De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2008

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2008"

Transcriptie

1 08 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2008

2 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2008 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam - Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telefax (020) Website: issn: De cijfers zijn verzameld door de Nederlandsche Bank, tenzij anders vermeld. De totalen voor het eurogebied zijn opgesteld door de Europese Centrale Bank. Zij publiceert deze cijfers in haar maandbericht en op de website ( De tabellen in dit Statistisch Bulletin zijn in het algemeen afgesloten op 16 september De op de website gepubliceerde cijfers worden voortdurend geac tualiseerd.

3 Inhoud Inleiding 7 Artikelen Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille 9 De pensioensector moderniseert 15 Nederland nog steeds aantrekkelijk voor Bfi s 21 De balans en resultatenrekening van het Nederlandse bankwezen: nieuwe rapportages 25 Monetair-financiële statistieken Nederland Financiële markten Rentes 1.1 Rentetarieven van de Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank 2* Marktrentevoeten 4* Rentes van in Nederland gevestigde mfi s op deposito s en leningen, met bijbehorende volumes 6* Wisselkoersen 2.1 Wisselkoersen en goudprijs 10* Aandelenbeursindices 3.1 Aandelenbeursindices 12* Emissiemarkt 4.1 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 14* Bruto-emissies van effecten met uitzonde ring van aandelen door Nederlandse ingezetenen 16* Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 18* Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen 20* 4.2 Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aan delen 22* 4.3 Individuele emissies 24* Financiële instellingen Banken Binnenlands bankbedrijf (monetair) 5.1 Balans van De Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) 26* 5.2 Balans van de in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 28* Leningen van mfi s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument 30* Bij mfi s aangehouden deposito s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument 32* Spaargeld huishoudens Nederland 34* Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 36* 5.3 Gecombineerde balans van De Nederlandsche Bank en in Nederland gevestigde mfi s 38* 5.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied 40* 5.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi s 42* Geconsolideerd bankbedrijf (toezicht) 5.6 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) 44* 5.7 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen 46* 5.8 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi s 48* 5.9 Geconsolideerde activa van binnenlandse kredietinstellingen: vorderingen op directe en uiteindelijke debiteur 50* 5.10 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken 52* Betalingsverkeer 5.11 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling 54* 5.12 Retailbetalingsverkeer 56* Register 5.13 Stand der inschrijvingen in het register Wft 58* DNB / Statistisch Bulletin september

4 Beleggingsinstellingen Beleggingsinstellingen 6.1 Balans van beleggingsinstellingen 60* Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstypen 62* Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype 63* Nederlands belegd vermogen in beleggingsfondsen Nederlands belegd vermogen in beleggingsfondsen 64* Nederlandse netto inleg in beleggingsfondsen 65* Verzekeraars Macro-economische statistiek verzekeraars 7.1 Balans van verzekeringsinstellingen 66* Verkorte balansen van verzekeringsinstellingen naar type 68* Activa en passiva van verzekeringsinstellingen naar sector 70* Kasstroomoverzicht van verzekeringsinstellingen 74* Toezichtsgegevens verzekeraars 7.2 Balans en actuele waarde beleggingen van onder toezicht staande verzekeraars 76* 7.3 Baten- en lastenrekening van onder toezicht staande verzekeraars 80* 7.4 Solvabiliteit van onder toezicht staande verzekeraars 84* 7.5 Uitkeringen en premies van onder toezicht staande verzekeraars 86* 7.6 Balans van de ziektekostenverzekeraars 88* 7.7 Winst- en verliesrekening van de ziektekostenverzekeraars 89* 7.8 Aantal verzekerden van de ziektekostenverzekeraars 90* 7.9 Solvabiliteit van de ziektekosten - verzekeraars 91* Register 7.10 Onder toezicht staande verzekeraars 92* Pensioenfondsen Macro-economische statistiek pensioenfondsen 8.1 Balans van pensioenfondsen 94* Verkorte balansen van pensioenfondsen naar type 96* Activa en passiva van pensioenfondsen naar sector 98* Kasstroomoverzicht van pensioenfondsen 102* Toezichtsgegevens pensioenfondsen 8.2 Organisatie & Pension fund governance 104* 8.3 Balans op actuele waarde 105* 8.4 Baten- en lastenrekening 106* 8.5 Beleggingen risico deelnemer 107* 8.6 Aantal deelnemers, gewezen deelnemers en pesioengerechtigden 108* 8.7 Demografie 109* 8.8 Geraamde dekkingsgraad van pensioenfondsen 110* 8.9 Belegd pensioenvermogen voor risico pensioen fondsen 112* 8.10 Hoogte toeslagen voor deelnemers en pensioengerechtigden 114* Pensioenregelingen 8.11 Typen pensioenovereenkomsten 116* 8.12 Soorten pensioen 118* 8.13 Opbouwpercentage bij de toezegging van het ouderdomspensioen voor uitkeringsovereenkomsten 120* 8.14 Soort franchise 122* 8.15 Basis voor toeslagverlening voor actieve deelnemers (middelloon) 124* 8.16 Basis voor toeslagverlening van ingegaan ouderdomspensioen 128* Register 8.17 Onder toezicht staande pensioenfondsen 132* Overige financiële instellingen Special Purpose Vehicles 9.1 Balansgegevens van Special Purpose Vehicles 134* Financiële Stabiliteit 10.1 Financiële stabiliteitsindicatoren 136* Huishoudens 11.1 Vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens 138* Betalingsbalans en extern vermogen 12.1 Betalingsbalans 140* 12.2 Goederenrekening 141* 12.3 Dienstenrekening 142* 12.4 Inkomensrekening 144* 12.5 Inkomensoverdrachten 145* 12.6 Directe investeringen 146* Effectenverkeer 148* Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder 149* 4 DNB / Statistisch Bulletin september 2008

5 12.8 Financiële derivaten en overig financieel verkeer 150* 12.9 Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans 152* Extern vermogen van Nederland 154* Reconciliatie van betalingsbalans en extern vermogen 156* Bruto externe schuld van Nederland 158* Betalingsbalans inclusief bfi s (Bijzondere Financiële Instellingen) 160* Extern vermogen van Nederland inclusief bfi s 162* Internationale reserves 164* Overheid 14.1 Financiën van het Rijk op kasbasis 170* 14.2 Staatsschuld 172* 14.3 Ontvangsten, uitgaven en vorderingensaldo van de overheid 174* 14.4 Overheidsschuld conform emu-definities 176* Bijlage: toelichting op de statistieken 179* Overzicht verschenen artikelen * Overzicht verschenen Themanummers 204* Kernstatistiek 13.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 166* De inhoud van deze publicatie is verzorgd door de Divisie Statistiek en informatie (telefoon , telefax ) Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd = gegevens ontbreken nog Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel). Voor deze tabellen worden lange en uitgebreide tijdreeksen op internet gepubli ceerd in euro s ( Statistiek in Jaar-, kwartaal- en maandreeksen beginnen in de regel in Dagcijfers beginnen in In het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds) van het imf worden de publicatiedata van de balans van de Nederlandsche Bank (tabel 2.1), de gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s (tabel 2.3), de betalingsbalans (tabel 5.1) en het extern vermogen van Nederland (tabel 5.11) aangekondigd op het internet ( onder Statistiek ). De publicatiedata van alle onder de sdds vallende Nederlandse kernstatistieken reële statistieken, overheidsfinanciën en monetair-financiële statistieken worden gepresenteerd op de sddsinternetpagina ( Een overzicht van de meest recente gegevens van deze kernstatistieken is te vinden op het internet ( DNB / Statistisch Bulletin september

6 Inleiding Met ingang van het tweede kwartaal van 2008 publiceert de Nederlandsche Bank Statistische Nieuwsberichten, waarin de meest actuele cijfers van dnb worden begeleid door een korte analyse. Deze nieuwsberichten beslaan de vier belangrijkste clusters van dnb-statistieken, te weten de monetaire en rentestatistieken, verzekeraarsen pensioenfondsenstatistieken, de statistiek beleggingsinstellingen en de betalingsbalans- en externe vermogensstatistieken. Elk cluster komt eens per kwartaal aan bod. De verschijningsdata van de Statistische Nieuwsberichten zijn te vinden in de publicatiekalender op de dnb-website. De Statistische Nieuwsberichten vervangen de rubriek Enkele recente ontwikkelingen in het Statistisch Bulletin. Gelijktijdig met het verschijnen van dit Bulletin is het statistiekdomein van de dnb-website herzien om de verschillende soorten statistieken makkelijker toegankelijk te maken. Naast een rubriek met actuele gegevens over de financiële markten (o.a. rentes en wisselkoersen), zijn er rubrieken over financiële instellingen (ingedeeld naar banken, beleggingsinstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen), financiële stabiliteit en de betalingsbalans. In het Statistisch Bulletin wordt voortaan dezelfde indeling gehanteerd. De meeste recente gegevens zijn altijd op de website van dnb te vinden. Zoals gebruikelijk bevat ook dit Statistisch Bulletin weer een aantal artikelen. Dit maal gaan die over de vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens, de modernisering van de pensioensector, Nederland als vestigingsplaats voor bijzondere financiële instellingen en tot slot over finrep, het nieuwe rapportagekader voor Europese banken. Het afgelopen jaar was een turbulent jaar voor beleggers, dus ook voor Nederlandse huishoudens met eigen beleggingen. Het effectenbezit van huishoudens nam behalve door verkopen vooral ook door koersdalingen af, met in totaal eur 20 miljard, tot circa eur 100 miljard. Toegenomen onzekerheid bij huishoudens leidde tot een verschuiving van aandelen naar obligaties. Binnen de rest van hun financiële activa verhuisde een aanzienlijk bedrag van eenvoudig opneembare deposito s naar hoogrentende deposito s met een vaste looptijd. Pensioenfondsen gaan met hun tijd mee. Er is meer aandacht voor efficiëntie en het bestuur wordt geprofessionaliseerd. Als gevolg hiervan besteden pensioenfondsen steeds vaker taken, zoals pensioenadministratie en vermogensbeheer, uit. Via deelnemersraden is de vertegenwoordiging van pensioengerechtigden bij pensioenfondsen verbeterd. Daarnaast versterkt de sector haar bestuurlijke organisatie met intern toezicht en verantwoordingsorganen, hetgeen leidt tot een betere interne controle en meer transparantie. Daarmee voldoen pensioenfondsen aan de eisen die de Pensioenwet met ingang van 2008 stelt. Deze hogere eisen hebben ertoe bijgedragen dat de afgelopen jaren veel kleine pensioenfondsen hun activiteiten hebben gestaakt. Vijftien jaar geleden telde Nederland meer dan 1000 pensioenfondsen; inmiddels is dit aantal gedaald tot iets meer dan 600. Nederland is van oudsher een belangrijke vestigingsplaats voor een groot aantal bijzondere financiële instellingen (bfi s), vanwege het gunstige fiscale klimaat en de gunstige infrastructuur van ons land. Medio 2008 stonden er bij de Nederlandsche Bank ruim geregistreerd. Bfi s zijn door buitenlandse multinationale ondernemingen opgericht om financiële middelen door te sluizen van het ene land naar het andere. Dat doen ze voor grote bedragen. In dit Bulletin worden de inkomenstromen en rendementen van Bfi s nader belicht. Sinds 1 januari 2008 bestaat er een nieuw rapportagekader voor Europese banken. Dit zogenoemde Consolidated financial reporting framework staat bekend onder het acroniem finrep en is ontwikkeld voor de rapportage van de balans en resultatenrekening van Europese banken aan hun nationale toezichthouder. In Nederland zijn de banken aan dit kader onderworpen op basis van de Wet financieel toezicht. Al voor de komst van finrep waren de banken op grond van de Wet toezicht kredietwezen verplicht elk kwartaal geconsolideerde bedrijfseconomische gegevens aan dnb te rapporteren. dnb publiceert deze gegevens elk kwartaal in getotaliseerde vorm in de tabellen 5.6 en 5.7 van het Statistisch Bulletin en op haar website Door de komst van finrep is de opstelling van deze tabellen op een aantal punten gewijzigd. DNB / Statistisch Bulletin september

7 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Het afgelopen jaar (medio 2007 medio 2008) was een turbulent jaar voor beleggers, ook voor Nederlandse huishoudens met eigen beleggingen. Het effectenbezit van huishoudens nam behalve door verkopen vooral ook door koersdalingen af, met in totaal eur 20 miljard, tot circa eur 100 miljard. Toegenomen onzekerheid bij huishoudens leidde tot een verschuiving van aandelen naar obligaties. Ook binnen de rest van hun financiële activa zo n eur 300 miljard verhuisde een aanzienlijk bedrag van eenvoudig opneembare deposito s naar hoogrentende deposito s met een vaste looptijd. Dit artikel gaat nader in op deze en andere ontwikkelingen van de financiële activa van Nederlandse huishoudens. Inleiding Inzicht in de bezittingen en schulden van Nederlandse huishoudens is belangrijk om hun financiële kwetsbaarheid te kunnen volgen en eventuele financiële problemen in een vroeg stadium te onderkennen. Door het toegenomen effecten- en huizenbezit van Nederlandse gezinnen in de afgelopen decennia hebben ontwikkelingen op de financiële markten en de huizenmarkt een aanzienlijke invloed gekregen op het huishoudboekje. Zo bepalen ze mede hoe huishoudens hun beschikbare inkomen, na aftrek van zogeheten collectieve besparingen (bij pensioenfondsen en levensverzekeraars) zullen verdelen over consumptieve bestedingen en vrije besparingen. Wanneer deze besparingen positief zijn, kunnen ze worden aangewend voor de aanschaf van effecten, deposito s of een koopwoning of voor het aflossen van schulden. Negatieve vrije besparingen gaan gepaard met omgekeerde transacties, zoals het afsluiten van leningen of het opnemen van spaargeld. Verschuivingen in de portefeuille van gezinnen Nederlandse gezinnen hadden eind juni 2008 een effectenportefeuille van bijna eur 100 miljard en een totaal aan deposito s en rekeningen courant van eur 300 miljard. De verdeling van de financiële bezittingen van huishoudens over deze twee categorieën is de afgelopen jaren nauwelijks veranderd. Alleen het laatste jaar is het aandeel van de effectenportefeuille licht afgenomen en is de bijdrage van deposito s toegenomen. Onder invloed van de sterk opgelopen rente op deposito s met een vaste looptijd hebben gezinnen met name het afgelopen jaar steeds meer geld vastgezet. Ruim twee jaar geleden boden banken over deposito s met een vaste looptijd (maximaal één jaar vast) nog een gemiddeld rentepercentage van 2,6 procent. Nu is dat 4,3 procent. Nederlandse gezinnen hebben inmiddels dan ook ongeveer eur 80 miljard op deposito s met een vaste looptijd staan, een verviervoudiging vergeleken met twee en een half jaar geleden. Eenvoudig opneembare spaardeposito s (zoals Internetspaarrekeningen) blijven met bijna eur 180 miljard ondanks de afnemende populariteit de belangrijkste spaarvorm. Op rekeningen courant of salarisrekeningen, waar doorgaans weinig rente op wordt vergoed, staat zo n eur 55 miljard uit (grafiek 1). In de periode januari 2007 juni 2008 zijn de totale deposito s en rekeningen courant van Nederlandse huishoudens door nieuwe netto stortingen met zo n eur 25 miljard toegenomen ofwel zo n 9 procent. Rekeningen met een vaste looptijd vertoonden een omvangrijke netto instroom van eur 55 miljard, ten koste van de eenvoudig opneembare deposito s, waar huishoudens zo n eur 37 miljard van opnamen. Indicatief daarvoor is althans het spiegelbeeldige beloop van beide vormen van deposito s (grafiek 2). Het restant van de instroom Bezittingen Eenvoudige balansopstelling van Nederlandse huishoudens Schulden Materiële activa (voornamelijk koopwoningen) Financiële activa Deposito s en rekeningen courant Effecten Pensioenvermogen Financiële passiva Langlopende leningen (zoals hypotheken) Overige leningen (zoals consumptief krediet) Eigen vermogen (zoals overwaarde koophuis) dnb / Statistisch Bulletin september

8 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Grafiek 1 Ontwikkeling spaargeld en rekeningen courant Miljoenen euro s jan. 07 feb. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sep. okt. nov. dec. jan. 08 feb. mrt. apr. mei jun. Eenvoudig opneembaar Rekeningen courant, schaal rechts Vast, schaal rechts in vaste termijndeposito s was afkomstig van andere bronnen, zoals positieve vrije besparingen, de verkoop van beleggingen en het verzilveren van de overwaarde van koopwoningen. De bijna anderhalf miljoen beleggende Nederlandse huishoudens beschikten eind juni 2008 over een effectenportefeuille van gemiddeld zo n eur per huishouden. De totale portefeuille van gezinnen zo n eur 100 miljard is vanaf begin vorig jaar met ruim eur 20 miljard geslonken. Deze afname werd behalve door verkopen voor iets meer dan de helft veroorzaakt door dalende effectenkoersen. Het waardepapier in handen van particulieren bestond voor bijna de helft uit participaties in beleggingsinstellingen. Het restant was gelijk verdeeld over aandelen en schuldpapier. De afgelopen anderhalf jaar hebben huishoudens in totaal ruim eur 9 miljard aan effecten van de hand gedaan en hebben ze de opbrengst vermoedelijk deels op deposito gezet. Vanaf vorig jaar is ook binnen de effectenportefeuille Grafiek 2 Netto inleg en opname van spaargeld Miljoenen euro s I N L E G O P N A M E jan. 07 apr. jul. okt. jan. 08 apr. Vast Eenvoudig opneembaar Girale deposito s 10 dnb / Statistisch Bulletin september 2008

9 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Grafiek 3 Beleggingsportefeuille Nederlandse huishoudens Miljarden euro s jan. 07 feb. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sep. okt. nov. dec. jan. 08 feb. mrt. apr. mei jun. Nederlandse effecten Buitenlandse effecten een verschuiving zichtbaar van aandelen naar schuldpapier. Sinds begin 2007 hebben huishoudens voor eur 6,5 miljard aan aandelen verkocht en vervolgens voor eur 3 miljard aan schuldpapier aangeschaft. Ook participaties in belegginginstellingen waren bij gezinnen minder in trek en werden voor een bedrag van eur 6 miljard van de hand gedaan. De overname van abn amro en het van de beurs verdwijnen van dit fonds heeft eveneens invloed gehad op de transacties: in oktober maakten huishoudens van de gelegenheid gebruik om hun aandelen abn amro voor zo n eur 3 miljard in contanten om te wisselen. Bij een betere stemming op de aandelenmarkten hadden huishoudens mogelijk meer in aandelen belegd, maar nu stapten ze over naar relatief veilige producten zoals schuldpapier of hoogrenderende spaardeposito s. door eigendomspapier van financiële ondernemingen en bedrijven in consumptieve goederen en diensten. Door de slechte prestatie van de aandelenbeurs is sinds medio vorig jaar de waarde van aex-fondsen in handen van gezinnen met ongeveer eur 5 miljard afgenomen. Grafiek 4 Ontwikkeling aex en portefeuille huishoudens In procenten Beleggingen in Nederlandse effecten Eind juni 2008 hadden Nederlandse gezinnen in totaal zo n eur 60 miljard aan Nederlandse effecten in handen (grafiek 3). Een deel hiervan was belegd in beursgenoteerde aandelen (zie tabel 1), waarvan zo n tachtig procent bestond uit fondsen opgenomen in de aex-index. Dit was bijna vier procent van de marktkapitalisatie van alle aex-fondsen (zie grafiek 5). Aandelen van ondernemingen in natuurlijke grondstoffen (ruim eenderde van de aex-portefeuille) zijn het meest populair onder Nederlandse beleggers, gevolgd jul. 07 Waardeverandering aex aug. sep. okt. nov. dec. jan. feb. mrt. apr. mei jun. 08 Waardeverandering aexportefeuille huishoudens dnb / Statistisch Bulletin september

10 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Grafiek 5 Particulier bezit van aex-fondsen, juni 2008 In procenten Unibail Rodamco TomTom Wolters Kluwer Corio ASML Arcelor Mittal Heineken SBM Offshore Randstad Reed Elsevier TNT Akzo Nobel Aegon DSM Ahold KPN Fortis Royal Philips Unilever ING groep Royal Dutch Shell In procenten van de totale marktkapitalisatie aex-fonds Bezit huishoudens in miljoenen euro s, schaal rechts Met uitzondering van de aandelen van ondernemingen in natuurlijke grondstoffen lieten alle aex-fondsen koersdalingen zien. De fondsen van financiële ondernemingen hebben per saldo het meest moeten inleveren. Met een gemiddeld maandelijks negatief rendement van 2,7 procent over de periode juli 2007 juni 2008 presteerden de gezinnen bijna één procent slechter dan de aex-index als geheel (grafiek 4). De belangstelling van huishoudens verschoof voor een Box 1 De meting van het effectenbezit van gezinnen Gegevens over het eigen effectenbezit van huishoudens verkrijgt dnb onder andere van de Nederlandse effectenbewaarbedrijven waar particulieren hun effecten in bewaring hebben gegeven. Sinds 2003 betreffen dat buitenlandse effecten, sinds 2006 ook Nederlandse. dnb publiceert die gegevens, bijvoorbeeld als onderdeel van de betalingsbalans, en volgt er ook de financiële kwetsbaarheid van de sector huishoudens mee. Het cbs gebruikt ze in zogeheten sectorrekeningen (als onderdeel van de Nationale Rekeningen). De bewaarbedrijven rapporteren aan dnb totaalcijfers over de voor huishoudens bewaarde beurs- en niet-beursgenoteerde aandelen, participatiebewijzen in beleggingsfondsen, geldmarktpapier en kapitaalmarktpapier. Bewaarbedrijven rapporteren geen gegevens over individuele particulieren aan dnb. Niet in de cijfers begrepen zijn het effectenbezit van verenigingen en stichtingen zonder zakelijk doel (zoals charitatieve instellingen, kerken en scholen). Ook buiten beeld blijven effecten die rechtstreeks worden bewaard bij buitenlandse bewaarbedrijven alsmede een groot deel van de niet-beursgenoteerde aandelen in bezit van directeuren-grootaandeelhouders, omdat deze in de regel niet bij bewaarbedrijven zullen zijn ondergebracht. 1 De cijfers over het effectenbezit vormen daarmee een ondergrens van het werkelijke effectenbezit van de Nederlandse particulieren dnb / Statistisch Bulletin september 2008

11 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Tabel 1 Beleggingsportefeuille Nederlandse gezinnen Miljarden euro s Netto transacties Netto prijsmutaties Uitstaande beleggingen (ultimostand) h h h h h h h h h Nederland Beursgenoteerde aandelen -3,3-3,7 0,1 3,3-2,3-4,0 27,5 22,4 18,0 Beleggingsfondsen -1,2-1,7-1,0 0,6-1,1-2,9 31,1 28,3 23,6 Kapitaalmarktpapier 0,7 0,8 0,6 0,0-0,6-1,2 19,9 19,9 18,9 Overig 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 Totaal -3,8-4,0-0,3 3,9-4,0-8,1 78,6 70,7 60,5 Buitenland Beursgenoteerde aandelen -0,3 0,0 0,0 0,3-0,5-1,4 8,6 7,9 6,2 Beleggingsfondsen 0,5-1,3-1,3 1,7 0,0-2,5 25,4 23,9 19,9 Kapitaalmarktpapier 0,4 0,3 0,2 0,3 0,0-0,2 7,9 7,5 7,7 Overig 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,5 0,5 0,4 Totaal 0,6-1,0-1,0 2,3-0,5-4,1 42,4 39,8 34,2 Totaal generaal -3,2-5,0-1,3 6,2-4,5-12,2 121,0 110,5 94,7 deel naar het relatief veilig geachte kapitaalmarktpapier. De aankopen daarvan bedroegen ruim eur 2 miljard. De totale waarde van de schuldpapierportefeuille veranderde echter door een bijna even grote koersdaling niet veel. Wel is het particuliere bezit aan Nederlands schuldpapier nu praktisch even groot geworden als dat van aandelen. Het grootste deel van het bezit aan schuldpapier heeft betrekking op papier uitgegeven door het bankwezen. Naast de meer traditionele producten, zoals gewone bankobligaties en medium-term notes, betreft het hier eveneens gestructureerde financiële renteproducten waarbij verschillende instrumenten worden gecombineerd om tegen een hoger risico meer rendement te verwerven. Bij deze laatste soort producten wordt vaak (een deel van) de inleg gegarandeerd en is het rendement afhankelijk van bijvoorbeeld een aandelenindex. Daarnaast bezitten gezinnen voor bijna eur 3 miljard aan Nederlands overheidspapier (ongeveer vijftien procent van het totale bezit aan Nederlands schuldpapier). Van Nederlandse niet-financiële ondernemingen en overige financiële ondernemingen (zoals spv s) hebben gezinnen eveneens zo n eur 3 miljard in handen. In beleggingsfondsen gevestigd in Nederland was eind juni 2008 voor ongeveer eur 25 miljard belegd. Huishoudens hebben sinds medio vorig jaar voor circa eur 4 miljard aan kapitaal uit deze fondsen teruggetrokken. Bovendien moesten zij een koersdaling van zo n eur 3,5 miljard incasseren. Het grootste deel van de Nederlandse beleggingsfondsen in handen van gezinnen betreft aandelenfondsen gevolgd door obligatiefondsen en gemengde fondsen. Beleggingen in buitenlandse effecten Beleggingen in buitenlandse effecten bedroegen eind juni 2008 zo n eur 35 miljard. Ook dit bezit daalde door zowel koersdalingen als afstotingen al waren deze laatste met een bedrag van ongeveer anderhalf miljard euro relatief kleiner dan de verkopen van binnenlandse effecten. De geografische spreiding bleef breed met een verdeling over ongeveer 90 landen. Ruim tweederde van deze beleggingen zo n eur 25 miljard betreffen waardepapieren uitgegeven door andere ingezetenen van het eurogebied. De overige landen van de Europese Unie zijn goed voor ongeveer eur 3 miljard. dnb / Statistisch Bulletin september

12 Huishoudens verkopen bijna een tiende van hun beleggingsportefeuille Amerikaans papier vertegenwoordigt nog geen eur 3 miljard; het belang van dit papier is in de loop der tijd enigszins afgenomen ten gunste van papier afkomstig uit emu-lidstaten. Ten slotte is bijna eur 4 miljard geïnvesteerd in waardepapier uit offshore financiële centra, zoals de Caymaneilanden, de Nederlandse Antillen en Bermuda. Deze centra zijn voor een emittent vaak aantrekkelijk vanwege het gunstige belastingklimaat. Het lange buitenlandse schuldpapier in handen van particulieren bedroeg ongeveer eur 8 miljard. Het wordt voor het grootste deel aangehouden van overige financiële instellingen (zoals financiële holdingmaatschappijen en spv s). Daarnaast wordt voor een aanzienlijk deel belegd in papier uitgegeven door internationale banken. Ruim driekwart van de buitenlandse aandelen in handen van gezinnen heeft een emittent in de emu-landen, de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk. Amerikaanse emittenten waren eind juni 2008 met bijna eur 1,5 miljard het beste vertegenwoordigd in dit deel van de buitenlandse aandelenportefeuille, gevolgd door Frankrijk, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De participaties in buitenlandse beleggingsfondsen (ruim eur 20 miljard) waren gespreid over ongeveer 40 landen, maar verreweg de meeste fondsen worden beheerd in Luxemburg (zo n 85%). Voor een groot deel gaat het om fondsen die gelieerd zijn aan Nederlandse instellingen en die door het publiek ook nog vaak als Nederlandse fondsen worden beschouwd. 1 De rapportage bevat ook geen effecten die deel uitmaken van beleggingskoopsommen in handen van particulieren; deze effecten worden door verzekeringsinstellingen (naast hun eigen beleggingen) gerapporteerd aan dnb. 2 De hier gepubliceerde cijfers over het effectenbezit van particulieren komen niet overeen met de data die het cbs publiceert in de financiële balansen van de sector huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk. Afsluitende opmerkingen Het effectenbezit van huishoudens bedraagt momenteel (juni 2008) een kleine eur 100 miljard, zo n eur 20 miljard minder dan anderhalf jaar geleden. Voor ongeveer de helft weerspiegelde dat koersdalingen. Ook in verkopen van eur 9 miljard kwam de toegenomen onrust op financiële markten tot uitdrukking. Op zoek naar meer zekerheid verschoof de belangstelling van gezinnen naar deposito s met een vaste looptijd. Die namen toe van eur 25 miljard naar eur 80 miljard, deels ook ten koste van de eenvoudig opneembare deposito s. 14 dnb / Statistisch Bulletin september 2008

13 Pensioensector moderniseert Pensioenfondsen gaan met de tijd mee, dat leidt tot een meer professionele bedrijfsvoering met aandacht voor efficiëntie en het bestuur van pensioenfondsen. Als gevolg hiervan is het tegenwoordig gebruikelijk dat pensioenfondsen taken zoals de pensioenadministratie en het vermogensbeheer uitbesteden. Via deelnemersraden is vertegenwoordiging van pensioengerechtigden bij pensioenfondsen verbeterd. Daarnaast is de sector bezig haar bestuurlijke organisatie te versterken met intern toezicht en verantwoordingsorganen wat zal leiden tot een betere interne controle en meer transparantie. Daarmee voldoen zij aan de eisen die de Pensioenwet met ingang van 2008 stelt aan het bestuur van pensioenfondsen. Iets minder dan de helft van de fondsen was eind 2007 echter nog niet geheel klaar voor deze eisen. Ook zijn de afgelopen jaren 400 kleine pensioenfondsen van het toneel verdwenen. Het aantal pensioenfondsen is nu nog iets meer dan 600, maar verwacht wordt dat de komende jaren het aantal pensioenfondsen nog verder zal dalen. Toenemende aandacht voor pensioenfondsen Verreweg de meeste werknemers in Nederland sparen voor een aanvullend pensioen. Na hun pensionering zijn zij voor een groot deel afhankelijk van het vermogen dat zij tijdens hun werkzame leven bij pensioenfondsen hebben opgebouwd. Het door pensioenfondsen beheerde vermogen bedraagt inmiddels bijna 700 miljard euro. Hun verantwoordelijkheid is groot en het is dan ook niet verwonderlijk dat de maatschappij steeds hogere eisen stelt aan pensioenfondsen. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar een efficiënte bedrijfsvoering en naar de governance van pensioenfondsen. Dat wil zeggen het goed besturen van een pensioenfonds; de afweging van belangen van belanghebbenden, het zorgen voor voldoende transparantie en interne controle. De druk op pensioenfondsen om de bedrijfsvoering kritisch te bezien komt voort uit de behoefte om de kosten van het pensioen te beperken en uit een toegenomen besef van de risico s die pensioenfondsen lopen. Ze beschikken niet altijd over de expertise of omvang die zij noodzakelijk achten om zelfstandig bepaalde taken uit te voeren of om bepaalde verzekeringstechnische risico s zelf te dragen. Het is daarom nu gebruikelijk dat pensioenfondsen de pensioenadministratie en het vermogensbeheer uitbesteden en dat zij risico s herverzekeren. De governance eisen zijn in de loop der tijd tot stand gekomen in samenwerking tussen de Stichting van de Arbeid (Star), de samenwerkende ouderenorganisaties (cso), de sociale partners en de pensioensector zelf. Verschillende eisen hadden aanvankelijk nog vooral het karakter van aanbevelingen maar zijn in 2007 neergeslagen in de Pensioenwet. Een belangrijke eerste mijlpaal op de weg daar naar toe was in 1998 het Convenant overeengekomen tussen de Stichting van de Arbeid en het cso over verbetering van de medezeggenschap van gepensioneerden bij de uitvoering van pensioenregelingen (hierna het Convenant ). 1 Andere mijlpalen waren, in 2003, de vernieuwing van dat convenant 2 en, in 2005, de opstelling van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur (hierna de Principes ). 3 Pas vrij recentelijk dus zijn pensioenfondsen verplicht te voldoen aan de eisen van goed pensioenfondsbestuur. De Nederlandsche Bank heeft de taak gekregen hierop toe te zien. In dat kader verzamelt dnb sinds kort ook gegevens over de organisatiestructuur van pensioenfondsen. Deze gegevens publiceert dnb in de bijlage van dit Statistisch Bulletin (tabel 8.2) en, meer uitgebreid, op internet. Een aantal belangrijke aspecten van governance zijn weergegeven in tabel 1. De verschillende aspecten van governance zullen in de rest van dit artikel worden besproken. Belangenvertegenwoordiging voor pensioengerechtigden Een evenwichtige belangenvertegenwoordiging tussen werkgevers en werknemers binnen een pensioenfonds is al vele jaren geleden geregeld met de zogenaamde pariteitseis. Dat houdt in dat het bestuur van pensioenfondsen voor (tenminste) de helft moet bestaan uit vertegenwoordigers van werknemers en voor het overige uit werkgevers. 5 Lange tijd was er echter niets geregeld voor situaties waarin de belangen van pensioengerechtigden afwijken van de belangen van de werknemers. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een pensioenfonds moet kiezen tussen het toekennen van volledige indexatie, waarbij de pensioenpremie verhoogd moet worden, of een gedeeltelijke indexatie, waarbij de premie constant kan blijven. Actieve werknemers kunnen met het oog op hun besteedbaar inkomen wensen dat de pensioenpremie zo laag mogelijk blijft. Pensioengerechtigden daarentegen profiteren juist van volledige indexatie, dnb / Statistisch Bulletin september

14 Pensioensector moderniseert Tabel 1 Governance bij Nederlandse pensioenfondsen, stand eind 2007 In procenten Onder nemingspensioenfondsen Bedrijfstakpensioenfondsen Beroepspensioenfondsen Totaal Medezeggenschap pensioengerechtigden Deelnemersraad Bestuursdeelname Geen verplichte medezegenschap Medezeggenschap nog niet geregeld Verantwoording Verantwoordingsorgaan Verantwoording niet geregeld Intern toezicht Visitatiecommissie Toezichtorgaan One-tier Board Audit commissie Intern toezicht niet geregeld Algemeen Aantal in statistiek Tabel 1 Medezeggenschap kan zowel via een deelnemersraad als bestuursvertegenwoordiging geregeld worden. Sommige fondsen hebben beide, andere fondsen hebben het medezeggenschap geregeld maar zijn hiertoe niet verplicht. Daarom tellen de percentages voor medezeggenschap niet op tot honderd procent. waardoor hun koopkracht behouden blijft. In een dergelijke situatie moet het pensioenfonds een afweging maken die aan ieders belangen recht doet. De belangenvertegenwoordiging van pensioengerechtigden verbeterde met het Convenant. In de Pensioenwet van 2007 werden eisen ten aanzien van deelnemersraden of bestuursdeelname door pensioengerechtigden ook wettelijk vastgelegd. Het is de taak van de deelnemersraad om het pensioenfondsbestuur te adviseren over het te voeren beleid. De ondernemingspensioenfondsen mogen, omdat ze vaak klein zijn en soms nauwelijks of geen gepensioneerde deelnemers hebben, onder bepaalde voorwaarden (in artikel 100 van de Pensioenwet) afzien van vertegenwoordiging van pensioengerechtigden via de deelnemersraad of het bestuur. Aan die voorwaarden voldoet ruwweg éénderde van de ondernemingspensioenfondsen. De bedrijfstakpensioenfondsen moeten allemaal de medezeggenschap van pensioengerechtigden geregeld hebben. In de deelnemersraad moeten werknemers en pensioengerechtigden naar rato vertegenwoordigd zijn, met dien verstande dat minimaal de helft van de zetels door werknemers wordt bezet. Eventueel kunnen in die raad ook zogenaamde slapers vertegenwoordigd zijn, personen die nog niet gepensioneerd zijn maar ook geen aanspraken meer opbouwen doordat zij inmiddels een andere werkgever hebben. In praktijk echter zijn slapers nauwelijks vertegenwoordigd in deelnemersraden. Een ruime meerderheid van de pensioenfondsen, 83 procent, had eind 2007 de medezeggenschap van gepensioneerden geregeld. Ook pensioenfondsen die geen deelnemersraad hoeven in te stellen kennen soms zo n raad. Dit komt zowel voor bij pensioenfondsen die pensioengerechtigden in het bestuur hebben opgenomen als bij de kleine ondernemingspensioenfondsen. De bedrijfstakpensioenfondsen geven er de voor- 16 dnb / Statistisch Bulletin september 2008

15 Pensioensector moderniseert keur aan medezeggenschap via de deelnemersraad te realiseren. Ondernemingspensioenfondsen kiezen vaker voor bestuursdeelname door pensioengerechtigden. Een verklaring voor dit verschil ligt mogelijk in het gegeven dat ondernemingspensioenfondsen zich bij hun keuze moeten laten leiden door de wens van pensioengerechtigden (artikel 101 van de Pensioenwet). Bedrijfstakpensioenfondsen zijn vrij in hun keuze. Naar een transparante besluitvorming De transparantie van besluitvormingsprocessen binnen een pensioenfonds wordt verbeterd wanneer het bestuur van een fonds hierover verantwoording aflegt aan de direct betrokkenen. Voor dit doel was reeds in de Principes uit 2005 de aanbeveling aan alle pensioenfondsen opgenomen om een verantwoordingsorgaan in te stellen. Met ingang van 2008 stelt de Pensioenwet zo n verantwoordingsorgaan verplicht. Daaraan moet het bestuur van een pensioenfonds verantwoording afleggen over het gevoerde beleid. Ook heeft het verantwoordingsorgaan op specifieke gebieden een adviesrecht. In het verantwoordingsorgaan moeten zowel werkgevers als werknemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd zijn. Hoewel het initiatief voor het verantwoordingsorgaan vanuit de pensioensector zelf is gekomen, verloopt de introductie hiervan nog niet snel. Eind 2007 had ruim 40 procent van de pensioenfondsen nog geen verantwoordingsorgaan. De rol van een verantwoordingsorgaan overlapt deels die van de deelnemersraad, beide adviseren het bestuur en het bestuur legt op haar beurt aan beide organen verantwoording af. De Pensioenwet onderkent deze overlap en staat daarom toe dat het verantwoordingsorgaan deels bestaat uit leden van de deelnemersraad. Bij ongeveer de helft van de fondsen doet zo n overlap zich voor. Het verantwoordingsorgaan zal bij deze fondsen moeten oordelen over beleid waarover een deel van haar leden, via de deelnemersraad, dus eerder al heeft geadviseerd. De praktijk zal moeten leren hoe deze dubbelrol van sommige leden invloed heeft op het functioneren van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad. Controle op interne processen Het zogeheten interne toezicht van pensioenfondsen heeft betrekking op bestuursprocessen, diverse checks and balances, de manier waarop de pensioenregeling wordt uitgevoerd en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico s op de langere termijn. De aanbevelingen die de Principes op dit punt al deden, zijn nu eveneens in de Pensioenwet overgenomen en verplicht gesteld. Een Pensioenfonds kan het interne toezicht in de eigen organisatie inbedden, via een one-tier board (zie hieronder), door een audit commissie of een intern toezichtorgaan, maar het mag het toezicht ook laten uitoefenen door een externe visitatiecommissie. Het interne toezicht moet onafhankelijk en deskundig zijn. Tweederde van de pensioenfondsen had ultimo 2007 haar interne toezicht geregeld, in de meeste gevallen met een visitatiecommissie omdat het zo eenvoudiger is aan de eisen voor onafhankelijkheid en deskundigheid te voldoen. Een aantal pensioenfondsen vormt gezamenlijk pools van deskundigen voor het samenstellen van visitatiecommissies. De keuze voor een visitatiecommissie betekent wel dat het toezicht niet continu maar slechts eenmaal per jaar (of zelfs eens per drie jaar) plaats vindt. Ongeveer zeven procent van de pensioenfondsen heeft het interne toezicht in het bestuur van de eigen organisatie ingebed, in een zogeheten one-tier board. Dit is een uit de Angelsaksische landen afkomstig bestuursmodel voor ondernemingen waarbij uitvoerende en controlerende taken in één bestuur verenigd zijn, al zijn ze daarbinnen weer wel verdeeld over individuele leden. Dat model wijkt af van het vanouds in Nederland gebruikte bestuursmodel, dat uitvoerende en controlerende taken scheidt en in twee aparte bestuurslagen (two-tier) belegt, het bestuur en de raad van commissarissen. Efficiëntie Met het oog op een vergroting van de efficiëntie besteden de meeste pensioenfondsen diverse taken uit. Zo profiteren zij van de specialistische kennis en schaalvoordelen van externe partijen. Uitbesteed worden vooral de pensioenadministratie en het vermogensbeheer. Vier van de vijf pensioenfondsen hebben hun pensioenadministratie inmiddels uitbesteed (Tabel 2). De kosten van de pensioenadministratie (zowel uitbesteed als niet uitbesteed) bedroegen in 2007 gemiddeld 155 euro per deelnemer (inclusief gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is dit 51 euro). Vermogensbeheer wordt ook vaak uitbesteed, want pensioenfondsen beschikken niet altijd over de kennis om het vermogen te beheren, of om bijzondere financiële instrumenten in te zetten om de financiële risico s dnb / Statistisch Bulletin september

16 Pensioensector moderniseert Tabel 2 Uitbesteding en herverzekering bij Nederlandse pensioenfondsen naar grootteklasse, stand eind 2007 In procenten <10 mln <100 mln <1000 mln <5000 mln >5000 mln Totaal Pensioenadministratie uitbesteed Deel uitbesteed vermogensbeheer > 30% Aandeel garantiecontract in premie Aandeel overige herverzekeringen in premie Aantal in statistiek te beheersen. Slechts een minderheid van de pensioenfondsen, zo n 12 procent, beheert het grootste deel van het vermogen nog zelf. De zichtbare kosten van het vermogensbeheer voor de gehele sector bedroegen in 2007 gemiddeld zo n 0,2 procent van dat vermogen, wat neerkomt op 255 euro per deelnemer (inclusief gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is dit 84 euro). Een ander belangrijk deel van de kosten, bijvoorbeeld de kosten die beleggingsfondsen maken, wordt verrekend met het rendement en komt niet in deze cijfers tot uitdrukking. Risicobeheer Een goede bedrijfsvoering vereist dat pensioenfondsen hun financiële risico s, bijvoorbeeld een rentedaling, en verzekeringstechnische risico s, bijvoorbeeld het vroegtijdig overlijden van deelnemers, goed beheersen. Een pensioenfonds kan deze risico s geheel uitsluiten door al haar verplichtingen te verzekeren bij een herverzekeraar. De herverzekeraar garandeert de betaling van alle toekomstige uitkeringen en ontvangt hiervoor een premie van het pensioenfonds. Men spreekt dan van een garantiecontract. Van deze contracten om alle risico s uit te sluiten maken vooral kleine pensioenfondsen gebruik. Daar bedraagt het aandeel van garantiecontracten in de premie ongeveer 25 procent, voor de hele sector is dit drie procent. Fondsen kunnen herverzekering van risico s ook beperken tot bepaalde verzekeringstechnische risico s, die vooral voor kleine pensioenfondsen erg lastig te beheersen zijn. Daarbij gaat het om gebeurtenissen die relatief weinig voorkomen, maar die áls ze plaatsvinden aanzienlijke financiële gevolgen hebben, zoals het arbeidsongeschikt worden van een deelnemer (premies stoppen, maar de opbouw van pensioen gaat door) of het overlijden ervan (uitkering aan nabestaanden gaat in). Bij een klein pensioenfonds worden dergelijke risico s over weinig deelnemers uitgesmeerd, waardoor de impact heel groot kan zijn. Het zijn dan ook met name de kleinere fondsen die deze risico s herverzekeren. Ongeveer één procent van de totale pensioenpremie is gemoeid met deze vorm van herverzekeren. Minder pensioenfondsen De hogere eisen die gesteld worden aan pensioenfondsen en de toegenomen complexiteit van het vermogensbeheer hebben ertoe bijgedragen dat de afgelopen jaren veel kleine pensioenfondsen hun activiteiten hebben gestaakt. Vijftien jaar geleden telde Nederland nog meer dan 1000 pensioenfondsen; inmiddels is dit aantal gedaald tot iets meer dan 600. Verdwenen zijn vooral fondsen met minder dan 500 deelnemers (figuur 1). De oorzaken hiervoor zijn divers: toenemende complexiteit, kostenefficiëntie, fusies in het bedrijfsleven, het verdwijnen van het prepensioen, de verplichte deelname aan bedrijfstakpensioenfondsen en nieuwe regelgeving ten aanzien van gesloten fondsen speelden allen een rol. Ook de invoering van de nieuwe eisen ten aanzien van goed pensioenfondsbestuur lijkt tegenwoordig een rol te spelen bij een besluit tot liquida- 18 dnb / Statistisch Bulletin september 2008

17 Pensioensector moderniseert Figuur 1 Aantal pensioenfondsen naar grootteklasse in 1992 en tie 6. Ruim honderd van de ongeveer 600 overgebleven pensioenfondsen hebben besloten te liquideren en dit voornemen ook aan dnb gemeld. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat de komende jaren het aantal pensioenfondsen verder zal dalen. 1 Convenant overeengekomen tussen de Stichting van de Arbeid en het cso over verbetering van de medezeggenschap van gepensioneerden bij de uitvoering van pensioenregelingen, juni 1998, Star publicatienr. 2/98. 2 Vernieuwd Convenant tussen de Stichting van de Arbeid en het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (cso), gericht op een kwalitatieve verbetering van de medezeggenschap van gepensioneerden bij de uitvoering van pensioenregelingen, 28 februari 2003, Star publicatienr. 2/03. 3 Principes voor goed pensioenfondsbestuur, 16 december 2005, Star publicatienr. 10/05. 4 Een aantal pensioenfondsen heeft nog niet gerapporteerd. In de statistiek zijn daarom niet alle pensioenfondsen opgenomen. 5 Vrije beroepsbeoefenaars, zoals bijvoorbeeld huisartsen, verloskundigen of tandartsen, kennen geen werknemers en werkgevers. De pensioenfondsen voor deze beroepsgroepen, de zogenaamde beroepspensioenfondsen, worden bestuurd door vertegenwoordigers van de betreffende beroepsvereniging. Beroepspensioenfondsen hoeven geen deelnemersraad te hebben. 6 Dit blijkt onder andere uit een inventarisatie die dnb medio 2007 heeft uitgevoerd naar de invoering van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. dnb / Statistisch Bulletin september

18 Nederland nog steeds aantrekkelijk voor bfi s Nederland is een belangrijke vestigingsplaats voor een groot aantal bijzondere financiële instellingen (bfi s) die door buitenlandse multinationale ondernemingen zijn opgericht om financiële middelen door te sluizen van het ene land naar het andere. Dat doen ze voor grote bedragen, die echter voor de Nederlandse betalingsbalans goeddeels neutraal zijn en daarin dan ook apart getoond worden. Dit artikel geeft informatie over de functie en doelstellingen van de bfi s. Inleiding Medio 2008 stonden bij dnb ruim Nederlandse bijzondere financiële instellingen (bfi s) geregistreerd. Deze ondernemingen met buitenlandse aandeelhouders verkrijgen financiële middelen in het buitenland om deze weer door te sluizen naar buitenlandse concernmaatschappijen of aandeelhouders. Bfi s fungeren vaak als (tussen)houdstermaatschappij voor investeringen in buitenlandse deelnemingen en/of als financieringsmaatschappij die geldmiddelen aan andere concernleden doorgeeft in de vorm van leningen. Dit artikel spitst zich toe op deze twee typen bfi s. Andere typen bfi s die minder vaak voorkomen, zijn ondermeer royalty- en licentiemaatschappijen die buitenlandse filmrechten of ander intellectueel eigendom exploiteren en sommige lease- en herfactureringsmaatschappijen. In Nederland heerst een relatief gunstig vestigingsklimaat voor bfi s, wat ondermeer te danken is aan het fiscale regime, brede kennis van de Engelse taal, de ruime aanwezigheid van de benodigde juridische en financiële expertise en de goed ontwikkelde bancaire sector. Behalve Nederland staan bijvoorbeeld ook Luxemburg, Ierland en Zwitserland bekend als landen waar gespecialiseerde financiële instellingen een belangrijke plaats innemen. In dit artikel wordt ingegaan op de interpretatie van beschikbare statistische gegevens over bfi s en de rol die bfi s spelen in het internationale financiële verkeer. De betalingsbalans en de internationale investeringspositie van bfi s Na een kortstondige daling begin deze eeuw zijn de activiteiten van de Nederlandse bfi s vanaf 2005 weer toegenomen, met in 2007 gemeten als de som van de bruto inkomende en uitgaande geldstromen zelfs een bijzonder forse stijging tot ruim eur miljard (grafiek 1). Deze stijging hangt vermoedelijk vooral samen met een periode van hoogconjunctuur in veel landen en een daarmee gepaard gaande toename van het aantal fusies en bedrijfsovernames, waarvoor regelmatig bfi s worden gebruikt. Een andere factor die een deel van de stijging in 2007 zou kunnen verklaren, is de verbeterde opsporing en statistische waarneming van bfi s. Box 1 Afbakening van het begrip bijzondere financiële instelling (bfi) Om consistentie te bewaren tussen de betalingsbalans en de Nationale Rekeningen, die bfi s als aparte subsector bevatten, is het noodzakelijk dat dnb en het Centraal Bureau voor de Statistiek een zelfde invulling van het begrip bfi hanteren. In sommige vallen is het arbitrair om vast te stellen of een instelling als bfi moet worden beschouwd. Daarom is gezamenlijk een definitie ontworpen, verwerkt in een zogenaamde beslisboom die stapsgewijs bepaalt of een instelling een bfi is. Criteria waaraan de instelling achtereenvolgens wordt getoetst zijn ondermeer het ingezeten zijn in Nederland, overwegend buitenlands aandeelhouderschap (direct dan wel indirect) en de mate waarin de balansposten bestaan uit doorgesluisde financiële middelen. Voor de bijzondere vormen van bfi s die Nederland ook onderscheidt, zoals royalty- en licentiemaatschappijen, gelden aanvullende criteria. Het Nederlandse bfi-begrip sluit op die manier goed aan op het begrip Special Purpose Entity in het onlangs gepubliceerde rapport over de benchmarkdefinitie van buitenlandse directe investeringen van de oeso. 1 Als bijzondere kenmerken van bfi s worden hierin genoemd: weinig of geen werknemers, weinig of geen productieactiviteit, (vrijwel) geen fysieke aanwezigheid. dnb / Statistisch Bulletin september

19 Nederland nog steeds aantrekkelijk voor bfi s Grafiek 1 Bruto bfi-transacties (activa en passiva) In miljarden euro s Omdat de door bfi s ontvangen bedragen niet in Nederland worden aangewend, vormt de hoogte ervan geen concrete indicatie van de betekenis van bfi s voor de Nederlandse economie. Niettemin worden de geldstromen via bfi s sinds 2004 (met terugwerkende kracht) bruto opgenomen in de betalingsbalans en de internationale investeringspositie. Hiermee voldoet Nederland aan internationale voorschriften betreffende de betalingsbalans en Nationale Rekeningen, waaronder die van het imf en de ecb. Gevolg is wel dat de cijfers van de betalingsbalans en vooral ook van de externe vermogenpositie door het meenemen van de bfi s worden opgeblazen. Zo bestaat van de directe Nederlandse investeringen in het buitenland ultimo 2007 circa 70 procent uit via bfi s doorgesluisde bedragen. Voor analysedoeleinden worden de betalingsbalans en de externe vermogenspositie van Nederland in de statistische publicaties van dnb dan ook weergegeven exclusief en inclusief de bfi-cijfers. 2 Ondanks het overwegende doorsluiskarakter van hun activiteiten dragen bfi s wel bij aan het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Het gaat om een bedrag van naar raming jaarlijks ongeveer eur 1,5 miljard op een totaal overschot in 2007 van ruim eur 40 miljard. Het overschot dat bfi s behalen gebruiken ze hoofdzakelijk voor het betalen van belastingen en voor het afnemen van diensten in Nederland. Belangrijke dienstverleners zijn vooral trustkantoren, een sector die mede dankzij de activiteiten van bfi s in ons land sterk ontwikkeld is. Circa bij dnb geregistreerde bfi s, vooral de kleinere brievenbusmaatschappijen, maken gebruik van diensten van trustkantoren. Herkomst en bestemming van geldstromen via bfi s Bfi s vormen financiële schakels tussen onderdelen van multinationale concerns die vaak grote bedragen doorgeven, soms in ketens van meerdere bfi s. Buitenlandse tegenpartijen van Nederlandse bfi s kunnen bijvoorbeeld de moedermaatschappij en een werkmaatschappij zijn, maar ook een andere bfi in een van de eerdergenoemde bfi-rijke landen of in een zogenaamd offshore financial center. Cijfers zijn alleen beschikbaar betreffende de directe tegenpartij van de bfi. De landen van uiteindelijke herkomst en bestemming van geldstromen via bfi s zijn doorgaans niet bekend. De geografische verdeling van de cijfers en de bewegingen daarin worden voorts beïnvloed door soms zeer grote transacties en het verschijnen van nieuwe bfi s of weer verdwijnen van bestaande. Zo was het aandeel van de Verenigde Staten in de bruto transacties in 2006 nog 7 procent en verdubbelde dit in 2007 tot maar liefst 14 procent (grafiek 2). Nieuwe activiteiten van enkele grote bfi s die actief zijn op de internationale kapitaalmarkten, speelden hierbij een belangrijke rol. Grafiek 2 Bruto bfi-transacties verdeeld over landen van directe tegenpartijen in 2007 In procenten Het Britse aandeel in de bruto transacties daalde daarentegen van 22% naar 17%, terwijl het Duitse aandeel steeg van 10 naar 13 procent. Het aandeel van de ontwikkelingslanden 3 bewoog zich de afgelopen jaren nauwelijks en is relatief gering met nog geen 1,5 procent Ontwikkelingslanden Frankrijk Offshore fin. Centers Luxemburg België Zwitserland Duitsland vs vk Overig eu Overige landen 22 dnb / Statistisch Bulletin september 2008

20 Nederland nog steeds aantrekkelijk voor bfi s Tabel 1 Inkomensstromen en saldo s Nederlandse bijzondere financiële instellingen In miljoenen euro s Gemiddeld /2007 Inkomend Uitgaand Inkomenssaldo De laatste vijf jaren stegen de inkomens van bfi s van eur 39 miljard tot eur 98 miljard. Omdat bfi s zijn opgericht om hun buitenlandse inkomsten weer door te sluizen ten gunste van de buitenlandse aandeelhouders, is het saldo van deze stromen dat in Nederland achterblijft veel kleiner. Dit saldo bedroeg de laatste vijf jaar gemiddeld eur 0,7 miljard, ruim 0,75 procent van de bruto inkomens. Maar ook dat saldo fluctueerde sterk evenals de bijdrage daaraan per landengroep (tabel 2). Zo sloeg een overschot op de Europese Unie van ruim eur 11 miljard in 2004 om in een dubbel zo groot tekort in De inkomens van bfi s Bfi s ontvangen inkomen over de buitenlandse activa dat nagenoeg geheel wordt doorgesluisd naar de buitenlandse concernmaatschappijen die optreden als aandeelhouders en verstrekkers van leningen aan de bfi. Gezien de zeer omvangrijke deelnemingen en leningen op de balansen van bfi s zijn met de ontvangen of betaalde inkomens, winsten en rente, aanzienlijke bedragen gemoeid (tabel 1). Positie ontwikkelingslanden De laatste jaren heeft de rol van bfi s ten opzichte van ontwikkelingelanden aandacht gekregen, vooral vanuit fiscaal oogpunt. 4 Het netto inkomen dat Nederland overhoudt ten opzichte van de ontwikkelingslanden komt vooral voort uit het overmaken door in die landen gevestigde werkmaatschappijen (productie, handel, dienstverlening) van ondermeer winstuitkeringen en rentebetalingen, via bfi s, naar moedermaatschappijen in westerse landen. Het gaat hier grotendeels Tabel 2 Onderverdeling inkomenssaldo s per land In miljoenen euro s Gemiddeld Totaal alle landen Ontwikkelingslanden Offshore financial centers Verenigde Staten Europese Unie w.v. Verenigd Koninkrijk Luxemburg Zwitserland Duitsland De jaarlijkse netto inkomens in Nederland uit ontwikkelingslanden en de offshore financial centers zijn voortdurend positief en van aanzienlijk niveau, terwijl ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk, Luxemburg en de Verenigde Staten de saldo s overwegend negatief zijn. De inkomensstromen met betrekking tot Luxemburg en de offshore financial centers zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit transacties met andere bfi s. dnb / Statistisch Bulletin september

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Inleiding De Nederlandse huishoudens zijn de afgelopen decennia steeds meer gaan beleggen in effecten. Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector Achterblijvende groei binnen de sector De sector omvat in Nederland behalve banken, verzekeraars en pensioenfondsen een verhoudingsgewijs omvangrijke categorie overige (ofi s) zoals bijzondere en beleggings.

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 INLEIDING Momenteel zijn er twee rapportagekaders voor beleggingsinstellingen, elk voor een verschillend doel. Zo bestaat er de (ex-)wtb-kwartaalrapportage

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin juni 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017.

Nieuws. Gezond maar alert. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Pensioenfonds Verkort jaarverslag Gezond maar alert De financiële situatie van het pensioenfonds verbeterde in 2017. Nieuws IN DIT NUMMER: Augustus 2018 Hierdoor was het mogelijk de opgebouwde pensioenen

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro Webartikel 214 Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro drs. J.L. Gebraad 16-1-214 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006 06 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2006 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2006 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2.550 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25 Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 25 23 juni 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (20) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consument een stuk

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Verkort Jaarverslag 2013

Verkort Jaarverslag 2013 Verkort Jaarverslag Han Thoman: Ons bestuur is zich echt goed bewust van de risico s die het pensioenfonds loopt. Voorzitter Han Thoman Onze financiële positie is redelijk maar moet nog beter Een jaar

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Het financieel vermogen van Nederlandse huishoudens bedraagt met ruim 1.3 miljard euro meer dan twee maal het bbp. Na aftrek van schulden, zoals

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA) De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

The good, the bad and the ugly

The good, the bad and the ugly The good, the bad and the ugly Rendement, risico en domheid Eelco Hessling Manager Retail Investor Services NYSE Euronext 2007 NYSE Euronext. All Rights Reserved. Vecon dag Amsterdam 3 april 2008 2007

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 17 28 april 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (12) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2014 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 samenvatting van het jaarverslag In het Jaarverslag 2014 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN Informatie voor werkgevers Ingangsdatum 1 januari 2016 Als uw werknemer niet kiest voor een gegarandeerde uitkering wordt zijn premie belegd. Dit

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk De vorderingen van Nederlandse banken op het buitenland zijn onder invloed van de financiële crisis en de splitsing van ABN AMRO in 2007 en 2008

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Het unieke Nederlandse pensioenstelsel: onhoudbaar of onverwoestbaar? Rob de Brouwer

Het unieke Nederlandse pensioenstelsel: onhoudbaar of onverwoestbaar? Rob de Brouwer Het unieke Nederlandse pensioenstelsel: onhoudbaar of onverwoestbaar? Rob de Brouwer Visie van de media en de politiek op de moraal van de ouderen De werkelijkheid Infrastructuur is op orde en staatsschuld

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenen: actueler dan ooit Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur de pensioenregeling

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Het jaarverslag 2014 samengevat

Het jaarverslag 2014 samengevat Het jaarverslag 2014 samengevat Uw pensioenfonds blikt terug én vooruit Deelnemers 1.711 In 2014 verdiende het fonds 55,1 miljoen dankzij beleggen. Dat bedrag staat voor een rendement van 20,1%. Het fonds

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling ing Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 27 maart 28 Voorburg/Heerlen, 28 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 35 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 35 27 augustus 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid verder gedaald 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumenten zijn

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2013-1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 116,5% naar 119,9% Beleggingsrendement is 2,2% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag Een fonds in goede conditie In deze nieuwsbrief blikken we terug op 2016. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen? Op alle beleidsterreinen is er hard gewerkt in 2016. We hebben het

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief Het pensioenvermogen van Nederlandse huishoudens bedroeg eind 2008 eur 740 miljard. Dit vormt meer dan de helft van hun financiële vermogen. Voor andere landen van het eurogebied is het pensioenvermogen

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

VUT-fondsen op weg naar het einde

VUT-fondsen op weg naar het einde Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

VUT-fondsen kalven af

VUT-fondsen kalven af 132 VUT-fondsen kalven af Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Paff Publicatiedatum CBS-website: 03-07-2013 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 12 december 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Amsterdam, 11 juli 1997 Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Totaal vermogen beheerd door ABN AMRO Asset Management wereldwijd in

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht 2015. Bright LifeCycle Fonds Halfjaarbericht 2015 Bright LifeCycle Fonds Periode: 19 december 2014 tot en met 30 juni 2015 Inhoudsopgave HALFJAARBERICHT BRIGHT LIFECYCLE FONDS... 3 BALANS PER 30 JUNI 2015... 3 WINST- EN VERLIESREKENING

Nadere informatie

Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 2009 fors toegenomen

Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 2009 fors toegenomen Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 200 fors toegenomen De Nederlandse beleggingsfondsensector is in 200 flink in omvang toegenomen. Het fondsvermogen nam met EUR 224 miljard toe tot EUR

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector

Nadere informatie

AEGON Levensverzekering N.V. Postbus 23001 8900 MB Leeuwarden www.aegon.nl

AEGON Levensverzekering N.V. Postbus 23001 8900 MB Leeuwarden www.aegon.nl Op een dag... Brandweerman. Fotomodel. Piloot. Dierenarts. Voetballer. Of popster. Uw kind zal u de komende jaren ongetwijfeld verrassen met boeiende plannen voor zijn of haar eigen toekomst. Ooit komt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Verkorte kerngegevens fonds

Verkorte kerngegevens fonds Samenvatting jaarverslag 2011 Dit is een samenvatting van het jaarverslag 2011 van Pensioenfonds Horeca & Catering. In deze verkorte en vereenvoudigde versie van ons jaarverslag 2011 leest u op een toegankelijke

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting Pensioenfonds SABIC Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Einde in zicht voor de VUT

Einde in zicht voor de VUT Einde in zicht voor de VUT 11 0 Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 1 september 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** =

Nadere informatie

Prakash Mungra General Manager Supervisory Issues CBA. I.h.k.v. Pensioenseminar georganiseerd door Arubaans Pensioen Platform op 25 3 2010

Prakash Mungra General Manager Supervisory Issues CBA. I.h.k.v. Pensioenseminar georganiseerd door Arubaans Pensioen Platform op 25 3 2010 Renteontwikkelingen in Aruba Prakash Mungra General Manager Supervisory Issues CBA I.h.k.v. Pensioenseminar georganiseerd door Arubaans Pensioen Platform op 25 3 2010 1 Renteontwikkelingen op Aruba 1.

Nadere informatie

Verkort jaarverslag

Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag 2014 1 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Hoe deed ons pensioenfonds het in 2014? Waar hield het bestuur zich mee bezig? En wat waren

Nadere informatie

Brochure. Beleggingsbeleid

Brochure. Beleggingsbeleid Brochure Beleggingsbeleid van SPF Beleggingsbeleid van SPF Waarom belegt SPF? Werkgever en werknemers betalen iedere maand pensioenbijdrage. Met dat geld wordt later het pensioen van de werknemer betaald.

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Voorwoord 2013 was een bijzonder jaar. Het was het eerste jaar samen voor het Pensioenfonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018

Nieuws. Gesloten fonds. Pensioenfonds IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag. Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Pensioenfonds Nieuws Augustus 2019 Verkort jaarverslag IN DIT NUMMER: Gesloten fonds Tegenvallende beleggingen, toch toeslagverlening in 2018 Voor het pensioenfonds was 2018 een belangrijk jaar. Na onderhandelingen

Nadere informatie