FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

Transcriptie

1 FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : FUMO Afdeling : Toetsing en Vergunningverlening Behandeld door : Brinksma / Uw kenmerk Betreft : Beschikking Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de TOP Leeuwarden, Newtonweg 4 te Leeuwarden 1 Besluit Onderwerp Wij hebben op 9 januari 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting ontvangen van Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F. De aanvraag gaat over TOP Leeuwarden aan de Newtonweg 4 te Leeuwarden. De aanvraag betreft het tijdelijk opslaan van ijzer en asfalt. De aanvraag is geregistreerd onder OLO-nummer Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) en artikel 3.10, lid 3 (milieuneutraal veranderen) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en artikel 2.14, lid 4 van de Wabo: de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting te verlenen; dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: - Aanvraag OLO-nummer (inclusief bijlagen); - Aanvullingen via de OLO van 2 februari 2015; - Aanvulling melding Activiteitenbesluit van 2 februari Postbus 3347, 8901 DH Leeuwarden J.W. de Visserwei 10, 9001 ZE Grou U info@fumo.nl NL93 RABO e BTW nr NL B.01 KvK nr

2 FUMb Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. m s het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân,.G. Kistemaker Hoofd afdeling Toetsing en Vergunningverlening - 2 / 8 - Ons kenmerk: 2015-FUMO

3 FUIVLb Inhoudsopgave 1 Besluit 1 Onderwerp 1 Besluit 1 Procedure 1 2 Procedurele overwegingen 4 Gegevens aanvrager 4 Projectbeschrijving 4 Huidige Vergunningssituatie 4 Bevoegd gezag 4 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure 4 Procedure (regulier) en zienswijze 5 Activiteitenbesluit milieubeheer 5 3 Inhoudelijke overwegingen 7 Toetsing voorwaarden Wabo 7 Toetsing gevolgen milieu 7 Toetsing geen andere inrichting 8 Toetsing milieueffectrapportage 8 Conclusie 8-3 / 8- Ons kenmerk: 2015-FUMO

4 FUMb 2 Procedurele overwegingen Gegevens aanvrager Op 9 januari 2015 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F. (TOP Leeuwarden). Pro jectbeschriiving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: acceptatie en tijdelijke opslag van mogelijk verontreinigd ijzer en asfalt. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie 28.4 onder a van onderdeel C van bijlage 1 bij het Besluit omgevingsrecht (Bor). De inrichting is daarom vergunningplichtig. Huidige Vergunningssituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERKONDERWERP Revisievergunning 14 mei 2008* Revisie Veranderingsvergunning 1 maart 2011 * Aanleg weegbrug VeranderingsvergunninglO september 2011* Wijzigen voorschriften De hierboven genoemde vergunningen waar een * bij staat, zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. Bevoegd gezag Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de inrichting. Dit volgt uit artikel 2.4 van de Wabo juncto artikel. 3.3 lid 1 van het Bor. De activiteiten van de inrichting zijn genoemd in Bijlage 1 onderdeel C categorie 28.4 onder a van het Bar en daarnaast betreft het een inrichting waartoe een IPPC-installatie behoort. Volledigheid aanvraag en opschorting procedure De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: OLO-aanvraagformulier ; Bijlage 1, toelichting aanvraag. In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 27 januari 2015 in de gelegenheid gesteld om tot 6 weken na de hiervoor genoemde datum de aanvraag aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 2 februari Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. - 4 / 8 - Ons kenmerk: 2015-FUMO

5 FUMb De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld. In dit geval is de termijn voor het nemen van het besluit opgeschort met 5 dagen. De aanvraag heeft betrekking op de activiteit milieu. Het betreft de acceptatie en tijdelijke opslag van ijzer en asfalt binnen de inrichting. Procedure (repulier en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 24 januari 2015 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad. Adviezen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, Wetterskip Fryslân en Brandweer Fryslân om advies gevraagd ten aanzien van de aanvraag en de aanvullingen. Wij hebben op 2 maart 2015 een advies van het Wetterskip Fryslân ontvangen waarin zij aangeven geen op- en/of aanmerkingen te hebben op de vergunningaanvraag. Daarnaast hebben wij op 5 maart een advies van Brandweer Fryslân ontvangen waarin zij aangeven geen noodzaak te zien in het maken van opmerkingen bij de aanvraag. Activiteitenbesluit milieubeheer In het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) zijn voor bepaalde activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In bijlage 1, onderdelen B en C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd en kan sindsdien ook op inrichtingen met een IPPC-installatie van toepassing zijn. Op type C inrichtingen, die vergunningplichtig zijn, kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. De inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd, wordt aangemerkt als een type C inrichting. De ingediende aanvraag zullen wij conform de van 2 februari 2015 tevens als een melding Activiteitenbesluit behandelen. Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling: Afdeling 2.4 Bodembeschermende voorzieningen. - 5 / 8 - Ons kenmerk: FUMO

6 FUMb Bodembeschermende voorzieningen In de omgevingsvergunning van 10 september 2011 zijn voorschriften opgenomen ten aanzien van de bodembeschermende voorzieningen. Op basis van artikel 6.1 lidi van het Activiteitenbesluit geldt er 3 jaar overgangsrecht voor deze voorschriften. De bodemvoorschriften uit de vergunning worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften. Dit betekent dat de voorschriften van de vergunning op dit moment nog geldend zijn. Na 1 januari 2016 is het Activiteitenbesluit geldend en kunnen er nieuwe maatwerkvoorschriften worden gesteld ten aanzien van de bodembeschermende maatregelen. - 6/8 - Ons kenmerk: FUMO

7 FUIVLb 3 Inhoudelijke overwegingen Toetsing voorwaarden Wabo De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet. Wij overwegen hierbij het volgende. Toetsing gevolgen milieuneutrale verandering Toetsing gevolgen milieu Afvalstoffen Wij hebben de wijziging beoordeeld conform voorschrift van de aan u verleende omgevingsvergunning van 10 september De verandering betreft de acceptatie en de tijdelijke opslag van mogelijk verontreinigd ijzer en asfalt. Deze afvalstromen zullen worden opgeslagen op de locatie zoals aangegeven in de aanvraag en zullen daarna worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Er vinden geen bewerkingen plaats van de afvalstoffen. In de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangegeven dat de acceptatie van de aangevraagde afvalstoffen zal worden uitgevoerd conform het AV-beleid (acceptatie en tijdelijke opslag partijen afvalstoffen) behorend bij de vergunning van De acceptatie en de opslag van ijzer en asfalt is van dien aard dat het aanverwant is aan de reeds vergunde afvalstoffen. De gevolgen voor het milieu als gevolg hiervan zijn niet anders dan voor de reeds vergunde stoffen. Geluid De veranderingen leiden niet tot andere of grotere nadelige gevolgen wat geluid betreft. De indeling van de inrichting zal niet worden aangepast. Er zal gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur. De tijdelijk opgeslagen tonnen ijzer en asfalt en de daarmee samenhangende vervoersbewegingen zullen de totale vergunde capaciteit niet overschrijden waardoor er geen toename van geluid zal plaatsvinden. Bodem In de vergunning van 2011 zijn bodembeschermende voorzieningen binnen de inrichting voorgeschreven. De gehele inrichting is voorzien van een geomembraanbaksysteem van 2 mm dik HDPE-folie. Dit systeem gecombineerd met een periodieke grondwaterbemonstering borgt de bescherming en de beheersing van de bodembelasting voldoende. - 7/8 - Ons kenmerk: 2015-FUMO

8 FUIV[b De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Overige aspecten De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn van de milieubelasting. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu. Toetsing geen andere inrichting Op basis van de in de aanvraag opgenomen beschrijving van de verandering kan worden opgemaakt dat de verandering niet leidt tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een vergunning is verleend. Toetsing milieueffectrapportage Er hoeft bij deze aanvraag geen milieueffectrapport (MER) te worden ingediend. De reden hiervoor is dat de in de aanvraag beschreven voorgenomen activiteiten niet zijn vermeld in de eerste kolom van onderdeel C en/of onderdeel D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage (besluit m.e.r.). Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het milieuneutraal veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. - 8 / 8 - Ons kenmerk: FUMO