Frans (DR), Ed (Hi5) en Ebby (Maatschappelijk Werk)

Transcriptie

1 Notulen overleg Raad van Bestuur en BCD-raad De Regenbooggroep d.d. 22 januari 2015 [vastgesteld d.d. 16/2/2015] Locatie: Droogbak 1 te Amsterdam Aanvang: uur Aanwezig: Namens de RvB: Namens de Centrale Bezoekersraad: Namens Vonk: Ondersteuning: Verslag: Afwezig: Hans Wijnands Mourad, Francois, Glenn en Ludwig Bert van O. en Bert S Arlette Els Frans (DR), Ed (Hi5) en Ebby (Maatschappelijk Werk) 1. Opening en vaststellen agenda Mourad heet Hans welkom op deze eerste vergadering in het nieuwe jaar. Er is voorafgaand aan de vergadering van vandaag geen agenda-overleg gevoerd met Hans. Om deze reden is er ook geen vaste agenda. Bespreekpunten voor vandaag: ZRM, de medezeggenschapsstructuur en de overvolle inloophuizen met ongeregistreerde bezoekers. 2. Mededelingen Francois meldt uiterlijk om uur de vergadering te verlaten vanwege een andere afspraak. 3. Bespreken verslag d.d. 11 december 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. N.a.v. blz. 3, laatste regel: De begroting die Hans had toegezegd is door de Raad nog niet ontvangen. Hans zal deze alsnog opsturen. 4. ZRM Naar aanleiding van de vraag van Hans waar de weerstand tegen het invullen van de matrix nu eigenlijk in zit, heeft de BCD-raad gekeken waar mensen precies over vallen. De voornaamste punten die hierbij naar voren kwamen waren: 1. De uitbreiding van het dossier, waarbij zeker ook de privacy in het geding is. De vragen gaan veel te ver en zijn te indringend. 2. De subjectieve meting door een professional. Verschillende professionals zullen de gegevens verschillend beoordelen. 3. De matrix wordt ook een afrekenmodel, waardoor de beoordeling beïnvloed kan worden. 4. De meting is niet in het individuele belang van de cliënt, maar ook niet in het collectief belang. In zijn algemeenheid is de Raad van mening, dat ZRM veel te ver gaat, waarbij ook medische en juridische gegevens worden meegenomen. DRG is een laagdrempelige organisatie. Door het gebruik van ZRM wordt een drempel opgeworpen die niet acceptabel is. De vrees is ook, dat de organisatie die ZRM op de meest slimme manier invult, ook de meeste subsidie binnen zal slepen. 1

2 Het gaat de Raad om het principe, dat met de vragen het bijna om professionele zorg gaat in plaats van informele zorg. Volgens Hans is de gedachte hierachter, dat dit nodig is om een beoordeling te kunnen maken wat iemand nog zelf kan en waar iemand ondersteuning bij nodig heeft. Dit zou ook in een gesprek uitgezocht kunnen worden, maar de vragenlijst is ervoor om te zorgen dat het gesprek over alle domeinen gaat. Als iemand over een bepaald domein niets wil zeggen is dit niet verplicht. Ook als het gaat over informele zorg zal een beoordeling gemaakt moeten worden of iemand ondersteuning moet krijgen. De beweging zal zeker zijn dat hier strenger op wordt beoordeeld. De BCD-raad zegt vernomen te hebben, dat ZRM met terugwerkende kracht moet worden ingevoerd. Hier is bij Hans niets over bekend en dit is volgens hem ook niet mogelijk, omdat het dan giswerk wordt. Binnen DRG bestaat al een meetinstrument in de vorm van het ECD. De Raad vraagt zich af waarom hier dan nog een extra instrument aan moet worden toegevoegd. Bovendien kunnen gegevens nooit geanonimiseerd worden, als wel een BSNnummer moet worden ingevuld. Hans geeft aan, dat de versleuteling door een derde partij wordt gedaan. De GGD heeft er volgens hem geen enkel belang bij om deze versleuteling te kraken. Hans merkt op, dat het van steeds groter belang wordt om te kijken of de juiste ondersteuning ook aan de juiste persoon wordt gegeven. De BCD-raad vraagt zich af of ZRM hier het juiste instrument voor is: wordt er op de juiste manier gemeten, worden de juiste dingen gemeten, etc. Hier kan eigenlijk niet op worden gestuurd. Met de decentralisaties zijn er volgens Hans grote veranderingen gaande en DRG gaat dit zeker voelen. ZRM is een instrument om te bepalen voor welk probleem welke hulpverlening ingezet moet worden. De gemeente wil dit weten, maar DRG ook. De vraag naar ondersteuning zal groeien en daarom moet beter worden gekeken voor wie dit wordt ingezet. Als er hulp wordt ingezet voor mensen die het misschien ook zelfstandig zouden redden of met minder inzet, dan is dit geen goede ontwikkeling. Dit is volgens de BCD-raad ook een groot risico, omdat er steeds meer zorg van de formele naar de informele zorg wordt verschoven en die zorg misschien veel te zwaar is voor het inzetten van vrijwilligers. ZRM zal op termijn landelijk worden toegepast, maar op dit moment is dit nog niet het geval. Organisaties kunnen er voor kiezen om wel of niet met ZRM mee te doen, maar dan moet er volgens Hans ook voor worden gekozen, als niet wordt meegedaan, om geen subsidies meer te ontvangen van de gemeente. De BCD-raad vraagt zich af of dit wel rechtsgeldig is. Hans geeft aan, dat het de bedoeling is dat ZRM door professionals wordt ingevuld en niet door de cliënt zelf. De BCD-raad vraagt zich hierbij af, wat er gebeurt als de desbetreffende cliënt het niet met de ingevulde gegevens eens is of zich hier niet in herkent. In ieder geval zullen organisaties de gegevens zoveel mogelijk proberen op te poetsen, waardoor er maatschappelijk gezien wellicht geen reëel beeld ontstaat. 2

3 Volgens Hans gaat het er intern om dat er een beeld ontstaat over de aard en de zwaarte van de problematiek en of de inzet van ondersteuning rendeert. Extern zijn de gegevens geanonimiseerd. Ongetwijfeld zal de inrichting van ZRM over een aantal jaar zijn gewijzigd op basis van voortschrijdend inzicht. De BCD-raad vraagt of het management van DRG zelf achter ZRM staat. Dit is volgens Hans zeker het geval, maar er zijn ook vragen over en de discussie is onder andere of dit wel voor iedereen moet worden gedaan. De conclusie is dat dit in ieder geval niet het geval is voor een aantal bezoekers bij de inloophuizen, omdat mensen hier maar kort zijn. De scheidslijn tussen formele en informele zorg wordt volgens Hans steeds dunner en de zorg wordt steeds meer richting zelfredzaamheid opgeschoven. Echter, op het moment dat er echt zorg nodig is, moet deze beschikbaar zijn. De BCD-raad is van mening, dat als ZRM niet voor iedereen kan worden gedaan, er ook geen reëel beeld kan worden verschaft aan de GGD. Een van de raadsleden zegt uit eigen ervaring te weten, dat er door de bedenkers van ZRM zelf misbruik wordt gemaakt van de matrix. Volgens Hans moet er altijd, op het moment dat de matrix wordt ingevuld, aan de cliënt worden gevraagd of deze het er mee eens is en zo niet, dan is wat de cliënt zelf vindt leidend. Op die manier kan eventuele fraude worden opgelost. ZRM is volgens Hans gebaseerd op het hier en nu en niet op wat er jaren geleden heeft gespeeld. Een wijziging ten opzichte van de stukken die de BCD-raad eerder heeft ontvangen is, dat er nu kan worden gescoord tussen 1 en 6, waarbij 6 betekent dat de cliënt hierover niets kan of wil zeggen. Dit geldt ook voor de professionals. Volgens Hans is ZRM bedacht vanuit mensen die zorg mijdend zijn. Hier hoort bij, dat eigenlijk niet aan mensen kan worden gevraagd of zij psychisch hulp behoeven. Op punten en vragen die niet relevant zijn kan een 6 worden ingevuld. Soms klopt iemand maar voor één probleem ergens aan en is het merendeel van de vragen niet relevant. Om die reden is variant 6 ingevoerd. De deelnemer is altijd opdrachtgever en de vrijwilliger legt verantwoording af aan de deelnemer en niet aan de organisatie volgens Hans. De deelnemer moet in charge blijven. De BCD-raad schetst het gevaar dat als iemand met een hulpvraag komt, deze eerder bereid zal zijn om de ZRM in te vullen uit angst dat hij anders geen zorg krijgt. De andere kant kan ook zijn, dat mensen, als zij met een hulpvraag komen en ZRM in moeten vullen, zij hun hulpvraag juist weer intrekken omdat de drempel te hoog is. De BCD-raad zal half februari advies uitbrengen. Vanuit de Deelnemersraad is reeds de mededeling gedaan, dat alles moet worden stilgelegd tot dit advies is uitgebracht. De Deelnemersraad heeft hier het voortouw in. Hans zegt eerder al te hebben aangegeven dat alles is stilgelegd tot er advies is uitgebracht. Via is hier over gesproken. Het is prima dat een aantal punten 3

4 wordt voorbereid door de DR of een andere raad, maar het formele advies dient via de BCD-raad te lopen. Volgens Arlette heeft de DR via de WMCZ ook bepaalde rechten. Uit het Handboek is een aantal mogelijke medezeggenschapsstructuren gekopieerd en deze worden aan Hans overhandigd. Als alles via de BCD-raad moet lopen is de vraag, hoeveel invloed de afzonderlijke raden hebben. De BCD-raad is wel de formele overlegpartner van Hans, maar als de BCD-raad een afwijkend advies uitbrengt dan bijvoorbeeld de DR, ontstaat er volgens Arlette een probleem. Een aantal raadsleden is van mening, dat de BCD-raad het bindende advies uitbrengt, maar de andere raden het advies kunnen voorbereiden. Ook Hans is van mening, dat hier geen onduidelijkheid over moet bestaan. 5. Medezeggenschapsstructuur Er is een mail ontvangen van bureau Laluz. Dit is een vrijwilligersorganisatie die bemiddelt tussen organisaties en vrijwilligers die een klus willen doen. Zij stellen een team samen dat met een bepaald vraagstuk aan de slag gaat. Vorig jaar is er veel discussie geweest over de structuur en de regelingen en het ontbreken van de samenwerkingsovereenkomst. Hier is toen een aanzet voor gedaan en ook tijdens de Maand van de Medezeggenschap is de structuur aan de orde geweest. Afgelopen jaar zijn hier echter geen grote stappen in gezet. Daarom is het idee ontstaan om mensen van buitenaf hiernaar te laten kijken en een onafhankelijk advies uit te laten brengen. Na goedkeuring door de BCD-raad zal bureau Laluz op zoek gaan naar de geschikte personen en gedurende ca. 4 maanden met deze klus aan het werk gaan. Afgesproken wordt, dat de BCD-raad zich hier intern over zal beraden en vóór 28 januari uitsluitsel zal geven aan Hans. Als dit positief is, zal nog een gezamenlijke opdracht worden geformuleerd. De BCD-raad zegt benieuwd te zijn naar de werkwijze van het bureau. Dit is volgens Hans aan henzelf. Het bureau zal met name met de BCD-raad in gesprek gaan over de wederzijdse verwachtingen. 6. Overvolle inloophuizen Er is sprake van veel te veel bezoekers, waarbij deze soms zelfs buiten moeten wachten. Hierbij zijn ook veel nieuwe mensen die nog nooit eerder zijn geweest en waarvan een groot deel afkomstig is vanuit de winter nachtopvang op het Valeriusplein. Hans zegt overleg te hebben gehad met de gemeente over een andere regeling. Binnen DRG is nu afgesproken, dat AMOC de komende weken open gaat en open blijft zo lang de winteropvang open is. In Oud West komt in de weekenden extra personeel. Er zal even worden bekeken hoe dit gaat en als het probleem hiermee nog niet is opgelost, zal er nog een locatie in het weekend open gaan. Mochten hier geen afspraken over kunnen worden gemaakt met de gemeente, zal dit op een andere manier moeten worden gecompenseerd. 7. Rondvraag De BCD-raad vraagt hoe het zit met de registraties bij de inloophuizen. Hier komt van alles binnen en dit kunnen ook bijvoorbeeld mensen zijn met verouderde TBCcontroles e.d. 4

5 Hans geeft aan, dat alleen in de gebruikersruimten mensen worden geweigerd als zij zich niet periodiek op TBC laten controleren. Er is regelmatig overleg met de TBCdienst van de GGD en volgens hen is het weinig zinvol om bij iedereen controles te doen. Dit heeft eigenlijk alleen zin bij mensen die veel en actief gebruiken, maar voor een grote groep werkt dit ook niet meer, omdat zij ooit met iemand in aanraking zijn geweest met TBC. Dan wordt altijd positief gereageerd op de Mantoux, terwijl zij zelf geen verschijnselen hoeven te hebben. Het probleem is vorige maand ook besproken bij de locatieraad van De Kloof en hier werd de suggestie gedaan om een GGD-busje neer te zetten. Dit gebeurt volgens Hans echter niet meer. De BCD-raad merkt op, dat iedereen aan het einde van het jaar altijd een presentje kreeg. Dit jaar is dit niet gebeurd. Hans geeft aan dat niemand dit jaar iets heeft gekregen in verband met de bezuinigingen. Hans geeft aan, dat de regels rondom de regiobinding gaan veranderen. Voorheen kreeg iemand alleen toegang tot de noodopvang als deze gebonden was aan de regio. Er moet meer gemeentelijke hulp geboden gaan worden en dit kan niet als alles binnen de gemeentegrenzen wordt gehouden. Er worden nu twee extra criteria toegevoegd: - Iemand kan ook regiobinding krijgen als hij/zij hier woont, heeft gewoond of als het netwerk hier is of - Als iemand in de betreffende gemeente het meest adequaat geholpen kan worden. Hier staat volgens Hans nog niets van op papier. Op het moment dat hier meer duidelijkheid over bestaat, zal hij dit aan de BCD-raad opsturen. 8. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde, sluit Mourad de vergadering om uur. Volgende overlegvergadering op 12 februari uur (aansluitend aan de eigen BCD-raadsvergadering vanaf uur) 5