Agenda AB-vergadering 26 februari 2015, uur, Keizer Karel V Singel 8 te Eindhoven, kamer 5.13/5.16

Transcriptie

1 Agenda AB-vergadering 26 februari 2015, uur, Keizer Karel V Singel 8 te Eindhoven, kamer 5.13/5.16 Aan Leden Algemeen Bestuur gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 1. Opening en vaststelling agenda 2. Mededelingen en ingekomen stukken 3. Verslag(en), actiepuntenlijst(en) en besluitenlijst(en) 3.a. Ter vaststelling verslag AB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 18 februari 2015 (bijlage 3.a) 3.b. Ter vaststelling actiepuntenlijst AB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 22 december 2014 (bijlage 3.b) 3.c. Ter vaststelling besluitenlijst AB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 19 december 2014 (bijlage 3.c) 3.d. Ter informatie verslag DB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 17 december 2014 (bijlage 3.d) 3.e. Ter informatie actiepuntenlijst DB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 19 december 2014 (bijlage 3.e) 3.f. Ter informatie besluitenlijst DB-vergadering 11 december 2014 concept d.d. 19 december 2014 (bijlage 3.f) 3.g. Ter informatie verslag DB-vergadering 4 februari 2015 concept d.d. 4 februari 2015 (bijlage 3.g) 4. Financiën 4.a. Dekking kosten garantiesalarissen, ter besluitvorming (bijlage 4.a.1 en 4.a.2) 5. Rondvraag 6. Sluiting Pagina 1 van 1 Agenda verg. AB d.d. 26 februari 2015 Z.17531/D.65916

2 Concept 18 februari u28 Verslag AB-vergadering 11 december 2014, 8.00 tot 9.00 uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.13/5.16 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt voorzitter gemeente Heeze-Leende de heer M. Bax gemeente Valkenswaard de heer H. Gaillard gemeente Son en Breugel de heer F. van Hoof gemeente Oirschot de heer P.J. van Liempd gemeente Waalre de heer Th. Martens gemeente Asten de heer F.L.J. van der Meijden gemeente Bergeijk de heer A.J.L. Meulensteen gemeente Laarbeek de heer L.J.M. van de Moosdijk gemeente Someren mevrouw M.-A. Schreurs gemeente Eindhoven de heer M. van Schuppen gemeente Best mevrouw M. Verdouw gemeente Geldrop-Mierlo de heer P. Wijman gemeente Veldhoven de heer H.C. Noppen secretaris Omgevingsdienst ZOB mevrouw J.M.L. Tolsma Omgevingsdienst ZOB afwezig mevrouw A.A.H.C.M. van Extel-van Katwijk gemeente Gemert-Bakel de heer A.P. d Haens gemeente Bladel de heer J.J.C. van den Hout Provincie Noord-Brabant mevrouw N.G.J. Lemlijn gemeente Deurne mevrouw C.C.R.M. Meuwissen gemeente Cranendonck de heer P.H.M. Smeulders gemeente Helmond de heer C.A.A.A. Tönissen gemeente Eersel de heer C. van den Ven gemeente Reusel-De Mierden de heer P.R. Weijmans gemeente Nuenen c.a. notulist mevrouw L. van Hout 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 8.05 uur. 2. Mededelingen en ingekomen stukken Aanleiding voor deze ingelaste AB-vergadering is het verzoek om meer voorbereidingstijd ten behoeve van de kadernota en de bestuursrapportage. AB-leden wordt verzocht het aan het directiesecretariaat van de ODZOB tijdig door te geven indien zij de vergadering niet kunnen bijwonen, opdat bekend is dat er eventueel geen quorum is, en er dienaangaande actie kan worden genomen. Pagina 1 van 3 Verslag verg. AB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 18 februari 2015 Z.17531/D.65917

3 3. Verslag(en), actiepuntenlijst(en) en besluitenlijst(en) 3.a. t/m c. Ter vaststelling verslag, actiepuntenlijst en besluitenlijst AB-vergadering 27 november 2014 Het verslag, de actiepuntenlijst en de besluitenlijst worden vastgesteld. Naar aanleiding van: Met betrekking tot hetgeen is verwoord omtrent de wegingsfactor bij de keuze voor herhuisvesting verzoekt de heer Meulensteen om voldoende duidelijkheid dat de spelregels gedurende het proces niet gewijzigd zijn. De voorzitter geeft aan dat dit in de informatieverstrekking over de huisvesting steeds duidelijk zal worden aangegeven. 4. Beleidsontwikkelingen 4.a. DB-adviesnota basistaken De nota is geagendeerd op verzoek van het AB. De tabel op pagina 6 betekent niet dat er vanaf 2015 meer werk komt. Het AB wordt op de hoogte gehouden van voortgang van de uitvoering van de werkprogramma s. 5. Financiën 5.a. Bestuursrapportage t/m augustus 2014 De voorliggende bestuursrapportage omvat het lopende jaar tot en met augustus. De ODZOB koerst af op een overschot van ca. 0,4 mln. Aangemerkt wordt dat de discussie over garantiesalarissen nog loopt (betaling door SRE van 0,5 mln. is niet zeker), en dat december een van het normale patroon afwijkende maand is. 5.b. Kadernota begroting 2016 De ODZOB heeft de AB-leden bericht gezonden van antwoorden op vragen van Nuenen en Geldrop-Mierlo. Het AB brengt nog de volgende punten in. Verzocht wordt om een overzicht van deelnemers die brede Wabo-taken uitbesteden aan de ODZOB. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van enkele deelnemers en de ODZOB, onderzoekt hoe de organisatie van de ODZOB en van de desbetreffende deelnemers hierop moet worden ingericht. De ODZOB is hierover in gesprek met onder meer Gemert-Bakel, Someren en Deurne. Pagina 6, laatste bullit: Norm is hier een kader om vergunningen te actualiseren. Pagina 10, laatste alinea: Als deelnemers meer taken opdragen, nemen de kosten in verhouding af. Desgevraagd wordt aangegeven dat het AB eerder besloot tot de opbouw van een reserve door middel van een opslag op het tarief van 1. Verzocht wordt om het er toe te leiden dat VRBZO en ODZOB zo efficiënt mogelijk werken door taken onderling te verdelen en/of gezamenlijk op te trekken. Aangegeven wordt dat door de directeuren in 2013 een samenwerkingsintentie is getekend, en dat in vervolg op de verdere ontwikkelingen een versterkte samenwerking wordt beoogd. Desgevraagd wordt uiteengezet dat het AB de kadernota vaststelt als uitgangspunt voor het DB om de begroting op te stellen. Het AB toetst de begroting aan de kadernota. Pagina 7, LPF: Aangevuld wordt dat door het AB in eerste instantie een ondergrens voor de regio ZO wordt vastgesteld, alvorens naar een brabantbrede ondergrens te kijken. Pagina 11, alinea over basistaken en verzoektaken van deelnemers over gevolg van toepassing van Brabantbreed LPF: over de gewenste omvang van controles en vergunningverlening door de ODZOB zal nog uitgebreid gesproken worden. Naar aanleiding van de vragen van Nuenen en Geldrop-Mierlo, pagina 1, 3 e bullit: Met betrekking tot de intentie om zoveel mogelijk declarabel werk te verrichten wordt toegelicht dat de ODZOB ook buiten de Pagina 2 van 3 Verslag verg. AB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 18 februari 2015 Z.17531/D.65917

4 regio ZO opdrachten aanvaardt. Als overheidspartijen de ODZOB benaderen, wordt dat voorgelegd aan de desbetreffende OD. Als men niettemin met de ODZOB in zee wil, neemt de ODZOB de opdracht aan. Daarbij wordt (uiteraard) vermeden dat aanbestedings- of mededingingsregels worden geschonden. Het overleg tussen de DB SRE/MRE en het DB ODZOB over de betaling door SRE/MRE aan ODZOB van de kosten van garantiesalarissen is nog gaande. Er wordt voorgesteld eerst 3% inspanningsverplichting te berekenen en daarna pas indexering toe te passen, zodat de ambitie explicieter in kadernota verwerkt wordt. De inspanningsverplichting mag in de daarop volgende jaren niet verloren gaan. De volgorde wordt aangepast. Verdere uitwerking volgt in de begroting. Het AB stelt de kadernota vast met inachtname van voorgenoemde aanpassingen. 6. Rondvraag Er zijn geen vragen. Volgende vergadering De volgende vergadering is op 19 maart 2015 om 9.00 uur. Plaats: Keizer Karel V Singel 8 te Eindhoven 7. Sluiting De voorzitter dankt ieder voor haar/zijn inbreng, wenst de aanwezigen namens het DB goede feestdagen en sluit de vergadering om 8.45 uur. De leden AB ontvangen nog een uitnodiging voor de nieuwjaarsbijeenkomst van de ODZOB die plaatsvindt op 6 januari Pagina 3 van 3 Verslag verg. AB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 18 februari 2015 Z.17531/D.65917

5 Concept 22 december u57 Actiepuntenlijst AB-vergadering 11 december 2014, 8.00 tot 9.00 uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.13/5.16 Actiepuntenlijst AB-vergadering 11 december 2014 Nr. Datum overleg Onderwerp / Afspraken Wie Wanneer AB wordt een overzicht verstrekt van gemeenten die wel/niet het volledige basistakenpakket bij ODZOB hebben ingebracht. Directie Extra AB-vergadering d.d. 11 december 2014 voor bestuursrapportage t/m augustus 2014 en kadernota begroting Bezien of dit soort stukken eerder dan aanvankelijk overeengekomen termijn toezonden kunnen worden aan deelnemers. Directie DB komt met een reactie m.b.t. mogelijkheden inzet personeel ODZOB tegen gunstig (of nul-)tarief. Directie De heer Martens ontvangt over tarieven ODZOB en garantiesalarissen een informerend overzicht. Directie Uitnodiging nieuwjaarsbijeenkomst zenden aan AB-leden Directie December Pagina 1 van 1 Actiepuntenlijst verg. AB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 22 december 2014 Z.17531/D.65918

6 Concept 19 december u02 Besluitenlijst AB-vergadering 11 december 2014, 8.00 tot 9.00 uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.13/5.16 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt voorzitter gemeente Heeze-Leende de heer M. Bax gemeente Valkenswaard de heer H. Gaillard gemeente Son en Breugel de heer F. van Hoof gemeente Oirschot de heer P.J. van Liempd gemeente Waalre de heer Th. Martens gemeente Asten de heer F.L.J. van der Meijden gemeente Bergeijk de heer A.J.L. Meulensteen gemeente Laarbeek de heer L.J.M. van de Moosdijk gemeente Someren mevrouw M.-A. Schreurs gemeente Eindhoven de heer M. van Schuppen gemeente Best mevrouw M. Verdouw gemeente Geldrop-Mierlo de heer P. Wijman gemeente Veldhoven de heer H.C. Noppen secretaris Omgevingsdienst ZOB mevrouw J.M.L. Tolsma Omgevingsdienst ZOB afwezig mevrouw A.A.H.C.M. van Extel-van Katwijk gemeente Gemert-Bakel de heer A.P. d Haens gemeente Bladel de heer J.J.C. van den Hout Provincie Noord-Brabant mevrouw N.G.J. Lemlijn gemeente Deurne mevrouw C.C.R.M. Meuwissen gemeente Cranendonck de heer P.H.M. Smeulders gemeente Helmond de heer C.A.A.A. Tönissen gemeente Eersel de heer C. van den Ven gemeente Reusel-De Mierden de heer P.R. Weijmans gemeente Nuenen c.a. notulist mevrouw L. van Hout Besluitenlijst AB-vergadering 11 december 2014 Nr. Datum overleg Besluiten Het AB stemt in met verslag, actiepunten- en besluitenlijst ABvergadering d.d.27 november Het AB stelt de kadernota vast met inachtname van genoemde aanpassingen Pagina 1 van 1 Besluiten verg. AB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 19 december 2014 Z.17531/D.65919

7 Concept 17 december u09 Verslag DB-vergadering 11 december 2014, 9.00 tot uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.11 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt, voorzitter (portefeuille communicatie, externe betrekkingen, marketing en huisvestingszaken) de heer J.J.C. van den Hout (portefeuille wetgeving, takenpakket, VTH-aspecten, kwaliteit) mevrouw N.G.J. Lemlijn (portefeuille handhavingsbeleid- en uitvoering) de heer F.L.J. van der Meijden, plv. voorzitter (portefeuille personeel en organisatie) mevrouw M.-A. Schreurs (portefeuille ICT en innovatie) de heer P. Wijman (portefeuille financiën) de heer H.C. Noppen, Omgevingsdienst ZOB, secretaris mevrouw J.M.L. Tolsma, Omgevingsdienst ZOB mevrouw L. van Hout, Omgevingsdienst ZOB, verslaglegging 1. Opening en vaststelling agenda De voorzitter opent de vergadering om 9.05 uur. De agenda wordt vastgesteld. 2. Mededelingen en ingekomen/verzonden stukken De voorzitter geeft een samenvatting van de zojuist afgeronde AB-vergadering aan de DB-leden die daarvoor verhinderd waren. Er is unaniem conform besloten over de geagendeerde punten. DB constateert dat het teleurstellend is dat dat Eindhoven nu pas kanttekeningen plaatste bij de kadernota. Dit had eerder aan bod moeten komen. DB stelt vast dat directie en DB niet in de gelegenheid zijn om in een AB-vergadering te reageren op een namens een bestuurder verzonden ambtelijke reactie die om uur voorafgaand aan de vergadering van 8.00 uur verspreid is. Een dergelijke aanpak is niet werkbaar. 2.a.t/m c. Ingekomen en verzonden stukken Er zijn geen vragen of opmerkingen over de betreffende stukken. 3. Verslag(en), actiepuntenlijst(en) en besluitenlijst(en) 3.a t/m 3.c Ter vaststelling: verslag, actiepuntenlijst en besluitenlijst DB-vergadering 6 november 2014 Het verslag, de actiepuntenlijst en de besluitenlijst worden goedgekeurd. Pagina 1 van 4 Verslag verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 17 december 2014 Z.17531/D.65920

8 3.d t/m 3.f Ter informatie: verslag, actiepuntenlijst en besluitenlijst AB-vergadering 27 november 2014 Het DB neemt kennis van het verslag, de actiepuntenlijst en besluitenlijst. 4. Beleidsontwikkelingen 4.a. Stand van zaken en resultaten werkprogramma s 2015 Er wordt ambtelijk overlegd over de voortgang van concrete opdrachtinvulling van de werkprogramma s Die invulling loopt vertraging op door interne zaken bij deelnemers. Het is noodzakelijk dat de WP s voor de eerste maanden zijn ingevuld, opdat de ODZOB direct in januari aan de slag kan. Waar sporadischdiscussie is over de invulling, worden deelnemers eerst ambtelijk benaderd op het niveau van het management dan wel op directieniveau, waarna opschaling naar bestuurlijk niveau (portefeuillehouder Financiën) plaatsvindt. Pas daarna wordt schriftelijk gecommuniceerd met deelnemers door het DB. 4.b. Opdrachtgeversplatform (OGP) Het OGP is ingericht om het overleg in het AB ambtelijk voor te bereiden ten behoeve van elk AB-lid. Daartoe zijn deelnemers: de ambtelijk adviseurs van AB-leden, en informeert men elkaar hoe het ambtelijk advies zal luiden. In de praktijk blijkt dat advisering aan AB-leden niet strookt met wat is gewisseld in het OGP. Gevolg is dat het doel niet wordt bereikt, namelijk een adviserende rol in het kader van eigenaarschap (te onderscheiden van opdrachtgeverschap), en idealiter: een eensluidende advisering. Recent voorbeeld: Er werd in het OGP besloten om de Kadernota niet in het OGP te bespreken, maar met een afvaardiging daarvan (t.w. het overleg DB-ondersteuners). Daarna werden klachten geuit dat het stuk niet in het OGP was besproken. Het blijkt voor de adviserend ambtenaren lastig om in het gemeenschappelijk belang van de ODZOB te denken. Men moet zich kunnen confirmeren aan de doelstelling, en de AB-leden in positie brengen om tot optimaal gedragen besluitvorming te komen. In het OGP is reeds afgesproken om op korte termijn met een afvaardiging van het OGP een bijeenkomst te beleggen om te brainstormen over de vraag hoe het OGP beter in positie kan komen en meer behulpzaam kan zijn in het bespoedigen van het bestuurlijke besluitvormingsproces, in het afstemmen over gezamenlijke projecten, en het gezamenlijk bereiken van resultaten in de regio. Deze bijeenkomst zal plaatsvinden in januari. De eerder opgestelde notitie waarin taak en rol van OGP zijn toegelicht wordt verspreid onder genodigden. 5. Financiën 5.a. Samen meer waarde, samen minder kosten Het voorliggende document is bedoeld om inhoud te geven aan de tarievendiscussie. Tarieven moeten gebaseerd zijn op het door de deelnemers gewenste takenpakket (kwaliteit en kwantiteit) en niet toegerekend worden naar de omvang van de bezetting. De inzet is dat de ODZOB opdrachten goed en efficiënt uitvoert, en dat procedures en kwaliteit met zich mee brengen dat deelnemers niet anders willen dan uitvoering van opdrachten door de ODZOB. Om daar te komen is een ontwikkeltraject aan de orde, daar een cultuurverandering bij de deelnemers noodzakelijk is. Ten behoeve van deze ambitie wordt een operationeel werkplan opgesteld voor zowel ODZOB als zijn deelnemers (gebaseerd op het concernplan). Het is onvermijdelijk dat deelnemers meer opdrachten aan de ODZOB gunnen. Correcte procedures en voldoende kwaliteit hebben prioriteit. De negatieve nalatenschap en de omvang van de personele bezetting zijn daar ondergeschikt aan. De directie geeft aan dat dit ook veel zal vergen van de van 17 latende organisaties overgekomen medewerkers. Momenteel wordt groepsgewijs de ambtseed/belofte afgelegd, en bij de inleidende Pagina 2 van 4 Verslag verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 17 december 2014 Z.17531/D.65920

9 gesprekken daarover met betrekking tot integriteit wordt door medewerkers vaak aangegeven dat niet altijd de hand wordt gehouden aan wet- en regelgeving, zulks vanwege tijdsdruk en ambtelijk/bestuurlijke druk van deelnemers. Voor de directie is dit geen vraagstuk: wet- en regelgeving vormen de basis van ons werk en aantasting daarvan is niet toegestaan. Het DB stemt in met deze aanpak. 5.b. Niet-betaling van de kosten van garantiesalarissen door SRE/MRE De voorzitter schetst hoe het proces tot nu toe is verlopen. Het DB heeft de voorzitter en de portefeuillehouders Financiën en P&O gemandateerd om de zaak met het DB SRE/MRE af te wikkelen. Op hun verzoek heeft de directeur het DB-standpunt in een notitie vervat. Tegelijkertijd is op instigatie van DB-lid mevrouw Schreurs door ambtenaren van Helmond en Eindhoven eveneens een notitie opgesteld, met het doel een voor beide DB s aanvaardbaar compromisvoorstel aan te bieden. Deze ambtenaren hebben verscheidene malen gesproken met onder meer de directeur ODZOB; deze heeft informatie geleverd en toelichting gegeven, en daarbij tevens aangegeven dat het compromisvoorstel geen processuele betrokkenheid of inhoudelijke ondersteuning heeft van zijn zijde. Dat laatste ook al omdat op verzoek van het DB ODZOB met een eigen notitie wordt gekomen. Het compromisvoorstel bereikte de directie resp. de DB-leden ODZOB op 5 december, eerder was door de DB-leden ODZOB besloten de notitie van het DB ODZOB mondeling toe te lichten en eventueel uit te reiken in het gesprek met het DB SRE/MRE op 8 december. Op 8 december is vervolgens overleg gevoerd met het DB SRE/MRE; dat overleg heeft niet geleid tot een inhoudelijk gesprek, onder andere omdat het DB SRE/MRE (ten onrechte) in de veronderstelling was dat het compromisvoorstel gedragen werd door de directeur ODZOB resp. het DB ODZOB. Mevrouw Schreurs geeft aan ontstemd te zijn over de gang van zaken rond de garantiesalarissen, zij heeft het anders ervaren. Ambtenaren zijn vrij gemaakt om een conflict op te lossen door middel van een compromisvoorstel. Dat compromisvoorstel is aan haar voorgelegd ter goedkeuring, na haar goedkeuring is het op 5 december gezonden aan de directeur ODZOB en de wnd. directeur SRE/MRE. Van de directeur ODZOB heeft zij geen negatieve reactie ontvangen, en zij had ook anderszins geen indicatie dat het compromisvoorstel voor de directeur ODZOB resp. het DB ODZOB onacceptabel was. De intentie was om er samen uit te komen en niet tot een conflict te geraken. Mevrouw Schreurs stemt niet in met de voorgelegde ontwerp-brief aan het DB SRE/MRE. De voorzitter licht toe dat het de desbetreffende DB-leden op 5 december bekende en door de directeur ODZOB (negatief) becommentarieerde compromisvoorstel niet acceptabel is, daar dat zou betekenen dat de ODZOB een groot tekort op de begroting zou moeten accepteren. Dit bericht is al in november naar aanleiding van een concept aangereikt aan desbetreffende ambtenaren van Helmond en Eindhoven, en was tevens bekend gemaakt aan de wnd. directeur SRE/MRE. Naar oordeel van het DB ODZOB zou van 2014 tot en met 2017 een bedrag van 2,6 mln. euro betaald moeten worden door het SRE/MRE. ODZOB heeft het SRE/MRE tegemoet willen komen door het bedrag bij te stellen van 2,6 mln. naar 1,9 mln. In het compromisvoorstel wordt voorgesteld 0,6 mln. Het DB SRE/MRE heeft niet aangegeven hoe men tegenover het compromisvoorstel staat. De bijeenkomst heeft geleid tot een moeizaam gesprek tussen de beide DB s waarin verwachtingen uit elkaar lagen. De directeur ODZOB stelt vast dat achteraf niet het DB ODZOB, maar het DB SRE onjuist is geïnformeerd. Hij kan zich niet verenigen met een standpunt als zou hij in casu onjuist dan wel afwachtend hebben gehandeld. Het DB, uitgezonderd mevrouw Schreurs, onderschrijft dit, en stemt in met inhoud en Pagina 3 van 4 Verslag verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 17 december 2014 Z.17531/D.65920

10 verzending van de voorgelegde brief aan het SRE/MRE. Getracht wordt zo vlot mogelijk een vervolgafspraak tussen de DB s te agenderen. De voorzitter acht het bevreemdend dat zij ambtelijk benaderd is door Eindhoven met het verzoek de desbetreffende brief niet in het DB te behandelen. De heer Van den Hout is niet betrokken bij gang van zaken rond dit thema; wel is hij van mening dat er geen compromis gesloten moet worden. Er moet een rekening gestuurd worden van 2,6 mln. Een compromis tast de financiële positie van de ODZOB aan. Hij acht de wijze waarop de discussie door Eindhoven in het DB wordt gevoerd laakbaar. Wijziging samenstelling deelnemers De heer Van der Meijden en mevrouw Schreurs verlaten de vergadering vanwege verplichtingen elders. Wijziging van de agenda Agendapunt 6 wordt besproken voor agendapunt 5.c. 5.c. MARAP oktober/november en prognose 2014 Zoals het er naar huidig inzicht uitziet, wordt 2014 met 0,4 mln. positief afgesloten. Deelnemers hebben meer werk ingebracht en niet-deelnemers juist minder. De betaling door SRE/MRE van de kosten garantiesalarissen leveren het grootste risico op, te weten 0,5 mln. De prognose van het jaarresultaat 2014 wordt voor kennisgeving aangenomen, en kan worden voorgelegd aan het AB. Er wordt deze week nog een informerende brief aan AB-leden verzonden. 6. P&O 6.a. Werktijdenregeling DB gaat akkoord met de werktijdenregeling. 6.b. Stagebeleid DB gaat akkoord met het stagebeleid. De provincie heeft ruim 200 trainees. Er worden goede onderzoeken door hen verricht. Stagiaires hebben ook veel begeleiding nodig en dat kost productie. 7. Rondvraag De heer Wijman De heer Wijman hoopt voortaan niet meer discussies als gevoerd bij punt 5b mee te maken in het DB. Dit wordt onderstreept door de andere aanwezige DB-leden. Volgende vergadering De volgende vergadering is op 26 februari 2015 om 9.00 uur. Plaats: Keizer Karel V Singel 8 te Eindhoven. 8. Sluiting De voorzitter dankt ieder voor haar/zijn inbreng en sluit de vergadering om uur. Pagina 4 van 4 Verslag verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 17 december 2014 Z.17531/D.65920

11 Concept 19 december u48 Actiepuntenlijst DB-vergadering 11 december 2014, 9.00 tot uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.11 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt, voorzitter (portefeuille communicatie, externe betrekkingen, marketing en huisvestingszaken) de heer J.J.C. van den Hout (portefeuille wetgeving, takenpakket, VTH-aspecten, kwaliteit) mevrouw N.G.J. Lemlijn (portefeuille handhavingsbeleid- en uitvoering) de heer F.L.J. van der Meijden, plv. voorzitter (portefeuille personeel en organisatie) mevrouw M.-A. Schreurs (portefeuille ICT en innovatie) de heer P. Wijman (portefeuille financiën) de heer H.C. Noppen, Omgevingsdienst ZOB, secretaris mevrouw J.M.L. Tolsma, Omgevingsdienst ZOB mevrouw L. van Hout, Omgevingsdienst ZOB, verslaglegging Actielijst DB-vergadering 11 december 2014 Nr. Datum overleg Onderwerp / Afspraken Wie Wanneer De directie zal overleg over de rol in en de taken van het OGP voor het volgende OGP-overleg agenderen Directie De cijfermatig onderbouwde innovatie-voorstellen worden in het voorjaar aan het AB gepresenteerd en vervolgens verwerkt in de begroting voor 2015 Directie Agenderen notitie Tariefopbouw/-differentiatie Directie Agenderen notitie Huisvesting Directie Voorbereiden presentatie BPO voor AB Directie OD Flevoland & Gooi- en Vechtstreek berichten waarom brief niet mede wordt ondertekend Directie Z.s.m Afwezige DB-leden bijpraten over besprokene over kadernota Directie Pagina 1 van 2 Actiepunten verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 19 december 2014 Z.17531/D.65921

12 Brainstorm plannen met afvaardiging OGP over vraag hoe OGP beter in positie kan komen Notitie waarin taak en rol van OGP zijn toegelicht verspreiden onder genodigden van brainstorm Voorgelegde brief inzake garantiesalarissen verzenden aan SRE/MRE Vervolgafspraak plannen DB SRE/MRE en DB ODZOB inzake garantiesalarissen Informerende brief verspreiden aan AB-leden over MARAP en prognose 2014 Directie Januari 2015 Directie Januari 2015 Directie Directie December 2014 Directie Pagina 2 van 2 Actiepunten verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 19 december 2014 Z.17531/D.65921

13 Concept 19 december u48 Besluitenlijst DB-vergadering 11 december 2014, 9.00 tot uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.11 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt, voorzitter (portefeuille communicatie, externe betrekkingen, marketing en huisvestingszaken) de heer J.J.C. van den Hout (portefeuille wetgeving, takenpakket, VTH-aspecten, kwaliteit) mevrouw N.G.J. Lemlijn (portefeuille handhavingsbeleid- en uitvoering) de heer F.L.J. van der Meijden, plv. voorzitter (portefeuille personeel en organisatie) mevrouw M.-A. Schreurs (portefeuille ICT en innovatie) de heer P. Wijman (portefeuille financiën) de heer H.C. Noppen, Omgevingsdienst ZOB, secretaris mevrouw J.M.L. Tolsma, Omgevingsdienst ZOB mevrouw L. van Hout, Omgevingsdienst ZOB, verslaglegging Besluitenlijst DB-vergadering 11 december 2014 Nr. Datum overleg Besluiten DB stemt in met conceptverslag, -actiepuntenlijst en -besluitenlijst DBvergadering 6 november 2014 DB stemt in met de aanpak beschreven in de notitie Samen meer waarde, samen minder kosten DB, uitgezonderd mevrouw Schreurs, stemt in met inhoud en verzending van de voorgelegde brief aan het SRE/MRE DB stemt in met de werktijdenregeling DB stemt in met het stagebeleid Pagina 1 van 1 Besluiten verg. DB d.d. 11 december 2014 Concept d.d. 19 december 2014 Z.17531/D.65922

14 Concept 4 februari u52 Verslag DB-vergadering 4 februari 2015, tot uur, Keizer Karel V Singel 8, Eindhoven, kamer 5.05 aanwezig mevrouw W.J.F. van der Rijt, voorzitter (portefeuille communicatie, externe betrekkingen, marketing en huisvestingszaken) mevrouw N.G.J. Lemlijn (portefeuille handhavingsbeleid- en uitvoering) de heer F.L.J. van der Meijden, plv. voorzitter (portefeuille personeel en organisatie) mevrouw M.-A. Schreurs (portefeuille ICT en innovatie) de heer P. Wijman (portefeuille financiën) de heer H.C. Noppen, Omgevingsdienst ZOB, secretaris mevrouw J.M.L. Tolsma, Omgevingsdienst ZOB afwezig m.k. de heer J.J.C. van den Hout (portefeuille wetgeving, takenpakket, VTH-aspecten, kwaliteit) 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Financiën 2.a Garantiesalarissen Vordering van ODZOB op SRE/MRE inzake garantiesalarissen. Het DB overlegt over de verdere aanpak van het dossier garantiesalarissen. Naar aanleiding van de brief van het DB ODZOB van 11 december 2014, omvattend een voorstel aan het DB SRE/MRE, heeft het DB SR/MRE aan DB ODZOB mondeling voorgesteld gedaan deze zaak af te doen door middel van mediation. Het DB is tussentijds bijeen om daar plenair over te overleggen. Het DB staat positief tegenover het voorstel van het DB SRE/MRE, en ziet geen aanleiding om een andere vorm van geschillenbeslechting, zoals bijvoorbeeld arbitrage, te kiezen. Het DB stelt vast dat beide partijen het eens moeten zijn over de volgende aanpak. 1. Beide besturen dienen het eens te zijn over de randvoorwaarden zoals hier omschreven. 2. Idealiter dient het geschil uiterlijk in juni 2015 te zijn beslecht. 3. Aan ca. 3 mediators, die in het dienaangaande register moeten zijn ingeschreven, zal een offerte worden gevraagd. 4. De portefeuillehouder Financiën wordt gemandateerd om daaruit een keuze te maken, zulks wordt ook verzocht aan (een daartoe gemandateerde uit) het DB SRE. Over de keuze voor de mediator dienen beide DB s het eens te zijn. Pagina 1 van 3 Verslag verg. DB d.d. 4 februari 2015 Concept d.d. 4 februari 2015 Z.17531/D.65923

15 5. Op de overeenkomst met de mediator ligt het voorbehoud van instemming van het AB ODZOB en de regioraad SRE/MRE. 6. De mediator dient onafhankelijk te zijn en geen binding te hebben met de regio Zuidoost-Brabant. 7. Beide besturen conformeren zich aan de uitspraak van de mediator. 8. De kosten mogen niet meer bedragen dan E De besturen delen 50/50 in de kosten van de mediation. 9. Over de aanpak zal een instemmend oordeel worden gevraagd aan het AB ODZOB en de regioraad SRE/MRE. Het desbetreffende voorstel wordt vergezeld van de brief van het DB ODZOB aan het DB SRE/MRE van 11 december 2014 inclusief bijlagen, als ondersteunende informatie. 10. De leden van het AB ODZOB wordt verzocht aanwezig te zijn bij de eerstvolgende vergadering van de regioraad SRE/MRE (25 februari), opdat in zoverre het aantal AB-leden een quorum vormt-, op die dag van zowel het AB ODZOB als de regioraad SRE/MRE instemming op deze aanpak en uitwerking daarvan kan worden verkregen. Voor deze handelwijze zal voorafgaand aan de voorzitter van de regioraad instemming worden gevraagd. 11. Als in de regioraad geen quorum van het AB ODZOB wordt bereikt, wordt het voorstel op de eerstvolgende reguliere vergadering van het AB in maart voorgelegd. 12. Communicatie over de uitkomst van het mediation-traject zal door DB ODZOB en DB SRE gezamenlijk geschieden. 3. Facilitair 3.a Tussenstand huisvesting De DB-leden wisselen het volgende. Hoe heeft de puntentelling plaatsgevonden op de aspecten prijs, kwaliteit en bereikbaarheid? Antwoord: Voor het aspect prijs is niet alleen gekeken naar de huurprijs/m2, maar ook naar parkeerkosten, servicekosten, de kosten van investeringen in gebouw en ICT, verminderd met de incentives als huurkorting, huurvrije periode en bijdrage aan de verbouwingskosten. Bij de DBadviesnota zullen de onderliggende scores worden gevoegd. Deze worden niet zonder meer aan het AB bekend gemaakt. Van belang is te benadrukken dat de gemeenten die panden hebben aangeboden uitgebreid zijn geïnformeerd over de wijze waarop hun pand heeft gescoord ten opzichte van de andere panden. Mevrouw Lemlijn blijft het gevoel houden dat de spelregels tussentijds zijn veranderd, doordat marktpartijen zijn betrokken in de afweging. Antwoord: Vanaf het begin heeft het DB aangegeven dat gemeenten zouden worden uitgenodigd om panden aan te bieden, maar dat ook gekeken zou worden naar marktpartijen: het DB wilde immers de beste prijs hebben voor de beste locatie. Het DB heeft ook nooit aangegeven de voorkeur te geven aan een gemeentelijk pand. Het AB heeft in het najaar aangegeven dat bij gelijke geschiktheid, een gemeentelijk pand de voorkeur zou moeten hebben. In de eind-ranking is echter geen sprake van gelijke geschiktheid. Mevrouw Schreurs dringt aan op enkele wijzigingen in de tekst over het pand De Witte Dame, en de Wal. In de ruimteberekening dient uitgegaan te worden van een grote vergaderzaal in het pand van de ODZOB, waardoor geen afhankelijkheid ontstaat van de vergadercapaciteit op andere locaties. Naar aanleiding van een discussie of de voorkeur uit zou moeten gaan naar een huurcontract van 10 jaar, of van 5 jaar met de optie van verlenging met 5 jaar, wordt herbevestigd dat 10 jaar een verantwoord uitgangspunt is. Wel dient in de risicoparagraaf opgenomen te worden wat het risico van leegstand betekent, en dient geschetst te worden welke personeelsontwikkeling er wordt verwacht. Pagina 2 van 3 Verslag verg. DB d.d. 4 februari 2015 Concept d.d. 4 februari 2015 Z.17531/D.65923

16 Omdat de gemeente Veldhoven definitief afvalt in de ranking van meeste kansrijke panden, acht het DB het verantwoord dat de heer P. Wijman zijn rol als portefeuillehouder Financiën in dit dossier kan opnemen. Het DB constateert dat hiermee een open en transparant proces heeft plaatsgevonden. Volgende vergadering De volgende vergadering is op 26 februari 2015 om 9.00 uur. Plaats: Keizer Karel V Singel 8 te Eindhoven. 4. Sluiting De voorzitter dankt ieder voor haar/zijn inbreng en sluit de vergadering. Pagina 3 van 3 Verslag verg. DB d.d. 4 februari 2015 Concept d.d. 4 februari 2015 Z.17531/D.65923

17 Voorstel : Dekking kosten garantiesalarissen Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 26 februari 2015 Agendapunt : 4.a.1 Vertrouwelijk : Nee Aan het Algemeen Bestuur, Op 1 juni 2013 ging de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) van start met 190 mensen, afkomstig van negentien verschillende organisaties. Dertig van hen zijn afkomstig van de provincie Noord-Brabant, vijfendertig ODZOB-medewerkers werkten voorheen voor diverse gemeenten in Zuidoost-Brabant en de overige medewerkers kwamen over van de voormalige SRE Milieudienst. Intussen is het personeelsbestand verminderd naar ongeveer 180 vaste medewerkers. Een aantal van de, door deze latende partijen geprealloceerde, medewerkers was bij haar/zijn latende partij hoger ingeschaald dan bij de ODZOB. Volgens het Sociaal Beleidskader (SBK, looptijd tot ) is de ODZOB verplicht het laatste bij de latende partij toegekende salaris (inclusief perspectief) te betalen. Dit heeft tot gevolg dat er in een aantal gevallen een garantiesalaris moet worden betaald. Eveneens volgens het SBK (mede getekend door de vertegenwoordiger van het SREbestuur (bijlage 1: enkele pagina s uit SBK) dient de SRE daarvan de bekostiging voor zijn rekening te nemen. In de oprichtingsfase van de ODZOB is over de dekking van de kosten voor deze garantiesalarissen tussen de deelnemers geen sluitende afspraken gemaakt. Nu worden er door de betrokken besturen verschillende standpunten ingenomen die leiden tot een impasse (bijlage 2: brief van DB ODZOB aan DB SRE/MRE d.d. 11dec14 en bijlage 3: standpuntenwisseling ODZOB-SRE/MRE). Om uit deze impasse te raken is met het bestuur van de SRE/MRE gesproken over de aanpak van het geschil over de garantiesalarissen. Beide besturen staan positief tegenover de mogelijkheid van een bindend mediation-traject met het doel de aanhoudende onduidelijkheid weg te nemen en een duurzame oplossing te bereiken. Dekking kosten garantiesalarissen Z.17531/D Pagina 1 van 3 26 februari 2015

18 Wij stellen u voor In te stemmen met het volgen van een mediationtraject inzake het geschil over de garantiesalarissen. De uitkomst van dit traject bindend te verklaren voor de ODZOB (regioraad SRE/MRE wordt hetzelfde verzocht door DB SRE/MRE). Eindhoven, 4 februari 2015 Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant, W.J.F. van der Rijt - van der Kruis voorzitter H.C. Noppen secretaris Dekking kosten garantiesalarissen Z.17531/D Pagina 2 van 3 26 februari 2015

19 Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant; gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant d.d. 4 februari 2015; nee B E S L U I T Vast te stellen het volgen van een mediationtraject met betrekking tot de vordering van de ODZOB op de Metropoolregio Eindhoven inzake garantiesalarissen Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost- Brabant 26 februari 2015, W.J.F. van der Rijt - van der Kruis voorzitter H.C. Noppen secretaris Dekking kosten garantiesalarissen Z.17531/D Pagina 3 van 3 26 februari 2015

20 Kader voor overgang van ambtenaren naar RUD's Artikel 3 CAR/UWO en CAP Lid 1 De RUD hanteert voor alle ambtenaren in de RUD de CAR/UWO. Lid 2 De harmonisatie van verschillen van CAP naar CAR/UWO wordt geregeld bij de pakketvergelijking en nader uitgewerkt in hoofdstuk 6. Artikel 4 Preallocatie Lid 1 Het koppelen van ambtenaren aan de taken die overgaan naar een RUD (en voor de provincie ook het koppelen aan een van de resp. te vormen regionale RUD's) wordt door de latende organisatie uitgevoerd. De uitkomst geldt voor de RUD als een gegeven. Lid 2 De RUD, aan wie een ambtenaar is gekoppeld, is verantwoordelijk voor de plaatsing van die ambtenaar in de formatie van de RUD. Lid 3 De ambtenaren van de provincie, gemeenten of gemeentelijke samenwerkingsverbanden nemen bij de plaatsingsprocedure een gelijkwaardige positie in. Ontstane verschillen in salarisschaal, bij gelijke of nagenoeg gelijke functiebeschrijving (ontstaan door bijvoorbeeld toepassing van een andere waarderingssystematiek, een andere wijze van waarderen, inschaling in uitlooprang of door gemeentegrootte), zijn geen plaatsingscriteria. I I Lid 4 Ambtenaren met een tijdelijke aanstelling, van wie de tijdelijke aanstelling van rechtswege afloopt uiterlijk op de datum van de organisatieverandering, gaan niet automatisch over naar de nieuwe organisatie.

21 Daarnaast kan er eens per vijf jaar een eenmalige gratificatie gegeven worden aan de BHV'er en de BHV-coordinator van 15%. Lid 2 Artikel 3.3. van de CAR-UWO is van toepassing voor medewerkers die in onregelmatige dienst werken en zijn ingedeeld in salarisschaal 1 t/m 9. Lid 3 Voor vergoeding van de verblijfkosten wordt de regeling gevolgd die geldt voor de ambtenaren in de sector Rijk. Lid 4 Medewerkers die bij de overgang naar de RUD nog een restant verlofuren/verlofdagen hebben uit vorige jaren kunnen dit aantal meenemen naar de RUD, conform de afspraken die hiervoor bij de huidige organisatie gelden. Vanaf gelden hiervoor de vastte stellen regelingen binnen de RUD. Lid 5 Bestaande specifieke afspraken of rechten, die bij een latende organisatie zijn gemaakt ot in het vooruitzicht zijn gesteld, worden gerespecteerd dan wel via een maatwerkoplossing bmnen de latende organisatie geregeld op basis van het uitgangspunt redelijkheid en billijkheid. Wanneer bij een latende organisatie medewerkers recht of aanspraak hebben op een substantieel gunstigere rechtspositieregeling dan thans in het kader van de SBK is afgesproken, wordt door de latende organisatie met de medewerker een regeling getroffen. Er wordt gehandeld in redelijkheid en billijkheid in de geestvan de afspraken die in dit SBK zijn gemaakt. Over deze aangelegenheden wordt in het lokaal Georganiseerd Overleg overeenstemming bereikt. Lid 6 Bij de overdracht naar de RUD maken de latende organisatie en de directeur van de RUD voor de medewerker een persoonlijk individueel overzicht van de financiele arbeidsvoorwaardeli,ke gevolgen (Persoonlijk Overgang Dossier Arbeidsvoorwaarden - PAO) voor die medewerker van de overgang naar de RUD. Daarin zijn opgenomen (voor zover van toepassing): Persoonlijke gegevens medewerker (naam, adres, postcode, woonplaats, geboortedatum, aard Arbeidsovereenkomst, datum in dienst, aantal dienstjaren) Arbeidsduur'per week (nu en straks) Functie (nu en straks) Salarisindeling (schaal, periodiek) en bruto salaris per maand (nu en straks) Individuele salarisafspraken, bijvoorbeeld m.b.t. aanloop- of uitloopschaal (nu en straks) Toelagen en emolumenten (nu) Eindejaarsuitkering (nu en straks) Levensloopbijdrage (nu en straks) Tegemoetkoming ziektekosten (nu en straks) Vakantietoelage (nu en straks) Garantietoelage en berekening daarvan (straks)

22 Het Sociaal Beleidskader voor de R(JD'<; R M L 4k J s-hertogenbosch, 14 maart 2013 Namens de werkgevers: L.W.L. Paul! provincie Noord-Brabant Namens de werknemers: n Q m e n S A b v a K a b o FNV:. G.W.M.G. Kerstges, bestuurder. G.W.M. van Bakel mr. B.R. de Vries Regio Midden-West namens CNV Publieke Zaak: H.W.C. Verbeek, bestuurder A.A.M. Vervest J.G.M.T. Ubachs Regio Zuidoost namens CMHF/FDO: A.M. de Clerck, bestuurder P.H.J.A. Leenc 47

23 Keizer Karel V Singel 8 Postbus KA Eindhoven T: I: Dagelijks Bestuur van het SRE/MRE Postbus AZ EINDHOVEN uw kenmerk uw bericht van ons kenmerk datum Z.1909/D.55187/HN/LvH 11 december 2014 onderwerp Consequenties garantiesalarissen contactgegevens L.vanHout@odzob.nl tel. : Geachte leden van het Dagelijks Bestuur van het SRE/MRE, Op 8 december 2014 hebben het DB van het SRE/MRE en DB-leden van de ODZOB met elkaar overleg gevoerd over het onderwerp garantiesalarissen, in tegenwoordigheid van de directies SRE/MRE en ODZOB. Mede naar aanleiding daarvan gaan wij op dit onderwerp en op het gevoerde overleg onderstaand in. I Vooraf Voordat wij op inhoudelijke aspecten in gaan willen wij een mogelijk misverstand als zou door de ODZOB onjuist zijn gecommuniceerd wegnemen. Reeds vanaf augustus 2014 hebben wij gezocht naar een mogelijkheid om overleg met uw DB te voeren over garantiesalarissen. Daartoe waren de voorzitter, de portefeuillehouder Financiën en de portefeuillehouder P&O gemandateerd door het DB ODZOB; dientengevolge heeft de directie ODZOB met hen het informatietraject op dit thema gevoerd. Het zoeken naar een overlegdatum heeft langer geduurd dan dat wij ons aanvankelijk voorstelden, daar de gemeenten Helmond en Eindhoven aanboden enkele ambtenaren te laten onderzoeken of een compromisvoorstel, ter ondersteuning van het te voeren overleg tussen de DB s, mogelijk was. De bedoelde ambtenaren zijn als ambtelijke werkgroep ( werkgroep E/H) aan de slag gegaan. De werkgroep heeft diverse gesprekken met verschillende partijen gevoerd. Bij enkele van deze gesprekken waren leden van de directie van SRE/MRE en ODZOB aanwezig. Dat laatste enkel om feitelijke informatie te geven. Van de zijde van de directie ODZOB is herhaaldelijk gesteld dat een eindconclusie van de werkgroep louter voor rekening van de werkgroep zou zijn. Immers, de werkgroep had zichzelf, op instigatie van de gemeenten Eindhoven en Helmond, de opdracht gegeven een voorstel aan beide DB s te doen. Daarbij kwam dat het DB van de ODZOB het ongewenst achtte dat de directie ODZOB werd belast met het opstellen van compromisteksten. Dit is in een vroeg stadium aan de werkgroep kenbaar gemaakt. Een voorstel van de werkgroep E/H was reeds medio november aangekondigd, wij ontvingen het voorstel, op 5 december uur, nadat de directie ODZOB dit voorstel ontving op die datum om uur. pagina 1 van 6

24 De directie van de ODZOB heeft een negatief advies uitgebracht over de conclusie van het voorstel; het DB heeft deze conclusie overgenomen. Dat het advies van de directie ODZOB negatief was kon voor de werkgroep E/H geen verrassing zijn, daar hen reeds in een vroeg stadium bekend was dat deze omvang van de vergoeding van de SRE/MRE aan de ODZOB wat betreft de directie ODZOB onbespreekbaar was. Dat was ook in een eerder stadium bekend bij de wnd. directeur en de controller SRE/MRE. Gegeven de loop van het overleg op 8 december willen wij nog eens vaststellen dat: 1. de werkgroep E/H louter uit eigen beweging en onder eigen verantwoording een voorstel zou aanbieden aan beide DB s, 2. de werkgroep opereerde op eigen gezag, en dat de directie van de ODZOB enkel informatie aanreikte, 3. een voorstel van de werkgroep dus niet automatisch gedragen zou worden door de directie van de ODZOB, 4. door de directie ODZOB al op 24 november aan de werkgroep E/H is bericht zich niet te kunnen vinden in de (later nagenoeg ongewijzigde) conceptnotitie, 5. het feitelijke voorstel zoals dat zich eerder aftekende, en ons formeel op 5 december bereikte, voor de directie ODZOB dus niet acceptabel was, en door hen dus ook niet gesteund wordt. Ons is overigens op 9 december ambtelijk bericht dat voorafgaand aan ons overleg op 8 december door uw wnd. directeur met uw DB gedeeld zou zijn dat het voorstel van de werkgroep E/H géén gezamenlijke productie van de directies was. Zowel naar de directie van de SRE/MRE als naar de werkgroep E/H is gecommuniceerd dat de directie van de ODZOB daarnaast zelfstandig met een voorstel aan het DB ODZOB zou komen. Het voorstel van de directie ODZOB heeft geleid tot een bestuurlijk standpunt DB ODZOB, dat wij op 8 december zowel verbaal als schriftelijk aan u wilden voorleggen om op deze manier gezamenlijk tot een compromis te komen. Het spijt ons dat het vervolgens niet goed mogelijk bleek inhoudelijk overleg te voeren. Met de wetenschap van nu was het achteraf bezien beter geweest als wij ons standpunt tevoren aan u hadden toegezonden. Vanwege de ontstane situatie zenden wij u dat voorstel nu per brief. II Feitelijke situatie garantiesalarissen Over het onderwerp garantiesalarissen is al veel gesproken. Wij achten het goed als wij het onderwerp als gespreksthema tussen onze besturen en organisaties spoedig kunnen afsluiten. Afsluiten, doch wel op zo n wijze dat beide partijen en de betrokken personen zich daar goed bij voelen. Daarbij staat een goede relatie tussen onze besturen en onze organisaties voorop. Dat niet alleen vanwege de onderlinge wederzijdse belangen (elkaar steunen, opdrachten gunnen, informeren) maar ook in het belang van de regio als geheel. Daarom is door ons in beeld gebracht in welke mate we, omwille van de het behoud van de goede relatie, het SRE/MRE tegemoet kunnen komen bij de afrekening van de garantiesalarissen zonder dat de ODZOB hierdoor in financiële problemen geraakt, en mits er de bereidheid is en de effectuering daarvanopdrachten van SRE/MRE aan de ODZOB te gunnen, en niet aan derdenpartijen. In die zin willen wij nog eens bevestigen dat onze organisaties er goed aan doen om een permanent partnership aan te gaan. O.i. is het SRE/MRE als latende partij verplicht de garantiesalarissen te vergoeden. Op ambtelijk niveau is namens ons al betoogd (zie bijlage: hoor en wederhoor SRE/MRE-ODZOB over de diverse thema s) dat betaling door SRE/MRE niet slechts logisch is, doch ook legitiem (afspraken SBK/GO, etc.). De omvang van het daarmee gemoeide bedrag omvat over de jaren 2014 t/m juni 2017 in totaal 2,61 mln. Daarbij is uitgegaan van een natuurlijk verloop van 4%, aanvullend op verloop als gevolg van bijv. pensioen. Deze kosten zijn ook in de begroting voorzien. Inmiddels blijkt dat een verloop van 4% niet haalbaar geacht wordt zonder stimulerende maatregelen te nemen. Wij verwachten dat de extra kosten van dergelijke stimulerende maatregelen ongeveer 0,2 mln. zullen bedragen. pagina 2 van 6

25 Voor de duidelijkheid: de kosten voor de ODZOB vanaf de datum van de operationalisering (1 juni 2013) tot het einde van de werkingstermijn van het SBK (1 juni 2017) omvatten in totaal 2,9 mln. Ter wille van het volledige kostenbeeld voor de ODZOB: de kosten tot 5 jaar na 1 juni 2017 omvatten 6,6 mln, te versleutelen in de tarieven. Linksom of rechtsom: de 21 gemeenten (en de provincie) zullen deze kosten moeten betalen. Onze visie is om dat zo min mogelijk door de ODZOB te laten doen, want in dat geval worden de tarieven hoger; met alle gevolgen, weerzin, klachten en vraaguitval van dien. III Waarom wij niet akkoord gaan met het voorstel van de werkgroep E/H De nota is uitgebreid en voorzien van veel cijfers. In de basis kloppen de gebruikte cijfers en getallen (volgt nl. uit de ook door de ODZOB geleverde gegevens). Het door de werkgroep E/H aan beide DB s gesuggereerde voorkeurscenario is mager. Het uitgangspunt is dat de kosten die de ODZOB al in de begroting gedekt heeft, ook door de ODZOB gedragen moeten worden. Er wordt dus niet gekeken naar wat de werkelijke verplichting is, maar welk deel daarvan al in de begroting is opgenomen (dat is zoiets als aanvoeren dat een debiteur zijn schuld mag verminderen omdat de crediteur al getalsmatig rekening hield met het feit dat de debiteur dubieus is, en dus al bedragen had afgeschreven). De bedragen die dan nog resteren worden 50/50 gedeeld, en dan ook nog met medeneming van het bedrag dat in 2013 uit coulance is overgemaakt. Dit alles resulteert in de suggestie van de werkgroep E/H dat het SRE/MRE over de jaren 2014 t/m juni ,6 mln. betaalt. Hier is minder sprake van een vergoeding van garantiesalarissen, dan wel van een afkoop van het door de ODZOB alarmeren van deelnemers in de GR ODZOB dat bij uitblijven van voldoende vergoeding van de kosten door de SRE de tarieven danig uit de pas gaan lopen. Ook bestuurlijk dus achten wij het voorstel van de werkroep E/H, zoals ook ambtelijk eerder is aangekondigd dat geadviseerd zou worden ( berichten beschikbaar), onacceptabel. IV Voorstel DB ODZOB aan het DB van het SRE/MRE Als wordt gekeken naar mogelijkheden om het SRE/MRE tegemoet te komen zonder dat de ODZOB in financiële problemen komt, -waar dan de deelnemers ODZOB voor op moeten draaien-, dienen we verder te kijken. Ten tijde van het opstellen van de begroting was nog geen compleet beeld beschikbaar van de ontwikkeling van het garantiesalaris. Als gevolg daarvan werd in de begroting (en de meerjarenraming) een te gering deel van de daadwerkelijke salariskosten als garantiesalaris (en dus aan SRE/MRE door te belasten) geoormerkt. In de begroting(en) is een van het SRE/MRE te ontvangen bedrag van 0,5 mln. per jaar voorzien. Voor de jaren 2014 t/m juni 2017 is dat (3 5/12)* = 1,7 mln. Een oplossing waarbij èn het SRE tegemoet gekomen wordt èn de ODZOB niet in financiële problemen komt zou kunnen inhouden dat het SRE niet het volledige bedrag van 2,61 mln. (2014 t/m juni 2017) behoeft te betalen, maar in plaats daarvan slechts 1,9 mln. behoeft te betalen. Dat bedrag omvat de eerder genoemde in de begrotingen opgenomen aan SRE/MRE door te belasten posten van in totaal 1,7 mln., plus 0,2 mln. om het noodzakelijk verloop te stimuleren opdat de salariskosten binnen de begroting blijven. Voor het jaar 2013 is onze factuur door het SRE/MRE betaald ( 0,33 mln.). Het jaar 2013 dient t.a.v. garantiesalarissen dus als afgewikkeld beschouwd te worden. pagina 3 van 6

26 In onderstaande tabel wordt het financiële beeld nog eens weergegeven. Bedragen x euro 1, mnd* Totaal garantiesalaris voormalig SRE personeel bij 4% verloop middelen benodigd om na 20144% verloop te realiseren Totaal kosten reeds afgerekend met SRE nog af te rekenen met SRE volgens voorstel resteert te dekken na verrekening met SRE in tarief te dekken Ongedekt * opmerking: De eerste 5 jaar na juni 2017 resteert bij 4% verloop in totaal nog 3,6 mln. garantieloon voor rekening van de ODZOB. Ook daarna nog aanzienlijke consequenties Als wij aldus kunnen besluiten betekent dat voor: I. het SRE/MRE: 1) Dat men aanmerkelijk minder dan de werkelijke kosten hoeft te vergoeden (totaal over 2014 t/m juni ,9 mln., i.p.v. 2,61 mln. ); 2) Dat men geen risico loopt t.a.v. de ontwikkeling van de werkelijke kosten als gevolg van het al dan niet realiseren van natuurlijk verloop (immers er is behalve met pensioenen ook rekening gehouden met 4% natuurlijk verloop per jaar, wat in praktijk tegen zou kunnen vallen); 3) Dat daarmee sprake is van finale kwijting en geen beroep meer op hen wordt gedaan ten behoeve van latere jaren (na juni 2017), na welke datum de ODZOB alle kosten op zich neemt. II. de ODZOB: 1) Dat de ODZOB niet alle werkelijke kosten (ad 2,61 mln.) vergoed krijgt, maar uitsluitend de conform begroting(en) bij de SRE/MRE in rekening te brengen bedragen voor de periode 2014 t/m juni 2017 en 0,2 mln. niet begrote kosten die de ODZOB moet maken om het verlooppercentage van 4 % daadwerkelijk te realiseren. In totaal krijgt de ODZOB dan 1,9 mln. vergoed, eenmalig. Het verschil tussen de werkelijke kosten en de vergoeding daarvan door de SRE/MRE is in de begroting van de ODZOB gedekt als onderdeel van het tarief; dit betekent dat de deelnemers in de ODZOB dit deel ( 0,7 mln.) al gezamenlijk voor hun rekening nemen. 2) Dat de ODZOB het risico draagt voor het realiseren van de aangenomen percentage verloop. Indien het verloop lager is dan voorzien, krijgt de ODZOB niet alleen t/m juni 2017 te maken met hogere kosten voor garantieloon dan voorzien, maar ook nog vele jaren daarna. 3) In de jaren na juni 2017 is in de meerjarenraming van de ODZOB nog steeds rekening gehouden met de doorbelasting van de garantielonen. Met deze afspraak, die loopt tot en met juni 2017 zal de ODZOB nadien geconfronteerd worden met 0,5 mln. kosten per jaar die niet separaat in rekening te brengen zijn en die dus in het tarief opgenomen moeten worden dan wel voor zo ver mogelijk afgebouwd moeten bouwen. pagina 4 van 6