tot zelfmeten en zelfdoseren. De leerstof wordt schriftelijk en/of digitaal aan patiënt en/of begeleider ter beschikking gesteld. 4 Trainingsfase 4.1 Duur trainingsfase De trainingsfase voor het zelfmeten en/of zelfdoseren bedraagt minimaal 3 maanden. 4.2 Kennisoverdracht De trainer instrueert patiënt en/of begeleider tenminste over: de algemene beginselen en risico s van de antistollingsbehandeling streefwaardes interacties van voeding, medicijnen en alcohol, ziekte handelwijze bij bloedingen, ingrepen en zwangerschap(swens) verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid met betrekking tot de behandeling te maken afspraken met patiënt die een voorwaarde zijn voor het uitvoeren van het zelfmeten De training over zelfdoseren omvat tevens de specifieke richtlijnen van het zelfdoseren van de antistollingsmedicatie en meldt ook wanneer contact met de trombosedienst moet worden opgenomen. 4.3 Vaardighedenoverdracht De overdracht van vaardigheden betreft de capillaire bloedafname (het prikken) en het uitvoeren van de bepaling. Bij zelfdoseerders betreft de overdracht ook het vaststellen van de dosering. Versie 15 juni 2015 Pagina 4 van 12 Revisiedatum juni 2017
5 Vaardigheden kunnen desgewenst worden overgedragen d.m.v. e-learning mits getoetst wordt of het juiste vaardigheidsniveau wordt gehaald (4.4 en 4.5). 4.4 Toetsing technische vaardigheden De toetsing van technische vaardigheden vindt plaats nadat de patiënt minimaal een week dagelijks heeft geoefend. Tijdens de toetsing voert de trombosedienst een INR-meting uit op een POC-apparaat van de trombosedienst en de patiënt voert een INR-meting uit op zijn eigen POCapparaat. Deze beide uitslagen worden vergeleken. Hiermee worden afwijkende waardes door slechte techniek of afwijkingen in apparatuur gedetecteerd. 4.5 Toetsing doseervaardigheden In de trainingsfase van het zelfdoseren moet iedere INR en dosering door de trombosedienst beoordeeld worden. Tijdens deze trainingsfase moeten minimaal 8 feitelijke doseringen beoordeeld worden. Daarnaast kan bij de toetsing aan de hand van een aantal aangereikte (nietfeitelijke) INR metingen, vastgesteld worden of de patiënt volgens de instructies correct weet te doseren. 4.6 Bekwaamheid De vast te stellen bekwaamheid betreft kennis en vaardigheid met betrekking tot de vingerprik, het zelfmeten en/of zelfdoseren. Patiënt of diens begeleider dient bekwaam verklaard te worden én zichzelf bekwaam te verklaren tot het zelfmeten en/of zelfdoseren volgens de richtlijnen geldend bij de trombosedienst. Hij/zij verklaart voldoende scholing te hebben gehad betreffende de vingerprik, het zelfmeten en/of zelfdoseren. De bekwaamheid van de patiënt of diens begeleider met betrekking tot de vingerprik, het zelfmeten en/of het zelfdoseren dient minimaal 1 maal per 6 maanden en het eerste half jaar 1 maal per 3 maanden beoordeeld te worden door middel van een controle. 4.7 Afsluiting trainingsfase De trainingsfase wordt afgesloten met een controle. Bij het zelfmeten en zelfdoseren is er sprake van een behandeling die qua uitvoering en verantwoordelijkheid gedeeltelijk wordt overgedragen. De trombosedienst blijft eindverantwoordelijk voor de behandeling en dit dient na afloop van de training te worden vastgelegd. Wanneer een training met goed gevolg is afgesloten dan ondertekenen de trombosedienst en de patiënt of diens begeleider, een behandelovereenkomst waarin de afspraken tussen de trombosedienst en de patiënt worden vastgelegd. 5 Uitvoering 5.1 Bereikbaarheid De vigerende bereikbaarheidsregeling van de trombosedienst is ook van toepassing voor de zelfmanagement patiënt. De bereikbaarheid van de patiënt voor de trombosedienst moet voldoende gewaarborgd zijn om de behandeling adequaat uit te kunnen voeren. Versie 15 juni 2015 Pagina 5 van 12 Revisiedatum juni 2017
6 5.2 Meetfrequentie De meetfrequentie bij een zelfmetende patiënt wordt bepaald door: de feitelijke of mogelijke (in)stabiliteit van de INR het risico op het optreden van trombo-embolieën of bloedingen de maximale termijn die door de Ledenvergadering van de FNT hieromtrent is vastgesteld 5.3 Onderbreking van het zelfmanagement Indien noodzakelijk, kan het zelfmanagement tijdelijk onderbroken en vervangen worden door veneuze bloedafname. 5.4 Grenzen aan zelfdoseren Het zelfstandig doseren van de patiënt vindt niet plaats bij: een INR-uitslag van 1,8 of 6,0 het optreden van bloedingen herhaald niet bereiken van een stabiele INR binnen de therapeutische range rondom ingrepen 6 Evaluatie 6.1 Patiëntcontroles Een controle betreft: de bekwaamheid van de patiënt of diens begeleider in het meten de kwaliteit van het POC-apparaat door middel van vergelijking van het apparaat van de patiënt met het apparaat van de trombosedienst (zie bijlage I) de meet- en doseerhistorie (waaronder de meetfrequentie) de patiëntwaardering met betrekking tot de meetsystematiek 6.2 Registratie complicaties Bloedingen en trombo-embolieën dienen geregistreerd te worden conform de vereisten uit de FNT-Veldnorm. Deze gegevens dienen jaarlijks geëvalueerd te worden. Versie 15 juni 2015 Pagina 6 van 12 Revisiedatum juni 2017
7 Bijlage I Controle van de POC-apparatuur Inleiding In toenemende mate maken trombosediensten gebruik van point-of-care apparatuur (POC) waarmee met capillair bloed de INR bepaald kan worden. Deze apparatuur wordt op verschillende plaatsen in de trombosedienst gebruikt. Onderscheid kan worden gemaakt in 5 gebruikstypen die, net als de laboratoriumanalyse van een veneus monster, gecontroleerd moeten worden. Hieronder staat beschreven hoe de verschillende controles worden uitgevoerd en welke methode wordt aanbevolen voor de verschillende gebruikstypen POC-apparatuur van de trombosedienst. Hoewel bij 2 en 3 dezelfde controlemethodes worden beschreven, blijven deze gebruikstypen in de tabel apart benoemd, omdat er in de begeleidende tekst verschillend aan gerefereerd wordt. Versie 15 juni 2015 Pagina 7 van 12 Revisiedatum juni 2017
8 Controlemethoden A B C D Typen POC-apparatuur Kenmerk vergelijk INR op 2 verschillende POCapparaten vergelijk INR van POCapparaat met veneus bepaalde INR van dezelfde patiënt Frequentie: minimaal 2 x per jaar Aantal patiënten: minimaal 5 controle INR van POCapparaat met externe monsters met van te voren vastgestelde INR-waarde Frequentie: minimaal 2 x per jaar Aantal monsters: minimaal 3 deelname aan externe kwaliteitscontrole Frequentie: minimaal 4 x per jaar, 2 monsters per ronde 1 POC-apparaat voor zelfcontrole patiënt XX Frequentie: minimaal 2 x per jaar POC-apparaat in gebruik in VVT-sector voor NPT patiënten (Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg) POC-apparaat in gebruik bij trombosedienst voor meerdere patiënten POC-apparaat in gebruik bij trombosedienst voor controle van apparaten van zelfcontrole patiënten XX Frequentie: minimaal 2 x per jaar Aantal patiënten: minimaal 5 XX Frequentie: minimaal 2 x per jaar Aantal patiënten: minimaal 5 O O O O O O XX 5 POC moederapparaat: ultiem controle POC-apparaat waarmee andere POC apparaten van de trombosedienst en/of patiënten worden gecontroleerd O XX XX 1 XX: voorkeursmethode, O: alternatieve methode Een trombosedienst kan hetzelfde apparaat voor 3 en 4 gebruiken Het moederapparaat kan ook voor de activiteiten onder 3 en 4 gebruikt worden Een trombosedienst kan over meer dan één moederapparaat beschikken Voor patiënten geldt dat zij controle op een POC-apparaat kunnen afwisselen met veneuze INR bepaling. De trombosedienst dient dan wel aan te kunnen tonen dat de uitslagen van de veneuze INR bepaling en de POC-bepalingen in klinisch-relevant opzicht voldoende met elkaar overeenkomen. 1 : Per trombosedienst moet bij gebruik van methode B (vergelijk INR van POC-apparaat met veneus bepaalde INR van dezelfde patiënt) minimaal 1 moeder POC-apparaat meedoen met de externe controle, methode D. Versie 15 juni 2015 Pagina 8 van 12 Revisiedatum juni 2017
9 Uitwerking van controlemethoden: A: Vergelijk INR op 2 verschillende POC-apparaten A1: Bij controle apparaat zelfcontrole patiënt Uitvoering: Patiënt prikt en meet INR met eigen POC-apparaat. Medewerker trombosedienst prikt en meet INR met POC-apparaat trombosedienst, bij voorkeur met hetzelfde lotnummer voor de strips. Geaccepteerde afwijking: 15%. Bij groter verschil: herhaal meting, bij herhaald groter verschil: analyseer oorzaak en hef deze op. Vervang desgewenst het POC-apparaat van de patiënt. A2, A3: Bij controle POC-apparaten van trombosedienst of NPT Uitvoering: Medewerker trombosedienst of VVT-sector meet INR met trombosedienst-, resp. NPTapparaat. De tweede druppel bloed van dezelfde prik wordt binnen 15 seconden vervolgens gebruikt voor de meting met het POC-moederapparaat. Bij voorkeur wordt hetzelfde lotnummer voor de strips gebruikt. Uitslagen met een INR op het POC-moederapparaat tussen 2 en 4 worden geaccepteerd. De gemiddelde uitslag van de 5 INR s op het te testen POC-apparaat wordt vergeleken met de gemiddelde uitslag van de 5 geaccepteerde INR s op het POC-moederapparaat. Als 1 van de 5 meetparen een verschil heeft >20% mag deze als uitbijter worden beoordeeld en terzijde gelegd. Dan worden de uitslagen van 4 patiënten vergeleken. Bij een verschil <10% wordt het te testen POC-apparaat goedgekeurd. Bij een verschil >10% wordt de procedure van het bepalen van INRs van 5 patiënten herhaald. Bij een verschil van <10% van de 10 metingen wordt het apparaat goedgekeurd. Bij een verschil >10% wordt het gebruik van het POC-apparaat opgeschort. Er vindt vervolgonderzoek plaats en de fabrikant wordt ingelicht. B: Vergelijk INR van POC-apparaat met veneus bepaalde INR van dezelfde patiënt Uitvoering: Medewerker trombosedienst of VVT-sector meet INR met trombosedienst-, resp. NPT-, POC-apparaat. Medewerker trombosedienst neemt veneus bloed af voor INR bepaling in het laboratorium met een gevalideerde stollingsbepaling. Uitslagen op het POC-apparaat met een INR tussen 2 en 4 worden geaccepteerd. De gemiddelde uitslag van de 5 geprikte patiënten op het te testen POC-apparaat wordt vergeleken met de gemiddelde veneuze uitslag. Als 1 van de 5 meetparen een verschil heeft >20% mag deze als uitbijter worden beoordeeld en terzijde gelegd. Dan worden de uitslagen van 4 patiënten vergeleken. Bij een verschil (tussen de gemiddelde uitslagen) <10% wordt het te testen POCapparaat goedgekeurd. Bij een verschil >10% wordt de procedure van het bepalen van INR s van 5 patiënten herhaald. Bij een verschil van <10% van de 10 metingen wordt het POC-apparaat goedgekeurd. Bij een verschil >10% wordt het gebruik van het POC-apparaat opgeschort. Er vindt vervolgonderzoek plaats en de fabrikant en RELAC worden ingelicht. De kwaliteit van de laboratorium methode dient hierbij ook te worden meegenomen. Nadeel: veel patiënten nodig voor de controles, het verschil in type methode geeft hogere variaties. Versie 15 juni 2015 Pagina 9 van 12 Revisiedatum juni 2017
10 C. Valideer POC-apparaat met externe monsters met een van te voren vastgestelde waarde Uitvoering: De medewerker van het laboratorium of de trombosedienst bepaalt van externe monsters met een van te voren vastgestelde waarde de uitslag op het te testen POC-apparaat. De uitslag wordt vergeleken met de gecertificeerde waarde. Als de 3 uitslagen een verschil <15% hebben wordt het POC-apparaat goedgekeurd. Als 1 of meer van de 3 uitslagen een verschil >15% hebben wordt de procedure herhaald met verse externe monsters. Indien de afwijking blijft bestaan wordt het gebruik van het POC-apparaat opgeschort. Er vindt vervolgonderzoek plaats en de fabrikant van het POC-apparaat en de leverancier van de externe monsters worden ingelicht. Nadeel: Huidige beschikbaarheid en prijs van de monsters. D. Deelname aan externe kwaliteitscontrole Uitvoering: Volgens instructie worden de INR uitslagen van de rondzendmonsters bepaald op het te testen POC-apparaat. De uitslagen worden vergeleken met het landelijk gemiddelde (consensuswaarde) of de uitslagen van de referentielaboratoria (indien er geen landelijke consensus beschikbaar is). De resultaten worden aan het laboratorium doorgegeven. Minimaal 75% van de resultaten van een kalenderjaar (maximaal 10 monsters) moet voldoende zijn (een voldoende uitslag betekent dat het verschil met de consensuswaarde maximaal 15% bedraagt). Achterliggende ideeën en opmerkingen: -Bij de externe kwaliteitscontroles (methode D) is er niet van tevoren een normatieve referentiewaarde ( juiste uitslag ) bekend. Belangrijk doel van deze externe kwaliteitscontrole is de variatie tussen alle deelnemers te bepalen. - Bij methoden A en B is het toelaatbare verschil 10%, terwijl bij methoden C en D 15% verschil is toegestaan. Bij methode A wordt bij voorkeur hetzelfde lotnummer van de teststrips gebruikt. Bij methoden C en D is er meer variatie omdat er meerdere lotnummers van de teststrips worden gebruikt. Er kunnen namelijk kleine systematische INR verschillen tussen de lotnummers bestaan. -Stabiele patiënten hebben een biologisch en analytisch gecombineerde variatiecoëfficiënt van hun INR van 9%. Dat betekent dat de variatie coëfficiënt (SD) van een analyse methode max. 4,5% mag zijn. Bij een variatie coëfficiënt van 4,5% ligt 95% van de metingen tussen -9%(-2SD) en +9%(+2SD) van het gemiddelde. -Hoe meer patiënten geprikt worden met een POC-apparaat, hoe omvangrijker de risico s zijn van een slecht werkend POC-apparaat. Daarom moeten POC-apparaten die voor meer patiënten gebruikt worden ook uitvoeriger gevalideerd worden. -Bij controle van de zelfmeetpatiënt moet het totale meetsysteem worden gecontroleerd. Dit omvat het bloedprikken, het opbrengen van de druppel en de meting van het apparaat. Daarom prikt de patiënt zelf bloed en bepaalt de INR op zijn eigen apparaat en prikt de medewerker de patiënt en bepaalt de INR op het apparaat van de trombosedienst. -Bij controle van trombosedienst- of NPT- POC-apparaten kan de pre-analytische fase voldoende worden geobserveerd bij het prikken van de 5 patiënten. Daarom kan de controle plaatsvinden vanuit dezelfde prik. Voor in ieder geval de INRatio en de Coaguchek geldt dat de 2 e druppel ook nog geschikt is voor INR bepaling. Dit is overigens in afwijking van de informatie van de firma s. Versie 15 juni 2015 Pagina 10 van 12 Revisiedatum juni 2017
11 -Een definitie van een uitbijter is: een uitslag waarvan is aangetoond dat er tijdens de meting een fout is gemaakt. In de praktijk wordt vaak aangenomen dat een meting die zeer sterk (3SD) afwijkt van wat verwacht wordt wel verstoord zal zijn door een fout tijdens de meting. Daarom is hier gekozen voor een verschil >20%. -Controle methode A is het eenvoudigst uitvoerbaar. Daarom wordt deze aanbevolen voor type 1 tm 3 POC-apparaten. - Type 4 POC-apparaten worden ter vergelijking met andere POC-apparaten gebruikt. Door de trapsgewijze controle neemt de variatie en dus de foutenkans toe. Daarom is controle met een andere methode dan methode A aanbevolen. Methode C is dan het eenvoudigst uit te voeren. -Bij controlemethode B kunnen problemen ontstaan als de gevalideerde laboratorium methode bv. relatief hoge INR waarden geeft terwijl het POC apparaat relatief lage waarden geeft. Dan kan het verschil >10% zijn, terwijl het POC apparaat op zich wel goede uitslagen geeft. -Uitvoering van controlemethode C vereist het correct gereedmaken van het externe monster voor het opbrengen op het POC-apparaat. Mogelijk is dit in veel gevallen het betrouwbaarst uit te voeren in het laboratorium door een analist. -Methode C is ter controle van type 4 en 5 apparaat wel wenselijk, maar de beschikbaarheid van de benodigde monsters is nog beperkt. De ontwikkeling van de benodigde externe monsters met een vastgestelde waarde is wel in een gevorderd stadium. Let hierbij op dat de vastgestelde waarden ook gevalideerd zijn voor het betreffende type POC-apparaat. De controle van de externe monsters is de verantwoordelijkheid van de producent c.q. leverancier van de externe monsters. De controle moet plaatsvinden zoals beschreven in de Guidelines on certified plasmas (Journal of Thrombosis and Haemostasis 2004; 2: ). In deze Guidelines wordt 15% verschil bij methode C toelaatbaar genoemd. -Zolang een trombosedienst nog niet beschikt over methode C dient een alternatieve methode gevolgd te worden. Versie 15 juni 2015 Pagina 11 van 12 Revisiedatum juni 2017
12 Bijlage II Begrippenlijst Begeleider Hij of zij die voor de patiënt de INR-bepaling verricht en/of de daarop volgende dosering bepaalt, in het kader van zelfmeten of zelfmanagement, bijvoorbeeld partner of ouder. Behandelovereenkomst Overeenkomst waarin de behandeling gedeeltelijk wordt overgedragen aan de patiënt. Hierin worden afspraken en verantwoordelijkheden vermeld. Bekwaam Aantoonbaar vaardig in het verrichten van een bepaalde handeling. Bevoegd Iemand is bevoegd wanneer deze in het bezit is van toestemming om een handeling te mogen verrichten, al dan niet in naam van een andere natuurlijke persoon of een rechtspersoon. Wie deze toestemming niet heeft is onbevoegd. Dossier Een dossier is een verzameling van gegevens, welke meestal te herleiden zijn tot documenten, maar ook andere vormen van informatie kunnen deel uitmaken van een dossier. Deze gegevensbronnen kunnen zowel van papieren als van elektronische aard zijn. FNT Federatie van Nederlandse Trombosediensten Patiëntdossier Verzameling van patiëntgegevens van één patiënt/cliënt onder beheer van de verantwoordelijke zorgaanbieder. Patiënt Persoon die geneeskundig onderzoek of behandeling geniet of mogelijk zal genieten. POC-apparaat Point of Care apparaat. Een apparaat waarmee een analytische laboratoriumprocedure, uitgevoerd kan worden buiten het laboratorium. In sommige gevallen wordt de procedure door de patiënt zelf uitgevoerd zoals in het geval van glucosemeting of INR-meting. VVT-sector De sector van Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg. Versie 15 juni 2015 Pagina 12 van 12 Revisiedatum juni 2017
Zelfmanagementprotocol
Zelfmanagementprotocol Aangenomen in Ledenvergadering 13-10-2016 Aanpassing in Ledenvergadering 14-02-2017 Revisiedatum: oktober 2018 Pag. 1 van 14 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Intake 2.1 Instroomcriteria
Nadere informatieAddendum bij het Zelfmanagementprotocol. ten behoeve van Near Patient Testing (NPT)
Addendum bij het Zelfmanagementprotocol ten behoeve van Near Patient Testing (NPT) Aangenomen in Ledenvergadering: 13-10-2016 Revisiedatum: oktober 2018 Pag. 1 van 5 1. Inleiding In dit addendum zijn kwaliteitscriteria
Nadere informatiePraktijkrichtlijn voor Trombosediensten
Praktijkrichtlijn voor Trombosediensten I Algemeen Deze praktijkrichtlijn is een centraal onderdeel van de Veldnorm Federatie van Nederlandse Trombosediensten ( veldnorm ) en als zodanig een trombosedienst-specifieke
Nadere informatieLeer zelf uw antistollingswaarde
Leer zelf uw antistollingswaarde bepalen Een cursus zelfmanagement bij de Trombosedienst Albert Schweitzer ziekenhuis Trombosedienst september 2010 pavo 0861 Inleiding U gaat voor uw antistollingsbehandeling
Nadere informatieNabij Patiënt Testen (NPT) Behandelprotocol
Nabij Patiënt Testen (NPT) Behandelprotocol Dit document is opgesteld door de Trombosedienst Leiden i.v.m. het Nabij Patiënt Testen, rekening houdend met de geldende kwaliteitseisen van de Federatie van
Nadere informatieVerruiming van periodieke controle van patiënten met antistolling die zelf INR meten
Laboratoriumgeneeskunde september 2018 jaargang 1 nummer 4 pp. 48-58 tekst: Melchior Nierman, Linda Kooter, David van Berlo, Sjoerd Euser, Jeannette Gootjes, Martien Herruer wetenschap Verruiming van periodieke
Nadere informatieZelf meten en doseren door cliënten van de Trombosedienst
Zelf meten en doseren door cliënten van de Trombosedienst Inhoudsopgave Inleiding... 1 Zelf thuis de stollingstijd (INR) bepalen... 1 Wanneer komt u in aanmerking voor zelf meten en doseren... 1 Training...
Nadere informatiePoint-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten. Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC
Point-of-care INR monitoring in patiënten op vitamine K antagonisten Jossi Biedermann Erasmus MC Star-MDC Patiënten behandeld met VKA in Nederland Federatie Nederlandse Trombosediensten: Samenvatting medisch
Nadere informatieHet externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2012
Het externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2012 A.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium, Afdeling Trombose en
Nadere informatieFenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding Zelfdoseren Fenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest (INR)
Nadere informatieHandleiding. zelfdoseren. Fenprocoumon. Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding zelfdoseren Fenprocoumon Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst 151902 28022017 Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest
Nadere informatieHANDLEIDING ZELFDOSEREN FENPROCOUMON
Pagina 1 van 11 HANDLEIDING ZELFDOSEREN FENPROCOUMON Stichting Trombosedienst Delft e.o. Van Bleyswijckstraat 93a 2613 RR DELFT T: 015 8200292 F: 015 2159608 www.trombosedienst-delft.nl Pagina 2 van 11
Nadere informatieA.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium, Leiden. Inleiding
Aan de deelnemers van het externe kwaliteitscontrole programma van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten voor Point-of-Care coagulometers in 2008 A.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium,
Nadere informatieHet externe kwaliteitscontrole programma van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten voor Point-of-Care coagulometers in 2010
Het externe kwaliteitscontrole programma van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten voor Point-of-Care coagulometers in 2010 A.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium, Leiden Inleiding Externe
Nadere informatieHet externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2013
Het externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2013 A.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium, Afdeling Trombose en
Nadere informatieHet externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2014
Het externe kwaliteitscontrole programma voor Point-of-Care INR bepalingen van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2014 A.M.H.P. van den Besselaar, Afdeling Trombose en Hemostase, Leids Universitair
Nadere informatieTrombosedienst Apeldoorn-Zutphen
Trombosedienst Apeldoorn-Zutphen Deze folder is een aanvulling op de Informatie voor mensen met trombose die aan alle trombosepatiënten wordt verstrekt. In deze folder vindt u achtereenvolgens: Telefonische
Nadere informatieAcenocoumarol Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding Zelfdoseren Acenocoumarol Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest (INR)
Nadere informatieHandleiding. zelfdoseren. Acenocoumarol. Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst
Handleiding zelfdoseren Acenocoumarol Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst 151901 27012016 Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest
Nadere informatieTrainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst FENPROCOUMON
Trainingscentrum Zelfcontrole Trombosedienst FENPROCOUMON Deze instructie is speciaal geschreven voor trombosedienstcliënten die, na te hebben geleerd zelf de controletest (INR) te doen, ook zelf hun dosering
Nadere informatieEXTERNE KWALITEITSCONTROLE VOOR POCT INR
EXTERNE KWALITEITSCONTROLE VOOR POCT INR Piet Meijer Stichting ECAT Management antistollingsbehandeling Smalle therapeutische ranges Thrombosis Bleeding Accurate INR metingen Hoe kunnen we de juistheid
Nadere informatieTrombosedienst Leiden en omstreken
Trombosedienst Leiden en omstreken Training Algemene voorlichting (Middag-)cursus van 2 uur Uitleg Coaguchek Uitleg Tropaz Certificaat en bevoegdheidsverklaring Stolling & Antistolling Bloedstolling Bloedstolling
Nadere informatieDaar waar implementatie en documentatie speelt worden beide impliciet aanwezig verondersteld Kwaliteitsdoelstellingen en -beleid
Kwaliteitsdoelstellingen en -beleid 4.1.2.3, 4.1.2.4 4.1.2.3.c, 4.1.2.4 + 4.2.2.2 Komen de doelstellingen van de trombosedienst voldoende aan bod in het kwaliteitssysteem? Is er een juiste en volledige
Nadere informatieOntwikkeling in de behandeling met VKA Margriet Piersma, internist directeur HAL/ Certe Trombosedienst
Ontwikkeling in de behandeling met VKA Margriet Piersma, internist directeur HAL/ Certe Trombosedienst Ontwikkeling VKA behandeling Toepassing POC apparatuur INR- meeng! Zelfmanagement! Vervanging laboratoriumbepaling
Nadere informatieNPT protocol. Aangenomen in Ledenvergadering Aanpassing in Ledenvergadering
NPT prtcl Aangenmen in Ledenvergadering 06-12-2018 Aanpassing in Ledenvergadering 20-06-2019 Versie 20 juni 2019 Pag. 1 van 9 Revisiedatum; december 2020 Inhudspgave Pag. 1. Inleiding 3 2. Algemeen 3 3.
Nadere informatieInstructie tot zelfdoseren van orale antistolling
Instructie tot zelfdoseren van orale antistolling Begrippen Bij het maken van een dosering worden de volgende begrippen behandeld: n n n n n INR (International Normalized Ratio) Streefwaarden Doseringsschema
Nadere informatieTrombosedienst Leiden. Zelfmeten
Trombosedienst Leiden Zelfmeten PARKEREN Eerste ½ uur gratis ½ uur t/m 1 uur 2,00 1 uur t/m 2 uur 3,50 Automaat in gang zuidvleugel beg.grond. CoaguChek Roche Diagnostics Zelfmeten mogelijk sinds 1999
Nadere informatieProtocol voor Zelfmeten en/of Zelfdoseren
Prtcl vr Zelfmeten en/f Zelfdseren Aangenmen in Ledenvergadering 28-11-2011 Aangepast in Ledenvergadering 13-10-2016 Aanpassing in Ledenvergadering 14-02-2017 Aanpassing in Ledenvergadering 29-11-2017
Nadere informatiePatiënteninformatie. Trombose en antistollingsmedicijnen. Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium. Trombosedienst Slingeland Ziekenhuis
Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Trombose en antistollingsmedicijnen i Patiënteninformatie Trombosedienst Slingeland Ziekenhuis Slingeland Ziekenhuis Wat is trombose Trombose is een bloedstolsel
Nadere informatieGebruikershandleiding Nabij Patiënt Testen. Met webapplicatie Tropaz 2.0
Gebruikershandleiding Nabij Patiënt Testen Met webapplicatie Tropaz 2.0 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 1. Algemeen... 5 1.1 Inlogscherm... 7 1.2 Wachtwoord vergeten... 8 1.3 Wachtwoord wijzigen...
Nadere informatieGelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)
Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025) NEa, 20-07-2012, versie 1.0 INTRODUCTIE In artikel 34 van de Monitoring en Rapportage Verordening (MRV) is beschreven
Nadere informatieNauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem. Inleiding. Methode
Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Compact- en Accu-Chek Compact Plus-systeem I. NAUWKEURIGHEID De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform ISO 15197. Inleiding Het doel van deze
Nadere informatieFEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN. Samenvatting Medische Jaarverslagen
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Samenvatting Medische Jaarverslagen 2015 inhoud 01 Inhoud 02 Inleiding 02 Aantal patiënten en patiëntbehandeljaren 03 Controlefrequentie 03 Indicaties voor antistollingsbehandeling
Nadere informatieTrombosedienst Leiden en omstreken
Trombosedienst Leiden en omstreken Saskia van Foeken Verpleegkundige Trombosedienst Leiden Doelstelling Met deze voorlichting willen we bereiken: Dat de cliënt een zo optimaal mogelijke antistollingsbehandeling
Nadere informatieVoorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager
Voorbehouden en risicovolle handelingen bij de chronisch beademde zorgvrager Informatie over de Wet BIG voor de zorgverlener 1. Inleiding Als professionele zorgverlener voor een zorgvrager die chronisch
Nadere informatieTrombosezorg Informatiefolder voor patiënten
Trombosezorg Informatiefolder voor patiënten Patiëntnummer A a n d a c h t s p u n t e n Algemene aanwijzingen: Neem de tabletten in op een vast tijdstip rond het avondeten Blijf op de controledag telefonisch
Nadere informatieInformatieboekje. Trombosedienst
Informatieboekje Trombosedienst 153788 19052015 Uw behandelend arts heeft u antistollingstabletten voorgeschreven. Antistollingstabletten worden gebruikt om trombose te voorkomen. Om de werking van deze
Nadere informatieTrombosezorg Informatiefolder voor patiënten
Trombosezorg Informatiefolder voor patiënten Patiëntnummer A a n d a c h t s p u n t e n Algemene aanwijzingen: Neem de tabletten in op een vast tijdstip rond het avondeten Blijf op de controledag telefonisch
Nadere informatieZuyderland Trombosedienst Locatie Sittard-Geleen
Zuyderland Trombosedienst Locatie Sittard-Geleen Gebruik bloedverdunner? Heeft u al eerder Acenocoumarol of Fenprocoumon (Marcoumar) gebruikt? Regelmatig controle bloed nodig. Gebruikt u een andere bloedverdunner?
Nadere informatieGebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van. Nabij Patiënt Testen. Met web applicatie Tropaz 2.0
Bladnr : 1/16 Gebruikers Handleiding voor instellingen die gebruik maken van Nabij Patiënt Testen Met web applicatie Tropaz 2.0 Trombosedienst Leiden Poortgebouw Rijnsburgerweg 10 2333 AA Leiden Telefoon:
Nadere informatieTrombosedienst Inleiding Hoe u bij de trombosedienst terecht komt Wat de trombosedienst voor u doet Het kiezen van een prikpost
Trombosedienst Inleiding Uw arts heeft u antistollingstabletten voorgeschreven. Bij het gebruik van dit soort medicijnen is het noodzakelijk dat uw bloed regelmatig wordt gecontroleerd. De trombosedienst
Nadere informatieHandleiding TROPAZ - APP voor Android Trombosedienst Leiden
Handleiding TROPAZ - APP voor Android Trombosedienst Leiden Algemene inleiding en informatie De Tropaz-app van de trombosedienst Leiden is alleen beschikbaar voor patiënten die onder behandeling zijn bij
Nadere informatieDe plaats van de trombosedienst in de toekomst
De plaats van de trombosedienst in de toekomst Moderator Prof dr H.C.J. Eikenboom 1st author / speaker Felix van der Meer Trombosedienst Leiden en Omstreken LUMC, afdeling Trombose en Hemostase Belangenverklaring
Nadere informatieHet belang van directe beschikbaarheid van het antistollingsdossier
Het belang van directe beschikbaarheid van het antistollingsdossier dr. Henk J. Adriaansen KCHL en Trombosedienst, Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn en Zutphen KCL en Trombosedienst, SHO en Röpcke Zweers ziekenhuis,
Nadere informatieSAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2014
SAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Kwaliteit Differentiatie Inzicht Innovatie INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Aantal patiënten en INR-bepalingen 2 Aantal patiënten
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Antistolling binnen de grenzen Daalderop, J.H.H. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Antistolling binnen de grenzen Daalderop, J.H.H. Link to publication Citation for published version (APA): Daalderop, J. H. H. (2008). Antistolling binnen de grenzen
Nadere informatieGelieve op de dag van prikken telefonisch bereikbaar te zijn. Het kan zijn dat het aantal tabletjes dat u inneemt aangepast moet worden.
Trombosedienst Uw arts heeft u tabletten voorgeschreven die de bloedstolling vertragen. Bij het gebruik van dit soort medicijnen is een regelmatige controle van uw bloed noodzakelijk. De Trombosedienst
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Huisartsendeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard, leidraad en
Nadere informatieSAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2013 FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN
SAMENVATTING MEDISCHE JAARVERSLAGEN 2013 FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 2 2 Aantal patiënten 2 Aantal patiënten 2 Bepalingen, controlefrequentie en bloedafname aan
Nadere informatieHoofdstuk 4: Aanvraag Trombosedienst
4 Aanvraag trombosedienst 4.1 Identificatie trombosedienst Vraag naam en geboortedatum en controleer dit op het doserings- of (her)aanmeldingsformulier. Plak op de afgenomen buis van een trombosedienstpatiënt
Nadere informatieSamenvatting Medische Jaarverslagen FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN 2.768 3.220 2015 1.280 656 855 3.220 1.285 5.319 2014 1.145 1.256 2017 1.670 2.564 1.256 1.343 2013 1.084 4.842 2016 1.561 956 2.564 2012 880 Samenvatting Medische
Nadere informatieMedicijnbeleid. Versie 8 juni 2017
Medicijnbeleid Versie 8 juni 2017 De procedure Medicijntoediening en (voorbehouden) Medische handelingen bestaat uit: Medicijnbeleid Medicijnbeleid - formulier medicijntoediening Medicijnbeleid - formulier
Nadere informatieAmsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA)
Amsterdamse Standaard Ketenzorg Antistolling (ASKA) Specialisten Ouderengeneeskundedeel Versie november 2016 Christèle Warmerdam, SIGRA Yvonne Groenstege, FBA Inhoudsopgave Inleiding... 3 Landelijke Standaard,
Nadere informatieNauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode
Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem Inleiding De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed
Nadere informatieNauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Avivasysteem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode
Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Avivasysteem Inleiding De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed
Nadere informatieGelieve op de dag van prikken telefonisch bereikbaar te zijn. Het kan zijn dat het aantal tabletjes dat u inneemt aangepast moet worden.
Trombosedienst Uw arts heeft u tabletten voorgeschreven die de bloedstolling vertragen. Bij het gebruik van dit soort medicijnen is een regelmatige controle van uw bloed noodzakelijk. De Trombosedienst
Nadere informatieJanuari 2014 Versie 1. Algemeen deel overeenkomst hoofdcontractant-zorgaanbieder Meditta Zorg
Januari 2014 Versie 1 Algemeen deel overeenkomst hoofdcontractant-zorgaanbieder Meditta Zorg Deel II: Algemeen Deel Overeenkomst hoofdcontractant zorgaanbieder de hoofdcontractant, en de zorgaanbieder,
Nadere informatieBeoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011
1. Auditplan 1) Doelstelling: Onderzoek: Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van de producten zoals de fabrikant deze in zijn Declaration of Performance heeft omschreven door middel
Nadere informatieNPT checklist controle bijzonderheden en gebruikershandleiding voor invoer INR en bijzonderheden
NPT checklist controle bijzonderheden en gebruikershandleiding voor invoer INR en bijzonderheden Contact voor (medische) vragen Coördinator van de dag van de Trombosedienst; ma t/m vr 8.00 16.00 uur. Tel:
Nadere informatieCONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d
Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie Definitie : een is bijvoorbeeld een slachterij, eierpakstation of een intermediair die binnen de keten de verschillende schakels aan elkaar koppelt
Nadere informatieWat doet de trombosedienst? Hoe verloopt de communicatie? Ellen van Eekelen
Wat doet de trombosedienst? en Hoe verloopt de communicatie? Ellen van Eekelen Laboratoria Bloedafnamediensten Patiënten Specialisten Thuiszorg Huisartsen Collegae TD TD Verpleeghuizen Tandartsen Mondhygiënisten
Nadere informatieProefpersoneninformatie. Bestralings-geinduceerde hartschade meten d.m.v. het bepalen van bloedwaarden
Proefpersoneninformatie Bestralings-geinduceerde hartschade meten d.m.v. het bepalen van bloedwaarden Geachte mevrouw, meneer, In aansluiting op het gesprek met uw behandelend arts, ontvangt u hierbij
Nadere informatieLabWest TROMBOSEDIENST. www.labwest.nl
TROMBOSEDIENST Patiënteninformatie www.labwest.nl Inleiding est Dit patiënten informatieboekje bevat specifieke informatie over de trombosezorg van est. Voor alle algemene patiënten informatie heeft de
Nadere informatieE-LEARNING. E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter
E-LEARNING E-learning voor succesvol meten met de qlabs INR meter De qlabs INR meter De qlabs INR meter wordt standaard geleverd in een luxe stevige verpakking. De qlabs INR meter compact, compleet en
Nadere informatieGang van zaken 2 De doseringskalender 3 Hoe wordt het aantal antistollingstabletten vastgesteld? 3 Wanneer u verhinderd bent op de controledag 3
Inhoudsopgave Inleiding 1 Hoe u bij de trombosedienst terecht komt 1 Wat de trombosedienst voor u doet 1 Het kiezen van een prikpost 2 Gang van zaken 2 De doseringskalender 3 Hoe wordt het aantal antistollingstabletten
Nadere informatieHandleiding installatie TROPAZ - APP voor Android (mobiele apparaten)
Handleiding installatie TROPAZ - APP voor Android (mobiele apparaten) Algemene inleiding en informatie De Tropaz-app van de trombosedienst Friesland Noord is alleen beschikbaar voor cliënten die onder
Nadere informatieAanvraagformulier REGISTRATIE oncologie monitor
Aanvraagformulier REGISTRATIE oncologie monitor 1. Gegevens aanvrager Naam + Voorletters:... Adres:... Postcode + Woonplaats:.... Geboortedatum:... Geboorteplaats:... Werkzaam bij: Organisatie + Afdeling:...
Nadere informatiePraktijkrichtlijn voor Trombosediensten
Praktijkrichtlijn voor Trombosediensten versie 05.02. 2014 samengesteld door de FNT-Kwaliteitscommissie en vastgesteld door de ledenvergadering van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten Deze Praktijkrichtlijn
Nadere informatieInformatiefolder Trombosedienst. Inleiding. Hoe u bij de trombosedienst terecht komt. Wat de trombosedienst voor u doet. Het kiezen van een prikpost
Informatiefolder Trombosedienst Inleiding Uw arts heeft u antistollingstabletten voorgeschreven. Bij het gebruik van dit soort medicijnen is het noodzakelijk dat uw bloed regelmatig wordt gecontroleerd.
Nadere informatieOpzet en implementatie interne kwaliteitsmonitoring microscopisch onderzoek. Dr. J.J.van Hellemond Ing. G.J.M.M.Derks
Opzet en implementatie interne kwaliteitsmonitoring microscopisch onderzoek Dr. J.J.van Hellemond Ing. G.J.M.M.Derks Parasitologisch onderzoek Vakgebied met veel soorten materialen Veel verschillende technieken
Nadere informatieZelfmanagement Informatiemap Trombosedienst Den Haag
Zelfmanagement Informatiemap Trombosedienst Den Haag Lab West BV afdeling Trombosedienst 2280 DT Rijswijk Sportlaan 600 T: 070 210 71 31 tussen 10.00u 12.00u en 14.00u 16.00u F: 070 210 71 47 M: zelfmeet@trombosedienst-denhaag.nl
Nadere informatieSamenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.
1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose
Nadere informatieRecht op informatie. Hoofdbehandelaar. Toestemming voor een behandeling of onderzoek
Rechten en plichten Weet u wat uw rechten zijn? Als patiënt heeft u bijvoorbeeld recht op informatie over behandelingen en onderzoeken. Ook heeft u recht op inzage in uw dossier. In de Wet op de Geneeskundige
Nadere informatieKETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d
Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie Definitie ketenregisseur: een ketenregisseur is de partij die de veehouderij bedrijven aanmeldt bij de Stichting Beter Leven keurmerk en toezicht
Nadere informatieINFORMATIEBOEKJE. voor PATIËNTEN van de TROMBOSEDIENST VOOR HET GOOI
INFORMATIEBOEKJE voor PATIËNTEN van de TROMBOSEDIENST VOOR HET GOOI Belangrijke aanwijzingen Geef bijzonderheden zoveel mogelijk door bij de bloedcontrole. Wees op de dag van controle telefonisch bereikbaar
Nadere informatieInformatie over onderzoek naar de determinanten voor de respons op DDAVP
Informatie over onderzoek naar de determinanten voor de respons op DDAVP (The RISE study: Response to DDAVP In mild hemophilia A patients, in Search for determinants) Plaats.. Datum.. Geachte mijnheer,
Nadere informatieInformatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid
BIG - Commissie Informatiebrochure Wet BIG Alles draait om bekwaamheid Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Alle professionals die beroepsmatig werken
Nadere informatieStichting Trombosedienst Delft en omstreken. Patiënten informatie boekje
Stichting Trombosedienst Delft en omstreken Patiënten informatie boekje Aandachtspunten Algemene aanwijzingen: Neem de tabletten in op een vast tijdstip na 18.00 uur. Blijf op de controle dag telefonisch
Nadere informatieColofon. Publicatie Federatie Nederlandse Trombosediensten Krimkade 20a 2251 KA Voorschoten
Samenvatting medische jaarverslagen 2007 Colofon Publicatie Federatie Nederlandse Trombosediensten Krimkade 20a 2251 KA Voorschoten Redactie dr. Henk J. Adriaansen, arts klinische chemie mevr. Ada de Bruijn-Wentink,
Nadere informatieExameneisen NLP Practitioner
Exameneisen NLP Practitioner Het examen Onze opleiding wordt afgesloten met een toetsmoment. Wij vinden het belangrijk dat elke deelnemer voor zichzelf helder heeft waar hij/zij staat ten opzichte van
Nadere informatieVersie 2.6.8. Handleiding Digitaal Logboek Antistolling
Versie 2.6.8 Handleiding Digitaal Logboek Antistolling Inhoudsopgave: INLEIDING... 3 INLOGGEN... 4 E-LEARNING... 8 HOMEPAGE...12 INVOEREN LOGBOEK...13 INVOEREN INR...15 DOSEERSCHEMA...16 BERICHTEN...18
Nadere informatieALGEMENE LEVERINGS- EN BETALINGSVOORWAARDEN ZORG IN NATURA
Inhoud 1. Algemeen... 2 2 Informatie... 3 3. Organisatie... 4 4. Het zorgleefplan... 4 5 Privacy... 6 6 Kwaliteit en klachten... 6 1. Algemeen Artikel 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan
Nadere informatieChecklist EVC-procedure voor organisaties
Checklist EVC-procedure: voor organisaties Checklist EVC-procedure voor organisaties Eén van de instrumenten uit de toolbox van het kwaliteitsmodel EVC is de checklist voor organisaties. Met behulp van
Nadere informatieDiabetes testmaterialen en injectiematerialen voor het toedienen van insuline Onderdeel van de overeenkomst hulpmiddelenzorg 2016
Bijlage I Diabetes testmaterialen en injectiematerialen voor het toedienen van insuline Onderdeel van de overeenkomst hulpmiddelenzorg 2016 Dit document bestaat uit drie onderdelen: 1. Zorgverlening 2.
Nadere informatieHet externe Laboratoriumkwaliteitscontrole programma van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2012
Het externe Laboratoriumkwaliteitscontrole programma van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten in 2012 A.M.H.P. van den Besselaar, RELAC-laboratorium, Leiden Inleiding Externe kwaliteitsbewaking
Nadere informatieVersie 2.6.3. Handleiding Digitaal Logboek Antistolling
Versie 2.6.3 Handleiding Digitaal Logboek Antistolling INLEIDING Dit is de handleiding van het Digitaal Logboek Antistolling. Het Digitaal Logboek is te raadplegen via internet. Overal ter wereld, op elk
Nadere informatieVeelgestelde vragen 01/2015
Inleiding 3 1. Ik ben mijn antistollingstabletten gisteravond vergeten. 4 2. Ik weet niet zeker of ik mijn antistollingstabletten heb ingenomen. 4 3. Ik heb een verkeerde hoeveelheid antistollingstabletten
Nadere informatieZorgcontinuüm en rollen m.b.t. voorschrijven van stomahulpmiddelen
Het voorschrijven van stoma, kan alleen in context gehele (stoma)zorg worden gezien. Het is geen eenmalig maar meer een cyclisch gebeuren. Door evaluatie hulpmiddel maar vooral door de veranderde omstandigheden
Nadere informatieRichtlijn Melden van ernstige bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten door de Nederlandse trombosediensten bij Lareb
Richtlijn Melden van ernstige bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten door de Nederlandse trombosediensten bij Lareb Deze richtlijn is een initiatief van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten
Nadere informatieFEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN. Samenvatting Medische Jaarverslagen
FEDERATIE VAN NEDERLANDSE TROMBOSEDIENSTEN Samenvatting Medische Jaarverslagen inhoud 01 Inhoud 02 Inleiding 02 Aantal patiënten en patiënt 03 Controlefrequentie 03 Indicaties voor antistollingsbehandeling
Nadere informatieVakspecifieke vragenlijst bij TABrichtlijn
Afdeling: , Registratienummer: Toelichting voor aanvrager Legenda: j = ja n = nee ged = gedeeltelijk nvt = niet van toepassing Achter elke invulling
Nadere informatieInformatiebulletin. STF_Infobulletin_ indd :14
Informatiebulletin STF_Infobulletin_2111671.indd 2 20-09-11 08:14 Uw behandelend arts heeft de controle van uw antistollingsbehandeling overgedragen aan de trombosedienst Friesland Noord. Voor een goede
Nadere informatieInformatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis. - eerstelijnsaanvragers -
Informatie over laboratoriumdiensten van het Antonius Ziekenhuis - eerstelijnsaanvragers - Versie 1. Juni 2015 1. Algemeen 2. Klinisch chemici & medisch leider trombosedienst Dr. D. Hardeman 0515-488503
Nadere informatieWat is trombose Trombose Embolie
Trombosedienst Wat is trombose Uw arts heeft u antistollingsmiddelen (Acenocoumarol of Fenprocoumon/ Marcoumar) voorgeschreven. Deze medicijnen worden voorgeschreven ter voorkoming of ter behandeling van
Nadere informatieCertificeringschema: Veiligheidspersoon tram (vhp-tram)
Certificeringschema: Veiligheidspersoon tram (vhp-tram) Nummer Datum Titel Goedgekeurd vz W Pag. 1.1 20171120 Certificeringsschema vhp-tram 1/10 Inhoud Versiebeheer 2 1 De taak 3 2 Het certificaat 4 2.1
Nadere informatieFNT-NORMEN. Pag. Inhoudsopgave 1. Begrippenlijst 2
FNT-NORMEN Pag. Inhoudsopgave 1 Begrippenlijst 2 1. Beschikbaarheid arts trombosedienst (okt. 2016) 3 2. Registratie en analyse van medische kwaliteit (okt. 2016) 7 3. 24 - uur bereikbaarheid trombosediensten
Nadere informatieMedisch rekenen voor verpleegkundigen, anesthesiemedewerkers en anderen
Titel Medisch rekenen voor verpleegkundigen, anesthesiemedewerkers en anderen Toepassingsgebied Zorgeenheden, SEH, OK, recovery, overige relevante werkplekken. Doelgroep Verpleegkundigen en anesthesiemedewerkers.
Nadere informatieAnnakeur Uw glucosemeter, onze zorg
Annakeur Uw glucosemeter, onze zorg Meten is weten Controle van de bloedglucosespiegel is een belangrijk onderdeel in het dagelijks leven van een diabeet. U wilt eigenlijk maar één ding: zo normaal mogelijke
Nadere informatieOnderzoek naar tevredenheid onder cliënten van trombosedienst Hilversum. Drs. Hans Muis September 2014
Onderzoek naar tevredenheid onder cliënten van trombosedienst Hilversum Drs. Hans Muis September 2014 INHOUDSOPGAVE Doel van het onderzoek Model klanttevredenheid Opzet en uitvoering van het onderzoek
Nadere informatieLONGREACTIVATIE Het programma
Longreactivatie LONGREACTIVATIE Longreactivatie is bestemd voor mensen met chronische longklachten, zoals COPD en astma, die daardoor in hun dagelijks leven beperkt worden. Uw longarts bepaalt aan de hand
Nadere informatie