Onderwerp Zienswijzen op ontwerp provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit - Besluitvormend

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderwerp Zienswijzen op ontwerp provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit - Besluitvormend"

Transcriptie

1 BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 11 februari 2014 nummer: 2014_BW_00094 Onderwerp Zienswijzen op ontwerp provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit - vormend Beknopte samenvatting Het college wordt voorgesteld in te stemmen met de opgestelde gezamenlijke zienswijze van de 6 Bollengemeenten en kennis te nemen van de opgestelde zienswijze van Holland Rijnland op de ontwerp provinciale structuurvisie Visie Ruimte en Mobiliteit en bijbehorende documenten. Bevoegd portefeuillehouder: John Stuurman Betrokken portefeuillehouder: Leo van der Zon HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF Bijgevoegde bijlage(n): Bijlage 1 - Zienswijze B6 op ontwerp VRM Bijlage 2 - (Concept)zienswijze Holland Rijnland op ontwerp VRM MOTIVERING Volgende feiten gaan aan de beslissing vooraf: Het college van Gedeputeerde Staten (GS) heeft de ontwerp provinciale structuurvisie "Visie Ruimte en Mobiliteit" (VRM) vrijgegeven voor terinzagelegging in de periode van 8 januari 2014 tot en met 18 februari In de ontwerpvisie en bijbehorende documenten beschrijven GS het provinciale beleid, de regels en de wijze van uitvoering voor de ruimtelijke ontwikkeling en het mobiliteitsbeleid in de provincie Zuid-Holland. De totale visie omvat de volgende ontwerpdocumenten en zijn te raadplegen op - Visie Ruimte en Mobiliteit; - Verordening Ruimte; - Programma Ruimte; - Programma Mobiliteit; p 1 van 94

2 Ook de PlanMER Visie Ruimte en Mobiliteit en de PlanMER Windenergie Goeree-Overflakkee liggen ter inzage. Een ieder kan gedurende de termijn dat de VRM ter inzage ligt een zienswijze indienen. De 6 Bollengemeenten (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) hebben hun krachten gebundeld en een gezamenlijke zienswijze opgesteld, waarbij ook aandacht is geschonken aan de plaatselijke onvolkomenheden van de VRM. Ook Holland Rijnland heeft een zienswijze opgesteld. In de bijlagen bij dit voorstel zijn de zienswijzen opgenomen. Deze beslissing wordt genomen om volgende redenen: 1.1 De zienswijze behartigt de belangen van de Bollenstreek en de gemeente Teylingen. Het indienen van een zienswijze biedt de 6 Bollengemeenten de mogelijkheid om de regionale (Bollenstreek) en lokale ruimtelijke belangen op provinciaal niveau op de kaart te krijgen. De opgestelde zienswijze is te lezen in de brief aan Gedeputeerde Staten in bijlage 1 van dit besluit. Omdat de uitwerking van de nieuwe sturingsfilosofie van de provincie Zuid-Holland in de VRM grote nadelige gevolgen voor de Bollenstreek heeft (o.a. het verdwijnen van de rode contouren), is de opgestelde zienswijze vrij uitgebreid. Daarnaast is vanuit Teylingen in de zienswijze aandacht besteed aan de Roodemolenpolder, Sportpark Elsgeest en Hooghkamer. In de bijlage van de zienswijze zijn ook nog detailopmerkingen opgenomen. 1.2 De zienswijze moet binnen de gestelde termijn ingediend worden. De zienswijzentermijn loopt van 8 januari tot en met 18 februari Zienswijzen die na deze termijn in worden gediend worden in principe niet in behandeling genomen. 1.3 De bedenkingen op de (concept) VRM zijn in de vorm van een Manifest door de portefeuillehouders Ruimte ook al een keer aan de gedeputeerde overhandigd en met de gedeputeerde besproken. 1.4 De zienswijze is in goede samenwerking met de 6 Bollengemeenten opgesteld. Sinds december 2013 hebben diverse gesprekken plaatsgevonden op ambtelijk en bestuurlijk niveau om de zienswijze op te stellen. 3.1 Op deze wijze bent u op de hoogte van de zienswijze die namens het bestuur van Holland Rijnland wordt ingediend. De zienswijze van Holland Rijnland is opgenomen in bijlage 2 van dit besluit. 4.1 Het is wenselijk de commissie Ruimte hiervan op de hoogte te brengen. De zienswijze van de 6 Bollengemeenten is gebaseerd op door de raad vastgestelde beleidskaders, waarbij het in dit geval met name gaat om de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport en de gemeentelijke Toekomstvisie 'Vitaal en Vernieuwend'. Beslist het volgende: BESLISSING p 2 van 94

3 punt 1: In te stemmen met de opgestelde zienswijze van de 6 Bollengemeenten op de Ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit. punt 2: Wethouder D. Binnendijk van de gemeente Katwijk te machtigen namens het college de zienswijze te ondertekenen en in te dienen. punt 3: Kennis te nemen van de opgestelde zienswijze van Holland Rijnland op de Ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit. punt 4: De commissie Ruimte in kennis te stellen van dit besluit. BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Ruimte Ruimtelijke Ontwikkeling Financiële consequenties: BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Bijlage 1 - Zienswijze B6 op ontwerp VRM Bijlage 2 - (Concept)zienswijze Holland Rijnland op ontwerp VRM p 3 van 94

4 Bijlage 1 - Concept Zienswijze B6 28 jan 2014.pdf 1 Zienswijze provinciale ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit: regionaal maatwerk met stabiliteit en continuïteit in provinciaal ruimtelijk beleid en regelgeving voor een vitale Greenport Duin- en Bollenstreek Gezamenlijke reactie van de 6 bollengemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland t.a.v. mw. H. Maagdenberg Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Postbus LP Den Haag Contact: A.Rustenhoven Telefoon: (071) E- mail: a.rustenhoven@katwijk.nl Bijlagen: 3 Geachte dames en heren, Collegeconcept, 4 februari 2014 Het afgelopen jaar zijn wij intensief betrokken bij de totstandkoming van uw ontwerpvisie Ruimte en Mobiliteit. Het is prettig te constateren dat provincie en gemeenten gezamenlijk het belang erkennen van een sterke en vitale Greenport Duin- en Bollenstreek. Tevens ervaren wij een duidelijke wil om beleid en vernieuwing voor onze Greenport goed op elkaar af te stemmen. Daarmee is op onderdelen een begin gemaakt in de nu ter visie liggende ontwerpvrm en bijbehorende stukken. Tot ons genoegen hebben de leden van de Statencommissies er bij gedeputeerde Veldhuijzen op aangedrongen om samen met onze regio aparte arrangementen te maken voor de door ons aangegeven specifieke problematiek en opgaven. We zien dat als een belangrijke erkenning van de bijzondere positie van de Duin- en Bollenstreek en de bijdrage daarvan aan goed functionerende hoogwaardige ruimte voor wonen, economie, toerisme, voorzieningen en mobiliteit op een hoger schaalniveau. Bij de Statencommissiebehandeling van de ontwerpvrm op 18 december 2013 heeft uw gedeputeerde aangegeven daar in april 2014 bij de Statencommissie op terug te komen, mede aan de hand van de Zienswijze van de zes Bollengemeenten. Het belangrijkste doel van deze Zienswijze is dan ook om hiervoor een inhoudelijke aanzet te geven. Deze kan dan hierna samen met de provincie worden uitgewerkt tot een regiospecifieke sturingsfilosofie en bijbehorende regelgeving ter vaststelling in de VRM deze zomer door Provinciale Staten. Wij waarderen deze toezeggingen zeer. Wij zien deze dan ook als een logische en constructieve vervolgstap in de samenwerking tussen de provincie en de Bollengemeenten om tot een duurzaam p 4 van 94

5 2 en effectief beleidskader te komen, dat werkelijk uitnodigt tot de door beide partijen gewenste ontwikkelingen in onze Greenport. Wij verzoeken hierbij formeel om in samenspraak met ons vóór de vaststelling van de VRM tot een voor de Duin- en Bollenstreek geschikte vorm van gebiedsgericht maatwerk te komen met een beleidskader en sturingsfilosofie, die duurzaam ruimte bieden voor de verwachte stedelijke ontwikkelingen en planologische rust bieden in het buitengebied, om het herstructurerings- en vernieuwingsproces van het bollen- en bloemencomplex te versterken. Hiermee kunnen dan innovatie van het bollen- en bloemencluster, verbetering van het landschap en een gezonde sociaal- economische ontwikkeling met volle kracht worden voortgezet, ook voor de lange termijn. Gezien het proces dat wij met de provincie hebben doorlopen, spreken wij het vertrouwen uit in goed overleg tot een voor beide partijen werkbare sturingsfilosofie, beleid en regelgeving te komen, die voor de lange termijn continuïteit bieden voor de verwachte stedelijke ontwikkelingen en verdere vernieuwing van onze Greenport. In Bijlage 1 doen wij hiervoor een voorzet met een aantal uitgangspunten, opties en eerste aanzet voor een alternatieve sturingsfilosofie. In Bijlage 3 treft u onze meer gedetailleerde opmerkingen over de ontwerpverordening Ruimte, het ontwerpprogramma Ruimte, het ontwerpprogramma Mobiliteit en de kaarten in alle documenten. Allereerst schetsen wij kort het bijzondere karakter en de betekenis van onze Greenport, omdat deze unieke situatie de reden is voor het ontwerpen van gebiedsgericht maatwerk. Hier aan gerelateerd gaan wij per thema verder in op het voorgestelde beleid in de ontwerpvrm. 1. Ons kader en uitgangspunt: betekenis van de Greenport en de opgaven In onze Greenport wonen ruim mensen en werken er ruim Het wonen is er gewild in de aantrekkelijke omgeving tussen kust, plassen, en bollen, terwijl de mainports en de rest van de Randstad dichtbij zijn. De Duin- en Bollenstreek kent een sterke economie, die met een uniek bollencomplex een van de belangrijke Greenports in Nederland vormt. Onze Greenport toont haar kracht door slim in te spelen op veranderingen op de wereldmarkt, te innoveren, meer toegevoegde waarde te creëren en duurzamer te produceren. Om dit te versnellen is onlangs een nieuwe uitvoeringsorganisatie opgericht met een Economic Board. De Greenport Duin- en Bollenstreek telt vijf economische clusters, die nauw met elkaar zijn verbonden en versterken: 1. De teelt van bloembollen, bloemen en vaste planten en de glastuinbouw (vrijwel volledig sierteelt). 2. De handel in en export van sierteeltproducten. 3. De veilingen. 4. Het toerisme. 5. Het overige bedrijfsleven en kennisinstellingen. Uit een recent onderzoek in opdracht van onze GOM en de Rabobank komt naar voren dat deze clusters werkgelegenheid bieden aan ongeveer 6000 mensen (Fte), ofwel 9% van de regio Duin- en Bollenstreek. De toegevoegde waarde bedraagt zo n 450 miljoen, 10% van het regionaal totaal dat ruim 4 miljard bedraagt. 70 % van de toegevoegde waarde wordt gegenereerd door de handel. In het buitengebied bevindt zich ruim 2600 ha 1 e klas bollenteeltgrond die hiermee nauw is verbonden. In de toeristische sector werken 3500 mensen in de regio die een toegevoegde waarde creëert van 176 miljoen. Maar de impact is veel groter. Bloeiende bollen in onze streek zorgen voor een stabiele verlenging van het toeristenseizoen in Nederland en zijn langzamerhand een icoon geworden voor Nederland in de wereld. p 5 van 94

6 3 De groei van het bollencomplex heeft echter ook negatieve sporen achter gelaten op het landschap. Daarnaast brengen modernisering en schaalvergroting de komende 20 jaar verdergaande ruimtelijk- economische dynamiek. Om dit proces van herstructurering en landschapsverbetering ook daadwerkelijk van de grond te krijgen, hebben wij in 2010 de GOMDB opgericht met een investeringsprogramma in uitvoering van maar liefst 70 miljoen. Hiermee zijn eerste goede resultaten geboekt. We laten daarmee tevens zien dat de vitalisering en innovatie van onze Greenport een serieuze zaak is, die we met kracht willen voortzetten. Onze Greenport kent ook een aanhoudende eigen woningbehoefte die alleen al tot 2020 de bouw van ruim extra woningen vraagt (cijfer op basis van WBR 2013 provincie Zuid- Holland, bijlage 2). Daarnaast ligt er een belangrijke bovenregionale bouwopgave van 4900 woningen tot 2020, waarover uw provincie met die van Noord- Holland harde afspraken heeft gemaakt in het kader van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek. Dat geeft tot 2020 een totale opgave voor onze Greenport van woningen. De plancapaciteit in de Duin- en Bollenstreek van de huidige woningbouwprogrammering tot 2020 bedraagt momenteel naar schatting woningen. Hieruit blijkt al dat onze Greenport de huidige bouwlocaties binnen de huidige bebouwingscontouren (dus zowel binnen als aangrenzend bestaande stads- en dorpsgebieden) keihard nodig heeft. Samengevat zijn enkele kernopgaven voor onze Greenport: Verbetering van de kwaliteit van het landschap (open maken, opschonen verrommeling, aanbrengen landschapselementen). Herstructurering en vernieuwing van het Bollen- en bloemencluster. Accommoderen van de eigen behoefte aan wonen, werken en voorzieningen. Accommoderen van enkele gespecificeerde bovenregionale behoeftes, waarvoor bestuurlijke afspraken bestaan in het kader van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek en Valkenburg. Voor de eerste twee aspecten is mede de GOM opgericht, waarbij de opbrengst van de exclusieve verkoop van bouwtitels voor Greenportwoningen hét middel is om dit proces op gang te brengen en te financieren. Nodig is daarom een integrale benadering om de opgaven van de Greenport Duin- en Bollenstreek op een effectieve manier aan te pakken. Dat gaat verder dan een goede borging in het provinciaal beleid van de bouw van de Greenportwoningen. De huidige sturingsfilosofie in de provinciale structuurvisie, met bebouwingscontouren en de bijbehorende Verordening Ruimte, hebben we daarbij als uiterst relevant ervaren. De Verordening Ruimte is in ruimtelijk ordeningsrecht zelfs een essentiële schakel in de afdwingbaarheid van bollengrondcompensatie en het zeker stellen van bouwtitels. De gehele VRM met alle bijbehorende documenten vormen samen met onze ISG en de Grex een zorgvuldig gewoven kader, waarbinnen alle gewenste ontwikkelingen op een goede manier kunnen plaatsvinden. De bebouwingcontouren zorgen voor duidelijkheid voor zowel de gewenste stedelijke ontwikkelingen als die in het buitengebied. Wat wij als groot voordeel ervaren is dat door deze planologische rust de bereidheid te investeren in het bollencomplex en het landelijk gebied duidelijk toeneemt. Tevens ontstaat hieruit een dempende werking op de grondprijzen in het buitengebied. Dit bevordert het herstructureringsproces. Daarnaast bevatten de bebouwingscontouren de ontwikkelruimte die nodig is om de eigen stedelijke behoefte en de afgesproken bovenregionale opgave te accommoderen tot Daarbij zal er op de korte termijn eerder sprake zijn van temporisering van ontwikkelingslocaties dan van het schrappen van vermeende overcapaciteit. p 6 van 94

7 4 Het voorgaande vormt dus ons kader en uitgangspunt voor ons commentaar in deze Zienswijze, waarop wij hierna verder per thema ingaan. 2. Sturingsfilosofie die vorm geeft aan decentrale uitnodigingsplanologie Op hoofdlijnen zagen we uw Koersnotitie als een redelijk geslaagd middel in de herziening naar een actuele provinciale structuurvisie. Deels gedwongen door radicale veranderingen op sociaal, economisch en technologisch terrein en deels nodig omdat grote wereldvraagstukken op gebied van klimaat en energie dit eisen. Daarnaast vraagt veranderde wet- en regelgeving, zoals de nieuwe Omgevingswet, een eigentijds planningsinstrumentarium. Hoewel de Koersnotitie nog uitdagend een vertaling beloofde van het nieuwe denken in de op handen zijnde Omgevingswet, is daar in de ontwerpvrm weinig van over. In plaats van vorm te geven aan uitnodigingsplanologie, een Ja- mits- beleid, vereenvoudiging van regelgeving en decentrale beleidsvoering om economisch en bouwend Nederland weer in beweging te krijgen, ademt de ontwerpvrm sterk een Nee- tenzij- benadering uit met een complex woud aan centralistische regelgeving en afwegingskaders. Feitelijk bevat de nieuwe sturingsfilosofie een drievoudige sturing: op woningaantallen, op (BSD- )contouren en op criteria voor de inrichting en benutting van stedelijk en landelijk gebied. Met dit alles geeft de provincie minder ruimte aan gemeentelijke afwegingen en regionaal maatwerk. Daarmee dreigt de provincie af te drijven van de geest van de Omgevingswet, met teveel centralistische regelgeving, die eerder vertragend en belemmerend werkt dan uitnodigend en versnellend. Zo dreigen hierdoor in de Greenport Duin- Bollenstreek belangrijke goed lopende, taaie en breekbare processen voor de vernieuwing van de stedelijke gebieden en het buitengebied ernstig te worden verstoord. In dit verband willen wij ook op het belang wijzen voor de regionale economie van een sturingsfilosofie die regionaal en lokaal maatwerk levert. Juist dat stimuleert initiatieven van onderop, van burgers, bedrijfsleven en organisaties. Dit vraagt een nieuwe vorm van samenwerking met de provincie, verandering van rol en een cultuuromslag in de manier van werken, zoals ook in de recente Statencommissievergadering is bevestigd. Wij verzoeken daarom in het bijzonder om in de VRM vorm te geven aan op decentrale uitvoering gerichte uitnodigingsplanologie, stoelend op een helder stimulerend Ja- mits beleid met sterk vereenvoudigde regelgeving en minder stringente provinciale afwegingskaders. Daarmee beantwoordt de VRM dan tevens meer aan de uitgangspunten van de Omgevingswet. Tevens menen wij dat het daarbij voor de hele provincie beter is om een andere sturingsfilosofie te ontwerpen, die niet gebaseerd is op genoemde drievoudige provinciale sturing, maar meer ruimte geeft aan gemeentelijke afwegingen en regionaal maatwerk. Zoals eerder aangegeven, opteren wij om in ieder geval voor de Greenport Duin- en Bollenstreek regionaal maatwerk mogelijk te maken, stoelend op de hiervoor bepleite principes. 3. Huidige bebouwingscontouren handhaven in sturingsfilosofie Zoals wij eerder in ambtelijk en bestuurlijk overleg en aan de Statencommissieleden hebben aangegeven, ervaren wij de essentie van de voorliggende VRM- stukken als bedreigend voor het met veel energie in gang gezette vernieuwingsproces naar een duurzaam vitale Greenport Duin- en Bollenstreek. Wij doelen hiermee vooral op de negatieve consequenties van de voorgestelde sturingsfilosofie: het terugbrengen van de huidige bebouwingscontouren naar de grenzen van de bestaande stads- en dorpsgebieden in combinatie met het hanteren van regionale woningbehoeftes en diverse afwegingskaders. In het geval de contouren worden gereduceerd tot de bestaande stads- en dorpsgebieden kunnen allerlei buitengebieden opnieuw in discussie komen voor mogelijke verstedelijking. Voor de door gemeenten en provincie gewenste herstructurering van de Greenport Duin- en Bollenstreek is dit p 7 van 94

8 5 funest: alleen al discussies over nieuwe verstedelijkingsopties wakkeren grondspeculaties aan met prijsopdrijvende effecten. Hierdoor dreigt het belangrijke werk van de GOM, en daarmee de gehele herstructurering, te stagneren. De GOM is juist gebaat bij lagere grondprijzen en planologische stabiliteit. Daarnaast zal de voorgestelde sturingsfilosofie nodeloos vertragend werken op de gewenste woningbouw en bedrijvenontwikkeling. Tevens vinden wij dat de provincie rekening moet houden met bestuurlijke afspraken met gemeenten over de ontwikkeling van bepaalde woningbouwlocaties, zoals Bronsgeest in Noordwijk, Hooghkamer in Teylingen en Bavo in Noordwijkerhout (als rechtsopvolger van plan Zebra uit de gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek). Dat zal ook moeten gelden voor bestaande afspraken over bijvoorbeeld bouwclaims en grondverwervingen bij voorgenomen bouwprojecten en (bestemmings- )plannen. In veel gevallen bestaan daarvoor grondexploitaties en/of zijn er al afspraken gemaakt met ontwikkelende marktpartijen. Wij willen hierbij nog eens het belang benadrukken van het bieden van een consistent lange termijnperspectief in het provinciaal ruimtelijk beleid. Het hoeft geen betoog dat ontwikkeling van bouwlocaties van enig formaat doorgaans lange voorbereidingstijden kennen, vaak wel twintig jaar. Omdat alle prognoses steeds blijven wijzen op een aanhoudende woningbehoefte, ook na 2030, vinden wij het noodzakelijk de locaties, die daar nu al voor zijn gereserveerd, in het provinciaal beleid te handhaven. Deze locaties zijn tevens bestemd om de woningbouw te accommoderen van de bovenregionale behoefte van 4900 woningen tot 2020, die is afgesproken binnen de Gebieds- uitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek. Betreffende locaties zijn zorgvuldig afgewogen en gekozen in onze Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek en opgenomen binnen de huidige contouren van de provinciale structuurvisie. Dan is er nog een belangrijk argument om bestaande ontwikkelingslocaties voor woningbouw en bedrijventerreinen binnen de contouren te houden. Duidelijk is te merken dat de economie weer aantrekt. De Bollenstreek is en blijft een aantrekkelijk gebied, waarin zelfs tijdens de crisis op veel locaties nog gebouwd is, zij het in een lager tempo. Samen met marktpartijen zullen we daarom snel moeten kunnen inspelen op kansen om nieuwe aantrekkelijke woon- en werkmilieus te creëren. Het terugleggen van de contouren naar de bestaande stads- en dorpsgebieden (BSD) zal vertragend werken door alle extra overleg en besluitvorming vanuit de voorgestelde provinciale regelgeving (zoals toepassing van de duurzaamheidsladder voor verstedelijking). Juist hier speelt de noodzaak om te kunnen vertrouwen op een uitnodigend Ja- mits beleid en niet te stuiten op een nodeloos vertragend Nee- tenzij beleid. Tot slot vragen wij aandacht voor een bijzondere situatie in de gemeente Lisse. Het gebied Geestwater, gelegen ten noorden van de Tweede Poellaan en ingeklemd door de Ringsloot, is de laatste uitleglocatie van Lisse. Dit gebied ligt nu binnen de huidige rode contour, maar óók geheel binnen de 20 Ke contour van Schiphol. Vanwege de komst van stillere vliegtuigen en het mogelijk verleggen van vliegroutes, willen we deze locatie beschikbaar houden voor woningbouw. Kortom, het voorstel in de ontwerpvrm en het ontwerpprogramma Ruimte om mogelijk tot planreductie over te gaan, is voor onze Greenport zeer onverstandig en wat ons betreft niet aan de orde, gezien de bestuurlijke afspraken, lange planprocedures, verwachte aanhoudende woningbehoefte tot 2030 en realisering van bovenregionale opgaven. Wij verzoeken daarom in de provinciale sturingsfilosofie de huidige bebouwingscontouren en de daarin aanwezige ruimte voor stedelijke ontwikkelingen in de Duin- en Bollenstreek te handhaven voor de korte en lange termijn (minimaal tot 2030). Dit is een essentiële voorwaarde voor het slagen van ons ambitieuze proces naar de totstandkoming van een duurzaam vitale Greenport Duin- en Bollenstreek. p 8 van 94

9 6 4. Duurzaamheidsladder en regionale woningprogramma s Vanuit de voorgestelde toepassing van de duurzaamheidsladder komt feitelijk het oude contingenteringssysteem in een andere vorm terug via regionale woningprogramma s. Ondanks dat door de provincie wordt betoogd dat dit systeem gemeenten meer vrijheid geeft, is het omgekeerde juist het geval. Bovendien zijn er over de toepassing van de duurzaamheidsladder tal van onduidelijkheden. Dit alles vinden wij ongewenst. In het vigerende provinciaal beleid heeft toepassing van de duurzaamheidsladder het karakter van een uitgebreide ruimtelijke onderbouwing. De werking hiervan is daarom te kwalificeren als een Ja- mits beleid. Wij kunnen ons daarin vinden. Echter in de ontwerpvrm worden alle huidige uitbreidingslocaties in beginsel geschrapt, vanwege het reduceren van de contouren tot de BSD. Uitleglocaties zullen dan opnieuw moeten worden beargumenteerd, waarbij toepassing van de duurzaamheidsladder een groot risico geeft voor een negatief provinciaal standpunt. Immers, de provincie wil blijkens de ontwerpvrm vooral in de grote steden bouwen en bij bepaalde stations daarbuiten. Hierin is dus een verschuiving van Ja- mits naar Nee- tenzij, waarin wij ons niet kunnen vinden. Als eerder aangegeven werkt dit hele systeem van toepassing van de duurzaamheidsladder, regionale woningcontingentering en hantering van BSD naar onze mening vertragend en contraproductief in plaats van stimulerend naar nieuwe initiatieven die zo hard nodig zijn. Want als de crisis voorbij is, willen wij snel kunnen inspelen op nieuwe initiatieven en verhuisbewegingen. Wij verzoeken u daarom de duurzaamheidsladder te hanteren als in het vigerende provinciale beleid, waarbij feitelijk een nadere onderbouwing wordt geleverd bij de voorgenomen ontwikkeling, die ruimtelijk al is geborgd binnen een contourensystematiek (zie ook de voorzet daarvoor in Bijlage 1). Tevens geven wij u in overweging af te zien in de provinciale sturingsfilosofie van het hanteren van regionale woningbouwprogramma s. Wij zien dat als een ongewenste vorm van contingentering die een drievoudige sturing veroorzaakt. Het is aan de regio s en de markt om samen tot een goede programmering van aantallen, soorten en locaties van woningen te komen. Provinciale woningbehoefteramingen en bevolkingsprognoses zijn daarbij een welkom richtsnoer maar mogen geen randvoorwaarde vormen. Juist door het loslaten hiervan op provinciaal niveau ontstaan naar onze mening op regionaal en gemeentelijk niveau de noodzakelijke creatieve kwaliteitsimpulsen om tot afstemming van de capaciteit, versnelling van nieuwe duurzame ontwikkelingen te komen van de beschikbare locaties binnen de contouren. In het geval u wilt besluiten om te blijven sturen op regionale woningbouwprogramma s verzoeken wij u voor onze Greenport expliciet de bovenregionale behoefte van 4900 woningen toe te voegen aan de regionale woningbehoefte met de aantallen uit de WBR Maatschappelijke tegenprestatie en Ruimte voor ruimteregeling Het vragen van een maatschappelijke tegenprestatie bij de ontwikkeling van nieuwe uitleglocaties voor woningbouw ervaren wij als onnodig en dus overbodig. Er is geen behoefte aan nog meer regelgeving en een verdere afroming van opbrengsten voor mogelijk andere doeleinden, zeker niet in deze economisch zware tijd. Bovendien is dit voorstel in de ontwerpvrm slecht uitgewerkt en is er nog te veel onduidelijkheid over. Ook de Statencommissieleden hebben hierop gewezen. Daarbij komt dat in onze Greenport al een systeem van tegenprestatie functioneert en wij tevreden zijn met de werking van de huidige Ruimte- voor- ruimteregeling. Van groot belang voor de voortgang van het herstructureringsproces in onze Greenport is het alleenrecht van de GOM op de verkoop van bouwtitels om daarmee onder meer het landschap te verbeteren. Het bieden van dergelijke mogelijkheden aan derden, in welke vorm dan ook, willen wij daarom te allen tijde voorkomen. p 9 van 94

10 7 Wij verzoeken u daarom af te zien van het hanteren van verdere vormen van maatschappelijke tegenprestatie, dit de schrappen in de VRM en de huidige Ruimte- voor- ruimteregeling te herstellen, bijvoorbeeld door een goede borging in de Verordening Ruimte. 6. Greenport: positie, belang, betekenis en doelstellingen In de ontwerpvrm is de aandacht voor het belang, de kwaliteiten, de vernieuwingsslag en de positie van onze Greenport verbeterd ten opzichte van de vorige versie, maar nog altijd mager. In het ontwerpprogramma Ruimte is een aantal doelstellingen ten aanzien van de Greenport Duin- en Bollenstreek verwoord. Deze komen overeen met de doelen in de vigerende provinciale visie en kunnen worden onderschreven. In Bijlage 2 geven wij u een beknopt overzicht van een aantal aspecten, met het verzoek hieruit te putten voor een betere en uitgebreidere beschrijving in de VRM. Wij vinden het van groot belang dat er ook beleidslijnen, ambities, doelen in het provinciaal beleid staan en niet alleen programmapunten, want die kunnen eenvoudig wijzigen. Onze Greenport heeft absoluut duidelijkheid nodig op strategische hoofdpunten voor de lange termijn. Die moeten in de VRM zelf komen te staan. Gezien de belangrijke bijdrage van ons gebied aan het product en gezicht van een uniek deel van de provincie Zuid- Holland, verzoeken wij deze aspecten (zie ook Bijlage 2) in een aansprekend integraal gebiedsperspectief te verwerken in de VRM, dat aansluit op het beleid in onze ISG. 7. Greenportwoningen Het moge duidelijk zijn dat het essentieel is dat de bouw van Greenportwoningen onverkort mogelijk blijft in het gehele buitengebied van de Duin- en Bollenstreek. Dit uitgangspunt vinden we goed terug in de ontwerpvrm. Daarnaast moet de bouw van deze 600 woningen absoluut de enige uitzondering blijven op het verbod van woningbouw in het buitengebied, waardoor de GOM exclusief bevoegd blijft tot het uitgeven van bouwtitels. Als eerder gesteld, dreigt door de mogelijkheid van invoering van andere vormen van maatschappelijke tegenprestatie dit exclusieve recht te worden verstoord. Het nu zorgvuldig op elkaar afgestemde en goed gebouwde stelsel van provinciaal beleid- verordening- ISG en GOM is fundamenteel voor de verdere ontwikkeling van deze Greenport- woningen. Het alleen vasthouden aan de ISG door gemeenten is daarbij niet voldoende. De huidige PSV/Verordening Ruimte werkt wel degelijk als slot op de deur bij particuliere initiatieven die zouden willen afwijken van de ISG. Minstens zo belangrijk is de afdwingbaarheid van de bollengrond- compensatieregelgeving en van de bouwtitels. Wij verzoeken om in de VRM en de Verordening beter te borgen dat de bouw van de 600 Greenportwoningen absoluut de enige mogelijkheid is voor woningbouw in het buitengebied, naast Ruimte- voor- ruimtewoningen lintwoningen en woningen in vrijkomende agrarische bebouwing, waardoor de GOM exclusief bevoegd blijft tot het uitgeven van bouwtitels. 8. Kantoren Voor het goed functioneren van onze Greenport is ook een gezonde kantorenvoorraad van belang. Er is immers sprake van een breed vertakt Bollen- en Bloemencluster, dat ook baat heeft bij voldoende geschikte, veelal kleinschalige kantoren in het gebied. Uit ambtelijke uitleg hebben wij begrepen dat de realisering van kantoren met een lokaal verzorgingsgebied altijd mogelijk is, ongeacht hun grootte. Dit vinden wij positief. Op een fors aantal andere punten sluit het provinciaal beleid niet aan bij de Kantorenstrategie van Holland Rijnland, die op verzoek van de Provincie is opgesteld. Voor onze Greenport is vooral van belang dat de voorgestelde beperking van 1000 m 2 per vestiging voor kleinschalige zelfstandige kantoren wordt gesteld op 2500 m 2. Daarmee kunnen we voldoende ruimte houden voor behoud en groei van lokale werkgelegenheid. Wij verzoeken dat te verwerken in de VRM en de Verordening Ruimte. In de ontwerpvrm zijn in het ruimtelijk beleid de gebouwen van scienceparken, zoals het Estec in p 10 van 94

11 8 Noordwijk, onder eenzelfde noemer gevat als kantoren. Gezien het totaal verschillende karakter, dynamiek en locatie- eisen vinden we dat onjuist en verzoeken wij dit te ontkoppelen in de VRM en science parken de nodige ontwikkelingsruimte te bieden. Huidige en toekomstige leegstand is ook onze zorg en verantwoordelijkheid. Alleen de dubbele sturing die de provincie nu voorstaat op m 2 en locaties vinden we ondoelmatig, omdat daarmee eventuele nieuwbouw op goede plekken wordt beperkt. Wij pleiten voor een sturing op locaties in goed overleg met de regio en verzoeken dit op te nemen in de VRM. 9. Bedrijventerreinen Een adequate bedrijventerreinvoorraad en programmering, die ook kwalitatief aansluit op de huidige en toekomstige vraag, is van groot belang voor goed functionerende clusters in onze Greenport. Wij staan positief ten aanzien van het provinciaal beleid om waar mogelijk meer functiemenging tussen wonen en werken toe te staan, zoals voorgesteld voor bedrijven in categorie 1 en 2. Vooral omdat dat juist in de Duin- en Bollenstreek lokale, veelal kleine bedrijventerreinen van minder dan 5 ha, vaak tegen de dorpskernen aan liggen. Bij bedrijventerreinen met milieucategorie 3 wordt wonen toegestaan indien dit andere bedrijven niet belemmert. Ook dit vinden wij een positieve ontwikkeling, omdat hierdoor meer mogelijkheden ontstaan voor meer diverse functies en werkgelegenheid. Kanttekening is wel, dat dit ten koste kan gaan van toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van reguliere bedrijvigheid. Een ander nadeel is het mogelijke verdringingseffect van bedrijven in de hogere milieucategorieën zonder dat er ruimte is voor alternatieve locaties. Het beschikbaar houden van voldoende ruimte voor deze bedrijven blijft belangrijk. Dit geldt vooral ook voor nieuw te vestigen grote- oppervlakte- bedrijven. Positief blijft, dat gemeenten op dit thema meer mogelijkheden krijgen om hierin een eigen goede afweging te maken. Kenniscentra en scienceparken in de regio Holland Rijnland (Bio Sience Park en Space Business Park) kennen een eigen specifieke ruimtelijke dynamiek. Deze komt nauwelijks tot zijn recht in de VRM. Dit geldt feitelijk ook voor de bijzondere regionale bedrijventerreinen in de Bollenstreek: het innovatieve Flower Science Park bij Lisse en het regionale agrarische, bovenlokale bedrijventerrein Bulb Trade Park aan de Delfweg in Noordwijkerhout. Toepassing van een behoudend beleid past niet bij het creëren van het gewenste internationale topmilieu in deze gebieden en in heel Zuid- Holland. Wij willen benadrukken dat in internationaal opzicht alles in Zuid- Holland dicht bij elkaar ligt en dat daarmee een Flower Science Park en een Delfweg ook op internationaal speelveld kunnen concurreren. Daarnaast moet worden nagedacht over de ruimtelijke consequenties van de ambities uit de Economische Agenda, zoals het versterken van de verbinding met het Spacecluster en de mogelijke oprichting van een Bollencampus. Wij verzoeken u in de VRM voor Space Business Park, Flower Science Park en Bulb Trade Park/Delfweg een bijzondere status in te stellen, waarvoor een dynamisch ruimtelijk beleid op maat mogelijk is. 10. Winkels Een aantrekkelijk en vitaal winkelklimaat zien wij als een essentieel onderdeel van onze Greenport. Want wonen, werken, winkelen en recreëren vormen een hechte eenheid. Een compact, compleet en comfortabel winkelaanbod vergroot tevens de aantrekkelijkheid van het toeristisch product en genereert extra bestedingen. Evenals de provincie erkennen wij de impact van het internetwinkelen op de detailhandelstructuur. Dat zal in sommige gebieden tot afname van het winkelvloeroppervlak en leegstand kunnen leiden. Wij ondersteunen het voorgestelde concentratiebeleid, waarbij per saldo het winkelaanbod buiten de hoofdstructuur afneemt. Daarbij moet echter wel ruimte zijn in het beleid voor maatwerk en p 11 van 94

12 9 fasering. Aan de andere kant biedt het internet ook kansen voor winkelcentra die zich meer op beleving gaan richten en slimme combinaties weten te maken met online- shopping. Het ruimtelijk beleid moet daarom ook kunnen inspelen op het ontstaan van nieuwe winkelformules. In de toekomst zullen er namelijk steeds meer nieuwe hybride winkel-, horeca-, recreatieve en andersoortige bedrijfsconcepten ontstaan om de klant te verleiden, mede door het toenemend belang van beleving en het gebruik van internet. Ook in woonwijken en op bedrijventerreinen slaat deze trend neer. Regelgeving (in bestemmingsplannen en in het provinciaal beleid) is hier nauwelijks op afgestemd. Vanuit de planologische praktijk is er behoefte aan flexibiliteit in de regelgeving om dergelijke nieuwe mengvormen niet te beperken maar te stimuleren. Dit heeft tevens positieve economische effecten. Wij verzoeken u in de VRM dieper op deze trend in te gaan en een stimulerend beleid te formuleren voor genoemde kansen. Detailhandelontwikkelingen boven m 2 binnen de centra moeten worden vergezeld worden van een DPO waarin aangetoond wordt dat het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast en er geen onaanvaardbare leegstand ontstaat. Wij missen hierbij het criterium ontwrichting van de winkelstructuur en verzoeken dit hieraan toe te voegen. Het gaat immers niet alleen om het woonklimaat maar ook om een aanvaardbare inpassing binnen de winkelstructuur zelf. In de ontwerpverordening Ruimte wordt vestiging van afhaalpunten voor internetverkoop alleen toegestaan op detailhandelslocaties om de centra te beschermen. Dit is wel een heel kleine stap als antwoord op een enorme ontwikkeling. Er wordt volledig voorbijgegaan aan een nieuw fenomeen dat niet te stoppen is: namelijk afhaalpunten langs de hoofdinfrastructuur en bij bepaalde (OV- ) knooppunten. Wij verzoeken u dit in het provinciaal beleid te verwerken. Terwijl de discussie met de provincie over de PDV- locatie Noordelijke Bollenstreek nog loopt, blijkt in de ontwerpvrm dat deze locatie al is geschrapt. Ambtelijk is vanuit de provincie toegelicht dat de plannen voor de PDV noordelijke Bollenstreek ook zonder een PDV status kunnen worden uitgevoerd. De vraag is of dit een oplossing is. Daarover zullen de betrokken gemeenten liefst op korte termijn met de provincie willen discussiëren. Ondanks de economische recessie heeft het DPO aangegeven dat clustering van perifere detailhandel voordelen biedt ten opzichte van individuele vestiging. De locatie Meer en Duin/Hillegom Zuid biedt tevens ruimtelijk goede mogelijkheden, goede bereikbaarheid en een centrale ligging in de Noordelijke Bollenstreek. De locatie nu schrappen zou de situatie frustreren. Wij verzoeken de PDV- locatie Noordelijke Bollenstreek te blijven benoemen als PDV opvanglocatie zodat de noordelijke Bollenstreek in ieder geval uitwijkmogelijkheden behoudt. 11. Mobiliteit Voor de gewenste ruimtelijk- economische ontwikkeling van onze Greenport is een goede bereikbaarheid cruciaal. De hechtere integratie in de nieuwe provinciale structuurvisie van het thema mobiliteit juichen we dan ook toe. In de hoofdlijnen van het beleid kunnen wij ons goed vinden. De meeste projecten in uw ontwerpprogramma Mobiliteit hebben een lange doorlooptijd en hebben nu een ander beleidskader gekregen, dat tevens vorm geeft aan de ook door ons gewenste continuïteit in beleid. Op deze plaats willen wij het belang van een goede infrastructuur voor de bereikbaarheid van onze regio blijven benadrukken. Al tientallen jaren kampt de Bollenstreek met volstrekt ontoereikende oost- westverbindingen. Realisatie van een goed ingepaste RijnlandRoute blijft daarom van groot belang voor de regio, in combinatie met capaciteitsverruimende maatregelen op bestaande oostwestverbindingen als de N444 en N443. Daarnaast moeten de projecten waarvoor de planvorming, namelijk de Duinpolderweg (N206- N205- A4), de Noordelijke Randweg Voorhout en de Hoogwaardig Openbaar Vervoerverbindingen Noordwijk Schiphol en Noordwijk Leiden, voortvarend uitgevoerd worden. De regio blijft graag in overleg met de provincie over een toekomstige realisatie van de Noordelijke Randweg Rijnsburg en capaciteitsverruimende p 12 van 94

13 10 maatregelen op de N444 en N443. Overigens willen wij u er op attent maken dat de Noordelijke Ontsluiting Greenport meer behelst dan de aanleg van de Duinpolderweg, zie verder Bijlage 3. Ter ondersteuning van recreatie en toerisme wil de regio samen met de provincie een fijnmazig wandel- en fietsnetwerk realiseren, waarbij ook aandacht nodig is voor fietssnelwegen. Voor verder commentaar op onderdelen van uw Programma Mobiliteit verwijzen wij naar Bijlage 3 van deze Zienswijze. Wij verzoeken u om een ruimtelijke reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg overeenkomstig alternatief 3 van de verkenning ter zake uit 2012 van de provincie Zuid- Holland op te nemen ter vervanging van de huidige reservering. Gemeenten maken geregeld gebruik van subsidiemogelijkheden voor projecten die de verkeersveiligheid bevorderen. In de OntwerpVRM is er vrijwel geen aandacht voor het verbeteren van verkeersveiligheid. Wij verzoeken u om hier aandacht aan te blijven besteden en hierin te investeren. Dit zorgt allereerst voor het verminderen van ongelukken en de ernst van ongelukken. Daarnaast draagt dat bij aan een betere participatie van kwetsbare verkeersdeelnemers, zoals kinderen en ouderen. 12. Archeologie en cultureel erfgoed Het onderwerp archeologie ervaren wij als een belangrijke ruimtelijke randvoorwaarde voor bepaalde ontwikkelingsmogelijkheden in onze Greenport. Van groot belang is dat de teelt van bollen en bloemen, die al van oudsher in dit gebied plaatsvindt, niet wordt bemoeilijkt of wordt verhinderd door onnodige aanvullende regelgeving. Wij doelen in het bijzonder op het verbod van werkzaamheden waarbij de bodem tot meer dan 30 cm onder het maaiveld wordt geroerd. Wij verzoeken u expliciet in de VRM en de Verordening op te nemen dat de bollen- en bloementeelt in onze Greenport tot de benodigde diepte voor deze teelt kan prevaleren boven het verbod de bodem te roeren. Verder kunnen wij ons vinden in het algemene uitgangspunt van Europees, landelijk en provinciaal beleid voor behoud in situ van archeologische waarden. Ook wij vinden dat het archeologisch erfgoed in principe onverstoord behouden blijft, tenzij een algemeen belang dat onhaalbaar maakt. Dan kan gekozen worden voor het opgraven van het archeologisch erfgoed, oftewel voor behoud ex situ. In het bijzonder speelt in ons gebied nog de bescherming van de Limes. Wij hebben geconstateerd dat de aanwijzingsbevoegdheid uit de ontwerpverordening Ruimte is verdwenen om vondsten niet in situ te mogen bewaren bij het prevaleren van andere belangen. Dit wordt door de gemeente Katwijk als te knellend ervaren voor de voortgang van noodzakelijke stedelijke ontwikkelingen. Wij verzoeken deze aanwijzingsbevoegdheid weer mogelijk te maken (zie verder ons commentaar hierover in Bijlage 3). 13. Kwaliteitskaart De Greenport heeft een belangrijke herstructureringsopgave. Van belang is dat er geen nieuw beleid komt voor het landschap op basis van andere dan in de ISG geformuleerde kwaliteiten in de Gebiedsprofielen. Tot op heden is het Gebiedsprofiel vaag en kan het voorgestelde systeem leiden tot onduidelijkheden in interpretatie en willekeur. In paragraaf 3.2 van het ontwerpprogramma Ruimte zijn de doelen ten aanzien van de ruimtelijke kwaliteit (Kwaliteitskaart) verwoord. Hierin is tevens beschreven wat de relatie is tussen de Kwaliteitskaart en de Gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit. Ten aanzien van de Kwaliteitskaart is opgenomen dat ontwikkelingsplannen rekening 'moeten' houden met de op de Kwaliteitskaart opgenomen kwaliteiten. De gebiedsprofielen worden aangemerkt als nadere uitwerking van de Kwaliteitskaart waarin unieke kenmerken en de provinciale ambities ten aanzien van deze p 13 van 94

14 11 kenmerken zijn opgenomen. Vervolgens staat beschreven dat de gebiedsprofielen dienen als inspiratiebron en handreiking voor initiatiefnemers. Met deze laatste opvatting zou de Greenport zonder meer kunnen instemmen. De meer strikte opvatting als nadere uitwerking van de Kwaliteitskaart, die als randvoorwaarde voor ontwikkelingen wordt neergezet, leidt tot beperking van de gemeentelijke beleidsruimte ten aanzien van de vormgeving van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit ervaren wij als minder aantrekkelijk voor onze Greenport. Op de Kwaliteitskaart zal een Bufferzone (open gebied tussen verstedelijkte gebieden) worden opgenomen. Helaas is de begrenzing van deze bufferzone nog niet bekend. Uit de beschrijving van de Bufferzone in het conceptprogramma Ruimte is opgenomen dat dit gebied niet verstedelijkt kan worden. Voorkomen moet worden dat projectlocatie Valkenburg binnen de bufferzone wordt opgenomen en alsnog een ontheffing noodzakelijk moet worden aangevraagd. Daarnaast kent de Kwaliteitskaart de categorie 'Steden en stedelijk centrumgebied'. Eén van de richtpunten (waarvan slechts bij hoge uitzondering mag worden afgeweken) voor deze categorie is: een nieuwe uitbreidingswijk bouwt voort op het bestaande stads- en dorpsgebied en geeft een grote impuls aan de overgangskwaliteit van de stadsrand. Dit richtpunt kan consequenties hebben voor de fasering van projectlocatie Valkenburg, zeker nu het werklandschap langs de N206 op zich laat wachten. Voor projectlocatie Valkenburg pleit de gemeente Katwijk voor de mogelijkheid om organische ontwikkeling vanuit verschillende deelgebieden als uitgangspunt te nemen. 14. Open landschap Bollenstreek In het streven naar een aantrekkelijk leef- en recreatief klimaat in de Bollenstreek zijn de N206 en de N208 belangrijke verkeersaders. Met name de eerste vervult ook een recreatieve functie. Dit zou in bebording en bermbeplanting (ook bloeiende bermen voor de bijen) langs de N206 meer tot zijn recht kunnen komen. Auto s worden steeds milieuvriendelijker. Hierdoor is volledige afscherming van deze provinciale weg niet overal nodig. Het aanbrengen van panoramische vensters in de bermbeplanting langs de provinciale wegen zal de fraaiheid van het open landschap meer tonen aan de passant en potentiële recreatieve bezoekers. Wij verzoeken dit in de VRM en Verordening te verwerken. 15. Kleinschalige toeristisch/recreatieve initiatieven in het landschap Aansluitend aan het open landschap moet er ook voldoende te beleven en te bezoeken zijn voor de recreatieve bezoeker op de (elektrische) fiets, wandelend, varend of met auto. Juist in het buitengebied spelen kleinschalige initiatieven die mogelijk afwijken van de huidige bestemming (agrarisch of wonen). Wij pleiten ervoor dat wel binnen de bestaande bebouwing te laten plaatsvinden en geen oprichting nieuwe gebouwen op te richten om verrommeling te voorkomen. Wij verzoeken u dit als zodanig toe te voegen in de VRM. 16. Beschermde graslanden Wij hebben geconstateerd dat de kaart in de VRM op meerdere punten helaas niet strookt met onze ISG. In onze ISG heeft een zorgvuldige typering en waardering van landschappen plaatsgevonden. Dat is de basis voor ons ruimtelijk beleid en de inspanningen door de GOM. Deze typering en waardering zorgt tevens voor de juiste delicate balans tussen bescherming en ontwikkelruimte in onze Greenport. Minder waardevolle graslanden zijn van groot belang in de flexibilisering van het systeem van opruimen verrommeling- compensatie bollengronden. Uitbreiding van areaal beschermde graslanden is niet nodig en niet gewenst. Het beperkt in ernstige mate het herstructureringsproces doordat het de schuifruimte met gronden beperkt. Daarnaast is er aantal kwaliteitsverbeteringsprojecten in gang bezet op enkele graslanden conform onze ISG. In het bijzonder wijzen we op twee gebieden in de gemeente Teylingen, waarvoor nu planvorming gaande is in overleg met de provincie. p 14 van 94

15 12 Dit betreft allereerst de Roodemolenpolder tussen Sassenheim en Voorhout. Wij erkennen de landschappelijke en natuurlijke waarde van deze gronden, maar hechten tevens groot belang aan flexibiliteit in de planologische regeling ten behoeve van het vergroten van de toegankelijkheid en beleefbaarheid van dit gebied. Dit streven is nadrukkelijk verwoord in onze ISG en is ook ingebracht in het kader van het proces voor het voor de Duin- en Bollenstreek op te stellen gebiedsprofiel. In goed overleg met gedeputeerde Weber en betrokken provinciale ambtenaren, is enthousiast een participatief proces gestart voor een visie op vergroting van de beleefbaarheid van de groene gebeid. Als in de loop van 2014 dit proces is afgerond, willen we graag verder met de uitvoering, gesteund door provinciale beleidskaders. Het tweede project betreft de noodzakelijke uitbreiding van de capaciteit van sportpark Elsgeest te Voorhout met een aantal sportvelden. De uitbreiding omvat geen gebouwen en lichtmasten en respecteert de bestaande molenbiotoop. In samenhang met de beoogde verbreding van de N444 en de reconstructie van de kruispunten bij het Postviaduct en de Nagelbrug kan de uitbreiding positief bijdragen aan het opwaarderen van de entreefunctie van Voorhout. De locatie heeft formeel de status van beschermd grasland, maar de uitbreiding vormt naar ons oordeel geen wezenlijke aantasting van de open veenweidencorridor van de Leidsevaart richting ruïne van Teylingen. De overgang naar de graslanden tussen het sportpark en de Rijksstraatweg/A44 zal landschappelijk zorgvuldig vorm worden gegeven. Wij verzoeken uw VRM voor de bescherming van graslanden in overeenstemming te brengen met onze ISG en voldoende flexibiliteit in de regelgeving op te nemen, die ruimte laten voor maatwerk om de kwaliteit en belevingswaarde van bepaalde gebieden te vergroten. 17. Rooversbroekpolder Wij hebben geconstateerd dat er bij ondernemers geen belangstelling bestaat en is te verwachten voor het vestigen van glastuinbouwbedrijven in het zuidelijk deel van de Rooversbroekpolder in Lisse. Tegelijk speelt dat de eigenaren niet van plan zijn het huidige grasland te verkopen voor een andere bestemming. Wij verzoeken dan ook het zuidelijk deel van de Rooversbroekpolder als mogelijke ontwikkellocatie voor glastuinbouw te laten vervallen. 18. Huisvesting arbeidsmigranten Met de provincie zijn wij het eens dat arbeidsmigranten nu en in de toekomst een belangrijke bijdrage leveren aan de Greenports en andere clusters in de Zuid- Hollandse en Nederlandse economie. Goede huisvesting vraagt ook creativiteit en ondernemerschap in onze Greenport. Om tot specifieke oplossingen te kunnen komen, moeten beleid en regelgeving toegesneden blijven op het leveren van gebiedsgericht maatwerk. Wij verzoeken u hier voldoende aandacht aan te (blijven) besteden in de VRM en de Verordening Ruimte. 19. Rol van de provincie Uit alle stukken en overleg is ons onvoldoende duidelijk hoe de provincie haar toekomstige rol nu ziet: beleidsbepalend vanuit bepaalde kwaliteitsperspectieven, ontwikkelend/regisserend met geselecteerde partners, of faciliterend voor gemeentelijke initiatieven? Van belang is hierin een heldere keuze te maken met een consistente doorwerking in beleid, regelgeving en financiële middelen. Hoogachtend, namens de zes Greenportgemeenten, D. Binnendijk, wethouder gemeente Katwijk p 15 van 94

16 13 Bijlage 1 Voorzet alternatieve sturingsfilosofie De GpDB heeft een sturingsfilosofie nodig: o waarmee de planologische rust in de GpDB gehandhaafd blijft en waardoor de gemeenten en de GOM succesvol hun beleid kunnen continueren; o waarmee de kwaliteiten van het landelijk gebied geborgd blijven; o waarbij voldoende uitbreidingsruimte blijft voor wonen en werken met de nodige flexibiliteit, ook voor de bouw van Greenportwoningen; o die voldoet aan de duurzaamheidsladder; o die niet bedreigend maar aanvullend is voor de grote stedelijke gebieden (voorziet in de markt voor landelijk wonen, dichtbij goede voorzieningen; niet iedereen wil immers in de stad wonen); o die bijdraagt aan een economisch en toeristische sterke Greenport; o die mobiliteit en ruimte beter bij elkaar laten aansluiten; o die inspeelt op nieuwe trends en opgaven; o die uitnodigt tot innovatie en een extra duurzaamheidslag. Hiervoor zijn meerdere opties, zoals: o Handhaving van de sturingsfilosofie voor de GpDB conform de vigerende provinciale structuurvisie. o Aanpassing conform ons alternatieve voorstel (zie hierna). o Het aangeven van ontwikkelingslocaties en contouren in de VRM als onderdeel van een gebiedsperspectief voor de GpDB en op de structuurvisiekaart. o Als onderdeel van een overgangsbeleid in de VRM, waarbij de door ons vastgestelde Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (ISG) leidend is. Voorzet voor een alternatieve sturingsfilosofie: o Alle kernen kennen rode bebouwingscontouren, die kunnen bestaan uit harde en zachte grenzen en projectenveloppen, zie bijgaande schets. o Uitbreiding van wonen en werken vindt zoveel mogelijk plaats binnen de huidige bebouwingsgrenzen. o Harde grenzen worden vooral gevormd door natuurlijke, cultuurhistorische en infrastructurele grenzen die een scherpe overgang vormen naar waardevolle landschappen die duurzaam gevrijwaard dienen te worden van verdere verstedelijking. Daarbij valt te denken aan wegen, waterlopen, dijken als overgang naar 1e klas bollengrond of waardevolle veenweidegebieden. Ook kunnen harde grenzen worden gehanteerd voor kernen waar in beginsel voor de lange termijn alleen intensivering, inbreiding en herstructurering aan de orde is. o Zachte grenzen worden aangegeven met een stippellijn op de kaart en markeren een concrete opgave om op bepaalde plekken de ruimtelijke kwaliteit van een stads- of dorpsrand te verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld door de belevings- en gebruikswaarde te verbeteren met nieuwe verbindingen tussen stedelijk en landelijk gebied, het creëren van kleinschalige recreatiemogelijkheden, landschapsbouw of een combinatie hiervan. o De huidige contourruimte maakt plaats voor een aanduiding als projectenvelop, afgestemd in regionaal verband. Dat betekent dat daar in beginsel de voorgenomen c.q. afgesproken ontwikkelingen kunnen plaatsvinden, passend binnen de regionaal afgesproken programma s, de regionale ruimtelijke strategieën, de systematiek/toets van de duurzaamheidsladder en eventueel nader te formuleren kwalitatieve voorwaarden, waaronder de bouw van Greenportwoningen in p 16 van 94

17 14 o o o bijzondere (waterrijke en groene) woonmilieus, die tevens de kwaliteiten van het gebied versterken. Projectenveloppen hebben een duidelijke maximum grens. Een gedeeltelijke invulling mag, overschrijding niet. De strategiekaarten van de provincie moeten corresponderen met die van de ISG. Het regiem en instrumentarium voor het buitengebied blijft gehandhaafd, waardoor de GOM verder kan gaan op de ingeslagen weg en er ruimte is voor economische versterking en innovatie. p 17 van 94

18 15 Bijlage 2 Belang, kwaliteiten en ambities van de Greenport Duin- en Bollenstreek A. Belang, kwaliteiten en positie van de GpDB Recent is in opdracht van de GOM en de Rabobank een rapport verschenen over de Greenport met diverse economische kerncijfers, die het grote belang en de kwaliteiten nog eens onderstrepen. De Duin- en Bollenstreek kent een sterke economie, die met een uniek bollencomplex een van de belangrijke Greenports in Nederland vormt. Onze Greenport toont haar kracht door slim in te spelen op veranderingen op de wereldmarkt, te innoveren, meer toegevoegde waarde te creëren en duurzamer te produceren. De veranderingen in de markt en de manier waarop de sector hier (handig) op inspeelt, zoals: o Benutting van groeikansen door aanboring grote nieuwe afzetgebieden in Noord- en Zuid- Amerika, China en Rusland. o Benutting van (inter- )nationale satellietgebieden voor het versterken van de leidende positie van de GpDB in de wereldbollenhandel o Meer vraag naar kwaliteitsbollen. o Duurzame productie. o Voortdurende ontwikkeling van nieuwe soorten en kleuren. o Creëren van toegevoegde waarde (zoals integrale meelevering van designartikelen en potten i.p.v. bulkdroogverkoop en het leveren van inhoudsstoffen voor de farmaceutische en cosmetische industrie) door grote moderne bedrijven. Onze Greenport biedt werkgelegenheid aan ongeveer 6000 mensen (Fte), ofwel 9% van de regio Duin- en Bollenstreek. De toegevoegde waarde bedraagt zo n 450 miljoen, 10% van het regionaal totaal dat ruim 4 miljard bedraagt. 70 % van de toegevoegde waarde wordt gegenereerd door de handel. In het buitengebied bevindt zich ruim 2600 ha 1 e klas bollenteeltgrond die hiermee nauw is verbonden. In de toeristische sector werken 3500 mensen in de regio die een toegevoegde waarde creëert van 176 miljoen. B. Wat doet de GpDB nu? Uitvoering duidelijke gezamenlijke visie, de intergemeentelijke structuurvisie Greenport Duin- en Bollenstreek (ISG). De Greenport OntwikkelingsMaatschappij (GOM) is hard aan het werk: faciliteren uitbreiding van gezonde bollenbedrijven, sloop van overtollige panden, openmaken en verbetering van het landschap, financiering zoeken door de bouw van Greenportwoningen. Er is een Economische Agenda (EA) opgesteld. Deze kan de provincie meenemen, dit past goed in de ideeën van de Koersnotitie over energieke samenleving, participatie en allianties; hier kunnen nieuwe ruimtelijke vragen uit komen, bijvoorbeeld een Bollencampus. De EA is ook input voor de voorgenomen actualisatie van onze ISG. We zijn nu bezig met de opzet van een nieuwe uitvoeringsorganisatie bij de EA voor C. Wat heeft de GpDB zoal bereikt? Er is een GOM opgericht, een van de weinige ontwikkelingsmaatschappijen in de provincie Zuid- Holland; dit is geen sinecure; de provincie weet uit eigen ervaring hoe gecompliceerd dat is en hoe waardevol het is als het eenmaal loopt. Onze GOM beschikt nu over een investeringskapitaal van maar liefst 70 miljoen, waarvoor de GOM bankfinanciering heeft kunnen aantrekken. Daaruit spreekt dus vertrouwen in de goede business case, net als alle deelnemende gemeenten en betrokken partijen. p 18 van 94

19 16 De investering moet in de regio zelf worden terug verdiend, dat gaat ook lukken bij consistent beleid en regelgeving. Enkele feiten: o Vanaf 2010 is er netto 9 ha bollengrond toegevoegd, door opruiming verrommelde locaties en verbetering van 2 e klas bollengrond. o Uitbreiding is in ontwikkeling van 9 ha netto Bulb Trade Park voor handels- en exportbedrijven. Daar is serieuze belangstelling voor. Daaromheen is de uitgifte in voorbereiding van 30 woonkavels in de 7 ha tellende landschapszone. o Reconstructie/uitbreiding 20 ha glastuinbouwgebied Trappenberg/Kloosterschuur; als onderdeel van dit project zijn onlangs 10 van de geprojecteerde 60 woonkavels aan de rand van Rijnsburg succesvol op de markt gebracht voor de bouw van Greenportwoningen. o Contracten voorbereid en gesloten voor bouwtitels van ongeveer 125 Greenportwoningen. o De sloop van m2 oude kassen en gebouwen zit in de pijplijn. o Met grondeigenaren zijn meer en minder gevorderde gesprekken over de transformatie van 175 locaties. D. GpDB werkt verder aan een sterke toekomst Organisatie nu en in de toekomst De huidige Greenportorganisatie heeft haar nut bewezen in het Pact van Teylingen, ISG, Kadernota, de GOM, diverse projecten en bestuurlijke afstemming. Maar om de nodige innovatie te genereren is in de toekomst meer nodig. Als onderdeel van de Economische Agenda Duin- en Bollenstreek staat er een nieuw initiatief in de steigers voor versterking van innovatiekracht door de oprichting van een Economic Board met themawerkgroepen. Hieraan neemt een breed palet van ondernemers, kennisinstellingen en overheden deel. De start is gepland begin Dit initiatief voor een integrale organisatiestructuur wordt nu gereed gemaakt voor bestuurlijke besluitvorming. Hierdoor neemt het organisatievermogen en de samenwerkingskracht vanuit ondernemerszijde binnen de GpDB toe. We verwachten dat we met deze belangrijke stap van de betrokken ondernemers actiever kunnen inspelen op nieuwe initiatieven en bestaande initiatieven kunnen versnellen. GpDB zet bij dit alles vooral in op een bottom- up - werkwijze: individuele willers krijgen de mogelijkheid om actief te worden in de verschillende groepen. Er wordt niet gewacht op de niet- kunners of niet- willers. Deze werkwijze zal op korte termijn tot tastbare resultaten leiden die stimuleren tot meer & beter. Kortom, de GpDB zet in op een groeimodel. Nodig is een duidelijk bestuurlijk aanspreekpunt en boegbeeld voor de GpDB. Ook dit is onderdeel van onze discussie over versterking van de slagkracht van onze organisatie. Een paar belangrijke inhoudelijke speerpunten: Verbetering ruimtelijke kwaliteit Versterkt voortgaan op ingeslagen weg: behoud van 1 e klas bollenareaal, tegengaan van inefficiënte productie op versnipperde grond, verbetering van het landschap en versterking van de aantrekkelijkheid als woon-, werk- en toeristisch verblijfsgebied. Product- en procesinnovaties Het besef is breed gedragen dat de GpDB niet kan blijven concurreren op kostprijs en schaalgrootte. Daarom is focus op kwaliteit, specialisatie en innovatie nodig in producten en processen, gericht op waardetoevoeging. Innovatie wordt gericht op de gehele productie- keten, zoals bodemverbetering, ziektearm produceren, verwerking, duurzame teelt en logistiek. p 19 van 94

20 17 Daarnaast zal de kennisinfrastructuur worden verbeterd, met een grotere uitnodiging tot samenwerking tussen de zogenaamde 4 O s: ondernemers, onderzoek, onderwijs en overheden. Dit moet teven leiden tot facilitatie van investeringen in innovatieve ideeën en vermarkting (z.g. valorisatie, wat nu al veel gebeurt op allerlei thematische campussen). De GpDB zoekt tevens meer aansluiting bij regionale en landelijke initiatieven (bijv. Greenport Campus en project Duurzame modernisering teeltareaal. GpDB zal door dit alles in een paar jaar tijd weer zijn aangesloten bij de nationale top van innovatieve bedrijfstakken. Aansluiten bij initiatieven voor een biobased economy Vanuit Holland Rijnland gaat een project van start om van reststromen nieuwe producten te maken. De GpDB zal daarin actief participeren. GpDB gaat daarnaast zelf op zoek naar projecten om van de DB een proeftuin voor een biobased economy te maken. Verbinding tussen GpDB en Spacecluster De GpDB zet in op samenwerking met het Spacecluster, waardoor we een belangrijk centrum voor precisielandbouw worden. Dit thema geeft meerwaarde aan de productievoorwaarden, het verdienvermogen en de economische identiteit van de GpDB. Met concrete projecten wil de GpDB de proeftuin van Nederland worden op het thema precisielandbouw. Regiomarketing Mede met het oog op het creëren van toegevoegde waarde wil de Bollenstreek haar bekendheid vergroten en daarmee de economie van de GpDB versterken. Want het is duidelijk dat de ontwikkeling van een (nationaal) beeld van de Bollenstreek als Innovatietuin van de Randstad en (internationaal) beeld als Flower Science Park of Bulb Production Garden van groot belang is voor de streek. Allerlei projecten staan op stapel voor de verdere ontwikkeling, het uitdragen en de vermarkting van de eigen identiteit. Daarbij valt ook te denken aan een soort Grand Cru Bollenstreek, een gebiedsgarantie voor excellente kwaliteit, lange levensduur en lange bloeiperiode. Recreatie en toerisme Recreatie en toerisme vormen een groeiende economische motor in het gebied en een belangrijk speerpunt van de GpDB; hiervoor is inmiddels een ambitieverklaring getekend. Er wordt gewerkt aan een uniform beeldmerk en een uitvoeringsagenda. Ook hebben we het voornemen een Stichting Bollenstreek Regiomarketing op te richten, waarmee de regiomarketing in de regio een eigen naam en gezicht krijgt (een uniform beeldmerk). p 20 van 94

21 18 Bijlage 3 Opmerkingen Verordening Ruimte/Programma Ruimte en Mobiliteit en kaarten Verordening Ruimte Art. 1.1 Definitie Bollenteeltbedrijf. Wij missen hierin definities voor bollenteeltbedrijven, gemengde teeltbedrijven en stekbedrijven en verzoeken deze op te nemen. Wij stellen daarbij de volgende tekst voor: (Zie onze Kadernota par. 1.10) Bollenteeltbedrijf is een bedrijf dat gericht is op: de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen; de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten; de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/- teelt, fruitteelt en bosbouw; broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf. Gemengd teeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste m 2 glas duurzaam in gebruik heeft. Stekbedrijven: bedrijven die nagenoeg geheel gericht zijn op het vermeerderen van vaste planten tot het stadium van uitgangsmateriaal en dat tenminste m 2 glas duurzaam in gebruik heeft. Art. 1.1 ee Regionale visie. Niet duidelijk of hieronder ook integrale ruimtelijke visies worden verstaan, waarin genoemde aspecten adequaat en in goede samenhang aan de orde komen. Wij verzoeken de definitie hier in ieder geval mee aan te vullen. Art. 1.1 k en l Gebiedseigen en gebiedsvreemde ontwikkeling. Het onderscheid is te vaag en gebaseerd op teveel indicatoren. Voorbeeld: stel een ontwikkeling sluit aan op bestaande kenmerken en waarden van een gebied, maar beïnvloedt wel de kenmerken van de omgeving. Is deze ontwikkeling dan toch gebiedsvreemd? Welke criteria worden gehanteerd voor het bepalen van deze beïnvloeding? Wij verzoeken om een duidelijker definitie te formuleren of anders dit onderscheid te schrappen. Art. 1.1 qq zichtlijn. Als onderdeel van de omschrijving van landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten komt vaak het begrip zichtlijn in een andere betekenis voor dan hier in de verordening omschreven. Vooral voor de Greenport Duin- en Bollenstreek is dit een belangrijk onderdeel van het ruimtelijk beleid voor landschapsverbetering. Ons verzoek is om dit in de definitie mee te nemen, c.q. voor het vrije zicht van twee elkaar tegemoet komende schepen een ander begrip te hanteren. Art. 1.2 Wij begrijpen hieruit dat de provincie zich ook wil gaan bezig houden met wijzigings- en uitwerkingsplannen en zelfs met z.g. kruimelgevallen. Wij vinden dat een zeer ongewenste situatie. Hierdoor gaat de provincie steeds meer op de stoel van de gemeente(n) zitten. Dit is niet efficiënt, werkt toename van bestuurlijke drukte in de hand, vermindert de beleidsvrijheid van gemeenten en vertraagt ontwikkelingsprocessen. En dat terwijl gemeenten juist uitstekend geëquipeerd zijn deze taken adequaat uit te voeren. Ook hier is dus sprake van de in onze Zienswijze elders benoemde p 21 van 94

22 19 ongewenste centralistische reguleringstendens van de VRM. Wij verzoeken u daarom dit artikel te schrappen. Art lid 1, Ladder duurzame verstedelijking. Onduidelijk is wat onder nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt verstaan. In de voorgestelde sturingsfilosofie zullen ook de u bekende ontwikkelingslocaties binnen de huidige rode contouren opnieuw moeten worden getoetst met de duurzaamheidsladder. Wij hebben aangegeven dit ongewenst te vinden. Immers, al deze locaties hebben in het verleden deze toets al doorstaan, zijn regionaal afgestemd binnen onze eigen ISG, afgestemd binnen de regio Holland Rijnland en vertaald in de huidige provinciale structuurvisie. Wij stellen daarom voor, in ieder geval voor de Duin- en Bollenstreek, als nieuwe stedelijke ontwikkelingen te definiëren die locaties die nog niet eerder in de vigerende provinciale structuurvisie zijn opgenomen. Art lid 1 c, Ladder duurzame verstedelijking. Wij verzoeken u om van de betreffende regio te vervangen door van de betreffende kern. Het gaat immers in eerste instantie om een gemeentelijke behoefte die vaak ook nog kerngebonden is. Dan past het niet om gemeenten te verplichten eerst andere locaties elders binnen de regio te vinden. Art lid 1, ladder voor duurzame verstedelijking. Het lijkt erop dat ook voor de bouw van de Greenportwoningen en de overige woningen uit de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek de duurzaamheidsladder moet worden doorlopen. Wij menen dat hiervoor deze ladder al is doorlopen vanwege de bestuurlijke vaststelling destijds door de provincies Zuid- en Noord- Holland. Wij verzoeken daarom in de verordening expliciet op te nemen dat voor de 4900 woningen uit de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek (inclusief de Greenportwoningen), de ladder niet toegepast hoeft te worden en deze bovenregionale aantallen meegenomen worden bovenop de regionale woningbehoeftecijfers uit de WBR Art lid 1 iii, ladder voor duurzame verstedelijking. Toegevoegd is dat de locaties groter dan 3 ha opgenomen zijn in het ontwerpprogramma Ruimte. Sommige locaties zijn dat dus (nog) niet omdat er nog geen regionale woonvisie is c.q. omdat ze nog niet verankerd zijn in bestemmingsplannen. Het systeem is onduidelijk over de situatie als wij geen regionale woonvisie hebben op 1 juli 2015 (zie ontwerpprogramma Ruimte pag. 7). Wij verzoeken u hierover meer duidelijkheid te geven. Art lid 1 (ook art 1.1. onder jj) definitie stedelijke ontwikkeling: Niet duidelijk is of daar ook één Greenportwoning of één Ruimte- voor- ruimtewoning onder valt. Wij verzoeken hier in de definitie stedelijke ontwikkeling helderheid over te geven. Art lid 2, exacter is: het eerste lid, onder a en b is niet van toepassing op. Art lid 2 onder a. Uitzonderingen kantoren. Wij zijn van mening dat de grens voor kleinschalige kantoorontwikkelingen niet bij 1000 m 2 maar bij 2500 m 2 moet liggen, zoals onderbouwd in de kantorenstrategie van de regio Holland Rijnland. Voor een vitale Greenport is het van belang dat er ruimte blijft om dit soort kantoren op de juiste locatie te kunnen accommoderen. Wij verzoeken dit daarom aan te passen van 1000 m 2 naar 2500 m 2 per vestiging. Art lid 1 Bollenteeltgebied. De begrippen Bollenteeltgebied, bollenteeltareaal en bollenteeltbedrijf zijn onjuist door elkaar gebruikt. Wij verzoeken dit te corrigeren, zie onze opmerking over Art 1.1 en onze Kadernota Buitengebied. p 22 van 94

23 20 Art lid 1 Bollenteeltgebied. Deze omschrijving is niet geheel juist. Wij verzoeken u (..) laat alleen bedrijven toe die zich bezig houden met de teelt van bedrijven en de daarbij behorende voorzieningen te vervangen door laat alleen bollenteeltbedrijven toe. Art lid 2 onder a, Kassen bij volwaardige bollenteeltbedrijven. Voor onze Greenport is van belang verspreid glas te saneren, maar ook voldoende compensatiemogelijkheden te bieden op geschikte (verdichtings- )locaties bij volwaardige bollenbedrijven met voldoende teeltareaal. Om dat te bevorderen, vinden wij dat gerichte en selectieve toevoeging van glas boven de m 2 mogelijk moet zijn bij sanering van glas elders. Wij verzoeken hiervoor de volgende aanvulling op te nemen (dan wel Art lid 2 uit te breiden met volwaardige bollenteeltbedrijven ):.c bij sanering van verspreid glas elders uit het Bollenteeltgebied kan onder voorwaarde van verbetering van ruimtelijke kwaliteit in beide gebieden, tot 6000 m 2 aan glas worden gebouwd bij volwaardige bollenteelt- bedrijven. Art lid 4 Bestaande handels- en exportbedrijven in het bollenteeltgebied. Gevolg van dit artikel is dat in principe alle bestaande handels- en exportbedrijven onvoorwaardelijk zouden kunnen breiden in het buitengebied, terwijl wij agrarisch bedrijventerrein Delfweg willen ontwikkelen als concentratielocatie. Wij verzoeken u daarom dit artikel aan te vullen met de volgende tekst: Onder de voorwaarde dat: de landschappelijke kwaliteit niet significant wordt aangetast (waaronder met name zichtlijnen en openheid); verplaatsing naar Bulb Trade park (agrarisch bedrijventerrein Delfweg) aantoonbaar niet haalbaar is. Art lid 6 Compensatie bollengrond. Naar onze mening is dit onjuist. Toepassing van dit artikel zoals het nu is beschreven, kan een afname van het bollenareaal tot gevolg hebben omdat dan bollenteeltbedrijven kunnen uitbreiden buiten het bouwblok zonder bollengrondcompensatie. Wij vinden dat er in alle gevallen van uitbreiding buiten het bouwblok bollengrondcompensatie moet plaats vinden. Wij verzoeken u daarom dit artikel in zijn geheel te vervangen door: Een bestemmingsplan dat nieuwe bebouwing of functies toestaat op grond die in het voorgaande bestemmingsplan zijn bestemd voor bollengrond, wordt voorzien in compensatie van bollengrond door een bollengrondcompensatie- overeenkomst met de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij, waarbij Artikel vierde lid niet van toepassing is. Art lid 1, 2 en 3 Ruimtelijke kwaliteit en maatschappelijke tegenprestatie. Onduidelijke definiëring van een aantal begrippen levert ongewenste interpretatieverschillen op. Wij verzoeken meer helderheid te geven over begrippen als gebiedseigen, gebiedsvreemde, kleinschalige en grootschalige ontwikkelingen in combinatie met de begrippen inpassen, aanpassen en transformatie. Art lid 4 Ruimtelijke kwaliteit en maatschappelijke tegenprestatie. Gezien het gestelde elders in onze Zienswijze, verzoeken wij u dit te schrappen. Art lid 1 d Agrarische bedrijven, nieuwe kassen. Zie Art Art onder 3 en 5 Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD. Wij verzoeken u hierbij toe te voegen dat in deze gevallen van hergebruik van een bedrijfsgebouw buiten BSD- gebied conform Art lid 1 c het niet verplicht is een Beeldkwaliteitsparagraaf opnemen in een bestemmingsplan. Het gaat immers slechts om functieverandering. p 23 van 94

24 21 Art onder 4 Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD. Naar onze overtuiging valt herontwikkeling van bestaande bebouwing door gedeeltelijke of algehele sloop en/of nieuwbouw, onder het begrip inpassing en niet onder aanpassing. Wij verzoeken u dit artikel hierop aan te passen. Art lid 3 en 4 Archeologie en Romeinse Limes. Zoals het nu is geformuleerd, geldt het gestelde onder lid 3 niet voor lid 4, terwijl dat naar onze mening wel de bedoeling is. Wij verzoeken u dit aan te passen. Toelichting: in artikel 19 van de provinciale Verordening Ruimte 2012 is de afwijkingsmogelijkheid ook toepasbaar voor vindlocaties binnen de Limes. Dit zou betekenen dat voor de Limes niet tot ex- situ behoud kan worden besloten. Dit zou betekenen dat de provincie terugvalt op de strenge regels van voor de inspraak van vorig jaar. Dit wordt door ons als knellend ervaren omdat de Limes een groot deel van het stedelijk gebied beslaat van Katwijk en er met enige regelmaat herinrichtingen plaatsvinden waarbij archeologische vondsten worden gedaan. Het wordt als onredelijk ervaren, in verband met beperking van ontwikkelingsmogelijkheden, als al deze vondsten in- situ dienen te worden behouden. Wij verzoeken om ook binnen de Limes de afwijkingsmogelijkheid voor ex- situ bewaren weer op te nemen. Art. 3.1 lid 4 Afwijkingsbevoegdheid voor bestaande bouw en gebruiksrechten in een geldend bestemmingsplan. Wij vragen ons af wie verantwoordelijk is voor eventuele planschade. Wij hebben inmiddels de ervaring dat een gemeente werd geconfronteerd met planschade omdat de provincie een bestaand bouwrecht niet in een nieuw bestemmingsplan wilde handhaven vanwege strijdigheid met de Verordening Ruimte. Art. 3.3 Aanpassingstermijn. Deze aanpassingstermijn heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen, die niet meer in overstemming raken met het provinciaal beleid door de vaststelling van de Verordening Ruimte. Naar onze mening kan er daarom sprake zijn van planschade waarvoor de provincie verantwoordelijk is. Wij verzoeken u in de Verordening rekening te houden met mogelijke planschade voor de provincie. Daarnaast kunnen wij ons voorstellen dat hiervoor een grens wordt gehanteerd, waaronder dit niet van toepassing is om hoge kosten voor kleine plannen te voorkomen. Kaarten Verordening Ruimte Kaart Kantoren. Wij verzoeken om een differentiatie aan te brengen tussen kantoren en de Scienceparken, zoals het Space Business Park in Noordwijk. Deze hebben een volstrekt ander karakter en dynamiek. Daarom is het noodzakelijk deze in het beleid (tekst en kaart) een aparte positie te geven met bijbehorend kansrijk toekomstperspectief. Kaart Bedrijventerreinen. Hierop is abusievelijk het nieuwe regionale agrarisch bedrijventerrein Delfweg niet opgenomen, terwijl het bestemmingsplan onherroepelijk is. Alleen het bestaande bedrijventerrein is weergegeven. Overigens wordt dit terrein in het Programma Ruimte wel op een kaartje weergegeven, maar dan als ruimtelijke reservering. Wij verzoeken u om de kaart aan te vullen met het nieuwe gedeelte van bedrijventerrein Delfweg. Kaart Detailhandel. Op deze kaart missen wij een aanduiding voor een PDV- studielocatie in de Noordelijke Bollenstreek. Wij verzoeken u deze alsnog aan te brengen. Kaart Teeltgebieden Greenports. Zie onder opmerking onder punt 17 van onze Zienswijze. Wij verzoeken het zuidelijk deel van de Rooversbroekpolder als mogelijke ontwikkellocatie voor glastuinbouw op deze kaart te laten vervallen. p 24 van 94

25 22 Kaart Teeltgebieden Greenports en kaart Ruimtelijke kwaliteit. Zie onze opmerking onder punt 16 van onze Zienswijze. Wij verzoeken u de aanduidingen beschermd grasland in de Bollenstreek in overeenstemming te brengen met die uit onze ISG. Kaart Ruimtelijke kwaliteit. Het gebied Oosteinderpolder ten noorden van Hillegom is weggevallen als openluchtrecreatiegebied en lijkt te zijn ingetekend als categorie 3 - gebied. (Op de Kwaliteitskaart laag van Beleving in de ontwerpvrm is deze overigens wel goed aangegeven.) Hier kunnen wij ons niet in vinden en wijkt ook af van onze ISG. Wij verzoeken u dit gebied wederom in te tekenen als recreatiegebied rond de steden. Kaart 7 Ruimtelijke kwaliteit- Ecologische hoofdstructuur. Wij missen op de kaart een doorlopende ecologische verbinding vanaf Polder Hoogenweg naar Natura gebied de Coepelduinen, zie ook onze ISG- kaart. Een groot deel van deze verbinding is al bestaand groen en omvat ook een groene ingerichte locatie met een zorginstelling. Wij verzoeken u deze verbinding op de kaart op te nemen, conform onze ISG. Kaart 7 Ruimtelijke kwaliteit- ecologische hoofdstructuur. Wij missen op de kaart de ecologische verbinding vanaf de Keukenhof naar de Ringvaart Haarlemmermeer. Deze is vorig jaar vastgesteld in de PSV als bestaande verbinding. De huidige verbinding is ongeveer 20 m breed en bevat onder meer bossages voor vleermuizen en vogels en staat ook aangegeven op onze ISG. Wij verzoeken u genoemde ecologische verbinding op te nemen op de kaart conform onze ISG. Kaart 9 Cultureel erfgoed. Wij verzoeken u de Hoftuin in Hillegom als onderdeel van de landgoederenzone alsnog in de kaart op te nemen. Programma Ruimte Art Beter benutten bestaand gebied. Hierin wordt aangegeven dat de ladder op (sub) regionaal niveau wordt toegepast. Vervolgens staat er echter dat de gemeente de geplande opgaven met behulp van regionale visies moet afstemmen met andere gemeenten in de regio. Wij verzoeken u om dit punt consistent in alle stukken te verwerken en de mogelijkheid te bieden de opgaven desgewenst op subregionaal af te stemmen. De reden hiervoor is dat wij hebben ervaren dat verschillende opgaven hun eigen schaalniveau kunnen hebben om tot adequate oplossingen en afstemming te komen. Voor de Duin- en Bollenstreek zou met name het aspect wonen mogelijk effectiever op subregionaal schaalniveau kunnen worden benaderd. De provincie geeft aan dat verwacht wordt dat dun en dure woningen buiten de bestaande stads- en dorpsgebieden worden gerealiseerd. Als algemene beleidslijn vinden we dat te ongenuanceerd. Dit zou wel kunnen gelden voor compacte (groot- )stedelijke gebieden uit optiek van efficiënt ruimtegebruik. Maar voor middelgrote steden en dorpen is juist het creëren van gevarieerde woonmilieus binnen en aansluitende de kernen van groot belang voor een duurzaam aantrekkelijke leefomgeving. Wij verzoeken u dit aan te passen en ook te streven naar gevarieerde woonmilieus, inclusief de mogelijkheid van duurdere woningen in een ruime setting. Een concreet voorbeeld in onze regio betreft een locatie in Noordwijkerhout. Volgens de kaart (BSD- gebied) valt een locatie als Sancta nu binnen de BSD. Hier komen dun- dure woningen, die daarmee een uitstekende versterking zijn van een meer gevarieerde woonkwaliteit in de hele kern. In onze Greenport zijn meerdere woningbouwlocaties groter dan 3 ha die binnen de bebouwingscontour van de PSV liggen en niet op de kaart in het ontwerpprogramma Ruimte zijn weergegeven. Zoals afgesproken gaan wij nog met u in gesprek over een sturingsfilosofie voor de Duin- en Bollenstreek waarin dit soort locaties zijn opgenomen. In het geval dat u de kaart op pagina 4 van het ontwerpprogramma Ruimte voor de gehele provincie zo wenst te handhaven, verzoeken wij deze kaart met de volgende locaties met stippen aan te vullen: p 25 van 94

26 23 Noordwijkerhout, gebied Molenweg. Dit gebied is in het verleden juist binnen de contour gebracht om onder andere woningbouw voor huisvesting van migranten arbeiders mogelijk te maken. Op dit moment zijn er volop gesprekken gaande met de ontwikkelaars. Teylingen, Polder Nieuw Boekhorst en een deel van locatie Hooghkamer. Lisse, Geestwater en Dever- Zuid. Noordwijk, Bronsgeest (tenzij vanwege bovenregionale afspraken deze bouwlocatie in de Verordening Ruimte terecht komt, zie Art onder lid 1, als onderdeel van de 4900 woningen van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek. Regionale visies kunnen leiden tot temporiseren en faseren van woningbouwplannen. Gemeenten krijgen de tijd om naar de planreductie te kijken. Er wordt hier in het ontwerpprogramma een periode aangegeven van ten minste 3 jaar. In de ontwerpvrm staat 3- jaarlijks en in de ontwerp- Verordening wordt aangegeven uiterlijk 3 jaar. Los van deze inconsistentie verwijzen wij naar ons verzoek bij Art. 3 van de ontwerpverordening. Art onder 1 Behoefteramingen. Wij verzoeken u in de tabel de bovenregionale behoefte voor locatie Valkenburg en van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek expliciet toe te voegen en een verdeling binnen de regio Holland- Rijnland zichtbaar te maken naar de subregio Duin- Bollenstreek, zoals dat ook voor de Rijnstreek is gebeurd. Daarnaast verzoeken wij om aan te geven hoe deze cijfers zich verhouden tot de verstedelijkingsafspraken met onze regio tot en met De provincie vraagt voorts om de regionale woonvisie iedere drie jaar te herzien. Dit vinden wij vrij ambitieus en is misschien ook niet nodig. Het is wellicht beter het woningbouwprogramma jaarlijks te monitoren op tempo, fasering, locaties, type woningen en soorten woonmilieus dan iedere 3 jaar opnieuw een complete visie te maken. Wij verzoeken u voorgaande nog eens opnieuw te bezien en mogelijk te heroverwegen. Art onder 2 Terugvalopties. Voor plannen die structureel niet meer nodig zijn in de ogen van de provincie resteert planreductie. Wij vragen ons af wie dat exact bepaalt en vervolgens dan ook eventuele planschade betaalt. Art onder 3 Bestuurlijke afspraken. Wij verzoeken u de huisvesting migranten arbeiders/ realisering Greenportwoningen en realisering van de bovenregionale woningbouwopgave expliciet op te nemen in de tabel op pag. 5 en de hiermee samenhangende aantallen niet te koppelen aan de raming groei woningbehoefte per regio. Daarnaast merken wij op, dat betreffende de drie locaties waarover bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, wel uitgebreid wordt ingegaan op nummer 2 en 3, maar niet op nummer 1. Wij verzoeken u hier ook een tekst aan toe te voegen, die onder andere helderheid geeft over de verdeling naar locaties van de bouw van de bovenregionale opgave van 4900 woningen. Art onder 3 Bestuurlijke afspraken, realisering Greenportwoningen. Hier staat dat de opbrengst wordt afgedragen aan de GOM. De GOM heeft het alleenrecht om de bouwtitels te verkopen. Dat is wat anders en belangrijk om goed te verwoorden nu het Programma Ruimte een hogere status krijgt. Wij verzoeken u de tekst met bovenstaande aan te vullen. Art Topmilieus. aan de daar genoemde locaties kan Sancta Maria (Noordwijk / Noordwijkerhout) worden toegevoegd. Hiervoor geldt sinds 2008 een bestemmingsplan, waarin circa 200 woningen in het topmilieu zijn toegestaan. Deze locatie wordt daarom als topmilieu ontwikkeld en draagt op deze manier bij aan een beter internationaal vestigingsklimaat in onze provincie. Wij verzoeken u Sancta Maria hierbij expliciet aan te duiden. p 26 van 94

27 24 Art De Greenports. Als operationeel doel voor de Greenport Duin- en Bollenstreek staat genoemd Herinrichting opstarten voor greenport Duin- en Bollenstreek. Zoals bekend zijn wij hiermee al een kleine 20 jaar bezig en is enkele jaren geleden de GOM opgericht voor een gerichte uitvoering. Wij verzoeken u het operationeel doel en de beleidsomschrijving beter in overeenstemming te brengen met de realiteit en ambities, als verwoord in Bijlage 2. Wij geven u in overweging bij de realisatiemix ook te noemen (zie ook Bijlage 2): Economische Agenda Greenport Duin- en Bollenstreek: afspraken daarin om modernisering en intensivering te bevorderen. Financiering en subsidieverlening (bijvoorbeeld planvormingsubsidie voor kavelruil in deelgebieden, die vorig jaar ook is opengesteld voor Greenports). Kennisontwikkeling: gebruikmaken van gereedschapskit instrumentarium modernisering teeltareaal (Tool van Greenport Holland). Uitvoeringsstrategie regionale economie Zuidvleugel. Deelname aan het achterbanoverleg. Art bij handhaven teeltareaal: Genoemd is ha. Dit moet echter zijn ha. Wij verzoeken dit te corrigeren. Art Windenergie. Wij vinden dat de provincie ook een mening moet hebben over de plannen voor windenergie op zee. Daarbij verzoeken wij dan toe te voegen dat bij het borgen van belangen van de kust ook de economisch/toeristische belangen een rol moeten spelen. Kaarten Programma Ruimte Kaart transformeren herstructureren en verdichten Noordwijkerhout p 27 van 94

28 25 Deze gebieden liggen nu binnen de huidige contouren. Molenweg: gebied ten behoeve van de huisvesting van migrantenarbeiders in combinatie met woningbouw voor starters en andere bijzondere doelgroepen. Mossennest: gebied ten behoeve van woningbouw, hiervoor ligt een onherroepelijk bestemmings- plan; de woningen zijn in de verkoop. Hoekgat II, de Zilk: gebied ten behoeve van woningbouw, hiervoor ligt een onherroepelijk bestemmingsplan; de woningen worden op dit moment gebouwd. Wij verzoeken u deze gebieden binnen de rode contouren te houden en in ieder geval als bestaand stads- en dorpsgebied 2013 op te nemen. Katwijk De te ontwikkelen woningbouwlocatie Hoek de Rover is opgenomen als transformatiegebied naar wonen, maar in de ontwerpvrm is dit abusievelijk weer bedrijventerrein geworden. Graag correctie. p 28 van 94

29 26 Abusievelijk is de in aanbouw zijnde woningbouwlocatie Rijnsoever noord in Katwijk aangegeven als stadsgroen. Graag correctie. Kaart Verstedelijkingsstrategie voor wonen. Op deze kaart is een aanduiding opgenomen voor vliegveld Valkenburg als bovenregionale opgave wonen. Maar wij hebben ook vanuit Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer- Bollenstreek de bovenregionale opgave voor 4900 woningen. Wij verzoeken deze vergelijkbare strategische bovenregionale opgave op deze kaart aan te duiden. Kaart Strategie voor bedrijventerreinen. Wij verzoeken u bedrijventerrein Delfweg op deze kaart weer te geven; dit plan is onherroepelijk. Kaart Greenports Wij verzoeken het areaal Beschermd grasland Bollenstreek te synchroniseren met de locaties op onze ISG kaart. p 29 van 94

30 27 Kaarten VRM Kaart Landschappen en gebieden pag. 24. De arceringen voor Greenport Boskoop en Bollenstreek zijn met elkaar verwisseld, graag een correctie. Programma Mobiliteit Algemeen Wij maken u er op attent dat de Noordelijke Ontsluiting Greenport meer behelst dan de Duinpolderweg. Wij verzoeken dat adequaat in de VRM en alle bijbehorende stukken te verwerken. In het programma Mobiliteit ontbreekt het maatregelenpakket Middengebied: doorstroming N443 en N444. Wij verzoeken u dit maatregelenpakket alsnog in het programma Mobiliteit op te nemen. Par Internationale wegen. Wij verzoeken u aandacht te besteden aan de rol van de A44 in het wegennet, met name voor de langere termijn. Par (Boven)regionale wegen. In het Programma Mobiliteit worden voor het completeren van het wegennetwerk drie punten genoemd om de urgentie te bepalen. Hierin ontbreekt de leefbaarheid. Wij verzoeken u het aspect bijdrage aan verbetering van de leefbaarheid toe te voegen aan de urgentiebepaling. Dit is dan meer in lijn met uw tweede strategische doel: het verbeteren van de balans tussen mobiliteit en de kwaliteit van de omgeving, zodat mobiliteit veilig is, de omgeving leefbaar is en wordt bijgedragen aan energietransitie en ruimtelijke kwaliteit. Par Spoor en HOV netwerk. Wij vinden dat in het kader van Stedenbaan te eenzijdig wordt gekeken naar de rol van de voorstadstations. Wij verzoeken u ook aandacht te geven aan de rol in het mobiliteitsnetwerk van de stedenbaanstations met een herkomst c.q. recreatieve functie. Par Hoofdroutes fiets. In het Programma Mobiliteit ontbreken naar onze mening ten onrechte de fietssnelwegen. Juist het creëren van comfortabele snelle fietsroutes is van belang om de concurrentiepositie van de fiets te vergroten, wat ook beter is in relatie tot de energietransitie. Het traject Katwijk- Rijnsburg- Leiden is daarvoor geschikt. Wij verzoeken u het realiseren van snelfietsroutes een goede plek te geven in de VRM. Par Ruimtelijke reserveren en het niet onmogelijk maken van nieuwe infrastructuur, tabel Regionale wegen, Reservering, onderdeel 25. Hier staat: Noordelijke Randweg Rijnsburg, tevens onderdeel van de studie Duinpolderweg. Dit laatste is onjuist, de Noordelijke Randweg Rijnsburg is een apart project dat los staat van de Duinpolderweg. De Duinpolderweg moet een verbetering van de oost- westrelatie in het noordelijke deel van de Greenport geven en Noordelijke Randweg in het zuidelijke deel van de Greenport, waarbij er regionaal doorgaand verkeer uit de kern Rijnsburg wordt gehaald. Wij verzoeken u daarom de passage tevens onderdeel van de studie Duinpolderweg te schrappen. Hoofdstuk 4 OV aanbod beter aansluiten op maatschappelijke vraag. Wij merken op dat aan de ene kant wordt geprobeerd om reizigers die nu van het doelgroepenvervoer gebruik maken zoveel mogelijk met de het gewone busvervoer te laten reizen. Dit om de kosten van het doelgroepenvervoer te verkleinen en de deelname aan de maatschappij te vergroten. Aan de andere kant signaleren wij dat lijnen worden gestrekt en (dun bevolkte) gebieden minder met het openbaar vervoer bediend omdat dit relatief duur is (hoge kosten, beperkt aantal gebruikers). Hierdoor wordt het nog moeilijker voor gehandicapten en ouderen om van het reguliere vervoer gebruik te maken. Het vervoer voor ouderen en gehandicapten lijkt hiermee totaal in de knel te komen. Wij verzoeken u p 30 van 94

31 28 in de VRM hieraan extra aandacht te geven. Hoofdstuk 4 OV aanbod beter aansluiten op maatschappelijke vraag. De provincie voorziet een structureel dekkingstekort voor het openbaar vervoer, maar geeft niet duidelijk aan hoe zij daar wat aan wil doen. Dat is bedreigend voor de continuïteit. Wij verzoeken u om in de VRM aan te geven hoe u denkt het mogelijk structureel oplopend dekkingstekort op te lossen. Hoofdstuk 4 dunbevolkte gebieden. Bij het openbaar vervoer in dunbevolkte gebieden geeft de provincie aan dat de reiziger optimaal bediend moet worden en dat de juridische en financiële situatie daar een afgeleide van is. Met de elders al geconstateerde moeilijke financiële situatie, lijkt dit onhaalbaar. Wij verzoeken u om aan te geven wat de provincie gaat doen om het dekkingstekort op te vangen en de reiziger optimaal te blijven bedienen. p 31 van 94

32 Bijlage 2 - Concept Zienswijze regio Holland Rijnland op VRM versie concept PHO In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland Postbus LP Den Haag Leiden: PM Contact: J.M. Ververs Kenmerk: PM Telefoon: (071) jververs@hollandrijnland.net Bijlage: 1 Onderwerp: concept zienswijze Visie Ruimte en Mobiliteit CONCEPT d.d. 29 januari (versie voor bespreking in PHO s) Geacht college, Met veel interesse hebben wij kennis genomen van de ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) die ter inzage ligt voor de inspraak. Graag maken wij gebruik van de mogelijkheid om te reageren door middel van deze zienswijze. In onze zienswijze zult u de kern terugvinden van onze Position Paper, zoals wij die eerder opgesteld hebben voor de Bestuurlijke Tafel van 10 juni Ook zult u veel onderdelen herkennen van het overleg dat gedeputeerden Veldhuijzen en De Bondt hadden met onze portefeuillehouders op 8 november Wij hadden na deze bestuurlijke overleggen graag gezien dat een zienswijze niet nodig was geweest en dat veel van onze opmerkingen waren geland in de VRM. Helaas is dat niet het geval en zijn we genoodzaakt om terug te grijpen op dit reactieve middel. Als regio Holland Rijnland sturen we namens de 14 deelnemende gemeenten één zienswijze. Naast deze zienswijze zullen ook de Duin- en Bollenstreek (Bollen 6) en de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiderdorp, Nieuwkoop, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude, een eigen, lokale zienswijze indienen. Deze zienswijzen zijn te beschouwen als aanvullend op onze regionale zienswijze en gaan meer in detail in op de consequenties voor het specifieke gebied of gemeente. We gaan allereerst in op de sturingsfilosofie en het proces van de VRM, vervolgens op de kracht van onze regio en haar inliggende clusters. We sluiten af met zienswijzen per thema. In bijlage 1 geven we een grote hoeveelheid detailopmerkingen weer ten aanzien van de tekst en het gehanteerde kaartmateriaal. Kernpunten zienswijze 1. Sturingsfilosofie uit Koersnotitie komt onvoldoende terug in VRM De ontwerpvisie die nu voorligt is een uitwerking van de eerder door u vastgesteld Koersnotitie. In deze Koersnotitie wordt in hoofdstuk 3 (p. 6) de sturingsfilosofie van de provincie geschetst: In de visie Ruimte en Mobiliteit schept de provincie ruimte voor maatschappelijk initiatief en ondernemerschap, die een bijdrage leveren aan de koers die de provincie wil varen op het gebied van ruimte en mobiliteit. Een provincie die meer gesprekspartner is, die meedenkt en meedoet, ruimte biedt aan initiatieven vanuit onderop en actief de samenwerking aangaat met verschillende partijen. Deze opstelling sprak ons en zoals wij merken ook andere gemeenten en regio s - aan en was veelbelovend als opmaat naar de nieuwe visie. Dit kwam ook tot uiting in het interactieve proces tot aan de zomer van Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) info@hollandrijnland.net p 32 van 94 BNG

33 Wij moeten helaas constateren dat in uw visie deze nieuwe sturingsfilosofie een te bescheiden plek krijgt. De visie ademt dit nog enigszins uit, de programma s Ruimte en Mobiliteit al minder en de Verordening is op veel onderdelen restrictief. Er wordt op veel thema's stringent gestuurd op aantallen en cijfers (vergelijkbaar met de contingenten uit het verleden), zonder differentiatie naar gebieden. Dat is in tegenspraak met uw eigen sturingsfilosofie en verleidt (markt)partijen niet om te gaan investeren. Hieruit spreekt niet het vertrouwen dat gemeentelijke overheden een verantwoorde afweging maken en dit doet dan ook geen recht aan de autonomie en verantwoordelijkheid van de gemeenten. Wij hebben begrip voor de rol van de provincie en het behartigen van haar provinciale belangen. De vorm en het instrumentarium waarvoor nu is gekozen is echter verouderd en past niet bij de nieuwe, beleden sturingsfilosofie. Wij verwachten van de provincie dat zij de regio en de gemeenten serieus neemt en met haar in gesprek gaat. Wij pakken de opgaven die er liggen graag gezamenlijk op. 2. Proces rondom VRM stokte na de zomer Van begin 2013 tot aan de Koersnotitie was het proces rondom de VRM interactief. Na het verschijnen van de Koersnotitie werd het interactieve karakter een stuk minder. Zo werd bijvoorbeeld het Programma Mobiliteit pas na besluitvorming door Gedeputeerde Staten vrijgegeven, zodat alleen een reactie via een zienswijze restte. Het proces had ons inziens aan kracht en kwaliteit gewonnen als ik bij de totstandkoming van de conceptteksten gemeenten en regio s intensiever waren betrokken.. Dit vinden wij een gemiste kans en niet in lijn met uw nieuwe sturingsfilosofie. Wij verzoeken daarom om na de zienswijzeperiode goed de tijd te nemen om met de belanghebbenden in de gesprek te gaan. 3. Aanpassingstermijn regionale visies kort U geeft in het programma Ruimte (p. 3 en p. 5) aan van de regio te verwachten op 1 juli 2015 de aangepaste regionale visies voor wonen, kantoren, bedrijventerreinen en detailhandel te hebben aanvaard. Als regio oriënteren wij ons momenteel nog op de vorm die onze regionale visies de komende periode zullen krijgen. Inhoudelijk liggen de grote lijnen van onze regionale visies al redelijk vast. Wij verzoeken u om hier de komende periode rekening mee te houden en de mogelijkheid voor overleg en afstemming tussen gemeenten, regio en de provincie open te houden. Daarnaast gaan wij er van uit dat in het jaarlijkse proces van herziening van de provinciale structuurvisie wij als regio onze inbreng in kunnen inbrengen op de VRM. 4. Consequenties van VRM voor Holland Rijnland en haar inliggende clusters In onze position paper van juni 2013 hebben wij de kracht van onze regio geschetst. Holland Rijnland is een strategisch gelegen en krachtige regio met actieve ondernemers, overheden en instellingen. Deze kracht willen we behouden en verder ontwikkelen. De ontwerp VRM versterkt slechts ten dele deze kracht maar perkt de potenties op andere delen weer in. Per cluster belichten we hieronder de consequenties van de door u voorgestelde keuzen (die in het volgende deel van de zienswijze meer thematisch uitgewerkt worden): Voor de Duin- en Bollenstreek heeft de nieuwe VRM grote negatieve consequenties. De voorgestelde regeling over het verdwijnen van de rode bebouwingscontouren pakt op twee wijzen verkeerd uit: voor de vitalisering van het bollencomplex en het landschap en voor het adequaat accommoderen van de subregionale en bovenregionale woningbehoefte. Immers, door de VRM kunnen in principe allerlei locaties buiten de BSD weer voor verstedelijking in discussie komen. Alleen al het feit dat de mogelijkheid gaat ontstaan voor discussie over andere verstedelijkingsopties, is funest voor de noodzakelijke voortgang van de herstructurering van de Greenport. Het wakkert grondspeculaties aan met prijsopdrijvende effecten, waardoor kavelruil moeilijker uitvoerbaar wordt. De investeringsbereidheid bij bollenondernemers zal afnemen, doordat andere functies in beeld komen. Hierdoor dreigt het werk van de GOM, dat juist gebaat is bij planologische rust en lage grondprijzen, te stagneren. De gewenste woningbouw zal mogelijk stilvallen of onnodig vertragen. En met het voorgestelde korte termijnbeleid wordt geen rekening gehouden met al bestaande lange termijnafspraken met marktpartijen. Kortom, de VRM raakt de Duin- en Bollenstreek in het 2 p 33 van 94

34 hart. Het is goed dat uw gedeputeerde met steun van de Statencommissies heeft besloten om samen met de Duin- en Bollenstreek te komen tot gebiedsgericht maatwerk; De consequenties voor de Rijn- en Veenstreek zijn ook groot. Dat heeft te maken met het loslaten van de rode contouren en het sturen op Bestaand Stads- en Dorpsgebied (BSD). Voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem heeft dit consequenties voor hun ontwikkelingscapaciteit, met name voor de woningbouwlocaties, die binnen de rode contour lagen, maar nu buiten BSD. Hoe reageert de markt hier op? Daarnaast nodigt de provinciale visie weinig uit om van dit gebied een interessant ondernemingsklimaat te maken, dat uitnodigt tot investeren: economische ontwikkeling in het Groene Hart wordt enkel toegestaan als dit past bij het veenweidelandschap, waarbij de inzet het open houden van het landschap is. Alleen voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven zijn de mogelijkheden toegenomen. Er wordt geen rekening gehouden met de maatschappelijke en economische dynamiek in het gebied, de effecten van natuurlijke processen in het landschap zoals veenoxidatie, bodemverzakking en verzilting of de gevolgen van het nieuwe Europese landbouwbeleid voor agrarische ondernemers: allemaal zeer (beeld-)bepalende factoren die niet stroken met het conserverende beleid in de VRM; Voor de Leidse regio is de impact minder groot. De versterking van de knooppunten in de hoogstedelijke zone langs het logistieke as Leiden en Dordrecht wordt door deze stedelijke gemeenten over het algemeen als een logische gezien. Het is van regionaal belang dat bij een concentratiebeleid van voorzieningen, woningen en bedrijvigheid Holland Rijnland een krachtige en aantrekkelijk regio blijft. Dat raakt direct aan de belangen van Leiden. Maar ook aan de grotere agglomeratie Katwijk, Oegstgeest, Teylingen, Leiderdorp, Zoeterwoude en Voorschoten. Het functioneren van Leiden als aantrekkelijke stad is direct verbonden met de vitaliteit van omliggende gemeenten. Daarnaast vragen wij aandacht voor het feit dat de provincie Zuid-Holland deel uitmaakt van een groter gebied, waarbij gedacht dient te worden aan de relatie met Noord-Holland en Utrecht (de Randstad), maar ook met Brabant en Zeeland. Wij zijn als regio vooral gericht op de Amsterdamse regio, Haarlemmermeer (met Schiphol) en Utrecht gezien de functionele relaties die er bestaan. Zienswijze per thema Achtereenvolgens worden hier enkele algemene opmerkingen geplaatst en wordt ingegaan op thema s in de volgorde zoals deze worden behandeld in de VRM: Mobiliteit en bebouwde ruimte, Kwaliteit van landschap, groen en erfgoed en Water, bodem en energie. 1. Algemeen Omgangsregels provincie en gemeenten actualiseren en aanscherpen Doordat in de VRM bepaalde ontwikkelingen pas gerealiseerd kunnen worden na ontheffing door GS, is het aangaan van het gesprek tussen gemeenten, regio en provincie van groot belang. Momenteel zijn er omgangsregels geformuleerd in het convenant tussen provincie, regio en de VZHG. Dit convenant is met deze nieuwe VRM achterhaald. Een belangrijk punt voor de gemeenten in Holland Rijnland zijn de termijnen waar gemeenten en provincie zich aan moeten houden. Ons verzoek is daarom om op korte termijn een nieuw convenant op te stellen tussen provincies en gemeenten en hier de beleidswijzigingen en procedures vanuit de VRM goed in mee te nemen. Onze gemeenten willen graag actief bij de ontwikkeling van dit convenant worden betrokken. Instellen van een overgangsregeling In de verordening staat dat gemeenten binnen 3 jaar de bestemmingsplannen aangepast dienen te hebben (artikel 3.3, p. 20). De overgang van het huidige regime met rode contouren naar het nieuwe systeem met BSD is erg ingrijpend voor het ruimtelijk beleid. Ook worden bestaande plannen doorkruist en wordt de beleidsruimte van gemeenten ingeperkt. Het kan niet zo zijn dat 3 p 34 van 94

35 als gemeenten nu niet snel anticiperen op het nieuwe regime de provincie na drie jaar ingrijpt. Op basis van het bestemmingsplan hebben gemeenten kosten gemaakt om de grond bouwrijp te maken of contracten gesloten met derden. Door het eenzijdig schrappen van deze locaties toont de provincie zich een onbetrouwbaar partner. Als deze benadering toch wordt doorgezet is tenminste een overgangsregeling wenselijk. Mogelijkheid planschade De provincie wil bij het stringent toepassen van BSD ook over gaan tot het laten schrappen van bestemmingsplannen, wanneer deze niet binnen drie jaar zijn aangepast. De regio vindt dat geen verstandig en haalbaar beleid. Wanneer dat beleid wel door wordt gezet zullen belanghebbenden van zich doen spreken. Wie draait hierbij dan op voor de planschade? Is dat de provincie? Hier wordt niet over gesproken in de VRM. Waar mogelijk zullen gemeenten zich beraden om schade door dit beleid op de provincie te verhalen. Wij verzoeken de provincie om goed de consequenties te onderzoeken van het stringent toepassen van BSD voordat tot implementatie over wordt gegaan. Niet voorbarig schrappen in de plancapaciteit De regio Holland Rijnland is een aantrekkelijk woonregio. Dat willen we graag zo houden. De meest recente woningbehoeftecijfers geven aan dat er tot 2019 en ook daarna nog een behoorlijke vraag bestaat aan wonen, dus aan woningbouw. De provincie lijkt nu vooral in te zetten op het schrappen van overbodige plannen, vooral buiten BSD. Wij pleiten hier nadrukkelijk voor om hier niet te voorbarig te schrappen in de plancapaciteit. Zonder uitputtend te zijn willen we hier pleiten voor het behoud van plancapaciteit voor grote woningbouwplannen die (deels) buiten BSD zijn gesitueerd: Valkenburg, Bronsgeest, Offem-Zuid, Nieuw Rhijngeest, Braassemerland en woningen in Nieuwkoop ten behoeve van de Noordse Buurt. Afspraak over warm worden grond in de Duin- en Bollenstreek In het bestuurlijk overleg van 8 november is door de provincie toegezegd dat er een onderzoek plaats zal vinden naar het mogelijk warm worden van de grond in de Duin- en Bollenstreek bij het loslaten van de rode contouren. Gemeenten noch de regio zijn tot nu toe betrokken geweest bij dit onderzoek. Wij wachten met belangstelling de resultaten van dit onderzoek af. 2. Mobiliteit en bebouwde ruimte Vitale Greenport Duin- en Bollenstreek Tussen provincie en gemeenten in de Duin- en Bollenstreek is afgesproken om de komende maanden samen tot een voor beide partijen werkbaar maatwerk te komen binnen de VRM. Op die manier worden alle knelpunten in dit gebied integraal opgelost en wordt een effectief instrument geboden voor de realisering van de belangrijke opgaven. Centrale opgaven in dit gebied zijn: Verbetering van de kwaliteit van het landschap (open maken, opschonen verrommeling, aanbrengen landschapselementen). Herstructurering en vernieuwing van het bollen- en bloemencluster. Accommoderen van de eigen behoefte aan wonen, werken en voorzieningen. Accommoderen van enkele gespecifieerde bovenregionale behoeftes, waarvoor bestuurlijke afspraken bestaan in het kader van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek en Valkenburg. Voor de eerste twee aspecten is de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) opgericht, waarbij opbrengst van de bouw van Greenportwoningen een middel is om dit proces op gang te brengen en te financieren. De huidige regeling in de provinciale structuurvisie, met bebouwingscontouren en de bijbehorende Verordening Ruimte, is daarbij als relevant ervaren. De bebouwingcontouren zorgen voor duidelijkheid voor zowel de gewenste stedelijke ontwikkelingen als die in het 4 p 35 van 94

36 buitengebied. Belangrijk is dat door de planologische rust de bereidheid te investeren in het bollencomplex en het landelijk gebied duidelijk toeneemt. Tevens ontstaat hieruit een dempende werking op de grondprijzen in het buitengebied. Dit bevordert het herstructureringsproces. Daarnaast bevatten de bebouwingscontouren de ontwikkelruimte die nodig is om de eigen stedelijke behoefte en de afgesproken bovenregionale behoefte te accommoderen tot Daarbij zal er op de korte termijn eerder sprake zijn van temporisering van ontwikkelingslocaties dan van het schrappen van overcapaciteit. Wij verzoeken u om in een open proces samen met de betrokken gemeenten doelgericht tot voor beide partijen werkbare resultaten te komen, met bovenstaande als uitgangspunt. Goed kijken naar de markt in plaats van stringent toetsen In uw sturingsfilosofie geeft u aan dat er ruimte geboden moet worden aan ontwikkelingen van onderop, vanuit de maatschappij en markt. Vanuit de vraagkant dus. Vervolgens worden er allerlei instrumenten ingezet waarbij achteraf wordt getoetst of deze ontwikkelingen in het buitengebied wel kunnen: de ladder voor duurzame verstedelijking, maatschappelijke tegenprestaties, gebiedsprofielen en een kwaliteitskaart. Al de initiatieven moeten ook nog eens naadloos passen in sectorale regionale plannen voor wonen, kantoren, woningbouw etc. die door de provincie moeten worden goedgekeurd. Op deze wijze ontstaat er een ingewikkeld toetsingsproces waarbij het voor een initiatiefnemer uiterst moeilijk is om van tevoren in te schatten wat de kans van slagen is. Overheden dienen partijen juist uit te nodigen om initiatieven te nemen en niet van tevoren te ontmoedigen door ingewikkelde procedures. Wij verzoeken de provincie dit instrumentarium nog eens goed op haar merites te bezien en samen met de regio s vooral te letten op de samenhang van het instrumentarium en toepasbaarheid in de praktijk. Ruimte voor regionaal maatwerk Holland Rijnland ondersteunt de aanpak in de VRM om regionale visies een centrale rol te geven in het beleid. Helaas moet er ook geconstateerd worden dat de regionale strategieën die onlangs zijn opgesteld zoals kantorenstrategie Holland Rijnland niet hebben geleid tot enige aanpassing in het provinciaal beleid. Holland Rijnland verzoekt de provincie een uitnodigend perspectief te bieden om gezamenlijk regionale visies op te stellen. Maatwerk bij het aanwijzen van locaties, hoeveelheid nieuwbouw en afwijkend beleid in verschillende regio s is hierbij een basisvoorwaarde. Bij dit maatwerk moet ook beter gekeken worden naar de samenhang tussen beleidsvelden. Inzet op transformatie van kantoren of detailhandel is enkel mogelijk als er alternatieven worden geboden die wel mogelijk zijn, zoals wonen of groen. Sturen op kantorenvoorraad Uit het ontwerp VRM kan geconstateerd worden dat de regionale kantorenstrategie van Holland Rijnland niet overgenomen c.q. geaccepteerd is door de provincie. We pleiten er voor om te kijken hoe we werkbare afspraken kunnen maken over punten waar we verschillend tegen aan kijken. In de VRM staat het reduceren van nieuwbouw van kantoren centraal. Holland Rijnland pleit voor een benadering waarbij de totale kantorenvoorraad centraal staat. Om bedrijven te binden aan de regio moeten representatieve kantoorlocaties geboden worden op goede plekken. Mogelijkheden voor nieuwbouw zijn belangrijk om deze locaties te creëren. Holland Rijnland ziet daarom niets in een kantorenquotum waarmee de nieuwbouw van kantoren ook op goede locaties wordt beperkt. Wanneer toch voor een kantorenquotum wordt gekozen bepleit Holland Rijnland tenminste een vorm van kantoren- voor kantorenregeling op te nemen. Holland Rijnland deelt de visie in de VRM om kenniscentra de ruimte te geven zich verder te ontwikkelen. Holland Rijnland pleit ervoor de totale ruimte voor nieuwbouw van kantoren te verhogen wanneer kenniscentra (zoals het Bio Science Park) zich sneller ontwikkelen dan geraamd. Het kan immers niet zo zijn dat een succesvolle ontwikkeling van de kantoren rond 5 p 36 van 94

37 kenniscentra tot gevolg heeft dat in de rest van de regio geen kantoren meer gebouwd kunnen worden. Holland Rijnland roept op om W4 Leiderdorp en het Stationsgebied Alphen aan den Rijn op te nemen als kantoorlocaties in de VRM. Met betrekking tot de W4 Leiderdorp liggen er contractuele verplichtingen, ook met de provincie Zuid-Holland. In de kantorenstrategie van Holland Rijnland is stationsgebied Alphen aangeven als regionale kantoorlocatie. De gemeenten Alphen aan den Rijn heeft met inwoners een centrumfunctie in het Groene Hart. Hierbij past een kantoorlocatie waarbij regionale kantoren zich op beperkte schaal kunnen vestigen. Het schrappen van stationsgebied Alphen aan den Rijn strookt ook niet met de gezamenlijke inzet van het Rijk, de provincie als de gemeente om de automobiliteit te verminderen door werklocaties zoveel mogelijk te situeren op OV-knooppunten. Ruimte voor bedrijven De regio ziet het vrijgeven aan gemeenten om functiemenging toe te staan op bedrijventerreinen in categorie 1, 2 en categorie 3a als een goede ontwikkeling. Wel maakt de regio zich zorgen over de eventuele verdringing van bedrijven zonder dat er ruimte voor alternatieve locaties geboden wordt. Het beschikbaar houden van voldoende ruimte voor bedrijven blijft belangrijk. In de VRM wordt gesproken over monitoring. Wij pleiten voor een nadere uitwerking van deze monitoring, in samenwerking met de regio s. En inclusief mogelijk te nemen acties wanneer er sprake is van verdrijving van bedrijven. Detailhandel Holland Rijnland sluit aan bij de visie in de VRM dat verspreide winkels geconcentreerd moeten worden in de bestaande centra. Wat ons betreft horen de PDV-locaties ook bij de bestaande centra. Ook in de VRM maken deze locaties onderdeel uit van de detailhandelshoofdstructuur (pagina 28). De VRM biedt in de huidige tekst echter geen enkel perspectief aan deze locaties en lijkt aan te sturen op een koude sanering, wetende dat de meeste PDV-locaties momenteel moeizaam functioneren. Het nu geheel vrijgeven van de vestiging van grote (>1000 m²) bouwmarkten en tuincentra draagt ook niet bij aan een mogelijke versterking van deze locaties. Binnen de regio Holland Rijnland worden op dit moment afspraken gemaakt die enige ondersteuning bieden aan de positie van de PDV-locaties in de regio. Met deze afspraken wordt het mogelijk ook enkele, andere expliciet benoemde winkels op deze locaties toe te laten. Holland Rijnland vraagt de provincie deze afspraken te respecteren. De VRM streeft per saldo een afname van winkelaanbod m² in centra buiten de hoofdstructuur na. Kwantitatieve toename is mogelijk op voorwaarde van sanering van aanbod elders. Als intentie kan Holland Rijnland dit steunen. De regio wil inzetten om ook de dorpscentra buiten de hoofdwinkelstructuur in de VRM levendig te houden. Beperkte toevoeging van m² aan winkels kan hierbij soms nodig zijn om de winkelstructuur in dorpscentra te verbeteren. Daarnaast stelt Holland Rijnland voor de saldobenadering bij toevoeging van m² detailhandel buiten de hoofdwinkelstructuur niet te dogmatisch op te vatten. Een principe van gelijk oversteken zorgt voor forse extra kosten bij nieuwe ontwikkelingen omdat actief verspreide detailhandelslocaties moeten worden aangekocht. Vice versa is deze regeling een rem op de natuurlijke transformatie van verspreide detailhandelslocaties omdat het aantal m² aan detailhandel volgens het gelijk oversteken principe een verzilverbare status krijgen. Holland Rijnland ziet bij nieuwe ontwikkelingen meer in een winkelconcentratieplan waarin met meerdere type maatregelen gestimuleerd wordt dat verspreide winkels zich concentreren en de oude locatie van bestemming wijzigt. Maatregelen hierin kunnen zijn een uitsterfregeling opnemen in het bestemmingsplan, verruimen van de transformatiemogelijkheden, een eerste optie tot huur voor bestaande winkeliers en eventueel een verhuispremie. 6 p 37 van 94

38 In de VRM worden afhaalpunten alleen toegestaan op detailhandelslocaties. Daaronder verstaat de regio ook PDV-locaties. Doel van dit beleid is de bestaande detailhandelslocaties te beschermen. Wij vinden de bescherming van de huidige detailhandelslocaties ook belangrijk, maar willen niet voorbijgaan aan de behoefte van zowel consumenten als ondernemers om op goed bereikbare plekken afhaalpunten in te richten. Naar onze mening wordt een beter evenwicht gevonden door de mogelijkheden voor afhaalpunten te verruimen op de volgende wijze: Ondergeschikt afhaalpunt bij bedrijven dat gekoppeld is aan de werkzaamheden van het bedrijf. Er worden beperkende eisen voor het afhaalpunt opgenomen met maximale m². Afhaalpunten langs high traffic locaties zoals N- of Rijkswegen. PDV-locatie Noordelijke Bollenstreek In het ontwerp VRM is de PDV-locatie Noordelijke Bollenstreek als zoeklocatie geschrapt. De provincie geeft aan dat er in de Noordelijke Bollenstreek ruimte is voor perifere detailhandel, zonder daar de status van PDV-locatie (met wooninrichting) aan te verbinden. Daarover gaan de betrokken gemeenten graag met u in gesprek. Ondanks de economische recessie heeft het DPO (distributie planologisch onderzoek) aangegeven dat clustering van perifere detailhandel voordelen biedt ten opzichte van individuele vestiging. De locatie Meer en Duin/Hillegom Zuid biedt ruimtelijk goede mogelijkheden, goede bereikbaarheid en een centrale ligging in de Noordelijke Bollenstreek. De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek zetten actief in op innovatie d.m.v. realisatie Flower Science Center en economische agenda Greenport. Dit zal potentieel kunnen leiden tot meer kennisintensieve bedrijvigheid en behoefte tot vestiging in de streek. De locatie nu schrappen zou de situatie frustreren. Wij stellen voor de locatie op zijn minst te benoemen als locatie om verspreide detailhandel te concentreren zodat de noordelijke Bollenstreek in ieder geval uitwijkmogelijkheden behoudt. Aparte status Scienceparken Scienceparken in de regio Holland Rijnland (Bio Sience Park en Space Business Park) kennen een eigen specifieke ruimtelijke dynamiek die niet goed tot z n recht komt in de VRM. De scienceparken moeten eenzelfde aparte status krijgen als de Greenports en Mainport in de VRM. In de VRM vallen ze afwisselend onder de thema s Centra, Kantoren en Bedrijventerreinen. De scienceparken opereren en concurreren op een internationaal speelveld en niet op een regionaal speelveld. Het toepassen van het beleid dat gericht is op het kwantitatief beperken van planvoorraad op het gebied van kantoren, bedrijventerreinen, detailhandel en wonen is tegenstrijdig aan het creëren van het gewenste internationale topmilieu in deze gebieden. Op bestemmingsplanniveau zijn er onlangs nieuwe afspraken gemaakt voor het Bio Science Park die meer recht doen aan de aparte status van Scienceparken. Een volgend stap is om Kenniscentra en Science Parken ook in de VRM een aparte positie te geven zodat ze internationaal goed kunnen concurreren. Toevoeging van criterium leefbaarheid bij afweging (boven)regionale wegen In het Programma Mobiliteit worden voor (boven)regionale wegen drie punten genoemd om de urgentie te bepalen: congestiegevoeligheid, bijdrage aan de Zuid-Hollandse topsectoren en verkeersveiligheid (p. 7). In dit afwegingskader ontbreekt het criterium leefbaarheid, terwijl het tweede strategische doel als volgt luidt (p.3): het verbeteren van de balans tussen mobiliteit en de kwaliteit van de omgeving, zodat mobiliteit veilig is, de omgeving leefbaar is en wordt bijgedragen aan energietransitie en ruimtelijke kwaliteit. Het zou daarom logisch zijn om ook de term leefbaarheid toe te voegen als criterium bij het bepalen van de urgentie. N11 en A44 als belangrijke schakels in het regionale netwerk In de VRM gaat u uit van het beter benutten van het bestaande infrastructurele netwerk, waarbij het dan ook gaat om de wisselwerking tussen nationale, regionale en (boven)lokale infra. We missen in de VRM aandacht voor zowel de N11 als de A44 als belangrijke schakels in het regionale netwerk. Wij zijn ons er van bewust dat dit Rijksinfrastructuur is, maar gezien de 7 p 38 van 94

39 positie in het totale netwerk en de diverse (provinciale) opgaven in de N11-corridor en gekoppeld aan de A44 lijkt ons een visie op de toekomst van deze corridors van belang. Er lopen momenteel diverse projecten in de omgeving van de N11 (zoals de RijnlandRoute, ongelijkvloerse kruising burg. Smeetsweg, ongelijkvloerse kruising Leidse Schouw), die in nauwe samenhang met elkaar uitgevoerd dienen te worden. Ten aanzien van de Leidse Schouw zijn op dit punt ook bestuurlijke toezeggingen gedaan aan de gemeente Alphen aan den Rijn in het kader van besluitvorming rond het HOV-net Zuid Holland Noord. Ook in relatie tot de A44 spelen een aantal grote projecten zoals de RijnlandRoute, de ontwikkeling van de knoop Leiden-West, de ontsluiting van Flora Holland en de verdere ontwikkeling van het Bioscience Park. Daarnaast bestaat er regionaal al langer de wens om het snelheidsregime op de A44 te verlagen. Onduidelijk is nu echter wat de visie van het Rijk en provincie op deze corridors is en welke ruimtereserveringen in de toekomst nodig zijn om eventuele doorontwikkeling van deze corridors niet onmogelijk te maken. Graag gaan wij hierover in de komende jaren met u en het Rijk in overleg. Traject Leiden-Utrecht De voorziene werkzaamheden in het kader van het HOV-net Zuid Holland Noord zijn in de visie opgenomen. Dit conform de afspraken met de regio en de gemeenten. Wij financieren hier als regio zelf ook aan mee gezien het regionaal belang van deze OV-corridor. Wij missen in de VRM een lange termijnvisie op de spoorverbinding Leiden Utrecht. In het kader van Stedenbaan vindt de doorontwikkeling van de Lange Termijnspooragenda plaats. Hierin zien wij ook graag voor de periode na 2028 (na de realisatie van het Programma Hoogfrequentspoor) de volledige verdubbeling van het spoor op deze corridor opgenomen. Dit om uiteindelijk een volwaardig intercityproduct (kwalitatief en kwantitatief) met ondersteunende sprinters mogelijk te maken. Wij begrijpen dat het hier in eerste instantie een Rijksverantwoordelijkheid betreft, maar wij verkennen graag met u op welke wijze deze kwalitatieve impuls aan het OV kunnen agenderen. Zorgen om OV in landelijk gebied Wij maken ons zorgen om het openbaar vervoer in het landelijk gebied. Hoe wordt hiermee omgegaan, gegeven de huidige concessie in onze regio en in de toekomst? Wij begrijpen de behoefte aan het creëren van dikkere OV-lijnen. Dit past ook in onze eigen OV-visie. Wat ons betreft is er echter een maatschappelijk minimumniveau qua OV-ontsluiting voor de inwoners van onze regio. Daarmee samenhangend is in de provincie een discussie gaande over de relatie doelgroepenvervoer en OV. Een relevante ontwikkeling waar wij ons als regio ook op richten in het kader van de decentralisatie van de WMO. Onze regio wil bij de uitwerking hiervan nauw betrokken worden. Zeker waar deze discussie ook raakt aan het collectief vraagafhankelijk vervoer, waarvan de regio zelf concessiehouder is. Stationsomgeving Bij de ontwikkeling van stations zou de provincie niet vanuit een restrictieve rol moeten acteren, maar vanuit een aanjaagfunctie de ontwikkelingen rondom stationslocaties moeten stimuleren. Dit passend binnen het gezamenlijk beleid van de Stedenbaanpartners in de Zuidvleugel. Daarbij dient de provincie goed te kijken naar haar eigen instrumentarium en financiële mogelijkheden. Dan gaat het bijvoorbeeld om de OV-ontsluiting, maar ook om voorzieningen in ketenmobiliteit (bv. fietsenstallingen). Koppeling fiets en OV-netwerk In de VRM wordt verwezen naar een regionaal hoofdfietsnetwerk. Helaas zijn er momenteel treinstations die niet zijn aangesloten op dit netwerk. Gezien de (Stedenbaan-)ambitie om ketenmobiliteit te optimaliseren, zouden alle treinstations per definitie in het regionaal hoofdfietsnetwerk moeten zitten. De trein, als hoofdas van het OV, maakt dat reizigers geneigd zijn grotere afstanden per fiets af te leggen. En juist op de kleinere stations is het lagere OV vaak niet toereikend als voortransport. 8 p 39 van 94

40 Ontbreken fietssnelwegen In het programma Mobiliteit ontbreken bij de paragraaf Hoofdroutes fiets (paragraaf 2.1.4) de fietssnelwegen. Het upgraden van bestaande routes naar fietssnelwegen is van belang om de concurrentiepositie van de fiets te vergroten. Op gebied van reistijd en comfort wordt hiermee een alternatief voor de auto geboden op knelpunten in autoverkeer. Het upgraden van snelfietsroutes (waaronder de snelfietsroute Katwijk-Leiden) zou specifiek genoemd moeten worden in de VRM. Nieuwe oeververbindingen Gouwe In de visie wordt gerept over een project dat opgestart wordt ten aanzien van de nieuwe oeververbindingen Gouwe. In dit kader wijzen wij graag op het project Corridor N207 Zuid dat een sterke (verkeerskundige) relatie heeft met deze oeververbindingen. Wij gaan er dan ook vanuit dat u deze twee projecten bij elkaar betrekt. Reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg Wij missen in de VRM een juiste reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Met de ruimtelijke reservering in de VRM willen we dat de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de toekomst niet onmogelijk gemaakt wordt. De Noordelijke Randweg Rijnsburg is onderdeel van het regionale Programma Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek. De Noordelijke Randweg Rijnsburg is een mogelijke maatregel op langere termijn (na 2020). Wij verzoeken u om de ruimtelijke reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg in de Visie Ruimte en Mobiliteit te wijzigen in het zoekgebied conform alternatief 3 in de Verkenning Graaf Floris V Route / Noordelijke Randweg Rijnsburg. Voor meer details hierover verwijzen wij naar een separate brief hierover die naar u wordt verstuurd. 3. Kwaliteit van landschap, groen en erfgoed Strikte beperking door hanteren drie gebiedscategorieën Er worden drie gebiedscategorieën genoemd. Hoe moeten wij deze plaatsen in relatie tot de gebiedsprofielen? Is het niet dubbelop en tegenstrijdig: aan de ene kant meer ruimte willen geven in het buitengebied wanneer dit iets toevoegt aan de ruimtelijke kwaliteit, aan de andere kant dit weer op slot zetten met de gebiedscategorieën? Bij de categorie gebieden met topkwaliteit staat zelfs een deel daarvan is zo kwetsbaar dat de meeste ruimtelijke ontwikkelingen zijn uitgesloten. Is het niet juist hier relevant om op basis van het gebiedsprofiel tot maatwerk te komen? Het Hollands Plassengebied, de Nieuwkoopse plassen en de Haeck en Duin, Horst en Weide zijn gebieden met topkwaliteit, maar ook gebieden die zich toeristisch verder moeten ontwikkelen. Ook is het van belang agrariërs en landgoedeigenaren de ruimte te geven voor ontwikkeling. Zij dragen zorg voor het beheer van landschap, groen en erfgoed binnen alle gebiedscategorieën, maar moeten economisch rendabel kunnen werken om dit te blijven doen. Daarvoor zijn ook ruimtelijke ingrepen nodig. Onduidelijkheid bij het instrument maatschappelijke tegenprestatie Het instrument van maatschappelijke tegenprestatie is nog onvoldoende uitgewerkt. Er leven veel vragen bij gemeenten en ook vanuit Provinciale Staten is er in december veel kritiek over geuit. Zonder nu in detail op allerlei vragen in te gaan over dit thema, is ons voorstel om dit instrument te schrappen uit de VRM en eerst goed de tijd te nemen om dit instrument verder uit te werken en daarbij diverse aspecten in ogenschouw te nemen. Hierbij is het van belang om de diverse regelingen, die nu van kracht zijn op een goede manier in één regeling te laten landen: Ruimte voor Ruimte, Glas voor Glas, Rood voor Groen, fonds Ruimtelijke Kwaliteit. Ook vindt Holland Rijnland het van belang dat bij ontwikkelingen, die reeds lopen, niet een compensatieverplichting ontstaat, die er eerder niet was. Vanzelfsprekend zal een dergelijke uitwerking in nauwe samenspraak met de gemeenten plaats dienen te vinden. 9 p 40 van 94

41 Molenbiotoop Artikel van de ontwerpverordening Ruimte stelt ten doel te garanderen de vrije windvang en het zicht op de molen. Wij zijn blij met de versoepeling van de bebouwingsregels binnen bestaand stads- en dorpsgebied. Deze gaat ons nog niet ver genoeg. Wij bepleiten bij molens binnen stadsgebied de molenbiotoopregels helemaal af te schaffen. Gemeenten maken dan bij stadsontwikkeling zelf een integrale belangenafweging, in overleg met belanghebbenden en de provincie. Zij krijgen de bevoegdheid voor besluitvorming. De gemeente is daartoe zelf goed in staat. 4. Water, bodem en energie Ontwikkelingen mogelijk maken in het Groene Hart De VRM zet vooral in op economische ontwikkeling in de stedelijke agglomeratie. Om de Randstad als geheel een internationaal sterke concurrentiepositie te geven, is het noodzakelijk dat ook in het Groene Hart ruimte is om in te spelen op sociaal-culturele en economische ontwikkelingen. Het Groene Hart heeft de potentie om naast de rol als voedselproducent een sterke positie in te nemen in de nieuwe duurzame economie, zoals nieuwe vormen van grondstoffenproductie en biobased economy. Het beschouwen van het Groene Hart als productielandschap vereist een proactieve houding van de provincie en een actieve samenwerking tussen de provincie en de Groene Hartgemeenten. De voorliggende provinciale visie is nog te beperkt en teveel gestoeld op de bestaande situatie. De transitie naar een productielandschap en de bijbehorende circulaire economie is een onmisbare stap op weg naar een concurrerende Randstadregio. Ook in de nieuwe visie worden agrariërs verantwoordelijk gemaakt voor het landelijk gebied. Om hun voortbestaan te garanderen, is ruimte voor innovatie noodzakelijk. De Groene Hartgemeenten hebben al jaren laten zien dat zij zorgvuldig omgaan met het Groene Hart. De provinciale visie nodigt echter weinig uit om van dit gebied een interessant ondernemingsklimaat te maken, dat uitnodigt tot investeren: economische ontwikkeling in het Groene Hart wordt enkel toegestaan als dit past bij het veenweidelandschap, waarbij de inzet het open houden van het landschap is. De leefbaarheid en vitaliteit van de dorpen is gebaat bij een sterke Groene Hart economie. Daarbij horen voorzieningen en aantrekkelijke woonmilieus om te voorzien in de eigen behoefte. In dat kader willen we opmerken dat de betrokken gemeente graag met de provincie in gesprek gaan over het aanwijzen van de Rijnstreek als anticipeergebied bevolkingsdaling. 5. Afsluiting en voorstel voor het vervolgproces Als afsluiting willen we aan u meegeven dat wij zien dat er veel werk is verzet bij deze ontwerp VRM. Ons valt echter tegelijkertijd op dat in de voorliggende conceptteksten een groot aantal fouten en inconsequenties is geslopen in zowel de tekst als de kaartbeelden. Het gaat hier om inconsequenties tussen de vigerende Provinciale Structuurvisie en de VRM waarvan onduidelijk is of het hier nu gaat om gewijzigd beleid. Maar ook om verschillen tussen teksten en kaarten in visie, programma en verordening. In bijlage 1 treft u daarom een bijlage met een grote hoeveelheid aan detailopmerkingen van zaken die onze regio raken. Tevens gaan wij er van uit dat in het vervolgproces punten die verkeerd op de kaart of tekst opgenomen zijn maar niet in zienswijzen opgenomen zijn, ambtelijk gewijzigd en afgedaan kunnen worden. 10 p 41 van 94

42 Wij zijn benieuwd naar uw reactie op onze zienswijze. Uit de omvang en aard van onze zienswijze kunt u opmaken dat het ontwerp van de Visie Ruimte en Mobiliteit grote consequenties heeft voor onze regio en dat dit ook een onderwerp is dat speelt in onze gemeenten. Wij gaan dan ook graag met u in gesprek over bovenstaande thema s. Hoogachtend, het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland, de secretaris, de voorzitter, R. van Netten H.J.J. Lenferink Bijlage 1: Opmerkingen Verordening Ruimte/Programma Ruimte en kaarten (separaat bijgevoegd) 11 p 42 van 94

43 Bijlage Opmerkingen Verordening Ruimte/Programma Ruimte en kaarten Concept 29 januari 2014 Kaarten Visie Ruimte en Mobiliteit In het rapport zijn kaarten opgenomen bij verschillende paragrafen. Deze kaarten hebben een andere legenda en vaak een andere geografische afbakening dan de kaarten bij de VRM in de planviewer. Dit werkt onduidelijkheid in de hand. Wij verzoeken de kaarten in de VRM te vervangen door de kaarten in de planviewer, of helemaal weg te laten uit het rapport. Op kaart 5 bij de VRM zijn de Greenports globaal weergegeven. Dit wijkt echter soms wel erg veel af van de realiteit. Wij verzoeken u de hele gemeente Katwijk op te nemen binnen het gebied van de Greenport Duin- en Bollenstreek. Wij verzoeken u de zuidelijke grens van de Greenport Aalsmeer buiten de EHS en de gemeente Alphen aan den Rijn te situeren en de grens op de provinciegrens met Noord-Holland weg te halen daar de Greenport Aalsmeer hier doorloopt. In de legenda en op de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur ontbreekt de Greenport Aalsmeer. De grotere glastuinbouwgebieden in deze Greenport vallen op deze kaart onder overige glas. Dit doet afbreuk aan het belang van Greenport Aalsmeer voor de regio. Wij verzoeken u de Greenport Aalsmeer, net als de andere Greenports in Zuid-Holland op te nemen in de legenda en de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur. Recreatiegebieden en kroonjuwelen kloppen op de kaart van de Ruimtelijke Hoofdstructuur niet met de begrenzing van deze gebieden op de kaarten van de VRM en/of met de Kwaliteitskaart. Tevens zijn alle gebieden met verblijfsrecreatie vervallen op de kaarten van de VRM. Wij verzoeken u de openlucht recreatiegebieden, de verblijfsrecreatiegebieden en de kroonjuwelen beleidsarm over te nemen uit de PSV en correct op alle kaarten aan te geven. Op de Kwaliteitskaart laag stedelijke occupatie zijn de groene buffers deels weggevallen (Land van Wijk en Wouden en Hollands Plassengebied). Deze staan wel op de kaarten Ruimtelijke Hoofdstructuur en kaart 11. Stad en Land verbonden. Wij verzoeken u de Kwaliteitskaart hierop aan te passen. Op kaart 11 Stad en Land verbonden ontbreekt de arcering voor recreatiegebied rond de steden in de Oosteinderpolder (Hillegom), de Oostvlietpolder (Leiden) en de Boterhuispolder (Leiderdorp/Teylingen). Op deze kaart heeft het Natura 2000 gebied De Koepelduinen de status van stedelijk groengebied gekregen. Tevens lijkt de EHS niet overeen te komen met de onlangs herbegrensde EHS. De ecologische verbinding ten noorden van BSD van Noordwijk staat weer ingetekend dwars door het bollenteeltgebied. In 2010 heeft de provincie al toegezegd dit te veranderen bij een volgende herziening van de PSV naar een (smalle) ecologische verbinding langs de weg van Leeuwenhorst naar de duinen. Wij verzoeken u de hierboven genoemde correcties op de kaart door te voeren. Programma Ruimte Het is onduidelijk wat de status is van de kaart met woningbouwlocaties buiten BSD in het Programma Ruimte, omdat deze kaart niet is opgenomen in de plannenviewer van de provincie. Wij verzoeken u de kaart met woningbouwlocaties buiten BSD op te nemen in de planviewer. 1 Behoefteramingen. (paragraaf 2.2.2) De provincie vraagt om de regionale woonvisie iedere drie jaar te herzien. Dit vinden wij vrij ambitieus en is misschien ook niet nodig. Het is wellicht beter het woningbouwprogramma jaarlijks te monitoren op tempo, fasering, locaties, type woningen en eventueel soorten woonmilieus dan iedere 3 jaar opnieuw een complete visie te maken. Wanneer u toetst op de behoefteramingen, verzoeken wij u voorgaande nog eens te heroverwegen. p 43 van 94 1

44 2 Terugvalopties. (paragraaf 2.2.2) Als de provincie bij het ontbreken van een regionale woonvisie per bestemmingsplan gaat beoordelen op basis van WBR en BP zijn er dan aantallen voor elke gemeente bepaald? Wij verzoeken u deze getallen in het programma Ruimte aan te geven. Voor plannen die structureel niet meer nodig zijn in de ogen van de provincie resteert planreductie. Wij vragen ons af wie bepaalt welke plannen niet meer nodig zijn en vervolgens dan ook eventuele planschade betaalt. 3 Bestuurlijke afspraken. (paragraaf 2.2.2) Realisering Greenportwoningen. Hier staat dat de opbrengst wordt afgedragen aan de GOM. Echter de GOM heeft het alleenrecht om de bouwtitels voor de 600 Greenportwoningen te verkopen. Dat is wat anders en belangrijk om goed te verwoorden nu het Programma Ruimte een hogere status heeft. Wij verzoeken u de tekst te corrigeren. 2.3 Vergroten agglomeratiekracht Nieuwe infrastructuur (2.3.1) In het lijstje te reserveren staan zowel de Rijnlandroute, waarvoor het tracé vastligt, als de Duinpolderweg, waarvoor het tracé nog bepaald moet worden. Op de kaart staan beide met dezelfde streep aangegeven. Dit doet geen recht aan het verschil in status. Op deze kaart en het lijstje ontbreekt de reservering voor de Noordelijke Randweg Rijnsburg. Wij verzoeken u op de kaart verschil aan te brengen in de legenda voor een reservering voor een weg waarvoor het tracé al vastligt en voor een weg die nog aan het begin van het tracékeuze proces staat. Sterke centra met passende voorzieningen (2.3.1) De provincie noemt negen concentratielocaties en 1 uitwijklocatie. Wij verzoeken u Station Alphen aan den Rijn aan dit lijstje en op de kaart toe te voegen. Te ontwikkelen centra (2.3.4) De PDV locatie Noordelijke Duin- en Bollenstreek ontbreekt hier, ook in de tabel (p ) en in de verordening. Wij verzoeken u deze PDV locatie te handhaven en op te nemen. 2.4 Agrologistieke en haven-industriële netwerk De Greenports. (2.4.2) Greenport Duin- en Bollenstreek (2.4.2) Als operationeel doel voor de Greenport Duin- en Bollenstreek staat genoemd Herinrichting opstarten voor greenport Duin- en Bollstreek. Zoals bekend zijn wij hiermee al een kleine 20 jaar bezig en is de GOM in 2010 opgericht om de gerichte uitvoering te hand te nemen. Wij verzoeken u het operationeel doel en de beleidsomschrijving beter in overeenstemming te brengen met de realiteit en ambities, als verwoord in bijlage 2. Wij geven u in overweging bij de realisatiemix ook te noemen (zie ook Bijlage 2): Economische Agenda Greenport Duin- en Bollenstreek: afspraken daarin om modernisering en intensivering te bevorderen. Financiering en subsidieverlening (bijv planvorming subsidie voor herstructurering deelgebieden). Kennisontwikkeling: gebruikmaken van gereedschapskist instrumentarium modernisering teeltareaal (Tool van Greenport Holland) Uitvoeringsstrategie regionale economie Zuidvleugel. Deelname aan het achterbanoverleg. handhaven teeltareaal (2.4.2) De provincie noemt een oppervlakte van ha eerste klas bollengrond. Wij hopen oprecht dat dit een typefout is. p 44 van 94 2

45 Dit moet ha zijn. Wij verzoeken dit te corrigeren. In de PSV waren de graslanden die in beginsel omgezet mogen worden naar bollengrond apart genoemd. Wij verzoeken u om dit in de VRM en de Verordeningen te corrigeren, conform de huidige PSV en het in onze ISG gestelde. Programma Mobiliteit Algemeen. Wij maken u er op attent dat de Noordelijke Ontsluiting Greenport meer behelst dan de Duinpolderweg. Wij verzoeken dat adequaat in de VRM en alle bijbehorende stukken te verwerken. In het programma Mobiliteit ontbreekt het maatregelpakket Middengebied: doorstroming N443 en N444. Wij verzoeken u dit maartegelenpakket alsnog in het programma Mobiliteit op te nemen. Verordening Ruimte Art 1.1 Definities. Wij missen hierin definities voor bollenteelt (dus niet alleen de echte bollen zoals in art ), gemengde teeltbedrijven, stekbedrijven en boomensierteeltbedrijven. Wij stellen daarbij de volgende tekst voor: Bollenteelt: - de teelt van bloembollen, bolbloemen en knolgewassen; - de teelt van snijbloemen en van vergelijkbare laag blijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten; - de teelt van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; niet zijnde sierteelt, boomkwekerij/-teelt, fruitteelt en bosbouw; - broeierijen als onderdeel van een grondgebonden bollenteeltbedrijf. Gemengd bollenteeltbedrijf: een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vastbloeiende tuinplanten in zowel de volle grond als onder glas, alsmede van vollegronds tuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt en dat ten minste m2 glas duurzaam in gebruik heeft. Stekbedrijf: bedrijf dat nagenoeg geheel gericht is op het vermeerderen van vaste planten tot het stadium van uitgangsmateriaal en dat ten minste m2 glas duurzaam in gebruik heeft. Boom- en sierteeltbedrijf: bedrijf dat is gericht op de teelt van bomen, vaste planten, heesters in de volle grond en in pot en containerteelt. Art 1.1. k en l Gebiedseigen en gebiedsvreemde ontwikkeling. Het onderscheid is te vaag en gebaseerd op teveel indicatoren. Voorbeeld: stel een ontwikkeling sluit aan op bestaande kenmerken en waarden van een gebied, maar beïnvloedt wel de kenmerken van de omgeving. Is deze ontwikkeling dan toch gebiedsvreemd? Welke criteria worden gehanteerd voor het bepalen van deze beïnvloeding? Wij verzoeken om een duidelijker definitie te formuleren of anders dit onderscheid te schrappen. Art 1.1. ae Regionale visie. Niet duidelijk of hieronder ook integrale ruimtelijke visies worden verstaan, waarin genoemde aspecten adequaat en in goede samenhang aan de orde komen. Wij verzoeken de definitie hier in ieder geval mee aan te vullen. Art 1.1 aj. stedelijke ontwikkeling: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Toepassing van de definitie leidt bij verschillende artikelen tot verwarring. Niet duidelijk is of hier ook één Greenportwoning of één Ruimte-voor-Ruimtewoning onder valt. Wij verzoeken hier in de definitie stedelijke ontwikkeling helderheid over te geven. Wij stellen voor als nieuwe stedelijke ontwikkelingen te definiëren die locaties die nog niet eerder in de vigerende provinciale structuurvisie zijn opgenomen. Reeds bekende uitleglocaties vallen dan dus niet onder de definitie nieuw. Art 1.1. aq zichtlijn. Als onderdeel van de omschrijving van landschappelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten komt vaak het begrip zichtlijn in een andere betekenis voor dan hier in de verordening omschreven. Vooral voor de GpDB is dit een belangrijk onderdeel p 45 van 94 3

46 van het ruimtelijk beleid voor landschapsverbetering. Ons verzoek is om dit in de definitie mee te nemen, c.q. voor het vrije zicht van twee elkaar tegemoet komende schepen een ander begrip te hanteren. Art lid 1 Bollenteeltgebied. De begrippen Bollenteelt gebied, bollenteelt areaal en bollenteeltbedrijf zijn onjuist door elkaar gebruikt. Deze verwarring geldt voor hele Art en voor de titel. Wij verzoeken dit te corrigeren, zie onze opmerking over Art 1.1 en de Kadernota Buitengebied Duin- en Bollenstreek. Wat op kaartbijlage 4 is verbeeld is het bollenteeltareaal van 2625 ha. De bedoeling is dat de exclusief aangeduide gronden voor bollenteelt, ter grootte van 2625 ha, beschikbaar blijven als teeltareaal (akker). Toepassing van dit Artikel zoals het nu is beschreven, betekent een afname van het bollenareaal, omdat het bij de bijbehorende voorzieningen van bollenteeltbedrijven om bedrijfsgebouwen en kassen gaat. Voor deze bebouwing moet ook de bollengrondcompensatie gelden. In PSV verordening Ruimte was dit wel goed beschreven. Wij verzoeken u dit artikel te vervangen door het betreffende artikel in de verordening Ruimte van de PSV Art lid 2 Kassen bij volwaardige bollenteeltbedrijven b. Bedrijven met kassen van meer dan 3000 m 2 moeten niet ten koste gaan van bollenteeltareaal, maar zich vestigen in de daarvoor bedoelde kassenconcentratie gebieden: Kloosterschuur-Trappenberg en Rooversbroekpolder. Naast glassanering, is het echter ook van belang voldoende compensatiemogelijkheden te bieden op geschikte (verdichtings-)locaties bij volwaardige bollenbedrijven met voldoende teeltareaal in de volle grond. Om dat te bevorderen, vinden wij dat gerichte en selectieve toevoeging van glas boven de 3.000m 2 mogelijk moet zijn bij sanering van glas elders. Wij verzoeken hiervoor een aanvulling op te nemen in lijn met het gestelde in uw Verordening Ruimte Art lid 2 en onze Kadernota voor bestemmingsplannen Buitengebied in par (met uiteraard compensatie van bollengrond indien van toepassing). Art lid 4 Bestaande handels- en exportbedrijven in het bollenteeltgebied. Gevolg van dit Artikel is dat iedereen kan uitbreiden in het buitengebied, terwijl wij agrarisch bedrijventerrein Delfweg willen ontwikkelen als concentratielocatie; bovendien wordt hier geen bollencompensatie genoemd. Zie PSV VR art 3, lid 3 onderdeel g, waarin dat beter is verwoord. Art lid 5 Afwijkingsbevoegdheid voor zwaarwegend algemeen belang. Hier ontbreekt de voorwaarde van bollengrondcompensatie. Liefst ook toevoegen: geen landschappelijk aantasting, zie PSV VR, Art 3 lid 3). Wij verzoeken u dit artikel te vervangen door het vigerende uit de PSV. Art lid 6 Compensatie bollengrond. Naar onze mening is dit onjuist geformuleerd en moet het zijn: Een bestemmingsplan dat nieuwe bebouwing of functies toestaat die ten koste gaan van het areaal bollengrond, voorziet erin dat bollengrond wordt gecompenseerd. Er moet bovendien staan compensatie van bollengrond OF ipv EN financiële afdracht. Wij verwijzen naar bijlage 6.3 PSV en verzoeken dit aan te passen. Art lid 2 Glas voor Glas Wij verzoeken u bollenteeltbedrijven toe te voegen naast glastuinbouwbedrijven en boom- en sierteeltbedrijven. Art Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD onder 3 en 5. Wij verzoeken u hierbij toe te voegen dat in deze gevallen van hergebruik van een bedrijfsgebouw buiten BSD cf lid 1 het niet verplicht is een Beeldkwaliteitsparagraaf opnemen in een bestemmingsplan. Het gaat immers slechts om functieverandering. Artikel Hergebruik bestaande bebouwing buiten BSD onder 4. Gezien onze elders verwoorde kritiek verzoeken wij de passage waarbij een maatschappelijke tegenprestatie is vereist, te schrappen. Art Bestaande niet-agrarische bedrijven en bebouwing buiten BSD. Wij verzoeken u in dit artikel toe te voegen: uitbreiding met ten hoogste 30% van het bruto vloeroppervlak van agrarisch aanverwante bedrijven indien geen mogelijkheid bestaat tot hervestiging op agrarisch bedrijventerrein. Art lid 3 en 4 Archeologie en Romeinse Limes. Zoals het nu is geformuleerd geldt het gestelde onder lid 3 niet voor lid 4 terwijl dat naar onze mening wel de bedoeling is. Wij verzoeken u dit aan te passen. p 46 van 94 4

47 Art. 2.12, eerste lid, onderdeel a Kruimelgevallen In de Ontwerp Provinciale Verordening is opgenomen dat de vereiste ten aanzien regionale afstemming van programma's en locaties niet alleen van toepassing is op zogenaamde 'projectafwijkingsbesluiten' van de Wabo (artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3), maar ook op zogenaamde 'kruimelgevallen' (artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2). Het is begrijpelijk, nu gebruiksverandering tot 1500 m2 mogelijk is gemaakt via de kruimelprocedure, dat u hier invloed op wil uitoefenen, maar u bent als provincie niet bevoegd om ten aanzien van dit type omgevingsvergunning regels op te nemen in de verordening (Wro). De vraag is of dat wat in de Verordening Ruimte is geregeld ten aanzien van regionale afstemming, moet worden meegewogen bij de beslissing op een aanvraag omgevingsvergunning afwijkend gebruik met toepassing van de kruimelgevallenregeling. Ondanks dat de eis van een goede ruimtelijke onderbouwing in de kruimellijst niet wordt gesteld, moet bij de beslissing om af te wijken van een bestemmingsplan zijn gemotiveerd waarom de ontwikkeling in planologisch opzicht aanvaardbaar is. Dat moet blijken uit een afweging van de met die ontwikkeling gemoeide belangen. Deze rechtspraak geldt (ook) voor de bevoegdheid van artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 2 (Kruimelgevallenregeling) van de Wabo (LJN: BU1640, ABRS 26 oktober 2011). Het beleid van de provincie maakt onderdeel uit van deze belangenafweging (LJN: BV0167, rechtbank Dordrecht, 11/1569). Wij verzoeken u deze eis uit de verordening te halen omdat dit wettelijk niet is toegestaan. Het risico van misbruik van de kruimelprocedure is ongegrond omdat via de gebruikelijke belangenafweging ook provinciale belangen moeten worden meegewogen. In dat geval worden ook ontwikkelingen regionaal afgestemd, en evt. aan het REO voorgelegd, voorzover deze een omvang hebben die hierom vraagt. Art 3.1 lid 4 Afwijkingsbevoegdheid voor bestaande bouw en gebruiksrechten in een geldend bestemmingsplan. Wij vragen ons af wie verantwoordelijk is voor eventuele planschade. Art 3.3. Aanpassingstermijn. Deze aanpassingstermijn heeft alleen betrekking op geldende bestemmingsplannen, die niet meer in overstemming raken met het provinciaal beleid door de vaststelling van de Verordening Ruimte. Naar onze mening kan er daarom sprake zijn van planschade waarvoor de provincie verantwoordelijk is. Wij verzoeken u in de Verordening rekening te houden met mogelijke planschade voor de provincie. Daarnaast kunnen wij ons voorstellen dat hiervoor een grens wordt gehanteerd, waaronder dit niet van toepassing is om hoge kosten voor kleine plannen te voorkomen. Kaarten Verordening Ruimte Kaart Kantoren. Wij verzoeken om een differentiatie aan te brengen tussen kantoren en de Scienceparken, zoals het Space Business Park in Noordwijk. Deze hebben een volstrekt ander karakter en dynamiek. Daarom is het noodzakelijk deze in het beleid (tekst en kaart) een aparte positie te geven met bijbehorend kansrijk toekomstperspectief. Kaart Bedrijventerreinen. Hierop is abusievelijk het nieuwe regionale agrarisch bedrijventerrein Delfweg niet opgenomen, terwijl het bestemmingsplan onherroepelijk is. Alleen het bestaande bedrijventerrein is weergegeven. Overigens wordt dit terrein in het Programma Ruimte wel op een kaartje weergegeven, maar dan als ruimtelijke reservering. Wij verzoeken u om de kaart aan te vullen met het nieuwe gedeelte van bedrijventerrein Delfweg. Kaart Detailhandel. Op deze kaart missen wij een aanduiding voor een PDV-studielocatie in de Noordelijke Bollenstreek. Wij verzoeken u deze alsnog aan te brengen. Kaart Teeltgebieden Greenports. Op deze kaart is de gehele Rooversbroekpolder aangegeven als glastuinbouwgebied. In de ISG staat aangegeven dat het zuidelijk deel worden aangeduid als ontwikkellocatie. Wij verzoeken u dat op deze kaart als zodanig aan te geven. De 6 gemeenten in de Duin- en Bollenstreek zullen bij de actualisering van de ISG opnieuw een behoefteraming laten maken. Dit kan betekenen dat wij u in de toekomst zullen verzoeken deze locatie te schrappen. Op deze kaart ontbreekt het glastuinbouw gebied De Woerd in de gemeente Katwijk. Dit gebied zou conform de brief van Katwijk dd 3 juli 2012 aangemerkt worden als p 47 van 94 5

48 transformatiegebied dorps- en stadsgezicht. Wij verzoeken u De Woerd aan te duiden als transformatiegebied. Kaart Ruimtelijke kwaliteit. Het gebied Oosteinderpolder ten noorden van Hillegom is weggevallen als openluchtrecreatiebied en lijkt te zijn ingetekend als categorie 3 grasland. Wij verzoeken u dit gebied wederom in te tekenen als recreatiegebied onder de steden. Kaart 9 Cultureel erfgoed. De landgoederenzone lijkt in de provincie Zuid-Holland op te houden, terwijl deze nog doorloopt tot boven IJmuiden. In de gemeente Hillegom bevinden zich nog de resten van een tweetal landgoederen (Hoftuin en Niespenpark). Wij willen u verzoeken de landgoederenzone door te trekken tot in Hillegom. Deze gebieden liggen nu binnen de contouren. Voor het gebied Molenweg (zuidelijk gebied) zijn op dit moment onderhandelingen gaande. Het gebied ten noorden (Mossenest) is op dit moment al in plannen opgenomen als zijnde woningbouw (onherroepelijk bestemmingplan en woningen zijn in de verkoop). p 48 van 94 6

NOORDWIJK. Gemeente Noordwijkerhout. Afsprakenkader Vitale Greenport Duin- en Bollenstreek

NOORDWIJK. Gemeente Noordwijkerhout. Afsprakenkader Vitale Greenport Duin- en Bollenstreek Gemeente tn Hillegom " at wijk ^ NOORDWIJK LISSE Gemeente Noordwijkerhout gemeente TEYLINGEN P^'I'JY^ HOLLAND Afsprakenkader Vitale Greenport Duin- en Bollenstreek Provincie Zuid-Holland en de zes samenwerkende

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 2 oktober 2012 nummer: 2012_BW_00273 Onderwerp Zienswijze Ontwerp Actualisering 2012 Provinciale Structuurvisie en Verordening

Nadere informatie

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte mevrouw Dekker, Datum 16 mei 2006 Ons kenmerk PNH: 2006 7382 PZH: DRM/ARW/06/4369 Onderwerp Eindrapportage Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer Bollenstreek Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem Aan: de minister van VROM, mevrouw

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Teylingen Postbus ZJ Voorhout Gedeputeerde Staten Contact mr. E. Sprietsma T 070-441 62 47 e.sprietsma@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 15 oktober 2013 nummer: 2013_BW_00638 Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname Beknopte samenvatting Het college wordt voorgesteld

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Contact: Dhr. E.J. Molenwijk 070-441 74 15 ej.molenwijk@pzh.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 29 mei 2012 nummer: 2012_BW_00060 Onderwerp Beslispunten inzake RijnlandRoute en RijnGouweLijn vergadering AB Holland Rijnland

Nadere informatie

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer;

GEWIJZIGD. Gelet op: Artikel 2.2 van de Wro en artikel 5 van de Planwet Verkeer en Vervoer; GEWIJZIGD Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering Juli 2014 Nummer 6721 Onderwerp Visie ruimte en mobiliteit 2014 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet

Nadere informatie

1. Onderwerp Planlijst woningbouwprojecten 2015

1. Onderwerp Planlijst woningbouwprojecten 2015 In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015 Gemeente Oegstgeest Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg 11 maart 2015 DATUM 11 maart 2015 TITEL Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg Bestuursafspraken CONCEPT versie 27 november 2015 1. Inleiding Het landelijk gebied van de regio Noord-Limburg is divers van karakter; bestaande uit beekdalen,

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Registratienummer PZH-2015-519727295(DOS-2015-0004125) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 1

Nadere informatie

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef

Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus AD Bergen. Betreft: Reactie prealabele vraag fusielocatie voetbalvelden Egmond aan den Hoef POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Burgemeester van de gemeente Bergen Postbus 175 1860 AD Bergen Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M.D. Alles BEL/RI Doorkiesnummer +31235144195 allesm@noord-holland.nl 1

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9 Onderwerp Detailhandelsvisie Voorstel 1. Vaststellen regionale

Nadere informatie

Woonambities de kern van de regionale woonagenda Holland Rijnland 2014 samengevat

Woonambities de kern van de regionale woonagenda Holland Rijnland 2014 samengevat Bijlage 1 In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten

Nadere informatie

CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek

CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek Secretariaat: De Vlashoven 48, 2211 WP Noordwijkerhout www.chg-duinenbollenstreek.nl e-mail: chg.duinenbollenstreek@gmail.com M: 06 28 31 22 53 Aan de

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

Aan de gezamenlijke colleges van B&W van de Greenportgemeenten p/a Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN Leiden.

Aan de gezamenlijke colleges van B&W van de Greenportgemeenten p/a Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN Leiden. Stichting Greenport Duin- en Bollenstreek Milieu Overleg Duin- en Bollenstreek Cultuur Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek Stichting Duinbehoud Stichting Zuid-Hollands Landschap p/a Haven 3c Telefoon

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Contact dhr. drs. J. Dijkema T j.dijkema@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van Noordwijkerhout

Nadere informatie

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra De volkshuisvestelijke opgaven Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra We hebben geen ruimte om ruimte te maken Agenda A. Cijfers B. Wat doen we met overcapaciteit? C. Hoe gaan we om met knelpunten

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 11 maart 2014

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 11 maart 2014 BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 11 maart 2014 nummer: 2014_BW_00154 Onderwerp Instellen van beroep tegen reactieve aanwijzing provincie die gericht is tegen het bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosthoutlaan

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact M. Molenwijk T 070-441 74 11 m.molenwijk@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Convenant Regionale Detailhandelsafspraken. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-105 Onderwerp Convenant Regionale Aan de raad, Onderwerp Convenant Regionale Gevraagde beslissing 1. Het Convenant Regionale vast te stellen. Grondslag

Nadere informatie

Onderwerp Raadsmededelingen: Beantwoording motie ondernemerschap van de VVD - Besluitvormend

Onderwerp Raadsmededelingen: Beantwoording motie ondernemerschap van de VVD - Besluitvormend BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 11 maart 2014 nummer: 2014_BW_00156 Onderwerp Raadsmededelingen: Beantwoording motie ondernemerschap van de VVD - vormend Beknopte samenvatting Beantwoording van de motie

Nadere informatie

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie

Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie Economische Zaken Doel Stimuleren van de regionale economie. Versterken van de topsectoren: Life Science and Health, Ruimtevaarttechnologie, Biobased Economie en de Greenports Duin- en Bollenstreek, Boskoop

Nadere informatie

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011 Verordening Ruimte ontwerp wijzigingsbesluit ONTWERP VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING RUIMTE Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gelezen het

Nadere informatie

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Regionale Bedrijventerreinenstrategie 2. Rol van het Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Naar aanleiding van de eindrapportage

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt 7 gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W onderwerp Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt Collegevergadering 6 januari 201 5 inlichtingen Herman Nijman (023 5676889) Registratienummer 2014.0057122

Nadere informatie

Notitie. Statenleden. Statencommissie EZB. 7 mei V.M.J. Munnecom. Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving (073) Aan.

Notitie. Statenleden. Statencommissie EZB. 7 mei V.M.J. Munnecom. Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving (073) Aan. Notitie Onderwerp Provinciale handelwijze ten aanzien van ruimtelijke plannen die voorzien in detailhandelsontwikkelingen Aanleiding Met de Discussienota Detailhandel en het symposium Detailhandel in Brabant:

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Registratienummer: 00542407 Op voorstel B&W d.d.: 23 juni 2015 Datum vergadering: 8 september 2015 Portefeuillehouder: N.G.J. Lemlijn Rol gemeenteraad: Subregionale

Nadere informatie

Onderwerp: Gebiedsprogramma Groen; een B(l)oeiende Bollenstreek - Besluitvormend

Onderwerp: Gebiedsprogramma Groen; een B(l)oeiende Bollenstreek - Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 6 juni 2016 Besluit nummer: 2016_BW_00469 Onderwerp: Gebiedsprogramma Groen; een B(l)oeiende Bollenstreek - Besluitvormend Beknopte samenvatting: In dit voorstel wordt

Nadere informatie

Nota van Beantwoording en Wijziging

Nota van Beantwoording en Wijziging Nota van Beantwoording en Wijziging Partiële wijziging Programma ruimte inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare Gedeputeerde Staten, 17 mei 2016 1 1. Inleiding Deze Nota van Beantwoording

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus AN Leiden. Aanvaarding regionale kantorenvisie Holland Rijnland

Gedeputeerde Staten. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus AN Leiden. Aanvaarding regionale kantorenvisie Holland Rijnland Gedeputeerde Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN Leiden Datum Zie verzenddatum linksonder

Nadere informatie

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AANHEF BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 17 december 2013 nummer: 2013_BW_00788 Onderwerp Merknaam en huisstijl Regiomarketing Recreatie en Toerisme Bollenstreek - vormend Beknopte samenvatting In juli 2012 is

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250. Ruimtelijke Ontwikkeling Peter Wakkee

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250. Ruimtelijke Ontwikkeling Peter Wakkee gemeente De leden van de gemeenteraad van Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Contactpersoon Doorkiesnummer Uw brief Ons

Nadere informatie

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte

Statenvoorstel. Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Statenvoorstel vergadering september 2017 nummer 7029 Onderwerp Startnotitie Partiële wijziging 2018 Visie ruimte en mobiliteit, Programma ruimte en Verordening ruimte Vergaderdatum GS: 4 juli 2017 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie. Geachte leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland, Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie. In de

Nadere informatie

Programma ruimte. Partiële wijziging inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare. Ontwerp. Gedeputeerde Staten 15 maart 2016

Programma ruimte. Partiële wijziging inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare. Ontwerp. Gedeputeerde Staten 15 maart 2016 Programma ruimte Partiële wijziging inzake stedelijke ontwikkelingen groter dan 3 hectare Ontwerp Gedeputeerde Staten 15 maart 2016 1 2 1. Inleiding De Visie ruimte en mobiliteit (VRM) is op 9 juli 2014

Nadere informatie

Ruimte voor maatwerk en ontwikkeling?

Ruimte voor maatwerk en ontwikkeling? Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport 2016 (ISG2016) Ruimte voor maatwerk en ontwikkeling? Marcel Vissers Procesmanager Herziening ISG Duin- en Bollenstreek 20 oktober 2016 Rijnsburg voorgeschiedenis

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder

Burgemeester en Wethouders 10 mei Steller Documentnummer Afdeling. G. van Dijk z Ruimte. Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling G. van Dijk z160020251 Ruimte Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229492 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen

Nadere informatie

Voor het aanvragen van een ontheffing van de Verordening Ruimte is de raad bevoegd gezag.

Voor het aanvragen van een ontheffing van de Verordening Ruimte is de raad bevoegd gezag. BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 1 november 2016 bestemd voor de gemeenteraad Besluit nummer: 2016_BW_00827 Onderwerp Het aanvragen van een ontheffing van de Verordening Ruimte voor het bouwen van een

Nadere informatie

Bestemmingsplan Glastuinbouw

Bestemmingsplan Glastuinbouw Factsheets knelpunten gemeente Nieuwkoop Luchtfoto / overzicht Geldend bestemmingsplan Knelpunten 1. Nieuwveens Jaagpad 13 Nieuwveen Kadastraal NVNOO, sectie C, nummers 01878 en 01879 Nieuwveens Jaagpad

Nadere informatie

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel

Statenvoorstel. Perspectief Groene Hart Bestuurlijke samenvatting van het voorstel Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 13 juni 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: n.v.t. Behandeld ambtenaar : mw L.G.J van Westbroek E-mailadres: lgj.van.westbroek@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067 Onderwerp Bestemmingsplan Torensteepolder 2015 Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering J.A.E. Landwehr 29 november 2018 Datum voorstel 18 september 2018 Agendapunt Onderwerp Herontwikkeling locatie Utrechtseweg 341, De Bilt De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldhuijzen. De leden van de statencommissie Ruimte en Leefomgeving. Datum.

HOLLAND ZUID. Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldhuijzen. De leden van de statencommissie Ruimte en Leefomgeving. Datum. Lid Gedeputeerde Staten Drs. G. Veldhuijzen HOLLAND ZUID De leden van de statencommissie Ruimte en Leefomgeving \ Contact 070 441 68 34 g.veldhuijzen@pzh.nl Postadres Provinciehuls Postbus 90602 2509 LP

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Binnenmaas Postbus ZH Maasdam. Ontheffing Verordening ruimte 2014 Windpark Oude Maas

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Binnenmaas Postbus ZH Maasdam. Ontheffing Verordening ruimte 2014 Windpark Oude Maas Gedeputeerde Staten Contact T. de Vries - van Kalsbeek T 070-441 63 81 t.de.vries@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland

Ladder Holland Rijnland. Basisonderbouwing plannen wonen. Stec Groep aan Holland Rijnland Ladder Holland Rijnland Basisonderbouwing plannen wonen Stec Groep aan Holland Rijnland Peter van Geffen & Bouke Timmen november 2016 Ladder Holland Rijnland: basismotivering plannen wonen 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP A. Inleiding en doelstelling In de regiocommissie van 24 oktober jl. is toegezegd dat het college de raad een voorstel doet ten aanzien van de

Nadere informatie

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017 beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017 invullen organisatie registratienr. 17INT09157 casenr. BBV17.0501 voorstel over vaststellen Nota Zonne-energie

Nadere informatie

Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016

Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016 Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder Peter van Geffen 20 oktober 2016 De huidige Ladder Inclusief update jurisprudentie Ladder laatste Rijksbelang RO, motiveringsplicht voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen

Nadere informatie

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit.

Wij hebben uw verzoek beoordeeld en besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. Bijgaand treft u een afschrift aan van ons besluit. Gedeputeerde Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Burgemeester en Wethouders van gemeente Zuidplas Postbus 100 2910 AC Nieuwerkerk a/d IJssel

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Uitvoeringsorganisatie Greenport Duin- en Bollenstreek i.o. 23 juli 2007

Plan van Aanpak. Uitvoeringsorganisatie Greenport Duin- en Bollenstreek i.o. 23 juli 2007 Plan van Aanpak Uitvoeringsorganisatie Greenport Duin- en Bollenstreek i.o. 23 juli 2007 Onderwerpen Plan van Aanpak 1. Vertrekpunten Uitvoeringsorganisatie Greenport Duin- en Bollenstreek 2. Opstellen

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

Toerisme en Recreatie

Toerisme en Recreatie Toerisme en Recreatie Wat speelt er? De vraagstukken over toerisme en recreatie zijn divers. Er zijn vraagstukken met betrekking tot de routestructuur, de kwaliteiten in het gebied en nieuwe functies.

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

POL-uitwerking werklocaties - Regionale visie detailhandel Noord Limburg

POL-uitwerking werklocaties - Regionale visie detailhandel Noord Limburg Agendapuntnummer : Documentnummer : (cc 2 t Raadsvergadering d.d. : 8 juni 201 Raadscommissie : Commissie Grondgebied Commissie d.d. 31 mei 2017 Programma Economische zaken Onderwerp POL-uitwerking werklocaties

Nadere informatie

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming No. 18.0000435-1 Emmeloord, 24 juli 2018. Onderwerp Plan van aanpak zonneweides Advies raadscommissie [ ] Aan de raad. Status: ter besluitvorming Voorgesteld besluit 1. Het instemmen met het plan van aanpak

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Heerhugowaard Postbus 390 1 700 AJ HEERHUGOWAARD Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S. Traudes-Noorlander SVT/IBT Doorkiesnummer

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Ontwerpbesluit. Toelichting

Ontwerpbesluit. Toelichting College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel 2011RGW10 Datum : 14 februari 2011 Nummer PS : Afdeling : PRO Commissie : RGW Steller : B. Cornelissen Portefeuillehouder : R.W. Krol Registratienummer :

Nadere informatie

Heukelum. Zicht op de Linge

Heukelum. Zicht op de Linge Heukelum Zicht op de Linge Het stadje Heukelum is een van de vijf kernen van de gemeente Lingewaal. Heukelum ligt in de Tielerwaard, aan de zuidoever van de rivier de Linge, in een van de meest westelijke

Nadere informatie

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER

Noord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Onderwerp: Noordelijke Randweg Voorhout: overeenkomst met ProRail voor Contractvoorbereidingsfase - Besluitvormend

Onderwerp: Noordelijke Randweg Voorhout: overeenkomst met ProRail voor Contractvoorbereidingsfase - Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 30 augustus 2016 Besluit nummer: 2016_BW_00664 Onderwerp: Noordelijke Randweg Voorhout: overeenkomst met ProRail voor Contractvoorbereidingsfase - Besluitvormend Beknopte

Nadere informatie

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans

Ruimte voor Limburg. Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans Ruimte voor Limburg Limburg in VORm: Ruimtelijke ontwikkelingen in balans Colofon Uitgave: Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel.: +31 (0)43 389 99 99 Fax: +31 (0)43 361 80 99 E-mail: postbus@prvlimburg.nl

Nadere informatie

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING

ARTIKEL LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING ANNEKE FRANKEN & HANS KOOLEN GIJS HEUTINK ADVOCATEN ARTIKEL 3.1.6 LID 2 BRO: LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING www.gijsheutinkadvocaten.nl Inhoudsopgave Achtergrond Ladder Toepassingsbereik Ladder Ruimtelijke

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 juli 2018 De voortgang van het Kustpact > Retouradres 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag 20011 2500 EA Den Haag 5 juli 2018 Betreft De voortgang

Nadere informatie

de nieuwe regio Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus JULI 2C: LP Den Haag Datum Onivpvi^sf

de nieuwe regio Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus JULI 2C: LP Den Haag Datum Onivpvi^sf Regio Midden-Holland de nieuwe regio Postbus305 2800 AA GUDA www.regiomlddenholland.nl Aan Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus 90602 1-9 JULI 2C:5 2509 LP Den Haag Datum nivpvi^sf

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Nota van Beantwoording Ontvangen reacties en beantwoording van reacties op 1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp) Amstelveen, februari 2016 Nota van beantwoording

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. Maximaal oppervlak netto glasopstanden Gedelegeerde bevoegdheid aan het college

GEMEENTE BOEKEL. Maximaal oppervlak netto glasopstanden Gedelegeerde bevoegdheid aan het college GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 16 januari 2018 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Vaststelling van de Visie doorgroeigebied Glastuinbouw 2016 Samenvatting In

Nadere informatie

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!

Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Seminar Bureau Stedelijke Planning en Stibbe 22 september 2016 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom ook alweer de ladder? Einde

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever.

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever. Rol provincie bij nieuwbouw De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever. 1 Regionale afspraken wonen 2 Keuze van de locatie 3 Initiatief voor nieuwbouw 4 Onherroepelijk

Nadere informatie

Marktonderzoek bedrijventerreinen regio Leiden

Marktonderzoek bedrijventerreinen regio Leiden Marktonderzoek bedrijventerreinen regio Leiden Pieter van der Heijde februari 2016 Over Bureau Stedelijke Planning Marktonderzoek en advies voor de ruimtelijke inrichting van stad en regio Werken, wonen,

Nadere informatie

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten

S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Krimpenerwaard Postbus AB Stolwijk

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Krimpenerwaard Postbus AB Stolwijk Gedeputeerde Staten Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte, Wonen en Bodem Contact mw M. Bihari T 070-441 71 83 m.bihari@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66

Nadere informatie

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende. College van B&W van Doetinchem Postbus 9020 7000 HA DOETINCHEM Vooraf per e-mail Geachte raad, geachte raadsleden, Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen,

Nadere informatie

Huisvesting arbeidsmigranten

Huisvesting arbeidsmigranten Paraplubestemmingsplan Huisvesting arbeidsmigranten Zienswijzenrapport Gemeente Horst aan de Maas mei 2013 INLEIDING De gemeente Horst aan de Maas heeft het paraplubestemmingsplan huisvesting arbeidsmigranten

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7 Bijlagen Inleiding Regio Holland Rijnland is bezig met het opstellen van een regionale bedrijvenstrategie. In het PHO Economie

Nadere informatie

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland Openbaar Onderwerp Zienswijze windvisie Provincie Gelderland Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer Portefeuillehouder H.Tiemens Samenvatting De Provincie heeft als uitwerking op

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032 Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 17 juni 2014 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan W4 Aan de raad. Beslispunten *Z000C92A36 1. Geen exploitatieplan vast te stellen

Nadere informatie