De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2006"

Transcriptie

1 06 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2006

2 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2006 De Nederlandsche Bank nv Oplage: Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits met bronvermelding. Westeinde 1, 1017 zn Amsterdam - Postbus 98, 1000 ab Amsterdam Telefoon (020) Telex dnbam nl - Telefax (020) Website: issn: De cijfers zijn verzameld door de Nederlandsche Bank, tenzij anders vermeld. De totalen voor het eurogebied zijn opgesteld door de Europese Centrale Bank. Zij publiceert deze cijfers in haar maandbericht en op de website ( De tabellen in dit Statistisch Bulletin zijn in het algemeen afgesloten op 18 september De op de website gepubliceerde cijfers worden voortdurend geactualiseerd.

3 Inhoud Inleiding 7 Enkele recente ontwikkelingen 9 Inleg levensloopregeling komt op gang 9 Herstelde interesse in Amerikaanse effecten en toenemende belangstelling voor Nederlandse obligaties 9 Herstel grensoverschrijdende investeringen zet krachtig door 10 Groei beleggingssector stopt in tweede kwartaal door negatieve sentiment aandelenmarkten 10 Artikelen Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in Het partnerpensioen is niet langer vanzelfsprekend 21 Doorwerking officiële tarieven op krediet- en spaarrentes niet gelijk 27 Monetair-financiële statistieken Nederland Monetair beleid 1.1 Rentetarieven van de Nederlandsche Bank en van de Europese Centrale Bank 2* Monetaire ontwikkelingen 2.1 Balans van de Nederlandsche Bank (monetaire opstelling) 4* 2.2 Balans van de in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 6* Leningen van mfi s aan de private sector, naar sectoren, oorspronkelijke looptijd en instrument 8* Bij mfi s aangehouden deposito s van de private sector, uitgesplitst naar sector en instrument 9* Uitsplitsing naar valuta van bepaalde activa en passiva van in Nederland gevestigde mfi s (exclusief dnb) 10* 2.3 Gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s 12* 2.4 Bijdrage van Nederland aan monetaire aggregaten in het eurogebied 14* 2.5 Ontwikkeling acceptatiecriteria en vraag bancaire kredietverlening bij in Nederland gevestigde mfi s 16* 2.6 Spaargeld 17* Financiële markten 3.1 Balans van verzekeringsinstellingen 18* Verkorte balansen van verzekeringsinstellingen naar type 20* Activa en passiva van verzekeringsinstellingen naar sector 22* Kasstroomoverzicht van verzekeringsinstellingen 26* 3.2 Balans van pensioenfondsen 28* Verkorte balansen van pensioenfondsen naar type 30* Activa en passiva van pensioenfondsen naar sector 32* Kasstroomoverzicht van pensioenfondsen 36* 3.3 Balans van beleggingsinstellingen 38* Balanstotalen van beleggingsinstellingen naar fondstype 40* Netto inleg bij beleggingsinstellingen naar fondstype 41* 3.4 Balansgegevens van Special Purpose Vehicles 42* 3.5 Vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens 44* 3.6 Emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 46* Bruto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 48* Netto-emissies van effecten met uitzondering van aandelen door Nederlandse ingezetenen 50* Uitstaande bedragen van effecten met uitzondering van aandelen uitgegeven door Nederlandse ingezetenen 52* 3.7 Emissiemarkt 54* Emissies en koerswaarden van op de Euronext Amsterdam Stock Market genoteerde aandelen 56* Marktrentevoeten en aandelenbeursindices 58* Rentes van in Nederland gevestigde mfi s op deposito s en leningen, met bijbehorende volumes 60* Overheidsfinanciën 4.1 Financiën van het Rijk op kasbasis 64* 4.2 Staatsschuld 66* 4.3 Ontvangsten, uitgaven en vorderingensaldo van de overheid 68* 4.4 Overheidsschuld conform emu-definities 70* Betalingsbalans 5.1 Betalingsbalans 72* 5.2 Goederenrekening 73* DNB / Statistisch Bulletin september

4 5.3 Dienstenrekening 74* 5.4 Inkomensrekening 75* 5.5 Inkomensoverdrachten 76* 5.6 Directe investeringen 77* Effectenverkeer 78* Buitenlandse effecten, niet-emu, naar sector van de houder 79* 5.8 Financiële derivaten en overige financiële transacties 80* 5.10 Geografische uitsplitsing van de Nederlandse betalingsbalans 82* 5.11 Extern vermogen van Nederland 84* 5.12 Internationale reserves 86* 5.13 Bruto externe schuld van Nederland 88* 5.14 Betalingsbalans inclusief bfi s 90* 5.15 Extern vermogen van Nederland inclusief bfi s 92* Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 6.1 Economische kerngegevens voor Nederland en het eurogebied 94* Toezicht banken en geldtransactiekantoren 7.1 Balansen van geregistreerde kredietinstellingen (bedrijfseconomische opstelling) 98* 7.2 Baten en lasten van geregistreerde kredietinstellingen 100* 7.3 Buitenlandse schuldverhoudingen van mfi s 102* 7.4 Geconsolideerde activa van binnenlandse kredietinstellingen: vorderingen op directe en uiteindelijke debiteur 104* 7.5 Onderhandse derivatencontracten bij Nederlandse banken 106* 7.6 Transacties en omzetten in het topgiraal betalingsverkeer naar type betaling 108* 7.7 Wisselactiviteiten van geldtransactiekantoren 109* 7.8 Geldtransferactiviteiten van geldtransactiekantoren 110* Toezicht pensioenfondsen 8.1 Voorziening pensioenverplichting en dekkingsgraad van onder toezicht staande pensioenfondsen 112* 8.2 Pensioenpremies en -uitkeringen van onder toezicht staande pensioenfondsen 113* 8.3 Balans en actuele waarde beleggingen van onder toezicht staande pensioenfondsen 114* 8.4 Baten- en lastenrekening van onder toezicht staande pensioenfondsen 115* 8.5 Aantal deelnemers en aanspraken van onder toezicht staande pensioenfondsen 116* Pensioenmonitor 8.6 Typen pensioenregelingen 117* 8.7 Soorten pensioen 118* 8.8 Opbouwpercentage bij de toezegging van het ouderdomspensioen voor de defined benefitregelingen 120* 8.9 Soort franchise 122* 8.10 Basis voor indexatie voor actieve deelnemers (middelloon) 124* 8.11 Basis voor indexatie van ingegaan ouderdomspensioen 126* Toezicht verzekeraars 9.1 Solvabiliteit van onder toezicht staande verzekeraars 130* 9.2 Uitkeringen en premies van onder toezicht staande verzekeraars 132* 9.3 Balans en actuele waarde beleggingen van onder toezicht staande verzekeraars 134* 9.4 Baten- en lastenrekening van onder toezicht staande verzekeraars 138* 9.5 Balans van de ziektekostenverzekeraars 142* 9.6 Winst- en verliesrekening van de ziektekostenverzekeraars 143* 9.7 Aantal verzekerden van de ziektekostenverzekeraars 144* 9.8 Solvabiliteit van de ziektekostenverzekeraars 145* Wisselkoersen 10.1 Wisselkoersen en goudprijs 146* Bijlage: toelichting op de statistieken 149* Stand der inschrijvingen in de registers Wtk, Wgt en Wtt 168* Onder toezicht staande pensioenfondsen en verzekeraars 169* Overzicht verschenen artikelen * Overzicht verschenen Themanummers 172* 4 DNB / Statistisch Bulletin september 2006

5 De inhoud van deze publicatie is verzorgd door de Divisie Statistiek en informatie (telefoon , telefax ) Verklaring der tekens 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen afronding of nihil niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen c.q. het gegeven wordt niet (aan de Bank) gerapporteerd = gegevens ontbreken nog Afronding Soms kloppen tellingen niet geheel (door geautomatiseerde afronding per reeks); anderzijds is de aansluiting van de ene tabel op de andere niet steeds geheel verwezenlijkt (door afronding per tabel). Voor deze tabellen worden lange en uitgebreide tijdreeksen op internet gepubliceerd in euro s ( Onderzoek & Statistiek in Jaar-, kwartaal- en maandreeksen beginnen in de regel in Dagcijfers beginnen in In het kader van de Special Data Dissemination Standard (sdds) van het imf worden de publicatiedata van de balans van de Nederlandsche Bank (tabel 2.1), de gecombineerde balans dnb en in Nederland gevestigde mfi s (tabel 2.3), de betalingsbalans (tabel 5.1) en het extern vermogen van Nederland (tabel 5.11) aangekondigd op het internet ( onder Onderzoek & Statistiek ). De publicatiedata van alle onder de sdds vallende Nederlandse kernstatistieken reële statistieken, overheidsfinanciën en monetair-financiële statistieken worden gepresenteerd op de sddsinternetpagina ( Een overzicht van de meest recente gegevens van deze kernstatistieken is te vinden op het Internet ( DNB / Statistisch Bulletin september

6

7 Inleiding In dit septembernummer wordt door dnb geconstateerd dat Nederlandse banken de tarieven voor kredieten eerder en in sterkere mate verhogen dan de rente op spaargelden. Gezinnen merken verhogingen direct bij hypotheken met een variabele rente, bij nieuwe hypotheken of bij oversluitingen daarvan. De stijging van het ecb-tarief werkt voor het grootste deel van het spaargeld tot nu toe echter niet of nauwelijks door. In de afgelopen maanden blijkt de inleg op spaarrekeningen bij banken met levensloopbestemming (voorzichtig) op gang te komen. De totale inleg bedroeg eind juli iets minder dan 250 miljoen euro. In dit nummer wordt verder aandacht besteed aan de beleggingen van Nederlanders. In een artikel hierover merkt dnb op dat ons land eind 2004 op de wereldranglijst met de grootste beleggers een achtste positie innam. Nederlandse beleggers bezaten zo n 5% (eur 731 miljard) van alle grensoverschrijdende beleggingen in de wereld. In de loop van 2005 groeide dit bezit naar eur 862 miljard. Waar eveneens groei in zat was het balanstotaal van de Nederlandse beleggingsinstellingen in vastgoed. Deze sector groeide naar eur 29 miljard in het tweede kwartaal. De aanhoudende goede resultaten van de vastgoedsector sinds begin 2005 en de toevoeging van een groot deel hiervan aan de reserves is de belangrijkste reden van deze stijging. Met het gemeten balanstotaal van de hele beleggingssector (eur 110 miljard) is het marktaandeel van de fondsen in de vastgoedsector ruim 26%. Een andere sector waarover dnb statistieken verzamelt betreft die van de pensioenfondsen. Er blijkt dat in bepaalde situaties bij overlijden steeds minder gepensioneerden aanspraak kunnen maken op een volwaardig partnerpensioen. Dit valt af te leiden uit de verschuiving van de financieringswijze van het partnerpensioen van opbouwbasis naar risicobasis. Begin 2006 hebben ruim 2 miljoen actieve deelnemers een partnerpensioen met een financiering op opbouwbasis (met het karakter van sparen). Dit komt neer op 36% van alle actieve deelnemers. Het aantal werknemers met een partnerpensioen gefinancierd op risicobasis (met het karakter van een schadeverzekering) bedraagt inmiddels 3,6 miljoen (64%). Met ingang van dit kwartaal introduceert dnb een nieuwe statistiek van vermogenscomponenten van gezinnen (nieuwe tabel 3.5). Dezelfde gegevens, vaak in de vorm van lange tijdreeksen, zijn te vinden op Een begeleidend artikel heeft in het Bulletinnummer van juni 2006 gestaan. DNB / Statistisch Bulletin september

8

9 Enkele recente ontwikkelingen Inleg levensloopregeling komt op gang Sinds 1 januari 2006 is de Levensloopregeling van kracht. Hiermee is het mogelijk voor werknemers om op fiscaal vriendelijke wijze geld opzij te leggen voor financiering van perioden van verlof. Deelname is vrijwillig en kan per jaar plaatsvinden. Ter introductie was het mogelijk om tot 1 juli van dit jaar te besluiten tot deelname in een dergelijke regeling. Het is mogelijk om te sparen, te beleggen of een combinatie hiervan. Gelijktijdige deelname aan levensloopregeling en de spaarloonregeling is niet mogelijk. Inmiddels bieden alle grote en middelgrote banken in het algemeen een levensloopfaciliteit aan. In grafiek 1 is het verloop van de inleg vanaf januari op spaarrekeningen bij Nederlandse banken weergegeven. Hierin zijn ingelegde gelden voor beleggingsdoeleinden niet meegenomen. Ook bij niet-banken ingelegde spaargelden zijn buiten beschouwing gelaten. Na een trage start in januari van dit jaar volgde een gestage groei. Eind juli 2006 was iets minder dan een kwart miljard euro ingelegd. De gemiddelde rentevergoeding op dit type rekening bedroeg in juli net iets meer dan 4%. Dit gemiddelde lag in het eerste kwartaal net iets lager, maar is nu nagenoeg stabiel. Het maximale gemiddelde tarief van een bankinstelling dat door dnb is gemeten lag op 4,3%; het laagste tarief lag hier 0,6 procentpunt onder. Er zijn banken die in het kader van speciale acties het eerste jaar rentetarieven bieden met een opslag. De invloed hiervan op de totalen wordt pas begin volgend jaar duidelijk, wanneer ook weer opnieuw kan worden besloten tot deelname aan de levensloopregeling. De levensloopgelden worden geclassificeerd in de categorie deposito s met opzegtermijn langer dan 3 maanden. Herstelde interesse in Amerikaanse effecten en toenemende belangstelling voor Nederlandse obligaties In het tweede kwartaal van 2006 werd door Nederlandse beleggers per saldo voor eur 15 miljard aan buitenlandse effecten gekocht. Dit betekende een terugkeer naar het gemiddelde niveau van voorgaande kwartalen nadat in het eerste kwartaal bijna eur 6 miljard was gekocht. De forse toename is geheel te herleiden tot Amerikaanse effecten. Zo werd in het eerste kwartaal voor ruim eur 9 miljard Amerikaanse effecten afgestoten, terwijl deze transacties in het tweede kwartaal omsloegen naar aankopen van ruim eur 5 miljard (37% van het totaal aan netto-aankopen, grafiek 2). Deze omslag deed zich zowel voor bij de Amerikaanse aandelen als bij Amerikaanse obligaties. Na verschillende kwartalen van verkopen van aandelen van vooral Amerikaanse niet- Grafiek 2 Transacties in buitenlandse en Amerikaanse effecten Miljarden euro s Grafiek 1 Ingelegde levensloopgelden op spaarekeningen bij banken, 2006 Miljoenen euro s verkopen aankopen -25 IV 03 I 04 II III IV I 05 II III IV I 06 II 0 jan. feb. mrt. apr. mei jun. jul. Totaal buitenlandse effecten Amerikaanse effecten DNB / Statistisch Bulletin september

10 Enkele recente ontwikkelingen financiële instellingen, werden deze in het tweede kwartaal weer aangekocht, terwijl ook bankaandelen in de belangstelling stonden. Daarbij waren evenals in voorgaande kwartalen Nederlandse pensioenfondsen de dominante partij. Bij dalende aandelenkoersen op de Amerikaanse beurs in het tweede kwartaal (s&p 500 juni t.o.v. maart 2006: -3,1%) kochten zij weer aandelen bij om de verhouding binnen hun beleggingsmix op peil te houden. De Amerikaanse obligaties werden vooral door Nederlandse mfi s en pensioenfondsen aangekocht. Andersom toonden buitenlandse beleggers een verder groeiende belangstelling voor Nederlandse obligaties. In het tweede kwartaal van 2006 werd door buitenlanders voor eur 25 miljard Nederlands papier gekocht, eur 19 miljard meer dan in het eerste kwartaal. Dit had vooral betrekking op Nederlandse staatsobligaties en in iets mindere mate bankobligaties. In het eerste kwartaal vonden forse aflossingen op staatsobligaties in handen van niet-ingezetenen plaats die door hen niet werden herbelegd in dezelfde schuldtitels. In het tweede kwartaal kochten zij weer voor eur 5 miljard van dit papier. De heropening van de 30-jarige 3,75% lening 2037 droeg daar aan bij. Verder werd door Nederlandse banken in het buitenland voor bijna eur 17 miljard aan obligaties geëmitteerd eur 4 miljard meer dan in het eerste kwartaal, waarvan veel meer dan in het eerste kwartaal door niet-ingezetenen werd gekocht. Herstel grensoverschrijdende investeringen zet krachtig door Het herstel van Nederlandse directe investeringen in het buitenland dat zich begin 2005 heeft ingezet, zet krachtig door (grafiek 3). Na een periode van lage economische groei waarin ondernemingen pas op de plaats hebben gemaakt om hun financiën en activiteiten intern op orde te brengen, o.a. door afstoting van nietrendabele dochters, hebben ondernemingen nu weer (financiële) ruimte voor expansie. Mede onder invloed van de economische groei breidden Nederlandse ondernemingen, waaronder banken, in het tweede kwartaal voor eur 5,5 miljard hun buitenlandse belangen uit, met name in België en in landen van de voormalige Sovjet-Unie. Zo investeerde Royal Dutch Shell wederom in het omvangrijke Sakhalin ii project in Rusland. Naast bovengenoemde kapitaaluitbreidingen, werden er, evenals in het eerste kwartaal, veel leningen verstrekt aan buitenlandse, vooral Amerikaanse, dochters Grafiek 3 Directe investeringen Voortschrijdend 4-kwartaalsgemiddelde in miljarden euro s In het buitenland In Nederland (per saldo eur 5,6 miljard). Een belangrijk deel van deze verschafte gelden werd gefinancierd uit ontvangen dividend van deze buitenlandse dochters. Een groot deel van deze transacties werd geinitieerd door private equity investeerders in Nederlandse ondernemingen en had tot gevolg dat bij de buitenlandse dochters substitutie plaatsvond van eigen vermogen naar vreemd vermogen. Evenals in het voorgaande kwartaal, wordt in het tweede kwartaal het beeld bij de inkomende investeringen vrijwel volledig bepaald door de grote activiteiten van private equity investeerders in Nederland (eur 7 miljard). Hun overnames geschieden veelal via speciaal daarvoor in Nederland opgezette vehikels die worden gefinancierd met een relatief klein deel aan eigen vermogen en juist veel vreemd vermogen. Met de door de private equity investeerders verstrekte gelden, die in de betalingsbalans als leningen geregistreerd worden, wordt het doelwit in Nederland overgenomen. Vooral bedrijven met een lage schuldenlast en een stabiele cash flow lijken daarbij interessant voor private equity investeerders. Groei beleggingssector stopt in tweede kwartaal door negatieve sentiment aandelenmarkten Het balanstotaal van de Nederlandse belegginginstellingen is in het tweede kwartaal met eur 2,4 miljard gedaald naar bijna eur 110 miljard. De belangrijkste oorzaak van de daling is het door de sector behaalde negatieve resultaat over het kwartaal (eur -1,4 miljard). Sinds 10 DNB / Statistisch Bulletin september 2006

11 Enkele recente ontwikkelingen begin is dit niet meer voorgekomen. Daarnaast is er een negatief effect op het balanstotaal door de verplaatsing van geliquideerde Nederlandse fondsen naar Luxemburg. Hierdoor was sprake van een netto uitstroom van eur 0,4 miljard. De beleggingssector laat in de voorgaande vier kwartalen, met een rendement op jaarbasis van 18,2%, goede resultaten zien waardoor juist een sterke groei van het balanstotaal optrad. Door het ongunstige resultaat (hierbij worden zowel de opbrengsten uit als de waardeveranderingen van de beleggingen gerekend) over het tweede kwartaal is het rendement op jaarbasis gedaald naar 11,9%. Het negatieve resultaat van dit kwartaal wordt vooral veroorzaakt door de dalende koersen op de Europese aandelenbeurzen. De aex-index ging met 6,1% omlaag terwijl ook de andere Europese beurzen verliezen moesten incasseren (gemiddeld zo n 5%). De Dow Jones vertoonde wel een lichte stijging doch dit werd voor de Europese belegger meer dan teniet gedaan door de depreciatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro. Het negatieve sentiment op de aandelenbeurzen heeft met name, doch niet alleen, effect gehad op de resultaten van de aandelen- en gemengde fondsen. De vastgoedfondsen waren het enige fondstype met een positief resultaat in het tweede kwartaal. Uit eerdere verplaatsingen van Nederlandse beleggingsfondsen blijkt dat de belegger in het algemeen meegaat. Derhalve lijkt het zinvol om een (voor verplaatsing) geschoonde netto inleg te berekenen. Deze zou in het tweede kwartaal van 2006 positief zijn geweest (eur 0,6 miljard). Hierdoor stijgt de, eveneens geschoonde, netto inleg van de laatste vier kwartalen van eur 1,8 miljard naar eur 3,0 miljard. Zo n hoge netto jaarinleg is sinds begin 2004 niet voorgekomen. Het balanstotaal van de onder toezicht staande Nederlandse beleggingsinstellingen in de vastgoedsector is gegroeid naar eur 29 miljard (grafiek 4). De aanhoudende goede resultaten van de vastgoedsector sinds begin 2005 en de toevoeging van een groot deel hiervan aan de reserves is de belangrijkste reden van deze stijging. De invloed van instroom van middelen op het balanstotaal van de vastgoedfondsen was in de afgelopen anderhalf jaar gering (eur 0,2 miljard). Met het gemeten balanstotaal van de hele beleggingssector (eur 110 miljard) is het marktaandeel van de fondsen in de vastgoedsector ruim 26%. Qua omvang zijn zij onder de Nederlandse beleggingsinstellingen het grootste beleggingstype na de aandelenfondsen (marktaandeel: 37%). Grafiek 4 Balanstotaal Nederlandse vastgoedfondsen Ultimocijfers in miljarden euro s I 03 II III IV I 04 II III IV I 05 II III IV I 06 II DNB / Statistisch Bulletin september

12

13 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 Onder invloed van de verdere versterking van de Europese eenwording, de voortgaande globalisering van financiële markten en de professionalisering van het vermogensbeheer, met ook een steeds uitgebreider scala aan instrumenten, groeide het grensoverschrijdende effectenbezit vanaf het midden van de jaren negentig zeer sterk. De effectenportefeuilles van beleggers internationaliseerden daardoor steeds verder. Heeft deze ontwikkeling zich in 2005 voortgezet? Uit welke landen zijn de buitenlandse aandelen en obligaties afkomstig die Nederlandse beleggers bezitten? Wat is hierin het belang van de eurozone en hoe verhoudt het Nederlandse grensoverschrijdende effectenbezit zich tot dat van andere landen? In welke landen zijn onze crediteuren in de sfeer van het effectenverkeer eigenlijk gevestigd? Dit artikel probeert op deze vragen een antwoord te geven. Het Nederlandse bezit aan buitenlandse effecten De waarde van het Nederlandse bezit aan buitenlandse aandelen 1 en verhandelbare schuldpapieren is in 2005 gegroeid van eur 731 miljard naar eur 862 miljard. Dit bezit wordt voornamelijk aangehouden via institutionele beleggers. 2 Nederland staat hiermee in de top-10 van landen met de grootste grensoverschrijdende effectenposities (zie kader 1). De waarde van de Nederlandse beleggingen in buitenlandse effecten groeide in 2005 met 18% vrij sterk en manifesteerde zich zowel in de sfeer van de aandelen als bij de obligaties (zie tabel 1). Buitenlandse aandelen Beleggers in buitenlandse aandelen profiteerden van de wereldwijd gestegen aandelenkoersen. De meeste aandelenindices boekten in 2005 een omvangrijke winst, soms zelfs van meer dan 30%. Belangrijke uitzondering hierop vormde de Amerikaanse Dow Jones die een licht daling vertoonde (-0,7 %). De msci World Index, een veel bredere maatstaf voor aandelenkoersen, steeg tussen het begin van 2005 en de jaarultimo met bijna 14%. Nederlandse beleggers boekten een vergelijkbare koerswinst op hun totale bezit aan buitenlandse aandelen. Daarnaast profiteerden zij van positieve wisselkoersontwikkelingen op hun buitenlandse stukken. Vooral de Amerikaanse dollar apprecieerde vrij sterk ten opzichte van de euro met een waardestijging van ruim 15%. Toch Kader 1 De grootste beleggers van de wereld Tabel 1 De grootste beleggers van de wereld eind 2004 Op de wereldranglijst met grootste beleggers nam Nederland per ultimo 2004 een achtste positie in. Nederlandse beleggers bezaten zo n 5% van alle grensoverschrijdende beleggingen in de wereld. De ranglijst wordt aangevoerd door de Verenigde Staten. Zij hadden 18% van alle beleggingen in handen. Het Verenigd Koninkrijk en Japan volgen op de plaatsen 2 en 3. De hoge posities voor Luxemburg en Ierland worden verklaard door een omvangrijke sector met beleggingsfondsen en bijzondere financiële instellingen. Ook voor de Nederlandse cijfers is het buitenlandse effectenbezit van in Nederland gevestigde bfi s in deze tabel meegeteld. Miljarden euro s Beleggers Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Japan Frankrijk Luxemburg Duitsland Ierland Nederland Italië Zwitserland Waarde beleggingen Procenten Totaal top 10 Totaal Wereld Bron: imf, cpis DNB / Statistisch Bulletin september

14 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 Tabel 1 Nederlandse beleggingen in buitenlandse effecten in 2005 Miljarden euro s Stand ultimo 2004 Netto aankopen Wisselkoersmutatie Herwaardering Overige mutaties Stand ultimo 2005 Buitenlandse effecten Totaal Aandelen Schuldpapier breidden Nederlandse beleggers hun bezit aan buitenlandse aandelen niet op grote schaal uit door additionele aankopen. Een belangrijke oorzaak daarvan ligt in het gehanteerde beleggingsbeleid van veel institutionele beleggers, die tezamen 87% van het Nederlandse bezit aan buitenlandse aandelen beheren. Hun beleggingsbeleid is er veelal op gericht om gedurende het jaar de beleggingsmix tussen aandelen en obligaties min of meer stabiel te houden conform een gestelde jaarlijkse benchmark. Bij sterk stijgende aandelen- en wisselkoersen is in dat geval de ruimte voor institutionele beleggers om gedurende het jaar aandelen bij te kopen relatief beperkt. De netto aankopen van buitenlandse aandelen bleven in 2005 op eur 7 miljard steken. Grafiek 1 brengt de geografische spreiding van het bezit aan buitenlandse aandelen in beeld. Amerikaanse aandelen blijken nog steeds de hoofdmoot (39%) uit te Grafiek 1 Geografische spreiding van het Nederlandse bezit aan buitenlandse aandelen, 2005 Procenten Verenigde Staten Eurozone Groot-Brittannië Overige eu-lidstaten Overige landen maken binnen de buitenlandse aandelenportefeuille van de Nederlandse beleggers. Deze dominantie van de Verenigde Staten, gevoegd bij het aandeel van het Verenigd Koninkrijk (11%) dat als bestemmingsland voor aandelenbeleggingen de tweede plaats inneemt, verraadt een duidelijk Angelsaksische oriëntatie bij de Nederlandse beleggers. In en 2004 lagen de percentages voor deze landen echter nog beduidend hoger 3. De teruggang in het belang van de Angelsaksische landen hangt niet samen met een omvangrijke afstoting van de stukken; sterker nog, voor beide landen was in 2005 zelfs sprake van geringe additionele netto aankopen. Het afnemende belang is grotendeels toe te schrijven aan de in vergelijking met andere landen (Japan, Frankrijk en Duitsland) geringere koerswinsten op de posities in Amerikaanse en Britse aandelen in 2005, alsmede de veel geringere appreciatie van het Britse pond tegenover de euro de laatste jaren. Slechts ruim een kwart van de buitenlandse aandelen in bezit van Nederlandse beleggers is afkomstig uit de eurozone. In vergelijking met andere grootheden 4 is dat een opmerkelijk laag percentage, ondanks de gestage toename hiervan gedurende de laatste jaren. 5 Binnen het aandelenbezit uit de eurozone vormt Frankrijk de belangrijkste speler met een belang van 6%, slechts de helft van het belang van het Verenigd Koninkrijk en zelfs iets geringer dan de positie op Japan. Na Frankrijk volgt Luxemburg als belangrijk bestemmingsland voor Nederlandse beleggingen in buitenlandse aandelen uit de eurozone. Deze hoge klassering dankt het land aan het grote aantal beleggingsfondsen dat er is gehuisvest en waarin Nederlandse beleggers voor omvangrijke bedragen participaties hebben opgebouwd. Ook de toename in het aandelenbezit uit de groep Overige landen heeft zich in 2005 voortgezet. Van de aandelen uit deze groep blijken Japanse aandelen in 2005 voor het derde achtereenvolgende jaar aan belang te hebben gewonnen. 6 Daar bijna driekwart van de buitenlandse aandelenportefeuille afkomstig is van buiten het eurogebied, is de invloed van wisselkoersveranderingen op de waarde van de buitenlandse aandelenportefeuille relatief groot. In 2005 werd een positieve wisselkoersmutatie van ruim 6% geregistreerd, voor het overgrote deel is dat toe te schrijven aan de eerder genoemde forse appreciatie van de Amerikaanse dollar. Grafiek 2 geeft een beeld van het houderschap van de buitenlandse aandelen naar een aantal binnenlandse sectoren. De sterk dominante positie van de Nederlandse pensioenfondsen komt daarin duidelijk tot uitdrukking en is in de loop van 2005 zelfs nog iets 14 DNB / Statistisch Bulletin september 2006

15 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 Grafiek 2 Houderschap van buitenlandse aandelen naar binnenlandse sector Miljarden euro s Monetaire Overige financiële financiële instellingen instellingen (inclusief dnb) Overige beleggers Pensioenfondsen Verzekeraars Grafiek 3 Groei van het bezit aan buitenlandse aandelen per sector in 2005 In procenten ten opzichte eind 2004 Totaal verder toegenomen. Ultimo 2005 hadden de pensioenfondsen 68% van het Nederlandse bezit aan buitenlandse aandelen in handen. Het aandeel van de verzekeraars bleef relatief beperkt tot bijna 7%. De meeste categorieën beleggers hebben in 2005 de waarde van hun grensoverschrijdende aandelenbezit zien toenemen (zie grafiek 3). Wel bleef de groei bij de overige financiële instellingen, die (in dit opzicht) voornamelijk bestaat uit Nederlandse beleggingsfondsen hierbij achter. Deze achterblijvende groei wordt voor een groot deel verklaard door de verhuizing van Nederlandse beleggingsfondsen naar Luxemburg. 7 Hun buitenlandse aandelen- en overige effectenbezit is daardoor uit de Nederlandse statistiek verdwenen; ervoor in de plaats kwam een toegenomen bezit aan buitenlandse aandelen bij de andere onderscheiden sectoren voor een omvang die gelijk is aan de mate waarin hun participatiebewijzen in de geliquideerde Nederlandse beleggingsfondsen zijn omgezet in die van hun Luxemburgse opvolgers c.q. tegenhangers. Buitenlandse schuldpapieren Anders dan bij de buitenlandse aandelen, groeide het bezit aan buitenlands schuldpapier in de portefeuille van de Nederlandse beleggers voornamelijk door forse netto aankopen ter grootte van eur 42 miljard, wat overeenkomt met een toename van circa 10% in een jaar tijd (zie tabel 1). Ook de wisselkoersmutaties en prijsherwaarderingen droegen enigermate bij aan de toename in de waarde van het bezit. De relatief beperkte invloed van de wisselkoersmutaties (+1,8%) is een gevolg van het feit dat ongeveer 70% van de buitenlandse schuldpapieren van Nederlandse beleggers per ultimo 2005 afkomstig was uit de eurozone (zie grafiek 4). Het overgrote deel van deze obligaties luiden in euro s. De valutakoersresultaten in 2005 werden bij de schuldpapieren, net als bij de aandelen, volledig gedomineerd door de koersontwikkeling van de Amerikaanse dollar. De positieve prijsherwaarderingen op de in bezit zijnde schuldpapieren (+2,3%) is daarentegen toe te schrijven aan de gedaalde rente in Europa, zowel in de eurozone als in het Verenigd Koninkrijk. Grafiek 4 Geografische spreiding van het Nederlandse bezit aan buitenlandse schuldpapieren, 2005 Procenten Overige beleggers Verzekeraars Pensioenfondsen Overige financiële instellingen Monetaire financiële instellingen (inclusief dnb) Eurozone Groot-Brittannië Overige eu-lidstaten Overige landen 70 Verenigde Staten DNB / Statistisch Bulletin september

16 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 Net als bij de buitenlandse aandelen is ook bij de buitenlandse schuldpapieren sprake van een (nog steeds) groeiende voorkeur voor stukken afkomstig uit het eurogebied. In 2005 is het aandeel van de eurolanden met 3% toegenomen. Dit is een voortzetting van een trend die begin jaren 90 is ingezet onder invloed van de monetaire eenwording van Europa. De licht afnemende groei hierin lijkt echter een voorbode te zijn van een einde aan de deze Europeanisering van de Nederlandse obligatieportefeuille. Het toegenomen Europese belang ging in 2005 vooral ten koste van het aandeel van de Verenigde Staten (-3%); verwachte verdere stijging van de Amerikaanse kapitaalmarktrente en de perceptie van een toenemend ongunstig wisselkoersrisico op de Amerikaanse dollar zijn hier de drijvende krachten achter geweest. Met het hoge aandeel van de eurozone (70%) bij de buitenlandse schuldpapieren is sprake van een opmerkelijk verschil in de geografische spreiding binnen de buitenlandse effectenportefeuille tussen enerzijds de buitenlandse aandelen en anderzijds en buitenlandse schuldpapieren. Blijkbaar is bij de vastrentende waarden de behoefte bij de beleggers om ook het wisselkoersrisico beperkt te houden relatief groot. Veelal zijn de buitenlandse schuldpapieren in de loop der tijd verworven ten laste van het bezit aan binnenlandse schuldpapieren, waardoor feitelijk binnen Europa een groot deel van de vastrentende waarden grensoverschrijdend is herverdeeld naar de nieuwe, relevante valutazone. Grafiek 5 brengt het houderschap in beeld van de buitenlandse schuldpapieren per binnenlandse sector. Ondanks een in 2005 toegenomen belang, tot ruim 38%, domineren de Nederlandse pensioenfondsen hierin veel minder dan bij de buitenlandse aandelen. Nu spelen de monetair- financiële instellingen en de verzekeraars bij het bezit aan buitenlandse schuldpapieren wel een rol van betekenis. Bij de meeste onderscheiden sectoren is het bezit aan buitenlandse schuldpapieren dan ook (veel) groter dan het bezit aan buitenlandse aandelen. Voor de Nederlandse pensioenfondsen is dat juist omgekeerd; hun buitenlandse aandelenportefeuille is ruim 30% groter dan de waarde van hun buitenlandse schuldpapieren. De toename van het bezit aan buitenlands schuldpapier werd in 2005 door bijna alle onderscheiden sectoren in Nederland gedragen. Zoals uit grafiek 6 blijkt, breidden de verzekeraars hun bezit in deze periode het meest uit (+20%), maar lieten ook de pensioenfondsen zich niet onbetuigd. Een belangrijke uitzondering vormden de overige financiële instellingen. De eerder genoemde verhuizing Grafiek 5 Houderschap van buitenlands schuldpapier naar binnenlandse sector Miljarden euro s Monetaire Overige financiële financiële instellingen instellingen (inclusief dnb) Overige beleggers Pensioenfondsen Verzekeraars van Nederlandse beleggingsfondsen naar Luxemburg is hiervoor een belangrijke oorzaak. Daarnaast speelde ook de gedurende het gehele jaar 2005 teruglopende belangstelling bij de Nederlandse beleggers voor participatiebewijzen van Nederlandse obligatiefondsen een rol van betekenis. Het leidde zelfs tot een afname van hun portefeuille met buitenlandse obligaties. Grafiek 6 Groei van het bezit aan buitenlandse schuldpapieren per sector in 2005 In procenten ten opzichte eind 2004 Totaal Overige beleggers Verzekeraars Pensioenfondsen Overige financiële instellingen Monetaire financiële instellingen (inclusief dnb) DNB / Statistisch Bulletin september 2006

17 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 Het buitenlandse bezit aan Nederlandse effecten Per ultimo 2005 bezaten buitenlandse beleggers voor eur 995 miljard aan Nederlandse effecten (zie tabel 2). Dit buitenlandse bezit groeide in 2005 met 30% zeer fors. Het deed zich voor zowel bij de Nederlandse aandelen (+56%) als bij de Nederlandse schuldpapieren (+16%). Nederlandse aandelen Een belangrijke oorzaak voor de zeer omvangrijke groei van de Nederlandse aandelen in buitenlandse handen was de herstructurering van de Nederlandse en Britse tak van het Shell-concern. Daardoor groeide het buitenlandse bezit aan Nederlandse aandelen in één klap met zo n eur 70 miljard. 8 Afgezien van deze bijzondere transactie, vertonen de overige ontwikkelingen in het buitenlandse bezit aan Nederlandse aandelen sterke gelijkenis met die van het Nederlandse bezit aan buitenlandse aandelen: zeer beperkte netto verkopen aan niet-ingezetenen en hoge herwaarderingen veroorzaakt door stijgingen van de aandelenkoersen. De herwaarderingen op Nederlandse aandelen waren qua omvang vergelijkbaar met de stijging van de aex-index (+25%) in De Nederlandse aandelen in handen van buitenlandse beleggers hebben daarmee een veel sterkere prijsstijging vertoond dan bijvoorbeeld de Amerikaanse aandelen, die een zo dominante rol spelen in de effectenportefeuille van de Nederlandse beleggers. Daar stond tegenover dat de waarde van de dollar in 2005 sterk steeg, zodat beide prijseffecten tezamen de netto positie van Nederland in de sfeer van de aandelen niet wezenlijk heeft gewijzigd. De geregistreerde wisselkoersmutaties op Nederlandse Tabel 2 Buitenlandse beleggingen in Nederlandse effecten in 2005 Miljarden euro s Nederlandse effecten aandelen vinden hun oorsprong in de aandelen die op buitenlandse beurzen door een aantal grote Nederlandse multinationals worden uitgegeven, zoals de New York shares. Nederlandse schuldpapieren Ook bij het verhandelbare Nederlandse schuldpapier is de ontwikkeling vergelijkbaar met die van de buitenlandse stukken: forse netto verkopen aan niet-ingezetenen bij relatief beperkte wisselkoersveranderingen en herwaarderingen. De totale waarde van het uitstaande Nederlandse schuldpapier bedroeg ultimo 2005 eur 783 miljard. Hiervan is circa 73% (eur 575 miljard) in buitenlandse handen. In tabel 3 wordt een uitsplitsing hiervan gegeven naar sector van de Nederlandse emittent van het papier. De trend waarbij een toenemend deel van de Nederlandse effecten wordt aangehouden door buitenlandse beleggers heeft zich ook in 2005 voortgezet met Tabel 3 Het belang van buitenlandse beleggers in Nederlandse schuldpapieren Ultimocijfers in miljarden euro s, naar sector van emitterende instelling, procenten Totaal uitstaand schuldpapier Buitenlands bezit Buitenlands belang Totaal uitstaand schuldpapier Buitenlands bezit Buitenlands belang Totaal uitstaand schuldpapier Buitenlands bezit Buitenlands belang Monetaire financiële instellingen Overige financiële instellingen Niet-financiële instellingen Stand ultimo 2004 Netto verkopen Wisselkoersmutatie Herwaardering Overige mutatie Stand ultimo 2005 Totaal Aandelen Schuldpapier Totaal uitstaand schuldpapier Buitenlands bezit Buitenlands belang Totaal uitstaand schuldpapier Buitenlands bezit Buitenlands belang Overheid Totaal DNB / Statistisch Bulletin september

18 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 een verdere groei van 1%. In 2005 is de toename van het buitenlandse belang vooral bij het schuldpapier van de Nederlandse overheid vrij sterk geweest (+4%); deze ontwikkeling doet zich reeds voor sinds het eind van het vorig millennium toen nog slechts 1/3 deel van de verhandelbare staatsschuld in buitenlandse handen was. De schuldpapieren uitgegeven door de sector overige financiële instellingen betreft voor het grootste deel (eur 130 miljard) effecten die uitgegeven zijn door zogenoemde Special Purpose Vehicles (spv s); voor het overige betreft het schuldpapier van financiële holdings (voornamelijk bank-verzekeraars). Deze spv s worden opgericht in het kader van een securitisatieprogramma, waarmee financiële instellingen specifieke activa van hun balans verhandelbaar maken. Doordat sommige grote spv s de door hen uitgegeven langlopende schuldpapieren plaatsen bij een binnenlandse entiteit behorende tot het eigen concern plaatsen, blijft het belang van de buitenlandse beleggers bij de sector overige financiële instellingen beperkt tot 46%. Voor de monetair-financiële instellingen en de niet-financiële instellingen liggen deze percentages zelfs boven de 80%. Over het houderschap van de Nederlandse effecten in buitenlandse handen staan dnb geen gegevens ter Kader 2 Nederlandse effecten in bezit van buitenlandse beleggers De herkomst van de buitenlandse beleggers die in Nederlandse effecten investeren is niet af te leiden uit de gegevens die dnb ten behoeve van de betalingsbalans en de externe vermogenspositie verzamelt. Wel zijn indicatieve cijfers te ontlenen aan de zogenoemde Coordinated Portfolio Investment Survey (cpis) van het Internationale Monetaire Fonds (imf). Het imf publiceert sinds jaarlijks gegevens over het buitenlandse effectenbezit van een grote groep landen. Inmiddels nemen 72 landen, waaronder alle grote, op vrijwillige basis deel aan deze enquête. Hoewel de cpis dus geen volledig overzicht geeft van alle mondiale beleggingen, mogen we toch aannemen dat deze enquête een redelijk betrouwbaar beeld geeft van de geografische spreiding van het buitenlandse bezit aan Nederlandse effecten. Beleggers in Nederlandse aandelen zijn voornamelijk afkomstig uit de Eurozone (38%) en de Verenigde Grafiek 1 Herkomst van buitenlandse beleggers in Nederlandse aandelen, Procenten Staten (36%). Nederland is derhalve een belangrijker bestemmingsland voor Europese aandelenbeleggers dan andersom (26%). Beleggers uit de Verenigde Staten hebben een aanzienlijk belang in Nederlandse aandelen opgebouwd hetgeen wordt verklaard door een vele zeer grote multinationals van Nederlandse origine. Buitenlandse beleggers die in Nederlands schuldpapier beleggen zijn voornamelijk afkomstig uit de eurozone. Beleggers uit deze regio hebben circa 62% van het door niet-ingezetenen aangehouden Nederlandse schuldpapier in handen. Opvallend is dat het relatief geringe belang dat Amerikaanse beleggers hebben opgebouwd in het Nederlandse schuldpapieren (7%). Blijkbaar zijn Nederlandse schuldpapieren niet in voldoende mate aantrekkelijk voor hen, hetgeen vermoedelijk wordt veroorzaakt door de relatief beperkte omvang van de markt. Grafiek 2 Herkomst van buitenlandse beleggers in Nederlands schuldpapier, 2005 Procenten 12 Eurozone 21 Eurozone 36 Groot-Brittannië 38 Overige eu-lidstaten Verenigde Staten Overige landen Groot-Brittannië 62 Overige eu-lidstaten Verenigde Staten Overige landen DNB / Statistisch Bulletin september 2006

19 Grote toeneming grensoverschrijdend effectenbezit in 2005 beschikking uit eigen rechtstreekse waarneming. Alle landen kennen dit probleem daar (voor hen buitenlandse) effecten veelal via een keten van buitenlandse bewaarbedrijven worden aangehouden. Het zicht op het land van herkomst van de uiteindelijke bezitter van de effecten verdwijnt daardoor uit het beeld van het emitterende land. Op basis van de informatie van de landen waarin de eindbeleggers zijn gevestigd (tegenpartij-informatie), is echter wel een beeld te geven van het houderschap van Nederlandse effecten in buitenlandse handen; hiervoor wordt verwezen naar kader 2. Afsluitende opmerkingen Het grensoverschrijdende effectenbezit van Nederland is in 2005 wederom sterk toegenomen. De waarde van de portefeuille van Nederlandse beleggers met buitenlandse effecten bedroeg ultimo 2005 EUR 862 miljard (+EUR 131 miljard). De verplichtingen van Nederland aan buitenlandse beleggers kwamen ultimo 2005 uit op EUR 995 miljard (+EUR 231 miljard). De groei van de aandelenportefeuilles werd in 2005 voornamelijk gedragen door de gunstige beursontwikkelingen en door een appreciërende Amerikaanse dollar. Daarnaast speelde bij de verplichtingen van Nederland aan buitenlandse beleggers de herstructurering van Shell (EUR 70 miljard) een belangrijke rol. De groei van de portefeuilles met schuldpapier werd daarentegen vooral veroorzaakt door netto verwerving van stukken over en weer. Het belang van effecten afkomstig uit de eurozone in de totale beleggingsportefeuille van de Nederlandse belegger is ook in 2005 weer verder uitgebreid. Tot slot blijken ook buitenlandse beleggers een steeds groter deel van Nederlandse obligaties te bezitten. Eind 2005 was het buitenlandse belang in Nederlandse effecten toegenomen tot 74%. Het einde aan de voortgaande integratie van de kapitaalmarkten lijkt voorlopig nog niet in zicht. 1 In het kader van de betalingsbalansstatistiek wordt tot het buitenlandse aandelenbezit slechts de (beurs-) verhandelbare effecten gerekend die vanuit een beleggingsoptiek worden aangehouden; aandelenbezit met een investeringskarakter dat tot doel heeft wezenlijk en langdurig invloed uit te oefenen op het bestuur van de betreffende onderneming wordt tot de directe investeringen gerekend en valt buiten de reikwijdte van dit artikel. 2 Tot de institutionele beleggers zijn hier de pensioenfondsen, verzekeraars en zogenoemde overige financiële instellingen (vnl. beleggingsinstellingen) gerekend. 3 Aandelen afkomstig uit de Verenigde Staten: ultimo : 43%, 2004: 43%; 2005: 39%.Aandelen afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk: : 14%, 2004: 12%; 2005: 11%. 4 Gedoeld wordt onder andere op het grensoverschrijdend obligatiebezit en het buitenlands bezit aan Nederlandse aandelen, waar het belang van de eurozone beduidend hoger ligt (zie vervolg van dit artikel). 5 Het belang van aandelen afkomstig uit de eurozone bedroeg ultimo 23%, ultimo 2004: 24% en ultimo 2005: 26%. 6 Het beslag van Japanse aandelen in de totale portefeuille buitenlandse aandelen: ultimo : 4%; ultimo 2004: 5%; ultimo 2005: 6%. 7 (Zie Recorduitstroom bij Nederlandse beleggingsinstellingen; wel goede resultaten, Statistisch Bulletin, december 2005, pp.10-11). 8 Hier tegenover stond een toename van gelijke omvang in de Nederlandse vorderingen op het Verenigd Koninkrijk in de sfeer van de directe investeringen. In juli 2005 ontstond de holding Royal Dutch Shell (rds). De Nederlandse en Britse tak van het Shell-concern gingen op dat moment op in deze holding. Omdat het hoofdkantoor van rds in Den Haag gevestigd is en het wereldwijde concern feitelijk vanuit Nederland wordt bestuurd, dient deze entiteit voor de statistiek als Nederlands ingezetene te worden aangemerkt. Beleggers konden hun Nederlandse aandelen Koninklijke Olie en hun Britse aandelen Shell t&t omwisselen voor Nederlandse aandelen rds. Hiervan werd massaal gebruik gemaakt. Omdat de aandelen van de (voormalige) Britse tak voor een groot deel in handen waren van buitenlandse beleggers, en zij deze hebben omgezet in rds aandelen, groeide het buitenlandse bezit aan Nederlandse aandelen door deze omwisseling in één klap met zo n eur 70 miljard. 9 Deze gegevens zijn gebaseerd op de uitkomsten van de cpis De statistische gegevens worden in de cpis in us-dollar weergegeven. DNB / Statistisch Bulletin september

20

21 Het partnerpensioen is niet langer vanzelfsprekend Elke pensioenregeling met een toezegging voor ouderdomspensioen kent ook een toezegging voor partnerpensioen. De afgelopen jaren is de financiering van het partnerpensioen grotendeels van opbouwbasis naar risicobasis overgegaan. Dit kan grote gevolgen hebben voor de nabestaande(n) omdat een partnerpensioen dat op risicobasis is gefinancierd in beginsel wordt uitgekeerd wanneer de overledene tijdens actieve dienst overlijdt. In een wereld waarin alleen maar tweeverdieners wonen die in hun eigen levensonderhoud, en dat van eventuele kinderen, kunnen voorzien is een partnerpensioen overbodig. Dit is echter geen realiteit in Nederland. In veel gevallen is één van de partners voor een deel van zijn of haar inkomen afhankelijk van de andere partner. Als deze laatste overlijdt en zijn of haar inkomsten wegvallen, kan dit aanzienlijke financiële consequenties hebben voor de weduwe of weduwnaar. De uitkering uit hoofde van de Algemene nabestaandenwet (anw) en het partnerpensioen als aanvulling hierop kunnen dan het financiële leed verzachten. Voor een van overheidswege verstrekte anw-uitkering komen alleen weduwen of weduwnaars jonger dan 65 jaar in aanmerking, die geboren zijn voor 1950 of thuiswonende kinderen hebben jonger dan 18 jaar of voor minimaal 45% arbeidsongeschikt zijn. In 2005 kende Nederland 156 duizend weduwen en weduwnaars jonger dan 65 jaar. 1 Van hen ontvingen 138 duizend 2 een anw-uitkering van gemiddeld iets meer dan eur 10 duizend bruto per jaar. Het aantal mensen dat aanspraak kan maken op een anw uitkering zal de komende jaren afnemen als gevolg van de voorwaarden voor leeftijd en geboortejaar. Het partnerpensioen kan een aanvulling vormen op de anw-uitkering. Als de overleden partner in loondienst was, komen de meeste weduwen en weduwnaars in aanmerking voor een partnerpensioen. Ook als de overledene reeds gepensioneerd was, krijgen veel partners een partnerpensioen. Nederland kende in 2005 ruim 875 duizend weduwen 3, aan wie 781 duizend partnerpensioenen worden uitgekeerd. De gemiddelde hoogte hiervan is eur bruto per jaar. Een nabestaande kan meer dan één partnerpensioen ontvangen, bijvoorbeeld als de overledene bij verschillende pensioenfondsen pensioen heeft opgebouwd (er zijn daarom vermoedelijk meer dan 100 duizend nabestaanden zonder een partnerpensioen). Het bedrag dat pensioenfondsen jaarlijks aan partnerpensioen uitkeren is rond de eur 3,5 miljard, ongeveer een derde van het bedrag dat aan ouderdomspensioen wordt uitgekeerd. Het partnerpensioen is daarmee in omvang de tweede pensioensoort (zie tabel 8.2 achter in dit Bulletin). Waarom partnerpensioen? Toezegging en financiering van het partnerpensioen Er bestaan grote verschillen tussen de toezeggingen die pensioenfondsen doen betreffende het partnerpensioen. De belangrijkste vraag die hierbij speelt is wanneer een nabestaande recht heeft op een partnerpensioen. Afhankelijk van het antwoord hierop volgt de financieringswijze van het partnerpensioen. Deze financieringswijze is bij dnb bekend. Hieruit kan worden afgeleid onder welke omstandigheden een nabestaande rechten heeft op een partnerpensioen. In de financieringswijze heeft de laatste jaren een belangrijke verschuiving van opbouwbasis naar risicobasis plaatsgevonden, zie grafiek 1. Bij financiering op opbouwbasis worden rechten Grafiek 1 Ontwikkeling van de financieringswijze van het partnerpensioen, actieve deelnemers Opbouwbasis Voor pensioendatum risicobasis, na pensioendatum opbouwbasis Risicobasis DNB / Statistisch Bulletin september

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007

Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 2007 7 Beleggingen n institutionele beleggers maken pas op de plaats in 27 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 24 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009 9 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin maart 29 Financiering via kapitaalmarkt moeilijker en duurder geworden Nederlandse ingezetenen hadden eind 28 voor het eerst meer dan eur 1. miljard aan schuldpapier

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010 Nederlandse financiële instellingen, bedrijven en de overheid gaven het afgelopen jaar voor EUR 66 miljard aan schuldpapier uit.

Nadere informatie

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s

Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Stagnatie bij bancaire bfi s, groei van activiteiten bij overige bfi s Bijzondere Financiële Instellingen (bfi s) zijn entiteiten die in Nederland zijn opgericht door buitenlandse multinationale concerns

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 13 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 13 26 maart 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Werkloosheid gedaald door afname beroepsbevolking 3 Werkloze beroepsbevolking 1) 5 2. Inkomen en bestedingen

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector

Achterblijvende groei Overige financiële intermediairs binnen de financiële sector Achterblijvende groei binnen de sector De sector omvat in Nederland behalve banken, verzekeraars en pensioenfondsen een verhoudingsgewijs omvangrijke categorie overige (ofi s) zoals bijzondere en beleggings.

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen De mondiale markt voor onderhandse derivaten - niet gestandaardiseerd verhandeld op de beurs maar in maatwerk tussen grote partijen - is sinds

Nadere informatie

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN

HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 HOOFDLIJNEN NIEUWE DNB-RAPPORTAGE BELEGGINGSINSTELLINGEN 1 INLEIDING Momenteel zijn er twee rapportagekaders voor beleggingsinstellingen, elk voor een verschillend doel. Zo bestaat er de (ex-)wtb-kwartaalrapportage

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47

Statistisch Bulletin. Jaargang 70 2014 47 Statistisch Bulletin Jaargang 70 2014 47 20 november 2014 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Iets meer banen en vacatures in het derde kwartaal 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Macro-economie 5 Koerswaarde

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012

Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 2012 11 Beleggingen institutionele beleggers stijgen naar 1,7 biljoen euro halverwege 212 J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 16-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * =

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties 3 november 24 Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed Drs. J.L. Gebraad De Stichting Leerstoel

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen

Uitkomsten. derde kwartaal aal Hans Wouters. Publicatiedatum CBS-website: 16 januari Den Haag/Heerlen t8 8 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningentorrekeningen derde kwartaal aal 28 Hans Wouters Publicatiedatum CBS-website: 16 januari 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Een van de slechtste kwartalen in 50 jaar. Obligaties en vastgoed geven positief rendement

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Een van de slechtste kwartalen in 50 jaar. Obligaties en vastgoed geven positief rendement Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-135 2 juli 2002 9.30 uur Aandelen hard onderuit in tweede kwartaal De koersen van Nederlandse aandelen zijn hard onderuit gegaan in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25

Statistisch Bulletin. Jaargang 72 2016 25 Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 25 23 juni 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt verder 3 Werkloze beroepsbevolking (20) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consument een stuk

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin juni 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin juni 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014. Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2014-1 januari 2014 t/m 31 maart 2014 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,0% naar 123,6% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten

Levensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector

Nadere informatie

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT

Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Amsterdam, 11 juli 1997 Halfjaarbericht eerste helft 1997 ABN AMRO Asset Management TOTAAL BEHEERD VERMOGEN TOEGENOMEN MET 21 PROCENT Totaal vermogen beheerd door ABN AMRO Asset Management wereldwijd in

Nadere informatie

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012 De obligatiemarkten werden in het derde kwartaal vooral beïnvloed door de ingrepen van de Europese Centrale Bank (ECB). Aan het begin van het kwartaal bleven aanvankelijk

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro

Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro Webartikel 214 Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen euro drs. J.L. Gebraad 16-1-214 gepubliceerd op cbs.nl CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Beleggingen institutionele beleggers 1,8 biljoen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

VUT-fondsen op weg naar het einde

VUT-fondsen op weg naar het einde Webartikel 2014 VUT-fondsen op weg naar het einde Drs. J.L. Gebraad mw. T.R. Pfaff 05-03-2013 gepubliceerd op cbs.nl CBS VUT-fondsen op weg naar het einde 3 Inhoud 1. Minder VUT-fondsen in 2012 5 2. Kortlopende

Nadere informatie

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006 Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Eerste kwartaal januari 2013 t/m 31 maart 2013 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2013-1 januari 2013 t/m 31 maart 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 116,5% naar 119,9% Beleggingsrendement is 2,2% Het belegd vermogen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord. Slechtste eerste kwartaal op Damrak voor aandelen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-063 2 april 2003 9.30 uur Rente op kapitaalmarkt naar laagterecord In het eerste kwartaal van 2003 is de rente op de kapitaalmarkt gedaald tot het laagste

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Uitkomsten. Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008. Voorburg/Heerlen

Uitkomsten. Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008. Voorburg/Heerlen 0t07 07 Uitkomsten kwartaalsectorrekeningen, torrekeningen, 2007 Publicatiedatum CBS-website: 28 april 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling ing Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 27 maart 28 Voorburg/Heerlen, 28 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin december 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin december 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang

Statistisch Bulletin. Jaargang Statistisch Bulletin Jaargang 72 2016 17 28 april 2016 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 Werkloosheid daalt 3 Werkloze beroepsbevolking 1) (12) 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017 Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum Jaarrapport 2017 Inhoudsopgave Pagina Verslag van het bestuur 2 Doelstelling van de Stichting 2 Economie en financiële markten 2 Beleggingsbeleid Portefeuille 2 Stortingen

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014. Samenvatting: dalende rente Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2014-1 april 2014 t/m 30 juni 2014 Samenvatting: dalende rente Nominale dekkingsgraad gestegen van 123,6% naar 123,7% Reële dekkingsgraad

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens

Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Enkele vermogenscomponenten van Nederlandse huishoudens Het financieel vermogen van Nederlandse huishoudens bedraagt met ruim 1.3 miljard euro meer dan twee maal het bbp. Na aftrek van schulden, zoals

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak. Kleine en middelgrote fondsen in trek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak. Kleine en middelgrote fondsen in trek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-179 2 oktober 2003 9.30 uur Kleine en middelgrote fondsen meest gestegen op Damrak De koersen van de kleine en middelgrote fondsen op de Amsterdamse

Nadere informatie

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs

Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Nog geen terugkeer van huishoudens op de beurs Inleiding De Nederlandse huishoudens zijn de afgelopen decennia steeds meer gaan beleggen in effecten. Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën

Nadere informatie

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17

Statistisch Bulletin. Jaargang 71 2015 17 Statistisch Bulletin Jaargang 71 2015 17 23 april 2015 Inhoud 1. Arbeid en sociale zekerheid 3 CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren 3 Werkloze beroepsbevolking 4 2. Inkomen en bestedingen 5 Vertrouwen

Nadere informatie

De vergrijzing komt, de VUT gaat

De vergrijzing komt, de VUT gaat 0n08 08 De vergrijzing komt, de VUT gaat John Gebraad en Feny Pfaff Publicatiedatum CBS-website 28 augustus 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.

Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk De vorderingen van Nederlandse banken op het buitenland zijn onder invloed van de financiële crisis en de splitsing van ABN AMRO in 2007 en 2008

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Persbericht. 2001 slechtste beursjaar sinds oliecrisis. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. 2001 slechtste beursjaar sinds oliecrisis. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-001 3 januari 2002 9.30 uur 2001 slechtste beursjaar sinds oliecrisis Het afgelopen jaar is het op een na slechtste beursjaar geweest in de naoorlogse

Nadere informatie

Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 2009 fors toegenomen

Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 2009 fors toegenomen Fondsvermogen Nederlandse beleggingsinstellingen in 200 fors toegenomen De Nederlandse beleggingsfondsensector is in 200 flink in omvang toegenomen. Het fondsvermogen nam met EUR 224 miljard toe tot EUR

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin september 2010 10 De Nederlandsche Bank Statistisch Bulletin september 2010 Centrale bank en prudentieel toezichthouder financiële instellingen 2010 De Nederlandsche Bank nv Oplage: 2400 Iedere openbaarmaking en verveelvoudiging

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i 07 Uitkomsten kwartaal aal sectorrekeningen eerste kwartaal 20080i 08 Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2008 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 10 december 2003 PERSBERICHT Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1 Vandaag introduceert de Europese Centrale Bank (ECB) een nieuwe reeks geharmoniseerde statistieken betreffende

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V. HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V. Inhoud 1 Profiel 1 2 Directieverslag 2 2.1 Beheerd vermogen 2 2.2 Financieel resultaat 2 2.3 Financiële markten 2 2.4 Personeel en organisatie 2 3 Financiële

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis

Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis 7 Obligatiemarkt arkt Amsterdam heeft last van crisis Jos van Heiningen Publicatiedatum CBS-website: 12 december 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x =

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

Nettoresultaat Aalberts Industries stijgt met 34%

Nettoresultaat Aalberts Industries stijgt met 34% Nettoresultaat Aalberts Industries stijgt met 34% Highlights 1 e halfjaar Netto-omzet stijgt met 40% naar ruim EUR 697 miljoen Bedrijfsresultaat (EBITA) stijgt met 42% naar ruim EUR 80 miljoen Autonome

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. 2002 slechtste beursjaar na WO II. Grootste koersdaling in een jaar sinds Tweede Wereldoorlog Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-001 7 januari 2003 9.30 uur 2002 slechtste beursjaar na WO II Voor beleggers in Nederlandse aandelen is 2002 het slechtste beursjaar sinds de Tweede

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a

Daling omvang VUT-fondsen in 20060a 7 Daling omvang VUT-fondsen in 6a Drs. J.L. Gebraad en mw. T.R. Pfaff Publicatiedatum CBS-website: 18 juli 8 Voorburg/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016

2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:

Nadere informatie

Essentiële Beleggersinformatie

Essentiële Beleggersinformatie Essentiële Beleggersinformatie Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld

Nadere informatie