vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018

Transcriptie

1 vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende te Markelo, eisende partij, gemachtigde: AGIN Pranger, tegen 1. de besloten vennootschap FINDOOL B.V. in de hoedanigheid van bewindvoerder over Y1 2. de besloten vennootschap FINDOOL B.V. in de hoedanigheid van bewindvoerder over Y2 gedaagde partij, gevestigd en kantoorhoudende te Nijverdal, gemachtigde: mr. M.A. Knobben. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding; - de conclusie van antwoord; - de conclusie van repliek; - de conclusie van dupliek Ten slotte is vonnis bepaald. Pagina 1

2 2. De feiten 2.1. Tussen partijen staat het volgende in rechte vast als enerzijds gesteld en anderzijds niet dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de niet betwiste inhoud van de producties: bij beschikkingen d.d. 7 juli 2016 van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, locatie Almelo, is een bewind ingesteld over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan voornoemden Y1 en Y2 (hierna te noemen: rechthebbenden) vanwege hun lichamelijke of geestelijke toestand omdat voldoende aannemelijk is geworden dat rechthebbenden als gevolg van hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn ten volle hun vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen en omdat sprake is van problematische schulden; de beide beschikkingen zijn ingeschreven in het in artikel 1: 391 BW bedoelde register (hierna te noemen: het register). 3. Het geschil 3.1. De vordering Eiseres vordert de hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot betaling van 5.880,41 te vermeerderen met de wettelijke rente over 5.151,85 vanaf de dag der dagvaarding, alsmede de veroordeling van gedaagden in de proceskosten en nakosten. Het bedrag van 5.880,41 is samengesteld uit de hoofdsom van 5.151,85, de buitengerechtelijke incassokosten van 632,59 en de tot 27 november 2017 berekende rente van 95, Het verweer Gedaagden concluderen op nader te bespreken gronden tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van eiseres in de kosten van de procedure. 4. De standpunten van partijen 4.1. Door eiseres wordt zakelijk weergegeven het volgende aan de vordering ten grondslag gelegd. Eiseres heeft in opdracht en voor rekening van rechthebbenden diensten verricht en aan rechthebbenden goederen verkocht en geleverd gelijk rechthebbenden van Pagina 2

3 eiseres hebben gekocht en ontvangen. Niet wordt betwist door rechthebbenden/gedaagden dat er in december 2016 in de horecagelegenheid van eiseres een feest is georganiseerd door eiseres en dat in dat kader is gezorgd voor consumpties, hapjesbuffet, diner en inzet van personeel. Rechthebbenden zijn persoonlijk bij eiseres geweest om afspraken te maken waarbij gesproken is over het aantal genodigden, het diner en de drankjes. Rechthebbenden hebben mondeling opdracht gegeven aan eiseres. Het had op de weg van gedaagden gelegen direct tijdig verweer te voeren. Rechthebbenden zijn moedwillig de schuld aan eiseres aangegaan terwijl zij wisten dat de ongeldigheid van de rechtshandeling zou worden ingeroepen. Vanwege het uitblijven van een inhoudelijke reactie van gedaagden mocht eiseres er op vertrouwen dat ingestemd werd met de factuur. Het gaat in deze zaak om de vraag of eiseres te goeder trouw heeft gehandeld en een beroep kan doen op derden bescherming. Eiseres was niet op de hoogte van de onderbewindstelling. De enkele verwijzing door gedaagden naar de registratie in het register is niet voldoende om te concluderen dat eiseres niet te goeder touw heeft gehandeld. Dat de onderbewindstellingen gepubliceerd zijn in het register doet er niet aan af dat eiseres te goeder trouw gehandeld heeft. Uit de jurisprudentie blijkt geldt alleen een onderzoeksplicht voor eiseres indien eiseres reden tot twijfel had. Eiseres beschikte ten tijde van de rechtshandeling niet over aanwijzingen dat rechthebbenden onder bewind stonden. Gedaagden hebben niet voldoende aangetoond dat eiseres het bewind kende of behoorde te kennen. Het is in het rechtsverkeer ondoenlijk om bij iedere rechtshandeling het register te raadplegen. Het is niet mogelijk gelet op de aard van de geleverde prestaties de schade van eiseres te beperken. Omdat gedaagden ondanks aanmaning niet tot betaling over zijn gegaan heeft eiseres de vordering ter incasso uit handen mogen geven en zijn gedaagden de buitengerechtelijke kosten verschuldigd. Eiseres is, indien de vordering afgewezen wordt, niet de vergoeding van de daadwerkelijk gemaakte kosten verschuldigd. Er is in dat geval slechts plaats voor de forfaitaire proceskostenveroordeling. Aan de zijde van eiseres is geen sprake geweest van onrechtmatig handelen of misbruik van procesrecht Door gedaagden is zakelijk weergegeven het volgende aangevoerd. In december 2016 wordt door eiseres een feest georganiseerd voor rechthebbenden. De rekening wordt verstuurd naar rechthebbende. Op enig moment nemen gedaagden kennis van de rekening. Op 17 mei 2017 berichten gedaagden dat zij de rekening en de vordering niet erkennen omdat rechthebbenden onder bewind stonden waarvan eiseres op de hoogte had kunnen zijn en behoren te zijn. Pagina 3

4 Gedaagden betwisten dat de overeenkomst tussen eiseres en rechthebbenden tot stand is gekomen. Beoordeeld dient te worden of eiseres succesvol een beroep kan doen op derdenbescherming. Door instelling van het bewind zijn rechthebbenden handelingsonbevoegd geworden. De rechtshandeling is verricht zonder toestemming of medeweten van gedaagden. De door eiseres gestelde onwetendheid betreffende liet bewind is onvoldoende om de vordering van eiseres toe te wijzen. De publicatie van het bewind brengt mee dat eiseres niet te snel te goeder trouw geacht kan worden te zijn. Indien de feitelijke omstandigheden van belang zijn ligt het op de weg van eiseres uiteen te zetten welke omstandigheden van belang waren. De feitelijke omstandigheden zijn hoe dan ook niet van belang. Het is de eigen verantwoordelijkheid van eiseres het register wel of niet te raadplegen. Eiseres heeft er voor gekozen het register niet te raadplegen en dient daar de gevolgen van te dragen. 5. De beoordeling 5.1 Naar aanleiding van wat partijen over en weer hebben aangevoerd wordt als volgt overwogen en beslist. Vooropgesteld dient te worden dat tussen eiseres en rechthebbenden afspraken zijn gemaakt voor een feestje te houden in het etablissement van eiseres en verzorgd door eiseres, alsmede dat die afspraken zijn gemaakt zonder medewerking van gedaagden. Eiseres kan rechthebbenden/gedaagden niet verwijten dat zij de overeenkomst is aangegaan zonder dat rechthebbenden hebben medegedeeld dat zij onder bewind stonden. Rechthebbenden zijn immers onder bewind gesteld vanwege hun lichamelijke of geestelijke toestand omdat voldoende aannemelijk is geworden dat zij als gevolg van hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat zijn ten volle hun vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Ter bescherming van de belangen van derden wordt de uitspraak waarbij het bewind is ingesteld, gepubliceerd in het register en bestaat de mogelijkheid, ook voor eiseres, dat openbare register te raadplegen. Dat eiseres het openbare register in het onderhavige geval niet heeft geraadpleegd komt voor rekening en risico van eiseres. Hierbij wordt opgemerkt dat het niet ging om een contante verkoop / koop van geringe waarde of om een koop betreffende het normale levensonderhoud maar om een feest met een waarde van 5.151,85. Pagina 4

5 Met eiseres is de kantonrechter van oordeel dat het ondoenlijk is voor elke transactie van geringe waarde of het normale levensonderhoud betreffende het register te raadplegen, maar van een dergelijke transactie is hier dus geen sprake. Een feest van een dergelijke omvang mag wellicht voor eiseres dagelijkse kost zijn, eiseres dient en diende echter wel te beseffen dat voor haar wederpartij een feest met een dergelijke omvang geen dagelijkse kost pleegt te zijn. Eiseres had op eenvoudige wijze de identiteit van rechthebbenden kunnen vaststellen door bijvoorbeeld naar een identiteitsbewijs te vragen en vervolgens het register kunnen raadplegen om te zien of er sprake was van een bewind (of curatele). Het door eiseres gedane beroep op de goede trouw faalt gelet op het vooroverwogene eveneens. Conclusie is dat de rechtshandeling ongeldig is en de vordering afgewezen zal worden. Als de in het ongelijk gestelde partij zal eiseres in de kosten van de procedure aan de zijde van gedaagden veroordeeld worden. Omdat er geen sprake is van onrechtmatig handelen of misbruik van procesrecht zal bij de bepaling van de hoogte van de proceskosten het landelijke forfaitaire liquidatietarief toegepast worden. 6. De beslissing De kantonrechter: wijst de vordering af; veroordeelt eiseres in de kosten van de procedure aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op 500,00 wegers salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. G. van Eerden, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 april Pagina 5