(ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER

Transcriptie

1 (ONTWERP) VERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Inverko Plastics B.V. / Poly Grind het veranderen van de bedrijfstijden (Locatie: Leek) Groningen, mei 2010 Nr Procedure nr.

2

3 Inhoudsopgave 1. VERGUNNINGAANVRAAG Onderwerp aanvraag Actuele vergunningsituatie Beschrijving van de aanvraag PROCEDURE Voorbereiding Processtappen Coördinatie Adviezen naar aanleiding van de aanvraag TOETSING EN BEOORDELING VAN DE AANVRAAG Inleiding IPPC-richtlijn/Beste Beschikbare Technieken Activiteitenbesluit Geluid Algemeen De aangevraagde representatieve bedrijfssituatie Toetsingskader geluid Conclusie Bodem Het kader voor de bescherming van de bodem De potentieel bodembedreigende activiteiten... 7 De extruders en de zaagunits bevatten hydraulische olie De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen Energie Algemeen Overige aspecten Strijd met andere wetten en algemene regels Integrale afweging Verhouding tussen aanvraag en vergunning CONCLUSIE Algemeen BESLUIT Vergunning Vergunningtermijn Verhouding aanvraag-vergunning Geldigheid van de vergunning Ondertekening en verzending... 9

4 GEDEPUTEERDE STATEN DER PROVINCIE GRONINGEN ONTWERP Groningen, mei 2010 Nr Beschikken hierbij op de aanvraag van Inverko Plastics B.V./ Poly Grind om een veranderingsvergunning op grond van de Wet milieubeheer voor het veranderen van de bedrijfstijden van de inrichting. 1. VERGUNNINGAANVRAAG 1.1 Onderwerp aanvraag Op 1 februari 2010 hebben wij een aanvraag ontvangen van Inverko-Plastics B.V./Poly Grind, voor een vergunning ingevolge artikel 8.1.b van de Wet milieubeheer voor het veranderen van de bestaande inrichting en artikel 8.24 van de Wet milieubeheer voor het wijzigen van de bestaande inrichting. De verandering en de wijziging betreffen de wijziging van de bedrijfstijden en een aanpassing van de bodembeschermende voorzieningen. De inrichting is gelegen aan de Kapteynlaan 8 te Leek, kadastraal bekend gemeente Leek, sectie I, nummers 4112 (ged.) en De aanvraag heeft betrekking op de categorieën 28.4.a.6 en 28.4.c.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Op grond van deze categorieën van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen. 1.2 Actuele vergunningsituatie Voor de inrichting zijn de volgende vergunningen, ambtshalve wijzigingen en/of meldingen ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer van kracht: Oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer, d.d. 26 maart 2002 (kenmerk /13,RMM); Ambtshalve wijziging ingevolge de Wet milieubeheer, d.d. 26 november 2002 (kenmerk /48,MV;) Melding wijziging inrichting d.d. 3 november 2004; Melding wijziging inrichting d.d. 14 november 2006; Veranderingsvergunning en ambtshalve wijziging d.d. 20 maart 2007 (kenmerk /12,MV); Melding plaatsing 2 folieverwerkingsmachines (regranuleermachines) d.d. februari Veranderingsvergunning en ambtshalve wijziging d.d. 11 november 2008 (kenmerk /46, MV) 1.3 Beschrijving van de aanvraag Inverko Plastics B.V./Poly Grind is gesitueerd op het bedrijventerrein Leeksterhout aan de Kapteynlaan 8 en 11 te Leek. De activiteiten die plaatsvinden binnen de inrichting bestaan uit het opslaan en verwerken van kunststof afvalstoffen tot granulaat en het in werking hebben van een persinstallatie voor verpakkingsmaterialen. Het granulaat wordt als grondstof gebruikt door kunststofproducerende bedrijven. Het bedrijf vraagt nu een veranderingsvergunning aan voor het verruimen van de bedrijfstijden en het vergroten van de verwerkingscapaciteit. Tevens zijn bodembeschermende voorzieningen uitgevoerd ter plaatse van de extruders en zaagunits. pagina 4 van 10

5 2. PROCEDURE 2.1 Voorbereiding Voor de voorbereiding van de beschikking hebben wij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd in combinatie met afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer. 2.2 Processtappen Het ontwerp van de beschikking is, tezamen met de aanvraag en de overige van belang zijnde stukken, waaronder het informatieblad, ter inzage gelegd op het gemeentehuis in de gemeente Leek en dit is bekend gemaakt door het plaatsen van een kennisgeving in het Dagblad van het Noorden van 22 mei Een ieder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen de termijn van zes weken van de terinzagelegging van het ontwerp schriftelijk of mondeling hun zienswijze over dit ontwerp naar voren te brengen. Hierbij wordt tevens de mogelijkheid geboden tot het houden van een gedachtenwisseling met de aanvrager en het bevoegd gezag. 2.3 Coördinatie Met de aanvraag om milieuvergunning is geen aanvraag om een Watervergunning ingediend, aangezien een Watervergunning niet nodig is. 2.4 Adviezen naar aanleiding van de aanvraag De volgende instanties zijn als adviseur en/of betrokken bestuursorganen bij de procedure ingeschakeld: - Burgemeester en wethouders van de gemeente Leek; - De Regionale Brandweer Groningen. Op grond van artikel 7.2 lid 2b van het Ivb moeten wij het college van Burgemeester & wethouders van de gemeenten waarvan de grens is gelegen op meer dan 200 meter en minder dan 10 kilometer van de plaats waar de inrichting zal zijn of is gelegen betrekken bij de totstandkoming van de vergunning. Dit is niet nodig wanneer wij van oordeel zijn dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de invloed van de belasting van het milieu, veroorzaakt door de inrichting waarop de vergunning betrekking heeft zich in die gemeente zal voordoen. Wij zijn van mening dat dit laatste het geval is. 3. TOETSING EN BEOORDELING VAN DE AANVRAAG 3.1 Inleiding De aanvraag moet worden beoordeeld aan de hand van de artikelen 8.8 tot en met 8.11 van de Wet milieubeheer. In artikel 8.8 worden de aspecten aangegeven, die bij de beoordeling moeten worden betrokken of in acht worden genomen, of waarmee rekening moet worden gehouden. In artikel 8.9 wordt aangegeven, dat de vergunning niet in strijd mag zijn met andere relevante wetgeving. In artikel 8.10 worden de weigeringsgronden aangegeven en in artikel 8.11 wordt onder meer bepaald dat ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. De relevante aspecten voor deze beschikking komen in de hierna volgende hoofdstukken aan de orde. 3.2 IPPC-richtlijn/Beste Beschikbare Technieken De Europese IPPC-richtlijn heeft tot doel het realiseren van een geïntegreerde preventie en beperking van verontreiniging door in de richtlijn aangegeven industriële activiteiten en installaties. In de Nederlandse wetgeving worden deze aangeduid als gpbv-installaties. De doelstelling moet worden gerealiseerd door toepassing van de best beschikbare technieken (BBT), die zijn beschreven in BREF-documenten en diverse nationale documenten. De IPPC-richtlijn is geheel omgezet in nationale regelgeving, onder meer door middel van de "Regeling aanwijzing BBT-documenten". Voor de bepaling van BBT moet in ieder geval rekening worden gehouden met de in tabel 1 van deze regeling opgenomen documenten, voor zover het de daarbij vermelde gpbvinstallaties betreft. Maar ook voor niet-gpbv-installaties kunnen deze documenten relevant zijn. Met de in tabel 2 opgenomen documenten moet bij alle installaties en inrichtingen rekening worden gehouden, voor zover deze documenten betrekking hebben op onderdelen van of activiteiten binnen de inrichting. Inverko Plastics B.V./ Poly Grind valt niet onder een van in de bijlage 1 van de IPPC-richtlijn aangegeven categorieën en is dus geen gpbv-installatie. Daarom is in deze vergunning met het volgende BBT-document rekening gehouden: Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB). De NRB is verwerkt in de overwegingen en voorschriften behorende bij de verschillende milieuaspecten. pagina 5 van 10

6 3.3 Activiteitenbesluit Met ingang van 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (het 'Activiteitenbesluit') in werking getreden. Dit geldt ook voor de bijbehorende ministeriële Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (de 'Regeling'). Dit Activiteitenbesluit en bijbehorende Regeling bevatten algemene regels voor een aantal specifieke activiteiten en installaties. Het Activiteitenbesluit is op zowel de Wet milieubeheer (Wm) als de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) gebaseerd. In de nieuwe systematiek geldt dat alle inrichtingen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit vallen, tenzij sprake is van een gpbv-installatie (beter bekend als de IPPC-bedrijven) genoemd in artikel 8.1 van de Wm. Ingeval van de Inverko Plastics B.V./ Poly Grind is geen sprake van een gpbv-installatie. In bijlage 1 van het Activiteitenbesluit worden de activiteiten vermeld die vergunningplichtig zijn. Volgens de systematiek van het Activiteitenbesluit wordt onderhavige inrichting aangemerkt als een type C-inrichting, waarvoor de vergunningplicht blijft bestaan. Daarnaast kunnen algemene regels uit het Activiteitenbesluit op deze inrichting van toepassing zijn. Bij de totstandkoming van deze vergunning is hier rekening mee gehouden. Dit betekent dat in deze vergunning geen voorschriften zijn opgenomen ten aanzien van activiteiten waar op het Activiteitenbesluit en de Regeling van toepassing zijn. Binnen de inrichting wordt slechts huishoudelijk afvalwater op de riolering geloosd waarop het Activiteitenbesluit van toepassing is. 3.4 Geluid Algemeen Het geluid wordt beoordeeld op basis van de representatieve bedrijfssituatie. Dit is de toestand waarbij de inrichting volledig gebruik maakt van de vergunde capaciteit in de betreffende beoordelingsperiode. Beoordeeld worden het langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus, de maximale geluidsniveaus en de indirecte hinder als gevolg van het in werking zijn van de inrichting. Bij de aanvraag om vergunning is een akoestisch onderzoek overgelegd, de notitie N03 In deze notitie is de wijziging van de activiteiten verwoord en op grond van de akoestische gegevens is van het geluidshinderniveau een prognose gemaakt. Het bedrijf is voornemens de bedrijfstijden uit te breiden en een 24-uurs productie in te voeren. Voor de verruiming van de bedrijfstijden wordt een veranderingsvergunning aangevraagd. Als gevolg van de verruiming naar 24-uurs productie zal de tijdsduur van de geluidsemissie via deuren, gevels en dak toenemen. In de avond- en nachtperiode wordt verder voorzien in een toename van bedrijfsduur van de heftrucks op het buitenterrein De aangevraagde representatieve bedrijfssituatie De representatieve bedrijfssituatie is beschreven in een aparte notitie met nummer N02, welke als bijlage bij de aanvraag van de vigerende vergunning is gevoegd. De representatieve bedrijfssituatie is de situatie waarin het aantal transporten naar en van de inrichting, inclusief bijhorende laad- en losactiviteiten zijn meegenomen. In de notitie is uitgegaan van een relatief drukke dag die vaker dan 12 dagen per jaar voorkomt. Het aangegeven (maximaal) aantal vrachtverkeersbewegingen per dag zal bij een 24-uurs productie niet toenemen, omdat de beladingsgraad van de transportvoertuigen inmiddels groter is. Dit komt vanwege de verandering van de volumieke massa van de te transporteren materialen en stoffen alsmede de producten. Wel neemt het aantal personenautobewegingen in de avond- en nachtperiode toe. In de notitie nummer N02 was rekening gehouden met de plaatsing van twee nieuwe ijswatermachines/chillers. In praktijk blijkt dat koeling met regelmatig te verversen koud (grond)water een meer kostenefficiënte en energiebesparende methode. De aangegeven ijsmachines zijn derhalve niet aangeschaft en ook voor de toekomst wordt hier niet in voorzien Toetsingskader geluid Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau. De vergunningaanvraag is voor wat betreft de geluidhinder beoordeeld conform de adviezen van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening Omdat de gemeente Leek (nog) niet over een beleidsnota industrielawaai beschikt. De beoordeling van de aanvraag valt derhalve onder de overgangssituatie, waarbij de aanvraag dient te worden getoetst aan de geactualiseerde tekst van de Circulaire industrielawaai van 1979, welke is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Handreiking. In hoofdstuk 4 van deze Handreiking zijn een drietal omgevingstypering met de daarbij behorende richtwaarden genoemd. De richtlijn is geen harde grenswaarde, want afwijking van deze richtwaarde is pagina 6 van 10

7 mogelijk tot het heersende referentieniveau van het omgevingsgeluid. Ook kan onder een bestuurlijke afweging een maximale grenswaarde in de voorschriften worden vastgelegd. Het bedrijf is gevestigd op het bedrijventerrein Leeksterhout te Midwolde. Aangrenzend, in zuidelijke richting van dit bedrijventerrein bevinden zich woningen. De dichtstbijzijnde woningen zijn de woningen aan de hoofdstraat 87 tot en met 93. Deze woningen liggen in een omgeving dat overeenkomt met het type omgeving rustige woonwijk waar een richtwaarde van 45 db(a) etmaalwaarde wordt geadviseerd. In het akoestisch onderzoek met nummer N03 is de nieuwe representatieve bedrijfssituatie op pagina 4 en 5 weergegeven. Op grond van deze gegevens is een nieuwe geluidsberekening uitgevoerd. Gedurende de dagperiode vindt er een lichte afname in geluidsbelasting plaats. Dit is te verklaren door dat de geluidsbronnen van chillers uit het model zijn verwijderd. In de avond en nachtperiode vindt er alleen een toename in geluidsbelasting plaats. Ter plaatse van de maatgevende woning Hoofdstraat 89 bedraagt de geluidsbelasting ten hoogste 39 db(a) in de dagperiode, 37 db(a) in de avondperiode en 34 db(a) in de nachtperiode. Aan de richtwaarden voor een "rustige woonwijk"wordt voldaan. Maximale geluidsniveaus Conform de Handreiking moet gestreefd worden naar het voorkomen dan wel beperken van maximale geluidsniveaus. Geadviseerd wordt om voor maximale geluidsniveaus te streven naar 10 db boven het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en als grenswaarde adviseert de Handreiking een grenswaarde van 70 db(a), 65 db(a) en 60 db(a) voor respectievelijk de dag- avond- en nachtperiode. De wijzigingen brengen geen toename in maximale geluidsniveaus met zich mee. Op het buitenterrein van de inrichting vinden immers geen wijzigingen in activiteiten plaats. In de onderliggende vergunning is aangegeven dat geen noodzaak aanwezig is normen te stellen. Transporten van verkeer van en naar de locatie. In verband met een verandering van de beladingsgraad van de transportvoertuigen, vinden ook hier geen wijzigingen plaats en is geen noodzaak aanwezig om van de motivering in onderliggende vergunning af te wijken Conclusie Ten aanzien van geluidhinder concluderen wij dat de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar is en dat wordt voldaan aan best bestaande technieken. Ten aanzien van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau vindt een verbetering in de mate van geluidshinder plaats en om die reden zal het voorschrift voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau worden aangescherpt. 3.5 Bodem Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB). Het ministerie van VROM heeft de NRB in overleg met vergunningverleners, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven opgesteld. Deze richtlijn is ontwikkeld om vergunningvoorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingstrategie worden gestuurd. De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming in situaties van calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel De potentieel bodembedreigende activiteiten De extruders en de zaagunits bevatten hydraulische olie. Bij de aanvraag van de vigerende vergunning is een bodemrisicodocument gevoegd. In dit document zijn van alle bodembedreigende activiteiten de emissiescore en de eindemissiescore bepaald aan de hand van de NRB-systematiek. pagina 7 van 10

8 3.5.3 De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen In de aanvraag zijn de volgende maatregelen en voorzieningen opgenomen om bodemverontreiniging te voorkomen. Onder de extruders en zaagunits zijn vloeistofdichte stalen opvangbakken van voldoende opvangcapaciteit geplaatst. Met deze voorziening wordt voldaan aan de NRB-systematiek en wordt een verwaarloosbaar bodemrisico behaald. 3.6 Energie Algemeen Het landelijke beleid op het gebied van energie richt zich vooral op het terugdringen van het gebruik van energie; wij hebben deze doelstelling overgenomen. Vanwege de aangevraagde semi-continue bedrijfsvoering gedurende de werkweek wordt bespaard op energie omdat er minder opstartfasen per tijdseenheid van de machines en apparaten plaatsvinden. De conclusie is dat vanwege deze productiewijze er efficiënter met energie wordt omgegaan en dit is conform ons beleid. 3.7 Overige aspecten Strijd met andere wetten en algemene regels In artikel 8.9 wordt aangegeven, dat de vergunning niet in strijd mag zijn met andere relevante wetgeving. Door het van kracht worden van deze vergunning ontstaat geen strijd met regels die met betrekking tot de inrichting gelden, gesteld bij of krachtens de Wm, dan wel bij of krachtens de in artikel 13.1, tweede lid, genoemde wetten. 3.8 Integrale afweging Het bevoegd gezag moet alle aspecten van de milieugevolgen, voor zover ze elkaar beïnvloeden, tegen elkaar afwegen. Hiermee wordt voorkomen, dat maatregelen ten behoeve van het ene milieucompartiment negatieve gevolgen hebben voor een ander compartiment. Bij deze vergunning vindt geen relevante onderlinge beïnvloeding plaats. Een nadere afweging is daarom niet nodig. 3.9 Verhouding tussen aanvraag en vergunning Wij hebben nagegaan welke onderdelen van de vergunningsaanvraag en de daarbij behorende bijlagen deel uit moeten maken van de vergunning. Hierbij is als uitgangspunt genomen, dat de volgende onderdelen geen deel behoeven uit te maken van de vergunning: 1. Onderdelen met zeer concrete en gedetailleerde informatie op niet-essentiële punten; 2. Onderdelen met betrekking tot milieuaspecten waarvoor in de vergunningsvoorschriften reeds voldoende beperkingen zijn opgenomen; 3. Onderdelen die bestaan uit weinig concrete beschouwingen, of achtergrond-informatie betreffen In het hierna volgende hoofdstuk Besluit is aangegeven, welke onderdelen van de aanvraag op grond van deze overwegingen deel uitmaken van de vergunning. Tezamen bevatten deze een concreet, voldoende uitvoerig en onderling samenhangend geheel van feiten en informatie. Als onderdeel van de vergunning vormen ze een met voorschriften gelijk te stellen, en daarom handhaafbaar geheel van verplichtingen. 4. CONCLUSIE 4.1 Algemeen Uit de overwegingen volgt dat de gevraagde vergunning onder voorschriften ter bescherming van het milieu kan worden verleend. 5. BESLUIT 5.1 Vergunning Gelet op de Wet milieubeheer en de hiervoor vermelde overwegingen besluiten wij: aan Inverko Plastics B.V./ Poly Grind de gevraagde veranderingsvergunning te verlenen, overeenkomstig de aanvraag en de daarbij behorende bescheidenl; de bij ons besluit van 11 november 2008, kenmerk /46, MV, verleende vergunning in te trekken voor zover het betreft de plaatsing en het in werking hebben van twee ijswatermachines/chillers. Aan de vergunning verbinden wij de bijgevoegde voorschriften. 5.2 Vergunningtermijn De vergunning wordt verleend voor een termijn die gelijk eindigt met de vigerende vergunning op 7 mei pagina 8 van 10

9 5.3 Verhouding aanvraag-vergunning De gehele aanvraag maakt deel uit van de vergunning. Voor zover de vergunningaanvraag niet in overeenstemming is met de gestelde voorschriften, zijn de voorschriften bepalend. 5.4 Geldigheid van de vergunning Overeenkomstig artikel 8.4, derde lid, van de Wet milieubeheer blijven de eerder voor de inrichting verleende vergunningen onverminderd van kracht. 5.5 Ondertekening en verzending Gedeputeerde Staten van Groningen, Deze beslissing is namens Gedeputeerde Staten genomen door het lid van Gedeputeerde Staten dat het onderwerp in portefeuille heeft., voorzitter, secretaris. Verzonden op: <<datum>> Een exemplaar van dit besluit is gezonden aan: - Burgemeester en wethouders van de gemeente Leek, postbus 100, 9350 AC Leek; - De Regionale Brandweer Groningen, Postbus 584, 9700 AN Groningen; - Inverko Plastics B.V./ Poly Grind, Postbus 104, 9350 AC Leek. pagina 9 van 10

10 VOORSCHRIFTEN 1. Algemeen: 1.1 De inrichting mag in werking zijn van maandag uur tot en met zaterdag uur. Onderhoudswerkzaamheden mogen worden uitgevoerd van maandag uur tot en met zaterdag uur. 1.2 Verwerkingscapaciteit Binnen de inrichting is het toegestaan om maximaal de volgende hoeveelheden afvalkunststoffen per jaar te verwerken en op te slaan: ton verwerkingscapaciteit; 400 ton opslagcapaciteit. 2 GELUID: 2.1 Het Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor geluid (:Ar,Lt) in db(a), veroorzaakt door de inrichting, mag op de aangegeven punten de hierna genoemde waarden niet overschrijden: Punt Omschrijving coördinaten Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau x y uur uur uur 1 controlepunt west controlepunt noordwest controlepunt oost BODEM 3.1 Bodembescherming Ter plaatse van de extruders en de zaagunits dienen vloeistofdichte stalen opvangbakken van voldoende opvangcapaciteit aanwezig te zijn. pagina 10 van 10