Prijsgeving, gerechtvaardigd vertrouwen en derdenbescherming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prijsgeving, gerechtvaardigd vertrouwen en derdenbescherming"

Transcriptie

1 verdieping Ars Aequi januari arsaequi.nl/maandblad Prijsgeving, gerechtvaardigd vertrouwen en derdenbescherming Jan Lokin (jr.)* Niet artikel 3:35 BW, maar artikel 3:36 BW is van toepassing in het geval een derde, die een onbeheerde zaak in bezit wil nemen, moet beoordelen of de zaak is prijsgegeven. * Mr. J.C.T.F. Lokin is als promovendus Rechtsgeschiedenis verbonden aan het Onderzoekscentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen. 1 Trouw, Schilderij van 2,5 miljoen bij oud vuil gezet, 9 april Zie ook: www. nos.nl/artikel/ schoonmaker-zet-kunstbij-grofvuil.html (laatst geraadpleegd 2 december 2014). 2 Algemeen Dagblad, euro voor grofvuil schilderij Sparta stadion, 17 november 2010, www. ad.nl/ad/nl/5600/ Kunst-literatuur/ article/detail/ / 2010/11/17/ euro- voor-grofvuil-schilderij- Sparta-stadion.dhtml (laatst geraadpleegd 2 december 2014). 3 Rb. Rotterdam 19 december 2012, ECLI: NL: RBROT: 2012: BY Het artikel luidt: De eigendom van een roerende zaak wordt verloren, wanneer de eigenaar het bezit prijsgeeft met het oogmerk om zich van de eigendom te ontdoen. 5 Een onroerende zaak kan nooit een res nullius worden. Artikel 5:24 BW luidt: Aan de Staat behoren onroerende zaken die geen andere eigenaar hebben. 1 Inleiding Tevreden verlaat een kunstverzamelaar een veiling in het Grand Hyatt Hotel te Hongkong. Hij heeft zojuist het schilderij The Snowy Mountain van de schilder Cui Ruzhuo gekocht voor, omgerekend, ruim 2,5 miljoen euro. Dat tevreden gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon als hij erachter komt dat schoonmakers het schilderij na de veiling hebben afgevoerd. Ze zagen het doek aan voor afval. De kans is groot dat het schilderij terecht is gekomen op een vuilnisbelt in Hongkong. 1 Dit bericht in Trouw doet denken aan de uitzending van het programma Tussen Kunst en Kitsch van 17 november In dat programma werd een schilderij getaxeerd tussen de en Het bleek een werk te zijn van de Rotterdamse kunstenaar Johan Hendrik van Mastenbroek. Later werd duidelijk dat het ging om Het zicht op Delfshaven, dat vroeger in het stadion van de Rotterdamse voetbalclub Sparta had gehangen. Dat stadion, Het Kasteel, werd tussen 1997 en 1999 verbouwd. Tijdens die verbouwing was het schilderij van Van Mastenbroek om de één of andere reden bij het grofvuil terecht gekomen. Een voorbijganger had het schilderij meegenomen. 3 Hij had het schilderij in bezit genomen in de veronderstelling dat de eigenaar het schilderij had prijsgegeven. Het tv-programma kreeg een staartje: het bestuur van de voetbalclub sprak de inbezitnemer aan en wilde het schilderij terug. Beide zaken gaan over (quasi) prijsgeving. Volgens artikel 5:18 Burgerlijk Wetboek (BW) is er sprake van prijsgeving wanneer de eigenaar het bezit van de roerende zaak prijsgeeft met het oogmerk zich van de eigendom te ontdoen. 4 Het rechtsgevolg van prijsgeving is dat de eigendom verloren gaat en de roerende zaak een res nullius wordt: een zaak die aan niemand toebehoort. 5 Heeft de inbezitnemer recht op bescherming tegenover de handelende persoon die de schijn wekt dat zijn wil overeenstemt met zijn gedragingen, en zo ja op grond waarvan? De literatuur geeft geen duidelijk antwoord op deze vraag Prijsgeving is een eenzijdige ongerichte rechtshandeling (zie par. 2). Het kan voorkomen dat het lijkt alsof de wil van de eigenaar erop gericht is om het goed prijs te geven, maar dat dit in werkelijkheid niet het geval is. De wil en de handeling van de prijsgever lopen dan uiteen, terwijl dit voor omstanders niet per se duidelijk is. Heeft de inbezitnemer recht op bescherming tegenover de handelende persoon die de schijn wekt dat zijn wil overeenstemt met zijn gedragingen, en zo ja op grond waarvan? De literatuur geeft geen duidelijk antwoord op deze vraag (zie par. 3). Waar de meeste auteurs in dit kader een beroep doen op het artikel van het gerechtvaardigd vertrouwen (art. 3:35 BW), doen anderen

2 20 Ars Aequi januari 2015 verdieping arsaequi.nl/maandblad een beroep op derdenbescherming (art. 3:36 BW). De oorzaak van de onduidelijkheid in de literatuur lijkt te liggen in het feit dat Meijers in zijn toelichting bij prijsgeving (art. 5:18 BW) verwijst naar artikel Dit artikel is echter naderhand gesplitst in artikel 3:35 BW en artikel 3:36 BW, waardoor verwarring is ontstaan welke van de twee artikelen van toepassing is bij vermeende prijsgeving. Mijns inziens is dat artikel 3:36 BW (zie par. 4). Als aan de criteria van artikel 3:36 BW is voldaan, dan wordt de inbezitnemer tegen het beroep van de eigenaar op zijn eigendomsrecht beschermd (zie par. 5). Het toepassen van het juiste artikel is van belang, daar de bescherming van artikel 3:36 BW minder ver reikt dan die van artikel 3:35 BW (zie par. 6). De oorzaak van de onduidelijkheid in de literatuur lijkt te liggen in het feit dat Meijers in zijn toelichting bij prijsgeving verwijst naar artikel Dit artikel is echter naderhand gesplitst in artikel 3:35 BW en artikel 3:36 BW Gerichte eenzijdige rechtshandeling Gericht tot één of meer specifieke personen Rechtsgevolg treedt in als de verklaring van de handelend persoon de ander bereikt Voorbeelden: ingebrekestelling, opzegging overeenkomst, verrekeningsverklaring Artikel 3.35 BW van toepassing Ongerichte eenzijdige rechtshandeling Niet tot een specifiek persoon gericht Rechtsgevolg treedt in onmiddellijk na het verrichten van de rechtshandeling Voorbeelden: aanvaarding/verweping nalatenschap, maken van een uiterste wil, erkenning van een kind, prijsgeving Artikel 3.36 BW van toepassing 2 Prijsgeving: een eenzijdige rechtshandeling Prijsgeven of derelictio is een eenzijdige rechtshandeling. 6 Dit betekent dat het rechtsgevolg intreedt door de wilsuiting van de prijsgever, dus van één partij. 7 Er is geen tweede partij voor nodig om het beoogde rechtsgevolg te verwezenlijken. De eenzijdige rechtshandeling kan men in twee groepen onderverdelen: de gerichte en de ongerichte eenzijdige rechtshandeling. Gerichte eenzijdige rechtshandelingen zijn handelingen waarbij de wilsverklaring tot één of meer specifieke personen wordt gericht. De hoofdregel is dat bij gerichte rechtshandelingen het rechtsgevolg pas intreedt, als de verklaring van de handelende persoon de ander bereikt. Voorbeelden van gerichte eenzijdige handelingen zijn een ingebrekestelling, een opzegging van een overeenkomst en een verrekeningsverklaring. 8 Naast de gerichte eenzijdige rechtshandelingen zijn er de eenzijdige rechtshandelingen die niet tot één of meer specifieke personen zijn gericht. Voorbeelden hiervan zijn de aanvaarding of verwerping van een nalatenschap, het maken van een uiterste wil en de erkenning van een kind. 9 Prijsgeving behoort volgens de wetgever eveneens tot de laatste categorie. 10 De prijsgever geeft zijn zaak immers prijs ten overstaan van de gehele wereld. 11 Het belang van het onderscheid tussen gerichte en ongerichte rechtshandelingen is hierin gelegen, dat bij een gerichte rechtshandeling de vertrouwensleer, zoals opgenomen in artikel 3:35 BW, van toepassing is en bij de ongerichte rechtshandeling is dat artikel 3:36 BW. 12 Door rechtshandelingen te onderscheiden in gerichte en ongerichte rechtshandelingen, wordt het duidelijk welke gevallen binnen het bereik vallen van artikel 3:35 BW en welke gevallen binnen het bereik van artikel 3:36 BW. Prijsgeving valt daarom onder artikel 3:36 BW. Desondanks bestaat er in de literatuur en in de rechtspraak in geval van prijsgeving onduidelijkheid over welk artikel van toepassing is: artikel 3:35 BW of artikel 3:36 BW. Door rechtshandelingen te onderscheiden in gerichte en ongerichte rechtshandelingen, wordt het duidelijk welke gevallen binnen het bereik vallen van artikel 3:35 BW en welke gevallen binnen het bereik van artikel 3:36 BW 3 (Schijn van) prijsgeving: artikel 3:35 BW of artikel 3:36 BW? De Rechtbank Rotterdam combineert in de aangehaalde zaak van het schilderij van Van Mastenbroek prijsgeving in de zin van artikel 5:18 BW met artikel 3:35 BW. Zij gaat na of er 6 F.H.J. Mijnssen, A.A. van Velten & S.E. Bartels, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht; 5* Eigendom en beperkte rechten, Deventer: Kluwer 2008, nr. 111; A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht; 6 Verbintenissenrecht Deel III Algemeen overeenkomstenrecht, Deventer: Kluwer 2014, nr Asser/Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, nr. 2; Zie ook O.K. Brahn & W.H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2010, p. 176 e.v. 8 Asser/Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, nr Asser/Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, nr Parl. Gesch. Invoering Boeken 3, 5, en 6 (MvA I) p. 1163, zie ook: Asser- Hartkamp, Sieburgh, 6-III 2014, nr J.E. Jansen, Over prijsgeving, overdracht en afval in het goederenrecht, Groninger Opmerkingen en Mededelingen 2012, p Asser-Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, p. 77.

3 arsaequi.nl/maandblad verdieping Ars Aequi januari Rb. Rotterdam 19 december 2012, ECLI: NL: RBROT: 2012: BY6624. In deze bijdrage worden de overige overwegingen van de rechtbank buiten beschouwing gelaten, inclusief haar reactie op de (tegenstrijdige) verklaringen van de inbezitnemer van het schilderij en de getuigen. Het belang van de uitspraak van de Rotterdamse rechter in deze bijdrage is, dat zij heeft geconstateerd dat er sprake is van prijsgeving en vervolgens artikel 3:35 BW heeft toegepast. 14 Jansen 2012, p Jansen stelt in noot 64 wel dat toepassing van artikel 3:36 BW in combinatie met prijsgeving niet ondenkbaar is, maar concludeert dat Meijers ervan uitgaat dat prijsgeven een gerichte rechtshandeling is. 16 H.J. Snijders & E.B. Rank- Berenschot, Goederenrecht, Deventer: Kluwer 2012, nr. 206, p W.H.M. Reehuis & A.H.T. Heisterkamp, Pitlo. Het Nederlands Burgerlijk recht. Deel 3. Goederenrecht, Deventer: Kluwer 2012, p Asser-Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, nr Asser/Hartkamp & Sieburgh, 6-III 2014, nr R. Koolhoven, Het ongewild prijsgegeven schilderij en het gedrag van de occupant, NTBR 2014/ Zie voor een uitgebreidere toelichting op de opvatting van Koolhoven mijn reactie op haar stuk: J.C.T.F. Lokin, Ongewilde prijsgeving: een kwestie van derdenbescherming op de voet van art. 3:36 BW, NTBR 2014/ Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p sprake is van prijsgeving en toetst vervolgens aan de hand van artikel 3:35 BW of er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen. 13 Ook in de literatuur wordt prijsgeven vaak gekoppeld aan artikel 3:35 BW. Zo brengt Jansen het prijsgeven ingevolge artikel 5:18 BW in verband met het gerechtvaardigd vertrouwen in artikel 3:35 BW waarop derden mogen afgaan. 14 Ter onderbouwing hiervan verwijst Jansen naar de Toelichting van Meijers, in het bijzonder het gedeelte waarin Meijers stelt dat in het geval een roerende zaak geen bezitter heeft en een derde moet beoordelen of de vroegere bezitter de zaak heeft prijsgegeven, artikel van toepassing is. 15 Artikel is het huidige artikel 3:35 BW. Evenzo stelt H.J. Snijders dat voor de beantwoording van de vraag of iemand mag aannemen dat de zaak door de eigenaar is prijsgegeven, titel 3.2 (in het bijzonder artikel 3:35 BW) richtinggevend is. 16 Een verdere uitleg over waarom artikel 3:35 BW richtinggevend is ontbreekt. Ook Heisterkamp stelt summier dat voor vermeende prijsgeving de uitleg bepalend is die een redelijk oordelend mens in de gegeven omstandigheden mag geven en in dat kader verwijst hij naar artikel 3:35 BW. 17 In het licht van wat er besproken is over de eenzijdige ongerichte en de eenzijdige gerichte rechtshandelingen is het opmerkelijk dat prijsgeving gekoppeld wordt aan artikel 3:35 BW In het licht van wat er besproken is over de eenzijdige ongerichte en de eenzijdige gerichte rechtshandelingen is het opmerkelijk dat prijsgeving gekoppeld wordt aan artikel 3:35 BW. Hartkamp en Sieburgh koppelen prijsgeving daarom niet aan artikel 3:35 BW. Zij sommen kort op welke eenzijdige rechtshandelingen niet gericht zijn tot één of meer andere personen (de ongerichte eenzijdige rechtshandelingen) en noemen in dat kader onder andere de derelictio. 18 Voorts stellen zij dat het beschermingsartikel bij ongerichte rechtshandelingen artikel 3:36 BW is, aangezien alle anderen ten opzichte van de ongerichte rechtshandeling derden zijn. 19 Hartkamp en Sieburgh zijn aldus weliswaar de opvatting toegedaan dat artikel 3:36 BW bescherming biedt in geval van prijsgeving, maar ook zij geven hun opvatting summier weer. Koolhoven koppelt (vermeende) prijsgeving noch aan artikel 3:35 BW noch aan artikel 3:36 BW, maar onder meer aan de artikelen die gaan over vinderschap. Het antwoord op de vraag wie eigenaar is geworden van de onbeheerde zaak hangt volgens Koolhoven niet zozeer af van het feit dat iemand erop mocht vertrouwen dat de zaak was prijsgegeven (art. 3:35 BW), maar hangt veel meer af van het gedrag van de vinder/inbezitnemer. De vinder/inbezitnemer heeft zich te gedragen als zijn broeders hoeder. De gedragsregels die staan in de artikelen over vinderschap (art. 5:5 e.v. BW) zijn van toepassing op de occupant die een (quasi) prijsgegeven zaak in bezit wil nemen, aldus Koolhoven. Een occupant die de vermeend prijsgegeven zaak in bezit neemt, kan volgens Koolhoven slechts verjaringsbezitter worden. Directe eigendomsverkrijging op grond van artikel 5:4 BW is volgens haar onmogelijk, omdat de zaak niet is prijsgegeven en daarom geen res nullius is geworden. 20 Door artikel 3:36 BW is directe eigendomsverkrijging in mijn ogen juist wel mogelijk. Bij een geslaagd beroep op dat artikel speelt verjaring geen rol meer. 21 De oorzaak van het ontstaan van verschillende visies lijkt te liggen in het feit dat het oorspronkelijke ontwerp van artikel 3.2.3, waar Meijers in de toelichting van artikel 5:18 BW naar verwijst, niet in het huidige BW terecht is gekomen. Dit artikel is namelijk gesplitst in twee bepalingen: artikel dat zoals gezegd ten grondslag ligt aan artikel 3:35 BW en artikel 3.2.3a dat ten grondslag ligt aan artikel 3:36 BW. 4 Toelichting Meijers De artikelen 3:35 BW en 3:36 BW hebben één voorganger in het ontwerp van Meijers. Dit artikel luidt: Tegen hem, die een verklaring of een gedraging heeft opgevat in de zin, waarin een redelijk oordelend mens haar onder de gegeven omstandigheden mocht opvatten, en voor wie het niet duidelijk kenbaar was, dat een daarmede overeenstemmende wil ontbrak, kan geen beroep op gemis van die wil worden gedaan. Evenmin kan op de onvolledigheid van een verklaring een beroep worden gedaan tegenover hem, die deze onvolledigheid niet kende, noch behoorde te kennen. 22 Deze bepaling ziet op de situatie dat er een discrepantie bestaat tussen de wil en de verklaring van een partij. Indien een redelijk oordelend mens in de gegeven omstandigheden ervan uit mocht gaan, dat er geen discrepantie was tussen de wil en de verklaring, dan kan de handelende partij zich niet tegen de redelijk oordelende mens beroepen op het

4 22 Ars Aequi januari 2015 verdieping arsaequi.nl/maandblad ontbreken van de wil. In het oorspronkelijke wetsontwerp van Meijers konden ook derden een beroep doen op bovengenoemd artikel. Een apart artikel voor derdenbescherming omtrent dit onderwerp ontbrak dus in het wetsontwerp van Meijers. 23 In het oorspronkelijke wetsontwerp van Meijers konden ook derden een beroep doen op bovengenoemd artikel. Een apart artikel voor derdenbescherming omtrent dit onderwerp ontbrak dus in het wetsontwerp van Meijers Meijers ontwierp daarom een algemeen artikel, dat gold voor zowel gevallen die nu onder ons huidige artikel 3:35 BW vallen als voor gevallen die in het huidige artikel 3:36 BW staan beschreven. Hij lichtte zijn artikel als volgt toe: Op het artikel kan enerzijds een beroep worden gedaan door de wederpartij bij een overeenkomst of bij een andere meerzijdige rechtshandeling gelijk een levering of boedelscheiding, alsmede door de ontvanger van een tot hem gerichte eenzijdige verklaring als een opzegging, een afstand of een bekrachtiging. Maar anderzijds kan het artikel ook door buitenstaanders als schuldenaars, schuldeisers en derden-verkrijgers worden ingeroepen ( ) 24 Dat een beroep op het artikel ook openstond aan derden, stuitte echter op ernstige bezwaren in de Tweede Kamer, omdat het artikel in wezen twee verschillende regels bevatte, namelijk één over de totstandkoming van rechtshandelingen en één over de bescherming van derden. 25 De eerste regel beschermt een partij tegen een beroep, van de verklarende wederpartij, op het ontbreken van een bij die verklaring overeenstemmende wil. De tweede regel beschermt een derde tegen een beroep op de onjuistheid van de bij die derde opgewekte veronderstelling. 26 Naast deze verschillen werd gesteld dat de derdenbescherming minder ver dient te reiken dan bescherming jegens een verklaring van een wederpartij en daardoor beter in een afzonderlijk artikel kon worden geregeld. 27 Daarom is het oorspronkelijke artikel van Meijers (thans art. 3:35 BW) in die zin gewijzigd dat het zich nu beperkt tot die gevallen waarin iemand een verklaring of gedraging heeft opgevat, als een tot hem gerichte verklaring. 28 Het nieuwe artikel (thans art. 3:36 BW) heeft betrekking op gevallen waarin er sprake is van derden die te goeder trouw op een verklaring c.q. handeling van een ander zijn afgegaan. Meijers schrijft over deze laatst genoemde gevallen het volgende: In sommige landen heeft men het dogma van geen geldige rechtshandeling zonder daarop gerichte wil, met de bescherming der belangen van derden te goeder trouw willen combineren, door de rechtshandeling weliswaar als ongeldig te beschouwen, maar de handelende persoon te verplichten aan de te goeder trouw gedupeerde diens negatief belang te vergoeden. Echter evenals in andere gevallen, waarin wil en verklaring niet overeenstemmen (gevallen van verschrijving, van scherts, enz.) kent het ontwerp hier aan de derde die te goeder trouw op de verklaring is afgegaan, niet slechts vergoeding voor zijn negatief belang toe, maar geeft het hem de bevoegdheid zich aan de verklaring te houden. Aldus wordt een te subtiel onderscheid uitgeschakeld en het rechtsleven in overeenstemming met de zekerheid, die de praktijk behoeft, geregeld. 29 Meijers kiest voor de derde, in het geval de derde te goeder trouw er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat de verklaring van een ander overeenstemde met diens wil. Hij kiest voor de rechtszekerheid, waar volgens hem de praktijk behoefte aan heeft. Dat Meijers (vermeende) prijsgeving koppelt aan derdenbescherming blijkt uit zijn Toelichting bij artikel 5:18 BW. 30 Daar stelt Meijers dat artikel van toepassing is in het geval een derde, die een onbeheerde zaak in bezit wil nemen, moet beoordelen of de vroegere bezitter de zaak heeft prijsgegeven. 31 Volgens Meijers houdt dat in dat de derde aan de handeling van de prijsgever de uitlegging mag geven die een redelijk oordelend mens onder de gegeven omstandigheden aan de handeling mag geven. 32 Het verschil tussen het ontbreken van een wil bij de verklaring van partijen enerzijds en de onjuistheid van de bij derde(n) opgewekte veronderstelling anderzijds, is nu juist de reden geweest om het door Meijers voorgestelde algemene artikel te splitsen Als Meijers het artikel over prijsgeven bespreekt en daarbij verwijst naar artikel 3.2.3, dan verwijst hij naar zijn oorspronkelijke ontwerp, in het bijzonder naar het gedeelte van het artikel dat over derden gaat (daarna art a geworden, oftewel art. 3:36 BW). Volgens Meijers is dan niet artikel 3:35 BW bij prijsgeven van toepassing, maar artikel 3:36 BW. Het verschil tussen het ontbreken van een wil bij de verklaring van partijen enerzijds en de onjuistheid van de bij derde(n) 23 Lid 2 van het artikel bepaalde dat het eerste lid niet van toepassing was op uiterste wilsbeschikkingen. Deze uitzondering gold, aldus Meijers, niet voor andere eenzijdige rechtshandelingen. 24 Parl. Gesch. Boek 3 (TM), p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Opmerkelijk aan deze passage is overigens dat Meijers de levering als voorbeeld noemt van een meerzijdige rechtshandeling. 26 Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 180 en p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Parl. Gesch. Boek 3 (TM), p Parl. Gesch. Boek 5 (TM), p Parl. Gesch. Boek 5 (TM), p Parl. Gesch. Boek 5 (TM), p. 115.

5 arsaequi.nl/maandblad verdieping Ars Aequi januari feit dat iemand die een beroep doet op artikel 3:36 BW een derde moet zijn, moet er ook sprake zijn van een verklaring of een gedraging van een partij, waardoor de derde het ontstaan, bestaan of het tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking heeft kunnen aannemen. Voor artikel 3:36 BW is van belang of er een onjuiste veronderstelling is gewekt bij derde(n). Geen rol speelt, zoals dat wel het geval is bij artikel 3:35 BW, de tussen partijen geldende uitleg. 33 Ik geef een voorbeeld. De vraag rijst wanneer een beroep op artikel 3:36 BW kans van slagen heeft en wat de gevolgen zijn als een beroep op het artikel slaagt Foto: Marten Hoogstraat ( 33 Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 178; HR 9 september 2005, ECLI: NL: HR: 2005: AT8969, NJ 2006/470 (Bruil/Bruil Beheer). 34 Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 178; Zie ook: Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, p. 117; S.E. Bartels & A.I.M. van Mierlo, Mr. C. Asser s Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 3. Vermogensrecht algemeen. Deel IV. Algemeen goederenrecht, 2013, nr. 385 e.v. 35 Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 179; Zie ook: Pitlo/Reehuis & Heisterkamp 2012, p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Asser/Bartels & Van Mierlo, 3-IV 2013, nr Voor handelingen niet zijnde rechtshandelingen zie: MvA II, Parl. Gesch. Boek 3, p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p opgewekte veronderstelling anderzijds, is nu juist de reden geweest voor de wetgever om het door Meijers voorgestelde algemene artikel te splitsen in twee artikelen: 3:35 BW en 3:36 BW. 5 Een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW Nu we hebben vastgesteld dat artikel 3:36 BW van toepassing is in gevallen van (vermeende) prijsgeving, rijst de vraag wanneer een beroep op artikel 3:36 BW kans van slagen heeft en wat de gevolgen zijn als een beroep op het artikel slaagt. De tekst van artikel 3:36 BW luidt als volgt: Tegen hem die als derde op grond van een verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, het ontstaan, bestaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking heeft aangenomen en in redelijk vertrouwen op de juistheid van die veronderstelling heeft gehandeld, kan door degene om wiens verklaring of gedraging het gaat, met betrekking tot deze handeling op de onjuistheid van die veronderstelling geen beroep worden gedaan. Alleen een derde kan een beroep doen op artikel 3:36 BW. Als iemand geen partij is bij een overeenkomst, dan is hij een derde. Naast het A schenkt aan B een partij boeken en spreekt met B af dat hij zijn boeken voor zijn deur neerlegt, zodat B ze daar later kan komen afhalen. C, een derde die langs de deur van A loopt, verkeert echter in de veronderstelling dat de boeken zijn prijsgegeven en neemt de boeken mee. Of C door artikel 3:36 BW kan worden beschermd, hangt af van het antwoord op de vraag of hij erop mocht vertrouwen dat de boeken waren prijsgegeven. Niet van belang is wat er tussen A en B is afgesproken. Gaat een derde af op een tussen partijen gesloten overeenkomst, dan is het van belang welke interpretatie de derde in de gegeven omstandigheden aan de overeenkomst mocht toekennen. Is er door een verklaring van een ander, een onjuiste veronderstelling gewekt bij de derde, dan rijst de vraag of de derde van die veronderstelling uit mocht gaan. 34 Voorts is voor de toepassing van artikel 3:36 BW vereist dat de derde zijn handelen afstemde op de onjuiste veronderstelling. 35 Zonder die handeling is een beroep op artikel 3:36 BW door een derde niet mogelijk. 36 Met handelen wordt over het algemeen bedoeld dat de derde een rechtshandeling verricht. 37 Als C naar huis loopt om een kruiwagen te halen, zodat hij de boeken kan meenemen, en bij terugkomst ziet dat B de boeken heeft meegenomen, zal een beroep op artikel 3:36 BW door C niet slagen. Neemt C echter direct de boeken mee naar huis, dan is een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW wellicht mogelijk. Of dit beroep zal slagen is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. De derde wordt door artikel 3:36 BW slechts beschermd met betrekking tot de door hem verrichte (rechts)handeling. 38

6 24 Ars Aequi januari 2015 verdieping arsaequi.nl/maandblad Het vertrouwen van de derde moet gerechtvaardigd zijn geweest. De derde moet te goeder trouw zijn geweest in de zin van artikel 3:11 BW. 39 Van belang is de vorm van de gedraging waarop de derde is afgegaan. Wanneer een derde afgaat op een gepubliceerde verklaring, zal hij eerder bescherming krijgen dan wanneer de derde afgaat op een verklaring van horen zeggen. 40 Als iemand afgaat op een artikel, geplaatst in de lokale krant, waarin staat dat er gratis spullen zijn af te halen voor een huis op de stoep, zal de bescherming eerder worden verleend, dan wanneer iemand langs een huis loopt en een bank op de stoep ziet staan en meeneemt. Zo heeft de Utrechtse rechtbank besloten dat van een derde, die handelt vanuit zijn beroep, mag worden verwacht dat hij de gebruiken kent van de bedrijfstak waarin hij werkzaam is. Een derde die door een contractuele uitsluiting van cessie was gedupeerd, werd niet beschermd door artikel 3:36 BW omdat het in zijn bedrijfstak gebruikelijk was om cessie uit te sluiten. De derde had rekening te houden met de mogelijkheid dat de partijen afspraken hadden gemaakt om cessie uit te sluiten. 41 Hij had hierdoor niet voldaan aan zijn onderzoeksplicht. De omstandigheden van het geval bepalen dus hoever een onderzoeksplicht in een concreet geval reikt. 42 Het vertrouwen van de derde moet gerechtvaardigd zijn geweest. De derde moet te goeder trouw zijn geweest in de zin van artikel 3:11 BW. Van belang is de vorm van de gedraging waarop de derde is afgegaan De rechter zal dan ook van geval tot geval moeten beslissen of een derde het ontstaan, bestaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen. 43 Indien aan de vereisten van artikel 3:36 BW is voldaan en de eigenaar de indruk heeft gewekt dat hij zijn zaak heeft prijsgegeven, dan kan hij geen beroep doen op zijn eigendomsrecht tegenover de derde die de zaak in bezit heeft genomen. Of juister gezegd: hij kan wel een beroep doen op zijn eigendomsrecht, maar de derde kan zich verweren door een beroep te doen op artikel 3:36 BW. Door een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW kan de eigenaar geen beroep doen jegens deze derde op het feit dat hij de zaak niet heeft prijsgegeven. Jegens deze derde is de juridische werkelijkheid als ware: er is prijsgegeven. Hierdoor is inbezitneming van de zaak door deze derde mogelijk. De derde die de zaak in bezit heeft genomen is op grond van artikel 5:4 BW eigenaar van de zaak geworden met als gevolg dat de prijsgever zijn eigendomsrecht verliest. In dit geval heeft artikel 3:36 BW dus geen relatieve werking, maar absolute werking. Het zou immers vreemd zijn als de prijsgever, die de zaak niet kan revindiceren, de zaak krachtens artikel 3:95 BW levert aan zijn verzekeringsmaatschappij, die vervolgens bij de derde de zaak wel kan revindiceren. Door een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW kan de eigenaar geen beroep doen jegens deze derde op het feit dat hij de zaak niet heeft prijsgegeven. Jegens deze derde is de juridische werkelijkheid als ware: er is prijsgegeven Slaagt een op artikel 3:36 BW niet, dan rest voor de inbezitnemer enkel de mogelijkheid om door middel van de verjaring eigenaar te worden. 6 Verschil artikel 3:36 BW en artikel 3:35 BW Voor zowel artikel 3:36 BW als voor artikel 3:35 BW geldt dat de onderzoeksplicht van de wederpartij/derde zwaarder wordt, als de gevolgen voor de verklarende partij nadeliger worden. 44 Het is, zoals eerder gezegd, de rechter die bepaalt of een derde/een wederpartij aan een verklaring de zin heeft toegekend die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen. 45 Desalniettemin verschillen de artikelen wel degelijk van elkaar. Voor zowel artikel 3:36 BW als voor artikel 3:35 BW geldt dat de onderzoeksplicht van de wederpartij/derde zwaarder wordt, als de gevolgen voor de verklarende partij nadeliger worden 39 Parl. Gesch. Invoering Boeken 3, 5 en 6 (MvA II), p. 1135; Zie ook: Pitlo/ Reehuis & Heisterkamp 2012, p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Rb. Utrecht, 4 februari 2009, ECLI: NL: RBUTR: 2009: Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 177; HR 28 mei 1982, ECLI: NL: HR: 1982: AG4391, NJ 1983/2 (Coolwijk/Kroes). 45 Parl. Gesch. Boek 3 (MvA II), p. 173 en p. 180.

7 arsaequi.nl/maandblad verdieping Ars Aequi januari Uiteraard hangt het slagen van een beroep op artikel 3:35 BW af van omstandigheden van het geval. Zoals gezegd zal de rechter moeten beoordelen of B aan de verklaring van A, namelijk het zeldzame exemplaar tussen de stapel leggen, de zin heeft toegekend die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen. We keren terug naar het, in de vorige paragraaf, gegeven voorbeeld. A schenkt aan B een partij boeken en spreekt met B af dat hij de boeken voor zijn deur neerlegt, zodat B de boeken daar later kan komen afhalen. A legt per ongeluk een zichtbaar zeldzaam exemplaar bij de stapel boeken die voor B bestemd is. B neemt de stapel mee naar huis en krijgt later van A te horen dat A het zeldzame exemplaar terug wil hebben. B kan een beroep doen op artikel 3:35 BW. Mocht B door zijn afspraak met A ervan uitgaan dat de wil bij A aanwezig was om de gehele stapel, dus inclusief het zeldzame exemplaar, aan B te schenken, dan is B eigenaar geworden van de gehele stapel. 46 Het is echter anders als C, een derde, de stapel boeken meeneemt, voordat B bij het huis van A aankomt. Doordat het zeldzame exemplaar tussen de stapel ligt, is de kans kleiner dat de eigenaar afstand heeft gedaan van zijn eigendomsrecht. C had niet zomaar mogen aannemen dat de partij boeken, in ieder geval het zeldzame exemplaar, waren prijsgegeven. Een vereiste voor een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW is dat de derde zijn handelen heeft afgestemd op zijn onjuiste veronderstelling Keren we tot slot terug naar de eerder aangehaalde zaak van het schilderij van Van Mastenbroek. Net als de rechter ben ik van oordeel dat de voorbijganger gehouden is om het schilderij terug te geven aan Sparta. Ik bewandel echter een andere weg om tot die conclusie te komen, omdat bij vermeende prijsgeving artikel 3:36 BW geldt en niet artikel 3:35 BW. De eisen waaraan men moet voldoen om door artikel 3:36 BW beschermd te worden zijn strenger dan artikel 3:35 BW, omdat het eerste artikel over derden gaat. Derden mogen minder snel aannemen dat hun veronderstelling juist is dan specifieke personen tot wie een eenzijdige rechtshandeling gericht is. Het is zaak om de artikelen binnen hun reikwijdte juist toe te passen. Anders wordt de bedoeling van de wetgever genegeerd. Een vereiste voor een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW is dat de derde zijn handelen heeft afgestemd op zijn onjuiste veronderstelling. In het geval van prijsgeven komt de handeling erop neer dat de derde de zaak in bezit heeft genomen. Een geslaagd beroep op artikel 3:36 BW bewerkstelligt dat de eigenaar geen beroep meer kan doen jegens deze derde op het feit dat hij de zaak niet heeft prijsgegeven. De inbezitneming van de zaak bewerkstelligt dat de derde op grond van artikel 5:4 BW eigenaar van de zaak is geworden. De prijsgever heeft dan zijn eigendomsrecht verloren.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92985

Nadere informatie

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen:

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Korte handleiding bijeenkomst 4. Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Onder algemene titel (opvolging in een geheel vermogen of een deel hiervan): erfopvolging, boedelmenging

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken

(g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken De Goederenrechtelijke overeenkomst: (g)een vereiste voor geldige overdracht? Auteur: F.W.J. Van Geelkerken 1 Inleiding In Nederland bestaan er binnen het vakgebied van het goederenrecht (en in mindere

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap

Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap Monografieen Nieuw BW A14 Rechtsgevolgen en functies van bezit en houderschap Mr. A.C. van Schaick Kluwer - Deventer - 2003 Inhoud LUST VAN AFKORTINGEN XIII LUST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR XV DEEL

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/92848

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN

DEEL 2 RECHTSGEVOLGEN EN FUNCTIES VAN BEZIT EN HOUDERSCHAP EN ASPECTEN DIE DAARBIJ VAN BELANG ZIJN Voorwoord Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur DEEL 1 BEZIT EN HOUDERSCHAP IN HET ALGEMEEN Hoofdstuk I Algemene opmerkingen 1 Inleiding 2 Terminologie Hoofdstuk II Begripsomschrijving

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

REACTIE OP HET FISCALE BODEMRECHT VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen

Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever. 2. Alle offertes en aanbiedingen

Nadere informatie

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever.

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever. Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever. 2. Alle offertes en aanbiedingen

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e), Extra Literatuur Goederenrecht DEEL B: Week 6 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een deel van de extra literatuur van het vak Goederenrecht. Het betreft de samenvatting van de Asser serie

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018 vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: 6507316\CV EXPL 17-3909 Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende

Nadere informatie

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding

Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partij beding F.E.J. Beekhoven van den Boezem KLUWER Deventer-2003 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur XV XIX INLEIDING

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78177

Nadere informatie

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN

VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN VOORWOORDEN BIJ EERDERE DRUKKEN Bij de zevende druk In de derde band worden de titels 6.3 (Onrechtmatige daad) en 6.4 (Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst) behandeld als

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen This full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/106630

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1

Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau. EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17

Nadere informatie

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW

B5 Volmacht. Kluwer a Wolters Kluwer business MONOGRAFIEËN BW MONOGRAFIEËN BW B5 Volmacht Prof. mr. A.C. van Schaick Advocaat te Tilburg, hoogleraar privaatrechtelijke rechtshandhaving en rechtsvergelijking aan de Universiteit van Tilburg en raadsheer-plaatsvervanger

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21. Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.237 Probleemstelling: Hoe kan het rechtsgevolg van beslag

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR

MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT GOEDERENRECHT ALGEMEEN GOEDERENRECHT VIJFTIENDE DRUK BEWERKT DOOR MR. F.H.J. MIJNSSEN VOORMALIG VICE-PRESIDENT VAN DE HOGE

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016

ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ENIGE KNELPUNTEN AANGAANDE VERJARING IN HET VERZEKERINGSRECHT VRIJDAG 11 NOVEMBER 2016 ONDERWERPEN Recht vóór inwerkingtreding titel 7.17 BW Recht bij inwerkingtreding titel 7.17 BW Verjaringstermijn van

Nadere informatie

Samenvatting Vraagstelling

Samenvatting Vraagstelling Samenvatting Vraagstelling Dit boek gaat over artikel 3:105. Artikel 3:105 verheft degene die een goed bezit, tot rechthebbende op het ogenblik dat de rechtsvordering waarmee de eigenaar tegen de bezitter

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verheul, E. F. (2016). Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer. Ars Aequi, 2016(9), [AA ].

Citation for published version (APA): Verheul, E. F. (2016). Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer. Ars Aequi, 2016(9), [AA ]. University of Groningen Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer Verheul, Emil Published in: Ars Aequi IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Verpanding van merken

Verpanding van merken Verpanding van merken M.W. Wiegerinck 1 1. Inleiding Tijdens mijn studie was ik student-assistent van Wim Reehuis. Ik assisteerde hem bij de herziening van het boek Goederenrecht ten behoeve van de twaalfde

Nadere informatie

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens

Nadere informatie

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud

De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud De goederenrechtelijke positie van de koper onder eigendomsvoorbehoud Kan een koper onder eigendomsvoorbehoud goederenrechtelijk over zijn voorwaardelijk eigendom beschikken? Masterscriptie privaatrecht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop

Samenvatting. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-029 (mr. R.J. Paris, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. A.P Luitingh, leden en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klachten ontvangen op : 29 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW

De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW Auteur: Mw. mr. P.J. van der Plank, Als docent Notarieel Recht en Goederenrecht werkzaam aan het Molengraaff

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

De (on)mogelijkheid van elektronische stuiting in het verzekeringsrecht

De (on)mogelijkheid van elektronische stuiting in het verzekeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De (on)mogelijkheid van elektronische stuiting in het verzekeringsrecht I. van der Zalm Published in AV&S 2011/1, 2, p. 40-43. I. van der Zalm is

Nadere informatie

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt?

Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Derdenbescherming na een vernietiging op grond van de actio pauliana: vreemde eend in de bijt? Mw. mr. F. Damsteegt-Molier Published in WPNR 2008

Nadere informatie

Inleiding. Achtergrond toepasselijke regels

Inleiding. Achtergrond toepasselijke regels Beschikking door een deelgenoot over zijn aandeel in een goed dat tot een bijzondere gemeenschap behoort: enkele opmerkingen naar aanleiding van HR 28 november 2008, NJ 2009, 145 Inleiding In zijn arrest

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-218 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 28 juli 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Terugvordering van verjaarde grond

Terugvordering van verjaarde grond Rutger Fabritius* Terugvordering van verjaarde grond Verschillende facetten van het arrest Gemeente Heusden/X, een baanbrekend arrest voor de verjaringspraktijk De Hoge Raad heeft recentelijk geoordeeld

Nadere informatie

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten.

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten. FINANCIERING VAN GROOT ONDERHOUD In de praktijk komt het regelmatig voor, dat een ouder appartementengebouw dringend aan renovatie en/of groot onderhoud toe is. In die gevallen doet de Vergadering van

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht

Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Overgang van vorderingen en schulden in het Nederlandse internationaal privaatrecht Mr. L.RA. Steffens 1997 Kluwer - Deventer INHOUDSOPGAVE LUST VAN AFKORTINGEN XVI INLEIDING 1 1 Algemeen 1 2 Het object

Nadere informatie

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?

Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V. Artikel 1: Algemeen 1.1 Deze voorwaarden zijn van toepassing op en vormen één geheel met alle door Buskoop te sluiten overeenkomsten. 1.2 In deze algemene voorwaarden

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen)

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) 1. Het auteursrecht gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht. 2. De maker, of zijn rechtverkrijgende, kan aan een derde

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen 3. Inhoudsopgave 5. Inleiding De (arbeids)overeenkomst 11

Lijst van gebruikte afkortingen 3. Inhoudsopgave 5. Inleiding De (arbeids)overeenkomst 11 Hoofdstuk Blz. Lijst van gebruikte afkortingen 3 Inhoudsopgave 5 Inleiding 7 1. De (arbeids)overeenkomst 11 1.1 Wat is een overeenkomst? 11 1.2 Grondbeginselen van het contractenrecht 13 1.3 Elementen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85575

Nadere informatie

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse

Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De Brandverzekering en Risicoverzwaring: over primaire dekkingsbepalingen, risicoverzwaringsmededelingsclausules en preventieve garantieclausules Prof. mr.

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Bindend Advies Watersportvereniging

Nadere informatie

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst.

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst. Erven, belasting en rente Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst. Oordeel De Nationale ombudsman vindt de klacht over de Belastingdienst gegrond. Datum: 19 maart 2015 Rapportnummer:

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299 2 Klacht Verzoekster klaagt erover, dat de gemeente Delft na 24 jaar de relatie met haar heeft beëindigd, zonder haar op een of andere wijze te compenseren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 25 Beschikking van de Minister van Justitie van 12 januari 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de Wet van

Nadere informatie

De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht

De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht De toelaatbaarheid van de voorwaardelijke overdracht Welke goederen- en insolventierechtelijke bezwaren kleven er aan een voorwaardelijke overdracht? Masterscriptie Marloes Gerrissen S616609 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verdeling gemeenschap samenwoners Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegend dat de trust zoals die is ontwikkeld door de equitygerechten

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) Fraude bij de vaststelling van de verzekeringsuitkering Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Algemeen (1) Verzekeringsfraude kan juridisch gezien in een aantal categorieën

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)

Nadere informatie

gewijzigd j/n Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.

gewijzigd j/n Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen. W oek 7 estaande Tekst na wijziging 28746 jo 31065 t/m NvW 5 Tekst na wijziging 28746 jo 31065 t/m amendementen Tekst na wijziging 32426 (nr. 2) urgerlijk Wetboek oek 7, ijzondere overeenkomsten urgerlijk

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs

Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs Algemene Voorwaarden Autobedrijf Severs ARTIKEL 1 DEFINITIES 1. In deze algemene voorwaarden worden de hierna volgende termen in de navolgende betekenis gebruikt, tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven.

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame MONOGRAFIEËN BW Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal i.b.d. bij de Hoge Raad der Nederlanden Bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (Bregstein-leerstoel)

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 Instantie Datum uitspraak 02-03-1999 Datum publicatie 11-09-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 98/6295 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen Mr. E.C.E. Schnackers[1] Auteur: Wettelijke

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. De huurster van een horecagelegenheid heeft een geschil met de verhuurder over de huursom. In dat kader wordt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994±1995 24 212 Vaststelling en invoering van afdeling 7.1.12 (huurkoop onroerende zaken) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma

Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma Het verpandingsverbod uitgelegd: feitenrechtspraak na Coface/Intergamma mr. W.J.G. Smits 1 1. Inleiding Het arrest Coface/Intergamma heeft zich mogen verheugen op grote aandacht. Inmiddels heeft de praktijk

Nadere informatie

1 Inleiding 1.1 DE WETTELIJKE VEREISTEN VOOR OVERDRACHT

1 Inleiding 1.1 DE WETTELIJKE VEREISTEN VOOR OVERDRACHT 1 Inleiding 1.1 DE WETTELIJKE VEREISTEN VOOR OVERDRACHT Titel Volgens art. 3:84 lid 1 BW 1 wordt voor overdracht van een goed vereist een levering krachtens een geldige titel, verricht door hem die bevoegd

Nadere informatie

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014 AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht

Nadere informatie

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser

Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser Mw. mr. F. Damsteegt Published in WPNR 2006 6664 Docent privaatrecht Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod

Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod Uitleg en wenselijkheid van het cessieen verpandingsverbod M r. A. E. G o o s s e n s * Inleiding In de literatuur is de vraag opgeworpen naar de wenselijkheid van de goederenrechtelijke werking die een

Nadere informatie

DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS

DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS Bij serviceflats komt het regelmatig voor, dat een ballotageregeling van toepassing is. Wat betekent een dergelijke ballotageregeling eigenlijk? En is een dergelijke

Nadere informatie

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Jubilee Europe B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-340 d.d. 12 december 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris) Samenvatting Consument heeft met ingang van

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-487 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen op : 2 oktober 2018 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie