BIJLAGE AANVRAAG WIJZIGING VAN VERKAVELINGVERGUNNING: Goedgekeurd op

Transcriptie

1 Pagina 1 van 8 Van den Vonder Marcel BVBA Landmeter-Expert LAN Erkend Vastgoedmakelaar B.I.V Kantoor: 2235 Hulshout Grote Baan 134 Kantoor: 2220 Heist-op-den-Berg Leopoldlei 3A Kantoor: 3461 Bekkevoort Tiensebaan, 95 Ondernemingsnummer: BE Tel. : 0476/ (Marcel) Tel.: 0473/ (Rutger) Ondernemingsnummer: BE info@vandenvonder-decat.be Webstek: Dossier BIJLAGE AANVRAAG WIJZIGING VAN VERKAVELINGVERGUNNING: Goedgekeurd op Betreft: aanvraag verkavelingsvergunning voor 1 kavel, geschikt voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning, gelegen te 2235 Hulshout (Houtvenne) palend aan de Elsbroekstraat (links van huis nr. 1); na het slopen van de bestaande prefab-garage. Kadastraal: 3 e afd. sectie B delen nr. 342G en 342P. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING. 1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING VOOR KAVEL NR BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) 1.1.A. HOOFDBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Er zijn meer dan voldoende voorzieningen in de onmiddellijke omgeving die hoofdzakelijk bebouwd is met vrijstaande en enkele gekoppelde eengezinswoningen. Voorzieningen voor een inwonende hulpbehoevenden zijn toegelaten voor zover ze niet afsplitsbaar zijn van de woning. Voor de definitie van zorgwoningen wordt verwezen naar de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Enkel een vrijstaande eengezinswoning, met inbegrip van zorgwoningen, kan worden toegelaten. Bij een beëindiging van een eventuele zorgsituatie (zorgwoning) dient de effectieve bestemming als eengezinswoning aangehouden te worden. Er dienen voldoende parkeerplaatsen voorzien te worden op het eigen terrein teneide de parkeerdruk niet af te wentelen op het openbaar domein. Dit kan onder meer mogelijk gemaakt worden door het voorzien van een inpandige garage of door het oprichten van een autobergplaats of carport.

2 Pagina 2 van B. NEVENBESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN) Woningsplitsing is niet toegelaten, evenals nevenbestemmingen vreemd aan de woonfunctie zelf. Slechts een beperkt gedeelte van de woning kan ingericht worden als nevenbestemming. Het accent van de verkaveling ligt immers op 'wonen'. Enkel functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep en dienstverlening zijn toegelaten, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: 1. de woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie; 2. de complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 50 vierkante meter. 3. de complementaire functie mag geen hinder met zich meebrengen voor de omliggende woningen en er moeten voldoende parkeerplaatsen kunnen voorzien worden op het eigen terrein om de bijkomende parkeerdruk ten gevolge van de complementaire functie te kunnen opvangen. Voor het voorzien van een aan het wonen complementaire functie dient steeds een stedenbouwkundige vergunning te worden aangevraagd zodat kan worden afgetoetst of de complementaire functie geen hinder met zich meebrengt en zodat kan worden afgetoetst of de bijkomende parkeerdruk ten gevolge van de complementaire functie kan worden opgevangen op het eigen terrein. Hiertoe dient aan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag door de aanvrager een parkeernota te worden toegevoegd BESTEMMING BIJGEBOUW(EN) Het concept van deze verkaveling is dusdanig dat er geen bijgebouwen kunnen toegestaan worden. Er worden geen afzonderlijke bijgebouwen toegestaan met uitzondering van de inrichtingselementen voorzien in art BESTEMMING NIET BEBOUWD GEDEELTE Binnen de verkaveling wordt bewust geopteerd voor een dieptewerking ten voordele van de privacy. Immers, door de zijdelingse grenzen tussen de kavels hard te definiëren, door voldoende diepe tuinen mogelijk te maken, kan de woning optimaal geënt worden op haar tuin zonder dat de privacy in het gedrang komt. Bouwvrije voortuinstrook: diepte gemeten vanaf de rooilijn van de Elsbroekstraat is min. 6,10m, verder zoals aangeduid is het plan. 1. bebouwing: behoudens afsluitmuurtjes, maximaal 0,40 meter hoog, zijn alle constructies in de voortuin verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. welstand: behoudens de toegangen tot de gebouwen en een toegang tot een eventuele parkeerplaats in de zijtuinstrook dient de strook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Bouwvrije zijtuinstrook: breedte= min. 3m gemeten vanaf de zijgrens en zoals aangeduid op het plan. 1. Bebouwing: behoudens de afsluitingen, zoals voorzien in art. 3.4 en garage & carports en parkeerplaatsen zoals voorzien in art. 3.5 zijn alle constructies verboden met inbegrip van de hellende op- en afritten. 2. welstand: met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen tot de gebouwen en parkeerplaatsen en een eventuele autoberging, carport of parkeerplaats dient de strook als tuin te worden aangelegd en als zodanig gehandhaafd. Achtertuin: Afslutingen of hagen langs de waterloop moeten

3 Pagina 3 van 8 op een afstand van 0,7 5meter tot 1,00 meter vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 meter boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 meter moeten op minstens 5,00 meter van de kruin van de waterloop geplaatst worden. Afsluitingen haaks op de waterloop moeten binnen de 5,00 meter-zone eenvoudig verwijderbaar zijn en terugplaatsbaar zijn. Struikgewas dient tot op een hoogte van maximaal 1,50 meter worden teruggesnoeid. 2. VOORSCHRIFTEN GEBOUWEN VOOR KAVEL NR. 1: 2.1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 2.1.A. TYPOLOGIE Binnen de verkaveling wordt gekozen voor het gegeerde type 'open bebouwing'. Open bebouwing zoals weergegeven op het verkavelingplan. 2.1.B. INPLANTING De inplanting der gebouwen, zoals aangeduid op het verkavelingsontwerp, kan niet gewijzigd worden. Op het verkavelingplan wordt de zone voor het hoofdgebouw vastgesteld : 14 meter diep gemeten vanaf de voorgevelbouwlijn welke gesitueerd is op min. 11,56m uit de as van de Elsbroekstraat en op min. 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen; verder binnen de bouwstrook zoals aangeduid is op het plan. De voorgevel is gericht naar de voorgevelbouwlijn, één zijde van de kleinste rechthoek waarin het gebouw, met inbegrip van de uitsprongen, kan worden ingeschreven moet ofwel samenvallen met de voorgevelbouwlijn, ofwel zich bevinden in een strook van 3m diepte, gemeten vanaf die bouwlijn en ermee evenwijdig zijn. De achtergevel is ten opzichte van de voorgevelbouwlijn voorzien op min. 8m achter de voorgevel en binnen de bouwstrook aangeduid op het plan. 2.1.C. BOUWVOLUME Het volume van het hoofdgebouw is afgestemd op de bestaande bebouwing in de omgeving. De maximale hoogte van de kroonlijst is op 6,50m gebracht om de bouwheer toe te laten te voldoen aan de hogere eisen inzake isolatie van de woning. en GABARIT Bouwhoogte: gemeten van het trottoirniveau tot de bovenkant van de kroonlijst of de onderkant van de dakoversteek: maximum 6,50m voor de voorgevel en max. 11m voor de nokhoogte. Voorgevelbreedte: minimum 7m en maximum zoals aangeduid op het plan. VLOERPEIL Er moet overstromingsvrij gebouwd worden, dus met het vloerpeil op minstens 13,10 meter TAW. De eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen. Max meter boven straatniveau.

4 Pagina 4 van D. VERSCHIJNINGSVORM Er wordt in het concept erg veel belang gehecht aan het kader waarbinnen de woningen tot stand kunnen komen. Dat betekent dat initiatief tot het creëren van architectuur de drijfveer zal zijn om deze verkaveling tot een kwalitatieve woonomgeving te laten worden. Het concept van de verkaveling is dusdanig dat binnen een minimum aan grenzen een maximum aan architecturale vrijheid wordt voorzien. Het residentieel karakter van de verkaveling zal hoe dan ook door materiaalgebruik onderstreept worden. GEVELMATERIALEN Voorgevels: Vrij te kiezen voor zover het gaat over duurzame en kwalitatief uitziende materialen. alle gevels in gevelbaksteen of bepleistering; eventueel te combineren met hout, natuursteen of metaal op voorwaarde dat deze te combineren materialen een maximumoppervlakte van 25% per geveloppervlak niet overschrijden. Voor bedekking schuine daken: pannen, (kunst)leien, zink, koper en aluminium. Fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers zijn toegelaten geïntegreerd in het hellende dakvlak of op een plat ak tot maximaal 1,00 meter boven de dakrand. DAKVORM Vrij te kiezen binnen het minimale en maximale bouwvolume; plat dak is toegelaten; schuine daken met een helling tussen min. 10 en max VOORSCHRIFTEN BIJGEBOUW(EN) 2.2.A. INPLANTING, BOUWVOLUME EN WELSTAND DER GEBOUWEN: Er worden geen afzonderlijke bijgebouwen toegelaten met uitzondering van de inrichtingselementen voorzien in art Gezien de beperkte diepte van de tuin worden er geen afzonderlijke bijgebouwen toegelaten in de strook voor binnenplaatsen en tuinen met uitzondering van de inrichtingselementen voorzien in art B. VERSCHIJNINGSVORM Dit hoeft geen toelichting. De hoofd- en afzonderlijke bijgebouwen, zoals voorzien in artiel 3.3, moeten eenzelfde architecturaal geheel vormen VOORSCHRIFTEN DUURZAAM BOUWEN EN KWALITEITSASPECTEN De gewestelijke verordening hemelwater moet uiteraard nageleefd worden. Bijkomend worden er maatregelen getroffen inzake de aan te leggen verhardingen. Zaken inzake duurzaamheid die volgen uit het verkavelingconcept en niet moeten vastgelegd worden in de voorschriften zijn het zongericht bouwen. Alle verhardingen dienen te gebeuren met waterdoorlatende materialen of materialen toegepast met een brede voeg. Waterdichte vlakken zijn enkel voor de verhardingen van de terrassen aan de achterzijde van de woning toegelaten (max. 30 m²) mits ze afwateren naar de tuin en mits een onmiddellijke bezinking mogelijk is. Het overmatig verharden van het perceel kan niet worden toegestaan en de eigenaar dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om op zijn eigen goed waterschade te voorkomen. Niet funtionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Gezien het grondwater op het eigendom redelijk ondiep zit, zal een oppervlakkig infiltratiesyteem met een maximale diepte van 30 cm moeten aangelegd worden, tenzij infiltratieproeven het tegendeel aantonen. 3. NIET-BEBOUWD GEDEELTE VOOR KAVEL NR. 1:

5 Pagina 5 van RELIEFWIJZIGINGEN Het gaat om een vlak terrein, waar reliëfwijzigingen niet wenselijk zijn. Er mogen in beperkte mate terreinophogingen uitgevoerd worden mits volgende beperkingen nageleefd worden: - Een eventuele ophoging is enkel toegelaten ter hoogte van de gebouwen zelf - het omliggende terrein mag in geen gevel opgehoogd worden. - er mogen geen terreinophogingen gebeuren waardoor het niveau van het terrein hoger zou komen dan het straatniveau. - er mogen bovendien geen terreinophogingen gebeuren waardoor het niveau hoger wordt gebracht dan de aanpalende percelen VERHARDINGEN Het is de bedoeling het groene karakter van de verkaveling te bewaren. Buiten de bouwzones dient de tuin effectief als dusdanig ingericht te worden met groenaanplantingen. Niet-functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Alle verhardingen die worden aangebracht rondom de woning, zijnde de strikt noodzakelijke toegang(en) tot de woning en een eventuele oprit naar een parkeerplaats, carport, autobergplaats in de zijtuinstrook of een inpandige garage, terrassen en/of tuinpaden, moeten uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen om plaatselijke infiltratie van het hemelwater in de bodem maximaal mogelijk te maken. Uitsluitend een terras aan de achterzijde van de woning mag met waterdichte materialen uitgevoerd worden met een max. oppervlakte= 30m², mits deze afwatert naar de tuin en een onmiddellijke bezinking mogelijk is INRICHTINGSELEMENTEN Het groene karakter dient optimaal bewaard te worden. a. tuinhuisjes: één houten tuinhuisje wordt toegestaan onder de volgende voorwaarden: - de gebruikte gevelmaterialen zijn in harmonie met de bestaande woning en vormen hiermee een architectoraal geheel - met een nokhoogte van maximum 3m - met een bebouwde oppervlakte van 12m², op te richten op minimum 1,00 2m uit de perceelsgrenzen, op min. 5 meter uit de achtergevelbouwlijn en op min. 5m afstand van de Scheiloop.. b. één openlucht zwembad is toegestaan onder volgende voorwaarden: - maximaal 50m² groot. - op 2m van de perceelsgrenzen, op minimum 5m uit de achtergevelbouwlijn en op min. 5m van de Scheiloop. - een eventueel zwembad mag niet in de zone gebouwd worden die effectief overtromingsgevoelig is 3.4. AFSLUITINGEN Teneinde voldoende privacy te kunnen Afsluitingen tot max. 2m hoogte zijn toegelaten vanaf de

6 Pagina 6 van 8 bekomen kunnen de kavels afgesloten worden met voldoende hoge afsluitingen. voorgevelbouwlijn; tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn dient de hoogte van de afsluitingen beperkt te blijven tot max. 0,80m. Afsluitingen of hagen langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75 meter tot 1,00 meter vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 meter boven de begande grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 meter moeten op minstens 5,00 meter van de kruin van de waterloop geplaatst worden. Afsluitingen haaks op de waterloop moeten binnen e 5,00 meter-zone eenvoudig verwijderbaar zijn en terugplaatsbaar zijn. Struikgewas dient tot op een hoogte van maximaal 1,50 meter worden teruggesnoeid. Ook de bestaande, op het perceel aanwezige afsluiting dient aangepast te worden aan de vigerende afstandsregels. De afsluitingen zullen bestaan uit een levende haag en/of uit een paal met draadafsluiting eventueel voorzien van een horizontale dwarsplaat van max. 0,40m hoogte AUTOGARAGES, CARPORTS en PARKEERPLAATSEN IN DE BOUWVRIJE ZIJTUINSTROKEN De mogelijkheid tot het oprichten van garages, carports en parkeerplaatsen in de bouwvrije zijtuinstrook aan de linkerzijde moet kunnen. De oprichting van garages en/of carports in de bouwvrije zijtuinstrook, uitsluitend aan de linkerzijde, mogen gekoppeld opgericht worden. In de zijtuinstrook mogen tevens verhardingen worden aangelegd waarop geparkeerd mag worden. Er mag echter slechts langs één zijde van de woning een garage, carport of parkeerplaats worden voorzien in de bouwvrije zijtuinstrook. De andere zijtuinstrook dient bouwvrij te blijven. Deze De garages of carports dienen opgericht te worden op ten minste 5m gemeten van uit de voorgevelbouwlijn en met een maximale diepte tot op de achtergevelbouwlijn van de aanpalende bouwstrook; de zijgevel dient op de scheiding gebouwd te worden mits voldaan wordt aan en er dient voldaan te worden aan volgende voorwaaden:: - door de aanvrager en door de eigenaar van het aanpalend perceel, op de zijgrens waarvan de autogarage zal worden opgericht, een ondertekende verklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt dat hij kennis heeft van het bouwplan van de aanvrager en dat het hem bekend is dat aan hem of zijn rechtverkrijgende, de verplichting zal worden opgelegd tot plaatsing op dezelfde bouwlijn van een autobergplaats of afsluitingsmuur met poort uitgevoerd in een harmoniërend gevelmateriaal. - bouwhoogte: verplicht 3m hoogte gemeten van het terreinniveau tot de bovenkant van de kroonlijst. - gevelmaterialen: vrije te kiezen voor zover het gaat over kwalitatieve en duurzame materialen, met uitzondering van de gevels dewelke worden opgericht op de perceelsgrens. Deze dienen te worden uitgevoerd in baksteenmetselwerk alle gevels in gevelsteen. - dakvorm: plat dak. - één zijgevel dient voorzien te worden tot tegen het hoofdgebouw en de andere zijgevel dient voorzien te worden tot tegen de perceelgrens. - bijkomend voor carports: palen voorzien op min. 0,50m van de perceelsgrens; het plat dak mag voorzien worden

7 Pagina 7 van 8 tot tegen de perceelsgrens. Gemetselde pilaren bij open carports kunnen worden toegestaan tot op de perceelsgrens. Deze dienen een architectureel geheel te vormen met de woning. In de zijtuinstroken kunnen tevens verhardingen worden voorzien waarop geparkeerd kan worden. Deze dienen te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen en mogen worden aangelegd tot aan de achtergevelbouwlijn van de strook voor hoofdgebouwen. Slechts langs één zijde van de woning kunnen autobergplaatsen, carports of verhardingen waarop geparkeerd kan worden, voorzien worden in de zijtuinstrook. De andere zijtuinstrook dient bouwvrij te blijven en als tuin te worden aangelegd. 3. VOORSCHRIFTEN WATERHUISHOUDING VOOR KAVEL NR. 1: 4.1. AFSTANDSREGELS EN ERFDIENSTBAARHEDEN 5,00 METER-ZONE WATERLOOP Gezien de ligging van het perceel nabij een waterloop van tweede categorie dienen de nodige afstandregels in acht genoemen te worden. Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingswerken en voor het spreiden van de ruimingsproducten dient langs beide kanten van de waterloop een zone met een breedte van 5,00 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop vrij te worden gehouden van voorwerpen, contructies, aanplantingen en gebouwen die de doorgang zouden belemmeren van de machines die bij de werken worden gebruikt. Wanneer uitvoering van deze bepaling aanleiding kan geven tot ernstige ecologische schade, zal de Provincie hier in de praktijk afwijkingen op dulden. Afsluitingen/Hagen langs de waterloop moeten op een afstand van 0,75 meter tot 1,00 meter vanaf de kruin van de waterloop geplaatst worden. Ze mogen niet hoger zijn dan 1,50 meter boven de begane grond. Afsluitingen hoger dan 1,50 meter moeten op minstens 5,00 meter van de kruin van de waterloop geplaatst worden. Afsluitingen haaks op de waterloop moeten binnen de 5,00 meter-zone eenvoudig verwijderbaar zijn en terugplaatsbaar zijn. Struikgewas dient tot op een hoogte van maximaal 1,50 meter worden teruggesnoeid. Binnen een afstand van minimaal een meter vanaf de kruin van de waterloop mag de oever niet bewerkt worden, nog besproeid met biociden. Het Mestdecreet verbiedt bovendien elke bemesting binnen een strook van 10,00 (Gen en GENO) of 5,00 meter (overige gevallen) gemeten vanaf de kruin van de waterloop RELIEFWIJZIGINGEN Gezien het lot deels gelegen is in effectief overstromingsgevoelig en recent overstroomd gebied kunnen reliëfwijzigingen niet worden toegestaan, enkel ter hoogte van de zone voor bebouwing. Reliëfwijzigingen zijn enkel toegelaten ter hoogte van de zone voor bebouwing. Het omliggende terrein mag in geen geval opgehoogd worden VERHARDINGEN EN ONDERGRONDSE CONSTRUCTIES

8 Pagina 8 van 8 Voor de noodzakelijke onderhouds- en ruimingswerken dient de 5,00 meter-zone naast de waterloop bestand te zijn tegen machines tot 40 ton. Verhardingen (opritten, terrassen, ), leidingen en ondergrondse constructies voorzien tot op een afstand van minder dan 5,00 meter vanaf de kruin van de waterloop moeten bestand zijn tegen het overrijden van machines tot 40 ton. Niet-functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden 4.4. RELIEFWIJZIGINGEN De aanplanting van loofbomen langs de onbevaarbare waterlopen dient als volgt te gebeuren: 1. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 5,00 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop en met een vrij te bepalen afstand tussen de bomen zodat stroken als zone van openbaar nut met een breedte van 5,00 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop volledig vrij worden gehouden. 2. ofwel een eerste rij bomen op een plantafstand van 0,75 meter landinwaarts gemeten vanaf de kruin van de waterloop met een afstand tussen de bomen van minimum 10,00 meter zodat de bereikbaarheid van de waterloop met de machine blijft verzekerd, en een tweede rij bomen zoals vermeld onder punt 1. Volgens de wet op het natuurbehoud is het verboden naaldbomen te planten of te herplanten of hun zaailingen te laten groeien op minder dan 6,00 meter van de oevers van de waterlopen. De bereikbaarheid van de waterloop voor uitvoering van de noodzakelijke onderhouds-, ruimings- en herstellingswerken dient echter steeds gevrijwaard te worden RELIEFWIJZIGINGEN De bedding van een waterloop van tweede categorie behoort toe aan de provincie. Het is verboden werken uit te voeren binnen de bedding van de onbevaarbare waterloop zonder stedenbouwkundige vergunning. Dus voorafgaand aan de uitvoering van werken aan de waterloop moet een stedenbouwkundige vergunning verkregen worden. Hieronder kan onder meer verstaan worden het optrekken of plaatsen van een constructie (overwelving, kruisen met nutsleiding, aansluiting, elke vaste constructie in de waterloop (oeverversteviging) en reliëfwijzigingen (ophogen 5,00 meterzone langs waterloop, verleggen, dempen of herprofilering van waterloop.