Raadsvoorstel Integrale gebiedsontwikkeling Klavertje 4/Greenport

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Integrale gebiedsontwikkeling Klavertje 4/Greenport 0. Samenvatting Klavertje 4/Greenport Venlo (K4/GPV) staat voor het vernieuwen en versterken van de economische ruimtelijke structuur van Noord-Limburg. Niet alleen werk en economie, maar ook wonen en leven in de regio hebben baat bij een investering in kwaliteit. Binnen Greenport Venlo vormt Klavertje 4 het ruimtelijk-fysieke hart van het agro-(logistieke) cluster in en nabij Venlo. Het Ruimtelijk Ontwerp dat u wordt aangeboden, is een werkdocument van Projectorganisatie K4/GPV. Het is indicatief en richtinggevend bij het opstellen van het Master- en Businessplan. Het is een vertaling van de ruimtelijke uitgangspunten in een stedenbouwkundig beeld met nieuw additioneel werklandschap naast de bestaande en lopende projecten. Ten aanzien van dit Ruimtelijk Ontwerp hebben wij als college aan de stuurgroep per brief van 26 juni 2008 een aantal opmerkingen doen toekomen. Een kopie van deze brief is bijgevoegd. Het Ruimtelijk Ontwerp is een eerste aanzet voor de integrale gebiedsaanpak. Om dat goed te kunnen doen is het opstellen van een Master- en Businessplan en vanuit provinciale optiek een POL-aanvulling nodig; de besluitvorming daarover is eind dit jaar / begin volgend jaar voorzien. Het voornemen is om voor de uitvoering van het Masterplan een NV op te richten. Die gaat opereren binnen het kader van het Masterplan en zich bezighouden met het verantwoord ruimtelijk accommoderen van de gewenste bedrijvigheid in het K4/GPV-gebied. 1. Beoogd resultaat (output/outcome) Op verzoek van de Stuurgroep K4/GPV in informerende/kaderstellende zin besluitvorming te laten plaatsvinden over de toekomstige samenwerking binnen het gebied K4/GPV via een op te richten NV om te komen tot een daadkrachtige en efficiënte gebiedsontwikkeling. 2. Toelichting Historie In de afgelopen jaren hebben de gemeenten Horst aan de Maas, Maasbree, Sevenum en Venlo, de provincie Limburg, het Rijk en bedrijfsleven gewerkt aan de totstandkoming van de integrale gebiedsontwikkeling K4/GPV. Klavertje 4 vormt het ruimtelijk-fysieke hart van Greenport Venlo, het agro(logistieke) cluster in en nabij Venlo. Klavertje 4 is een gebied ter grootte van ca hectare ten noordwesten van Venlo. Aanvankelijk waren er vier afzonderlijke projecten; Siberië, Californië, Trade Port Noord en uitbreiding Freshpark. Om te komen tot integraliteit is de Visienota Gebiedsontwikkeling Klavertje 4 opgesteld (september 2006). In het Pact van Vaeshartelt (24 oktober 2006) zijn afspraken gemaakt over het werkkapitaal, de samenwerkingsregels en de organisatie. Het samenvoegen van afzonderlijke projecten tot een totale gebiedsontwikkeling leidt tot synergievoordelen c.q. waardecreatie. Genoemde nota en pact zijn eind 2006 / begin 2007 vastgesteld door de gemeenteraden. In november 2006 heeft een sondering met een positieve uitkomst plaatsgevonden binnen provinciale staten omdat formele vaststelling wordt doorvertaald in het POL. Vanaf 2007 legde de Stuurgroep zich onder meer toe op activiteiten leidend tot het Ruimtelijk Ontwerp Klavertje 4, het Cradle2Cradle werklandschap van Greenport Venlo, zie Bijlage 1. Daarnaast is een tijdelijke projectorganisatie ingericht om de noodzakelijke producten en besluitvorming voor te bereiden op basis van de betrokken gebiedsgemeenten en de provincie Limburg ondertekende overeenkomst (Pact van Vaeshartelt, 24 oktober 2006). Ruimtelijk Ontwerp Het Ruimtelijk Ontwerp is de vertaling van de ruimtelijke uitgangspunten in een

2 stedenbouwkundig beeld met nieuw werklandschap voor de projecten (zoals de glastuinbouwgebieden Siberië en Californië, de golfbaan, het bedrijventerrein Trade Port Noord, uitbreiding Fresh Park Venlo, de Greenportlane en Venlo GreenPark). Het Ruimtelijk Ontwerp, dat gebaseerd is op Cradle to Cradle (C2C)principes, gaat in op aspecten als gewenste bedrijvigheid, infrastructuur, natuur, groen, water en energie. De wijze waarop die C2C-principes daarin vorm hebben gekregen is in nauw overleg met de C2C-grondleggers gebeurd. Zij zullen in de toekomst betrokken blijven bij de borging van de ruimtelijke kwaliteit. In de periode december 2007 t/m februari 2008 zijn voor de colleges c.q. raads(commissies) informatiesessies georganiseerd. Op 20 maart 2008 zijn de gemeenteraadsleden en de leden van provinciale staten gezamenlijk geïnformeerd over de opzet van het Ruimtelijk Ontwerp. Op 9 april 2008 heeft een presentatie aan de burgers plaatsgevonden. De betrokken colleges van B&W, GS en het Rijk hebben zich positief geuit over het Ruimtelijk Ontwerp, zij het dat enkele kanttekeningen zijn geplaatst. Deze opmerkingen zullen ten tijde van de verdere uitwerking in het Masterplan (zie hierna) nader aan bod komen. Het College van Rijksadviseurs (CRA, met o.a. de Rijksbouwmeester als lid), ziet het ontwerp als een gedegen, tot de verbeelding sprekend en ambitieus plan dat beantwoordt aan de behoefte om het gebied als innovatieve regio stevig op de kaart te zetten en de milieu- en natuurdoelstellingen tot kernaspect van het project te maken. Het CRA zou het echt een aanwinst vinden voor Nederland wanneer de waardevolle ideeën en plannen die ten grondslag liggen aan Klavertje 4 ook daadwerkelijk tot uitvoering komen. Het ruimtelijk ontwerp biedt de potentie om in Nederland een voorbeeldproject van internationale uitstraling te ontwikkelen, aldus deze rijksadviseurs. Hierboven is in de samenvatting al aangegeven wat de status van het Ruimtelijk Ontwerp is. In aanvulling hierop is nog het volgende van belang. Het ontwerp moet los worden gezien van de besluitvorming in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Bij de nadere planvorming zullen de eisen die voortvloeien uit die wet vanzelfsprekend in acht worden genomen, tenzij voortschrijdend inzicht afwijking 2rechtvaardigt. Masterplan en Businessplan Het Ruimtelijk Ontwerp is de eerste aanzet voor integrale gebiedsontwikkeling. Om te komen tot een daadwerkelijk gebiedsontwikkeling is een Masterplan noodzakelijk. De Stuurgroep K4/GPV heeft de projectorganisatie verzocht om de voorbereidingen voor een dergelijk plan te treffen. Dit Masterplan borduurt in beginsel voort op voornoemd Ruimtelijk Ontwerp. Het houdt daarnaast rekening met de uitkomsten van diverse marktverkenningen en de deelplannen van de zogenaamde inliggende pitten (d.w.z. lopende exploitaties van Trade Port Noord, Venlo GreenPark, Californië, Fresh Park Venlo en Siberië). Het Masterplan zal verschillende thematische uitwerkingen kennen (verbreding/opschaling) en tevens een financieel-economische paragraaf bevatten. Dit plan is leidend voor de ruimtelijke economische ontwikkeling van het gebied Klavertje op korte en lange termijn en dient mede voor de formele planologische regelingen. Nagenoeg parallel aan het Masterplan komt een Businessplan tot stand. Dat plan met bijbehorende juridische documenten zoals een aandeelhoudersovereenkomst, statuten e.d.m. dient ter onderbouwing van en voorbereiding op de NV Klavertje 4. De NV als operationele organisatie ter uitvoering van het Masterplan zal op een bedrijfseconomische grondslag op afstand van het openbaar bestuur functioneren. Het Businessplan zal onderwerpen behandelen zoals de aard en de scope van de activiteiten, de bedrijfseconomische onderbouwing, de organisatiestructuur, de zeggenschapsverhoudingen binnen en rondom de NV, de risicobeheersing, de financiën, etc. Het Masterplan en het Businessplan zullen naar verwachting gereed zijn in oktober 2008, waarna besluitvorming plaatsvindt in de Stuurgroep en in de colleges. Besluitvorming in de gemeenteraden en provinciale staten over het Masterplan en het Businessplan is voorzien begin Uitvoeringsorganisatie en Bestuurlijke organisatie In het Pact van Vaeshartelt is vastgelegd dat een krachtige uitvoeringsorganisatie noodzakelijk is. De Stuurgroep K4/GPV heeft initiatieven genomen om hieraan uitvoering te geven. Eén van de initiatieven is het doen van onderzoek naar de gewenste bestuurlijke organisatorische vormgeving van het project. In dat kader heeft de Stuurgroep advies gevraagd aan de heer Bemer, voormalig

3 Directeur Generaal bij het ministerie van Economische Zaken en jarenlang verantwoordelijk geweest voor het (regionaal) economische structuurversterkingbeleid. De portefeuillehouders bestuurlijke organisatie hebben op 16 april 2008 ingestemd met het advies met als titel een voorstel tot bestuurlijke samenwerking inzake K4, Hart van Greenport Venlo (zie Bijlage 2). Het advies is overgenomen door de Stuurgroep K4/GPV en de betrokken colleges. Voorgesteld wordt om de bestuurlijke samenwerking betreffende de integrale gebiedsaanpak te realiseren via het oprichten van een NV. Elk der afzonderlijke gemeenten en de provincie worden niet in staat geacht het gebied hoogwaardig te ontwikkelen, op de lange termijn up to date te houden en adequaat te beheren. Deze overheden wensen hun krachten taken en investeringen - te bundelen in een gebieds-nv. De publieke bevoegdheidsuitoefening blijft bij de overheden, zij het dat zij onderling de afspraak aangaan deze zo te zullen aanwenden dat de NV bedrijfsmatig optimaal kan functioneren. Deze zakelijke constructie maakt het sturen, ordenen, faciliteren van gewenste ontwikkelingen doelgerichter, doelmatiger en daadkrachtiger. In de besluitvorming voor de gemeenteraden en de provinciale staten inzake het Masterplan en Businessplan, begin volgend jaar, zal zijn opgenomen dat het Masterplan fungeert als kader waarbinnen de NV dient te opereren. In de besluitvorming zal ook de positie en rol van de gemeenteraden en provinciale staten in relatie tot de NV, het Masterplan en het Businessplan worden uitgewerkt. De NV zal een actor van betekenis worden binnen de netwerkorganisatie van Greenport Venlo. Het overleg tussen de portefeuillehouders Bestuurlijke Organisatie (burgemeesters en gedeputeerde) heeft tevens geleid tot het opstellen van een Positionpaper, Strategische Verkenning Greenport Venlo/Klavertje 4 (zie Bijlage 3). Dit stuk plaatst de toekomstige NV binnen het bredere perspectief van de totale ontwikkeling van Greenport Venlo. Hiervoor is al gezegd dat geen publiekrechtelijke bevoegdheidsoverdracht naar de NV beoogd is. Beleidsvorming en controle daarop blijft bij de bevoegde overheidsorganen. In lijn met het Positionpaper is het evident dat een eenmaal vastgesteld Masterplan monitoring behoeft en eens in de zoveel jaar (frequentie nog nader te bepalen) bijstelling behoeft. Daarvoor zal binnen het netwerk van Greenport Venlo een nog nader te uit te werken voorziening c.q. platform tot stand komen dat de mening kan vertolken van de achterbannen van de overheden. Het te treffen arrangement tussen die voorziening en de NV dient er voor te zorgen dat sprake is van een adequate mogelijkheid tot wederzijdse beïnvloeding tussen het platform en de NV. De NV houdt zich bezig met het ruimtelijk accommoderen van de gewenste bedrijvigheid en het tot stand brengen van een internationaal wervend, duurzaam (C2C), selectief, marktgeoriënteerd vestigingsmilieu. Bij die bedrijvigheid valt te denken aan de agribusiness (kassen- en volle grondteelt, intensieve veehouderijen), (agro)logistiek, aanverwante MKB-ondernemingen (maak-, be- en verwerkingsbedrijvigheid, dienstverlening), bijpassende onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Binnen K4/GPV is sprake van reeds lopende exploitaties. Daarnaast zullen in de toekomst nieuwe gebiedsexploitaties worden opgezet. De Stuurgroep is er voorstander van dat de reeds bestaande en nieuwe exploitaties zo veel mogelijk in één hand worden gebracht. Ter zake van de bestaande exploitaties zijn verkennende besprekingen c.q. onderhandelingen gaande om tot passende arrangementen te komen. De NV manifesteert zich via het (her)ontwikkelen, (laten) realiseren, beheren van terreinen, gebouwen, bouwwerken en voorzieningen. Het uitvoeren van het bedrijfsvestigingsbeleid voor het plangebied behoort eveneens tot de taken evenals het verstrekken van adviezen over het ruimtelijk accommoderen. Daarnaast zal zij actief zijn op het gebied van promotie, acquisitie en relatiemanagement. De aandeelhouders van de NV bestaan uit de vier betrokken gemeenten en de provincie Limburg. De insteek van de Stuurgroep is om de publiek-publieke samenwerking goed te regelen. Uitbreiding van de kring van aanvankelijke publieke aandeelhouders is niet uitgesloten. Te denken valt aan andere gemeenten, het Rijk, waterschappen of productschappen. De Stuurgroep heeft inmiddels het Rijk verzocht tot participatie in de NV. De NV kan eenmaal opgericht vervolgens voor onderwerpen die zich daartoe lenen publiek-private samenwerkingsvormen aangaan via zogenaamde special purpose vehicles (spv). Dat kan via het oprichten van of deelnemen in rechtspersonen en/of het sluiten van overeenkomsten. In lijn met het rapport Bemer is als daartoe behoefte bestaat het niet uitgesloten dat de NV later ook andere activiteiten mag verrichten dan het enkel zorgdragen voor het ruimtelijk accommoderen van de gewenste bedrijvigheid. Door de uitvoering van het Masterplan in een NV onder te brengen is die op afstand van de overheid geplaatst. Niettemin hebben de overheden als aandeelhouders het recht om

4 commissarissen aan te wijzen. Omwille van het bedrijfsmatig opereren zal de Raad van Commissarissen (RvC) niet uit actuele bestuurders of overheidsvertegenwoordigers bestaan. De voorzitter is onafhankelijk. De RvC dient het vennootschappelijk belang. De deelnemende gemeenten en de provincie houden grip op de NV via hun aandeelhouderschap en daaraan verbonden stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA). Formeel zal de NV jaarlijks verantwoording afleggen bij het opstellen van de begroting en de jaarrekening. In de praktijk van alledag zullen wederkerige afstemmingsrelaties c.q. communicatie en informatieuitwisselingen blijven bestaan. Op de relatie NV en platform is hierboven reeds gewezen. In de dagelijkse praktijk zullen directie en medewerkers het meest zichtbaar zijn. Zij moeten immers de oorspronkelijke en eventueel later bijgekomen taken van de NV uitoefenen. De NV behoeft een helder mandaat. Natuurlijk zal de handelings- en beoordelingsruimte van de vennootschapsorganen, RvC, AvA en directie, nader worden geëxpliciteerd in juridische documenten zoals de aandeelhoudersovereenkomst, statuten, e.d. Gemeenteraden en Limburgs Parlement zullen die documenten voorgelegd krijgen om zich daarover uit te spreken. Op deze manier is een zakelijke constructie en het gewenst bedrijfsmatig functioneren mogelijk. 3. Kenmerken van alternatieven en motieven voor NV In het voorstel tot bestuurlijke samenwerking inzake K4, hart van Greenport Venlo worden organisatorische mogelijkheden aangegeven en gekozen voor de NV. Hierboven onder 2. is aangegeven dat via een NV het sturen, ordenen en faciliteren van gewenste ontwikkelingen doelgerichter, doelmatiger, daadkrachtiger en zakelijker kan plaatsvinden dan bij andere alternatieven. Een alternatief zou zijn samenwerking krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). Kenmerk van de WGR is dat dit regime nogal eens onderhevig is aan wettelijke wijzigingen en wisselende politiek-bestuurlijke appreciaties. Het is vooral een vorm van verlengd lokaal bestuur met de daaraan inherente veelal ingewikkelde en tijdrovende terugkoppelingsmechanismen. Bovendien neemt de beleidsmatige en bestuurlijke drukte door zo n tussenlaag toe wat met het oog op de hier te behartigen materie onwenselijk is. Een WGR staat door zijn herkomst en overheidsgeoriënteerd opereren naar de markt, c.q. de bedrijven toe op een andere manier in het veld en kan minder gemakkelijk dan een zelfstandige rechtspersoon aan het rechtsverkeer deelnemen. Een andere mogelijkheid zou een stichting zijn. Zij is weliswaar een rechtspersoon die zelfstandig op de markt kan opereren c.q. aan het rechtsverkeer kan deelnemen maar zij appelleert toch vooral aan het verwezenlijken van ideële doelen. Voorts kent zij geen leden. In het algemeen is het drijven van een onderneming wezensvreemd aan een stichting. Stel dat toch creatie van toegevoegde waarde in het spel is dan mag die niet voor andere doelen aangewend worden. Een uitkering van dividend is niet aan de orde. Aan wie trouwens, zij heeft immers geen leden. In het Businessplan c.a. voor de NV zullen argumenten die tegen een andere rechtsvorm dan de NV pleiten nog eens de revue passeren evenals de argumenten pro. Over de NV tot slot nog het volgende. De Stuurgroep is van mening om eerst de publieke samenwerking van de grond te tillen. Dit vertaalt zich in het feit dat in beginsel alleen overheden aandeelhouder mogen zijn. Of het wenselijk en wijs is om toch private partijen als aandeelhouder toe te laten is thans een kwestie die nader bekeken wordt. Dat de NV via dochtervennootschappen samenwerking met private partijen kan aangaan is een kwestie van operationeel bedrijfsbeleid die gestalte krijgt binnen de zeggenschapsverhoudingen van de desbetreffende vennootschapsorganen. Zo nuttig en nodig zijn PPS-arrangementen via de NV mogelijk. Ze zijn dan wel onderworpen aan de bedrijfsmatige en transparante governancestructuur die de onderneming eigen is. Dergelijk constructies zijn niet nieuw en worden elders ook toegepast. Dat de NV flexibiliteit biedt in het aantrekken van kapitaal (vreemd vermogen) mag bekend zijn. De integrale gebiedsaanpak van de NV impliceert permanent formulebeheer; na de schalen kwaliteitssprong mag geen verloedering en verpaupering van het werklandschap ontstaan. Herstructurering bekostigd uit de algemene middelen en/of het grondbedrijf hoeft daarmee niet meer aan de orde te zijn. Rendementen die de NV genereert worden in beginsel aangewend voor het up to date houden van het gebied. Zo het rendement van de NV structureel boven een bepaalde nader vast te stellen norm uitkomt, kan statutair worden bepaald dat dit surplus in aanmerking kan komen voor een

5 dividenduitkering aan de aandeelhouders. Deze onderwerpen, naast vele andere, waaronder de risicobeheersing, zullen hun uitwerking krijgen in het Businessplan en bijbehorende stukken. 4. Begroting financiële aspecten De vier betrokken gemeenten en de provincie Limburg hebben naar aanleiding van de afspraken op 24 oktober 2006 (Pact van Vaeshartelt) een werkkapitaal voor de jaren 2007 en 2008 beschikbaar gesteld van 3 mln. Uit dit werkkapitaal worden o.a. De kosten voor het ruimtelijk ontwerp, de personeelskosten voor de tijdelijke projectorganisatie, de huisvestigingskosten voor het Greenporthouse, de kosten voor het Master- en Businessplan c.a. en voor communicatie gedekt. De kosten voor het ter beschikking gesteld personeel (al dan niet ambtenaren) van de gemeenten en provincie Limburg komen voor eigen rekening. Het Rijk heeft bij besluit van 9 mei ,9 miljoen beschikbaar gesteld voor het project K4/GPV. De bijdrage is afkomstig uit het budget voor de uitvoering van de Nota Ruimte. Met de uitvoering van het project wordt bijgedragen aan de ruimtelijke doelstellingen van dit kabinet. In het nog op te stellen Businessplan c.a. wordt o.a. ingegaan op de financiële participatie van de deelnemende partijen. 5. Juridische aspecten Op grond van artikel 160, lid 2, Gemeentewet is het college van B&W bevoegd tot het oprichten van o.a. vennootschappen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het College te brengen. Dit besluit behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. Soortgelijke bepalingen zijn opgenomen in artikel 158 van de Provinciewet. Zij het dat daar vermeld is dat aan provinciale staten een ontwerpbesluit dient te worden toegezonden om hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Het besluit van gedeputeerde staten behoeft de goedkeuring van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Juridisch gezien biedt het Burgerlijk Wetboek het kader om de gewenste onderneming op maat te snijden. Bij de verdere uitwerking van het Masterplan en het Businessplan voor de NV zal de projectorganisatie zich laten bijstaan door deskundige juridische c.q. Notariële begeleiding, o.a. voor de aandeelhoudersovereenkomst, statuten, etc. Doelen, activiteiten bestuursstructuur (taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden), etc. krijgen daarin hun uitwerking. Zo is de NV verplicht om de Europese regelgeving betreffende staatssteun na te leven. 6. Verdere planning Het Masterplan en het Businessplan, beide in hoofdlijnen, zijn in oktober 2008 gereed, waarna bespreking plaatsvindt in de Stuurgroep K4/GPV en in de colleges. Naar aanleiding van deze besprekingen worden de stukken aangepast en nader uitgewerkt. Dit leidt eind dit jaar tot het opstellen van het definitieve Masterplan en het definitieve Businessplan c.a. Het streven is om deze definitieve stukken, via tussenkomst van de Colleges, voor te leggen aan de gemeenteraden en het Limburgs Parlement. Besluitvorming in de gemeenteraden en Limburgs Parlement is voorzien in januari 2009, zodat de NV aan het eind van het eerste kwartaal 2009 operationeel kan zijn. Een en ander is mede afhankelijk van de voortgang en goedkeuring van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en in het verlengde daarvan de goedkeuring van GS van de B&W besluiten tot oprichting van de NV. Voor de goede orde wijzen wij erop dat naast de onderhavige besluitvorming in het komend jaar voor het gebied Klavertje 4 sprake zal zijn van andere voorstellen en besluiten. Dit geldt bijvoorbeeld t.a.v. de Greenportlane en de POL-aanvulling Gebiedsontwikkeling Klavertje 4. De besluitvorming van de POL-aanvulling loopt zo veel mogelijk parallel met de besluitvorming van de

6 NV, het Masterplan en het Businessplan en is ook voorzien in januari Periodieke informatie/communicatie De Stuurgroep hecht grote waarde aan goede communicatie en draagvlak met de omgeving. In dat kader zal in september 2008 een informatiecentrum worden ingericht in het Greenporthuis in Venlo, Venrayseweg 182 en wordt gewerkt aan een interactieve internetsite. Op 4 september a.s. vindt vanaf uur in het gemeentehuis van Horst aan de Maas een gezamenlijke informatieavond plaats voor de gemeenteraadsleden en de leden van het Limburgs Parlement. Voor de bevolking zal in het 3e kwartaal eveneens een informatieavond plaatsvinden. De leden van de Stuurgroep (de portefeuillehouders) zullen de gemeenteraden/limburgs Parlement informeren, bijvoorbeeld via de vaste commissies, over de voortgang in de komende maanden. 8. Voorstel Tegen de achtergrond van het bovenstaande en in het licht van de drie aangehechte bijlagen wordt voorgesteld: 1. Rekening houdend met de in de nota daaraan gegeven status in te stemmen met de procedure het Ruimtelijk Ontwerp met inachtneming van eerder door het college gemaakte opmerkingen als uitgangspunt te hanteren voor het op te stellen Masterplan (inclusief lopende projecten); 2. Het juridisch model van de NV als principe te hanteren voor de toekomstige uitvoeringsorganisatie c.q. samenwerking voor Klavertje 4 / Greenport Venlo; 3. Het College te verzoeken, mede via de projectorganisatie, activiteiten voor het oprichten van de NV voor te bereiden, zoals het Masterplan en het Businessplan c.a.; 4. Het College te verzoeken voor eind dit jaar een ontwerp-besluit voor te bereiden voor het oprichten van de NV, zodat dan wensen en bedenkingen kenbaar kunnen worden gemaakt. Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,