Cystische letsels van de pancreas: evaluatie van diagnose en therapeutische aanpak

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cystische letsels van de pancreas: evaluatie van diagnose en therapeutische aanpak"

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar Cystische letsels van de pancreas: evaluatie van diagnose en therapeutische aanpak Brecht Pauwels Promotor: Prof. Dr. M. De Vos Co-promotor: Dr. E. Cesmeli Scriptie voorgedragen in de 2 de Master in het kader van de opleiding MASTER IN DE GENEESKUNDE

2 De auteur(s) en de promotor geven de toelating deze scriptie voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit deze scriptie. Promotor: Prof. dr. M. De Vos Co-promotor: dr. E. Cesmeli Auteur: Brecht Pauwels Gent, 4 mei 2012

3 Dankwoord In de verwezenlijking van deze masterproef zou ik graag enkele personen willen bedanken. In de eerste plaats zou ik dr. Ercan Cesmeli willen bedanken voor de intensieve begeleiding gedurende 2 jaar. Ik kon steeds bij hem terecht met mijn vele vragen, en kon daarbij steeds rekenen op een snel en vriendelijk antwoord. Ik zou ook graag Prof. dr. Martine De Vos willen bedanken, die samen met dr. Cesmeli mij de kans heeft gegeven om onze resultaten voor te stellen op de Belgian Week of Gastroenterology, wat voor mij een absoluut hoogtepunt was van het academiejaar. Graag zou ik ook Prof. dr. Louke Delrue willen bedanken voor de tijd die zij heeft genomen om een groot aantal beeldvormingen opnieuw te bekijken. Verder wil ik graag de mensen bedanken op het labo met wie ik veel toffe momenten heb beleefd tijdens het verzamelen van mijn data. In het bijzonder zou ik dr. Debby Laukens willen bedanken die mij wegwijs heeft gemaakt in de wereld van de statistiek. Graag zou ik ook mijn ouders, broers en zus willen bedanken voor de onvoorwaardelijke steun en voor het nalezen van mijn werk. Als laatste wil ik graag mijn vriendin Mara bedanken, die mij voortdurend aanmoedigde om goede resultaten te proberen neerzetten en die instond voor de mental support. Hartelijk bedankt!

4 INHOUDSOPGAVE Abstract Inleiding Algemene inleiding Pathologische classificatie van pancreatische cysten Trauma- of inflammatoir gerelateerde cysten Neoplastische cysten Mucineuze cystische neoplasie (MCN ) Sereuze Cystische Neoplasie (SCN) Intraductale Papillaire Mucineuze Neoplasie (IPMN) Cystische degeneratie van soliede pancreatische neoplasieën Congenitale cysten Restcategorie Kliniek van pancreatische cysten Diagnose van pancreatische cysten Patiëntgegevens en kliniek bij diagnose Beeldvorming Algemeen Transabdominale echografie CT MRI/MRCP ERCP Endoscopische echografie (EUS) Niet-radiologische modaliteiten Fine needle aspiration cytologie (FNA-cytologie) Cystevocht analyse Doel van de studie Methode Experimenteel Literatuur Beschrijving van de populatie Algemeen Symptomatologie... 14

5 Benigniteit/maligniteit CT MRI/MRCP Endoscopische ultrasound (EUS), fine needle aspiration (FNA) en cystevochtanalyse (CVA) Discussie Algemene beschrijving van de populatie Endoscopic ultrasound (EUS) Morfologie FNA-cytologie Cystevochtanalyse CEA Amylase Genetische merkers Radiologie Beperkingen van het onderzoek Conclusie Referenties... 32

6 Abstract Achtergrond Het alsmaar toenemende gebruik van cross-sectionele beeldvorming, en de toenemende resolutie ervan, heeft geleid tot een toename in detectie van cystische letsels van de pancreas. Maar zelfs wanneer deze op toevallige basis gevonden worden, kunnen deze toch van premaligne of maligne aard zijn. Een correcte diagnose is daarom een noodzaak. Het doel van deze studie was het in kaart brengen van de populatie met cystische letsels van de pancreas, en de performantie nagaan van verschillende technieken om deze cystische letsels te diagnosticeren. Methode We hebben een retrospectieve analyse gedaan van alle patiënten die tussen januari 2005 en juni 2010 een echoendoscopisch onderzoek (EUS) ondergingen door eenzelfde echo-endoscopist met een Olympus Scoop (GF-IC140P) onder sedatie met midazolam of narcose met propofol. Voor iedere patiënt werden volgende gegevens bepaald (indien aanwezig in het patiëntendossier) : kliniek, de grootte en de provisionele diagnose van het cystisch letsel op beeldvorming (CT, MRI/MRCP of EUS), de provisionele diagnose volgens cytologie na fine needle apsiration (FNA), de provisionele diagnose volgens cystevochtanalyse na FNA en de histopathologische (APD) gouden standaard diagnose indien beschikbaar. Resultaten In totaal ondergingen 176 patiënten (91 mannen, 85 vrouwen) een EUS-onderzoek. Negen patiënten ondergingen een tweede onderzoek, 1 patiënt onderging een derde onderzoek. In totaal werden 186 onderzoeken uitgevoerd. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 61 jaar. De jongste patiënt was 26 jaar en de oudste patiënt was 86 jaar. De cysten waren gemiddeld 2,6 cm groot. Bij mannen waren de cysten significant groter dan bij vrouwen. (2,93 cm vs. 2,37 cm) In 48 van de 176 patiënten werd achteraf een gouden standaard diagnose bekomen door endoscopische drainage, door klinische evolutie en voornamelijk door een APD na chirurgie. Bij 38 van deze 48 patiënten werd een FNA uitgevoerd, in 13 (34%) gevallen van de 38 was deze niet-contributief. Bij 17 patiënten werden tumormerkers in het cystevocht bepaald. De accuraatheid om niet-benigne cystische letsels te diagnosticeren op basis van de morfologie was 72,9% (sensitiviteit 64,3% en specificiteit 85%), op basis van FNA-cytologie was de accuraatheid 92% (sensitiviteit 94,4% en specificiteit 85,7%), en op basis van merkers in het cystevocht was de accuraatheid 82,4% (sensitiviteit 66,7% en specificiteit 100%). De accuraatheid om pseudocysten te diagnosticeren was op basis van morfologie 86,7%, op basis van FNA-cytologie 84% en op basis van analyse van het cystevocht 84,6%. De accuraatheid om adenocarcinomata te diagnosticeren op basis van morfologie was 85,4% (sensitiviteit 57,1%),en op basis van FNA-cytologie 81,8%. Onvoldoende gegevens waren beschikbaar om een uitspraak te doen Pagina 1

7 over de diagnostische accuraatheid van cystevochtanalyse. De CEA-waarde van het cystevocht lag significant hoger in adenocarcinomata in vergelijking met andere letsels. In totaal werden van 110 patiënten gegevens teruggevonden van andere beeldvorming (CT, MRI, MRCP). Wegens de te beperkte gegevens kon geen uitspraak gedaan worden over accuraatheidscijfers. De grootte van de cyste gemeten bij beeldvorming kwam steeds goed overeen met de grootte gemeten op EUS. De Pearsoncorrelatiecoëfficiënt was respectievelijk 0,860, 0,831 en 0,833. Conclusie De diagnostische accuraatheid om een onderscheid te maken tussen benigne en nietbenigne cystische letsels van de pancreas, op basis van morfologie van het EUS-onderzoek is tè laag om enkel hierop te betrouwen. Enkel pseudocysten kunnen vrij accuraat gediagnosticeerd worden. FNA-cytologie en cystevochtanalyse zijn noodzakelijk. Zij hebben echter af te rekenen met praktische nadelen: voornamelijk een te klein aspiratievolume en een te kleine epitheelopbrengst spelen parten. Naar de toekomst toe wordt er echter veel verwacht van genetische merkers. Andere radiologische modaliteiten kunnen complementair zijn, maar zijn op zichzelf onvoldoende voor een accurate diagnose. Zij kunnen echter wel voldoende zijn voor follow-up. Van een groot aandeel patiënten is geen follow-up gekend. Een standaard follow-up protocol zou hier een uitweg kunnen bieden. Pagina 2

8 1. Inleiding 1.1. Algemene inleiding De alsmaar toenemende resolutie van de huidige beeldvorming heeft geleid tot een toename van toevallige vondsten in verschillende organen zoals bijvoorbeeld de pancreas. (1-5) Pancreatische cysten omvatten een groot spectrum van cystische letsels, gaande van zuiver benigne over premaligne tot maligne cysten. Waar vroeger deze letsels ofwel niet gevonden werden, ofwel geclassificeerd werden als pseudocyste, zijn er heden een groot aantal verschillende letsels beschreven met een verschillende oorzaak, met een zeer uiteenlopende potentiële graad van maligniteit en een verschillende behandeling. In een derde van de gevallen betreft het asymptomatische cystische letsels die vaak gevonden worden tijdens een work-out voor andere klachten. De werkelijke prevalentie is echter niet gekend: MR-studies schatten die op 13%, CT-studies op 2,6%. Het verschil wordt verklaard door de superioriteit van MR in de weergave van zachte weefsels en vochthoudende structuren. (6-9) 1.2. Pathologische classificatie van pancreatische cysten Cysten in de pancreas kunnen worden onderverdeeld in 4 grote groepen: trauma- of inflammatiegerelateerde cysten, neoplastische cysten, congenitale cysten en een aantal cysten die in geen van vorige categorieën thuishoren. Men vermoedt dat de relatieve frequentie van voorkomen respectievelijk 30%, 60%, minder dan 1% en minder dan 5% is. (5) Trauma- of inflammatoir gerelateerde cysten Pseudocysten zijn de meest frequent aangetroffen cystische letsels. Zij zijn het resultaat van inflammatie en necrose ten gevolge van alcoholische, biliaire of traumatische acute pancreatitis bij voornamelijk oudere mannen, en ten gevolge van biliaire aandoeningen en traumata bij jongere personen, even prevalent bij mannen als bij vrouwen. Deze cysten onstaan wanneer peripancreatische vetnecrose wordt geresorbeerd of wanneer pancreatische enzymen worden vrijgelaten in een anatomisch afgesloten holte. Het ontbreken van een epitheliale wand onderscheidt dit type cyste van echte cystische letsels. Verder vindt men nog de paraduodenale wand cysten, die ontstaan door chronische pancreatitis bij 40 tot 50-jarige mannen met een voorgeschiedenis van alcohol en roken. Tenslotte zijn er nog de infectie gerelateerde cysten die zeer zeldzaam zijn en voorkomen bij tuberculose. (5) Neoplastische cysten Neoplastische cysten, goed voor 60 procent van het totaal aantal cystische letsels van de pancreas, kunnen worden onderverdeeld naargelang het celtype waarmee ze worden afgelijnd. Meer dan de helft Pagina 3

9 van de cystische letsels in de pancreas wordt afgelijnd door ductaal epitheel. Endocriene, acinaire, endotheliale, mesenchymale of niet definieerbare aflijning is relatief zeldzaam. (5, 10) Cysten met een epitheel van ductale oorsprong kunnen verder worden onderveeld: 60% procent bestaat uit mucineuze cellen, 40% procent bestaat uit sereuze cellen Mucineuze cystische neoplasie (MCN ) MCN s worden bijna enkel bij vrouwen teruggevonden (> 95 % ) met een gemiddelde leeftijd van diagnose van 53 jaar. 95% van de neoplasieën bevindt zich in het corpus of de staart van de pancreas. (3, 5, 10, 11) MCN s worden opgebouwd uit individuele cysten, waarbij typisch iedere cyste meer dan 2 cm meet. De gemiddelde totale grootte van het letsel is tussen 8 en 10 cm. Dit letsel is goed afgelijnd door een dik pseudokapsel met een gladde buitenzijde, maar soms kunnen focale calcificaties aanwezig zijn aan de periferie, die pathognomonisch zijn. In het weefsel rondom het letsel ontbreekt, net zoals bij een sereuze cystische neoplasie (SCN), een inflammatoire reactie. Deze inflammatie wordt wel teruggevonden wanneer maligne degeneratie of invasie plaatsvindt, want in tegenstelling tot SCN s, hebben MCN s het potentieel om te degenereren. De kans hierop neemt toe met de grootte en complexiteit van het letsel. (5, 10) De kans dat een letsel reeds maligne ontaard is op moment van diagnose neemt toe met de grootte van het letsel, geassocieerde massa s, murale nodulen, asymmetrisch verdikte wand, perifere calcificatie en leeftijd. (5, 10) Er bestaat een WHO-classificatie waarbij MCN s worden ingedeeld volgens graad van proliferatie: cystadenoom, borderline en cystadenocarcinoma (in situ of invasief). Deze verschillende graden kunnen echter tegelijk worden teruggevonden in een letsel. Daarom zijn verschillende histologische preparaten noodzakelijk voor een accurate evaluatie. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen een in situ en een invasief carcinoma omdat na resectie geen postoperatieve controle nodig is bij een in situ carcinoom. De kans op herval of metastasen is echter zeer groot indien het een invasief carcinoom betreft. (5, 10) Om de diagnose van een MCN te stellen is de aanwezigheid van ovarieel stroma noodzakelijk. Dit verklaart ook waarom MCN s bijna uitsluitend bij vrouwen voorkomen. Met aanwezigheid van ovarieel stroma kan men ook een MCN onderscheiden van een intraductale papillaire mucineuze neoplasie (IPMN). Een MCN kan zich namelijk voordoen als een IPMN en omgekeerd. Het onderscheid is echter belangrijk voor zowel behandeling als follow-up. (10) De kennis van de genetische basis van MCN s is nog vrij beperkt. Verschillende studies beschrijven K-ras2 mutatie en p53 overexpressie. Hoe hoger de expressie van de betrokken genen, hoe hoger de graad van dysplasie. (12) Pagina 4

10 Sereuze Cystische Neoplasie (SCN) SCN s zijn de meest prevalente cystische neoplasieën van de pancreas. Zij worden in 75% van de gevallen teruggevonden bij vrouwen met een gemiddelde leeftijd van diagnose van 61 jaar. Bij mannen is de gemiddelde leeftijd van diagnose echter 68 jaar. Wat betreft voorkeurslocatie is er enige tegenspraak in de literatuur. Volgens sommigen is er een voorkeur voor het lichaam en de staart van de pancreas, volgens anderen is er een voorkeur voor de pancreaskop. Andere artikels suggereren een gelijke verdeling over de pancreas. (3, 5, 11, 13) SCN s werden vroeger microcystische adenomen genoemd wegens de cluster van smalle cysten (<2 cm diameter) waaruit ze bestaan. Dit doet denken aan de structuur van een honinggraat. Iedere cyste is gevuld met een mucineloze waterige vloeistof. De grootte van het letsel kan variëren van enkele centimeters tot 25 centimeter, met een gemiddelde grootte van 5 cm. (3, 5, 13) De dunwandige, glycogeenrijke sereuze cellen zijn gerangschikt rond een centraal stervormig litteken, dat eventueel calcificaties kan bevatten. In tegenstelling tot MCN s en IPMN s, ontbreken bij SCN s karakteristieken van atypie of dysplasie. Maligne ontaarding is dan ook zeer zeldzaam waardoor men deze letsels als benigne mag beschouwen. (13) Een meer zeldzame vorm van sereus cystadenoom is het oligocystisch of macrocystisch adenoom. Dit letsel bestaat uit een histologisch identiek voorkomen als de microcystische vorm, maar bestaat uit minder cellen met een grotere diameter (>2 cm). (13) Het is soms moeilijk om deze te onderscheiden van een MCN of een pseudocyste. Verschillende weefselpuncties kunnen dan noodzakelijk zijn. (5) Er bestaat een verband tussen patiënten met het Von Hippel Lindau-syndroom (VHL) en pancreatische letsels. Bij 50% tot 80% van deze patiënten worden er cysten aangetroffen die moeilijk te onderscheiden zijn van sereuze cysten. Deze VHL-cysten zijn echter meer diffuus verspreid over de volledige pancreas en niet zo goed afgelijnd als een SCN. (5) Bij 40% van de patiënten met een SCN, maar zonder VHL-syndroom wordt er ook een alteratie in het VHL-gen op chromosoom 3p25 gevonden Intraductale Papillaire Mucineuze Neoplasie (IPMN) IPMN s werden vroeger als een zeldzaamheid beschouwd, maar recente vooruitgang in beeldvorming heeft tot een toename van detectie geleid. Zij worden iets meer teruggevonden bij mannen, met een gemiddelde leeftijd van diagnose van 68 jaar. (5, 14) Een IPMN ontstaat door een intraductale proliferatie van neoplastische mucineuze cellen waardoor micro- en macropapillen worden gevormd. Dit leidt tot een cystische dilatatie van de pancreatische ductus. De gedilateerde ductus zal in sommige gevallen globules van mucus bevatten waardoor detecteerbare massa s ontstaan. (14) Pagina 5

11 Er bestaan drie verschillende types van IPMN s, afhankelijk van de ductus waarmee ze verbinding maken. Het eerste type is de main-duct IPMN, omdat bij dit type de centrale hoofdductus van de pancreas betrokken is. De dilatatie van deze hoofdductus kan zowel segmentair als gegeneraliseerd zijn. Bij deze laatste is dit vaak het gevolg van zowel de mucusprop als het intraductale tumorweefsel die als een mechanische stop werken op de hoofdductus. Bij 30% van de patiënten met dit type letsel kan men bij endoscopie mucus uit de papil van Vater zien komen. (14) Het omringende pancreasparenchym wordt gekenmerkt door littekenvorming en atrofie door de chronische obstructie van de hoofdductus van de pancreas. (5) Het tweede type IPMN is de branch-duct IPMN. Er is een cystische dilatatie van een zijtak van de hoofdductus van de pancreas, vaak ter hoogte van het hoofd of de processus uncinatus. De patiënten zijn ook vaak jonger. Bij 30% van de patiënten zijn de letsels multifocaal. Na resectie van een letsel ziet men bij 25% van de patiënten ook histologische veranderingen in de hoofdductus. Het omringend pancreasparenchym heeft een normaal uitzicht. De branch-duct IPMN kent een trager verloop dan de main-duct IPMN. (14) Een derde en laatste type is de mixed type IPMN, waarbij zowel de hoofdductus als de zijtakken een cystische dilatatie kennen. Door de vele variatiemogelijkheden moet men steeds opnieuw de probabiliteit van onderliggende maligniteit nagaan en moet men de noodzaak tot resectie en de uitgebreidheid van die resectie evalueren. Net zoals bij MCN s bestaat ook bij IPMN een histologische WHO-classificatie, gaande van benigne (adenoma zonder dysplasie) over borderline (adenoma met milde tot matige dysplasie) tot carcinoma (in situ of invasief). Ook hier kunnen verschillende stadia in eenzelfde pancreas voorkomen. (14) Het epitheel van een IPMN kan van een verschillende histomorfologisch type zijn: maag-, darm-, pancreaticobiliair-, oncocystisch- en null-type. Ieder type heeft een andere prognose. Er is nog veel onderzoek nodig naar de genetische en epigenetische factoren die leiden tot een invasief carcinoma. K- ras puntmutaties worden teruggevonden in 50 tot 80 procent van de letsels. Ook hier zal de graad van dysplasie toenemen met de graad van expressie. (12) Andere minder frequente mutaties leiden tot wijzigingen in de werking van het p16- en p53-eiwit, en upregulatie van mesotheline, claudine, telomerase, matrix metalloproteinase-7, VEGF en proliferating-cell nuclear antigen. (14) Cystische degeneratie van soliede pancreatische neoplasieën Cystische degeneratie van soliede pancreatische tumoren kan ontstaan op verschillende manieren. Enerzijds ontstaat door een centrale necrose een cyste die op beeldvorming verkeerd kan geïnterpreteerd worden als een pseudocyste. Anderzijds kan door tumorale invasie obstructie van de pancreatische ductus ontstaan die zal leiden tot cystische dilatatie van die ductus of tot ontstaan van Pagina 6

12 retention cysten. De aanwezigheid van een tumor kan eveneens leiden tot episoden van pancreatitis met pseudocystenvorming als gevolg. Er bestaat ook een variant van de ductale adenocarcinomata die het uitzicht heeft van een MCN of IPMN. In 1 tot 8 procent van de ductale adenocarcinomata worden cystische opklaringen gezien. Andere tumoren die zich kunnen presenteren met cystische necrose of hemorragische degeneratie zijn o.a. adenosquameus cel carcinoma, niet-gedifferentieerd carcinoma en ovariële en renale metastasen. (5, 15) Congenitale cysten Congenitale cysten van de pancreas komen weinig frequent voor (<1%). Hiertoe behoren de duplicatie cysten, duodenale diverticula en cysten bij polycystische nierziekte en mucoviscidose. (5) Restcategorie Enkele types van cysten kunnen in geen enkel van voorgaande categorieën ingedeeld worden. Dit zijn de lymfoepitheliale cysten, de squamoiede cysten, het cystisch hamartoma, de endometriose cysten en de secundaire tumoren. (5) 1.3. Kliniek van pancreatische cysten Cystische letsels van de pancreas kunnen zowel symptomatisch als asymptomatisch zijn. Bij een studie uitgevoerd bij 212 patiënten waren 78 patiënten (36,7 %) asymptomatisch. (1) Andere literatuur schat de asymptomatische cysten op 40% tot 75%. (11) Asymptomatische cysten komen even frequent voor bij mannen als bij vrouwen, maar zijn minder groot en de patiënten zijn gemiddeld tien jaar ouder dan bij symptomatische cysten. De symptomen van symptomatische cysten zijn de volgende, respectievelijk van meest frequent naar minst frequent: abdominale pijn, gewichtsverlies, tekenen van pancreatitis, rugpijn, icterus en postprandiale volheid. (1) Een SCN is in de helft van de gevallen asymptomatisch. Symptomen zullen worden gezien in grotere SCN s (>4 cm diameter) en worden voornamelijk veroorzaakt door het massa-effect eerder dan door systemische effecten. (13) MCN s zullen vaker symptomen vertonen dan SCN s ten gevolge van hun grotere afmetingen. Meest frequent is dit abdominale pijn. (8, 10) Men moet op zijn hoede zijn voor gewichtsverlies en rugpijn, die beiden een teken van onderliggende maligniteit kunnen zijn. Branchduct IPMN s komen vaak asymptomatisch voor, zeker wanneer de diameter van het letsel <3cm is. Maligne IPMN s vertonen dezelfde symptomen als een adenocarcinoma van de pancreas (o.a. pijnloze icterus, gewichtsverlies en de novo diabetes). (13) 1.4. Diagnose van pancreatische cysten De eerste stap is een onderscheid maken tussen benigne letsels, zoals pseudocysten en SCN s, en premaligne/maligne letsels zoals MCN s en IPMN s. De diagnose wordt gesteld door gebruik te Pagina 7

13 maken van een combinatie van patiëntgegevens (leeftijd, geslacht) en kliniek, radiologische en echoendoscopische beeldvorming, en analyse van cytologie en cystevocht na fine needle aspiration (FNA). (8, 11) Geen van deze diagnostische onderzoeken is echter uniform effectief om een diagnose te stellen. (16) Patiëntgegevens en kliniek bij diagnose Leeftijd en geslacht zijn, zoals eerder beschreven, zeer belangrijke diagnostische gegevens. Pseudocysten komen iets meer voor bij mannen van oudere leeftijd, maar kennen een gelijke verdeling bij een jongere populatie. MCN s komen zo goed als alleen voor bij vrouwen, meestal van middelbare leeftijd (gemiddeld 53 jaar). SCN s komen in driekwart van de gevallen bij vrouwen voor van gemiddeld 61 jaar. IPMN s komen meer voor bij mannen van gemiddeld 68 jaar. (5, 11, 13) Geassocieerde aandoeningen zoals von Hippel-Lindau syndroom, mucoviscidose en polycystische nierziekte moeten in beschouwing genomen worden bij diffuse cystische letsels van de pancreas. (17) Een episode van pancreatitis in de voorgeschiedenis of op moment van diagnose kan zowel een pseudocyste als een IPMN suggereren. De pancreatitis bij een pseudocyste kan verschillende oorzaken hebben, bij een IPMN is de pancreatitis het gevolg van obstructie van de pancreatico-biliaire ductus door een mucusplug of door de toenemende grootte van het letsel. (8, 17) Beeldvorming Algemeen Er worden voornamelijk 4 types van beeldvorming gebruikt om cystische letsels van de pancreas te visualiseren: transabdominale echografie, CT en MRI/MRCP, en endoscopische echografie (EUS). (11) Met behulp van de beeldvorming kunnen locatie, grootte en morfologische karakteristieken van de cyste bepaald worden. Een eerste stap is de differentiatie tussen pseudocysten en andere cystische (neoplastische) letsels. Uniloculaire, dunwandige cysten zonder septa of soliede componenten zijn karakteristiek voor pseudocysten. Een tweede stap is de differentiatie tussen benigne en premaligne/maligne letsels. Verdikte of verkalkte wand, septa, verkalkte papillaire uitstulpingen, een cystegrootte meer dan 2 cm, pancreatische ductusdilatatie en de aanwezigheid van murale nodulen zijn karakteristieken die maligniteit moeten laten vermoeden. (3, 11, 18) Transabdominale echografie Transabdominale echografie heeft als voordeel dat het goedkoop en snel is, maar als nadeel dat het operator-dependent is en het moeilijk is de volledige pancreas te visualiseren. Bovendien kunnen maaggassen de visualisatie van een cystisch proces bemoeilijken. (11) Pagina 8

14 CT CT met en zonder joodcontrast is de volgende stap van beeldvorming wanneer een cystisch letsel wordt gezien op transabdominale echografie. CT-scanning heeft een uitstekende spatiale resolutie, waardoor het de gouden standaard is voor de diagnose van pseudocysten. (19) Een nadeel is de morfologische overlap die gezien wordt tussen verschillende types van cysten. (8) MRI/MRCP MRI en MRCP hebben een uitstekende contrast resolutie, waardoor zij nuttig zijn in weergave van septae, intracystische nodulen en vochtgevulde structuren zoals microcysten of de hoofdductus van de pancreas. Zij zijn dus nuttig in de diagnose van SCN, MCN en IPMT. (19) MRI is nuttig in differentiatie tussen neoplastische en niet-neoplastische cysten door de hyperintense karakteristieken die gevonden worden bij neoplastische cysten. (8) Debris in de cysteholte is zeer specifiek voor pseudocysten ERCP ERCP is terecht geen vaak gebruikt onderzoek in de diagnose van cystische neoplasieën. Het blijft echter wel het meest sensitieve onderzoek om verbinding tussen cyste en pancreatische ductus na te gaan. Mucusproppen kunnen echter de ductus obstrueren waardoor het onmogelijk is om met de contraststof de ductus en de cyste die er eventueel mee in verbinding staat te visualiseren. (11) Endoscopische echografie (EUS) Met EUS is men in staat meer gedetailleerde morfologische karakteristieken van de cystische letsels weer te geven. (2) Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat EUS hogere sensitiviteits- en accuraatheidspercentages behaalt dan transabdominale echografie of CT-scanning in de diagnose van verschillende cysten. (3) EUS is zeer sensitief in detectie van murale nodulen en vrij accuraat in differentiatie tussen benigne en niet benigne letsels. EUS maakt het mogelijk om met behulp van FNA de cyste aan te prikken en cystevocht op te zuigen. Het risico op seeding vermindert hierdoor in vergelijking met percutaan aanprikken. Nadelen zijn de grote variabiliteit tussen verschillende waarnemers, het invasief karakter en de beperkte beschikbaarheid. (8) Niet-radiologische modaliteiten Fine needle aspiration cytologie (FNA-cytologie) Recente studies suggereren dat EUS alleen onvoldoende is om maligniteit te voorspellen. (18) FNAcytologie via EUS heeft een diagnostisch voordeel in vergelijking met andere FNA-methodes zoals CT of transabdominale echografie. (20) De anatoom patholoog kan bepalen over welk type epitheel het gaat door de cellulaire morfologie en schikking, en de nucleaire kenmerken na te gaan. (20) Mucineuze letsels bestaan uit mucine-producerend epitheel, columnair tot cuboidaal epitheel in Pagina 9

15 MCN s en papillair gerangschikt in IPMN s. Sereuze letsels bestaan uit clusters of sheets van cuboidaal epitheel. (21) Problemen die vaak optreden zijn de hoge frequentie van niet-contributieve stalen door afwezigheid van cellen of te laag aspiraatvolume, en de moeilijke differentiatie tussen het pathologische mucineus epitheel van het cystisch letsel en het gastro-intestinale mucineus epitheel ten gevolge van de transgastrische of transduodenale benadering. (20) Een mucicarmine kleuring kan dit onderscheid echter wel maken. (21) Een rapid on-site evaluation leidt, door onmiddellijke bepaling van kwaliteit van het staal, tot betere diagnostiek. (20) Cystevocht analyse Het cystevocht geaspireerd tijdens de FNA stelt ons in staat om, indien voldoende aspiraat beschikbaar is, concentraties van tumormerkers zoals CEA, CA 19-9, CA 15-3, CA 72-4 en van enzymen zoals amylase en lipase te bepalen. Men kan eveneens een DNA-analyse uitvoeren om K-ras-mutaties of allelische veranderingen na te gaan. De viscositeit van het aspiraat kan eveneens behulpzaam zijn in diagnose. Een gestegen viscositeit wijst in de richting van premaligne of maligne letsels. De aanwezigheid van extracellulair mucine wijst in de richting van een mucineus letsel. (18) 1.5. Doel van de studie Het doel van deze studie was het nagaan van de performantie van de verschillende diagnostische technieken, met bijzondere aandacht voor EUS, om cystische pancreasletsels te diagnosticeren. Maar eveneens wilden we de samenstelling van de populatie met cystische letsels kennen, evenals de karakteristieken van die letsels. Belgische gegevens hieromtrent zijn eerder schaars, dus dit zou een eerste stap kunnen zijn naar een Belgische database met cystische letsels van de pancreas. Over de behandeling wordt weinig of niet gesproken, dit valt dan ook buiten het domein van deze studie. Pagina 10

16 2. Methode 2.1. Experimenteel We hebben een retrospectieve analyse gedaan van alle patiënten die een EUS ondergingen waarop een cystisch letsel van de pancreas te zien was, in het UZ Gent, tussen Januari 2005 en Juni De onderzoeken werden uitgevoerd door dezelfde echo-endoscopist met een Olympus scoop (GF-IC140P) onder sedatie met midazolam of narcose met propofol. Voor iedere patiënt werden volgende gegevens bepaald (indien aanwezig in het patiëntendossier) : kliniek, de grootte en de provisionele diagnose van het cystisch letsel op beeldvorming (CT, MRI/MRCP of EUS), de provisionele diagnose volgens cytologie na FNA en de provisionele diagnose volgens cystevochtanalyse na FNA. De provisionele diagnoses werden eveneens ingedeeld volgens benigne (pseudocyste, SCN) en niet-benigne letsels (MCN, IPMT, cysteuze degeneratie van een vaste tumor, neuro-endocriene tumor, cystadenocarcinoma). Dit alles werd vergeleken met een definitieve gouden standaard histopathologische diagnose, indien die reeds gesteld was op moment van gegevensverzameling. Deze definitieve diagnose werd verkregen door een APD na chirurgie of endoscopische drainage, of door klinische evolutie in enkele gevallen. Op basis van de vergelijking tussen de histopathologische diagnose en de verschillende hierboven vermelde provisionele diagnoses waren we in staat om sensitiviteits-, specificiteits- en accuraatheidcijfers te berekenen. De CT- en MRI/MRCP-dataverzameling was op moment van schrijven nog niet voltooid, waardoor nog geen resultaten beschikbaar waren om de performantie van de beeldvorming in ons centrum te vergelijken met de performantie in andere centra, en met de performantie van het volledige EUSonderzoek (FNA-cytologie en cystevochtanalyse). Voor iedere patiënt werd het geslacht nagegaan, en de leeftijd op moment van het EUS-onderzoek. Er werd nagegaan of de cyste al dan niet met symptomen zoals pijn, icterus of vermagering gepaard ging, en of er een verband kon worden aangetoond. Tijdens het EUS-onderzoek werden de grootte en de locatie van de cyste nagegaan, net zoals de aan-of afwezigheid van ductusdilatatie (zowel choledochus als Wirsung) en of er al dan niet verbinding tussen de cyste en de ductus bestond. Uit de laboverslagen werden de lever- en pancreasparameters op moment van onderzoek bepaald. Om een provisionele diagnose te stellen op basis van cystevochtanalyse werd voor CEA de in de literatuur meest geciteerde cut-off waarde van 192 ng/ml genomen om een onderscheid te maken tussen benigne en niet-benigne letsels. Een waarde boven de 192 ng/ml werd beschouwd als indicatief voor een niet-benigne letsel. Een cystevocht amylase waarde groter dan 5000 U/L met een lage CEA waarde werd beschouwd als diagnostisch voor een pseudocyste. Pagina 11

17 Alle gegevens werden verwerkt in het statistisch programma SPSS 19. De sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid werden berekend aan de hand van 2x2-tabellen. Chi-kwadraat testen werden gebruikt om significante verschillen van verschillende parameters (bijvoorbeeld grootte en locatie van het letsel) aan te tonen tussen verschillende populaties, bijvoorbeeld mannen vs. vrouwen, toevallig vastgestelde vs. symptomatische cysten. Daarvoor werden de gegevens gedichotomiseerd. Mann-Whitney-U testen werden gebruikt om continue variabelen (bijvoorbeeld tumormerkerwaarden) met elkaar te vergelijken Literatuur Een zoekopdracht in de MEDLINE database via Pubmed werd uitgevoerd, gebruik makend van een combinatie van volgende zoektermen: cystic neoplasm pancreas, incidental pancreatic cyst, EUS, prevalence, CT, MRI, classification, mucinous, cyst fluid analysis, amylase, CEA. De artikels die daarbij verschenen werden nagegaan op relevantie, en indien relevant werden de gerelateerde artikels en referenties nagegaan. Eveneens werd gebruik gemaakt van literatuur aangereikt door mijn copromotor. Pagina 12

18 3. Resultaten 3.1. Beschrijving van de populatie Algemeen In totaal ondergingen 176 patiënten (91 mannen, 85 vrouwen) een EUS-onderzoek. Acht patiënten ondergingen een tweede onderzoek, 1 patiënt onderging een een derde onderzoek. In totaal werden 186 onderzoeken uitgevoerd. De gemiddelde leeftijd van de patiënten was 61 jaar. Vrouwen waren gemiddeld 2 jaar ouder, maar dit werd niet als significant gevonden. De jongste patiënt was 26 jaar en de oudste patiënt was 86 jaar. Bij 62 patiënten werden gegevens teruggevonden van follow-up, gemiddeld 442 dagen na het EUS-onderzoek. Tabel 1: Karakteristieken van de 176 patiënten die een EUS ondergingen Karakteristieken Alle patiënten Mannen Vrouwen Aantal patiënten Gemiddelde leeftijd van diagnose, j Range, j Symptomatische cysten,% 72,6 79,7 65,2 Gemiddelde cystegrootte, cm 2,65 2,93 2,37 Cyste locatie,% Caput 46,8 51,9 41,6 Corpus 43,4 38,5 48,5 Staart 9,8 9,6 9,9 Aantal patiënten met definitieve APD Sereuze Cystische Neoplasie IPMN Mucineuze Cystische Neoplasie Pseudocyste Adenocarcinoom Neuro Endocriene Tumor Soliede Pseudo papillaire Neoplasie Geen Cyste Aantal patiënten met follow up, indien geen definitieve APD beschikbaar Gemiddelde duur, dagen Aantal patiënten zonder follow up Sereuze Cystische Neoplasie IPMN Pagina 13

19 Mucineuze Cystische Neoplasie Pseudocyste Cystadenocarcinoom Neuro Endocriene Tumor In 48 van de 176 patiënten werd achteraf een gouden standaard diagnose bekomen door endoscopische drainage, door klinische evolutie en voornamelijk door een APD na chirurgie. De benigne letsels bestonden uit: 3 sereuze cystische neoplasieën, 17 pseudocysten en 2 letsels die toch niet cystisch bleken te zijn. De niet-benigne letsels bestonden uit: 1 mucineuze cystische neoplasie, 7 IPMN s, 14 cystadenocarcinomata, 3 neuro endocriene tumoren (NET) en 1 soliede pseudo papillaire neoplasie (SPPN). Deze 48 patiënten werden gebruikt om de sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid van CT, MRI/MRCP en EUS te bepalen. Bij 66 patiënten werden geen gegevens van follow-up gevonden. Hun provisionele diagnose op basis van EUS wordt eveneens weergegeven in tabel 1. Deze patiënten worden ofwel opgevolgd in andere centra, ofwel zijn zij overleden, ofwel is er helemaal geen follow-up Symptomatologie Symptomen kwamen randsignificant meer voor bij mannelijke patiënten dan bij vrouwelijke patiënten. In 79,7% (55/69 patiënten) presenteerden mannelijke patiënten zich met symptomen waar slechts in 65,2% (43/66 patiënten) van de vrouwelijke patiënten symptomen aanwezig waren op moment van diagnose. (p = 0.058) In 72,6% (98/135) van de gevallen waren symptomen aanwezig op moment van onderzoek. Bij 41 patiënten ontbreken gegevens van symptomatologie. Figuur 1: Symptomatische cysten en pseudocysten bij mannelijke en vrouwelijke patiënten Pagina 14

20 Percentage Pseudocyst No pseudocyst Incidental Symptomatic Figuur 2: Pseudocysten en symptomatologie Pseudocysten werden significant (p<0,001) vaker gediagnosticeerd bij mannen dan bij vrouwen, respectievelijk 54,9% (50/91) en 22,4% (19/85). Deze pseudocysten gingen ook significant (p<0,001) vaker gepaard met symptomen in vergelijking met andere types van cysten. (figuur 1) 91.1% van de pseudocysten ging gepaard met symptomen, slechts 59.5% van alle andere types van cysten ging gepaard met symptomen. (figuur 2) De cysten waren gemiddeld 2,6 cm groot met een maximum van 12 cm. Er bestond een significant verschil (MW U test: p<0,05) tussen mannen en vrouwen: de gemiddelde cystegrootte bij mannen was 2,93 cm, bij vrouwen was dit maar 2,37 cm. De cysten werden vooral teruggevonden in het caput en het corpus van de pancreas, respectievelijk 46,8% en 43,4%. Slechts in 9,8% van de gevallen bevond de cyste zich in de staart. Cystegrootte blijkt een belangrijke rol te spelen in het al dan niet aanwezig zijn van symptomen (figuur 3). Cysten kleiner dan 1 cm blijken in 57.1% van de gevallen toevallige vondsten te zijn. Cysten groter dan 1 cm zijn slechts in 21.9% toevallige vondsten (p<0.001). Pagina 15

21 Percentage Cysten groter dan 3 cm zijn in 85.7% van de gevallen symptomatisch. Er werd geen verband gevonden tussen de locatie van de cysten en het al of niet aanwezig zijn van symptomen. De locatie blijkt echter wel een beperkte invloed te hebben op de aanwezigheid van icterus: icterus wordt meer gezien bij cysten in het caput van de pancreas Incidental Not incidental Cyst size < 1cm Cyst size > 1cm Figuur 3: Invloed van grootte op symptomatologie Benigniteit/maligniteit Er werd ook een significant (p<0.001) verschil gevonden in leeftijd tussen benigne en niet benigne cysten (figuur 4): benigne cysten werden meer teruggevonden bij jongere patiënten met een gemiddelde leeftijd van 49,1 jaar, een minimumleeftijd van 28 jaar en een maximumleeftijd van 71 jaar. Niet benigne cysten werden meer teruggevonden bij oudere patiënten met een gemiddelde leeftijd van 62,7 jaar, met een minimumleeftijd van 26 jaar en een maximumleeftijd van 85 jaar. Een patiënt onder de 60 jaar heeft 4,5 maal meer kans op een benigne letsel op basis van EUS-gegevens dan een patiënt boven de 60 jaar. Pagina 16

22 Figuur 4: Benigniteit en leeftijd CT MRI/MRCP Achtenzeventig patiënten ondergingen een CT onderzoek. Zevenendertig patiënten ondergingen een MR onderzoek, 32 patiënten ondergingen een MRCP onderzoek. In totaal ondergingen honderd-entien patiënten 1 van de 3 onderzoeken. Wegens het ontbreken van specifieke diagnoses in een groot aandeel van de radiologieverslagen was het niet mogelijk een uitspraak te doen over de sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid. De grootte van de cyste gemeten op 1 van de 3 onderzoeken kwam echter zeer goed overeen met de grootte gemeten op EUS. (figuur 5) De Pearsoncorrelatiecoëfficiënt voor CT, MR en MRCP was respectievelijk: 0,860, 0,831 en 0,833. Pagina 17

23 Figuur 5: Grootte van afmeting op EUS en CT 3.2. Endoscopische ultrasound (EUS), fine needle aspiration (FNA) en cystevochtanalyse (CVA) In 117 (63%) van de 186 onderzoeken werd besloten om een FNA uit te voeren. In 106 (90%) gevallen was de FNA succesvol of kon met andere woorden vocht uit de cyste geaspireerd worden. Maar slechts in 48 (41%) gevallen was de FNA cytologie bijdragend tot een provisionele diagnose. In 45 (42,5%) gevallen was er voldoende cystevocht geaspireerd om een analyse op uit te voeren. In de andere gevallen was er onvoldoende cystevocht of werd er geen aanvraag tot analyse ingestuurd. Van de 48 patiënten met een histopathologische diagnose werd bij 38 patiënten een FNA uitgevoerd tijdens het onderzoek. Slechts in 25 (66%) gevallen was de cytologie verkregen met FNA contributief. Een cystevochtanalyse werd uitgevoerd bij 17 patiënten. Pagina 18

24 De CEA-waarden in het cystevocht waren gemiddeld hoger in cystadenocarcinomata in vergelijking met de andere cystische letsels. (p = 0,024) Er kon echter geen uitspraak gedaan worden over het CEA-waardeverschil tussen cystadenocarcinomata en andere niet-benigne letsels. De waarde was gemiddeld wel hoger, maar statistiek bevestigde dit niet. Tabel 4: Analyse van de verschillende technieken Techniek Sensitiviteit Specificiteit Accuraatheid Niet benigne letsels EUS 64, ,9 Cytologie 94,4 85,7 92 Cystevochtanalyse 66, ,4 Pseudocysten EUS 93,8 82,7 86,7 Cytologie 75 85,7 84 Cystevochtanalyse ,9 94,1 Cystadenocarcinomata EUS 57, ,4 Cytologie 64,3 94,7 81,8 Cystevochtanalyse De sensitiviteit van EUS morfologie alleen is laag wanneer men een onderscheid wil maken tussen benigne en niet benigne letsels, en tussen adenocarcinomata en niet-adenocarcinomata, respectievelijk 64,3% en 57,1%. Deze is echter groot in de diagnose van een pseudocyst. (93,8%) De specificiteit is in alle drie de gevallen echter wel groot, respectievelijk 85%, 97% en 82,7%. De accuraatheid die daaruit volgt is gemiddeld, respectievelijk 72,9%, 85,4% en 86,7%. De sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid van de EUS-FNA cytologie uitgevoerd bij 38 patienten is respectievelijk 94,4%, 85,7% en 92% in de differentiatie tussen benigne en niet benigne letsels. In de diagnose van adenocarcinoma is deze respectievelijk 64,3%, 94,7% en 81,8%. In de diagnose van pseudocysten is deze respectievelijk 75%, 85,7%, 84%. De sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid van de EUS-FNA cystevochtanalyse uitgevoerd bij 17 patiënten is respectievelijk 66,7%, 100%, en 82,4% in de differentiatie tussen benigne en niet benigne letsels. In de diagnose van een pseudocyste is deze respectievelijk 100%, 90,9% en 94,1%. Er waren niet voldoende gegevens beschikbaar om sensitiviteit, specificiteit en accuraatheid te berekenen voor de diagnose van cystadenocarcinomata. Pagina 19

25 4. Discussie 4.1. Algemene beschrijving van de populatie De prevalentie van cystische letsels van de pancreas in de algemene bevolking wordt geschat op 25% volgens een Japanse autopsiereeks. Deze letsels komen meer voor op oudere leeftijd en meer in de Aziatische populatie. Slechts een zeer klein deel van al deze cysten zal uiteindelijk klinisch tot uiting komen. Een nog kleiner deel zal toevallig teruggevonden worden tijdens de uitwerking van een ander probleem. (11) In onze studie werden cysten in 28,4% van de gevallen als toevallige vondst beschouwd. Toevallige vondsten zijn cystische letsels die niet gepaard gaan met symptomen die te wijten kunnen zijn aan die letsels, en meestal worden deze opgemerkt tijdens een CT, MR of transabdominale echo bij uitwerking of follow-up van een ander probleem. Gelijkaardige resultaten werden teruggevonden in een studie met 317 patiënten van Pausawasdi et al en in een studie met 212 patiënten van Fernandez-del Castillo et al. Respectievelijk in 31% en 36,7% van de gevallen werden cysten toevallig gevonden. (1, 9) Men vermoedt dat tussen de 40% en 70% van deze toevallige vondsten premaligne of maligne zijn, data hierover zijn echter nog beperkt. In een studie van Lahat et al met 475 patiënten die allen een pancreatectomie ondergingen was 13,5% van de cysten een toevallige vondst. Slechts 34,3% van die toevallig gevonden cysten bleek uiteindelijk maligne te zijn, in vergelijking met 67,6% van de cysten die wel symptomen gaven. Deze data, samen met vroegere data suggereren dat de kans op maligniteit groter is bij symptomatische cysten. (22) Tot op heden bestaan er nog geen richtlijnen wat betreft follow-up en behandeling van deze cysten. Vroeger werd door sommige auteurs aanbevolen om iedere patiënt te opereren. Nu zal men echter selectiever te werk gaan, rekening houdend met zowel de risico s als de voordelen. Verschillende factoren zoals levensverwachting, morbiditeit, chirurgisch risico en maligne potentieel van de cyste zullen een invloed hebben. (9, 23) Symptomen waren in onze reeks frequenter aanwezig bij mannelijke patiënten dan bij vrouwelijke patiënten. Vermoedelijk wordt dit veroorzaakt door o.a. de hogere prevalentie van pseudocysten in de mannelijke bevolking. (50/91 versus 19/85) Deze pseudocysten gaan significant frequenter gepaard met symptomen. Ook de grootte van de cyste zou een rol kunnen spelen: cysten bij vrouwelijke patiënten zijn gemiddeld kleiner dan bij mannelijke patiënten, respectievelijk 2,37 cm versus 2,93 cm. (p=0,076) Van 62 patiënten zonder definitieve histopathologische diagnose in onze populatie, zijn gegevens van follow-up beschikbaar. Wat vooral dient vermeld te worden is het ontbreken van follow-upgegevens van 66 patiënten. Vooral de ontbrekende follow-up van de 20 IPMN s en 5 MCN s moeten zorgen Pagina 20

26 baren. Uit een chirurgische reeks van Lahat et al blijkt dat in 40,6% van de symptomatische IPMN s en 21% van de symptomatische MCN s maligniteit kon worden teruggevonden. (22) Enkele follow-up studies zijn beschikbaar. Handrich et al volgden minstens 5 jaar 22 patiënten op, en slechts bij 9 daarvan werd een toename van grootte gezien, echter zonder symptomen of overlijden. Walsh et al bevestigen deze cijfers. In hun reeks van 98 patiënten ondergingen na minstens een jaar follow-up slechts 4 patiënten een operatie na abdominale klachten of cystetoename. (19) 4.2. Endoscopic ultrasound (EUS) Morfologie De voorlopige diagnose op basis van EUS, cytologie of FNA werd steeds vergeleken met de gouden standaard chirurgische APD indien beschikbaar. Dit impliceert echter dat er verification bias bestaat van type letsels en patiënten. Niet alle patiënten komen in aanmerking voor een operatie, en de patiënten die wel in aanmerking komen voor een operatie zijn vaak jongere patiënten en de letsels bij deze patiënten zullen eerder grotere letsels zijn met al dan niet verontrustende karakteristieken op beeldvorming. (24) Bij 48 patiënten kon een definitieve histopathologische diagnose worden gesteld. Op basis van EUS alleen was de diagnose accuraat in 73% van de gevallen wanneer we benigne cysten willen onderscheiden van pre-maligne of maligne cysten. Deze is groter dan de 54% in een gelijkaardige studie met 46 patiënten van Abdulrahman et al. Vermoedelijk wordt dit verschil verklaard enerzijds door de hoge prevalentie van pseudocysten in onze populatie gecombineerd met de hoge accuraatheid om deze pseudocysten te diagnosticeren, en anderzijds de lage prevalentie van sereuze cystadenomata in onze populatie, die moeilijker te diagnosticeren zijn. (24, 25) De Cooperative Pancreatic Cyst Study (CPCS), een studie met 341 patiënten, berekende een accuraatheid van 51% in de differentiatie tussen mucineuze en niet-mucineuze cysten. Een onderverdeling in mucineuze en niet-mucineuze cysten is nuttig wegens de aanwezigheid of de ontwikkeling van maligniteit die mogelijk is in mucineuze letsels. Uit hun resultaten blijkt dat tot 60% van die letsels uiteindelijk maligniteit ontwikkelt. (16) De lage accuraatheid in vergelijking met onze studie is vermoedelijk te wijten aan de beperkte criteria die zij hanteren om (pre)maligniteit te definiëren: enkel de aanwezigheid van een geassocieerde vaste massa werd beschouwd als een teken van maligniteit. Sedlack et al breidden de morfologische criteria om maligniteit vast te stellen uit met aanwezigheid van septa, intramurale groei en cystische dilatatie van de hoofdductus in combinatie met een verdikte wand. De sensitiviteit van ieder criterium op zich is laag, maar wanneer gecombineerd, stijgen de sensitiviteit en accuraatheid. (26) Een studie met 52 patiënten van Koito et al bevestigt dit. Op basis van gelijkaardige criteria werd een accuraatheid tot 92% bereikt. (26) Pagina 21

27 De sensitiviteit om pseudocysten te diagnosticeren op basis van morfologie alleen is zeer hoog. Men kan dus EUS gebruiken om met grote zekerheid pseudocysten uit te sluiten, iets wat bevestigd wordt door 2 studies. (25) Ook de sensitiviteit voor IPMT zou zeer hoog liggen. Onze studie bevestigt dit niet, waarschijnlijk te wijten zijn aan de beperkte aantallen. Opvallend is de lage sensitiviteit maar hoge specificiteit voor de cystadenocarcinomata, respectievelijk 57,1% en 97%. Men kan concluderen dat EUS alleen niet in staat is om accuraat het verschil te maken tussen benigne en premaligne of maligne cysten. Enkel om pseudocysten uit te sluiten is EUS morfologie betrouwbaar indien geen FNA mogelijk is FNA-cytologie FNA cytologie heeft zijn waarde reeds bewezen door toename van de accuraatheid in diagnose van vaste niet-cystische pancreatische letsels. De vraag is echter of dit ook mogelijk is voor cystische letsels. Het grootste probleem is dat vaak onvoldoende cellen voor analyse worden teruggevonden in het aspiraat. (16) In 34% van de gevallen kon de cytologie in onze studie dan ook niet bijdragen tot een provisionele diagnose. De FNA-cytologie leidt tot een toename van sensitiviteit, maar hierbij dient men er enerzijds rekening mee te houden dat in 34% geen diagnose kon verkregen worden, en anderzijds er sprake is van de reeds besproken verification bias. Met andere woorden: de werkelijke sensitiviteit ligt lager. Maar FNA-cytologie leidt vooral tot een toename van de specificiteit. In onze studie is deze dan ook groot. Deze specificiteitscijfers worden bevestigd door de CPCS: 83% in differentiatie tussen mucineuze en niet-mucineuze cysten. Bij Frossard et al was de sensitiviteit en specificiteit respectievelijk 97% en 100%. Deze cijfers zijn volgens hen te danken aan 3 elementen: de analyse door een specifiek toestel (de ThinPrep 2000 processor ), een speciale mucine kleuring, en onderzoek uitgevoerd door steeds dezelfde patholoog. (25) Een rapid on site evaluation leidt eveneens tot een toename van de accuraatheid. Er wordt zelfs gesuggereerd dat interpretatie door de endo-echoscopist ter plekke in afwezigheid van een patholoog tot betere resultaten leidt dan wanneer er veel tijd tussen afname en onderzoek is. Een meta-analyse van 11 studies en 376 patiënten bij wie cytologie stalen vergeleken werden door Thosani et al resulteerde in een globale sensitiviteit van 63% en een globale specificiteit van 88% om mucineuze letsels te diagnosticeren. De specificiteit is in alle studies vrij homogeen, de sensitiviteit is echter zeer heterogeen gaande van 17% tot 100%. De reden van deze heterogeniteit is moeilijk te achterhalen, maar factoren die een rol kunnen spelen zijn onder andere de reeds hierboven vermelde factoren zoals het type processor, het type kleuring, en de kenmerken van de patholoog, maar eveneens: de grootte en locatie van de cyste, het volume van het aspiraat, het tijdsinterval tussen afname van het staal en het pathologisch onderzoek, en de ervaring van de patholoog. (20) Pagina 22

IPMN OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts. Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist. Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL

IPMN OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts. Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist. Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL IPMN + OPEREREN OF NIET? Dr. JE van Hooft, MDL-arts Mw. A Schoorlemmer, verpleegkundig specialist Drs. NCM van Huijgevoort, arts-onderzoeker MDL Introductie Door de frequente toepassing van echografie,

Nadere informatie

Spotlight on the pancreas. Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019

Spotlight on the pancreas. Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019 Spotlight on the pancreas Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019 Overzicht 1. Cystische pancreasneoplasieën / precursorletsels 2. Pancreasadenocarcinoma 3. Chirurgische aspecten

Nadere informatie

PANCREASCYSTEN DIAGNOSTIEK / MANAGEMENT / ONTWIKKELINGEN

PANCREASCYSTEN DIAGNOSTIEK / MANAGEMENT / ONTWIKKELINGEN PANCREASCYSTEN DIAGNOSTIEK / MANAGEMENT / ONTWIKKELINGEN NADINE VAN HUIJGEVOORT, ARTS ONDERZOEKER Afdeling Maag-, Darm-, en Leverziekten Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam Introductie

Nadere informatie

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Erwin van Geenen, Maag-Darm-Lever-arts Marion van der Kolk, Chirurg Pancreas Centrum Oost Nederland Nijmegen Het

Nadere informatie

Pancreascysten prevalentie & risico op maligne ontaarding

Pancreascysten prevalentie & risico op maligne ontaarding 4 de GIOCA verpleegkundig congres AMC 23 januari 2015 Pancreascysten prevalentie & risico op maligne ontaarding Paul Fockens, MD PhD Professor and Chairman of Gastroenterology & Hepatology Academic Medical

Nadere informatie

Endo echografie (EUS) in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. 26 november 2010 Dr. R.C.H. Scheffer 3 december 2010 Dr. A.M.P. De Schryver

Endo echografie (EUS) in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. 26 november 2010 Dr. R.C.H. Scheffer 3 december 2010 Dr. A.M.P. De Schryver Endo echografie (EUS) in het Jeroen Bosch Ziekenhuis 26 november 2010 Dr. R.C.H. Scheffer 3 december 2010 Dr. A.M.P. De Schryver EUS in het JBZ Historie Toepassingen Apparatuur in JBZ Complicaties Mogelijkheden

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange

Nadere informatie

Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+

Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+ Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+ Disclosures Geen onthullingen 10/11/2016 Symposium Het Ovariumcarcinoom 2 Casus 37 j. Zwelling in

Nadere informatie

Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose

Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose Nederlandse samenvatting Ontwikkelingen op het gebied van MRI bij endometriose Chapter 9 148 Naar schatting lijdt ongeveer 10% van alle vrouwen in de vruchtbare levensjaren aan endometriose. Er zijn verschillende

Nadere informatie

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011 Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel Dr. P. Berteloot 10/2011 Diagnostische beeldvorming Radiologisch onderzoek ter evaluatie van - klinische afwijking screenings gedetecteerde afwijking

Nadere informatie

Echo-endoscopie. Dr. Mike Cool. AZ Damiaan Oostende UZ Leuven. Echo-endoscopie

Echo-endoscopie. Dr. Mike Cool. AZ Damiaan Oostende UZ Leuven. Echo-endoscopie Echo-endoscopie Dr. Mike Cool AZ Damiaan Oostende UZ Leuven 1. Wat is echo-endoscopie? 2. Wat is de meerwaarde van echo-endoscopie? 3. Diagnostische toepassingen A. Oncologie 1. Slo kdarmcarcinoom 2. Maagcarcinoom

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 8 Chapter 8 74 Samenvatting Hoofdstuk 1 geeft een algemene inleiding op dit proefschrift. De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren achtereenvolgens: het beschrijven

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population (Neo-)adjuvant

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Beeldvorming bij schildklierpathologie. Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog

Beeldvorming bij schildklierpathologie. Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog Beeldvorming bij schildklierpathologie Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog 2 Inleiding Schildkliernodi: steeds frequenter gediagnosticeerd vnl. door toenemend gebruik van echo -> incidentalomen Frequentie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kanker van de dikkedarm en endeldarm (darmkanker of colorectaal carcinoom) is een zeer belangrijke doodsoorzaak in de westerse wereld. Jaarlijks worden in Nederland meer dan 12.000

Nadere informatie

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003)

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003) VAGINACARCINOOM 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) De ctnm en de ptnm lopen volledig parallel. Stadium 0 Tis carcinoma in situ Stadium I T1 de tumor is beperkt tot de vagina Stadium II T2 de tumor

Nadere informatie

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto Borstkliniek Voorkempen Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto Isabelle Biltjes, Peter Naudts Patrick De Herdt, Herwig Brusselaers, Peter Bracke, Luc van den Hauwe, Wim Volders, Erwin Pelzers,

Nadere informatie

Autoimmune pancreatitis

Autoimmune pancreatitis Oorzaken van chronische pancreatitis TIGARO-classificatie T: toxisch (alcohol/roken) I: idiopatisch G: genetisch A: auto-immuun R: na ernstige acute O: obstructief Autoimmune pancreatitis IgG4-gerelateerde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich

Nadere informatie

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma 1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde

Nadere informatie

Schildkliernodus Iris Wakelkamp

Schildkliernodus Iris Wakelkamp Schildkliernodus Iris Wakelkamp 30 september 2010 Casus I Vrouw 53 jaar, komt met zwelling rechts in de hals. Ontdekt door de schoonheidspecialiste. Geen klachten passende bij hyperthyreoidie. Familie

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands. Samenvatting

Samenvatting in het Nederlands. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift bevat de resultaten van enkele wetenschappelijke studies over magnetische resonantie (MR) enteroclyse en video capsule endoscopie (VCE). Deze twee minimaalinvasieve onderzoeksmethoden

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

P a n c r e a t i t i s

P a n c r e a t i t i s P a n c r e a t i t i s Deze folder geeft u informatie over een acute ontsteking van de alvleesklier (acute pancreatitis) en de behandelingsmogelijkheden. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

Een casus met een staartje

Een casus met een staartje Een casus met een staartje Tatjana Van Der Heggen ASO pediatrie UZ Gent / Groene Hart Ziekenhuis Gouda 9 januari 2017 Meisje, 14 jaar Presentatie 2 dagen acute urineretentie 2x gesondeerd in huisartsenwachtpost

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Klinisch College Decentrale Selectie 2013. Klinisch College Decentrale Selectie 2013 AMC 3 juni 2013. Buikpijn. Prof. Dr. Paul Fockens, MDL-arts

Klinisch College Decentrale Selectie 2013. Klinisch College Decentrale Selectie 2013 AMC 3 juni 2013. Buikpijn. Prof. Dr. Paul Fockens, MDL-arts Klinisch College Decentrale Selectie 2013 Klinisch College Decentrale Selectie 2013 AMC 3 juni 2013 Buikpijn Prof. Dr. Paul Fockens, MDL-arts Afdeling Maag-. Darm- en Leverziekten Academisch Medisch Centrum,

Nadere informatie

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER 16-06-2016 INHOUD Achtergrond Ovarium carcinoom HE4 Retrospectieve studie AvL & AMC Opzet van prospectieve

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Galsteen & niersteenlijden

Galsteen & niersteenlijden Galsteen & niersteenlijden Wij dragen ons steentje bij Milan Pijl Maatschap Radiologie & Nucleaire Geneeskunde Rijnstate Huisartsen nascholing 2 oktober 2012 Galstenen - Epidemiologie Zeer frequent bezit

Nadere informatie

DIAGNOSTISCHE MAMMOGRAFIE-ECHOGRAFIE. Dr. C. Petré

DIAGNOSTISCHE MAMMOGRAFIE-ECHOGRAFIE. Dr. C. Petré DIAGNOSTISCHE MAMMOGRAFIE-ECHOGRAFIE Dr. C. Petré MAMMOGRAFIE EN ECHOGRAFIE. Diagnostische mammografie. Techniek. Karakterisatie van letsels:benigne/maligne. Conclusie Diagnostische mammografie Screening:

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Acute ontsteking van de alvleesklier. Acute pancreatitis

Acute ontsteking van de alvleesklier. Acute pancreatitis Acute ontsteking van de alvleesklier Acute pancreatitis Uw behandelend arts heeft met u besproken dat een u een acute otsteking van de alvleesklier (pancreatitis) hebt. Deze folder geeft u informatie over

Nadere informatie

Onderbuik. Anatomie

Onderbuik. Anatomie Onderbuik Anatomie 1 Mannelijk Bij mannen geen ruimte van Douglas maar een retrovesicale ruimte begrenst door Denonvilliers' fascie. Vesciculae seminales bevinden zich achter / boven de prostaat. Met echo

Nadere informatie

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven

Chapter. Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies. Samenvatting, discussie en perspectieven Chapter 7 Moleculaire diagnose van orale premaligne laesies Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting, discussie en perspectieven Samenvatting Ondanks belangrijke vooruitgang in de behandelingsmogelijkheden

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Moleculaire analyse van sputum voor de diagnostiek van longkanker Motivering van dit proefschrift Longkanker kent de hoogste mortaliteit van alle kankers. Dit komt doordat de ziekte

Nadere informatie

Casus jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm

Casus jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm Casus 1 11 jaar oud kind Massa in het caecum van 4 cm Mib1/Ki67 BCL6 CD20 BCL2 Kwis groep 1a A. Hoe noemen we dit karakteristiek morfologisch beeld? B. Waaruit is het cytologisch samengesteld? C. Hoe

Nadere informatie

Indications, surgical and functional outcomes

Indications, surgical and functional outcomes UvA-DARE (Digital Academic Repository) Total or partial pancreatectomy Indications, surgical and functional outcomes Scholten, L. Link to publication Citation for published version (APA): Scholten, L.

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Radiologie Uterus Myomatosus

Radiologie Uterus Myomatosus Radiologie Uterus Myomatosus Leiomyosarcoom Adenomyosis J. van den Bergh Abdomen Radioloog AUMC (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Radiologie Uterus - CT - MRI - Echo Radiologie Uterus - CT: - slecht

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

chemotherapie, en ook bij eventuele chirurgische behandeling, is een pre-operatieve diagnose van groot belang.

chemotherapie, en ook bij eventuele chirurgische behandeling, is een pre-operatieve diagnose van groot belang. SAMENVATTING In 1986 stellen Polderman en Gigase na een bezoek aan noordelijk Togo en Ghana vast dat Oesophagostomum wormen zich bij geïnfecteerde mensen volledig ontwikkelen kunnen en dat infectieuze

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Samenvattingen en Conclusies

Samenvattingen en Conclusies De algemene inleiding van het proefschrift (Hoofdstuk 1) beschrijft de epidemiologie van CAD wereldwijd, en specifiek in Nederland. De onderliggend principes van atherosclerose vorming en progressie worden

Nadere informatie

Chirurgie. Acute Pancreatitis. Afdeling: Onderwerp:

Chirurgie. Acute Pancreatitis. Afdeling: Onderwerp: Afdeling: Onderwerp: Chirurgie Acute Pancreatitis 1 Acute Pancreatitis Acute ontsteking van de alvleesklier Ligging en functie van de alvleesklier De alvleesklier (het pancreas) is een orgaan dat dwars

Nadere informatie

De waarde van MRI bij DCIS

De waarde van MRI bij DCIS De waarde van MRI bij DCIS Invasion or no invasion, that s the question E.E. Deurloo 1,2, J.D. Sriram 3, H.J. Teertstra 1, C.E. Loo 1, J. Wesseling 4, E.J.Th. Rutgers 3, K.G.A. Gilhuijs 1 Afdelingen radiologie

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Samenvatting In de diagnose en prognose van hartfalen hebben B-type Natriuretisch Peptide (BNP) en N-terminaal probnp (NT-proBNP) in de afgelopen jaren hun waarde bewezen. Tegenwoordig

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands.

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Vivian van Breest Smallenburg De borstkankerincidentie in Nederland behoort tot de hoogste ter wereld. Mede dankzij de

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21797 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruin, Sjoerd Cornelis Title: The role of clinical, pathological and molecular

Nadere informatie

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Sessie 2: Wat moet geregistreerd worden?

Sessie 2: Wat moet geregistreerd worden? Sessie 2: Wat moet geregistreerd worden? E-cancerregistration 23/10/2018 Inhoud 1. Inclusiecriteria 2. MOC vs. niet-moc 3. Samenwerking tussen ziekenhuizen 1 1. Inclusiecriteria Te registreren door zorgprogramma

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek

Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek mw. drs. S.B. van der Meulen Radioloog UMCG mw. dr. M.D. Dorrius Arts-assistent in opleiding tot radioloog UMCG Disclosure belangen spreker Geen potentiële

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Symposium Multidisciplinair Borstcentrum Zaterdag 15/10/2016 Leuven DR. JULIE SOENS PROF. DR. VAN ONGEVAL DR. S. POSTEMA DR. M. KEUPERS Welke onderzoeken bij

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dit proefschrift gaat over (symptomatische) vulvovaginale candidiasis en over de asymptomatische aanwezigheid van Candida in de vagina. Vulvovaginale candidiasis (VVC) wordt veroorzaakt door

Nadere informatie

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Figuur 1: schematische weergave van een cel Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL TRAUMATISCH PANCREASLETSEL Frank Oort Gutclub 29 oktober 2014 1 2 Opbouw Casus Achtergrond Traumatisch pancreas letsel bij kinderen Vervolg casus Leerpunten casus 3 Casus Mw. C. 13 jaar Overplaatsing vanuit

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C

C. Wervelkolom. Inhoudsopgave 01 C 02 C 03 C 04 C 05 C 06 C 07 C 08 C 09 C 10 C C. Wervelkolom nhoudsopgave 1 C 2 C 3 C 4 C 5 C 6 C 7 C 8 C 9 C 1 C Congenitale aandoeningen... 1 Myelopathie (excl. trauma s van de wervelkolom)... 1 Mogelijke atlanto-axiale subluxatie... 1 Nekpijn...

Nadere informatie

Sneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm?

Sneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm? Sneldiagnostiek bij verdenking op kanker: de nieuwe norm? Prof. dr. Paul J van Diest Hoofd afdeling Pathologie, UMC Utrecht p.j.vandiest@umcutrecht.nl De diagnostische keten in de oncologie Anamnese/lichamelijk

Nadere informatie

Samenvatting Chapter 2 128

Samenvatting Chapter 2 128 et al. [55] vond zelfs dat embryonale stamcellen van de muis bewerkt konden worden om te kunnen differentieren naar folliculaire cellen van de schildklier, in vitro te genereren naar functioneel schildklierweefsel,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting GENETISCHE EN RADIOLOGISCHE MARKERS VOOR DE PROGNOSE EN DIAGNOSE VAN MULTIPLE SCLEROSE Multiple Sclerose (MS) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

Nieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen. Nederlandse samenvatting

Nieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen. Nederlandse samenvatting Nieuwe strategieën voor de behandeling van chondrosarcomen Nederlandse samenvatting Inhoud Chondrosarcomen: entiteit, gradering, behandeling en prognose Benigne versus maligne kraakbeenvormende tumoren

Nadere informatie

Spotlight on the pancreas. Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019

Spotlight on the pancreas. Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019 Spotlight on the pancreas Klinische les Hepato-bilio-pancreatische heelkunde, 16 januari 2019 Overzichta 1. Cystische pancreasneoplasieën / precursorletsels 2. Pancreasadenocarcinoma 3. Chirurgische aspecten

Nadere informatie

Casus: levergemetastaseerd rectumcarcinoom. Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie

Casus: levergemetastaseerd rectumcarcinoom. Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie Man 28.01.1955 VG: graspollenallergie; asthma bronchiale Familiale antecedenten: geen CRC; geen IBD Usus: nil

Nadere informatie

Samenvatting 1. Chapter Samenvatting. Samenvatting. Charlotte M.C. Oude Ophuis. Charlotte M.C.

Samenvatting 1. Chapter Samenvatting. Samenvatting. Charlotte M.C. Oude Ophuis. Charlotte M.C. Samenvatting 1 http://hdl.handle.net/1765/100861 Chapter 12 Samenvatting Samenvatting Charlotte M.C. Oude Ophuis Charlotte M.C. Oude Ophuis 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Samenvatting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Voorspellen van tumor respons op neo-adjuv. therapie bij oesophagusca. Alex Dik, AIOS radiologie Atrium MC Parkstad

Voorspellen van tumor respons op neo-adjuv. therapie bij oesophagusca. Alex Dik, AIOS radiologie Atrium MC Parkstad Voorspellen van tumor respons op neo-adjuv. therapie bij oesophagusca. Alex Dik, AIOS radiologie Atrium MC Parkstad Indeling Probleembeschrijving evaluatie CRT Nieuwe technieken; MRI DWI Presentatie MRTRACE

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg V Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van premaligne afwijkingen van de bovenste adem- en voedingsweg naar Algemeen 526 Epidemiologie 527 1. Screening 527 2. Diagnostiek 527 2.1 Anamnese 527 2.2

Nadere informatie

Mijn pathologieverslag begrijpen

Mijn pathologieverslag begrijpen Mijn pathologieverslag begrijpen Deze brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over uw pathologieverslag. We geven u vooral de belangrijkste en juiste informatie mee over de resultaten

Nadere informatie

PTC drainage procedure

PTC drainage procedure PTC drainage procedure Masterclass GE-oncologie 11 september 2015 Adriaan Moelker Hoofd Interventie Radiologie ErasmusMC Rotterdam Overzicht Interventie radiologie ErasmusMC 4 interventie radiologen 2

Nadere informatie

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09

Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09 Nijkeuter_V4.indd 137 02-05-2007 15:10:09 Een longembolie is een potentieel fatale aandoening waarbij vroege herkenning en het starten van behandeling met anticoagulantia mortaliteit kan doen voorkomen.

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma (normale TSHwaarden) Diagnostische fase. n geval van hyperthyreoïdie, zie 3B n geval van hypothyreoïdie, zie 4B B. Hals (weke delen) Voor cervicale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene

Nadere informatie

Ziekte van von Hippel Lindau

Ziekte van von Hippel Lindau Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen

Nadere informatie