Passende Kwalificaties Eerste tussenrapportage van de werkgroepen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Passende Kwalificaties Eerste tussenrapportage van de werkgroepen"

Transcriptie

1 Passende Kwalificaties Eerste tussenrapportage van de werkgroepen SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

2

3 Passende Kwalificaties Eerste tussenrapportage van de werkgroepen Projectgroep Passende Kwalificaties November 2009

4 Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze te verveelvoudigen. Auteur: Projectgroep Passende Kwalificaties In opdracht: Ministerie van OCW Informatie SLO SO/KCL Postbus 2041, 7500 CA Enschede Telefoon (053) Internet: AN:

5 Inhoud Voorwoord 5 1. De aansluiting tussen vso en de vervolgsituatie Drie uitstroombestemmingen en de wettelijke taken van het vso Bevoegdheid docenten in de drie uitstroombestemmingen Leeromgevingen De inhoud van het vso en de passende kwalificaties Inhoud vso Inhoud van Passende Kwalificaties Ontwikkelingsperspectief, voortgangsrapportages en verantwoording Waar gaat het om? Informatie over het ontwikkelingsperspectief en de voortgang Afsluiting, certificering en transitie Waar gaat het om? Diploma en transitie gericht op vervolgonderwijs Certificaten en kwalificaties gericht op kansrijke uitstroom naar arbeid Portfolio en transitie gericht op dagbesteding Tot slot 35

6

7 Voorwoord De aanleiding Het project 'Passende Kwalificaties' heeft als doel om passende kwalificaties voor geïndiceerde leerlingen in het vo, mbo en vso landelijk vast te stellen, zodat voor werkgevers en vervolgopleidingen duidelijker is over welke competenties de leerlingen beschikken. Met Passende Kwalificaties moet het ook mogelijk worden dat leerlingen uit het vso gerichter worden voorbereid op vervolgonderwijs, arbeidsmarkt of dagbesteding. Hiertoe zal de WEC waar nodig worden aangepast en zullen er ontwikkelingen in het veld worden gestimuleerd en/of afgestemd. Het traject 'Passende Kwalificaties' is vormgegeven ter ondersteuning van dit proces. Er is een stuurgroep ingesteld onder leiding van ministerie OCW en er zijn drie werkgroepen samengesteld die worden begeleid en ondersteund door SLO. Eind juni 2009 voltooiden de drie werkgroepen hun eerste serie werkzaamheden van vijf bijeenkomsten per werkgroep. De resultaten daarvan liggen nu voor u, in de vorm van een "Eerste tussenrapportage Passende Kwalificaties". Het werkproces De drie werkgroepen bestaan uit medewerkers vanuit het vso-veld en andere deskundigen. Het gaat om de volgende werkgroepen: Werkgroep 1, gericht op diplomering en vervolgonderwijs. Werkgroep 2, gericht op toeleiding naar een baan of beroep, al dan niet met certificering of kwalificering. Werkgroep 3, gericht op toeleiding naar dagbesteding, al dan niet arbeidsmatig ingevuld. De werkzaamheden begonnen op 9 februari met een startbijeenkomst in de Hogeschool Domstad in Utrecht, met vertegenwoordigers van alle clusters, andere deskundigen, de WECraad en het ministerie OCW. Tijdens deze bijeenkomst werden aanleiding en opdracht om te komen tot Passende kwalificaties voor leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte uit de doeken gedaan. In de daaropvolgende maanden hebben de drie werkgroepen punten in kaart gebracht, die in de wet- en regelgeving [WEC, WVO, WEB] kunnen worden verbeterd. Allereerst werd daartoe voor iedere werkgroep een zogenaamde versnellingskamer georganiseerd. De opbrengst bestond uit een forse lijst met aandachtspunten die werd geordend aan de hand van de onderstaande vier thema's. Vier thema's die zijn behandeld in de werkgroepen: 1. De aansluiting tussen vso en vervolg: onderwijs/arbeidsmarkt/dagbesteding. 2. De inhoud van het vso en de passende kwalificaties. 3. Ontwikkelingsperspectief, voortgang en verantwoording. 4. Afsluiting, diplomering, certificering, portfolio en transitie. Ieder thema is voorbereid met behulp van een korte startnotitie per werkgroep. De drie werkgroepen hebben deze thema's gedurende meerdere bijeenkomsten systematisch besproken. Hierbij werd aangegeven welke knelpunten men tegenkwam in de dagelijkse praktijk van het vso en op welke wijze deze knelpunten zouden kunnen worden opgelost: bij wetgeving, bij algemene maatregel van bestuur of op een andere manier. 5

8 Leeswijzer In de voor u liggende tussenrapportage worden de vier thema's achtereenvolgens samenvattend behandeld. Bij ieder thema worden de knelpunten, dilemma's en resultaten van discussie vanuit het perspectief van alle drie de werkgroepen belicht. De knelpunten die in alle werkgroepen terugkomen, zijn in de tekst gemarkeerd (gearceerd), evenals de resultaten van discussies (cursief, in een kader). Lezers die zich meer in detail willen informeren over de resultaten per werkgroep (stand van zaken 1 juli 2009), kunnen deze raadplegen. Ze zijn op te vragen via het secretariaat: l.besseler@slo.nl. 6

9 1. De aansluiting tussen vso en de vervolgsituatie 1.1 Drie uitstroombestemmingen en de wettelijke taken van het vso Het (voortgezet) speciaal onderwijs is bestemd voor leerlingen voor wie vaststaat dat zij aangewezen zijn op een orthopedagogische en orthodidactische benadering (artikel 2, lid 1 WEC). De diversiteit binnen deze groep is zeer groot. In de voorgenomen aanpassing van de WEC wil men recht doen aan deze diversiteit, ten eerste door een duidelijker onderscheid te maken tussen so en vso en ten tweede door binnen het vso (globaal) drie uitstroombestemmingen te onderscheiden, namelijk: 1. Een uitstroom naar vervolgonderwijs: mbo, hbo en wo. 2. Toeleiding naar arbeid, al dan niet met erkende kwalificaties of certificaten (niveau 1 en/of 2 mbo of landelijk erkende branchecertificaten). 3. Toeleiding naar dagbesteding. In de drie werkgroepen worden de drie beschreven uitstroombestemmingen herkend en breed geaccepteerd. Daarnaast werd er opgemerkt dat leerling-gerichtheid en het leveren van maatwerk de belangrijkste uitgangspunten van het vso zijn en dienen te blijven. Dat geldt zeker ook voor leerlingen van wie niet helemaal zeker is welke uitstroombestemming het beste past, de zogenaamde 'grensgevallen' of 'twijfelgevallen'. 1 Voor sommige leerlingen, die cognitief gezien, een uitstroom naar vervolgonderwijs aankunnen, zal gaandeweg het vso toch blijken dat toeleiding naar arbeid beter past. Maatwerk moet voor hen altijd mogelijk blijven. Passende Kwalificaties, omgevingskenmerken en ondersteuning In de werkgroepen is, in de een explicieter dan in de ander, discussie gevoerd over de essentie van Passende Kwalificaties voor geïndiceerde leerlingen. Daarbij zijn de begrippen 'omgevingskenmerken' (zoals leer-, werk- en woonomgeving) en 'ondersteuning' (zoals jobcoaching, woonbegeleiding en dergelijke.) van belang. In de onderstaande figuur 2 zijn die in hun samenhang gegeven. 1 Over de criteria die moeten gelden bij de toewijzing van een leerling naar een bepaalde uitstroombestemming, zijn in de werkgroepen (nog) geen uitspraken gedaan. 2 Dit is de kern van het zogenaamde burgerschapsparadigma. 7

10 Binnen dit model wordt de handicap gezien als een functioneren dat het resultaat is van de interactie tussen enerzijds de capaciteiten van de persoon en anderzijds de omgevingen (wonen, vrije tijd en werk) waarin de persoon verkeert. Passende Kwalificaties van een leerling moeten leiden tot een optimaal functioneren in een bepaalde omgeving. Omdat die omgeving in principe een deel van het probleem is, is hier sprake van het passend maken van twee kanten. Enerzijds is er de leerling met een Passende Kwalificatie en anderzijds de omgeving die het mogelijk moet maken de Passende Kwalificatie te tonen. Dit leidt tot twee belangrijke conclusies. De eerste is dat de benodigde ondersteuning helder in beeld wordt gebracht en wordt gekoppeld aan omgevingsfactoren. "Leerling X met capaciteiten/competenties C kan functioneren in omgeving O, met ondersteuning Y". Op de tweede plaats komt daarbij dat Passende Kwalificatie functioneel moeten zijn voor het (toekomstig) functioneren van de leerling. Met andere woorden we moeten de leerling kwalificaties laten behalen die hij nodig zal hebben in de toekomstige onderwijs-, werk- en woonomgeving. Ad 1 Uitstroom naar vervolgonderwijs: mbo, hbo, wo Vo met lgf óf vso. Voor de groep geïndiceerde leerlingen met uitstroombestemming "vervolgonderwijs" (mbo, hbo, wo) geldt dat zij hun opleiding kunnen ontvangen in een vo-school (met lgf: leerling gebonden financiering) of in een vso-school. Aan het eind van de opleiding dienen zij allemaal over de competenties te beschikken die voortvloeien uit het diploma (vmbo, havo of vwo) dat voor het vervolgonderwijs vereist is. Echter: deze leerlingen zijn, de een wat meer en de ander wat minder, vanwege functiespecifieke beperkingen op ondersteuning aangewezen. Voor een (groot) aantal leerlingen zijn de beperkingen dusdanig dat de vereiste ondersteuning niet in het vo gegeven kan worden, ook niet met lgf. Zij zijn aangewezen op het vso. De combinatie van competentieverwerving en ondersteuning vormt voor het onderwijs aan deze leerlingen een complicerende factor. Voor veel leerlingen uit het vso, ook voor die leerlingen die een vwo-, havo- of een vmbo-diploma behalen, zal het volledig zelfstandig wonen niet weggelegd zijn. Vaak is op dit punt het vanzelfsprekende niet vanzelfsprekend. In werkgroep 1 is ervoor gepleit, dat het vso de wettelijke taak krijgt om geïndiceerde leerlingen met uitstroombestemming mbo, hbo of wo rechtstreeks voor te bereiden op examinering cq. diplomering vo (vmbo, havo, vwo). Er dient naast het 'reguliere' onderwijsaanbod ook aandacht te zijn voor de persoonlijkheidsontwikkeling en redzaamheidscompetenties. De leerling moet met zijn beperking leren omgaan. Daarvoor dient er, naast een brede zorgstructuur, tijdens het onderwijs ook aandacht te zijn voor het leren omgaan met de beperkingen, opdat de leerling zo zelfstandig mogelijk door het leven kan gaan. Om tijd vrij te maken voor het leren omgaan met beperkingen zal soms een verlenging van de onderwijstijd nodig zijn. De leden van werkgroep 1 zouden het geen goede zaak vinden als tijd wordt vrijgemaakt door het 'uitkleden' van het voonderwijsprogramma. 8

11 Ad 2 Uitstroom naar baan of beroep, al dan niet met certificering of kwalificering 3 Er is een groep leerlingen in het vso voor wie het behalen van een diploma vo niet haalbaar is, maar die wel kunnen worden toegeleid naar de (regionale) arbeidsmarkt. Binnen deze groep is er een grote diversiteit. Sommige leerlingen kunnen worden toegeleid naar Sociale Werkvoorzieningen ('sheltered employment'). Andere leerlingen kunnen worden toegeleid naar werk in een 'regulier' bedrijf met of zonder jobcoaching. Sommige leerlingen kunnen bovendien een branche-erkende certificering of zelfs kwalificatie op mbo-niveau 1 behalen, waarmee hun kansen op de arbeidsmarkt en/of doorstroming naar een mbo-opleiding worden vergroot. Om leerlingen daarvoor toe te rusten, worden op veel vso-scholen branchegerichte cursussen aangeboden en/of worden leerlingen voorbereid op kwalificatie op mbo niveau-1. Belangrijke succesfactoren daarvoor zijn voldoende structuur en begeleiding/coaching binnen de opleiding. Echter: vsoscholen hebben nu niet de wettelijke taak om leerlingen voor te bereiden op (beroeps)kwalificatie cq. branche erkende certificering. In werkgroep 2 was er een groot draagvlak vóór de volgende zaken: Drie uitstroombestemmingen vso wettelijk verankeren: diplomagericht, arbeidsgericht, dagbesteding. Voorbereiding op arbeid en erkende certificering/kwalificatie als wettelijke taak van het vso opnemen. Alle uitstroombestemmingen binnen een regio aanwezig/bereikbaar voor leerlingen. (cluster overstijgende) regionale samenwerking tussen vso-scholen gewenst om dit te bereiken. Samenwerking tussen vso en mbo wettelijk openstellen met het oog op gedeelde verantwoordelijkheid/rollen bij kwalificatie van leerlingen die hiervoor in aanmerking komen. Ad 3 Toeleiding naar dagbesteding, al dan niet arbeidsmatig ingevuld Er is een groep leerlingen in het vso voor wie de toeleiding naar arbeid in een bedrijf niet haalbaar is, maar die wél kunnen worden toegeleid naar beschermde arbeid (is soms in sociale werkvoorzieningen) of naar dagactiviteitencentra, al dan niet met arbeidsmatige activiteiten ('protected employment'). Deze groep wordt in het dagelijks spraakgebruik de 'traditionele zmlpopulatie' genoemd. Als we het over Passende Kwalificaties hebben, mag er echter niet voorbij gegaan worden aan de steeds verdergaande samenwerking tussen 'zorg' en 'onderwijs' voor de groep leerlingen met een IQ < 35 en een bijkomende problematiek. Op dit moment vindt er (versnelde) instroom plaats van deze groep in het onderwijs. Ook voor hen dient er in het vso een onderwijsaanbod te komen, gericht op persoonlijke ontwikkeling, redzaamheid en (al dan niet arbeidsmatige) dagbesteding. Ná het vso moeten de leerlingen kunnen starten op een werkplek en/of in een dagactiviteiten centrum. Het verwerven van de competenties daarvoor zal niet alleen binnen de school, maar ook en buitenschools moeten gebeuren. Bij de start op de werkplek is het niet noodzakelijk dat de leerling daarvoor alle competenties beheerst. De allerlaatste scholing vindt op de werkplek plaats. De stage biedt daarvoor goede mogelijkheden. Als er een geschikte werkplek gevonden is voor de leerling dan gaat de leerling vanuit de school op die plaats stage lopen 4. Als op die wijze na een tijd een optimale werksituatie ontstaan is, dan wil dat nog niet zeggen dat daar de 'opleiding' mee afgerond is. Ook hier is sprake van een leven lang leren, dit niet alleen om zich verder persoonlijk te ontwikkelen, maar zeker ook om de baan te kunnen 3 De term 'kwalificering' verwijst naar kwalificatie binnen kaders van het mbo. De term 'ceritificering' verwijst naar andere vormen van (h)erkenbare afronding; bijvoorbeeld "branche-erkend". 4 Hiervoor worden begrippen gebuikt als plaatsingsstage en sollicitatiestage. 9

12 behouden, maar ook, indien nodig, van baan te kunnen veranderen. Op alle niveaus moet er uitgegaan worden van verdere ontwikkeling: hoe gering dan ook. Voor veel leerlingen uit deze groep zal het volledig zelfstandig wonen niet weggelegd zijn. Onderstaand figuur geeft een onderscheid naar woonvormen. 1. Geheel zelfstandig wonen. Extramuraal 2. Zelfstandig wonen met een ondersteuning in tijd op maat. Intramuraal 3. Wonen in een kleinschalige woonvorm in de wijk met 24-uurs ondersteuning op maat. 4. Wonen in een instelling met 24-uurs ondersteuning op maat. Kwalificatieniveaus voor wonen. Ook hier is het onderscheid gebaseerd op de mate van ondersteuning die vereist is. Indicatoren die de mate van ondersteuning bepalen zijn 5 : Zelfzorg en gezondheid. Huishoudelijke vaardigheden. Cognitieve vaardigheden. Maatschappelijke vaardigheden. Omgang met anderen. Psychische aspecten. In werkgroep 3 is er acceptatie voor de drie onderscheiden uitstroombestemmingen. Bij Passende Kwalificaties dient er - naast de 'traditionele zml-groep' - ook de groep met een IQ onder 35 en een bijkomende problematiek betrokken te worden. Vastgesteld wordt, dat er In de WVO en de WEC beperkingen zijn opgenomen m.b.t. de verblijfsduur. Veel leerlingen zijn dan nog volop in ontwikkeling, waarin zij daardoor (mogelijk) geremd worden. Dit zou kunnen worden aangepast voor deze doelgroep. 1.2 Bevoegdheid docenten in de drie uitstroombestemmingen Knelpunt In het vso werken (nu nog) veel docenten met een pabo-opleiding en relatief weinig eerste- en tweedegraads docenten, vakdocenten of docenten met ervaring in het bedrijfsleven. Dat geldt voor álle bovenbeschreven uitstroombestemmingen. Dat gegeven stelt grenzen aan de voorbereiding van leerlingen op diploma vo danwel certificering cq. kwalificatie mbo-1 binnen het vso, danwel toeleiding naar dagbesteding. Professionalisering van docenten in het vso wordt dan ook zeer belangrijk gevonden. Functiedifferentiatie kan worden toegepast om een oplossing te bieden. De 'ideale' docent in het vso beschikt over een mix van competenties. De nodig en gewenste competenties van docenten in het vso bevatten in ieder geval: Kennis van de doelgroep en de speciale (onderwijs)behoeften van de leerlingen. Pedagogische kwaliteiten, waaronder begeleidings- en coachingsvaardigheden. Vakdeskundigheid, waaronder ook, in geval van arbeidstoeleiding, praktijkkennis van de branches waar naartoe wordt geleid. 5 Deze indicatoren zijn ontleend aan INVRA-wonen. 10

13 Netwerken: kennis en vaardigheden voor deelname aan (school-)interne en externe netwerken. De school (i.c. het bestuur) bepaalt zelf wat binnen de kaders van de organisatie haalbaar is. Indien een goede combinatie van pedagogische en vakbekwaamheid niet haalbaar wordt geacht binnen de vso school, dan kan gedacht worden aan het 'inhuren' van vakbekwame docenten en andere deskundigheden, bijvoorbeeld vanuit het vo of het ROC. De resultaten van de discussies in de werkgroepen zijn, puntsgewijs samengevat: Het is de vraag of alle vso-scholen straks over voldoende middelen beschikken om meer voor Het vo bevoegde leraren aan te stellen en de uitbreiding van taken op het gebied van arbeidstoeleiding waar te maken. Een koppeling van het personeelsbeleid aan de (door de school aangeboden) uitstroombestemmingen wordt aanbevolen. De ontwikkeling van een systematiek voor functiedifferentiatie wordt sterk aanbevolen. De WEC raad kan deze ontwikkeling op zich nemen en daarbij uitgaan van de drie uitstroombestemmingen. Aanbevolen wordt om gebruik te maken van de kaders en mogelijkheden die binnen de Wet BiO nu al geboden worden. Het lijkt erop dat de mogelijkheden van de Wet BiO in de praktijk nu nog onvoldoende worden benut. 1.3 Leeromgevingen Knelpunt Veel scholen voor vso beschikken niet over de benodigde leeromgevingen. Zij missen met name goed ingerichte praktijklokalen ten behoeve van de praktijkvakken in het vmbo en ter voorbereiding van leerlingen op arbeid in beroepssectoren. Reden daarvoor is de (beperkte) omvang van veel vso-scholen. Deze kleinschaligheid is enerzijds gewenst om leerlingen een veilige en gestructureerde leeromgeving te bieden, anderzijds wordt het door de kleinschaligheid erg moeilijk om intern een breed en gevarieerd aanbod voor de praktijkvakken te realiseren. Voor dit probleem worden hieronder verschillende oplossingen genoemd die in het veld nu al aan te treffen zijn, met ieder zijn eigen voor- en nadelen. Symbiosemodel De eerste betreft symbiose met een vo-school of een ROC. De lessen in de beroepsvoorbereidende vakken worden op de vo-school of op het ROC gegeven door een bevoegd docent van die instelling. Hierbij stuiten we op een aantal randvoorwaardelijke knelpunten, zoals: 1. Praktische problemen: a. Lesroosters die op elkaar aangepast moeten worden (vereist flexibiliteit en inspanning van beide kanten). b. De bereikbaarheid van de locatie (bij lange reistijden is dit model onaantrekkelijk). 2. Voorzieningen bij functiebeperking. Daarnaast zijn er leerlingen die, vanwege de functiespecifieke beperkingen, niet in staat zijn onderwijs in het regulier vo of ROC te volgen. Gezien de functiebeperking zijn er, naast de praktijklokalen, extra voorzieningen gewenst. 3. Vrijblijvend. Er is geen verplichting voor vo-scholen of voor ROC om de symbiose aan te gaan. Een vso-school die dit nastreeft, moet op de bereidheid van de vo-school of het roc rekenen om zaken met elkaar te regelen. 11

14 4. Middelen vaak onvoldoende. De ter beschikking staande financiële middelen zijn vaak onvoldoende om echt tegemoet te komen aan de zorgvraag van de leerlingen. 5. Competenties van docenten. In veel (maar niet in alle) gevallen is er een gebrek aan kennis van de doelgroep en aan pedagogische kwaliteiten bij docenten van het vo en ROC die niet vertrouwd zijn met de betreffende doelgroep. De vso-school zal daarom over middelen moeten beschikken om die doelgroepkennis systematisch in te brengen. Conclusie: Het symbiosemodel biedt wel oplossingen voor het gebrek aan adequate leeromgevingen in het vso, maar dan moet er tegemoet gekomen worden aan een aantal praktische, organisatorische en inhoudelijke randvoorwaarden, om de huidige knelpunten op te lossen (zie boven). Cluster overstijgend samenwerken Een tweede oplossing is door clusteroverstijgend samen te werken. Op een aantal plaatsen tracht men dit al te realiseren, door gebruik te maken van gezamenlijke faciliteiten. Artikel 71b, lid 1 van de WEC zou daarvoor aangepast moeten worden. Intersectorale programma's Een derde mogelijkheid ligt er -voor de praktijkvakken in het vmbo- bij de intersectorale programma's van het vmbo. Deze zijn geregeld in de WVO artikel 10b lid 10. Eén van de redenen om in het vmbo deze intersectorale programma's in te voeren was dat de vmbo-school, vanwege zijn omvang, niet meer in staat was een voldoende gedifferentieerd aanbod van afdelingsprogramma's aan te bieden. De programma's 'Intersectoraal', 'ICT-route' en 'Technologie voor de gemengde leerweg' bieden daarvoor goede aanknopingspunten. Mogelijk dat daarvoor in de WEC een artikel opgenomen moet worden dat vergelijkbaar is met artikel 25 'Bijzondere Inrichting scholen' van de WVO. Leren op de werkplek, in het stagebedrijf Scholen voor wie de bovengenoemde oplossingen niet aantrekkelijk of niet haalbaar zijn, kiezen voor interne (binnen school) en externe (buiten school, in bedrijven) stagetrajecten om het leren van/in de praktijk vorm te geven. Hiervoor is het nodig dat stage- en/of werktijd meegeteld wordt als onderwijstijd. De resultaten van discussies in de werkgroepen samengevat. De leeromgeving moet zo flexibel mogelijk worden aangepast aan de behoefte van de individuele leerling. Waar dat niet op de vso-school gerealiseerd kan worden, kan het symbiosemodel, clusteroverstijgend samenwerken, intersectorale programma's en/of leren op stage/werkplek een uitkomst bieden, mits aan randvoorwaarden is voldaan (zie hierboven). Een variatie aan vormen van praktijkleren, leren op de werkplek, vormen van stages moet mogelijk zijn, binnen en/of buiten de school. Deze vormen van praktijkleren dienen ertoe, het aanbod aan adequate leeromgevingen voor vso-leerlingen uit te breiden. Daarvoor moet er geregeld worden dat de tijd die leerlingen doorbrengen op een leer-werk-plek of in een leer- cq. stagebedrijf, telt als onderwijstijd. De verhouding onderwijstijd op school vs. buitenschools praktijkleren moet flexibel zijn, zodat optimaal maatwerk geleverd kan worden. Want bij elke leerling past iets anders. Daar zijn echter ook grenzen aan, bijvoorbeeld leeftijd. Een leerling van 14 is bijvoorbeeld nog te jong voor stages van meerdere dagen per week. De relatie tussen onderwijstijd binnen/buiten school kan dus ook variëren met de fase van opleiding (onderbouw hoofdzakelijk op school, bovenbouw meer tijd buiten school (leer-, stagebedrijf). 12

15 De keuzes die voor de individuele leerling hierin gemaakt worden, moeten door de school wel onderbouwd kunnen worden, bijvoorbeeld in een ontwikkelingsplan of transitieplan. Ook is gesproken over de borging van kwaliteit en continuïteit bij het leren in en door de praktijk (praktijklokalen, stageplaatsen, leer-werk-plekken). Er is geopperd dat de WEC-raad in samenwerking met COLO deze borging tot stand moet brengen. 13

16

17 2. De inhoud van het vso en de passende kwalificaties 2.1 Inhoud vso De inhoud van het vso zoals bepaald in art. 14 van de WEC, sluit nu onvoldoende aan bij de doelstellingen voor de hele doelgroep en de volle breedte van alle uitstroombestemmingen, zoals deze beschreven is in paragraaf 1.1. Onder andere door veranderingen/verschuivingen in de doelgroepen en door nieuwe wetgeving en recente ontwikkelingen, is het wenselijk dat artikel 14 van de WEC (over de inhoud van het vso) wordt aangepast. Bij deze aanpassing zal rekening gehouden worden met: De volle breedte van de uitstroombestemmingen in het vso: naar vervolgonderwijs, arbeid en dagbesteding. De invoering van kerndoelen voor het Speciaal Onderwijs, die naar verwachting op 1 augustus 2009 in werking treden. Het voornemen om ook voor het Voortgezet Speciaal Onderwijs kerndoelen te (laten) ontwikkelen. Het voornemen om ook voor het vso -met uitzondering van zml/mg- referentieniveaus (als streefniveaus vast te stellen voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde. De aansluiting van deze referentieniveaus bij de bepalingen die daarvoor in de WVO en de WEB worden opgenomen. De werkgroep deelnemers beamen het belang en de richting van aanpassingen van de WEC (met name art. 14). Het onderscheid tussen de drie uitstroombestemmingen vindt men helder. Daaraan gekoppeld moeten ook de specifieke wettelijke taken en -gekoppeld daaraan- ook de inhoud van het onderwijsaanbod in de richting van de drie uitstroombestemmingen onderscheiden (kunnen) worden. Ook moet er volgens de werkgroepleden aandacht zijn voor leerlingen die zich op de grens tussen twee uitstroombestemmingen bevinden en voor leerlingen waarvan de uitstroombestemming nog niet helder te krijgen is. Van groot belang vindt men het openhouden (in de wet) van maatwerk-oplossingen voor leerlingen. Denken en handelen vanuit de leerling en zijn/haar specifieke onderwijsbehoefte moet het belangrijkste kenmerk van het vso blijven en dus ook de belangrijkste (wettelijke) taak. Kerndoelen Voor de diplomagerichte stroom binnen vso kunnen naar verwachting de kerndoelen onderbouw vo (2006) gelden. Voor de andere twee uitstroombestemmingen (arbeid, dagbesteding) wordt het wenselijk geacht om (twee) specifieke sets kerndoelen te ontwikkelen, zodat recht kan worden gedaan aan de verschillen in onderwijsbehoeften van deze twee groepen. In een werkgroep 2 en 3 is gesproken over de 'bandbreedte' en de richting van de kerndoelen voor de uitstroomprofielen naar arbeid en naar dagbesteding. 15

18 De deelnemers adviseren om bij de ontwikkeling van kerndoelen duidelijk onderscheid te maken tussen de uitstroombestemming 'arbeid' en de uitstroombestemming 'dagbesteding'. Men kiest voor twee sets van kerndoelen, met ieder specifieke aandacht voor de betreffende uitstroombestemming, want men ziet duidelijk verschillende (onderwijs)behoeften tussen deze beide groepen. Bij de 'arbeidsgerichte' leerlingen moeten de kerndoelen, naast persoonlijke vorming en ontwikkeling, ook een basis leggen voor de ontwikkeling van algemene arbeidscompetenties en verder dient deze leerlingen ook specifieke (arbeidsgerichte) kennis aangeboden te worden, bijvoorbeeld Arbo regels, veiligheidsregels, hygiëneregels. Ook moeten zij een traject doorlopen om hun beperkingen te erkennen en ze niet te laten interfereren in hun arbeidsmarktpositie. Met andere woorden: zich richten op wat wél kan en loonvormende waarde heeft, waardoor een duurzaam perspectief op arbeid kan ontstaan. Bij de leerlingen met uitstroombestemming 'dagbesteding' moet ook worden gekeken naar de consequenties van kerndoelen voor de groep leerlingen met een IQ kleiner dan 35 en bijkomende problematiek. Referentieniveaus Naast het voornemen om kerndoelen voor het vso te (laten) ontwikkelen, is er ook het voornemen om de referentieniveaus voor de leergebieden Nederlandse taal en rekenen/wiskunde van toepassing te laten zijn op vso leerlingen. Leerlingen die worden toegeleid naar dagbesteding zijn echter daarvan uitgezonderd (zml/mg). Dit is aangekondigd in het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen'. Doel van de referentieniveaus is om doorlopende leerlijnen binnen en tussen schooltypen te kunnen vormgeven. Voorbeeld: aansluiting tussen vso en mbo, hbo en wo (zie het schema hieronder). Niveau Fundamentele kwaliteit Drempel 1F Eind primair onderwijs Van po naar vo 2F (=1S) Eind vmbo. Algemeen maatschappelijk niveau Van vo fase 1 naar vo fase 2 Van vmbo naar mbo 3F (=2S) Eind mbo-4 en havo Van vo en mbo naar ho 4F (=3S) Eind vwo Van vo naar wo Op dit moment wordt nog nader onderzocht, welke referentieniveaus moeten gelden voor leerlingen die binnen en/of vanuit vso kunnen worden gekwalificeerd op mbo (niveau 1) of vergelijkbaar en op welke wijze de referentieniveaus worden gehanteerd. Vooralsnog wordt voor hun gedacht aan referentieniveau 1F voor Nederlandse taal en 1F/1S voor rekenen/wiskunde 6, met 2F als 'streefniveau'. Leerlingen die vanuit vso willen doorstromen naar mbo-2, moeten voldoen aan hetzelfde niveau als doorstromers vanuit vmbo, namelijk referentieniveau 1S/2F voor taal en 2F voor rekenen/wiskunde 7. Knelpunt/dilemma De discussie in werkgroep 2 legt het volgende dilemma bloot. Men beaamt dat door een verheldering en aanscherping van doelen (taal en re/wi) de uitstroom- en doorstroomkansen van vso-leerlingen verbeterd kunnen worden. Maar tegelijkertijd vreest men dat drempels opgeworpen worden via verhoging van eisen op taal- en rekengebied. 6 Het referentieniveau 1F geeft het vereiste niveau eind basisonderwijs aan. 7 Het referentieniveau 2F geeft het vereiste niveau vmbo basis/kader aan. 16

19 Anderzijds -zo blijkt uit ervaring- vereist deelname aan het arbeidsproces en aan de maatschappij wel degelijk bepaalde functionele taal- en rekenvaardigheden, ook op het niveau van ongeschoolde of laaggeschoolde arbeid. Deze minimale vereisten moeten dan ook terug te vinden zijn in het onderwijsaanbod. Een 'uitweg' uit dit dilemma wordt gezocht in het leerlinggericht omgaan met de referentieniveaus (maatwerk!). De volgende punten zijn geopperd: Voor alle leerlingen met uitstroombestemming 'arbeid' moeten de eisen van de referentieniveaus functioneel en beroepsgericht ingevuld worden. Leerlingen die direct en zonder kwalificatie/certificering naar arbeid worden toegeleid, mogen niet 'struikelen' over de referentieniveaus. Voor deze leerlingen moet een referentieniveau als 'streefniveau' worden gehanteerd. Leerlingen die willen/kunnen doorstromen naar een opleiding op mbo-niveau 2 moeten het daarvoor benodigde niveau voor taal en rekenen/wiskunde wél aantoonbaar 'aankunnen'. Voor hen kunnen de referentieniveaus houvast bieden als 'doorstroom vereiste'. Voor leerlingen met specifieke beperkingen (bijvoorbeeld communicatieve beperkingen in cluster 2), maar die wel potentie hebben om door te stromen naar mbo niveau 2, moet compensatie en/of dispensatie mogelijk zijn. Over specifieke handicaps, beperkingen of stoornissen en de gevolgen daarvan voor kwalificatie moet nog verder worden doorgedacht en doorgepraat. Het praktijkdeel: omvang en vormgeving Voor de leerlingen in het (vso)/vmbo en leerlingen met uitstroombestemming arbeid en dagbesteding speelt de praktijk component in de opleiding een grote rol. De leerlingen leren in en door de praktijk op school en op stage. Stage is een voorwaarde voor een succesvolle overgang naar de arbeidsmarkt. In de WEC (art. 17) staat dat het onderwijs een stage kan omvatten. Verder is er niets uitgewerkt. In de werkgroepen is verdeeld gereageerd over de wenselijkheid om artikel 17 aan te scherpen. In werkgroep 2 (uitstroom naar arbeid) is er veel draagvlak voor het wettelijk verplicht stellen van stages. Maar dat niet alleen, er is ook gepleit voor het wettelijk mogelijk maken van duale trajecten (leren en werken). Daarentegen wordt het formeel regelen van de omvang en de vormgeving van het praktijkdeel en de stages verworpen. Alle argumenten verwijzen naar de behoefte van scholen om maatwerk te bieden: de verschillen tussen leerlingen zijn heel groot. De scholen willen flexibel kunnen inspelen op wat de leerling nodig heeft en wat binnen de regio mogelijk is, mede in termen van arbeidsmarktrelevantie. Werkgroep 3 (uitstroom naar dagbesteding) adviseert om art. 17 NIET aan te passen. De kwaliteitsborging van het praktijkdeel en de stages De kwaliteit van scholen, dus ook het binnenschoolse praktijkdeel van een opleiding, wordt geborgd door het bevoegd gezag en door de Inspectie van het Onderwijs. De kwaliteit van geaccrediteerde leerbedrijven wordt geborgd door de kenniscentra. Knelpunt Hoe zit het met de borging van de kwaliteit van stage- /leerwerkplekken bij niet geaccrediteerde bedrijven? Veel leerlingen in het vso lopen stage bij niet geaccrediteerde bedrijven. Moeten er strengere regels komen om de kwaliteit van met name beroepsvoorbereidende stages te borgen? En wat is kwaliteit? Hoe stel je de kwaliteit van een stagebedrijf vast? 17

20 In werkgroep 2 kwam duidelijk naar voren dat men verschil wenst te maken tussen: Stages als onderdeel van het onderwijs: dan is een goede match tussen leerling en stagebedrijf en stagebegeleider vanuit dat bedrijf het belangrijkst; formele accreditatie van dat bedrijf is niet per se nodig). Stageplek waar kwalificatie kan worden behaald (bijvoorbeeld mbo-niveau 1 of AKA): dan is accreditatie van het stagebedrijf wel vereist, waarbij een goede match tussen bedrijf, werkmeester/werkbegeleider en leerling zou moeten behoren tot de kwaliteitscriteria bij het accrediteren van het bedrijf. De kwestie van kwaliteitsborging van stagebedrijven dient nog nader te worden uitgewerkt. Hierbij zal het COLO een rol spelen, in samenwerking met vso-veld (WEC raad). De volgende criteria voor kwaliteit van (externe) stageplekken zijn -daarop vooruitlopend- alvast genoemd in werkgroep 2: Een goede omschrijving van 'stagebekwaamheid' (stagerijpheid) van de leerling (Wat wordt er verwacht van de leerling? Hoe kun je vaststellen dat de leerling daar aan toe is?) Nauwe relatie met uitstroomperspectief (niveau van uitstroom + arbeidsrichting / sector). Veilige werkomgeving (fysieke veiligheid én sociale veiligheid.) Geaccrediteerd bedrijf, in combinatie met goede match tussen werkmeester en leerling. De leerling wordt in staat gesteld om te leren (niet alleen maar routineklusjes doen.) Een bedrijf van een familielid van de leerling als stageplek wordt afgeraden. Het stage- cq. leerbedrijf voert een aanwezigheidsregistratie. De school is (eind)verantwoordelijk voor stagebegeleiding; school kan stage-jobcoach inhuren. Ondersteuningsbehoeften en onderwijstijd Geïndiceerde leerlingen in het vo (lgf) en vso hebben -de een meer dan de ander- behoefte aan ondersteuning om te functioneren in het (vervolg)onderwijs en/of, in de toekomst, op de al dan niet beschermde werkplek. Dat betekent dat er in het onderwijs tijd besteed dient te worden aan: De leerling te leren accepteren dat hij/zij een functiebeperking heeft. Vaardigheden te leren met de beperking optimaal om te gaan. Knelpunt Als het leren omgaan met de functiebeperking en de eventueel daarbij benodigde ondersteuning, zo'n wezenlijk onderdeel vormt van een Passende Kwalificatie dan betekent dat er, naast de meer materiële randvoorwaarden, tijd in gestoken dient te worden. Het kost dus onderwijstijd. Mogelijk kan artikel 27 van de WVO voor LGF-leerlingen in het vo hier een beperking leveren. Door tijd die besteed wordt aan het leren omgaan met de functiebeperking, is er mogelijk te weinig onderwijstijd voor andere inhouden van het onderwijs. 2.2 Inhoud van Passende Kwalificaties Examenprogramma's vwo, havo en vmbo Voor de leerlingen met uitstroombestemming I 'vervolgonderwijs', zijn inhoudelijk de reguliere examenprogramma's vwo, havo en vmbo van toepassing. Bij functiebeperkingen kan voor het centrale examen gebruik gemaakt worden van 'Artikel: 55. Afwijking wijze van examineren' van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. Het 'stapelen' bij de staatsexamens kan ruimte in de vorm van tijd bieden om de ondersteuning (zie boven) in te vullen. 18

21 2.2.2 Aantonen van competenties voor (werken), wonen, vrije tijd en burgerschap In het vso wordt ernaar gestreefd om -naast de algemene, persoonlijke en (voor een deel van de populatie) arbeidsgerichte vorming- leerlingen voor te bereiden op zelfredzaamheid op de gebieden wonen, vrije tijd en burgerschap. De eisen van de maatschappij (en arbeidsmarkt) komen tot uitdrukking in het onderwijsaanbod. Voorbereiding op werken De voorbereiding op arbeid krijgt mede vorm door uit te gaan van het beschrijvingsstramien zoals dat nu wordt gehanteerd in vastgestelde kwalificatiedossiers (mbo 2010). In dit stramien zijn -zoals bekend- kerntaken en competenties voor het beroep opgenomen en daarnaast ook generieke vereisten ten aanzien van Nederlandse taal, rekenen/wiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap. Andere generieke eisen ten aanzien van algemeen vormende vakken worden in de kwalificatiedossiers niet gesteld. Voorbereiding op wonen en vrije tijd Voor veel leerlingen uit het vso zal het volledig zelfstandig wonen niet weggelegd zijn. Vaak is op dit punt het vanzelfsprekende niet vanzelfsprekend. In paragraaf 1.1 zagen we al een onderscheid naar woonvormen. Leerlingen dienen -op maat van hun mogelijkheden en ontwikkelingsperspectief op dat gebiedte worden voorbereid op zo groot mogelijke zelfredzaamheid bij wonen en vrije tijd. Hiervoor dient, naast een onderwijsaanbod, ook (h)erkenning te zijn in de afronding van het onderwijs, dus in de inhoud van Passende Kwalificaties. Samenvattend komt het erop neer dat we, naast algemene en persoonlijke vorming en arbeidsgerichte vorming, van doen hebben met competenties richting zelfredzaamheid op het gebied van wonen en vrije tijdsbesteding en het kunnen articuleren van behoefte aan ondersteuning, waardoor de leerling zo zelfstandig mogelijk kan leven (in een omgeving waarin zijn competenties getoond kunnen worden). Leerlingen tonen een en ander aan door middel van een portfolio. Dit bevat 'bewijzen' van: a. Behaalde resultaten in de vakken of 'leergebieden' zoals voorgeschreven in de WVO (uitstroom 1). b. Certificaten en (deel)kwalificaties gericht op beroep of arbeid (uitstroom 1, 2 en deel 3); c. Vaardigheden taal en rekenen/wiskunde (uitstroom 2). d. Competenties leren, loopbaan en burgerschap (uitstroom 2). e. Competenties voor (zelfstandig) wonen en vrije tijdsbesteding (uitstroom 1, 2, 3). f. Aangevuld met een omschrijving van de ondersteuningsbehoefte van de leerling bij arbeid en bij maatschappelijk functioneren; deze ondersteuningsbehoefte is op een objectiveerbare manier vastgesteld 8 (uitstroom 1, 2, 3). Al deze 'bewijzen' vertegenwoordigen een mijlpaal in de ontwikkeling van de leerling en zijn herkenbaar voor werkgevers, vervolgopleidingen en instellingen voor maatschappelijke ondersteuning. 8 Op deze plek wordt door het REA college de suggestie gedaan om met de REA EVC methodiek te werken, waarin onderwijskundige en handicapgerelateerde, arbeidsmarktrelevante aspecten worden opgenomen, eventueel leidend tot het inzetten van aanpassingen en voorzieningen. 19

22 De discussies in de werkgroepen laten zien dat er draagvlak is voor de inhoud van Passende Kwalificaties, verdeeld in de componenten a t/m f zoals boven beschreven. Voor de genoemde 'bewijzen' moet dan wel voldoende materiaal beschikbaar komen; bedoeld wordt zowel onderwijs- als toets- en assessmentmateriaal. Een transitieplan voor iedere leerling moet wettelijk verplicht worden. De vormgeving van het transitieplan wordt overgelaten aan het veld, maar er kunnen (kwaliteits)eisen aan gesteld worden, zoals: In dat transitieplan dient ook de ondersteuningsbehoefte bij werken, wonen en vrije tijd beschreven te worden. Daarnaast vindt een 'warme overdracht' plaats van de vso-school/vo school naar de vervolgsituatie (onderwijs, werkplek, dagbesteding)en de daarbij betrokken ondersteuners. Een monitoring ná schoolverlaten dient plaats te vinden, waarbij uit ervaring van UWV blijkt dat er bij de meeste ex-leerlingen van het vso pas na 3 jaar sprake is van een gestabiliseerde situatie. 20

23 3. Ontwikkelingsperspectief, voortgangsrapportages en verantwoording 3.1 Waar gaat het om? Het ministerie van OCW stelt -vanuit de geldende besturingsfilosofie- twee begrippen centraal: vrijheid en verantwoording. Het onderwijs -dus ook het vso- krijgt de vrijheid om, binnen vastgestelde kaders, zelf invulling te geven aan het onderwijs. Daartegenover staat een horizontale en verticale verantwoordingsplicht. Horizontaal: naar 'stakeholders' zoals leerlingen, ouders, andere scholen, bedrijven. Vertikaal: naar de Inspectie van het onderwijs. Binnen de verantwoordingsplicht valt ook, dat scholen 'betrouwbare' informatie over een leerling kunnen overleggen aan de Inspectie en stakeholders. Deze informatie heeft betrekking op: Het ontwikkelingsperspectief van de leerling. (Tussentijds) behaalde resultaten. Een steeds verder aangescherpte inschatting van het uitstroomperspectief van de leerling richting de uitstroombestemming van de leerling. In de WEC is hierover (nog) niets geregeld. 3.2 Informatie over het ontwikkelingsperspectief en de voortgang De werkgroepen hebben zich gebogen over functie en inhoud van het ontwikkelingsperspectief en de voortgangsrapportage. Duidelijk is, dat beiden in het vso een andere invulling krijgen dan in het so, namelijk steeds meer gericht op toekomstig (zo zelfstandig mogelijk) functioneren als student en/of werknemer en als burger. Hierin moet juist het proces van transitie (van scholier naar student/werknemer) tot uiting komen. Het werkproces bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief en de voortgangsrapportage dient gericht te zijn op het spiegelen van het potentieel van de leerling aan diens (opleidings)wensen en (ondersteunings)behoeften. Als bronnen voor het opstellen cq. aanscherpen van het ontwikkelingsprofiel en de voortgangsrapportage van een leerling zijn vele en diverse instrumenten genoemd. Voor een opsomming: zie de bijlagen. De betrouwbaarheid van deze instrumenten is niet in alle gevallen onderzocht; er zijn in ieder geval grote verschillen. Betrokkenen hebben uitgesproken dat de gebruikte instrumenten aan de volgende eisen zouden moeten voldoen: Kwaliteitseisen: Geplaatst in een wettelijk kader. Landelijke erkende standaard op hoofdlijnen (met het oog op kwaliteitsborging). Harmonisatie (de huidige veelheid aan instrumenten terugbrengen tot hanteerbare sets) Doel- en ontwikkelingsgericht. Ondersteunend voor planmatig werken. Ruimte voor verschillende doelgroepen/individuen. Omkleed met (goede) voorbeelden/toolkit beschikbaar stellen. Duidelijk, begrijpelijk en navolgbaar (transparant) voor diverse betrokkenen. 21

24 Functionele eisen: Digitaal. Gebruiksgemak, praktische hanteerbaarheid. Aansluiten bij bestaande systemen. Inhoudelijke eisen: Bruikbaar voor de loopbaan van de leerling. Gericht op perspectief van de leerling. Herkenbaar voor stakeholders, zoals leerling, ouders, vervolgonderwijs, bedrijven, actoren in de zorg etcetera. Brengt in beeld wat de leerling beheerst vs. wat zou moeten worden beheerst (geldt niet voor alle uitstroombestemmingen). Knelpunt: In werkgroep 1 is opgemerkt dat de criteria voor herindicatie (beschrijving van wat de leerling allemaal NIET kan) strijdig zijn met een uitgangspunt van Passende Kwalificaties, namelijk het beschrijven van wat de leerling WEL kan. Niet alleen de criteria zijn strijdig, maar ook de belangen die daarmee op het spel staan. Enerzijds: het veilig stellen van indicatie voor speciale (onderwijs)zorg, jobcoaching etcetera; anderzijds: navolgbaar en inzichtelijk aantonen van verworven competenties, waarmee kansen op een plaats in het vervolgonderwijs en/of arbeidsplaats toenemen. Deze strijdigheid dient geëlimineerd te worden in toekomstige wetgeving. In de discussies in de werkgroepen bleek dat de hele systematiek van volgen en verantwoorden nu te onduidelijk en te divers wordt gevonden. Ook vindt men dat de meningen van betrokkenen, zoals de leerling en diens ouders/verzorgers, nu niet systematisch in beeld zijn, en dat zou wel moeten. Er is draagvlak voor een wettelijke verankering van de verplichting om een ontwikkelingsperspectief op te stellen en om te rapporteren over de voortgang. Ook is er draagvlak vóór het OP HOOFDLIJNEN opstellen van eisen en standaarden voor te gebruiken instrumenten en voor het aanreiken van goede voorbeelden (in een toolkit). Er is echter geen draagvlak voor het wettelijk voorschrijven van instrumenten. De term 'betrouwbare informatie' geeft problemen. Wat houdt dit begrip precies in binnen de context van het in beeld brengen van het ontwikkelingsperspectief en de voortgang van leerlingen? Men geeft de voorkeur aan termen als 'navolgbaar en inzichtelijk' (oftewel: transparant) boven 'betrouwbaar'. Samenvattend: er is draagvlak voor een formulering als: "De school kan inzichtelijke en navolgbare (oftewel: begrijpelijke en transparante) informatie over ontwikkelingsperspectief, uitstroomperspectief en behaalde resultaten overleggen aan ouders, leerlingen, het vervolgonderwijs en toezichthouder..." Daarnaast wordt aangetekend dat het huidige gebrek aan systematiek en standaardisering op andere wijze (buiten de wet) aangepakt moet worden door het veld zelf, bijvoorbeeld door harmonisatie tot stand te brengen en goede voorbeelden en tools beschikbaar te stellen aan het veld. De strijdigheid tussen criteria voor herindicatie (wat kan de leerling NIET) en bij ontwikkelingsperspectief, voortgangsrapportage en uitstroomperspectief (wat kan de leerling aantoonbaar WEL) dient te worden weggewerkt in toekomstige wetgeving. 22

25 4. Afsluiting, certificering en transitie 4.1 Waar gaat het om? De nu geldende WEC bepaalt: 'Over iedere leerling die de school verlaat, stelt de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel en de commissie voor de begeleiding, bedoeld in artikel 40b, dan wel de commissie, bedoeld in artikel 41, tweede lid, ten behoeve van de ontvangende school een onderwijskundig rapport op. De commissie kan daartoe de leerling aan een onderzoek onderwerpen. Afschrift van dit rapport wordt verstrekt aan de ouders van een minderjarige of handelingsonbekwame leerling en aan de leerling die meerderjarig en handelingsbekwaam is. Desgewenst wordt tevens een afschrift verstrekt aan de leerling die de leeftijd van 16 jaar en nog niet die van 18 jaar heeft bereikt. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften omtrent dit rapport worden gegeven' (artikel 43). Conclusies Op dit moment is er in de WEC niets geregeld over de afsluiting van het vso met een diploma of andere kwalificaties. Over een rapportage naar werkgevers en instellingen voor vervolgonderwijs wordt in de WEC niet gepraat. Terwijl juist informatie over capaciteiten en ondersteuningsbehoeften cruciaal is voor het vinden van een passende positie na het onderwijs. Het is de bedoeling om deze lacune in de WEC op te vullen. Uiteraard komen op het niveau van praktische vormgeving grote verschillen naar voren tussen de drie uitstroombestemmingen. In het voorgaande is al een aantal keren een driedeling gemaakt in de uitstroom van het vso. Voor de duidelijkheid is het goed die driedeling toe te passen op begrippen voor afsluiting van de opleiding. Dit geeft dan: Uitstroom 1 > diploma (zie paragraaf 4.2). Uitstroom 2 > certificaat / kwalificatie (zie paragraaf 4.3). Uitstroom 3 > portfolio (zie paragraaf 4.4). NB. In een portfolio toont een leerling aan wat hij ontwikkeld en geleerd heeft. Dit instrument is niet alleen bruikbaar bij uitstroom III (naar dagbesteding), maar ook bij de uitstromen I en II. Het gaat er hier om dat de begrippen 'diploma', 'certificaat' en 'kwalificatie' niet aan de orde zijn als benaming voor uitstroom III. 4.2 Diploma en transitie gericht op vervolgonderwijs In deze paragraaf inventariseren we bestaande en wenselijke wegen die leiden tot een diploma dat vso leerlingen recht geeft op doorstroom naar vervolgonderwijs mbo, hbo, wo. Telkens worden voor- en nadelen op een rij gezet Extraneus model Het model, waarbij de leerling onderwijs ontvangt op de vso school, maar voor diplomering als extraneus wordt ingeschreven bij een instelling voor regulier onderwijs (in casu vo), kan rekenen op een groot draagvlak bij de betrokken werkgroepleden. De volgende voor- en nadelen werden genoemd in werkgroep 1. 23

26 Voordelen 1. Organisatorische voordelen met betrekking tot inrichting van het onderwijs en de afsluiting. 2. De vso-leerling komt uit zijn beschutte omgeving. 3. Meer keuzemogelijkheden voor de leerling. 4. Het diploma schept duidelijkheid. 5. De deuren van het vso gaan open. Nadelen / belemmeringen 1. De afhankelijkheid van de vso-school van de vo-school. 2. Praktische problemen bij de dagelijkse uitvoering. 3. Afstemmingsproblemen rond het pta. 4. Gebrek aan tijd. 5. Onvoldoende mogelijkheden om in te spelen op de individuele leerling. 6. Niet geschikt voor álle leerlingen. Aan een goede uitvoering van het extraneus model zijn randvoorwaarden verbonden 9 : 1. Een gelijkwaardige relatie tussen vo en vso. 2. Eer gelden ook regels en verplichtingen voor vo-scholen bij samenwerking met vso. 3. Voldoende kennis en affiniteit bij vo-docenten met betrekking tot geïndiceerde leerlingen. 4. Een goede zorgstructuur in de vo-school. 5. Flexibiliteit bij de vo-school m.b.t. het pta en de afsluiting. Met betrekking tot deze belemmeringen en randvoorwaarden is Artikel 55, "Afwijking wijze van examineren" van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo van belang. In het vo is een ontwikkeling gaande die uiteindelijk moet leiden tot een aanscherping van de centrale examens 10. Voor vso-leerlingen kan dat in de toekomst tot extra problemen leiden. In het bijzonder betreft de de leerlingen uit cluster twee met betrekking tot de Nederlandse taal. Ook hiervoor zouden in artikel 55 voorzieningen getroffen moeten worden Staatsexamen Het staatsexamen is een andere mogelijkheid voor leerlingen van het vso, om een diploma te verwerven dat recht geeft op vervolgonderwijs. De leerling doet dan examen voor gecommitteerden van de staatsexamen commissie. De regels staan toe, dat de leerling het staatsexamen in delen behaalt. Deze weg kan rekenen op een (beperkt) draagvlak bij de betrokkenen. De volgende voor- en nadelen zijn genoemd door betrokkenen. Voordelen 1. Voordelen met betrekking tot kwaliteitsbewaking (afname door gecommitteerden). 2. Mogelijkheden tot certificering, afname in delen. 3. Daardoor voordelen met betrekking tot aanpassing aan de problematiek van de kandidaat; flexibilisering van het onderwijsaanbod. Nadelen/belemmeringen: 1. Leidt tot een zekere 'geïsoleerdheid' binnen het onderwijs. 2. Voor de school: organisatorische problemen. 3. Vragen bij de kwaliteit en validiteit van de afname procedure. 4. Hogere kosten per leerling. 9 Vergelijk: de knelpunten die genoemd zijn bij het symbiosemodel; in par. 1.3 over 'leeromgevingen'. 10 zie de brief van de Staatssecretaris van 23 oktober 2008 en het advies 'Examens in het vmbo' van de Onderwijsraad van april

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling

Ouderavond Ordening en Ontwikkeling Ouderavond Ordening en Ontwikkeling dinsdag 1 oktober 2013 Programma 1. Missie & Visie; waar staan we voor 2. Wet kwaliteit VSO 3. Richtinggevend (wettelijk) kader USP 4. Profielen in beeld 5. Verbindingen

Nadere informatie

KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE. Uitdaging Beweging Perspectief

KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE KWALITEITSWET (V)SO DE SPRIENKE. Uitdaging Beweging Perspectief DE SPRIENKE Uitdaging Beweging Perspectief Mytylschool de Sprienke Vivaldipad 1, 4462 JA Goes Telefoon: 0113 22 91 50 E-mail: info@desprienke.nl Website: www.desprienke.nl KWALITEITSWET (V)SO KWALITEITSWET

Nadere informatie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Toelichting ontwikkelingsperspectief Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners

Nadere informatie

De lat omhoog. wetgeving kwaliteit (v)so. Marjan Zandbergen OCW

De lat omhoog. wetgeving kwaliteit (v)so. Marjan Zandbergen OCW De lat omhoog wetgeving kwaliteit (v)so Marjan Zandbergen OCW Onderwerpen Introductie; Doel; Inhoud wetgeving; Flankerend Beleid. Introductie Het grootste gevaar voor menigeen onder ons is niet dat de

Nadere informatie

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Ook in het vmbo is er sprake van onderwijsvernieuwing. De meest in het oog springende vernieuwing is de introductie van een kern, profiel en (meerdere) keuzes. De

Nadere informatie

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding

Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding Bernardusschool Praktische stroom, uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding Typering van de vakken die binnen het profiel arbeidsmatige dagbesteding worden aangeboden Nederlandse taal en communicatie

Nadere informatie

Praktijkonderwijs naar 2025

Praktijkonderwijs naar 2025 Praktijkonderwijs naar 2025 www.platformpraktijkonderwijs.nl Praktijkonderwijs is van belang voor circa 28.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Voor deze leerlingen is het praktijkonderwijs dé schoolsoort:

Nadere informatie

Werken met een OntwikkelingsPerspectiefPlan. Brechtje Dantuma Joke den Hoedt / Jeane Tjintjelaar

Werken met een OntwikkelingsPerspectiefPlan. Brechtje Dantuma Joke den Hoedt / Jeane Tjintjelaar Werken met een OntwikkelingsPerspectiefPlan Brechtje Dantuma Joke den Hoedt / Jeane Tjintjelaar Extra ondersteuning De plek en de status OPP Passend onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van leerlingen

Nadere informatie

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs

Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing als exameninstelling voortgezet onderwijs Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie DUO/ICO Primair onderwijs po 079-3232333 Aanvraagprocedure voor scholen voor voortgezet speciaal onderwijs: verstrekking van een aanwijzing

Nadere informatie

Voorbeeld efficiënte inpassing lwoo en pro binnen passend onderwijs.

Voorbeeld efficiënte inpassing lwoo en pro binnen passend onderwijs. [Typ hier] Voorbeeld efficiënte inpassing lwoo en pro binnen passend onderwijs. 11 mei 2015 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Deze handreiking is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met:

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs MAART 2013 Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs Nieuwe wetgeving De wet kwaliteit (v)so gaat vanaf 1 augustus 2013 gelden voor het so en vso. Een aantal artikelen treedt echter

Nadere informatie

ProZO! Schoolrapportage

ProZO! Schoolrapportage Normwaarde onder 3 oranje, tussen 3 en 3.5 geel, vanaf 3.5 groen ProZO! Schoolrapportage School: Het Segment Brincode: 26LT00 Doelgroep: 1. Management & Personeel Respons statistieken Totaal aantal respondenten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel SWV Deventer VO en VSO Versie december 2015

Schoolondersteuningsprofiel SWV Deventer VO en VSO Versie december 2015 Schoolondersteuningsprofiel SWV Deventer VO en VSO Versie december 2015 De Ambelt VSO, locatie Ludgerstraat Deventer Ludgerstraat 1b 7415 DV Deventer 0570 605 383 School voor VMBO Kader en Mavo en HAVO

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs NOVEMBER 2010 Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs Wetsvoorstel Het Wetsvoorstel kwaliteit (v)so zal volgens de laatste berichten van het Ministerie van OCW vanaf 2012 gaan gelden

Nadere informatie

Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april 2010. Rianne Reichardt

Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april 2010. Rianne Reichardt Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april 2010 Rianne Reichardt Wet- en regelgeving Taal- en rekenniveau omhoog Invoering referentiekader Meijerink Invoering centrale examinering taal

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011)

Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011) Protocol ERWD voor VO en MBO - Mieke van Groenestijn en Jaap Vedder MBO-bijeenkomsten Rotterdam, Assen, Eindhoven (oktober 2011) Bijgestelde inhoudsopgave protocol ERWD n.a.v. MBO-bijeenkomst 8 sept 2011

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam BV Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 30NZ Onderzoeksnummer : 294248 Datum onderzoek : 19 oktober 2017 Datum vaststelling : 14 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020. Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020. Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020 Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs Versie: definitief Januari 2014 Inhoud 1. Menukaart... 3 2.

Nadere informatie

De Boris zelftest Uitstroom Arbeid Bedrijvennetwerk Regionale samenwerking

De Boris zelftest Uitstroom Arbeid Bedrijvennetwerk Regionale samenwerking De Boris zelftest De Boris zelftest geeft u inzicht in welke mate de school al opereert als werkend leren organisatie en de Borismethode uitvoert. Kruis bij alle tien de vragen de tekst aan die het beste

Nadere informatie

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020. Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020. Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020 Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs Versie: definitief Maart 2014 Inhoud 1. Menukaart... 3 2. Toelichting...

Nadere informatie

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli 2000 Inleiding In het plan van aanpak voortijdig schoolverlaten dat in juni 1999 aan de Tweede Kamer is gezonden, wordt gesteld dat samenwerking tussen vmbo en roc

Nadere informatie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt. Oktober 2010

Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt. Oktober 2010 Werknemer in opleiding Themabijeenkomst Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt Oktober 2010 Programma 13.30 Informatie Wio, opbrengst bijeenkomst 13.45 Stage en duurzaamheid op de arbeidsmarkt -Toelichting

Nadere informatie

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020

MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020 MENUKAART PRO VSO ESF 2014-2020 Uitgangspunten ESF 2014-2020 voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs Versie: definitief Maart 2014 Inhoud 1. Menukaart... 3 2. Toelichting...

Nadere informatie

Pro: Visie, missie en het curriculum

Pro: Visie, missie en het curriculum Pro: Visie, missie en het curriculum Wat is goed praktijkonderwijs, en welke rol speelt het curriculum PrO daarbij? Inhoud Inleiding 1. Missie 2. Visie 3. Leerproces 4. Doelen en inhouden 5. Domeinen,

Nadere informatie

Uitstroomprofielen vso: afsluiting en overgang

Uitstroomprofielen vso: afsluiting en overgang Uitstroomprofielen vso: afsluiting en overgang 1 Voorwoord De nieuwe wetgeving voor het voortgezet speciaal onderwijs houdt onder meer in dat het onderwijs wordt ingericht in drie uitstroomprofielen. Als

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs NOVEMBER 2010 Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs Wetsvoorstel Het Wetsvoorstel kwaliteit (v)so zal volgens de laatste berichten van het Ministerie van OCW vanaf 2012 gaan gelden

Nadere informatie

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Altra College, Noord

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Altra College, Noord VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK Altra College, Noord Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 07IQ OKE 05 VSO Onderzoeksnummer : 282295 Datum onderzoek : 18 maart 2015 Datum vaststelling : 18 mei 2015 Pagina 2 van

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo Samenvatting rapportage onderzoek vmbo Utrecht, april 2006 In opdracht van Adviesgroep vmbo Drs. Vincent van Grinsven Drs. J. Krom Henk Westerik Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 fax:

Nadere informatie

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS TE EINDHOVEN INHOUD Uitkomst onderzoek DOE040 VO te Eindhoven 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs

Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs Kwaliteitsverbetering van het (voortgezet) speciaal onderwijs 1 sfeer in het (v)so... 3 Opbrengsten cluster 3 (OV2008) In 92% van de onderzochte instellingen zijn de opbrengsten niet vast te stellen op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen Nr. 74 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Bruggen Bouwen verbinden VSO MBO en VSO- arbeidsmarkt

Bruggen Bouwen verbinden VSO MBO en VSO- arbeidsmarkt Bruggen Bouwen verbinden VSO MBO en VSO- arbeidsmarkt Van losse projecten naar een samenhangend programma Presentatie taakgroep arbeidstoeleiding Lecso 2 december 2015 Jose Houben & Ruud van de Rakt Aanleiding

Nadere informatie

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool

Uitstroombrochure. Arbeidstoeleiding VSO. Uitstroombrochure Bernardusschool Uitstroombrochure Arbeidstoeleiding VSO Inleiding In deze brochure willen we een overzicht geven van de uitstroommogelijkheden voor onze doelgroep en van de stappen die genomen moeten worden om de uitstroom

Nadere informatie

Interne rapportage uitstroomgegevens VSO

Interne rapportage uitstroomgegevens VSO Interne rapportage uitstroomgegevens VSO 2016-2017 Inhoud Hoofdstuk 1. Managementsamenvatting... 3 1.1 Conclusie op basis van analyse en interpretatie... 3 1.1 Schoolstandaarden voor het schooljaar 2017-2018...

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO

SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO SERVICEDOCUMENT VRIJSTELLINGEN AVO Binnen de mbo-scholen van de Lentiz onderwijsgroep ontstaan vaak vragen over de voorwaarden waaraan vrijstellingen voor AVO-vakken

Nadere informatie

Notitie wetgeving Passend onderwijs

Notitie wetgeving Passend onderwijs Notitie wetgeving Passend onderwijs Juni 2009 1. Inleiding In het overleg in december 2008 met de Kamer heb ik toegezegd om de fasering van de invoering Passend onderwijs nader uit te werken. Met voorliggende

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt

- Aan het eind van deze fase is niveau 1F bereikt Bernardusschool - Cognitiestroom, uitstroomprofiel arbeidsmarkt Typering van de vakken die binnen het profiel arbeidsmarkt worden aangeboden Nederlandse taal en communicatie Op de Cognitiestroom van de

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

Passend Onderwijs in het MBO

Passend Onderwijs in het MBO Passend Onderwijs in het MBO 19 november 2015 Ton Eimers KBA Nijmegen Voorstellen Onderzoeker KBA Nijmegen Consortium Evaluatie Passend Onderwijs Vijfjarig onderzoeksprogramma PO, VO en MBO MBO-monitor

Nadere informatie

* Vanaf 9 september is onze nieuwe website online : www.pentacollege-attendiz.nl

* Vanaf 9 september is onze nieuwe website online : www.pentacollege-attendiz.nl Opbrengsten Penta College 2014-2015 Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen

Nadere informatie

Beleid IVIO-examinering VSO Widdonckschool Weert

Beleid IVIO-examinering VSO Widdonckschool Weert Beleid IVIO-examinering VSO Widdonckschool Weert VSO Widdonckschool bereidt leerlingen/jongeren voor op hun toekomstige plaats in de huidige samenleving. VSO De Widdonckschool Weert is er voor leerlingen

Nadere informatie

Servicedocument. Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige

Servicedocument. Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige Servicedocument Urenverantwoording opleiding Mbo-Verpleegkundige Plaats: Bunnik Datum: 13-10-2014 Calibris, 2014 kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport Postbus 131 3980 CC Bunnik

Nadere informatie

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2 Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2 Op 29 april 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen vastgesteld. De wet legt het kader vast voor de lagere, meer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ PRAKTIJKSCHOOL DE TENDER Plaats: Dieren BRIN-nummer: 26NH-0 Onderzoeksnummer: 818089 Documentnummer: H2906319 Onderzoek uitgevoerd op: 25 maart 2010 Conceptrapport

Nadere informatie

Passende kwalificaties

Passende kwalificaties Passende kwalificaties Kerndoelen vso Procesverslag SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Passende kwalificaties - kerndoelen vso Procesverslag Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice KWALITEITSONDERZOEK MBO Amice Plaats : Barneveld BRIN nummer : 24YG Onderzoeksnummer : 294261 Datum onderzoek : 12 december 2017 Datum vaststelling : 14 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Conclusie

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Voortgezet onderwijs & Middelbaar beroepsonderwijs Rijnstraat 50 Den

Nadere informatie

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Beukenrode Onderwijs

VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK. Beukenrode Onderwijs VERSLAG VIERJAARLIJKS BEZOEK Beukenrode Onderwijs Plaats : Doorn BRIN nummer : 02RM OKE 01 VSO Onderzoeksnummer : 281988 Datum onderzoek : 19 maart 2015 Datum vaststelling : 26 mei 2015 Pagina 2 van 10

Nadere informatie

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO

TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO TOETSINGSKADER KWALIFICATIESTRUCTUUR MBO Toetsingskader kwalificatiestructuur mbo 01-11-2013 Pagina 1 van 9 1. Inleiding 1.1. Formele kaders In de WEB zijn bepalingen opgenomen over de ontwikkeling en

Nadere informatie

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Achtergrond onderzoeksvraag 1 Achtergrond onderzoeksvraag 1 1. Kerncurriculum en keuzedelen voor school en leerling Wij pleiten voor een vaste basis van kennis en vaardigheden die zich beperkt tot datgene wat alle leerlingen ten minste

Nadere informatie

Praktijkonderwijs naar 2025

Praktijkonderwijs naar 2025 Praktijkonderwijs naar 2025 www.platformpraktijkonderwijs.nl Praktijkonderwijs is van belang voor circa 28.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Voor deze leerlingen is het praktijkonderwijs dé schoolsoort:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8988 20 februari 2019 Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019 nr.

Nadere informatie

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso

1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso 1. Leergebiedoverstijgende kerndoelen voor het vso 1.1 Karakteristiek De leergebiedoverstijgende kerndoelen in het voortgezet speciaal onderwijs richten zich op het functioneren van jongeren op de gebieden

Nadere informatie

Bouwstenen voor het vso

Bouwstenen voor het vso Bouwstenen voor het vso Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Bouwstenen voor het vso Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs December 2011 Verantwoording 2011

Nadere informatie

Reglement certificering en diplomering

Reglement certificering en diplomering Reglement certificering en diplomering d.d. 6 november 2009 Inleiding Dit reglement bestaat uit twee delen: A. Het door de 6 Haagse scholen voor praktijkonderwijs vastgestelde Reglement Diploma Praktijkonderwijs,

Nadere informatie

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT

Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Examenprofiel mbo Zakelijke dienstverlening Orde & Veiligheid ICT Sector: ESB&I Gevalideerd door: de paritaire commissie ECABO Vaststellingsdatum: 7 oktober 2014 Examenprofielnummer: EXPRO.16 1 Inleiding

Nadere informatie

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016) Examenplan (HKS, vanaf augustus 2016) Naam kwalificatie Onderwijsassistent (p3) Uitstroom crebo 25485 Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk Instroom crebo 23183 Domein Zorg en welzijn Domein crebo 79140

Nadere informatie

Richtlijn afgifteduur van een TLV binnen samenwerkingsverband Koers VO d.d. 23 maart 2016

Richtlijn afgifteduur van een TLV binnen samenwerkingsverband Koers VO d.d. 23 maart 2016 Richtlijn afgifteduur van een TLV binnen samenwerkingsverband Koers VO d.d. 23 maart 2016 Samenwerkingsverband Koers VO hanteert de volgende richtlijn bij het bepalen van de afgifteduur van een toelaatbaarheidsverklaring

Nadere informatie

Wat moet en wat mag in het voortgezet speciaal onderwijs (vso)

Wat moet en wat mag in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) Onderwijsaanbod NIEUW beroepsgerichte programma s vmbo 1 Wat moet en wat mag in het voortgezet speciaal onderwijs (vso) 1 Onderwijsaanbod Inhoudsopgave 4 Wettelijk kader 7 Onderwijsaanbod 11 Vormgeving

Nadere informatie

Ontwikkelings Perspectief. Plan

Ontwikkelings Perspectief. Plan Ontwikkelings Perspectief Plan Ontwikkelingsperspectief Met de invoering van Passend Onderwijs wordt de toewijzing van extra ondersteuning, voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Op grond van de uitstroomcijfers van de afgelopen jaren heeft de Sluis een schoolstandaard opgesteld Ambitie/schoolstandaard

Op grond van de uitstroomcijfers van de afgelopen jaren heeft de Sluis een schoolstandaard opgesteld Ambitie/schoolstandaard Opbrengsten VSO de Sluis Inleiding Iedere school heeft tot taak onderwijs te bieden waarbij de leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Uitgangspunt voor dat aanbod zijn de kerndoelen (voortgezet)

Nadere informatie

Samenvatting. Totalen

Samenvatting. Totalen MONITOR BASISONDERSTEUNING ANNE FRANKSCHOOL ARNHEM Ingevuld door: Julia van Broeckhuijsen J. Burema Samenvatting Totalen Leerlingen ontwikkelen zich in een veilige omgeving.. De school heeft inzicht in

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel Attendiz

Schoolondersteuningsprofiel Attendiz Schoolondersteuningsprofiel Attendiz 1. Inleiding Alle scholen baseren hun onderwijs op de zeven kernwaarden zoals die door het Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs zijn ontwikkeld: 1. Is ambitieus

Nadere informatie

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS VISIE VAN HET COLLEGE VOOR TOETSEN EN EXAMENS pagina 2 van 8 Aanleiding en historisch perspectief De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Reglement Diploma Praktijkonderwijs, Regio Haaglanden. Inhoudsopgave reglement

Reglement Diploma Praktijkonderwijs, Regio Haaglanden. Inhoudsopgave reglement Inhoudsopgave reglement Reglement Diploma Praktijkonderwijs, Regio Haaglanden. 1. Algemeen 2. Begrippen 3. Totstandkoming en wijziging 4. Publicatie 5. Eisen 6. Commissie Examinering PrO den Haag 7. Beroepsmogelijkheid

Nadere informatie

8 JUNI Het wijzigingsbesluit is opgebouwd uit artikelen (I t/m VI), een algemene toelichting en een artikelsgewijze

8 JUNI Het wijzigingsbesluit is opgebouwd uit artikelen (I t/m VI), een algemene toelichting en een artikelsgewijze Wijziging van o.a. het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB vanwege o.a. examinering referentieniveaus mbo-2 en mbo-3 en herziening inrichting kwalificatiestructuur Dit is een servicedocument

Nadere informatie

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling College voor Toerisme Leisure & Hospitality Assistant 94110 Niveau 2 Cohort: 2015-2016 Vastgesteld voor schooljaar 2015-2016 Voorwoord Beste student, In dit

Nadere informatie

Overgang van Primair naar Voortgezet Onderwijs Almere

Overgang van Primair naar Voortgezet Onderwijs Almere Overgang van Primair naar Voortgezet Onderwijs Almere Voorlopig advies groep 6 en 7 Aan het einde van het schooljaar groep 6 en 7 geeft de PO school na overleg met ouders een voorlopig schooladvies 1.

Nadere informatie

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van:

Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: Gezamenlijke aanpak BPV en het BPV-protocol van: 2 Gezamenlijke aanpak BPV In de Verbeteragenda BPV van MKB Nederland en VNO-NCW is naar aanleiding van een onderzoek naar de ervaringen van leerbedrijven

Nadere informatie

(aangevulde versie in verband met de brief aan de scholen van 9 januari 2012)

(aangevulde versie in verband met de brief aan de scholen van 9 januari 2012) Wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB vanwege o.a. examinering referentieniveaus mbo-2 en mbo-3 en herziening inrichting kwalificatiestructuur (aangevulde versie in verband

Nadere informatie

Toezichtkader 2012 (V)SO-EC

Toezichtkader 2012 (V)SO-EC Toezichtkader 2012 (V)SO-EC Toezichtkader 2012 Risicomodel + Normering Waarderingskaders SO en VSO Normering + Arrangementen Overgangssituatie 2012-2013 Kwaliteitswet en de examinering Indicatoren voor

Nadere informatie

XSservice BV. Samenwerking Project Boris & PROFIJT

XSservice BV. Samenwerking Project Boris & PROFIJT XSservice BV Samenwerking Project Boris & PROFIJT Aan SBB Project Boris Van Olav van Doorn Margriet van de Ketterij, MSc Betreft Samenwerking Project Boris & PROFIJT Datum 11-03-2016 Inleiding PROFIJT

Nadere informatie

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval Lunteren, 22 april 09 Presentatieronde 1: Flex College het Nijmeegse model in de strijd tegen voortijdig schoolverlaten. Presentator Jeroen Rood, directeur

Nadere informatie

Verantwoording herziening leerlijnen VSO. Uitstroom dagbesteding en arbeid. Tim Micklinghoff Laura Meijer Linda Jonkman

Verantwoording herziening leerlijnen VSO. Uitstroom dagbesteding en arbeid. Tim Micklinghoff Laura Meijer Linda Jonkman Verantwoording herziening leerlijnen VSO Uitstroom dagbesteding en arbeid Tim Micklinghoff Laura Meijer Linda Jonkman CED-Groep, juli 2012 Inleiding Veel VSO-scholen werken met de leerlijnen die de CED-Groep

Nadere informatie

FAQ lijst Hooghuisbreed

FAQ lijst Hooghuisbreed FAQ lijst Hooghuisbreed Algemeen Hoe is passend onderwijs in deze regio geregeld? Sinds 2014 is passend onderwijs ingevoerd op alle scholen in Nederland. Dat houdt in dat de leerlingen zoveel mogelijk

Nadere informatie

Invoering entreeopleiding

Invoering entreeopleiding Invoering entreeopleiding Inleiding De entreeopleiding is geïntroduceerd in het kader van het actieplan Focus op Vakmanschap. Focus op Vakmanschap kent een tweetal pijlers: doelmatige leerwegen en modernisering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 7 93 Werken in het onderwijs Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie

THEMAONDERZOEK UITSTROOMPROFIEL VERVOLGONDERWIJS. SG Mariëndael (00TQ 14PG)

THEMAONDERZOEK UITSTROOMPROFIEL VERVOLGONDERWIJS. SG Mariëndael (00TQ 14PG) THEMAONDERZOEK UITSTROOMPROFIEL VERVOLGONDERWIJS SG Mariëndael (00TQ 14PG) Plaats : Arnhem BRIN nummer : 14PG OKE 02 VSO Onderzoeksnummer : 292517 Datum onderzoek : 28 juni 2017 Datum vaststelling : 9

Nadere informatie

Informatieavond klas 4

Informatieavond klas 4 Informatieavond klas 4 Praktijkonderwijs Werken naar werk Samen op weg bereikt ieder zijn doel Programma Uitstroomprofielen + vakkenpakket Doorstromen naar arbeid Doorstromen naar entreeonderwijs Algemene

Nadere informatie

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN INHOUD Uitkomst onderzoek Parkendaal te Apeldoorn 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

Groenhorst College Praktijkonderwijs

Groenhorst College Praktijkonderwijs Groenhorst College Praktijkonderwijs Het Groenhorst College Praktijkonderwijs in Emmeloord heet vanaf september 2017 Aeres Praktijkonderwijs Emmeloord. Inhoud Let op! Omdat het praktijkonderwijs beleidsmatig

Nadere informatie

Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag?

Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag? Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag? Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die hun steentje bijdragen aan de samenleving, economisch zelfredzaam zijn én met zelfvertrouwen

Nadere informatie

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer

Contact. particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs. bezoekadres Handelskade 75. postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer Contact bezoekadres Handelskade 75 postadres Postbus 2119 7420 AC Deventer telefoon 0570-60 30 83 fax 0570-60 37 05 e-mail info.next@saxion.nl particuliere hogeschool voor beroepsonderwijs Hbo Tweedegraadslerarenopleiding

Nadere informatie

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan

Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan Beroepsvereisten in kwalificatiedossiers, een stappenplan Aanleiding Bij de vaststelling van de herziene kwalificatiedossiers op 1 februari 2016 door de minister, was er bij een aantal kwalificatiedossiers

Nadere informatie

Werkgroep resultaten en opbrengsten

Werkgroep resultaten en opbrengsten Werkgroep resultaten en opbrengsten Domein INK: Resultaten en opbrengsten Thema: Leeropbrengsten Prestatie-indicator: Niveau Leeropbrengsten, niveau 80% van de haalt minimaal zijn uitstroomprofiel en uitstroomniveau.

Nadere informatie

1. Algemene regeling... 2

1. Algemene regeling... 2 Beleid Vrijstellingen ROC Midden Nederland Auteur Dienst O&I Datum VASTGESTELD door CvB ROCMN: 26 juni 2019 Versie 4.0 Inhoud 1. Algemene regeling... 2 1.1. De examencommissie verleent de vrijstelling...

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. ONTWIKKELINGEN

1. INLEIDING 2. ONTWIKKELINGEN DOORSTROOM ENTREEOPLEIDINGEN EN MBO VAN KWETSBARE JONGEREN 1. INLEIDING De toeleiding van kwetsbare jongeren, met een meer dan gemiddelde afstand tot de arbeidsmarkt, geniet momenteel een grote mate van

Nadere informatie

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo Taal en rekenen in het mbo Op weg naar centraal ontwikkelde examens GDW kennisdelingsconferentie 16 april 2009 Jan Paul de Vries/Mia van Boxel Centraal ontwikkelde examens taal & rekenen mbo 1. Coe t&r

Nadere informatie

SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO. Noord - Limburg Gemeente Venlo. 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief)

SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO. Noord - Limburg Gemeente Venlo. 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief) SUBSIDIEAANVRAAG PRO/VSO Noord - Limburg Gemeente Venlo 1 oktober 2014 Versie 3 (definitief) Inleiding Hierbij ontvangt u de gegevens voor het aanvragen van ESF subsidie voor PRO/VSO scholen in uw arbeidsmarktregio.

Nadere informatie

Schoolverlaters informatie avond FOCUS. Informatieavond 22 november 2016

Schoolverlaters informatie avond FOCUS. Informatieavond 22 november 2016 Schoolverlaters informatie avond FOCUS Informatieavond 22 november 2016 Wie ben ik? Mieke Pelger Stage coördinator en transitiecoach Samen met de mentoren tevens stagedocenten zorgen wij dat iedereen op

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Midden Nederland te Utrecht. Sociaal cultureel werker ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Midden Nederland te Utrecht Sociaal cultureel werker BRIN: 25LH Onderzoeksnummer: 276997 Onderzoek uitgevoerd in: Juli 2014 Conceptrapport

Nadere informatie