Nummer 2002/xxx/SO/GBD Datum 30 augustus 2002 Bijl.nr. xx Onderwerp voorkeursrecht gemeenten Kil IV"

Transcriptie

1 Gemeentebestuur Aan de Gemeenteraad Agendapunt nr. X Nummer 2002/xxx/SO/GBD Datum 30 augustus 2002 Bijl.nr. xx Onderwerp voorkeursrecht gemeenten Kil IV" De Drechtsteden zijn voor wat betreft de economische ontwikkelingsmogelijkheden zeer gunstig gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de Rotterdam en aan vrijwel alle belangrijke assen die Rotterdam met het internationale achterland verbinden. Bij behoud en versterking van de kwaliteit van de verkeers- en vervoersstructuur hebben de Drechtsteden goede mogelijkheden voor het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. In dit verband is de Transpoort (Dordtse Kil III en IV), het gebied tussen de Rijksweg, de N3 en de Dordtsche Kil, genoemd als traditioneel bedrijfsterrein. Op grond van de vraag naar bedrijfsterreinen, de omvang van het te ontwikkelen gebied en de omvang van de investeringen, was een gefaseerde ontwikkeling noodzakelijk. Het gebied Dordtse Kil III, ten noorden van de Wieldrechtse Zeedijk, was qua omvang voldoende om aan de behoefte aan bedrijfsterreinen in de eerste 10 jaar te voldoen. Gelet op het voorgaande is daarom voor de Dordtse Kil III - onder gebruikmaking van de Wet voorkeursrecht gemeenten - een bestemmingsplan opgesteld. Het gebied Dordtse Kil IV zou pas aan de orde komen op het moment dat zicht is op daadwerkelijke benutting. Daar de ontwikkeling op de Dordtse Kil III voorspoedig verloopt, is het thans aan de orde om de ontwikkeling van plannen met betrekking tot de Dordtse Kil IV ter hand te nemen. Het Stadsplan Dordrecht 2000, vastgesteld door de gemeenteraad op 4 april 2000, staat beschreven dat het bedrijventerrein Dordtse Kil III voorziet in de behoefte aan regulier bedrijventerrein tot De Dordtse Kil IV is aangewezen als reservering voor regulier bedrijvigheid op lange termijn. Uit oogpunt van beschikbaarheid is de behoefte aan een dergelijke locatie actueel geworden. De ontwikkeling van de Dordtse Kil IV tot regulier bedrijventerrein moet worden afgewogen tegen het vrijhouden van het gebied ten behoeve van de ontwikkeling van het landschap ten zuiden van de Wieldrechtse Zeedijk. In het Streekplan Zuid van mei 2000 is ten opzichte van het streekplan van de contour verruimd teneinde de eventuele aanleg van het bedrijfsterrein Dordtse Kil IV in de streekplanperiode mogelijk te maken. Uitgangspunt bij de bedrijfsterrein-programmering is een vraag naar bedrijfsterreinen in de Drechtsteden van 240 ha netto voor de periode De huidige bestemmingsplannen maken de uitgifte van 90 ha nieuw uitgeefbaar bedrijfsterrein mogelijk. Dit betekent dat nog ha bedrijfsterrein in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. De haalbaarheid en economische uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen zijn in hoge mate afhankelijk van het grondbeleid. De effectiviteit daarvan is afhankelijk van de te voeren strategie ten aanzien van grondverwervingsbeleid, uitgiftebeleid en kostenverhaalbeleid. Gelet op het grote sociaal-economische belang van de ontwikkeling van onder andere een bedrijventerrein is een actieve rol van de gemeente in het ontwikkelingsproces het uitgangspunt. Dit betekent dat aan het te voeren grondbeleid een actieve grondpolitiek ten grondslag ligt. Voor wat betreft het verwervingsaspect van het grondbeleid betekent een actieve grondpolitiek dat de gemeente zal trachten de voor de ontwikkeling benodigde gronden te verwerven.

2 Een instrument voor de gemeente om gronden te verwerven is de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Door een voorkeursrecht wordt de gemeente in staat gesteld bij voorrang de eigendom te verwerven van gronden en opstallen in het te ontwikkelen gebied. Verder is het voorkeursrecht gedurende het planontwikkelingsproces een beschermingsinstrument waardoor ongewenste aankopen kunnen worden tegengegaan. Door het voorkeursrecht wordt de gemeente in staat gesteld bij voorrang de eigendom te verwerven van gronden en opstallen in het te ontwikkelen gebied. Verder is het voorkeursrecht gedurende het planontwikkelingsproces een beschermingsinstrument waardoor ongewenste aankopen kunnen worden tegengegaan. Daarnaast kan nog worden opgemerkt dat het voorkeursrecht een prijsdempend effect heeft. Het voorkomt van tegen elkaar opbiedende marktpartijen. Buitensporige grondprijsstijgingen, buiten de normale markteconomische prijsstijgingen, kunnen door het voorkeursrecht worden tegengegaan. Er zijn twee criteria voor de vestiging van een voorkeursrecht. Ten eerste mag de beoogde bestemming niet agrarisch zijn en ten tweede moet het huidige gebruik van de betrokken percelen afwijken van de beoogde bestemming. De Wet voorkeursrecht gemeenten houdt onder meer in dat het kan worden gevestigd op stadsvernieuwingsgebieden en eveneens op percelen in de zogenaamde uitleglocaties. Het gaat dus om percelen met een toegedachte niet-agrarische bestemming en waarvan het huidige gebruik afwijkt van deze bestemming. De huidige bestemming van de locatie is agrarisch. Zoals gezegd wordt een combinatie van de bestemmingen bedrijventerrein en natuurlandschap beoogd. In artikel 2a van de wet is opgenomen dat slechts die gemeenten gebruik kunnen maken van het instrument als aan die gemeenten zelfstandig of samen met andere gemeenten blijkens nationaal of provinciaal (streekplan) ruimtelijk beleid uitbreidingscapaciteit is toegedacht of gegeven. Aangezien de gemeente Dordrecht één van de hoofdrolspelers is in het Samenwerkingsverband Drechtsteden, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Vinex-opgave voor de jaren , valt zij onder de definitie van het begrip "uitbreidingscapaciteit" ex artikel 2a Wet voorkeursrecht gemeenten en kan zij direct gebruik maken van de Wet voorkeursrecht gemeenten. In de Wet voorkeursrecht gemeenten is verder bepaald dat bij besluit van de gemeenteraad gronden, begrepen in een structuurplan, waarbij aanwijzingen zijn gegeven voor de bestemming, of in een bestemmingsplan, kunnen worden aangewezen als gronden waarop een voorkeursrecht dient te worden gevestigd. Op grond van artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten kan de gemeenteraad een voorkeursrecht vestigen op gronden die nog niet in een ruimtelijk plan zijn opgenomen voor een periode van twee jaar door middel van een met redenen omkleed besluit. In deze periode van twee jaar dient een ontwerp-structuurplan of ontwerp-bestemmingsplan te inzage gelegd te worden. Na twee jaar kan het voorkeursrecht worden verlengd op basis van een ontwerpstructuurplan of ontwerp-bestemmingsplan. Gezien de fase waarin het ruimtelijk ontwikkelingsproces zich momenteel bevindt, heeft het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 8a Wvg op augustus 2002 gebruik gemaakt van de bevoegdheid om het raadsvoorstel tot aanwijzing van het voorkeursrecht te publiceren in de Staatscourant en in te schrijven in de openbare registers. Door dit besluit is een van het voorkeursrecht tot stand gebracht met een duur van acht weken. Binnen deze termijn van acht weken dient het voorkeursrecht te worden bestendigd door een formeel raadsbesluit. Gelet op het bepaalde in artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht zijn de belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen schriftelijk naar voren te brengen. De mogelijkheid om zienswijzen naar voren te brengen is bedoeld om te verzekeren dat de feiten waarop een beschikking gebaseerd gaat worden, correct zijn. Eventuele bezwaren van belanghebbenden tegen de beschikking zelf spelen hierbij op zichzelf geen rol; daarvoor is de bezwaarschriftprocedure bedoeld.

3 Er zijn door vijf belanghebbenden zienswijzen naar voren gebracht, te weten: De heer J. Stam, Wieldrechtse Zeedijk 86, 3316 ER Dordrecht; 2. De heer P.J. van der Eijk, Rijksstraatweg 3316 EG Dordrecht; 3. Landbouwbedrijf Beerzicht BV, Rijksstraatweg 3316 EG Dordrecht; 4. Vervelde Dubbeldam BV, Rijksstraatweg EJ Dordrecht; 5. Mevrouw van der Hoeven, EJ Dordrecht. Ten aanzien van de naar voren gebrachte zienswijzen hebben wij het volgende overwogen: De heer Stam geeft aan dat de grens van het aanwijzingsgebied dwars door zijn garage/berging loopt. Bij het vaststellen van de grenzen is de plangrens van het bestemmingsplan Dordtse Kil III als uitgangspunt genomen. Het is juist dat de grens van het voorkeursrecht door de garage/berging loopt. Aan deze zienswijze zijn wij tegemoet gekomen door, conform het voorstel van de heer Stam, de grens een meter achter de garage/berging te leggen, waardoor de garage/berging buiten het voorkeursrecht komt te liggen. 2. De heer Van der Eijk heeft destijds zijn percelen, kadastraal bekend gemeente Dordrecht, sectie V nummers 493 en 278 niet aan de gemeente verkocht vanwege het feit dat de percelen naar zijn mening ondeelbaar zijn van zijn huisperceel. Het betreft de oprit naar zijn toegangsweg en de weg naar de woning. Zijn verzoek is om deze percelen buiten het voorkeursrecht te doen vallen en stelt voor de grens terug te brengen naar de binnenzijde van de dijk, met andere woorden, de dijksloot zou de grens moeten worden. Aan zijn verzoek kan slechts voor een deel worden voldaan. De gemeente zal de toegangsweg respecteren en buiten het voorkeursrecht houden. Op het overige gedeelte blijft het voorkeursrecht onverkort van kracht. De reden om de gehele percelen niet buiten het voorkeursrecht te houden is van stedenbouwkundige aard. In verband met de beoogde landschappelijke kwaliteitsambities bij het inrichten van Dordtse Kil IV is er veel aangelegen om de mogelijkheden daartoe te optimaliseren. Verwacht kan worden dat het afwegen van uitgeefbare bedrijventerrein zich in economisch opzicht op gespannen voet zal verhouden tot niet uitgeefbare groen. Om dit spanningsveld onderuit te halen is het aan te bevelen om de onderhavige taludvormige, voor het gezicht cruciale, randlocaties in te kunnen zetten voor beplantingsmogelijkheden. Te meer daar deze taluds niet/weinig bruikbaar zullen zijn als functioneel bedrijfsterrein. 3. Vereist voor een voorkeursrecht is kadastrale recherche. Dit is gebeurd. Uit het kadastrale uittreksel blijkt onder aantekening van recht dat ten aanzien van de percelen, kadastraal bekend gemeente Dordrecht, sectie V nummers 278 en 493 een koop/optieovereenkomst ex art. lid 2d Wvg is gesloten. Met betrekking tot de andere percelen, kadastraal bekend gemeente Dordrecht, sectie V nummers 444 en 845 is niet gebleken van een dergelijke overeenkomst. Dit zal nader uitgezocht worden. Ook indien sprake is van een koop/optieovereenkomst, zal het voorkeursrecht op de percelen gevestigd dienen te blijven. Bij eventuele gebruikmaking van de koop/optieovereenkomst blijft het voorkeursrecht onverkort van kracht. 4. en 5. zijn twee identieke brieven en zullen daarom gezamenlijk worden behandeld. Vervelde Dubbeldam BV en mevrouw Van der Hoeven hebben met Van Wijnen Projectontwikkeling West BV een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot hun percelen. De koopovereenkomst is nog niet notarieel gepasseerd. Slechts de economische eigendom is in dit geval overgegaan op Van Wijnen. De juridische eigendom zal volgens de koopakte pas worden overgedragen op het moment dat goedkeuring door Gedeputeerde Staten van de Provincie van het ter plaatse van het verkochte te ontwikkelen/in te dienen bestemmingsplan, doch niet later dan 1 januari Daarnaast is een hypotheek gevestigd op vorenbedoelde percelen ten gunste van Van Wijnen. Vervelde Dubbeldam BV, mevrouw Van der Hoeven en Van Wijnen doen een beroep op vrijstelling ex artikel van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Indien de gestelde vrijstelling toepasselijk is, is de overdracht aan Van Wijnen vrijgesteld van het voorkeursrecht. Dit is ter beoordeling van de behandelend notaris.

4 Dat deze transactie heeft plaatsgevonden, doet echter niet af aan het feit dat het voorkeursrecht op de betreffende percelen dient te worden gehandhaafd. De handhaving van het voorkeursrecht maakt andere transacties dan de onderhavige onmogelijk. Bovenstaande overwegingen leiden - met uitzondering van de zienswijzen van de heren Stam en Van der Eijk - niet tot een wijziging van ons voorstel. Op grond van het vorenstaande stellen wij u thans voor om met toepassing van artikelen 2a, 8 en de overige van toepassing zijnde artikelen van de Wet voorkeursrecht gemeenten, aan te wijzen, voor de maximale duur van twee jaren, als percelen waarop de artikelen tot en met 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, de percelen zoals die zijn aangegeven op de bij het bijgevoegde ontwerp-besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kadastrale tekening, nr. en perceelslijst, houdende de kadastrale aanduiding van de in de aanwijzing opgenomen percelen, hun grootte alsmede de namen van de eigenaren en rechthebbenden van de daarop rustende beperkte rechten, een en ander volgens de openbare registers van het kadaster, per 10 september 2002 de aantekening dat deze percelen niet eerder in de aanwijzing betrokken zijn geweest. De commissie ruimte en economie heeft op 5 september 2002 ingestemd met onderhavige voorstel. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van DORDRECHT de secretaris de burgemeester H.W.M. Wesseling Bandell

5 Nr. X De Raad van de gemeente DORDRECHT; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders xx september 2002, nr. 2002/xxx; met verwijzing naar het besluit/voorstel van het college van burgemeester en wethouders van augustus 2002, nr. GB/2002/2223, gepubliceerd in de Staatscourant nr. 14 augustus 2002 en ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Rotterdam op 23 augustus 2002 in het register Hypotheken 4, deel 22492, nummer 35, waarin de redenen zijn vermeld tot aanwijzing van het gebied=, waarop het voorkeursrecht gemeenten van toepassing wordt verklaard; gelezen het advies van de commissie ruimte en economie 4 september 2002; gelet op de door belanghebbenden in het kader van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht naar voren gebrachte zienswijzen en de reactie daarop, zoals verwoord in het raadsvoorstel; gelet op de artikelen 2a en 8 alsmede de overige van toepassing zijnde bepalingen van de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Algemene wet bestuursrecht; aan te wijzen, voor de maximale duur van twee jaren, als percelen waarop de artikelen tot en met 24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, de percelen, zoals die zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte kadastrale tekening, nr. en perceelslijst, houdende de kadastrale aanduiding van de in de aanwijzing opgenomen percelen, hun grootte alsmede de namen van de eigenaren en rechthebbenden van de daarop rustende beperkte rechten, één en ander volgens de openbare registers van het kadaster, per september 2002, met de aantekening dat deze percelen eerder in de aanwijzing betrokken zijn geweest, te weten een aanwijzing op grond van artikel 8a Wvg augustus 2002, gepubliceerd in de Staatscourant nr augustus 2002 en ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers te Rotterdam op 23 augustus 2002 in het register Hypotheken 4, deel nummer 35. Aldus besloten in de openbare vergadering van september de secretaris de voorzitter

6 Raad van de gemeente Dordrecht p/a afdeling Grondbedrijf Postbus 360 AJ DORDRECHT Dordrecht, 28 augustus 2002 Betreft: Aanwijzing op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten Geachte heer, mevrouw, Middels de brief van augustus 2002 van het Gemeentebestuur namen wij kennis van de aanwijzing ingevolge de Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot de percelen, kadastraal bekend V nummers 639 en 640, groot 32a 15ca, respectievelijk 7ha 56a 45ca, nabij de Zeedijk. In de laatste alinea van de brief van 14 augustus 2002 geeft u aan dat tot en met 29 augustus 2002 de mogelijkheid bestaat onze zienswijze op het door uw Raad te nemen besluit ter zake van de aanwijzing in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot vorenbedoelde percelen naar voren te brengen. In verband hiermede vragen wij mede namens Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v., die in dit verband als belanghebbende in de zin van artikel 1 : 2 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient te worden aangemerkt, uw aandacht voor onze zienswijze. Bij akte vastlegging koopovereenkomst van 6 juli 2001 (bijlage 1) heeft Vervelde Dubbeldam B.V. vorenbedoelde percelen verkocht aan Van Wijnen Projectontwikkeling West gevestigd te Dordrecht. Op 6 juli 2001 is een hypotheek gevestigd op vorenbedoelde percelen ten gunste van Van Wijnen Projectonwikkeling West waarin de koopovereenkomst van 6 juli 2001 expliciet is genoemd. Hierbij zenden wij een kopie van de notariële akte van hypotheek (bijlage 2). De koopovereenkomst van 6 juli 2001 is ruim voor 15 augustus 2002, de datum van inwerkingtreding van aanwijzing in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten, gesloten, hetgeen uit de notariële akte blijkt en is op 13 juli 2001 geregistreerd. Dit betekent naar onze mening dat wij hebben voldaan aan artikel 10 lid 3 sub a van de Wet voorkeursrecht gemeenten, zodat wij de vrijheid hebben de koopovereenkomst te kunnen effectueren en vorenbedoelde percelen kunnen leveren aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. zonder dat wij deze eerst aan de Gemeente dienen aan te bieden. Immers het vereiste van artikel 10 lid 3 sub c gold ten tijde van het sluiten c.q. inschrijven nog niet en derhalve start de eerst op het moment van vestiging/aanwijzing van de Wvg (artikel 5). Gaarne ontvangen wij van u de bevestiging dat uw Raad onze rechten en verplichtingen uit de koopovereenkomst van 6 juli 2001 zal respecteren bij de levering van vorenbedoelde percelen aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v.

7 Tot wij uw reactie hebben ontvangen, doch zeker tot zes weken na 14 augustus 2002 behouden wij, alsmede Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v., ons alle rechten voor, daaronder begrepen het indienen van een bezwaarschrift tegen het onderhavige besluit, te weten het vestigen van Wvg op de vorenbedoelde percelen. Hoogachtend, Namens Vervelde Dubbeldam B.V. L. Vervelde Correspondentieadres: Rijksstraatweg EJ DORDRECHT Namens Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. Ing. R. Kornman Postbus 764 AT DORDRECHT Bijlagen zoals genoemd.

8 Raad van de gemeente Dordrecht p/a afdeling Grondbedrijf J Postbus AJ DORDRECHT Dordrecht, 28 augustus 2002 Betreft: Aanwijzing op grond van de Wet voorkeursrecht gemeenten Geachte heer, mevrouw, Middels de brief van augustus 2002 van het Gemeentebestuur namen wij kennis van de aanwijzing ingevolge de Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot de percelen, kadastraal bekend V nummers 263 en 264, groot 92a 90ca, respectievelijk 55a 60ca, nabij de Rijksstraatweg. In de laatste alinea van de brief van 14 augustus 2002 geeft u aan dat tot en met 29 augustus 2002 de mogelijkheid bestaat onze zienswijze op het door uw Raad te nemen besluit ter zake van de aanwijzing in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten met betrekking tot vorenbedoelde percelen naar voren te brengen. In verband hiermede vragen wij mede namens Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v., die in dit verband als belanghebbende in de zin van artikel 1 : 2 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient te worden aangemerkt, uw aandacht voor onze zienswijze. Bij akte vastlegging van 6 juli 2001 (bijlage 1) heeft ondergetekende vorenbedoelde percelen verkocht aan Van Wijnen Projectontwikkeling West gevestigd te Dordrecht. Op 6 juli 2001 is een hypotheek gevestigd op vorenbedoelde percelen ten gunste van Van Wijnen Projectonwikkeling West waarin de koopovereenkomst van 6 juli 2001 expliciet is genoemd. Hierbij zenden wij een kopie van de notariële akte van hypotheek (bijlage 2). De koopovereenkomst van 6 juli 2001 is ruim voor 15 augustus 2002, de datum van inwerkingtreding van de aanwijzing in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten, gesloten, hetgeen uit de notariële akte blijkt en is op 13 juli 2001 geregistreerd. Dit betekent naar onze mening dat wij hebben voldaan aan artikel 10 lid 3 sub a van de Wet voorkeursrecht gemeenten, zodat wij de vrijheid hebben de koopovereenkomst te kunnen effectueren en vorenbedoelde percelen kunnen leveren aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. zonder dat wij deze eerst aan de Gemeente dienen aan te bieden. Immers het vereiste van artikel 10 lid 3 sub c gold ten tijde van het sluiten c.q. inschrijven nog niet en derhalve start de eerst op het moment van vestiging/aanwijzing van de Wvg (artikel 5). Gaarne ontvangen wij van u de bevestiging dat uw Raad onze rechten en verplichtingen uit de koopovereenkomst van 6 juli 2001 zal respecteren bij de levering van vorenbedoelde percelen aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v.

9 Tot wij uw reactie hebben ontvangen, doch zeker tot zes weken na 14 augustus 2002 behoudt ondergetekende, alsmede Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v., zich alle rechten voor, daaronder begrepen het indienen van een bezwaarschrift tegen het onderhavige besluit, te weten het vestigen van Wvg op de vorenbedoelde percelen. Hoogachtend, T.A. Van der Rijksstraatweg 104 EJ DORDRECHT Namens Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. Drs.lng. R. Kornman Postbus 764 AT DORDRECHT Bijlagen zoals genoemd.

10 \. o.

11 CE CM c CO O) c 0 s 1 o O) l o o o o CO M s C CL O c c 1 O 0 < 5 f 4 J rfx O

12 Ingekomen: p.r. J. van 181 EG DORDRECHT AANTEKENEN Afgedaan: DSQ bevestigd Aan de raad van de gemeente Dordrecht P/a afdeling Grondbedrijf Postbus 360 DORDRECHT augustus 2002 Betreft: zienswijze art. 4:8 Awb inzake aanwijzing Wet voorkeursrecht gemeenten L.S, iïi de lijst van aangewezen percelen zijn de percelen 493 en 278 ged. kennelijk omdat zij vrijwel overeenkomen met de De betreffende percelen maken uit mijn huisperceel De overige tot mijn landbouwbedrijf behorende percelen zijn vorig jaar aan uw gemeente verkocht. Beide percelen zijn toen niet enerzijds omdat de gemeente voor deze percelen geen belangstelling anderzijds omdat zij ondeelbaar zijn van mijn huisperceel Het betreft namelijk de oprit tot mijn toegangsweg het thans in lengterichting gedeelde Ik verzoek u de percelen te schrappen uit de lijst van aangewezen percelen en de plangrens terug te brengen naar de binnenzijde van de met andere woorden de wordt de grens. Indien niet dan behoud ik mij rechten voor.

13 Ingekomen: p DSO Landbouwbedrijf Beerzicht Rijksstraatweg 181 EG DORDRECHT AANTEKENEN MET door: Afschrift : r c e M n ontvangst bevestigd Aan de raad van de gemeente Dordrecht P/a afdeling Grondbedrijf Postbus 360 DORDRECHT augustus 2002 Betreft: zienswijze art. 4:8 Awb inzake aanwijzing Wet voorkeursrecht gemeenten L.S, Namens Landbouwbedrijf Beerzicht v. Rijksstraatweg handelsregister Rotterdam nr bericht ik u als Genoemde vennootschap is optiehouder van percelen in de kadastrale gemeente sectie V waarop de Wvg van toepassing is verklaard. Het betreft: 278 en 493, geregistreerd in 4 / 9 op 15 februari en 250 (thans 845), geregistreerd in op 30 juni In de lijst van aangewezen percelen ontbreekt onder aantekening recht laatstgenoemde optie. Ik verzoek u de lijst ook op dit punt in overeenstemming te brengen met de kadastrale registratie. van der b.v.

14 28 AUGUSTUS 2002 Aan de Raad van de gemeente Dordrecht P/a afdeling Grondbedrijf Postbus AJ Dordrecht Onderwerp: bezwaar tegen Geachte heer, mevrouw, Met dit schrijven wil ondergetekende bezwaar aantekenen tegen uw besluit tot het toepassen van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten op de welke bij hem in eigendom / gebruik zijn. U heeft uw besluit dat betrekking heeft op de gronde gelegen tussen de Zeedijk, de Oude en de Rijksweg gepubliceerd in de Staatscourant van 14 augustus jongstleden. De bezwaren van ondergetekende zijn hieronder Ondergetekende heeft de onderhavige onroerende zaak recent gekocht. Door gedwongen verkoop aan de gemeente van een gedeelte, bezit deze onroerende zaak niet meer de elementen die destijds tot het besluit hebben geleid om tot aankoop te gaan; Doordat de gemeente al in een vroeg stadium in de gehele directe omgeving van het de percelen van ondergetekende een voorkeursrecht heeft gevestigd, is het voor ondergetekende niet meer mogelijk om gronden te kopen welke onderdeel kunnen gaan uitmaken van de onderhavige kavel. Hierdoor wordt de bedrijfsontwikkeling van het bedrijf van ondergetekende op slot gezet. Ondergetekende wordt hierdoor ernstig benadeeld; Het voorkeursrecht is erg voorbarig gevestigd. Er is door de gemeente nog geen enkele poging gedaan om de percelen in der minne te verwerven. Het onderhavige besluit zal eventuele onderhandelingen in de toekomst niet positief beïnvloeden; Gezien het bovenstaande verzoekt ondergetekende u het voorkeursrecht van zijn percelen in te trekken. Tevens stelt hij u hierbij aansprakelijk voor alle schade die hij al heeft geleden of nog zal lijden als gevolg van het door u toepassen van de wet WVG op zijn gronden. Hopende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd, verblijf ik, Hoogachtend, J.P.