Engineering Embedded Systems Engineering
|
|
- Elisabeth van Doorn
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Engineering Embedded Systems Engineering Interfacetechnieken
2 Inhoud 1 Timing digitale schakelingen Berekenen delay-tijd Theorie van Thevenin Theorie van Norton Oefenopgaven RC-Delay Antwoorden van oefenopgave RC-delay
3 800 W 400 W Interfacetechnieken Timing digitale schakelingen Tussen een in- en uitgang van een digitale schakeling zal altijd een capaciteit (parasitaire capaciteit) aanwezig zijn, de grote hiervan is afhankelijk van: - de uitgangscapaciteit van een poort - de ingangscapaciteit van een poort - de lengte van de bedrading (print sporen) tussen de in- en uitgangspoort. +5V I zender 200 pf ontvanger De zender is in dit voorbeeld belast met 200pF. De uitgangskarakteristiek van de zender en ingangskarakteristiek van de ontvanger ziet er dan als volgt uit: U (V) 5 4 ontvanger zender laag 3 2 zender hoog I (ma) Als we dan kijken naar de uitgang van de zender bij een hoog wordend signaal, zal de uitgangsstroom de C (capaciteit) opladen, de duur van het opladen van de C is afhankelijk van de grote van de C en de R, grotere C en/of R zorgt ervoor dat het opladen vertraagd wordt
4 De pulsbreedte van een signaal is afhankelijk van het meetniveau en de flanksteilheid. Het meetniveau, ook wel drempelspanning of threshold voltage genoemd, is afhankelijk van het (familie) type poort (TTL, CMOS, etc). Dus verschillende type poorten hebben verschillende schakeltijden bij hetzelfde ingangssignaal. Voor een TTL poort gelden de volgende drempels: Met < t1 waarde = 0, >t2 waarde =1 en <t2 en >t1 waarde is ongedefinieerd. Als de flanksteilheid afneemt ten opzichte van het meetniveau dan kan er het gevaar ontstaan op zgn. slappe flanken, wat tot gevolg kan hebben dat bij smalle pulsbreedte niet geschakeld wordt, C niet voldoende opgeladen of ontladen, zodat drempelspanning niet wordt bereikt, ook kan er oscillatie ontstaan. Factoren die de timing van een digitale schakeling beïnvloeden zijn: - spreiding in de productie van de circuits (binnen de specificaties) - Temperatuur - Voedingspanning - belasting van de uitgang van de schakeling - spanningsniveaus waarop gemeten wordt - flanksteilheid van de ingang De timing met gecorrigeerd worden bij te lange verbindingen (looptijd per meter is ongeveer 5nS) en bij afwijkende belasting. De delay bij afwijkende belasting, en dus capaciteit, is te berekenen
5 2 Berekenen delay-tijd Stappen voor het berekenen van de delay: 1. Bepaal de maximale capacitieve belasting: uitgang = 10 pf ingang = 5 pf bedrading = 1 pf/cm 2. Bepaal de spanning op de ontvanger voor het schakelen van de zender (t<0): Bepaal het vervangingsschema van de zender (voor t<0). Bepaal het vervangingsschema van de ontvanger(s) (voor t<0). Vervang alle bronnen en weerstanden door een spanningsbron en een weerstand (Norton en Thevenin). 3. Bepaal de spanning waarbij de ontvanger op zijn laatst schakelt (worst case drempelspanning). 4. Bepaal het vervangingsschema van de zender na het schakelen (t>0). Let op het geldigheidsgebied! 5. Bepaal het vervangingsschema van de ontvanger(s) (voor t>0). Let op het geldigheidsgebied! 6. Vervang alle bronnen en weerstanden door een spanningsbron en een weerstand (Norton en Thevenin). 7. Bereken de delay, eventueel in een aantal stappen in verband met de geldigheid van de vervangingsschema's. Uc (t1) = [Uc (t0) -E].e -t1/rc + E zodat : t1 t0 = RC ln {[Uc(t0) -E]/[Uc(t1) -E]} Vaak is t0 =
6 Om een condensator van een spanning U1 naar U2 op te laden, is een tijdsduur t2-t1 nodig die gelijk is aan t2 - t1 = RC.ln{(U0 - E)/(U2 - E)} - RC.In{(U0 - E)/(U1 - E)} = = RC.ln[{(U0 - E)/(U2 - E)} / {(U0 - E)/(U1 - E)}] = = RC.ln{(U1 - E)/(U2 - E)} Hierin is U0 de spanning over de condensator op t0 = 0. Deze formule geldt als de condensator wordt opgeladen uit een spanningsbron E met inwendige weerstand R. Wordt de condensator opgeladen uit een ideale stroombron (met oneindig hoge parallelweerstand), dan geldt I = C.dU/dt = constant, zodat U(t) = I.t/C + U0 Nu geldt: t2 - t1 = C.(U2 -U1)/I Veronderstel dat we te maken hebben met de schakeling van fig. 1, waarbij een zender belast is met een condensator C = 200 pf, een afsluitweerstand R1 = 800 Ohm naar 0 V en een afsluitweerstand R2 = 400 Ohm naar 5 V en een ontvanger. Let op: We definiëren de positieve stroomrichting van zender naar ontvanger! In fig. 2 zijn de karakteristieken van zender en ontvanger gegeven. Gegeven: de drempelspanning van de ontvanger ligt tussen 1,2 V en 3,0 V
7 Laten we eerst berekenen hoelang het maximaal duurt voordat de ontvanger schakelt nadat de zender van hoog naar laag geschakeld is. De ontvanger schakelt worst case indien de spanning lager wordt dan 1,2 V. We moeten nu eerst de beginspanning U0 op de condensator uitrekenen, voordat de zender geschakeld heeft, dus als de zender 'hoog' is. Als de weerstanden R1 en R2 er niet waren, konden we deze beginspanning in fig. 2 aflezen als het snijpunt van de zenderkarakteristiek 'hoog' en de ontvanger- karakteristiek. Dit zou ongeveer 3,7 V opleveren. R1 en R2 zullen deze waarde enigszins veranderen, maar het instelpunt zal zeer waarschijnlijk op het lijnstuk blijven liggen dat van (0 ma, 4 V) naar (20 ma, 2,5 V) gaat. We moeten dit wel achteraf controleren! Voor de zender kunnen we dus een spanningsbron nemen van 4 V in serie met een weerstand van 75 Ohm, immers de bronspanning (open spanning, dus stroom = 0) van het betreffende lijnstuk is 4 V en de serieweerstand (helling) bedraagt (4-2,5) V/20mA = 75 Ohm. De ontvanger is lineair een kan worden vervangen door een spanningsbron van 2,5 V met een serieweerstand van 250 Ohm (zie fig. 2). De weerstand vinden we door de helling van de lijn te bepalen. Deze bedraagt 2,5 V/10 ma = 250 Ohm. Aldus vinden we het gehele schema van fig. 3 voor het berekenen van de beginspanning U0. Zender, R1, R2 en ontvanger kunnen we met het theorema van Thevenin vervangen door een spanningsbron met een (serie)weerstand. Thevenin zegt immers dat een netwerk van spanningsbronnen, stroombronnen en weerstanden vervangen kan worden door een enkele spanningsbron met een serieweerstand. De bronspanning van deze bron is de open spanning die gemeten (of berekend) wordt tussen de klemmen en de serieweerstand is de weerstand die gemeten of berekend wordt tussen de klemmen als alle bronnen lijn geëlimineerd (spanningsbronnen kortgesloten en stroombronnen verwijderd). Nu vergt dit theorema in de bovenstaande situatie nogal veel rekenwerk. Veel eenvoudiger is het om eerst het theorema van Norton toe te passen. Norton zegt immers dat een netwerk van spanningsbronnen, stroombronnen en weerstanden vervangen kan worden door een enkele stroombron met een parallelweerstand. De stroom van deze bron is de stroom die gemeten (of berekend) wordt tussen de kortgesloten klemmen en de parallelweerstand is de weerstand die gemeten of berekend wordt tussen de klemmen als alle bronnen zijn geëlimineerd (spanningsbronnen kortgesloten en stroombronnen verwijderd)
8 Omdat we de spanning op de ingang van de ontvanger moeten berekenen, ofwel de spanning over de condensator C, nemen we als klemmen de aansluitpunten van deze condensator. De kortsluitstroom Ik is dan 4/75 + 5/ / ,5/250 A = 75,8 ma De parallelweerstand R bedraagt: 1/R = 1/75 + 1/ / /250 = 0,021, zodat R = 47,4 Ohm. Nu is de open spanning eenvoudig te berekenen uit U0 = R.Ik = 47,4.75,8 mv = 3,60V, zodat het Thevenin vervangingsschema een spanningsbron van 3,60 V met een serieweerstand van 47,4 Ohm is. De beginspanning over de condensator bedraagt dus 3,60 V (zie fig. 3). Dit ligt inderdaad tussen 2,5 V en 4,0 V zodat de gekozen zenderkarakteristiek juist is. We moeten nu berekenen hoelang het duurt voordat de condensator een spanning van 1,2 V bereikt na het omlaag schakelen van de zender. De zender schakelt op t=0 van 'hoog' naar 'laag'. De spanning op de condensator is op dat moment 3,60 V, zodat de zender bij deze spanning van 3,60 V een stroom van -25 ma zal gaan leveren. (Bedenk immers dat de spanning over een condensator niet onmiddellijk kan veranderen!) Dit deel van de zenderkarakteristiek 'laag' kan dus vervangen worden door een ideale stroombron met een waarde van -25 ma. De stroom is immers constant voor elke spanning Uu > 1,0 V. Fig. 4 laat het vervangingsschema zien dat geldt nadat de zender omlaag heeft geschakeld.. Met Norton vinden we Ik = / / ,5/250 A = -2,5 ma en 1/R = 1/ / /250 = 0,0078, zodat R = 129 Ohm. De open spanning bedraagt dan U0 = R.Ik = 129.(-2,5) mv =,.0,32 V. Aangezien het vervangingsschema van fig. 4 geldig is tot het worst case schakelpunt van de ontvanger (1,2 V) is de gevraagde tijdsduur: t1 = RC.ln{(U0 - E)/(U1 - E)} = ln{(3,60+0,32)/(1,2+0,32)} s = 24,4 ns. Willen we vervolgens de benodigde tijdsduur berekenen voor het schakelen van de ontvanger bij een opgaande flank dan moet de condensator worst case worden opgeladen tot 3,0 V. Eerst moeten we de beginspanning op de condensator berekenen. Deze zal ongeveer 0,7 V bedragen (zie fig. 2), immers de verschuiving ten gevolge van - 8 -
9 R1 en R2 zal niet erg groot zijn. De karakteristiek van de zender zal derhalve het lijnstuk zijn door de punten (-25 ma, 1 V) en (0 ma, 0,5 V). De open spanning bedraagt 0,5 V en de serieweerstand (helling) (1,0-0,5) V/ 25 ma = 20 Ohm. Fig. 5 geeft het bijbehorende vervangingsschema. Met Norton vinden we Ik. = 0,5/20 + 5/ / ,5/250 A = 47,5 ma en 1/R = 1/20 + 1/ / /250 = 0,058, zodat R = 17,3 Ohm. De open spanning bedraagt dan U0 = R.Ik = 17,3.(47,5) mv = 0,82 V. De beginspanning over de condensator bedraagt dus 0,82 V (zie fig. 5). Dit is inderdaad lager dan 1,0 V zodat de gekozen zenderkarakteristiek juist is. We moeten nu berekenen hoelang het duurt voordat de condensator een spanning van 3,0 V bereikt na het omhoog schakelen van de zender. De zender schakelt op t=0 van 'laag' naar 'hoog'. De spanning op de condensator is op dat moment 0,82 V, zodat de zender bij deze spanning een stroom van ongeveer 33 ma zal gaan leveren (zie fig. 2). (Bedenk dat de spanning over een condensator niet onmiddellijk kan veranderen!) Dit deel van de zenderkarakteristiek 'hoog' kan dus vervangen worden door het lijnstuk door de punten (20 ma, 2,5 V) en (40 ma, 0 V). De serieweerstand van de zender bedraagt in dit gebied dus (2,5-0) V /20 ma = 125 Ohm en de bronspanning (open spanning waarbij de stroom 0 is) bedraagt ma = 5,0 V. Fig. 6 laat het vervangingsschema zien dat geldt onmiddellijk nadat de zender omhoog heeft geschakeld. Norton levert Ik = 5/ / / ,5/250 A = 62,5 ma en 1/R = 1/ / / /250 = 0,016, zodat R = 63,5 Ohm. De open spanning bedraagt dan U0 = R.Ik = 63,5. (62,5) mv = 3,97 V. Aangezien het vervangingsschema van fig. 6 slechts geldt tot Uu = 2,5 V - 9 -
10 berekenen we eerst de tijdsduur t1 voor het opladen van de condensator van 0,82 V tot 2,5 V: t1 = RC.ln{(U0 - E)/(U1 - E)} = 63, ln{(0,82-3,97)/(2,5-3,97)} s = 9.7ns. Voor 2,5 V < Uu < 4,0 V geldt het vervangingsschema van fig. 3. Het opladen van de condensator van 2,5 V tot 3,0 V duurt dan t2 -t1 = RC.ln{(U1 - E)/(U2 - E)} = 47, ln{(2,5-3,60)/(3,0-3,60)} s = 5,7ns. De totale vertraging ten gevolge van de condensator bij het omhoog schakelen duurt dus t1 + t2 = 15.4 ns
11 3 Theorie van Thevenin De toepassing van deze theorie laat toe om ingewikkelde kringen met combinaties van serie- en parallelschakelingen te vereenvoudigen zodat we uiteindelijk nog maar een quasi elementaire kring op te lossen hebben. Een zelfde ingewikkelde kring zal dan bij het aansluiten van andere belastingen, eenvoudig op te lossen zijn. Deze kring kennen we al en is niet moeilijk op te lossen. Van deze schakeling kunnen we uitrekenen welke stroom door RL vloeit bij veranderen van deze weerstand in 1,5kOhm, 3kOhm en 4,5kOhm enz... Kijk naar volgend schema: Als de belasting 900 Ohm bedraagt, dan is de stroom: U 3 I= = = 1 ma R Herrekenen voor RL = 3,9kOhm, is makkelijk, nl. 0,5 ma enz. Omdat het hier om een één mazige kring (één enkele kring) gaat, is alleen maar het toepassen van de wet van Ohm nodig
12 De theorie van Thevenin laat toe om gelijk welke complexe kring te herleiden tot ééntje met maar één maze, bevattend één bron, één inwendige weerstand en één al dan niet variërende belasting. Twee definities: Spanning van Thevenin : Is de spanning aan de klemmen zonder dat de belasting wordt aangesloten. (nullast of openklem spanning). We benoemen dit V th Weerstand van Thevenin : Is de weerstand die men aan de klemmen ziet als men ALLE bronnen door een kortsluiting vervangt en de stroombron door een open kring (geen belasting aangesloten) We noemen deze R th Een voorbeeld : Kijk naar de schakeling hierboven. De bedoeling is om de stroom door RL te bepalen. RL bedraagt respectievelijk 1, 3 en 5KOhm. 1 - Het is de bedoeling om de schakeling volgens volgend figuur te vereenvoudigen. 2 - Bepaal de weerstand van Thevenin : - Koppel RL los - Sluit de bron kort - Het volgende schema verschijnt:
13 De weerstand van 4kOhm staat in parallel met de weerstand van 2kOhm. Dit geeft ons 1,33kOhm. Deze equivalente weerstand is bij de 5kOhm te voegen, maar in serie. Dit maakt: 5 + 1,33 = 6,33kOhm Rth = 6,33kOhm 3 - Bepaal de spanning van Thevenin Vth Herneem het origineel schema We vinden :, door de 5kOhm vloeit geen stroom want RL is niet aangesloten. We hebben eenvoudigweg de verhouding van de spanningen berekend. Anders uitgedrukt : de spanningsdeler. Een andere manier gaat via de stroombepaling door de 2 en 4kOhm, daar men er aan moet denken dat de belasting NIET aan gesloten is. De spanning op de klemmen van de 4kOhm wordt : U= R x I U = 4000 x = 8V Opmerking Vergeet niet om de belasting Rl los van de schakeling te koppelen 1- RL los koppelen
14 2 - Merk onmiddellijk de spanningen op door de 2 en 4kOhm gevormde deler. door de 5kOhm Er vloeit GEEN stroom: dus geen spanningsval. 3 - Of door de stroom bepaling door weerstand 4KΩ. 4 -We gaan door : 4 - Herteken : Zie boven. Deze 6,33kOhm vinden we door de serieschakeling van 5kOhm met het resultaat van de parallel schakeling van 2 en 4kOhm of 1,33kOhm/ Zie punt 2. Het geheel wordt herleid tot een spanningsbron van 8 V in serie met een weerstand van 6,33kOhm. Waarde voor RL : kOhm Het is duidelijk dat we hier nog enkel de wet van Ohm moeten toepassen. Berekening voor 1000 Ohm U 8 I= = = 1,09 ma R Berekening voor 3000 Ohm U 8 I= = = 857 µa R Berekening voor 5000 Ohm U 8 I= = = 706 µa R
15 4 Theorie van Norton Thevenin reduceerde de complexe kring tot een spanningbron in serie met één weerstand. Parallel hierop werd dan een belasting aangesloten. De werkwijze van Norton is gelijkaardig maar we gebruiken de omzetting via een stroombron en een parallelweerstand. Het volstaat om volgende principes te begrijpen: We bepalen eerst de weerstand. Deze is gelijk aan deze uit Thevenin. Vervolgens bepalen we de kortsluitstroom. Hiervoor vervangen we de belasting door een kortsluiting en bepalen de stroom. Deze stroom zal de maximum stroom zijn die de bron zal kunnen leveren. Blijft nog de belasting aan te sluiten en de stroom doorheen deze belasting te bepalen of te berekenen. Opgepast: we gebruiken hiervoor het principe van proportionaliteit zoals bij de spanningsdeler. Let er op dat het om stromen gaat, met als gevolg dat we deze verhouding volgens het parallelprincipe moeten toepassen (de stroom splitst zich in twee delen ) Twee definities: Eerst voor de weerstand van Norton: Deze is identiek aan Thevenin, daarom passen we dat strikt toe (ook in de berekening), enkel met dit verschil dat deze weerstand in parallel op de stroombron komt (anders loopt er geen stroom). Vervolgens de stroom: We sluiten de belasting kort ( in het echte schema ) en berekenen de stroom die dan zal vloeien. deze waarde is :
16 Verander de kring volgens Thevenin in een kring volgens Norton: Hierboven zien we een kring volgens Thevenin. We weten dat de weerstand identiek maar parallel op de belasting staat bij de vervanging naar stroombron (zie beide schema's links). We bepalen dan de stroombron: we sluiten punten A en B kort en bepalen de stroom die dan vloeit. Vth 10 I = I= = 5 ma Rth 2000 Merk het resultaat hierboven. Een voorbeeld: Bekijk het schema hieronder reken de stroom in RL als RL = 1-2 et 8kOhm Bereken de weerstand van Thevenin
17 1 - Maak de belasting los. 2 - Sluit de spanningsbron kort en bepaal de weerstand. Merk 2k//8k = 1600 Ohm Bereken de kortsluit stroom : ( een goede raad: teken bij elke stap het schema ) 1 - Vervang de belasting door een kortsluiting. De 8kOhm wordt kortgesloten, blijft enkel de weerstand van 2000 Ω in de kring. Icc = 10/2000 I cc= 5 ma Volgend schema is het resultaat van deze redenering Sluit de weerstand van 1000Ohm aan. Passen we het principe van de proportionaliteit toe (cfr. de spanningsdeler, maar nu met stroom) Merk op dat in de weerstand met de kleinste waarde de grootste stroom zal vloeien. We hebben nu een stroom van 5 ma die splitst in twee ongelijke stromen Rth en RL. De stroom doorheen RL : IRL = = = 3,08 ma Op gelijkaardige manier Rth : IRL = = 5 x 1000 / (1,6 +1) = 5000/2,6 = 1,92mA
18 5 Oefenopgaven RC-Delay Opgave 1 a. Teken de in- en uitgangskarakteristieken van een schakeling als gegeven is: ingang: E = 1,0 V en Ri = 200 Ohm uitgang hoog: E = 5,0 V en Ru = 100 Ohm voor Uu > 4,0 V E = 7,0 V en Ru = 300 Ohm voor Uu < 4,0 V uitgang laag: lu = -50 ma voor Uu > 1,5 V E = 0,5 V en Ru = 20 Ohm voor Uu < 1,5 V b. Geef in de getekende karakteristieken duidelijk de instelpunten aan voor uitgang = hoog en voor uitgang = laag, indien de zender-uitgang alleen belast is met een ontvanger-ingang. c. Bereken de maximale vertraging ten gevolge van een belastingscapaciteit van 200 pf bij een opgaande flank als de zender-uitgang is belast met een ontvanger-ingang en met een weerstand van 250 Ohm naar een spanning van 2,5 V. De drempelspanning van de ontvanger ligt tussen 1,0 V en 2,5 V. t1 t0 = R.C. In(U0-E)/(U1-E) d. Bereken de maximale vertraging ten gevolge van een belastingscapaciteit van 200 pf bij een neergaande flank als de zender-uitgang is belast met een ontvanger-ingang en met een weerstand van 250 Ohm naar een spanning van 2,5 V. De drempelspanning Udr van de ontvanger ligt tussen 1,0 V en 2,5 V. Opgave 2 a. Teken de in- en uitgangskarakteristieken van een schakeling als gegeven is: ingang: E = 1,0 V en Ri = 200 Ohm voor Ui > 2,0 V E = -1,0 V en Ri = 600 Ohm voor Ui < 2,0 V uitgang hoog: E = 3,0 V voor Iu < 20 ma E = 5,0 V en Ru = 100 Ohm voor Iu > 20 ma uitgang laag: lu = -40 ma voor Uu > 1,0 V E = 0,2 V en Ru = 20 Ohm voor Uu < 1,0 V b. Geef in de getekende karakteristieken duidelijk de instelpunten aan voor uitgang = hoog en voor uitgang = laag, indien de zender-uitgang alleen belast is met een ontvanger-ingang. c. Bereken de maximale vertraging ten gevolge van een belastingscapaciteit van 200 pf bij een opgaande flank als de zender belast is met een ontvanger- ingang en een weerstand van 300 Ohm naar een spanning van 3 V. De drempelspanning van de ontvanger ligt tussen 1,0 V en 2,5 V. t1 t0 = R.C.In(U0-E)/(U1-E)
19 Opgave 3 Gegeven zijn de uitgangskarakteristieken van de zender en de ingangskarakteristiek van de ontvanger.. De drempelspanning van de ontvanger ligt tussen 1,5 V en 3,5 V. Bereken de worst case vertragingstijd voor de opgaande flank van het signaal. t1 t0 = R.C.In(U0-E)/(U1-E) Opgave 4 In een bussysteem bevinden zich een afsluitweerstand van 3kOhm naar +6 V en een afsluitweerstand van 6kOhm naar aarde. De zender heeft de volgende karakteristieken : 1-niveau: O-niveau: E = 5 V en R = 500 Ohm I = -40 ma voor Uu > 0,4 V E = 0,2 V en R = 5 Ohm voor Uu < 0,4 V De ontvanger heeft de volgende karakteristiek: E = 2,0 V en R = 200 Ohm voor Ui > 2,0 V E = 2,0 V en R = 100 Ohm voor Ui < 2,0 V 0,8 V < drempelspanning < 2,0 V a. Teken nauwkeurig de karakteristieken van zender en ontvanger. b. Bereken de maximale vertragingstijd voor de neergaande flank van het signaal als de zender bovendien belast is met 200 pf. t1 t0 = R.C.In(U0-E)/(U1-E)
20 6 Antwoorden van oefenopgave RC-delay Opgave 1 a. b. c. t1 - t0 = 81, In{(0,68-3,11)/(2,5-3,11) = 22,4 ns d. t1 - t0 = 111, In{(3,11 + 3,89)/(1,5 + 3,89) = 5,8ns t2 - t1 = 16, In{(1,5-0,68)/(1,0-0,68) = 3,2 ns Dus t2 t0 = 5,8 + 3,2 = 9,0 ns Opgave 2 a. b. c. t1 - t0 = 66, In{(0,33-3,9)/(2,0-3,9) = 8,4 ns t2 - t1 = 54, In{(2,0-3,5)/(2,5-3,5) = 4,4 ns Dus t2 t0 = 8,4 + 4,4 = 12,8 ns Opgave
21 t1 - t0 = In{(0,4-10)/(3,5-10) = 29,5 ns Opgave 4 a. b. t1 t0 = ,2. ln((2,93 + 5,09)/(2,0 + 5,09)) = 4,49ns t2 t1 = 95. 0,2. ln ((2,0 + 1,71)/(0,8 + 1,71)) = 7,42ns Dus de totale delay t2 - t0-21 -
3. Zoek, op het nieuwe vereenvoudigde schema, nieuwe serie en/of parallelschakelingen op en vervang ze. Ga zo door tot het einde.
Probeer, bij het oplossen van de oefeningen, zo weinig mogelijk de andere stellingen te gebruiken. Vermijd het oplossen met de wetten van Kirchhoff (tenzij het niet anders kan) en zoek de openklemspanning
Nadere informatie5 Het oplossen van netwerken
5 Het oplossen van netwerken 5b e stellingen 1 1 Stelling van Thevenin Wat? oel? E T? R T? Nee: foute meting toestel mogelijk stuk 2 1 1 Stelling van Thevenin Wat? oel? E T? R T? Nee: Oneindig 3 1 Stelling
Nadere informatieBij een uitwendige weerstand van 10 is dat vermogen 10
Elektriciteitsleer Inwendige weerstand Een batterij heeft een bronspanning van 1,5 V en een inwendige weerstand van 3,0. a. Teken de grafiek van de klemspanning als functie van de stroomsterkte. Let er
Nadere informatieElektrische Netwerken
Elektrische Netwerken 1 Project 1 Info te verkrijgen via: http://www.hanese.nl/~jonokiewicz/ Programma Week 1: DC stromen en spanningen Week 2: Serie en parallel, l stroomdeling, spanningsdeling Week 3:
Nadere informatieToets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1
Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch
Nadere informatieNetwerken. De ideale spanningsbron. De ideale stroombron. De weerstand. De bouwstenen van elektrische netwerken.
Netwerken De bouwstenen van elektrische netwerken. Topologie van netwerken. Wetten van Kirchoff. Netwerken met één bron. Superpositiestelling. Stellingen van Thevenin en Norton. Stelsel van takstromen.
Nadere informatie3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring
1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling
Nadere informatie9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN
9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN Een parallelschakeling komt in de praktijk vaker voor dan een serieschakeling van verbruikers. Denken we maar aan alle elektrische apparaten die aangesloten zijn op
Nadere informatieGemengde schakelingen
Gemengde schakelingen We hebben in vorige lessen de serieschakeling en de parallelschakeling behandeld. Veel schakelingen zijn een combinatie van de serieschakeling en de parallelschakeling. Dat noemen
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 18 augustus 2019 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 20 20.1. Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.
Elektrische Netwerken 49 Opgaven bij hoofdstuk 20 20.1 Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 12 = 1 ks, R 23 = 3 ks, R 31 = 6 ks 20.2 Bepaal R 12 t/m R 31 (in de driehoek)
Nadere informatieAntwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8)
Elektrische netwerken Oefenopgaven: open vragen Hints en Antwoorden Antwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8) Hoofdstuk 1 1.1 15 S 1.2 4,5 A 1.3 2 A, 4 A, 6 A 1.4 5 ma,!2,5 ma 1.5 B: in strijd met de stroomwet;!1
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 12
32 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 12 12.6 Van een lineaire tweepoort is poort 1 als ingang en poort 2 als uitgang op te vatten. Bij de Z-parametervoorstelling van deze tweepoort geldt dan: a:
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektrodynamica 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding
Nadere informatieNETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF
NETWERKEN EN DE WETTEN VN KIRCHHOFF 1. Doelstelling van de proef Het doel van deze proef is het bepalen van de klemspanning van een spanningsbron, de waarden van de beveiligingsweerstanden en de inwendige
Nadere informatieDEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden
Naam: Nr.: Groep: Klas: Datum: DEEL 6 In de vorige oefeningen heb je reeds een A-meter, die een kleine inwendige weerstand bezit, in serie leren schakelen met een gebruiker. Door de schakelstand te veranderen
Nadere informatieElektrische Netwerken 27
Elektrische Netwerken 27 Opgaven bij hoofdstuk 12 12.1 Van een tweepoort zijn de Z-parameters gegeven: Z 11 = 500 S, Z 12 = Z 21 = 5 S, Z 22 = 10 S. Bepaal van deze tweepoort de Y- en H-parameters. 12.2
Nadere informatieSerie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = 24 10 = 14 V
Om te onthouden Serieschakeling Parallelschakeling Itotaal= I = I2 Utotaal=U + U2 totaal = + 2 Itotaal=I + I2 Utotaal= U = U2 tot 2 enz Voor elke schakeling I totaal U totaal totaal Itotaal= I = I2 Utotaal=U
Nadere informatieModule 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen.
Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Module 1: werken met OPAMPS. Project 1 : Elementaire lineaire OPAMP schakelingen. 1. Opgaven. - Zoek de bijzonderste principe schema s en datagegevens. Meet de opstellingen
Nadere informatie1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen
Hoofdstuk 3 Elektrodynamica Doelstellingen 1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen Elektrodynamica houdt de studie
Nadere informatie9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.
Elektrische Netwerken 21 Opgaven bij hoofdstuk 9 9.1 Geef de complexe weergave van deze tijdsfuncties: u 1 =!3.sin(Tt+0,524) V; u 2 =!3.sin(Tt+B/6) V; u 3 =!3.sin(Tt+30 ) V. (Klopt deze uitdrukking?) 9.2
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 9
24 Meerkeuze-opgaven Opgaven bij hoofdstuk 9 9.14 Gegeven de complexe spanning: û = +12 + 5j [V]. Deze komt overeen met een wisselspanning: a: u(t) =!13.cos(Tt! 0,39) [V] b: u(t) = +13.cos(Tt! 0,39) [V]
Nadere informatieFig. 5.1: Blokschema van de 555
5 Timer IC 555 In de vorige drie hoofdstukken hebben we respectievelijk de Schmitt-trigger, de monostabiele en de astabiele multivibrator bestudeerd. Voor ieder van deze schakelingen bestaan in de verschillende
Nadere informatieElektrische netwerken
Deel 1: de basis H1 - H4: basisbegrippen gelijkspanning Opgaven bij hoofdstuk 1... 1 Opgaven bij hoofdstuk 2... 2 Opgaven bij hoofdstuk 3... 4 Opgaven bij hoofdstuk 4... 7 H5 - H8: basisbegrippen wisselspanning
Nadere informatieLeerling maakte het bord volledig zelf
3. Oefeningen en Metingen 3.. Montageoefening Bouw een paneel als volgt: lampvoeten monteren draden van de lampvoeten naar een suikertje verbindingsstuk brengen. Twee verbindingsstukken doorverbinden.
Nadere informatieElektrische stroomnetwerken
ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet
Nadere informatieHOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken
HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden
Nadere informatieHOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse
HOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse 1. Netwerkanalyse situering analyseren van het netwerk = achterhalen van werking, gegeven de opbouw 2 methoden manuele methode = reductie tot Thévenin- of Norton-circuit zeer
Nadere informatieMen schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).
jaar: 1989 nummer: 09 Men heeft een elektrisch schakelelement waarvan we het symbool weergeven in figuur 1. De (I,U) karakteristiek van dit element is weergegeven in de nevenstaande grafiek van figuur
Nadere informatieInhoudsopgave. - 2 - De condensator
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Capaciteit...3 Complexe impedantie...4 De condensator in serie of parallel schakeling...4 Parallelschakeling...4 Serieschakeling...4 Aflezen van de capaciteit...5
Nadere informatieInleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.
Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-
Nadere informatieElektrische netwerken
Deel 1: de basis H1 - H4: basisbegrippen gelijkspanning Opgaven bij hoofdstuk 1... 1 Opgaven bij hoofdstuk 2... 2 Opgaven bij hoofdstuk 3... 4 Opgaven bij hoofdstuk 4... 11 H5 - H8: basisbegrippen wisselspanning
Nadere informatieHoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling
Hoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling Inhoud hoofdstuk 26 Elektromotorische kracht (emk) en klemspanning. Weerstanden in serie en parallel De wetten van Kirchhoff Spanningbronnen in serie en parallel; batterijen
Nadere informatieGESTABILISEERDE VOEDING
1 GESTABILISEEDE VOEDING In de module over de diode werd in de laatste paragraaf de netadaptor behandeld: om aan de uitgang een dc-spanning te bekomen, werd in serie met de belastingsweerstand een zenerdiode
Nadere informatieOpgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.
Uitwerkingen 1 A Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat. Een ideale spanningsbron levert bij elke stroomsterkte dezelfde spanning.
Nadere informatieHoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.
Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander
Nadere informatie12 Elektrische schakelingen
Elektrische schakelingen Onderwerpen: - Stroomsterkte en spanning bij parallel- en serieschakeling - Verangingsweerstand bij parallelschakeling. - Verangingsweerstand bij serieschakeling.. Stroom en spanning
Nadere informatie4 Elektrische netwerken
4 lektrische netwerken 4.1 Netwerkelementen lektrische netwerken bestaan uit componenten die meestal twee aansluitklemmen hebben. Zo n component met twee klemmen wordt een tweepool genoemd. v + lk netwerkelement
Nadere informatieNatuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie
4M versie 1 Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen Werk netjes en nauwkeurig Geef altijd een duidelijke berekening of een verklaring Veel succes, Zan Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen,
Nadere informatieb. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.
Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. gegeven: R1 = 5,0 Ω, R2 = 9,0 Ω
Nadere informatieElektronische basisschakelingen: Oplossingen 1
Elektronische basisschakelingen: Oplossingen Aki Sarafianos (aki.sarafianos@esat.kuleuven.be) ESAT 9.22 November 4, 202 Oefening op spannindelers, wetten van Kirchoff en equivalente schakelingen R v R
Nadere informatieDenk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten.
NATUURKUNDE KLAS 4 PW HOOFDSTUK PW HOOFDSTUK 2 18/12/2008 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten. Opgave 1 (3 + 2 + 4 pt) Een van de natuurkundeleraren
Nadere informatieOefeningen Elektriciteit II Deel II
Oefeningen Elektriciteit II Deel II Dit document bevat opgaven die aansluiten bij de cursustekst Elektriciteit II deel II uit het jaarprogramma van het e bachelorjaar industriële wetenschappen KaHo Sint-ieven.
Nadere informatie7. MEETINSTRUMENTEN Inleiding. 7.2 Stroommetingen
7-1 7. MEETINSTRUMENTEN 7.1 Inleiding Iedere zendamateur doet vroeg of laat metingen. Daarom wordt op het examen enige kennis van de belangrijkste meet-instrumenten gevraagd. We behandelen in dit hoofdstuk
Nadere informatieBasisschakelingen en poorten in de CMOS technologie
asisschakelingen en poorten in de CMOS technologie Jan Genoe KHLim Universitaire Campus, Gebouw -359 Diepenbeek www.khlim.be/~jgenoe In dit hoofdstuk bespreken we de basisschakelingen en poorten in de
Nadere informatieLeereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen
Leereenheid 3 Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met:
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 µa. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 µa R = 50V 2µA R = 2,5 10
Nadere informatieElektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1
Elektronische Basisschakelingen Oefenzitting 1 Aki Sarafianos http://homes.esat.kuleuven.be/~h01m3/ Materialen Slides, opgaves, extra info,... http://homes.esat.kuleuven.be/~h01m3/
Nadere informatieGelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U
Serie Gelijkstroomketens Weerstanden optellen R 1 R 2 R R = R 1 + R 2 + R 3 R = R i R 3 i Parallel geleidingen optellen G = G 1 + G 2 + G 3 R 1 R 2 R 3 R 1 R = 1 + 1 + 1 R 1 R 2 R 3 R = 1 R i i 1 Gelijkstroomketens
Nadere informatieParallelschakeling - 2
Parallelschakeling - 2 In de vorige les over de parallelschakeling hebben we gezien dat de spanning in de parallelschakeling overal gelijk is. Verder hebben we deelstromen berekend en opgeteld tot de totale
Nadere informatieRepetitie Elektronica (versie A)
Naam: Klas: Repetitie Elektronica (versie A) Opgave 1 In de schakeling hiernaast stelt de stippellijn een spanningsbron voor. De spanningsbron wordt belast met weerstand R L. In het diagram naast de schakeling
Nadere informatieDeeltentamen A+B Netwerkanalyse
Vul op alle formulieren die u inlevert uw naam en studentnummer in. Deeltentamen AB Netwerkanalyse Datum: vrijdag 22 november 2002 Tijd: 9:0012:00 Naam: Studentnummer: ijfer A ijfer B Lees dit eerst Vul
Nadere informatieCondensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U
Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 6 Het gedrag van een condensator in een schakeling... 7 Opgaven... 8 Opgave: Alarminstallatie... 8 Opgave:
Nadere informatieInhoudsopgave Schakelen van luidsprekers
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Inleiding...3 Vermogen...3 Impedantie...3 Serieschakeling van luidsprekers...4...4...4...4 Voorbeeld...4 Parallelschakeling van luidsprekers...4...4...4...4 Voorbeeld...5
Nadere informatieLicht- en Verlichtingstechnieken : Grondslagen elektriciteit, licht en visuele omgeving : Deel Elektrotechniek
Licht- en Verlichtingstechnieken : Grondslagen elektriciteit, licht en visuele omgeving : Deel Elektrotechniek Examenvragen Hoofdvragen 1) Leid de uitdrukkingen van het elektrisch vermogen af voor sinusvormige
Nadere informatieMagnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)
Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning
Nadere informatieAanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel
Rotterdam Academy Tentamenvoorblad Naam: Studentnr.: Groep/klas: Tentamen voor de: Arts en Crafts Officemanagement Opleiding(en): Engineering Maintenance & Mechanic Ondernemen Pedagogisch-Educatief Mw
Nadere informatieLABORATORIUM ELEKTRICITEIT
LABORATORIUM ELEKTRICITEIT 1 Proef RL in serie... 1.1 Uitvoering:... 1.2 Opdrachten... 2 Proef RC in serie... 7 2.1 Meetschema... 7 2.2 Uitvoering:... 7 2.3 Opdrachten... 7 3 Proef RC in parallel... 11
Nadere informatieOplossing examenoefening 2 :
Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit
Nadere informatieFormuleblad Wisselstromen
Formuleblad Wisselstromen Algemeen Ueff = U max (bij harmonisch variërende spanning) Ieff = I max (bij harmonisch variërende stroom) P = U I cos(φ) gem eff eff U Z = I Z V = Z + Z + (serieschakeling) Z3
Nadere informatiePracticum complexe stromen
Practicum complexe stromen Experiment 1a: Een blokspanning over een condensator en een spoel De opstelling is al voor je klaargezet. Controleer of de frequentie ongeveer op 500 Hz staat. De vorm van het
Nadere informatieR Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk
PROEFWERK TECHNOLOGIE VWO MODULE 6 ELECTRICITEIT VRIJDAG 19 maart 2010 R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk 2P 2P 2P Opgave 1 Tup en Joep willen allebei in bed lezen. Ze hebben allebei een fietslampje.
Nadere informatieSignalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde
Technologie 1 Elektrische en elektronische begrippen Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde Opleiding Pop en Media Peet Ferwerda, januari 2002 Deze instructie wordt tijdens
Nadere informatie7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron?
Vraagstukken Halfgeleiders Middelbaar Elektronicus (Rens & Rens) 1. Wat verstaat men onder een molecule? 2. Waaruit bestaat in het algemeen een molecule? 3. Waaruit bestaat in het algemeen een atoom? 4.
Nadere informatieDe overgang van een gelineariseerde schakeling naar signaalverwerkingsblok
De overgang van een gelineariseerde schakeling naar signaalverwerkingsblok Stefan Cosemans (stefan.cosemans@esat.kuleuven.be) http://homes.esat.kuleuven.be/~scoseman/basisschakelingen/ Voorwoord In deze
Nadere informatieTENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31) 23 juli 2015, 9.00-12.00 uur Dit tentamen bestaat uit twee opgaven
Nadere informatie-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.
Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door
Nadere informatieSERIE-schakeling U I. THEMA 5: elektrische schakelingen. Theoretische berekening voor vervangingsweerstand:
QUARK_5-Thema-05-elektrische schakelingen Blz. 1 THEMA 5: elektrische schakelingen Inleiding: PHET-opdracht ---> GEVAL-1 : SERIE-schakeling OPDRACHT: 1. bepaal de spanningspijlen en de stroomsterkten.
Nadere informatieVak: Labo elektro Pagina 1 / /
Vak: Labo elektro Pagina 1 / / Verslag Transistoren. Spanningsversterking. De transistor is slechts een stroomversterker. Die tot spanningsversterker kan worden uitgebreid. Hiervoor plaatsen we een weerstand
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieHoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek
Elektronica: Tweede kandidatuur industrieel ingenieur 1 Hoofdstuk 7: Algemene versterkingstechniek 1: Spanningsbronnen en stroombronnen We beginnen dit hoofdstuk met een aantal eigenschappen in verband
Nadere informatieWe kunnen nu met deze kabel de spanning meten door de kabel parallel te schakelen op bv het LEGO zonnepaneel, de LEGO condensator of de LEGO motor.
Metingen met LEGO zonnepaneel en condensator In mei zullen we LEGO autootjes een circuit laten afleggen waarbij we gebruik maken van groene energie. Ik heb gekozen om zonne-energie te gebruiken en omdat
Nadere informatieAS2 lecture 4. Superpositie Thévenin, Norton, en complexe stroom. Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering
AS2 lecture 4 Superpositie Thévenin, Norton, en complexe stroom Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering November 28 Superpositie. Netwerk theorema s Superpositie beginsel:
Nadere informatieOver Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4
1 Door een dunne draad loopt een elektrische stroom met een stroomsterkte van 2 A. De spanning over deze draad is 50 V. Bereken de weerstand van de dunne draad. U = 50 V I = 2 A R = 50V 2A R = 25Ω 2 Een
Nadere informatieLessen in Elektriciteit
Lessen in Elektriciteit Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Tegenwoordig kunnen we niet zonder elektriciteit. Het licht in de klas, de computers waar je op werkt en allerlei andere apparaten
Nadere informatieDe condensator. Q = C x V of. BRON: http://on4cp.org/cursus/cc/cond.htm. Starten we met het symbool en een paar voorbeelden :
BRON: http://on4cp.org/cursus/cc/cond.htm De condensator In dit hoofdstuk behandelen we de condensator als essentieel element in schakelingen. We beperken ons tot het gedrag en gebruik bij gelijkstroom;
Nadere informatieDeeltentamen A Netwerkanalyse
Vul op alle formulieren die u inlevert uw naam en studentnummer in. Deeltentamen A Netwerkanalyse Datum: dinsdag 7 oktober 2003 Tijd:14.0015.30 Naam: Studentnummer: Cijfer Lees dit eerst Vul uw naam en
Nadere informatieb. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.
Oefenopgaven vervangingsweerstand en transformator 1 Twee lampjes L1 en L2 staan in serie: R1 = 5,0 Ω en R2 = 9,0 Ω Bereken de vervangingsweerstand van de twee lampjes. 2 Twee apparaten, weerstand R1 =
Nadere informatieVoor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers.
PA0FWN. Voor de zend / luister amateur. Het berekenen van weerstand verzwakkers. Regelmatig krijgen we in b.v. Electron en andere publicaties te maken met zaken als Hf (vermogens) verzwakkers. Tussen een
Nadere informatieTentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B)
Tentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B) Plaats: DTC tentamenzaal 2 Datum: 28 januari 2014 Tijd: 09:00-12:00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Gebruik voor elk vraagstuk een nieuw blad.
Nadere informatieGelijkstroomketens. Serie. Parallel. Weerstanden optellen R 1 R 2 R 3 E U E U R. geleidingen optellen E U E U
Serie Gelijkstroomketens Weerstanden optellen R 1 R 2 R R = R 1 + R 2 + R 3 R = R i R 3 i Parallel geleidingen optellen G = G 1 + G 2 + G 3 R 1 R 2 R 3 R 1 R = 1 + 1 + 1 R 1 R 2 R 3 R = 1 R i i 1 Gelijkstroomketens
Nadere informatieResultaten voor hoofdstuk 4: Zener Regulator
esultaten voor hoofdstuk 4: Zener egulator 1. Meten van de weerstanden Weerstand Normale Gemeten waarde waarde 1 220 Ω 220,8 Ω 2 1 kω 0,996 kω L 2,2 kω 2,211 kω 2. De Zener karakteristieke curve. Door
Nadere informatieOvergangsverschijnselen
Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of
Nadere informatieWerkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes
Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes In een serieschakeling gaat de stroom door alle onderdelen. In figuur 1 gaat de stroom eerst door lampje 1, dan door lampje 2, om terug te komen bij de spanningsbron.
Nadere informatieHertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)
Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11) Datum: 6 januari 2016 Tijd: 18:30 21:30 uur Plaats: CT instructiezaal 1.96 Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Deel je tijd dus goed in! Gebruik voor elk vraagstuk
Nadere informatieHoofdstuk 26 DC Circuits. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.
Hoofdstuk 26 DC Circuits EMF en Klemspanning Electrische circuits hebben een batterij of generator nodig om stroom te produceren deze worden bron van emf genoemd. (emf electromotive force electromotorische
Nadere informatieKleurencode van weerstanden.
Kleurencode van weerstanden. x1 x2 x3 n t TC R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t% +/- TC 1 Kleurencode van weerstanden. R = x1 x2 (x3) 10 n +/- t [%] +/- TC [ppm] x n t TC x n t TC zilver - -2 10 goud - -1 5 Zwart
Nadere informatieElektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties
Elektriciteit Inhoud Inleiding : Deze les Spanning: Wat is dat, hoe komt dat? Stroom(sterkte) : Wat is dat, hoe komt dat? Practicum: (I,)-diagram van een lampje en een weerstand Weerstand : Wet van Ohm
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatieHet geheim van de vierkants weerstand.
Het geheim van de vierkants weerstand. PA0 FWN Vast wel eens van gehoord. De vierkants-weerstand. Om dit te begrijpen gaan we eens kijken hoe weerstanden gewoonlijk gemeten worden. Normaal doen we dit
Nadere informatieOnderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken.
Experiment 5 5 Onderdelen van een autonome PV-installatie Onderzoeken welke onderdelen noodzakelijk zijn om een PV-installatie autonoom te laten werken. grondplaat 1 zonnemodule 1 halogeenlamp 1 motor
Nadere informatieNaam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren
Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning
Nadere informatieOpgaven bij hoofdstuk 20
Elektrische Netwerken 67 Opgaven bij hoofdstuk 20 20.9 Wij willen nevenstaand weerstandsnetwerk vereenvoudigen, tussen de klemmen A en B. Voor de vervangingsweerstand R x geldt: a R x $ 19 [ks] b: 19 >
Nadere informatieCondensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U
Inhoud Condensator... 2 Het laden van een condensator... 3 Het ontladen van een condensator... 5 Opgaven... 6 Opgave: Alarminstallatie... 6 Opgave: Gelijkrichtschakeling... 6 Opgave: Boormachine... 7 1/7
Nadere informatieElektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1
Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1 Aki Sarafianos (aki.sarafianos@esat.kuleuven.be) ESAT 91.22 October 21, 2013 Formuleoverzicht In zitting 1 en 2 worden volgende constanten en modellen gebruikt:
Nadere informatieVak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005
Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld
Nadere informatie