Detailhandelsvisie fatl ):

Transcriptie

1 GEMEENTE BEUNINGEN Raadsvoorstel Onderwerp Detailhandelsvisie Raadsvergadering 17 november 2015 Nummer(agenda) Commissie 1 Ruimte Registratienummer BW Datum 3 november 2015 Registratiecode lll llll lllll II II III III II Commissie 2 Auteur Nancy van der Zande Datum Status Openbaar B&W-vergadering 20 oktober 2015 Persgesprek 21 oktober 2015 Portefeuillehouder J.J. Driessen Samenvatting In juni 2013 heeft de gemeenteraad een beheersverordening vastgesteld voor het centrum van Beuningen. Daarbij heeft u uitgesproken de beheersverordening te vervangen door een bestemmingsplan. Er spelen ontwikkelingen die van invloed zijn op het functioneren van een detailhandel- cq. centrumlocatie. Daarom is het van belang eerst een visie vast te stellen voor de belangrijkste winkelgebieden in Beuningen Daarna wordt de visie vertaald in één of meerdere bestemmingsplannen. De visie is in samenwerking met de ondernemers uit het centrum en het Shoppingpark De Heuve tot stand gekomen. Wij vragen de gemeenteraad, met uitzondering van twee punten, in te stemmen met deze visie. Voor de Landwinkels en voor locatie Buil (mogelijke vestiging van Van Cranenbroek) stelt het college voor standpunten in te nemen die afwijken van de opgestelde visie. Besluit om 1. In te stemmen met bijgevoegde detailhandelsvisie voor de kern Beuningen, inclusief de opgenomen beleidsuitgangspunten en maatregelen. Dit met uitzondering van hetgeen gesteld wordt over landwinkels en de vestiging van detailhandel volgens het Van Cranenbroek-concept op locatie Buil; 2. Aan de visie toe te voegen dat landwinkels bij agrarische bedrijven in het buitengebied toe worden gestaan; 3. Aan de visie toe te voegen te streven naar een vestiging van Van Cranenbroek op de locatie Buil; Inleiding Bij de vaststelling van de beheersverordening voor het centrumgebied in juni 2013 heeft uw raad de wens uitgesproken de beheersverordening te willen vervangen door een bestemmingsplan. Er spelen ontwikkelingen die van invloed zijn op het functioneren van een detailhandel- cq. centrumlocatie. Daarom is het van belang eerst deze detailhandelsvisie vast te stellen die als basis kan dienen. Wij hebben er niet voor gekozen de visie op voorhand aan te passen en deze aangepaste versie aan u voor te leggen. Dit doet geen recht aan het samen met de ondernemers gevolgde proces. Het stuk zoals dit nu in concept voorligt is in samenwerking met de ondernemers tot stand gekomen en door hen akkoord bevonden. Ontwikkelingen Net als elders in Nederland staat ook in Beuningen het functioneren van de detailhandel onder druk waardoor het winkellandschap verandert door :» Schaalvergroting ( kleine centra verdwijnen, omvang per winkel neemt toe, meer m 2 minder winkels, meer filialen); # Wijzigende bestedingen (economische crisis, vergrijzing, krimp van de bevolking, verschuiving naar internetaankopen); * Leegstand door minder behoefte aan fysieke winkels. De genoemde ontwikkelingen maken het noodzakelijk om keuzes te maken en een toekomstvisie op te stellen.

2 i I Begrenzing gebied In de kern Beuningen zijn op twee locaties winkels en andere centrumvoorzieningen gevestigd. In het centrum van Beuningen en op de locatie Shoppingpark De Heuve. De visie gaat over deze locaties. Daarnaast zijn verspreid liggende detailhandelslocaties belicht, waaronder de locatie Buil. De kernen Ewijk, Winssen en Weurt blijven dus buiten beschouwing..1' 1 1 /» 3.J '"îr îf. ľ 111 \ I. S.' 7 1 i Beuningen ARN 1 Het proces De visie is opgesteld door Droogh Trommelen en Partners (DTNP) uit Nijmegen Dit in nauwe samenwerking met ondernemers van het centrum, Shoppingpark De Heuve en de gemeente. Eind 2014 is dit traject gestart met een bijeenkomst:, met als doel kennis te delen over de ontwikkelingen de detailhandel. Daarvoor werden alle ondernemers uitgenodigd. Van daaruit zijn twee discussiegroepen ontstaan; voor het centrum én voor het Shoppingpark De Heuve. Deze zijn diverse keren bij elkaar gekomen om te discussiëren over thema's zoals:» de zwakke én sterke punten van beide locaties,» hoe deze positief te beïnvloeden, «de rol van gemeente én van de ondernemers, «horeca,» branchevervaging,» leegstand. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een conceptvisie. Deze is besproken met alle deelnemers: en akkoord bevonden. Deze visie ligt nu voor. Bij de finale bespreking van de visie op 30 juni 2015 heeft de verantwoordelijke wethouder aangegeven zich op twee punten niet in de visie te kunnen vinden.

3 Detailhandelsvisie fatl ): Doel: Het streven is het huidige complete en diverse boodschappenaanbod te behouden en te versterken; Het versterken van de 'woonkamer'-functie van het centrum. Het centrum krijgt dan een bredere functie dan alleen een winkelfunctie. Voorzieningen die in toenemende mate bij de 'woonkamer' horen, zijn dag- en avondhoreca en sociaalmaatschappelijke voorzieningen als een bibliotheek en zorgvoorzieningen. Door een sterk boodschappenaanbod en de 'woonkamer'-functie uit te breiden, worden de kansen op behoud van aanvullend winkelaanbod (o.a. mode) vergroot. Om dit doel te bereiken zijn in de visie een aantal beleidsuitgangspunten en -maatregelen geformuleerd. Algemeen: Clustering in twee complementaire winkelgebieden; Namelijk in een sterk centrum met boodschappen- en verblijfsfunctie en in het Shoppingpark De Heuve dat vooral gericht is op grote winkels met volumineuze detailhandel met naast een lokale ook een streekfunctie. Dit is van belang voor het behoud van een zo compleet en sterk mogelijk winkelaanbod. Aan nieuwe winkels en versterking van aanbod buiten het centrum en Shoppingpark De Heuve wordt geadviseerd niet mee te werken, tenzij daarvoor reeds planologisch-juridisch toestemming voor gegeven is. Dit geldt voor alle branches. De enige uitzondering hierop geldt voor detailhandel als onderschikte nevenactiviteit. Geadviseerd wordt alleen onder strikte voorwaarden hieraan mee te werken, (landwinkels) Bij beslispunt 3 stellen wij u voor locatie Buil toe te voegen aan de visie en hier te streven naar een vestiging van Van Cranenbroek. Zie hiervoor ook onze argumenten nr 3. Centrum: Inzetten op een compact kernwinkelgebied (kaart 8 in de visie). Het centrum zo compact mogelijk houden door een kernwinkelgebied af te bakenen, waarbij u ervoor kiest het Amaliaplein en de Schoolstraat niet te betrekken bij dit kernwinkelgebied. Dit is van belang vanwege een teruglopend aantal winkels (en ingevulde panden). Consumentenstromen worden dan zoveel mogelijk gebundeld. In de detailhandelsvisie wordt hiervoor een kernwinkelgebied afgebakend. Hierbij sluiten we aan bij de huidige functioneel-ruimtelijke kwaliteiten ( aantal passanten, publiekstrekkers, parkeren) van deelgebieden in het centrum. Het Amaliaplein en de Schoolstraat hebben niet de kwaliteiten van een kernwinkelgebied, (geen grote passantenstroom, er is geen sterke trekker aanwezig, de locaties liggen niet in de loop). Voor deze locaties betekent dit dat de bestaande functies worden gerespecteerd, maar dat niet meegewerkt wordt aan nieuwe ontwikkelingen, om zo het primaat te leggen bij het kernwinkelgebied. Wat dit juridisch inhoudt wordt onderzocht bij de bestemmingsplanprocedure. Verschillende deelgebieden onderscheiden, (juiste functie naar de juiste plek 'sturen'). Dit heeft tot doel het centrum verder te versterken, (zie kaart 9 in de visie). Rondom de belangrijkste parkeerpleinen ligt de nadruk op het boodschappen doen. Door het parkeren voor de deur lenen deze gebieden zich hier uitstekend voor. Supermarkten zijn belangrijke publiekstrekkers. Het goed functioneren hiervan is van belang. Het centrale deel van het kernwinkelgebied is vooral gericht op het 'shoppen' met een mix aan winkels, van mode tot elektronica, aangevuld met horeca en dienstverlenende bedrijven. Om bezoekers uit te nodigen hier te verblijven en diverse winkels te bezoeken is een aantrekkelijke verblijfsomgeving van belang, waarbij het hart van het centrum, het Julianaplein, zich het best leent voor de verblijfsfunctie.

4 Het Amaliaplein en de Schoolstraat behoren niet tot het kernwinkelgebied om eerder genoemde redenen. Hier wordt ingezet op een meer gemengde invulling, zoals wonen, diensten en ambachten. Uitwerking hiervan komt aan de orde bij het bestemmingsplan. Acties. Verbetering van het verblįjfsklimaat, inpassing van de bevoorrading van de supermarkten, optimalisering van de parkeerterreinen, meer 'ondernemen', het organiseren van periodieke overleggen met de ondernemers (zie detailhandelsvisie kaart 10). Dit vraagt om vervolgacties in samenwerking met de ondernemers. Hiertoe wordt een plan van aanpak opgesteld. Shoppingpark De Heuve: Op Shoppingpark De Heuve grote winkels, de goede bereikbaarheid en goede parkeervoorzieningen behouden. Dit zijn de onderscheidende kenmerken van het Shoppingpark De Heuve. Om het winkelgebied zowel voor bedrijven als consumenten aantrekkelijk te houden is het van belang deze situatie in de toekomst in stand te houden. Op Shoppingpark De Heuve blijft het winkelaanbod primair gericht op volumineus aanbod. Hiermee worden bedoeld winkels groter dan 500 m 2 wvo in de branches woninginrichting, doe-het-zelf en tuincentra). Andere branches kunnen zich in het centrum vestigen. Dit om de complementariteit tussen het centrum en Shoppingpark De Heuve te behouden. Inperken van branchevreemde artikelen op de Heuve. Tevens omwille van complementariteit en gelet op de gewijzigde winkelmarkt wordt in de detailhandelsvisie geadviseerd de huidige regeling ten aanzien van verkoop van branchevreemde artikelen op De Heuve in te perken tot per winkel maximaal 5 x 50 m 2 wvo per branchegroep (is nu 5 x 100 m 2 wvo)., met een totaal maximum van 10 0 Zo (is nu ook 10'yo) van het oppervlak van de winkel. Afgerond zou in theorie een maximum van 3000 m2 aan branchevreemd op de Heuve verkocht kunnen worden. Dit maximum wordt met deze visie niet ingekort. Wat wél ingekort wordt is het maximum aan oppervlakte per branchegroep, namelijk van 100 m2 naar 50 m2 per branchegroep. Acties: Streven naar een verbetering van de samenwerking tussen de ondernemers ten behoeve van de afstemming over evenementen, marketing, openbare ruimte die in eigendom is bij de ondernemers, enz. Hiertoe wordt een plan van aanpak opgesteld. Afwijkingen op de conceptvisie Op twee thema's, de landwinkels en de locatie Buil, stellen wij voor om af te wijken van de visie. Voor de locatie Buil hebben wij op 30 juni 2015 besloten (BW ) mee te werken aan het principeverzoek voor de vestiging van Van Cranenbroek. U heeft op 14 juli 2015 bij motie uitgesproken het college hierin te steunen, (zie bijlage atl ). Voor wat betreft de landwinkels hebben wij argumenten om vanuit het recent vastgestelde toerismebeleid voor te stellen meer toe te staan dan in de conceptvisie is verwoord.

5 Openbare ruimte winkelcentrum De openbare ruimte 1 maakte geen deel uit van het proces voor de detailhandelsvisie. In de discussies met de ondernemers en pandeigenaren kwam echter de noodzaak naar voren om ook te beschikken over een visie voor de openbare ruimte. Daarvoor is een notitie opgesteld die u hierbij aantreft. Deze was onderwerp van besluitvorming op 27 mei 2015, BW Doel van deze notitie (bijlage atl ) is het inventariseren van de problemen en het formuleren van maatregelen die bij kunnen dragen aan een bloeiend centrum. De notitie gaat over noodzakelijke en wenselijke aanpassingen. Aan de orde komen onder meer het onderhoudsniveau, de kwaliteit van de diverse entrees, verbeterpunten, eenvoudige oplossingen en kostenbesparende acties. Inmiddels is de notitie voorgelegd aan de ondernemers. De notitie is zeer positief ontvangen. De ondernemers komen ook met aanvullingen en verbeterpunten. Met de pandeigenaren wordt de notitie besproken binnen het nu lopende proces om te komen tot de invoering van een BIZ 2 voor het centrum. Begin 2016 wordt de invoering van de BIZ aan u ter besluitvorming voorgelegd. In hoofdstuk 8 van de notitie kwaliteitsslag openbare ruimte komen de mogelijke dekkingsmiddelen om de investeringen te realiseren aan de orde. Een belangrijke drager om de plannen te realiseren is een bijdrage vanuit het project Oranjekwartier. In 2015 wordt de ontwikkeling Oranjekwartier financieel afgewikkeld. Het resultaat van het plan is veel minder nadelig dan vooraf verwacht. Het college is voornemens om bij de jaarrekening 2015 binnen het project Oranjekwartier een bedrag van C ,- te bestemmen voor maatregelen om de openbare ruimte in het centrum op te knappen. Bij de opstelling van de jaarrekening 2014 is vooruitlopend hierop binnen dit project een stelpost van afgerond C ,- opgenomen voor maatregelen in het centrum van Beuningen. Door de directe ligging aan en overlap met het winkelcentrum is het gerechtvaardigd om voor de afronding een deel van het gunstige resultaat voor werkzaamheden in het centrum aan te wenden. Beoogd effect Te komen tot een detailhandelsvisie voor het centrum van Beuningen en Shoppingpark De Heuve die de basis vormt voor een op te stellen bestemmingsplan. Argumenten 1. De visie beantwoordt aan de wens van de gemeenteraad om te komen tot een bestemmingsplan voor het centrumgebied van Beuningen, waarbij deze visie de basis is. Op 3 juni 2013 heeft uw raad, bij de vaststelling van de beheersverordening, de wens uitgesproken voor het centrum een bestemmingsplan vast te stellen. Omdat er ontwikkelingen spelen is het wenselijk ons te bezinnen op nieuw beleid voordat een bestemmingsplan wordt opgesteld. Na vaststelling van de visie wordt een bestemmingsplan opgesteld dat ook aan u wordt voorgelegd ter vaststelling. 1.2 Door landelijke ontwikkelingen op detailhandelsgebied is nieuw beleid voor de detailhandelslocaties wenselijk. Zoals in de inleiding vermeld zijn er trends gaande die een bezinning op het bestaande beleid noodzakelijk maken. Leegstand, wijzigingen in het bestedingspatroon, schaalvergroting, vergrijzing, zijn aspecten waarop de gemeente moet inspelen om te zorgen dat we ook in de toekomst een aantrekkelijk winkelgebied behouden dat in de behoeften van onze burgers voorziet. Hierbij is het maken van keuzen en het nemen van maatregelen noodzakelijk. De begrenzing ligt bij het gebied van de reclamebelasting 2 bedrijveninvesteringszone. Regeling om te komen tot een bijdrage van de pandeigenaren in het centrum.

6 2. Landwinkels dragen bij aan de betrokkenheid bij het landschap en past in de visie op toerisme die u op 23 maart 2015 heeft vastgesteld. (INT ). Landwinkels in het buitengebied kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het toerisme in Beuningen (fietsers/wandelaars) en de betrokkenheid van onze inwoners met het landschap vergroten. De gemeente kent veel (kleine) ondernemers die een bijdrage leveren aan de recreatieve aantrekkelijkheid. In het toerismebeleid, dat op 14 juli 2015 door uw raad is vastgesteld, wil de gemeente medewerking verlenen, ruimte scheppen en verbindingen leggen zodat deze ondernemers optimaal kunnen functioneren. Landwinkels leveren een waardevolle bijdrage aan de recreatieve aantrekkelijkheid en aan het creëren van betrokkenheid van de burger bij het landschap, de boerderij en haar producten. Het bestemmingsplan Buitengebied staat nu reeds toe dat streekgebonden producten en agrarisch gerelateerde producten in ondergeschikte vorm. verkocht mogen worden binnen de agrarische bestemming. Dit zal niet anders worden. 3. Op 14 juli 2015 heeft u bij motie (atl ) uitgesproken ons principebesluit van 30 juni 2015 (BW ) te steunen om mee te werken aan de bedrijfsvestiging van v. Cranenbroek op locatie Buil. In de visie van DTNP wordt ingezet op de clustering van winkels in het centrum en op De Heuve. Desondanks stellen wij voor om aan de visie toe te voegen te streven naar een vestiging van Van Cranenbroek op locatie Buil. Mede op basis van het onderzoek van BRO naar de Ruimtelijk-functionele effecten van de mogelijke komst van Van Cranenbroek in Beuningen (atl ) hebben wij in juni 2015 een positief standpunt ingenomen over het verzoek om een vestiging van Van Cranenbroek toe te staan op locatie Buil. Dit omdat dit onderzoek uitwijst dat de positieve en negatieve effecten van een dergelijke vestiging op het winkelcentrum en op Shoppingpark De Heuve tegen elkaar opwegen. De vestiging is goed voor de werkgelegenheid in Beuningen en kan een positief effect hebben op het centrum en het Shoppingpark De Heuve. Een deel van de klanten van Van Cranenbroek zal ook een bezoek brengen aan deze centra. Kanttekening 3. Provinciale- en regionale afstemming moet nog plaatsvinden. Op perifere locaties wordt reguliere-niet dagelijkse detailhandel (het nevenassortiment van Van Cranenbroek) door de provincie niet toegestaan. Zij voeren hierin een restrictief beleid. Binnen de regio Arnhem Nijmegen worden momenteel de locaties voor nieuwe bedrijventerreinen, grootschalige kantoorlocaties en locaties voor perifere grootschalige detailhandel in beeld gebracht om tot één regionaal programma voor deze locaties te komen. Ons college zal de regio en de provincie er van moeten overtuigen dat het initiatief op deze plek mogelijk is. Het onderzoek van BRO (atl ) biedt hiervoor aanknopingspunten. Financiën Nvt Tijdspad Na vaststelling van de visie wordt een bestemmingsplan opgesteld en na de zomer van 2016 in procedure gebracht. In de eerste helft van 2016 zal ons college in overleg met de ondernemers in het centrum en in shoppingpark De Heuve een concreet plan van aanpak opstellen om de in de visie genoemde acties en maatregelen uit te voeren. Communicatie De visie alsmede het besluit van uw raad worden gepubliceerd op de gemeentelijke website. Daarnaast worden deze in een bijeenkomst voor ondernemers uit het centrum en het Shoppingpark De Heuve toegelicht.

7 Evaluatie nvt Bijlagen 1. Motie van Cranenbroek, atl ; 2. Detailhandelsvisie, atl ; 3. Effectenanalyse van BRO, atl ; 4. Kwaliteitsslag openbare ruimte Winkelcentrum Beuningen, Atl ; 5. B&W-voorstel: Winkelcentrum Openbare ruimte, BW Routingformulier: atl Burgemeester en wethouders, Dyanne Koeken secretaris Carol van Eert burgemeester Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 17 november fe griffier, e voorzitter,