Behoefteonderzoek senioren Cuijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Behoefteonderzoek senioren Cuijk"

Transcriptie

1 Behoefteonderzoek senioren Cuijk In opdracht van de gemeente Cuijk 8 maart 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder toestemming van de auteur. Het is toegestaan uit deze uitgave te citeren mits de bron op duidelijke wijze wordt vermeld, alsmede de aanduiding van de auteur.

2 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave Inleiding Persoonskenmerken van de respondenten Aantal respondenten per leeftijd, geslacht en dorp Burgerlijke staat Het aantal kinderen Opleidingsachtergrond Hoofdberoep Inkomen Rondkomen met het inkomen Gezondheidssituatie en zelfredzaamheid van respondenten Fysieke gesteldheid Valincidenten Hulp nodig Hulp ontvangen Beleving van gezondheid Psychische gesteldheid Sociale gesteldheid Seniorenmishandeling Ervaren problemen Het beeld van senioren over ouderdom Huisvesting, kwaliteit van de woning en woonomgeving, leefbaarheid, het voorzieningenniveau en de beleving van veiligheid Hoe lang in Cuijk woonachtig? De leeftijd van de woning en voorzieningen in de woning De afgelopen 10 jaar verhuisd Woningbezit en huur Woonvorm Kwaliteit van de woning Blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen? Kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving Contacten met buurtgenoten Prettig wonen in de buurt Betrokkenheid bij de buurt s Avonds op straat komen

3 Het organiseren van activiteiten voor senioren Beoordeling van de leefbaarheid en kwaliteit van de directe woonomgeving Behoefte aan voorzieningen in het dorp Veiligheid Maatschappelijke participatie Verplaatsingen Persoonlijke contacten Op wie een beroep doen voor huishoudelijke activiteiten Mantelzorg Vrijwilligerswerk Type vrijwilligerswerk dat wordt verricht Belangstelling voor politiek en beleid Activiteitenpatroon en favoriete (culturele) evenementen Deelname aan het verenigingsleven Redenen om niet deel te nemen aan verenigingsactiviteiten Daginvulling Tevredenheid over diensten of dienstverleningen Samenvatting

4 1. Inleiding De gemeente Cuijk heeft, samen met de andere gemeenten van het Land van Cuijk, het initiatief genomen om door de Vrije Universiteit Brussel een behoefteonderzoek onder senioren te laten uitvoeren. In dit rapport treft u de resultaten van dit onderzoek aan. Het behoefteonderzoek brengt de situatie van senioren uit de gemeente in beeld. Onder senioren wordt verstaan mensen van 60 jaar en ouder. Vanwege de grote omvang van deze groep en de diversiteit in kenmerken van senioren, wordt de groep senioren ingedeeld in drie leeftijdscategorieën: de groep jaar; de groep jaar en de groep van 80 jaar en ouder. In dit onderzoek worden vier onderwerpen nader belicht. Allereerst wordt ingegaan op persoonskenmerken van de respondenten. Vervolgens wordt beschreven hoe het met de fysieke, psychische en sociale gezondheid, alsmede met de zelfredzaamheid van senioren is gesteld. Het derde onderwerp geeft inzicht in de huisvesting, de kwaliteit van de woning en de leefbaarheid van de woonomgeving, zoals die door de respondenten worden beoordeeld. Het laatste onderwerp heeft betrekking op de maatschappelijke participatie van senioren, over de wijze waarop zij hun dag invullen. De verschillende onderwerpen zijn vervat in een gevalideerde vragenlijst van 72 gesloten vragen en subvragen. Vanaf 2005 heeft de Vrije Universiteit Brussel in ruim 160 kleine, middelgrote en grote gemeenten het behoefteonderzoek gedaan. Dit heeft een grote hoeveelheid data opgeleverd van meer dan senioren die aan het behoefteonderzoek hebben deelgenomen. In Nederland zijn in 2012 een tiental gemeenten betrokken of betrokken geweest bij het behoefteonderzoek, omgerekend gaat het om data van 3500 tot 4000 senioren. Deze gegevens maken het, desgewenst, mogelijk te beoordelen in hoeverre resultaten van het behoefteonderzoek in Cuijk overeenkomen dan wel afwijken van qua grootte vergelijkbare gemeenten in België en Nederland. Kerngegevens uit een eerdere Ouderenenquête van de GGD, alsmede informatie uit het Regionaal Wmo-beleidsplan , worden waar mogelijk ook als referentie benut. Het behoefteonderzoek is afgenomen door een groot aantal enquêteurs. Na door de onderzoeksbegeleider geïnformeerd te zijn over de inhoud van en het omgaan met de vragenlijst, hebben de enquêteurs een representatieve groep geselecteerde senioren bezocht. Uiteindelijk zijn door de respondenten 373 vragenlijsten zodanig ingevuld dat de gegevens konden worden verwerkt. De gemeente heeft er voor gekozen de resultaten van het behoefteonderzoek niet te laten uitsplitsen per dorp, maar gemeentebreed. In dit rapport zijn bij veel onderwerpen wel de procentuele scores van de drie bovengenoemde leeftijdscategorieën naast elkaar geplaatst. Het behoefteonderzoek is geen op zichzelf staand gebeuren. De gemeente Cuijk, alsmede maatschappelijke instanties, krijgen door de senioren, die veel ervaringsdeskundigheid inbrengen, door middel van dit rapport veel informatie aangereikt. Dit in de hoop en verwachting dat verdere stappen worden gezet om het leven van senioren in de gemeente nog aangenamer te maken. 3

5 2. Persoonskenmerken van de respondenten 2.1. Aantal respondenten per leeftijd, geslacht en dorp De steekproef onder mannen en vrouwen van 60 jaar en ouder is genomen uit 5849 mensen. Dit betekent dat ongeveer 24% van de inwoners van Cuijk 60 jaar en ouder is. 373 senioren hebben de vragenlijsten compleet genoeg ingevuld om ze te kunnen verwerken. 52% van de respondenten is vrouw, 48% is man. 95% van de respondenten is in Nederland geboren. Iets meer dan 1% is in Indonesië of Duitsland geboren en de overige 3% is geboren in 6 verschillende landen, waaronder China, Turkije en Suriname. In figuur 1 is de procentuele verdeling weergegeven van de respondenten over de leeftijdscategorieën. Verdeling naar leeftijd respondenten (per leeftijdscategorie % ) jaar jaar 80+ Figuur jaar jaar 80+ In figuur 2 is de verdeling weergegeven van het geslacht van de respondenten over de verschillende leeftijdscategorieën. Deze verdeling is een redelijke afspiegeling van de verhouding mannen vrouwen van 60 jaar en ouder in de gemeente. 4

6 Verdeling naar geslacht respondenten (per leeftijdscategorie %) leeftijdscategorie man vrouw Figuur 2 In figuur 3 is te zien hoeveel respondenten aan het onderzoek hebben deelgenomen uit de verschillende dorpen van de gemeente Cuijk. De cijfers geven zowel de absolute aantallen aan als de procentuele verdeling. Herkomst respondenten per dorp (abs. en %) dorp absoluut percentage 1. Heeswijkse Kampen Padbroek De Valuwe Cuijk centrum Beers Haps Katwijk Linden Sint Agatha Vianen 28 7 Figuur 3 Uit Cuijk centrum komt met 26% veruit het hoogste percentage respondenten, terwijl Linden en Sint Agatha, met elk 3 procent, het laagste percentage respondenten geleverd hebben Burgerlijke staat Figuur 4 laat de gevolgen zien van een toename van het aantal levensjaren: waar in de groep van jaar nog 83% gehuwd is en slechts 6% weduwe of weduwnaar is, zien we dat in de leeftijdscategorie 80 jaar en ouder nog 54% getrouwd is, terwijl 42% weduwe of weduwnaar 5

7 is. 3% van de senioren van jaar en 2% van de jarigen wonen samen; 5% (60-69 jaar), 4% (70-79 jaar) en 3% (80+) zijn gescheiden. Van de groep 80+ is 5% nooit gehuwd. Burgerlijke staat per leeftijdscategorie (%) weduwe/weduwnaar samenwonend gescheiden nooit gehuwd gehuwd Figuur Het aantal kinderen Het gemiddeld aantal kinderen van de respondenten is Ter vergelijking: op dit moment ligt het geboortecijfer in Nederland iets boven de 1.7. Het gemiddelde van de landen van de Europese gemeenschap is 1.6. Het gemiddeld aantal kleinkinderen is 4.09, maar verschilt sterk per leeftijdscategorie, namelijk 3.06 (60-69 jaar); 4.88 (70-79 jaar) en 6.81 (80+). In figuur 5 is het gemiddeld aantal kinderen per leeftijdscategorie weergegeven. Gemiddeld aantal kinderen (per leeftijdscategorie %) Aantal kinderen 3,61 2,20 2, Figuur 5 6

8 In veel gemeenten zien we dat het aantal kinderen van de groep 80 jaar en ouder bijna het dubbele is van de groep jaar. Cuijk wijkt daar wat van af. Enige decennia geleden deed de theorie opgeld, dat de oude dag van ouders geborgd zou zijn als hun gezin minimaal 2 kinderen groot was. Gedoeld werd op het kunnen bieden van ondersteuning door kinderen aan hun ouders als de ouders met gezondheidsbeperkingen te maken zouden krijgen. Onder meer doordat kinderen meer hun eigen weg gaan, vaak al op vroege leeftijd gaan verhuizen en langer op de arbeidsmarkt actief zijn, houdt deze theorie niet langer stand. Deze tendensen, gevoegd bij het lage geboortecijfer en de steeds moeilijker wordende toegang tot professionele zorg, hebben tot gevolg dat ouderen voor hulp en ondersteuning steeds meer zijn aangewezen op het informele circuit, op hulp van kennissen, vrienden en buren. Verderop in dit rapport wordt daar nader op ingegaan Opleidingsachtergrond Het aantal senioren dat enkel lager onderwijs heeft gevolgd, is beduidend lager bij de jongere senioren, de leeftijd van jaar, dan bij de groep 80+. Wat opvalt, zeker in vergelijking met andere gemeenten van het Land van Cuijk, is dat het percentage oudste senioren dat het middelbaar beroepsonderwijs heeft afgerond even hoog is als het percentage jarigen en dat zelfs een hoger percentage 80 plussers hoger beroepsonderwijs heeft afgerond. Opleiding respondenten (per leeftijdscategorie %) jr jr 80 jr Figuur 6 Het percentage jarigen dat een hogere beroepsopleiding heeft afgerond, blijft achter ten opzichte van dat van andere gemeenten in het Land van Cuijk. 7

9 2.5. Hoofdberoep Kijken we naar het hoofdberoep dat de respondenten hebben uitgeoefend, dan zien we dat geschoolde arbeider met 24% het meest genoemd wordt, gevolgd door huisman/huisvrouw met 19%. De percentages senioren die deze functie hebben bekleed verschillen per leeftijdscategorie. Zo is 27% van de groep jaar; 22% van de groep jaar en 17% van de 80 plussers in dienst geweest als geschoolde arbeider. Bij de functie van huisman/huisvrouw zien dat het percentage juist oploopt met het stijgen van de leeftijd, te weten 16% (60-69 jaar); 23% (70-79 jaar) en 28% (80+). Naarmate de leeftijd toeneemt, zien we ook een sterke toename van het percentage senioren dat in de landbouw actief is (geweest): ruim 1% van de groep jaar; 3% van de groep jaar en 17% van de groep 80+ heeft landbouwer als hoofdberoep aangegeven. 10% van de jarigen heeft de functie van ambtenaar bekleed; 11% van de jarigen heeft als bediende gewerkt en 11% van de groep 80+ was ondernemingsleider Inkomen Uit figuur 7 blijkt dat 2% van de groep jaar, 6% van de groep jaar en 3% van de groep 80+ een inkomen hebben dat niet boven de 999,-- uitstijgt. Vergeleken met enige andere Nederlandse gemeenten waar het behoefteonderzoek heeft plaatsgevonden, is het gemiddelde percentage van nog geen 4% in Cuijk laag. Er is, met 28%, eveneens een naar verhouding laag percentage 80 plussers van wie het maandelijkse inkomen onder de 1.500,-- ligt. Ongeveer 1 op de 5 senioren van 80 jaar en ouder heeft een maandinkomen tussen 2.500, -- en en bij 9% van de 80 plussers komt maandelijks 4.000,-- of meer binnen. De groep jaar kent met 18% het laagste percentage senioren met een inkomen van meer dan 2.500,- Inkomen respondenten (per leeftijdscategorie %) en meer Figuur 7 8

10 Alhoewel sprake is van een beperkte groep senioren die in de laagste inkomenscategorie zit (n=13), betekent een extrapolatie van de cijfers dat tientallen senioren van Cuijk bestempeld kunnen worden als mensen die financiële armoede hebben. Internationaal wordt als norm voor financiële armoede, ook wel monetaire armoede genoemd, een inkomen van minder dan 60% van het gemiddeld loon van het land genomen. Bijna 10% van de Nederlandse senioren (vanaf 65 jaar) treft dit Rondkomen met het inkomen In het behoefteonderzoek is ook de vraag gesteld naar de beleving van armoede, oftewel of mensen vinden dat ze (zeer) moeilijk of (zeer) gemakkelijk kunnen rondkomen met hun inkomen. Het hebben van financiële armoede hoeft immers niet te betekenen dat men vindt dat moeilijk kan worden rondgekomen en een inkomen boven de 999,-- in de maand hoeft eveneens niet te betekenen dat de eindjes goed aan elkaar kunnen worden geknoopt. Figuur 8 laat zien wat de antwoorden zijn op de vraag hoe men kan rondkomen met het inkomen. Rondkomen met inkomen ( per leeftijdscategorie %) Figuur 8 29 respondenten (8%) hebben aangegeven moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen met het maandinkomen, ruim twee keer zoveel als het aantal senioren dat in de laagste inkomenscategorie zit. Ongeveer een derde van de respondenten kan moeilijk of eerder moeilijk dan gemakkelijk met het inkomen rondkomen. Bijna twee derde van alle respondenten is daarentegen goed tot zeer goed in staat met het maandinkomen rond te 9

11 komen. Opvallend hierbij, maar gezien het hoge opleidingsniveau van veel 80 plussers niet geheel onverwacht, is het hoge percentage 80-plussers in de hogere inkomenscategorieën. De percentages laten ook zien dat er in de leeftijdscategorie jaar vier keer zoveel senioren (8%) zijn die moeilijk tot zeer moeilijk kunnen rondkomen met hun inkomen dan het percentage senioren van jaar (2%) dat in de laagste inkomenscategorie zit. De ervaring of beleving moeilijk rond te kunnen komen heeft volgens de Belgian Ageing Studies effect op maatschappelijke participatie, meer nog dan het feitelijk inkomen, en kan ook de leefwijze nadelig beïnvloeden. Het kan betekenen dat minder wordt deelgenomen aan maatschappelijke activiteiten als daar kosten voor betaald moeten worden. De ervaren of beleefde armoede is in Nederland ingeschat op 20% van de senioren van 65 jaar en ouder, een percentage dat flink uitstijgt boven het gemiddeld percentage van Cuijk. In de eerdergenoemde GGD ouderenenquête wordt aangegeven dat 20% van de 65 plussers met moeite, en 6% met grote moeite, kan rondkomen met het huishoudinkomen. Ofschoon aan het behoefteonderzoek ook senioren van jaar deelnemen, duiden de cijfers van het behoefteonderzoek op een stijging met een paar procent van het aantal senioren dat moeilijk kan rondkomen met het inkomen. 10

12 3. Gezondheidssituatie en zelfredzaamheid van respondenten 3.1. Fysieke gesteldheid Afnemende spierkracht en een verminderde elasticiteit van het lichaam en mobiliteit hebben chronische beperkingen tot gevolg. Deze manifesteren zich vooral bij de groepen jaar en 80 jaar en ouder. Zo is voor de meerderheid van deze groepen het tillen van zware voorwerpen moeilijk geworden, het buigen en bukken gaat niet meer gemakkelijk en even een blokje om lopen is voor meer dan één op de drie senioren van 80+ niet meer weggelegd. Fysieke gezondheid en langdurige beperkingen (per leeftijdscategorie %) Figuur 9 Trappen lopen is voor meer dan één op de drie senioren van jaar en meer dan vijf op de tien senioren van 80 jaar en ouder een obstakel geworden. Toch heeft een groot deel van deze respondenten trappen in de woning. Het verrichten van huishoudelijk werk, voor veel oudere senioren een taak die hun arbeidzaam leven gekenmerkt heeft, is voor 25% (70-79 jaar) tot 43% (80+) niet meer naar hun eigen maatstaven in te vullen. Meer dan één op de vijf 80 plussers heeft hulp nodig bij de algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl). Bij één op de vijf senioren van jaar en bij vier op de tien 80 plussers hebben zich mobiliteitsproblemen aangediend. Informele en/of professionele ondersteuning lijkt geboden. 11

13 3.2. Valincidenten Uit figuur 10 kan worden opgemerkt dat het afgelopen jaar bij alle drie de leeftijdscategorieën meerdere valincidenten zijn voorgekomen. Valincidenten vinden overwegend in of rondom huis plaats. 30% van de respondenten vanaf 70 jaar en 38% van de groep 80+ is het afgelopen jaar één of meerdere keren gevallen. Maar ook jongere senioren, de groep jaar (22%), lopen risico s. Valincidenten (per leeftijdscategorie %) x gevallen 2 x gevallen 3 x gevallen 4 x gevallen 5 en meer gevallen Figuur Hulp nodig Chronische beperkingen kunnen tot hulpbehoevendheid leiden. In figuur 9 zagen we welke langdurige beperkingen optreden. Aan de respondenten is de vraag gesteld of zij hulp nodig hebben bij de dagelijkse persoonlijke verzorging, bij het huishouden en/of bij het zich verplaatsen c.q. bij de mobiliteit. Van alle respondenten heeft 4% hulp nodig bij de verzorging, 6% bij de mobiliteit en 17% bij het huishouden. Wat opvalt is dat het percentage senioren van jaar, dat aangeeft hulp nodig te hebben, lager is dan het percentage dat aangeeft chronische beperkingen te ondervinden bij de genoemde activiteiten. Zo geeft 25% aan het huishouden niet meer zelf te kunnen doen, terwijl 14% zegt hulp nodig te hebben en 21% heeft moeite met de mobiliteit, terwijl 4% hulp nodig zegt te hebben bij verplaatsingen. Ook van de groep 80+ is het percentage dat aangeeft hulp te behoeven bij verplaatsingen met 14% beduidend lager dan de 39% die chronische beperkingen ondervindt bij de mobiliteit. 19% van de 80 plussers geeft aan hulp nodig te hebben bij de persoonlijke verzorging en 28% van de 80 plussers bij het huishouden. 12

14 Hulp nodig per (leeftijdscategorie %) persoonlijke verzorging huishouden verplaatsingen Figuur Hulp ontvangen De hulp die senioren nodig hebben wordt voor een belangrijk deel gegeven door de directe omgeving: de partner (45%), de kinderen (59%), kleinkinderen (21%), familie (27%), kennissen (26%) en ook de buren (30%). Ook op professionele ondersteuning wordt een groot beroep gedaan, zoals op de huisarts (54%), de thuiszorg (33%) en voor huishoudelijke ondersteuning de huishoudelijke hulp (67%). Voor 27% van de groep 80+ steekt ook de ouderenorganisatie nogal eens de helpende hand toe. Voor de oudste groep respondenten, bij wie in veel gevallen de partner is ontvallen, is het de vraag of voldoende informele hulp gemobiliseerd kan worden als de drempel om voor professionele huishoudelijke ondersteuning in aanmerking te komen, wordt opgehoogd, zoals in het Regeerakkoord is aangeven. De vraag is ook wat het financieel draagvlak is van mensen die hulp nodig hebben. Uit de behoefteonderzoeken bij Belgische gemeenten blijkt dat een verband bestaat tussen zorgafhankelijkheid op het gebied van persoonlijke verzorging, huishouden en mobiliteit en het kunnen rondkomen met het inkomen. Gemiddeld heeft ongeveer 50% van de zorgafhankelijke senioren moeite om met hun inkomen rond te komen. Voor Cuijk is het verband tussen inkomen en zorgafhankelijkheid niet ander onderzocht Beleving van gezondheid Het ondervinden van beperkingen hoeft nog niet te betekenen dat iemand zichzelf als niet gezond bestempelt. Op de vraag naar de beleving van gezondheid geeft 58% van de groep jaar aan een goede gezondheid te hebben; dat geldt ook voor 51% van de groep jaar en voor 32% van de oudste leeftijdscategorie, de groep waarbij zich meerdere chronische beperkingen openbaren. 17% van de groep jaar en 36% van de 80 plussers vindt de eigen gezondheid niet goed. 13

15 Beleving van gezondheid (per leeftijdscategorie %) mijn gezondheid beperkt mij in mijn sociale contacten ik heb een goede gezondheid Figuur 12 Meer dan één op de vier senioren van 80+ is van mening dat sociale contacten beperkt worden door de mindere gezondheid. Het zijn vooral mobiliteitsbeperkingen die de senior verhinderen de deur uit te gaan en verschillende sociale contacten te onderhouden Psychische gesteldheid Met de psychische gesteldheid zit het over het algemeen goed in Cuijk. Het aantal senioren dat aangeeft zich ongelukkig of depressief te voelen, komt niet boven de 5% uit; 96% geeft aan problemen aan te kunnen; 96% heeft het zelfvertrouwen niet verloren. Het gevoel zich niks waard te voelen, wordt door niet meer dan 3% bevestigd. 4% van de groep jaar en 10% van de senioren vanaf 70 jaar geven aan zich vaak te vervelen. Slecht slapen en het hebben van kopzorgen wordt door 9% van de respondenten ervaren, met name uit de leeftijdscategorie jaar. Het rapport van de GGD, dat in het voorjaar 2013 zal verschijnen, zal uitwijzen hoeveel procent van de senioren vanwege hun psychische gesteldheid professionele zorg ontvangt van de GGZ. Psychische gesteldheid (%) Antwoordcategorie (%) Rubriek Niet/niet meer dan anders Meer en opvallend meer dan anders Slecht slapen/kopzorgen 91 9 Ongelukkig/depressief 95 5 Geen zelfvertrouwen meer 96 4 Problemen niet aankunnen 96 4 Gevoel niks waard te zijn

16 Figuur Sociale gesteldheid 2% van de groep jaar en 3% van de groep jaar voelt zich vaak eenzaam, veel lagere percentages dan de 9% uit de GGD ouderenenquête van Tussen de 14% (60-69 jaar) en 17% (70-79 jaar) geeft aan niemand in de omgeving te hebben bij wie kan worden aangeklopt om de dagelijkse probleempjes te bespreken. 12% (60-69 jaar) tot 18% (80+) kan bij meer ernstige problemen op niemand terugvallen. Grotere verschillen tussen de leeftijdscategorieën zijn er bij de uitspraak ik ervaar een leegte om mij heen. 6% van de groep jaar, 12% van de groep jaar en 17% van de 80 plussers is het daar mee eens. Ook de spreiding bij de uitspraak ik mis een goede vriend is groot. Naarmate de leeftijd toeneemt, is de uitspraak meer van toepassing, namelijk voor 7%, 13% en 16% bij de groepen 60-69, en 80 jaar en ouder. Bij de uitspraak ik ken niemand op wie vertrouwd kan worden, zien we het omgekeerde beeld: 9% (80+), 19% (70-79 jaar) en 24% (60-69 jaar) is het met die uitspraak eens. Sociale gesteldheid (%) Antwoordcategorie Uitspraak Helemaal oneens/oneens Mee eens/ helemaal mee eens Bij niemand terecht kunnen Een goede vriend/vriendin missen Een leegte ervaren 77 9 Op niemand terug kunnen vallen Gezelligheid om zich heen missen Te weinig kennissen hebben Niemand kennen op wie vertrouwd kan worden Zich met niemand verbonden voelen In de steek gelaten voelen 80 8 Figuur 14 Tussen de 68% (70-79 jaar) en 78% (60-69 jaar) van de respondenten ervaart gezelligheid om zich heen en heeft voldoende kennissen en vrienden, op wie zo nodig kan worden teruggevallen. Meer dan 72% geeft aan zich geenszins in de steek gelaten te voelen: 8% van de groep van jaar en 13% van de 80 plussers delen die mening niet. Het percentage 80 plussers dat aangeeft mensen om zich heen te missen, is twee maal zo groot dan het percentage van de leeftijdscategorie jaar. Tussen de 21% (60-69 jaar) en 35% (80+) geeft aan in de nabije omgeving regelmatig behoefte te hebben aan iemand op wie 15

17 vertrouwd kan worden en aan wie raad kan worden gevraagd. over belangrijke persoonlijke zaken. Dit hoge percentage maakt duidelijk dat het (veelvuldig) hebben van sociale contacten van een andere orde is dan het kunnen bespreken van belangrijke onderwerpen of (levens)vraagstukken Seniorenmishandeling Seniorenmishandeling, in de Engelse literatuur Elder abuse genoemd, is een thema dat steeds meer de aandacht krijgt, maar waaromheen een sfeer van taboe heerst. Toch geeft 1% van de respondenten aan het afgelopen jaar slachtoffer te zijn geweest van ongewenste aanrakingen, te zijn gedwongen geld af te staan, of te zijn beperkt in de bewegingsvrijheid. Dit gemiddeld percentage geeft een wat vertekend beeld, omdat seniorenmishandeling nauwelijks is bevestigd door de grote groep respondenten van jaar, terwijl 6 % van de groep 80+ aangeeft met meerdere vormen van seniorenmishandeling te worden geconfronteerd. 4% van de groep jaar heeft zich het afgelopen jaar wel angstig en bedreigd gevoeld door goede bekenden. Mishandeling(%) Antwoordcategorie Uitspraak Helemaal oneens/oneens Mee eens/ helemaal mee eens Aangerand/fysiek gewond zijn 96 2 Ongewenst aangeraakt zijn 98 1 Gedwongen papieren te tekenen, geld geven 98 1 Angstig, beschaamd gevoel door beschuldiging 96 3 Moeilijkheden ervaren door houding bekende 97 1 Een bekende beperkte mijn bewegingsvrijheid 98 1 Figuur 15 In het Regionaal Wmo-beleidsplan wordt verwezen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld dat een coördinerende rol kan vervullen in de hulpverlening aan slachtoffers. De praktijk laat zien dat een voorzichtige koers geboden is om het slachtoffer te bereiken en te behoeden voor verder geweld. 3.9 Ervaren problemen Naast vragen over de fysieke, psychische en sociale gesteldheid, almede over mishandeling, is de vraag gesteld met welke problemen de senior te maken heeft. Figuur 16 geeft het overzicht. 16

18 Ervaren problemen (per leeftijdscategorie %) jr jr 80 jr Soort probleem Frequentie soms vaak soms vaak soms Vaak 1. Gezondheidsproblemen Hulpbehoevendheid Verkeersonveiligheid Invullen formulieren Angst voor diefstal/inbraak Figuur 16 Van alle problemen die worden ervaren, springen gezondheidsproblemen er uit. Ongeveer één op de drie senioren heeft er soms mee te maken. Eén op de 6, tot één op de 8 senioren heeft vaak gezondheidsproblemen. Voor de groep 80+ neemt ook de hulpbehoevendheid sterk toe, veel sterker dan bij de jongere ouderen. Problemen door verkeersonveiligheid en door sociale onveiligheid, die zich openbaren door angst voor diefstal en inbraak, steken de kop op en nemen toe naarmate de leeftijd toeneemt. Het invullen van formulieren is een bezigheid die vaak samenhangt met bijvoorbeeld het aanvragen van hulpmiddelen, van vervoersondersteuning, huishoudelijke ondersteuning of thuiszorg. Maar ook met het invullen van belastingformulieren. Door de complexiteit van formulieren die moeten worden ingevuld, of door fysieke beperkingen is deze bezigheid voor alle leeftijdscategorieën soms een probleem. Uit behoefteonderzoeken van de Vrije Universiteit Brussel bij andere gemeenten blijkt een positief verband te bestaan tussen ervaren problemen op het gebied van de gezondheid en het gevoel van kwetsbaarheid en onveiligheid Het beeld van senioren over ouderdom Het beeld dat respondenten over senioren aangeven is niet zelden negatief. De mening van 33% (70-79 jaar) tot 35% (60-69 jaar; 80+) van de respondenten is dat de huidige samenleving denkt dat senioren niets meer te bieden hebben en dat hun belangen ondergeschikt zijn aan die van jongere mensen (32% tot 38%). Als het er op aan komt, trekken senioren aan het kortste eind volgens 54% tot 61% van de senioren. Ouderen zouden om die reden meer over ouderen te vertellen moeten hebben, vinden 54% tot 62% van de respondenten, ook al omdat ze een aparte groep vormen (54% tot 58%). Interessant is de score bij de vraag naar het beeld dat senioren van zichzelf hebben: 62% tot 69% stelt het goed te hebben getroffen vergeleken met leeftijdgenoten. Op de vraag of de respondent er moeite mee heeft tot de ouderen te behoren, antwoordt 26% van de groep jaar en 16% van de groep 80+ bevestigend. 17

19 Zelfbeeld respondenten (bevestiging uitspraak per leeftijdscategorie %) aan kortste eind trekken een aparte groep vormen hun belangen zijn ondergeschikt maatschappij denkt dat ik niets meer te bieden heb moeten meer goed getroffen over ouderen te vergeleken met vertellen leeftijdgenoten hebben Figuur 17 Uit behoefteonderzoeken van de Belgian Ageing Studies komt naar voren dat een negatief beeld over ouderdom en een laag zelfbeeld samengaan met een laag inkomen en met een negatief beeld over de woning waarin men is gehuisvest en de woonomgeving. 18

20 4. Huisvesting, kwaliteit van de woning en woonomgeving, leefbaarheid, het voorzieningenniveau en de beleving van veiligheid 4.1. Hoe lang in Cuijk woonachtig? Veel respondenten zijn vertrouwd met het wonen en leven in Cuijk. De gemiddelde respondent woont ruim 44 jaar in Cuijk. De respondenten van jaar wonen gemiddeld 40,5 jaar in hun gemeente; de respondenten van jaar wonen er ruim 49 jaar en de 80- plusser woont er bijna 49 jaar. Dit laatste cijfer sluit niet aan bij andere behoefteonderzoeken, waarin we zien dat met name de oudste senioren het grootste deel van hun leven in dezelfde plaats hebben gewoond De leeftijd van de woning en voorzieningen in de woning De woningen van de respondenten zijn gemiddeld ruim 45 jaar oud. Ook hier zijn er verschillen tussen de leeftijdscategorieën: de woning van de senior van jaar is ruim 45 jaar oud; de woning van de jarige is ruim 43 jaar oud en de woning van de 80-plusser is bijna 49 jaar oud. In paragraaf 3.1. over de fysieke gesteldheid werd vermeld dat trappen lopen voor veel senioren moeilijk is. Toch geeft de gemiddelde leeftijd van de woningen aan dat veel senioren dagelijks in hun huis trappen moeten nemen. Ondanks het bouwjaar zijn de woningen allemaal voorzien van een bad of een douche en van een toilet. 98% van de woningen heeft centrale verwarming. Ofschoon de aanwezigheid van een rookdetector belangrijk wordt gevonden, is die in één op de vijf woningen niet aanwezig De afgelopen 10 jaar verhuisd 20% van de groep jaar; 29% van de groep jaar en 24% van de groep 80+ van de zijn de afgelopen tien jaar verhuisd. De volgende verhuismotieven werden genoemd: Groep jaar: De aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (63%) en de aanwezigheid van voorzieningen in de nieuwe wijk (34%); gezondheidsproblemen (32%) en het niet afhankelijk willen zijn van de kinderen (22%) Groep jaar: De aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (57%); gevoelens van onveiligheid in de vorige buurt (40%) ; de aanwezigheid van voorzieningen in de nieuwe wijk (33%); eenzaamheid (24%) en het niet afhankelijk willen zijn van de kinderen (23%) Groep 80+: De aantrekkelijkheid van de nieuwe omgeving (67%); gezondheidsproblemen (51%); huisvestingsproblemen (33%); eenzaamheid en behoefte aan sociale contacten (17%). 19

21 Aan het gaan verhuizen liggen blijkbaar push- en pullmotieven ten grondslag. Blijkbaar trekt de nieuwe omgeving, bijvoorbeeld omdat belangrijke winkels of voorzieningen dichterbij zijn of nieuwe sociale contacten kunnen worden aangegaan. Gezondheidsproblemen, het niet afhankelijk willen zijn van de kinderen, eenzaamheid en onveiligheid duwen iemand zijn woning uit en zijn motieven om te verhuizen. Behoefteonderzoeken in België en Nederland laten zien dat verhuizen juist gepaard kan gaan met verlies van sociale contacten, omdat de vertrouwde omgeving, buurt en buurtgenoten worden verlaten en het maken van nieuwe contacten niet altijd gemakkelijk is. Pas verhuisden staan volgens de Belgian Ageing Studies open om vrijwilligerswerk te gaan doen als ze daarvoor worden benaderd Woningbezit en huur Gemiddeld 66% van de ondervraagde senioren is eigenaar van het huis waarin gewoond wordt; 32% is huurder van een woning, van wie 22% een sociale woning huurt en 10% op de privémarkt. 2% heeft een andere woonvorm, met name uit de groep 80+, bijvoorbeeld een woning in het verzorgingshuis, of woont bij kinderen in. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het bezit van een eigen woning af. Zo zien we dat 71% van de groep jaar een eigen woning heeft, tegenover 54% van de groep 80+. Woningbezit (per leeftijdscategorie %) eigenaar huurder overige Figuur 18 Het hoge woningbezit van alle senioren, alsmede de op handen zijnde sterke reductie van de verzorgingshuisappartementen, vragen erom dat de eerdergenoemde push motieven zoveel mogelijk worden weggenomen. De hogere drempel tot verzorgd en beschermd wonen heeft juist tot doel de steun vanuit het eigen sociaal netwerk te bevorderen. Gezondheidsproblemen, gevoelens van eenzaamheid en onveiligheid zullen meer en meer moeten worden aangepakt op de plaats waar de senior het liefst woont, in de eigen woning en de vertrouwde buurt. Het bieden van kansen op de woningmarkt voor jongere 20

22 generaties, de hoge kosten die met noodzakelijke aanpassingen aan oudere woningen gepaard gaan, alsmede de wens van menig senior om naar een aantrekkelijke nieuwe woning en omgeving te verhuizen, vaak dicht bij voorzieningen, vragen daarentegen ook om de beschikbaarheid van andere woonvormen Woonvorm Figuur 19 toont dat de eengezinswoning de woonvorm is waar het overgrote deel van de senioren zelfstandig in is gehuisvest. Voor de groep senioren van jaar is het bijna de enige woonvorm (80%). Van de groep 80 jaar en ouder woont 11% in een aangepaste seniorenwoning, 16% zelfstandig in een appartement, terwijl 1% bij de kinderen woont. Een relatief hoog percentage (23%) van de groep jaar woont in een appartement, 2% woont in een aangepaste seniorenwoning. Woonvorm (per leeftijdscategorie %) aangepaste seniorenwoning (in)wonend bij kinderen groepswonen appartement zelfstandig eengezinswoning zelfstandig Figuur Kwaliteit van de woning Aan de respondenten is gevraagd een oordeel te geven over kenmerken of kwaliteiten van hun woning of woonomgeving. De 5 kenmerken of kwaliteiten die voor de grootste groep senioren van toepassing zijn, zijn in beeld gebracht. Een kenmerk van veel woningen is dat trappen moet worden genomen in de woning. 65% van de leeftijdscategorie van jaar heeft trappen in de woning, tegenover 53% van de groep jaar en 35% van de groep % van de senioren van jaar en slechts 3% van de groep van 80 jaar en ouder, vindt de woning te groot. Tussen de 8% (80+) en 16% (60-69 jaar) vindt de woning te gehorig. 21

23 Kwaliteit van de woning (hoogst scorende kenmerken per leeftijdscategorie %) woning is te groot trappen in de woning te gehorig afstand tot voorzieningen te groot afstand tot kinderen te groot Figuur 20 De woonafstand tot de kinderen wordt vooral door de groep van 80 jaar en ouder te groot gevonden en de te grote afstand tot voorzieningen is voor meer dan één op de vier senioren van de groep jaar een minpunt van de woning of woonomgeving Blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen? Ondanks de beperkingen die worden genoemd, kiest 51% (80+) tot 70% (70-79 jaar) van de respondenten er voor de woning te laten zoals hij is. Nog geen drie op de tien respondenten wil de woning aan de behoefte aanpassen. De groep jaar is het meest verhuisbereid: 39% wil ook naar een andere woonvorm, tegenover 25% (70-79 jaar) en 8% (80+). Voorkeur voor: in eigen woning blijven wonen, woning aanpassen of verhuizen (per leeftijdscategorie %). gaan inwonen bij kinderen verhuizen naar verzorgingshuis verhuizen naar aangepaste seniorenwoning verhuizen naar serviceflat de woning aanpassen woning laten zoals ze is Figuur 21 22

24 Een serviceflat (15%) en een aangepaste seniorenwoning (16%) zijn voor de jongste senioren andere woonvormen waar, als verhuizen nodig zou zijn, de voorkeur naar uitgaat. Ook voor 14% van de groep van jaar is de aangepaste seniorenwoning een goed alternatief. Een verhuizing naar het verzorgingshuis, zolang het nog kan, en het gaan (in)wonen bij de kinderen is voor slechts een gering percentage senioren aantrekkelijk Kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving In de vragenlijst zijn diverse vragen opgenomen die te maken hebben met de beoordeling van de kwaliteit en leefbaarheid van de woonomgeving. Zo is gevraagd hoe vaak de respondent contact heeft met mensen die in de omgeving wonen, hoe vaak de senior s avonds op straat komt, of het prettig wonen is in de buurt, of men zich betrokken voelt bij hetgeen in uw wijk gebeurt, of bepaalde voorzieningen of faciliteiten worden gemist en hoe wordt aangekeken tegen de veiligheid in de buurt. Op deze onderwerpen zal hieronder nader worden ingegaan Contacten met buurtgenoten In figuur 22 is weergegeven met welke frequentie de ondervraagde respondenten contact onderhouden met buurtgenoten. Contacten met buurtgenoten (per leeftijdscategorie %) laag frequent (1x per maand en minder) hoog frequent (enkele keren per week of meer) Figuur 22 Tussen de 68% (80+) en 79% (70-79 jaar) van de respondenten onderhoudt een hoog frequent contact met de directe omgeving, terwijl tussen de 6% (70-79 jaar) en 11% (80+) een keer per maand of minder met de buurtgenoten contact heeft. De groep senioren van jaar onderscheidt zich daarmee van de andere senioren. 23

25 Prettig wonen in de buurt De senioren van de gemeente Cuijk hebben het naar hun zin in hun dorp, zij wonen er naar tevredenheid. 84% van de groep jaar; 84% van de groep en eveneens 84% van de groep 80+ vinden het wonen in de huidige buurt prettig tot erg prettig. 38% van de respondenten van jaar, 27% van de groep jaar en 27% van de 80-plussers geven aan erg prettig te wonen in hun buurt. 4% van de groep jaar en 5% van de groep jaar vinden het niet prettig wonen in hun buurt en van de groep van 80% is er niemand die onprettig woont Betrokkenheid bij de buurt In de vragenlijst van het behoefteonderzoek is de vraag opgenomen hoe betrokken de senior zich voelt bij hetgeen in haar of zijn buurt gebeurt. In figuur 23 zijn de percentages weergegeven van de antwoordcategorieën niet (zo) betrokken en (zeer) betrokken. Betrokkenheid bij de buurt (per leeftijdscategorie %) 18 niet (zo) betrokken (zeer) betrokken Figuur 23 Het percentage senioren dat zich niet of niet zo betrokken voelt bij de buurt, loopt uiteen van 16% (groep jaar) tot 22% (groep 80+). 42% van de 80 plussers is zeer betrokken, tegenover 60% van de groep jaar. De cijfers over de frequentie van de contacten, het prettig wonen in de buurt en de betrokkenheid bij de buurt laten zien dat in de gemeente Cuijk met name voor de groep senioren van 70 tot 79 jaar de buurt of directe omgeving een belangrijke betekenis heeft in het dagelijkse leven. 24

26 s Avonds op straat komen De avonduren nodigen senioren vaak niet uit om op straat te komen. Slecht zien, mindere verlichting, soms in combinatie met een slechte staat van de voetpaden en met verkeersdrukte, en soms ook samenscholingen van jongeren, kunnen redenen zijn waarom senioren s avonds niet of nauwelijks op straat komen. In figuur 24 zijn de percentages gepresenteerd ter zake het hoog of laag frequent op straat komen van de senioren in de verschillende leeftijdscategorieën. Hoog frequent is minimaal enkele keren per week en laag frequent is maximaal één keer per maand. s Avonds op straat komen (per leeftijdscategorie %) laag frequent hoog frequent Figuur 24 Naarmate de leeftijd toeneemt, komt de senior s avonds minder op straat. Toch is het percentage senioren dat s avonds niet of bijna nooit op straat komt bij alle leeftijdscategorieën beduidend hoger dan bijvoorbeeld in de gemeenten Grave en Boxmeer. Daarentegen zijn de verschillen in percentages marginaal, waar het gaat om het hoog frequent op straat komen Het organiseren van activiteiten voor senioren 56% van de groep jaar; 54% van de groep jaar en eveneens 54% van de groep 80+ zijn van mening dat voldoende tot ruim voldoende wordt georganiseerd voor senioren. Respectievelijk 9%, 11% en 4% van de respondenten vinden dat juist onvoldoende wordt georganiseerd Beoordeling van de leefbaarheid en kwaliteit van de directe woonomgeving Aan respondenten is in de vragenlijst een aantal uitspraken voorgelegd met de vraag of die op hun buurt van toepassing zijn. 25

27 In figuur 25 zijn door de senioren van de drie leeftijdscategorieën de vijf meest bevestigde minpunten weergegeven. Kwaliteit van de directe woonomgeving (top 5 meest genoemde minpunten, per leeftijdscategorie %) lawaaihinder obstakels in de woonomgeving verloedering/vervuiling te druk verkeer te weinig voorzieningen Figuur 25 Wat opvalt is dat de opvattingen van de verschillende leeftijdscategorieën in sterke mate overeenkomen. Alleen voor wat betreft de beoordeling van lawaaihinder en van verloedering/vervuiling lopen de meningen van senioren van 60 tot 79 jaar en 80 plussers veel uiteen. Obstakels in de woonomgeving is voor meer dan één op de vijf senioren een minpunt van hun woonsituatie. Gemiddeld ruim één op de drie senioren is van mening dat er te weinig voorzieningen in de buurt zijn. In dit onderzoek is geen uitsplitsing gemaakt tussen de opvatting van senioren uit het centrum van Cuijk en die van senioren uit de kleine kernen. Verondersteld wordt dat bij dit item vooral de respondenten van kleinere kernen van de gemeente Cuijk hebben aangegeven voorzieningen te missen. Tussen de 15% (60-69 jaar) en 19% (80+) van de senioren stoort zich aan de verkeersdrukte. Eén op de zes senioren van jaar is van mening dat sprake is van onveiligheid of criminaliteit in het dorp, tegenover één op de elf van de groep jaar en één op de zestien van de 80 plussers Behoefte aan voorzieningen in het dorp In de vragenlijst van het behoefteonderzoek zijn 26 voorzieningen genoemd. Daarbij is de vraag gesteld welke van die voorzieningen in het dorp worden gemist door de respondenten van de verschillende leeftijdscategorieën. Een viertal voorzieningen werd beduidend vaker gemist dan de andere voorzieningen. In figuur 26 zijn ze geprojecteerd. 26

28 Voorzieningen die worden gemist door gemiddeld 20% of meer (per leeftijdscategorie %) openbare toiletten mobiele winkel openbaar vervoer rustbanken Figuur 26 Veel respondenten in Cuijk geven aan nogal wat voorzieningen in hun dorp te missen. Zo wordt door ongeveer één op de vijf senioren aangegeven bepaalde winkels voor dagelijkse levensbehoeften te missen en graag een huisarts, apotheek, bank, postkantoor, bibliotheek en bioscoop te willen hebben. Opvallend is dat ongeveer 50% van alle respondenten aangeeft een openbaar toilet te missen. Naar de mening van gemiddeld meer dan één op de drie senioren is sprake van onvoldoende openbaar vervoer. Bijna een kwart van de respondenten mist rustbanken en de komst van een mobiele winkel zou voor gemiddeld bijna 20% van de senioren een welkome aanvulling op het voorzieningenniveau zijn. Iedereen doet mee kopt het Regionaal Wmo-beleidsplan De afwezigheid van openbare toiletten en zeker ook een moeilijk bereikbaar openbaar vervoer kunnen evenwel het verschil uitmaken tussen de deur niet uitgaan en meedoen aan maatschappelijke activiteiten. Eerder zagen we dat de mobiliteit afneemt naarmate de leeftijd toeneemt. Ook de aanwezigheid van rustbanken kan de angst wegnemen om een ommetje te maken wanneer de mobiliteit vermindert en het meedoen bevorderen Veiligheid Bij de beoordeling van de leefbaarheid van de buurt is het gevoel van sociale veiligheid een belangrijk aspect. Fysieke kwetsbaarheid, die met het toenemen der jaren om de hoek komt kijken, verhoogt niet zelden het gevoel van onveiligheid, om de simpele reden dat de kracht wordt gemist om zich voldoende te verweren als de situatie daar om vraagt. In de vragenlijst is een aantal uitspraken gedaan over de beleving van onveiligheid, met de vraag in hoeverre de respondent het met de uitspraken eens is. Uit figuur 27 is op te maken hoe de verschillende leeftijdscategorieën hebben gereageerd op een zestal uitspraken. De percentages geven weer hoeveel respondenten het eens en helemaal eens zijn met de uitspraken. 27

29 Gevoel van veiligheid. Bevestiging uitspraken (per leeftijdscategorie %) Uitspraken Leeftijdscategorie s Avonds moet je op straat extra voorzichtig zijn De laatste 10 jaar zijn de straten onveiliger geworden Het is vandaag de dag te onveilig om op straat te komen Weinig alleen buiten komen vanwege angst voor overval Vertrouw op de waakzaamheid van de buren De buurt is bereid elkaar te helpen Figuur 27 Ofschoon eerder is aangegeven dat bijna alle senioren het wonen in hun buurt prettig vinden, is 50% tot 66% van mening dat het s avonds op straat onveiliger is geworden en dat extra voorzichtigheid is geboden. Meer dan de helft van de 80-plussers en één op de drie senioren van jaar vinden het s avonds zelfs te onveilig om op straat te komen. Toch is het gevoel van onveiligheid voor het merendeel van de senioren van 60 tot 79 jaar niet dusdanig dat men weinig alleen buiten komt vanwege angst overvallen te worden. Voor één op de vier senioren vanaf 80 jaar is dat wel het geval. Naast het gemis aan bereikbaar openbaar vervoer, aan openbare toiletten en aan rustbanken, is ook het gevoel van sociale onveiligheid een factor die met name de oudste senioren doet besluiten het huis niet uit te gaan. Aan de buurt en buren, zo blijkt ook hier, heeft de senior steun in geval van nood. Tussen de 71% en 77% van de respondenten is van mening dat de buurt bereid is elkaar te helpen. Van de groep van jaar, van wie we eerder zagen dat zij het meest betroken is bij het buurtgebeuren, vertrouwt 80% op de waakzaamheid van de buren als de situatie daar om vraagt. 28

30 5. Maatschappelijke participatie Maatschappelijke participatie kan op velerlei wijzen gestalte krijgen. Omdat nog slechts een zeer gering percentage van senioren van 60 jaar en ouder op de arbeidsmarkt actief is, is arbeidsparticipatie niet in de vragenlijst opgenomen. Wel is de vraag gesteld of mantelzorg wordt verricht en of aan vrijwilligerswerk wordt deelgenomen. Ook is nagegaan hoe de senior zich verplaatst, met wie contact wordt onderhouden, aan welke activiteiten wordt meegedaan, hoe de dag ingevuld wordt, wat wordt gevonden van diensten waar de senior regelmatig gebruik van maakt of mee te maken heeft en of de mogelijkheid bestaat invloed uit te oefenen op organisaties die de senior direct of indirect aanbelangen Verplaatsingen Figuur 28 toont op welke wijze de senior van Cuijk zich frequent verplaatst. Verplaatsingen (min. 1 á 2 x per week per leeftijdscategorie %) taxi/belbus per bus met de fiets per auto te voet Figuur 28 Voor alle leeftijdscategorieën is de auto een favoriet vervoermiddel. Ook 59% van de groep van 80 jaar en ouder maakt nog meerdere keren per week gebruik van de auto. Van de leeftijdscategorieën jaar en jaar verplaatst 87% respectievelijk 80% zich meerdere keren per week met de auto. Ook te voet gaan is voor 59% (80+) tot 85% (70-79 jaar) de manier om zich te verplaatsen. 51% van de 80 plussers neemt meerdere keren per week de fiets. 73% van de groep jaar en 82% van de groep jaar bedienen zich eveneens meerdere keren per week van dit vervoermiddel. De bus wordt maar door 2% (60-69 jaar) tot 3% (80+) meerdere keren per week gebruikt, hetgeen ongetwijfeld samenhangt met het eerdergenoemde gemis aan 29

31 openbaar vervoer. Van de taxi en belbus wordt maar door 8% van de respondenten van 80 jaar en ouder gebruik gemaakt Persoonlijke contacten In het vorige hoofdstuk is beschreven met welke frequentie senioren uit Cuijk contact onderhouden met de buurt. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij persoonlijke, meer familiaire contacten. Deze contacten kunnen tot gevolg hebben dat mantelzorgactiviteiten worden verricht of ontvangen en passen om die reden meer in een hoofdstuk over maatschappelijke participatie. In figuur 29 is weergegeven met wie de respondenten hoog frequent contact hebben. Hoogfrequente persoonlijke contacten, min. 1 á 2 x per week (per leeftijdscategorie %) Leeftijdscategorie Contactpersoon Kind(eren)/aangetrouwd(e) kind(eren) Kleinkind(eren) Broer(s)/zus(sen) Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de buurt Figuur 29 De senior van Cuijk heeft een breed persoonlijk netwerk met wie veelvuldig contact is. Het contact met kinderen springt er uit: 79% (60-69 jaar) tot 81% (70 jaar en ouder) van de respondenten heeft, of maakt, minstens één of meermalen per week contact met de kinderen. Bijna de helft van de respondenten van jaar heeft één of meermalen per week contact met de kleinkinderen en voor 38% van de 80-plussers is dat ook het geval. Het percentage senioren dat frequent contact onderhoudt met broers en of zussen loopt niet ver uiteen tussen de drie leeftijdscategorieën. Naarmate de leeftijd vordert worden deze contacten vaak geïntensiveerd. De frequentie van contacten met vrienden en kennissen is voor de groep 80 plussers een stuk lager dan die van de jongere senioren, niet in de laatste plaats omdat vrienden en kennissen de oudste senioren vaker ontvallen. Met de buren of mensen uit de wijk wordt door alle leeftijdscategorieën frequent contact onderhouden. Voor de 80 plussers komen ze qua frequentie na de kinderen op de tweede plaats. 30

Behoefteonderzoek senioren Grave

Behoefteonderzoek senioren Grave Behoefteonderzoek senioren Grave In opdracht van de gemeente Grave 8 mei 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol Alle rechten

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert

Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert Behoefteonderzoek senioren Mill en Sint Hubert In opdracht van de gemeente Mill en Sint Hubert 19 december 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Nunspeet

Behoefteonderzoek senioren Nunspeet Behoefteonderzoek senioren Nunspeet In opdracht van de gemeente Nunspeet 15 januari 2015 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Boxmeer

Behoefteonderzoek senioren Boxmeer I-WL/2013/1114 Behoefteonderzoek senioren Boxmeer In opdracht van de gemeente Boxmeer 10 april 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M.

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel

Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel In opdracht van de gemeente Binnenmaas 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Behoefteonderzoek senioren s-gravendeel

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught

Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught Behoefteonderzoek senioren gemeente Vught In opdracht van de gemeente Vught 2 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol Onderzoeksbegeleider Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel M.J.M. Kardol

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Persoonskenmerken van de respondenten... 4 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave... 0 1. Inleiding... 2 2. Persoonskenmerken van de respondenten... 4 2.1. Aantal respondenten per leeftijdscategorie... 4 2.2. Aantal respondenten per wijk... 4 2.3. Burgerlijke

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 Raadsinformatiebrief

documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 Raadsinformatiebrief documentnr.: INT/C/13/04653 zaaknr.: Z/C/13/02172 *Z0045872B26* Raadsinformatiebrief Onderwerp : Behoefteonderzoek senioren Land van Cuijk Aard : Actieve informatie Portefeuillehouder : Mw. W.T.G. Vervoort

Nadere informatie

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Active Ageing Actief ouder worden KBO Wanroij 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel KBO Wanroij: actief ouder worden (1) 1. Aan het eind van deze eeuw worden mensen meer dan 125 jaar oud.

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer Resultaten onderzoek naar woon- en zorgvoorzieningen voor Surinaams- Javaanse ouderen in juli 2003. Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Huidige situatie...3

Nadere informatie

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012

Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 Almelo, juli 2012 Rapportage Huisbezoek Allochtone Ouderen 60+ 2010-2012 In 2006 is Scoop gestart met het bezoeken van 75-plussers in de gemeente

Nadere informatie

Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom

Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom Op weg naar een leeftijdsvriendelijk Bergen op Zoom Samenvatting onderzoeksresultaten onder senioren 2018 Met dank aan de 568 senioren die aan dit behoefteonderzoek hebben deelgenomen en de vrijwilligers

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt In deze vragenlijst stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven tussen de 1 (zeer negatief) en 10 (zeer positief).

Nadere informatie

Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen

Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen Actieve ouderen: feiten, mogelijkheden en belemmeringen Symposium: Senioren in actie!? 11 oktober 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol Leerstoelhouder Active Ageing Vrije Universiteit Brussel 1. Waarom is het

Nadere informatie

Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente

Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente Vitale en kwetsbare ouderen, in een leeftijd vriendelijke gemeente Bijeenkomst vrijwilligers Stichting Vughterstede 12 september 2013 Prof. dr. M.J.M. Kardol 1. De ontwikkeling van de levensverwachting

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt In deze enquête stellen wij u graag een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven tussen de 1 (zeer negatief) en 10 (zeer positief).

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM Cliënttevredenheidsonderzoek Breed Sociaal Loket gemeente Edam-Volendam Colofon Opdrachtgever Gemeente Edam-Volendam Datum April

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam Factsheet september 2016 Van ruim duizend ondervraagde Amsterdamse vrouwen geeft 59% aan het afgelopen jaar te zijn geconfronteerd met een of meer vormen van (seksuele) straatintimidatie, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht De Bilt 2015 1/38 Onderzoeksbeschrijving De Monitor Sociale

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014

Burgerpanel Gorinchem. 1 e peiling: Sociale monitor. Juli 2014 Burgerpanel Gorinchem 1 e peiling: Sociale monitor Juli 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Villawal 19 3432 NX Nieuwegein Tel. (030) 23 34 342 www.ioresearch.nl Rapportnummer : abpgork14a-def Datum

Nadere informatie

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland 0 Dit onderzoek is in 2012 uitgevoerd door Nanda Knol, 3 e jaars

Nadere informatie

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015

Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel

5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel 5 Ouderen in de regio Gelre-IJssel Er komen steeds meer ouderen in Nederland. Volgens de CBS-prognoses zal het aandeel 65-plussers stijgen van 14% in 2005 tot 22% in 2030. Meer ouderen betekent een groter

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt Met deze vragenlijst stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven tussen de 1 (zeer negatief) en de 10 (zeer

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Preventief huisbezoek 75+

Preventief huisbezoek 75+ Hollandsspoor 37 3994 VT Houten Postbus 209 3990 GA Houten tel. 030-7001500 info@vanhoutenenco.nl www.vanhoutenenco.nl Preventief huisbezoek 75+ Houten Noord-West de ERVEN en het OUDE DORP 'van Houten&co'

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Enquête leefbaarheid in uw buurt Buurtnummer: Met deze enquête stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. U kunt steeds een rapportcijfer geven van 1 (zeer negatief) tot 10 (zeer

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum:

Postbus AA Bleskensgraaf T Aan de leden van de gemeenteraad. Datum: Aan de leden van de gemeenteraad Postbus 5 297 AA Bleskensgraaf T 14 184 www.gemeentemolenwaard.nl Datum: 27-9-216 Portfeuillehouder: Piet Vat Onderwerp: Rapportage Signalerend Huisbezoek 215 Bijlage:

Nadere informatie

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland Indien percentages vetgedrukt zijn betekent het dat ze significant afwijken van het percentage waarmee ze vergeleken

Nadere informatie

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam

Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam Inleiding Het Tympaan Instituut heeft in de zomer van 2013 verschillende groepen (potentiële) zorgvragers en mantelzorgers

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot Inhoudsopgave Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 6 De gemeente... 6 Het Wmoloket... 6 Het gesprek... 7 2. Het gesprek voorbereiden... 8 Woonsituatie... 9 Huishouden...

Nadere informatie

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Enquête leefbaarheid in uw buurt Inlogcode/ buurtnummer Enquête leefbaarheid in uw buurt Bij het onderzoeken van de leefbaarheid van de buurt, is het waardevol om te weten of er verschillen bestaan in beoordeling van de leefbaarheid naar

Nadere informatie

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes

Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM. Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Onderzoek woon-, welzijn- en zorgbehoeften in Sterksel en Gerwen WELKOM Korte toelichting op project 1 e resultaten Discussie in kleine groepjes Toelichting op project Waarom Doelstellingen: Daadwerkelijke

Nadere informatie

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet

Nadere informatie

Huisbezoekproject 75 jarigen

Huisbezoekproject 75 jarigen Huisbezoekproject 75 jarigen IJsselstein Noord 2013 1 Inleiding Dit rapport Huisbezoekproject 75 jarigen in IJsselstein Noord 2013 geeft informatie over de resultaten van de 232 interviews die gehouden

Nadere informatie

Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek

Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek Bijlage bij persbericht Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? Korte samenvatting van de resultaten uit het Leefbaarheidsonderzoek Hoe prettig is het wonen in Borger-Odoorn? De leefbaarheid waar het

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Amersfoort en kernen

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Amersfoort en kernen Kernindicatoren gemeente en kernen Algemene kenmerken Burgerlijke staat Eenpersoonshuishouden 51,6 35,9 43,1 29,5 39,6 42,1 30,5 47,4 38,3 37,4 33,6 35,5 41,5 33,3 30,6 38,5 Gehuwd/samenwonend 47,7 63,5

Nadere informatie

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker,

Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL. Uden, 1 februari 2012. Geachte meneer De Bekker, Gemeente Mill en St. Hubert De heer Henri de Bekker, Kerkstraat 1 5451 BM MILL Uden, 1 februari 2012 Betreft: offerte interactief gemeentelijk ouderenbeleid Geachte meneer De Bekker, Naar aanleiding van

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten en kernen

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten en kernen Kernindicatoren gemeente en kernen Centrum Algemene kenmerken Burgerlijke staat Eenpersoonshuishouden 54,2 25,6 28,8 30,1 Gehuwd/samenwonend 45,3 71,4 71,6 69,9 Herkomst Inwoners met een niet-westerse

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning sopgave 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 5 De gemeente... 5 Het Wmo loket... 5 Het gesprek... 6 2. Het gesprek voorbereiden... 7 Woonsituatie...

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht IJsselstein Onderzoeksbeschrijving De Monitor Sociale Kracht is in 2015 als pilot uitgevoerd in de gemeente Houten en wordt nu tevens uitgevoerd in alle

Nadere informatie

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Inhoud. III. Zorgvraag 224 Inhoud Deel 3: Oplijsting van de zorgvraag... 225 Deel 3.1 Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1. Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1.1 Situering... 226 1.2 Dataverzamelingsmethode... 227 1.3 Ouderenbehoefteonderzoek

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Fries burgerpanel over voorzieningen in Fryslân september 2015 Wij gaan er van uit

Nadere informatie

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn:

Welzijnsbezoek. Voorbeelden van aanpassingen aan het huis die nodig zijn: Welzijnsbezoek 2014 Inhoud 1. Conclusies 2. Figuren en tabellen MEE Drechtsteden voerde in 2014 welzijnsbezoeken uit onder ouderen van 75, 80 en. Aan de hand van een vragenlijst komen zes onderwerpen aan

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar) Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar) 3b Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling 2005 voor de geestelijke gezondheid van 65-94 jarigen in Zuid-Holland Noord. Eenderde van de 65-plussers

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Onderzoek wonen: Best. Rapport

Onderzoek wonen: Best. Rapport Onderzoek wonen: Best 2015 Rapport Colofon Dit onderzoek naar verhuiswensen van 60 tot en met 75-jarigen in Best is uitgevoerd in november/december 2015 in opdracht van de gemeente Best door de GGD Brabant-Zuidoost.

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2 Deel A: Filtervragen Deze vragenlijst is bedoeld voor roze 65+ volwassenen die regelmatig zorg nodig hebben. Met behulp van de vragen uit dit deel wordt allereerst vastgesteld of de vragenlijst van toepassing

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning

Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Sociale contacten, vrijetijdsbesteding en praktische ondersteuning Resultaten van de tweede schriftelijke vragenronde onder de deelnemers aan het GGZ-panel regio Delft Westland Oostland juli 2006 - L.M.

Nadere informatie

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren

Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren Versie definitief Datum 20 maart 2007 1 (5) Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en Auteur Tineke Brouwers Het derde onderzoek Op 8 maart 2007 kregen alle panelleden van dat moment (771

Nadere informatie

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig, D.Baan & M. Heijmans, NIVEL, april 2011) worden gebruikt.

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie Stadsenquête Leiden 008 Hoofdstuk 19. Financiële situatie Samenvatting Ruim tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, bijna een kwart komt net rond en een

Nadere informatie

Inwonerspanel Zuid-Holland Zuid Woonomgeving

Inwonerspanel Zuid-Holland Zuid Woonomgeving R Inwonerspanel Zuid-Holland Zuid Woonomgeving s Inwonerspanel Het inwonerspanel van Zuid-Holland Zuid ontvangt enkele keren per jaar een digitale vragenlijst en vertegenwoordigt daarmee de stem van de

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Anzegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012

Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012 Resultaten van een enquête onder de bewoners van Austerlitz - eind 2012 Datum: 15 december 2012 Auteur: Coöperatie Austerlitz Zorgt U.A., Jan Smelik Inlichtingen: info@austerlitzzorgt.nl Verspreiding:

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Persoonlijke situatie. Buurtnummer 1

Persoonlijke situatie. Buurtnummer 1 Buurtnummer 1 Enquête leefbaarheid in uw buurt In deze vragenlijst stellen wij u een aantal vragen over de leefbaarheid in uw buurt. Bij het onderzoeken van de leefbaarheid, is het waardevol om te weten

Nadere informatie

Onderzoek Wmo: Best. Rapport

Onderzoek Wmo: Best. Rapport Onderzoek Wmo: Best 2015 Rapport Colofon Dit onderzoek naar toegankelijkheid van de openbare ruimte, openbare gebouwen en het beweegaanbod voor Wmo cliënten in Best is uitgevoerd in november/december 2015

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO

CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering

VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN. Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering VRAAGVERHELDERING EasyCare WELZIJN Naam wijkbewoner / cliënt: Geboortedatum: Geboortedata gezinsleden: Datum/data vraagverheldering Andere aanwezige(n): Nee Ja Naam: Relatie tot cliënt: Easycare Welzijn

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie