Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS"

Transcriptie

1 Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

2 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID VERHUISGENEIGDHEID AANGEPASTHEID VAN DE WIJK Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening OBJECTIEVE GEZONDHEID POTENTIEEL HULPNETWERK ZORGAFHANKELIJKHEID Thema 3: Welbevinden UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK EENZAAMHEID NEGATIEVE PSYCHOLOGISCHE BELEVING NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN ERVAREN PROBLEMEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL OUDERDOMSBEELD Thema 4: Maatschappelijke participatie REDEN PENSIONERING MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN PARTICIPATIE ACTIVITEITSGRAAD MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN BELEIDSPARTICIPATIE Samenvatting

3 Situering Het Vlaamse Parlement keurde op 21 april 2004 het decreet houdende 'de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen' goed. Via dit decreet wil men de participatie van ouderen aan het lokale beleid stimuleren, vandaar de naam 'het participatiedecreet'. Gemeenten op hun beurt worden gestimuleerd om een ouderenbeleidsplan op te stellen. Hiervoor zijn reeds heel wat gemeenten aan de slag gegaan. Daarvoor hebben zij echter cijfermateriaal nodig dat niet voor handen was. Het West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren (WOAS) en het provinciebestuur West- constateerden dat de gemeenten en de seniorenadviesraden vragende partij waren voor ondersteuning bij de opmaak van een ouderenbeleidsplan. Als antwoord hierop werd een ouderenbehoeftenonderzoek ontwikkeld door de Vrije Universiteit Brussel, samen met de provincie West-. De vragenlijst omvat vele thema's zoals huisvesting, buurtkenmerken, mobiliteit, eenzaamheid, onveiligheid, hulpverlening, gezondheid, maatschappelijke participatie,... waarop een lokaal bestuur haar beleid dan zou kunnen baseren. Alvorens noden te kunnen oplossen, moet men ze immers eerst kennen. De data werd verzameld door een uniek systeem van peer-research. Dat betekent dat de enquêtes verzameld werden door 'peers' of leeftijdsgenoten van de respondenten. Voor dit ouderenbehoeftenonderzoek betekent dit dat de data verkregen werd via gestandaardiseerde vragenlijsten, die afgenomen werden bij ouderen en waar de enquêteurs bovendien zelf senior waren. Het resultaat van dit ouderenbehoeftenonderzoek is een zeer ruime Vlaamse dataset, die op verschillende niveaus bruikbaar is, namelijk op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau. Binnen elke gemeente realiseerde men een proportioneel gestratificeerde steekproef, zowel naar leeftijd als naar geslacht. Wanneer de enquêteurs bij één van hun respondenten geen gehoor kregen, kregen zij een gelijkaardig vervangadres toegewezen opdat de representativiteit gewaarborgd zou blijven. Met andere woorden, de cijfers zijn steeds representatief op gemeentelijk niveau. Het rapport dat voorligt gaat in op de beschikbare gemeentelijke gegevens. De gemeente wordt vergeleken met West- en. Voor West- en wordt een benchmark gebruikt. Dit is een steekproef van de beschikbare West-Vlaamse en Vlaamse data. Er wordt telkens een jaar lang gewerkt met dezelfde West-Vlaamse en Vlaamse steekproef, daarna wordt een nieuwe steekproef genomen zodat de nieuwe gegevens van nieuw ingestapte gemeenten eveneens worden opgenomen. Naast de geografische vergelijking ( West- en ) wordt de gemeente ook vergeleken met gemeenten in die enerzijds een gelijkaardige vergrijzingsgraad kennen (voor Moorslede is dit Vergrijzingsklasse=4 = het aandeel ouderen in de bevolking is hoger dan 23,58%) en anderzijds een gelijkaardige bevolkingsdichtheid hebben (voor Moorslede is dit Dichtheidsklasse=2 = bevolkingsdichtheid ligt tussen 249 en 377 inwoners per km²). 2

4 Methodologie Het seniorenbehoeftenonderzoek heeft tot doelstelling te peilen naar de behoeften van de senioren. De behoeften van senioren zijn echter niet éénduidig vast te stellen door middel van een eenvoudige meting. Daarom wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van meerdere dimensies, die samen een beeld geven van de behoeften van senioren. Elke dimensie wordt op haar beurt gemeten aan de hand van subdimensies. Een subdimensie kan nog verder opgesplitst worden in items die gemeten worden aan de hand van vragen. De opsplitsing van subdimensies naar items is niet bij alle dimensies het geval. Bijgevolg komt elke subdimensie of elk item (indien verdere opsplitsing) overeen met één vraag(onderdeel) uit de vragenlijst. Dit meetmodel werd ontwikkeld door de firma Kpiware. Onderstaande figuur geeft het meetmodel weer. In totaal werden 23 dimensies geconstrueerd. Dat betekent dat niet alle vragen uit de vragenlijst vervat zijn in een dimensie. De vragen werden namelijk enkel samengevoegd tot een dimensie indien dit statistisch correct was. Dit gemeentelijk rapport beperkt zich tot de bespreking van de 23 dimensies. Wanneer bij de vergelijking van de gemeente met de benchmarks de verschillen in scores meer dan 0,2 bedragen, spreken we van significante verschillen. 3

5 Beschrijving van de steekproef... In een eerste deel van de analyse wordt de steekproef besproken. De steekproef werd zo getrokken dat het aandeel mannen en vrouwen in de steekproef overeenkomt met het werkelijke aandeel in de bevolking. Ook naar leeftijd werden de verhoudingen in de populatie gerespecteerd. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de socio-demografische kenmerken van de respondenten. De categorie 'missing' zijn de respondenten die de betreffende vraag niet ingevuld hebben. In Moorslede werden in totaal 412 ouderen bevraagd. v05 Geslacht Count: Percentage: man % vrouw % MISSING: % TOTAL: % 47,3% van de respondenten zijn mannen, 52,7% van de respondenten vrouwen. v04klas Leeftijdsklasse Count: Percentage: 60_ % 70_ % % MISSING: % TOTAL: % 43,2% van het totaal aantal respondenten is tussen de 60 en 69 jaar oud. 36,4% is tussen de 70 en 79 jaar oud en 20,4% is tenminste 80 jaar oud. v06 Opleiding Count: Percentage: geen afgeronde opleiding % lager onderwijs % lager beroepsonderwijs % lager technisch onderwijs % lagere humaniora % hoger beroepsonderwijs % hoger technisch onderwijs % hogere humaniora % hoger niet-universitair onderwijs % universitair onderwijs % MISSING: % TOTAL: % Een derde persoonskenmerk van de respondent is het opleidingsniveau. Het grootste deel van de respondenten (37,1%) heeft enkel een diploma lager onderwijs. 3.16% van de respondenten heeft geen opleiding genoten. Verder heeft 16% lager beroepsonderwijs gevolgd en 11,2% lager technisch onderwijs. 9% van de bevolking heeft hogere studies genoten: 8% niet-universitair onderwijs en 1% universitair onderwijs. 4

6 Een lage opleidingsgraad van de senioren betekent geenszins dat deze groep enkel laaggeschoolde jobs uitgeoefend heeft. Vooreerst was, op het moment dat de ondervraagde groep naar school ging, de leerplicht enkel tot 12 jaar. In de tweede plaats was de doorgroeikans binnen de bedrijven zeer groot: de job die men uitvoerde stond veel minder in relatie tot het behaalde diploma dan wat nu het geval is. v07 Burgerlijke staat Count: Percentage: gehuwd % nooit gehuwd % gescheiden % samenwonend % weduw(e) naar % kloosterling(e) % MISSING: % TOTAL: % De overgrote meerderheid van de respondenten is gehuwd (72,1%). 19,9% is weduwe/ weduwnaar en 5.8% is nooit gehuwd. Verder is 0,7% gescheiden, 0,5% samenwonend en 0,5% kloosterling(e). Op basis van de aangeduide burgerlijke staat werden de respondenten onderverdeeld in 2 klassen, namelijk met of zonder partner. v07klas Partner Count: Percentage: partner % geen partner % MISSING: % TOTAL: % 72,6% van de respondenten heeft een partner, 26,5% heeft geen partner. v08klas Kinderen Count: Percentage: geen kinderen % kinderen % MISSING: % TOTAL: % 8,3% van de respondenten heeft geen kinderen in leven, 86,2% wel. v75klas Inkomensklasse Count: Percentage: % % > % MISSING: % TOTAL: % 17,7% van de respondenten heeft een maandinkomen onder de 1000 euro. 33,25% heeft een maandinkomen tussen 1000 en 1499 euro en 21,12% heeft een maandinkomen van tenminste 1500 euro. Merk op dat 115 respondenten, wat neerkomt op 27,9% van de respondenten, deze vraag niet beantwoord hebben. Naast het werkelijke inkomen werd ook gevraagd of de respondenten vonden of ze al dan niet kunnen rondkomen met hun inkomen (subjectieve beoordeling). 5

7 v76klas Rondkomen met het inkomen Count: Percentage: moeilijker rondkomen % makkelijker rondkomen % MISSING: % TOTAL: % Op bovenstaande tabel zien we dat 33,3% van de respondenten aangeeft eerder moeilijk rond te komen terwijl 44,7% aangeeft eerder makkelijk met zijn inkomen rond te komen. Tot slot van deze steekproefbeschrijving worden een aantal kenmerken met elkaar gecombineerd. Enkel de respondenten die geantwoord hebben op beide kenmerken worden weergegeven in de tabel. Dimension2: v05 Geslacht Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse 60_69 70_ TOTAL: man Count = Fij % within Dimension % % % % vrouw Count = Fij % within Dimension % % % % TOTAL: Count = F0j % within Dimension % % % % 47,3% van de respondenten is mannelijk en 52,7% is vrouwelijk. Bij de categorie 60 tot 69 jaar zijn de mannen iets meer vertegenwoordigd (51,1% mannen tegenover 48,9% vrouwen), terwijl de proportie mannen bij de hogere leeftijdscategorieën vermindert. Bij de categorie 70 tot 79 jaar bedraagt het aandeel mannelijke respondenten 46%, bij de categorie 80+ is dit 41,7%. Dimension2: v07klas Partner Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse 60_69 70_ TOTAL: partner Count = Fij % within Dimension % % % % geen partner Count = Fij % within Dimension % % % % TOTAL: Count = F0j % within Dimension % % % % 73,3% van de respondenten heeft een partner, 26,7% heeft er geen. Naarmate de leeftijd vordert, stijgt het aantal respondenten zonder partner (van 13,6% in de categorie jaar tot 51,2% voor de categorie 80+) Dimension2: v75klas Inkomensklasse Dimension1: v04klas Leeftijdsklasse Count = Fij % within Dimension1 60_69 70_ TOTAL: % % % % Count = Fij % within Dimension % % % % >1500 Count = Fij % within Dimension % % % % TOTAL: Count = F0j % within Dimension % % % % Uit bovenstaande tabel kunnen we afleiden dat leeftijd en inkomen gerelateerd zijn. Hoe ouder de respondenten hoe lager het inkomen. 6

8 Bespreking van de resultaten... Thema 1: Woonsituatie en buurt Binnen dit thema werden de scores berekend voor 4 dimensies, namelijk onaangepastheid van de woning, buurtbetrokkenheid, verhuisgeneigdheid en aangepastheid van de wijk. ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 15 uit de vragenlijst waarin aan de ouderen een reeks onaangepastheden aan de woning werd voorgelegd en hen werd gevraagd: Welke uitspraken zijn van toepassing op uw woning?. Men kon kiezen uit 5 mogelijke antwoorden gaande van helemaal niet van toepassing tot helemaal van toepassing. Gemiddelde score Onaangepastheid van de woning Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe onaangepaster de woning van de ouderen. Moorslede scoort voor de onaangepastheid van de woning 1,44. Dat wil zeggen dat ze hun woning over het algemeen goed aangepast vinden. Als de scores meer dan 0,2 van elkaar verschillen kunnen we spreken van een significant verschil. Senioren uit Moorslede vinden hun huis beter aangepast dan de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Woning is te groot Woning is te klein Woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden Ik moet trappen doen om de woning te betreden De drempels zijn te hoog Er zijn trappen in de woning Ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan Woning is te duur Woning is inbraakgevoelig Woning is weinig gerieflijk Woning is te gehorig Woning is moeilijk warm te stoken Er is onvoldoende comfort in de woning De wijk bevalt niet Afstand tot de voorzieningen is te groot Afstand tot de kinderen is te groot

9 In de gemeente Moorslede geven de senioren deze problemen het meest aan in verband met hun woning: er zijn trappen in de woning (4,3), woning is te groot (2,5), afstand tot de voorzieningen is te groot (2,01) en woning is inbraakgevoelig (1,76). Er worden minder problemen ervaren met de wijk bevalt niet (0,6), woning is te duur (0,6), woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden (0,5) en ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan (0,4). Uit de tabel kunnen we verder afleiden dat de senioren uit Moorslede op veel items significant lager scoren (wat overeenkomt met minder onaangepast) dan de gemiddelde West-Vlaamse senior. In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- scoren de senioren uit Moorslede lager op woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is weinig gerieflijk, wijk bevalt niet, afstand tot de voorzieningen is te groot en afstand tot de kinderen is te groot. Enkel voor de woning is moeilijk warm te stoken geven de senioren uit Moorslede een significant hogere score (meer onaangepast) dan de gemiddelde West-Vlaamse senior. In vergelijking met de gemiddelde Vlaamse senior scoren de senioren uit Moorslede significant lager op volgende items: woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden, de drempels zijn te hoog, er zijn trappen in de woning, ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan, woning is te duur, woning is inbraakgevoelig, woning is weinig gerieflijk, woning is te gehorig, de wijk bevalt niet, afstand tot de voorzieningen is te groot en afstand tot de kinderen is te groot. Enkel voor het item er is onvoldoende comfort in de woning scoren de senioren uit Moorslede lichtjes hoger dan de gemiddelde senior uit. Bij het vergelijken met een gemeente met dezelfde vergrijzingsgraad als Moorslede merken we dat met uitzondering van 3 niet-significante items senioren uit Moorslede lager scoren (wat wijst op minder onaangepastheden) op deze items. Enkel 3 niet-significante items tonen geen verschil tussen de senioren uit Moorslede en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad: woning is te groot, woning is moeilijk warm te stoken en er is onvoldoende comfort in de woning. Ook wanneer vergeleken wordt met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, zien we dat senioren uit Moorslede lager scoren op alle items met uitzondering van 2 items waar ook geen verschil merkbaar is met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Het betreft de items woning is moeilijk warm te stoken en er is onvoldoende comfort in de woning. 8

10 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 ervaren de woning als meer gehorig dan oudere senioren. Ze ervaren de afstand tot de voorzieningen dan weer minder als te groot. Senioren ouder dan 80 jaar ervaren minder problemen dan jongere senioren met volgende items: woning is te klein, woning verkeert in slechte staat/ slecht onderhouden, woning is te duur en woning is te gehorig. Senioren met een partner vinden dat hun woning meer in slechte staat verkeert of slecht onderhouden is dan senioren zonder partner. 9

11 Senioren die tussen 1000 en 1499 euro verdienen vinden minder dat hun woning te duur is dan senioren uit andere inkomenscategorieën. Senioren die makkelijker rondkomen vinden meer dat hun woning inbraakgevoelig is en dat de afstand tot de voorzieningen te groot zijn. 10

12 Welke items hebben een grote impact? Het laatste onderdeel van de analyse van een dimensie betreft de impact van de items op de dimensie. Bij deze oefening gaan we na welke onderscheiden items een hoge impact hebben op de dimensie. Items die en hoge impact hebben en een lage score behalen, kunnen wijzen op elementen waar bij voorkeur aan gewerkt kan worden. De items die een hogere score (wat duidt op meer onaangepastheid) kregen dan de gemiddelde beoordeling voor onaangepastheid van de woning zijn (boven de rode horizontale streep, in de groene zone): woning is te gehorig, woning is inbraakgevoelig, afstand tot de voorzieningen is te groot, er zijn trappen in de woning, woning is te groot, er is onvoldoende comfort in de woning en afstand tot de kinderen is te groot. Bovendien scoren al deze items redelijk hoog op de impactschaal (impact op de onaangepastheid van de woning) die horizontaal kan afgelezen worden. Het aanpakken van bovengenoemde items kunnen de onaangepastheid van de woning van de senioren gevoelig verbeteren. 11

13 BUURTBETROKKENHEID De dimensie buurtbetrokkenheid wordt gemeten aan de hand van de volgende 7 vragen. Hoe vaak hebt u contact met mensen die in uw wijk wonen? (vraag 20); Hoe ervaart u dit contact? (vraag 21); Hoe prettig vindt u het over het algemeen om in uw wijk te wonen? (vraag 23); Hoe betrokken voelt u zich bij hetgeen in uw wijk gebeurt? (vraag 24); Hoe vaak gaat u op bezoek bij/ ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met buren of mensen uit de wijk? (vraag 32 nr 7); Hoe tevreden bent u over de contacten met de buren of mensen uit de wijk? (vraag 33 nr 9); Vindt u dat er in uw wijk voldoende wordt georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar? (vraag 27). Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Buurtbetrokkenheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren betrokken zijn op hun buurt. Senioren uit Moorslede scoren 6,8 op deze schaal, wat betekent dat de senioren de buurtbetrokkenheid redelijk goed vinden. Aangezien de benchmark West- iets meer dan 0,2 punt afwijkt van Moorslede kunnen we stellen dat senioren uit Moorslede zich iets beter bij de buurt betrokken voelen dan de gemiddelde senior uit West-. Vergeleken met de gemiddelde senior uit is er geen statistisch verschil. Verder werden de senioren van Moorslede vergeleken met senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Senioren uit Moorslede voelen zich iets meer betrokken bij hun buurt dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid is er geen verschil merkbaar. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Frequentie contact in de wijk Ervaring contact in de wijk Prettig wonen in de wijk Wijkbetrokkenheid Bezoek buren/mensen in de wijk Tevreden contact buren Activiteiten in de wijk In bovenstaande tabel en onderstaande figuur valt af te lezen dat senioren uit Moorslede hoog scoren op ervaring contact in de wijk (7,9) en tevreden contact buren (8,1). Ze scoren iets lager op wijkbetrokkenheid (5,0) en activiteiten in de wijk (5,5). Concreet betekent dit dat de senioren uit Moorslede zich iets minder betrokken voelen bij hun wijk en dat ze iets minder tevreden zijn over de activiteiten in de wijk. 12

14 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- zien we dat de senioren uit Moorslede hoger scoren op wijkbetrokkenheid, bezoek buren/mensen in de wijk, tevreden contact buren en activiteiten in de wijk. Bij de andere items werden er geen verschillen gevonden. In vergelijking met de gemiddelde senior uit is er slechts één item waar senioren uit Moorslede lager op scoren: prettig wonen in de wijk. Bij drie andere items scoren senioren uit Moorslede hoger: wijkbetrokkenheid, tevreden contact buren en activiteiten in de wijk. Verder worden senioren uit Moorslede eveneens vergeleken met gemeenten met eenzelfde vergrijzingsgraad. Daar merken we vijf items op waar senioren uit Moorslede significant hoger op scoren: frequentie contact in de wijk, wijkbetrokkenheid, bezoek buren/mensen in de wijk, tevreden contact buren en activiteiten in de wijk. Vergeleken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid scoren senioren uit Moorslede hoger op tevreden contact met buren en activiteiten in de wijk. Merk op dat de scores op de items tevreden contact buren en activiteiten in de wijk lager liggen bij de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en eenzelfde bevolkingsdichtheid. 13

15 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In een volgend deeltje van de analyse gaan we na welke kenmerken van de respondenten significante verschillen geven bij de beoordelingen. Voor de volgende kenmerken van de respondenten wordt de significantie nagegaan: geslacht, leeftijd, het samenwonen met een partner, het hebben van kinderen, het gezamenlijk nettomaandinkomen, het subjectief aanvoelen van rondkomen met het inkomen. Enkel de significante, aldus de reële, verschillen worden hieronder besproken. Senioren tussen de 60 en 69 jaar zijn meer tevreden over de ervaring contact in de wijk en wijkbetrokkenheid dan de oudere senioren. De 70 tot 79- jarigen alsook de 80-plussers zijn minder tevreden over de wijkbetrokkenheid dan de andere leeftijdscategorieën. 14

16 Senioren met een partner zijn meer tevreden over de wijkbetrokkenheid dan senioren zonder partner. Senioren zonder kinderen zijn minder tevreden over de wijkbetrokkenheid dan diegene die kinderen hebben. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, scoren hoger op tevreden contact buren. 15

17 Welke items hebben een grote impact? Het laatste onderdeel van de analyse van een dimensie betreft de impact van de items op de dimensie. Bij deze oefening gaan we na welke onderscheiden items een hoge impact hebben op de dimensie. Items die een hoge impact hebben en een lage score behalen, kunnen wijzen op elementen waar bij voorkeur aan gewerkt kan worden. De vier items in de groene zone op dit diagram hebben als betekenis dat ze positief worden beoordeeld, daar ze boven de gemiddelde dimensiescore liggen voor Moorslede (de rode lijn op dit diagram). Deze items hebben eveneens een relatief grote impact op de buurtbetrokkenheid, daar ze zich rechts van de zwarte verticale lijn bevinden. Drie items worden minder positief beoordeeld bij de senioren (de rode zone): wijkbetrokkenheid, bezoek buren/mensen in de wijk en activiteiten in de wijk. Vooral het item wijkbetrokkenheid, maar eveneens bezoek buren/mensen in de wijk hebben een grote impact op de buurtbetrokkenheid (want ze bevinden zich rechts van de verticale lijn). De activiteiten in de wijk hebben een minder grote impact op de activiteiten in de wijk. 16

18 VERHUISGENEIGDHEID Om de verhuisgeneigdheid van de ouderen te meten, vroegen we aan de respondenten: Hoe staat u ten opzichte van de volgende mogelijkheden?, waarna 6 woonvormen gegeven worden. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: uiterst negatief, eerder negatief, noch negatief noch positief, eerder positief en uiterst positief. Dit is vraag 17 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Verhuisgeneigdheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren geneigd zijn te verhuizen. Met een score van 1,6 (op een maximum van 10) geven de senioren uit Moorslede aan dat ze helemaal niet geneigd zijn te verhuizen. Als we vergelijken met de gemiddelde senior uit West- bemerken we dat de senioren uit Moorslede net iets meer geneigd zijn om te verhuizen. Er valt daarentegen geen verschil op te merken betreffende de verhuisgeneigdheid met de gemiddelde senior uit. Verder wordt eveneens vergeleken met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, waar ook geen verschil op te merken is. Vergeleken met een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid kan wel een verschil opgemerkt worden: senioren uit Moorslede hebben een iets hogere verhuisgeneigdheid Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Aangepaste woonvorm Rusthuis/RVT Aangepaste bejaardenwoning Kinderen Samenwonen senioren Serviceflat Senioren uit Moorslede zijn meer geneigd om te verhuizen naar een serviceflat (2,6) en naar een aangepaste bejaardenwoning (1,9). Ze zijn daarentegen minder geneigd om in te trekken bij hun kinderen (0,9) en samen te wonen met andere senioren (1,1). 17

19 Wanneer we de verhuisgeneigdheid bij de senioren uit Moorslede vergelijken met de gemiddelde senior uit West- merken we dat de senior uit Moorslede meer geneigd is om te verhuizen naar een aangepaste woonvorm, een rushtuis/rvt, aangepaste bejaardenwoning en een serviceflat. Vergeleken met de gemiddelde senior uit, verkiezen senioren uit Moorslede meer te verhuizen naar een rusthuis/rvt en een aangepaste bejaardenwoning. Senioren uit Moorslede staan daarentegen meer afwijzig tegenover het intrekken bij hun kinderen dan de gemiddelde senior uit. 18

20 Vergeleken met senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, verkiezen senioren uit Moorslede meer om te verhuizen naar een aangepaste bejaardenwoning. Ze wensen echter minder in te trekken bij hun kinderen en om samen te wonen met senioren. Bij het vergelijken met senioren uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid merken we dat senioren uit Moorslede eerder wensen te verhuizen naar een aangepaste woonvorm, een rusthuis/rvt, een aangepaste bejaardenwoning en een serviceflat. Ze wensen echter minder in te trekken bij hun kinderen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De senioren van 60 tot 69 jaar zijn meer geneigd te verhuizen dan de oudere senioren. Meer specifiek zijn ze meer geneigd te verhuizen naar een aangepaste woonvorm, rusthuis/rvt, aangepaste bejaardenwoning, samenwonen met senioren en naar een serviceflat. De senioren van 70 tot 79 jaar zijn minder geneigd tot het verhuizen dan de andere senioren. Ze staan meer afkerig tegenover het verhuizen naar een aangepaste woonvorm, rusthuis/rvt en serviceflat dan andere senioren. 80-plussers staan meer afkerig tegenover een aangepaste bejaardenwoning dan de jongere senioren. 19

21 Mannen en vrouwen verschillen op vlak van verhuisgeneigdheid enkel voor serviceflats. Mannen staan er positiever tegenover dan vrouwen. Senioren met een partner staan positiever tegenover het verhuizen naar een serviceflat dan senioren zonder partner. Senioren met kinderen zijn meer geneigd om te verhuizen dan senioren zonder kinderen. Dit geldt specifiek voor een aangepaste woonvorm, bij kinderen en samenwonen met andere senioren. 20

22 Het inkomen beïnvloedt de neiging om te verhuizen niet, behalve dat mensen die meer dan 1500 euro per maand hebben minder de neiging hebben om te verhuizen naar een rusthuis/rvt dan mensen die een lager inkomen hebben. 21

23 Welke items hebben een grote impact? Uit deze diagram valt af te lezen dat de verhuisgeneigdheid bij te senioren betrekkelijk laag ligt. Drie items scoren hoger dan de gemiddelde verhuisgeneigdheid-score (rode horizontale lijn) en drie items scoren lager. De items die hoger scoren dan gemiddeld hebben wel een sterke impact op de verhuisgeneigdheid. De drie items die lager scoren dan het gemiddelde hebben eveneens een sterke impact op de verhuisgeneigdheid. De interpretatie van dit impactdiagram is afhankelijk van het gewenste ouderenbeleid in de gemeente. Wanneer het beleid ernaar streeft om ouderen zo lang mogelijk te laten wonen in hun huidige woning, dan is de erg lage mate van verhuisgeneigdheid bij senioren een goede zaak. Is het beleid daarentegen gericht op de verhuizing van de senioren naar woningen die aangepast zijn aan hun noden, dan moet er gewerkt worden in functie van een verhoging van de verhuisgeneigdheid. Wil men de verhuisgeneigdheid van de senioren verhogen dan moet men op alle zes items inzetten. Ook de drie items die het hoogst scoren ( serviceflat, aangepaste woonvorm en aangepaste bejaardenwoning ) hebben een zodanig lage score dat de bereidheid om te verhuizen naar één van deze mogelijkheden ook nog vergroot kan worden. Tenslotte toont dit diagram ons dat het inwonen bij de kinderen de kleinste impact heeft, waardoor werken naar dit item toe het minst effect zal opleveren, met andere woorden voor de kleinste verhoging van verhuisgeneigdheid zal zorgen. 22

24 AANGEPASTHEID VAN DE WIJK Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 26 uit de vragenlijst waarin de ouderen een reeks voorzieningen worden voorgelegd en hen wordt gevraagd: Welke van de onderstaande voorzieningen zijn onvoldoende aanwezig in uw wijk?. Men kon antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Aangepastheid van de wijk Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat de wijk aangepast is aan hen of hoe meer de senioren vinden dat er geen voorzieningen ontbreken in hun wijk. Met een score van 7,7 merken we dat senioren uit Moorslede behoorlijk tevreden zijn over de aangepastheid van de wijk. Daarin verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West- en. De senioren uit Moorslede zijn meer tevreden over de aanwezigheid van voorzieningen in hun wijk dan senioren uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Aangepastheid van de wijk' werd gemeten aan de hand van 24 items. Deze 24 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Ontspanning en cultuur Basisvoorzieningen Mobiliteitscomfort vanuit de wijk De senioren uit Moorslede zijn het meest tevreden over de voorzieningen die betrekking hebben op ontspanning en cultuur (8,2), gevolgd door basisvoorzieningen (8,0). Tenslotte volgt mobiliteitscomfort vanuit de wijk (7,0). 23

25 De senioren uit Moorslede ervaren in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- enkel een verschil op het vlak van mobiliteitscomfort vanuit de wijk, waar de senioren uit Moorslede lager op scoren. In vergelijking met de gemiddelde senior uit merken we wel verschillen. De senioren uit Moorslede zijn meer tevreden op vlak van ontspanning en cultuur dan de gemiddelde senior uit, maar zijn minder tevreden over het mobiliteitscomfort vanuit de wijk dan de gemiddelde senior uit. Senioren uit Moorslede zijn in vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad eveneens als de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid meer tevreden over de basisvoorzieningen en de voorzieningen op vlak van ontspanning en cultuur. Op vlak van het mobiliteitscomfort vanuit de wijk zijn er geen significante verschillen merkbaar. 24

26 In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Ontspanning en cultuur Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Theater Cinema Zwembad Sporthal Bibliotheek Dienstencentrum Buurt-wijkcentrum Basisvoorzieningen Kruidenierszaak Bank Kapper Apotheek Huisarts Slager Bakker Mobiele winkel Postkantoor Kerk Café Mobiliteitscomfort vanuit de wijk Rustbanken Openbare toiletten Openbaar vervoer Bushalte Groen/park Oversteekplaatsen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 25

27 1. Ontspanning en cultuur Bij het vergelijken met de gemiddelde senior uit West- zien we dat de senioren uit Moorslede minder tevreden zijn op vlak van theater en cinema, maar meer tevreden zijn over het zwembad en de bibliotheek. Vergeleken met de gemiddelde senior uit tonen senioren uit Moorslede zich meer tevreden over het zwembad, de bibliotheek, het dienstencentrum en het buurt-wijkcentrum. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid merken we dat senioren uit Moorslede meer tevreden zijn over het zwembad, de sporthal, de bibliotheek, het dienstencentrum en het buurt-wijkcentrum. 26

28 2. Basisvoorzieningen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- zijn de senioren uit Moorslede meer tevreden over de aanwezigheid van een kruidenierszaak, een bank en een postkantoor. Ze zijn echter minder tevreden over de aanwezigheid van een kapper, een apotheek en een bakker. Vergeleken met de gemiddelde senior uit zijn de senioren uit Moorslede meer tevreden over de aanwezigheid van een kruidenierszaak, een bank, een slager, een mobiele winkel, een postkantoor, een kerk en een café. Ze zijn echter minder tevreden over de aanwezigheid van een kapper, een apotheek en een bakker. 27

29 Senioren uit Moorslede zijn over het algemeen meer tevreden over de basisvoorzieningen dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Enkel voor de aanwezigheid van een kapper, een apotheek en een bakker is er geen significant verschil gevonden. Ook tegenover de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zijn senioren uit Moorslede meer tevreden over alle basisvoorzieningen, behalve voor de aanwezigheid van een bakker, waar geen significant verschil voor gevonden is. 3. Mobiliteitscomfort vanuit de wijk In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- vinden de senioren uit Moorslede alle voorzieningen voor het mobiliteitscomfort minder goed, met uitzondering van één item de aanwezigheid van openbare toiletten dat geen significant verschil opleverde. In vergelijking met de gemiddelde senior uit vinden de senioren uit Moorslede eveneens dat de voorzieningen voor het mobiliteitscomfort minder goed zijn. Enkel de aanwezigheid van rustbanken wordt beter ervaren bij de senioren uit Moorslede. In de onderstaande figuur wordt de vergelijking gemaakt met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Daaruit valt af te leiden dat senioren uit Moorslede niet zo veel verschillen van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Verschillend is dat de senioren uit Moorslede de aanwezigheid van het openbaar vervoer en bushaltes minder goed vinden. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, vinden de senioren uit Moorslede de voorzieningen omtrent de rustbanken beter, maar vinden ze de voorzieningen omtrent bushaltes en groen/park minder goed. 28

30 Op deze figuur zien we dat de senioren uit Moorslede het meest tevreden zijn over het zwembad (8,8), de kerk (8,7), het café (8,7), de bibliotheek (8,6), het buurt-wijkcentrum (8,4) en de sporthal (8,3). Ze zijn minder tevreden over de aanwezigheid van openbare toiletten (5,9) rustbanken (6,6), de bushaltes (7,0), het openbaar vervoer (7,2) de cinema (7,3) en de kruidenierszaak (7,4). 29

31 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? De leeftijdscategorie 80+verschilt van mening van de jongere senioren wat betreft de algemene aangepastheid van de wijk: ze vinden de voorzieningen in de wijk minder goed. De 60 tot 69-jarigen vinden volgende voorzieningen beter dan de oudere senioren: het zwembad, de sporthal, de kruidenierszaak, de bank, de apotheek, de huisarts, de slager, de bakker en de kerk. De 80-plussers vinden aanwezigheid van de kruidenierszaak, de bank, de apotheek, de huisarts, de slager en de bakker dan weer minder goed dan de jongere senioren. Mannen zijn meer tevreden over de aanwezigheid van het dienstencentrum, de kruidenierszaak en de apotheek dan de vrouwen. 30

32 Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben vinden de aanwezigheid van de kruidenierszaak minder goed dan senioren met een hoger inkomen. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben zijn dan weer meer tevreden over de aanwezigheid van de kruidenierszaak en de apotheek dan senioren die een lager inkomen hebben. De senioren die menen makkelijker rond te komen zijn minder tevreden over de aanwezigheid van een theater, dienstencentrum en oversteekplaatsen dan senioren die moeilijker rondkomen. 31

33 Welke items hebben een grote impact? Dit diagram toont de scores die senioren uit Moorslede geven met betrekking tot de voorzieningen. Alles boven de rode lijn kreeg een score boven het gemiddelde ( de groene zone ). Alles onder de rode lijn ( de rode zone ) geeft de items weer die minder dan gemiddeld scoren. De verticale lijn stelt de grens voor van welke items het meest impact hebben op de aangepastheid van de wijk. Links van de zwarte lijn staan de items die weinig tot geen impact hebben op het gevoel van de aangepastheid van de wijk. Zo kunnen we aflezen dat de meeste items die hoog scoren ook een grote impact hebben op de mate waarin de senioren vinden dat er voorzieningen aanwezig zijn in de wijk. Enkel het item mobiele winkel heeft een hoger dan gemiddelde score maar heeft niet zo veel impact op de algemene tevredenheid. Door iets te wijzigen aan de items die zich in de rode zone bevinden en bovendien een hoog scoren op de impactschaal, zou de algemene tevredenheid ten goede beïnvloed worden. 32

34 Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening Binnen dit thema werden de scores berekend voor 3 dimensies, namelijk objectieve gezondheid, potentieel hulpnetwerk en zorgafhankelijkheid. OBJECTIEVE GEZONDHEID Om de objectieve gezondheid en met name het lichamelijk functioneren van ouderen in kaart te brengen, werd gebruik gemaakt van de MOS-schaal (Medical Outcome Scale). De ouderen moeten voor 7 activiteiten aangeven of men al dan niet beperkingen ervaart als gevolg van gezondheidsproblemen. Vraag 34 uit de vragenlijst klinkt als volgt: Heeft uw gezondheidstoestand u beperkt in de volgende activiteiten?. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Objectieve gezondheid Hoe hoger de score, hoe minder de senioren zich beperkt voelen in het uitvoeren van activiteiten als gevolg van gezondheidsproblemen. Met een score van 6,8 op 10 zien we dat de senioren uit Moorslede zich niet zwaar beperkt voelen in het uitvoeren van activiteiten. De senioren van Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit West- of. Ze verschillen evenmin van de gemiddelde senior uit een gemeente van eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente van eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Zeer activiteiten Minder activiteiten inspannende inspannende Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Een heuvel of trap Buigen, tillen of bukken Een blokje stappen Persoonlijke hygiëne Huishoudelijke karweitjes In bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we afleiden dat senioren uit Moorslede weinig moeite hebben met huishoudelijke karweitjes (8,0) en persoonlijke hygiëne (8,7). Ze ervaren wel meer problemen met zeer inspannende activiteiten (4,6) en buigen, tillen of bukken (6,1). 33

35 Senioren uit Moorslede verschillen heel weinig van de gemiddelde senior uit West- op lichamelijk vlak. Één enkel item toont een significant verschil: senioren uit Moorslede hebben iets meer moeite dan de gemiddelde senior uit West- om een blokje te stappen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben senioren uit Moorslede minder problemen met zeer inspannende activiteiten, minder inspannende activiteiten en buigen,tillen of bukken. 34

36 In vergelijking met een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, geven senioren uit Moorslede aan meer problemen te hebben met een blokje te stappen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren die tussen de 60 en 69 jaar zijn, ervaren minder gezondheidsproblemen dan oudere senioren. 80-plussers ervaren dan weer meer gezondheidsproblemen. Deze vaststelling komt duidelijk naar voor bij elk item van de objectieve gezondheid. Mannen ervaren minder gezondheidsproblemen dan vrouwen. Dit geldt voor elk item, met uitzondering van persoonlijke hygiëne, waar geen significant verschil gevonden is. 35

37 Senioren met een partner ervaren minder gezondheidsproblemen dan senioren zonder partner. Dit geldt voor alle opgenomen items. Senioren met kinderen ervaren minder problemen met de minder inspannende activiteiten dan senioren zonder kinderen. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben meer gezondheidsproblemen dan senioren die een hoger inkomen Senioren hebben. Senioren zonder die kinderen meer dan ervaren 1500 euro meer per problemen maand met hebben minder ervaren er minder inspannende dan de andere activiteiten inkomenscategorieën. dan senioren met kinderen. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben geven aan meer problemen te hebben met zeer inspannende activiteiten, minder inspannende activiteiten, een heuvel/trap opgaan, buigen, tillen of bukken en een blokje stappen. Senioren die meer dan 1500 euro hebben geven aan minder problemen te hebben met zeer inspannende activiteiten, persoonlijke hygiëne en huishoudelijke karweitjes. 36

38 POTENTIEEL HULPNETWERK Om het potentieel hulpnetwerk van de ouderen te kunnen meten, vroegen we aan hen: Stel dat u voor een bepaalde tijd de activiteiten die u gewoonlijk doet in het huishouden niet zou kunnen uitvoeren, op wie kan u dan een beroep doen?. Daarna volgen 9 mogelijkheden. Men kon antwoorden met ja of neen. Dit is vraag 36 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Potentieel hulpnetwerk Hoe hoger de score, hoe meer de senioren een beroep kunnen doen op mensen voor huishoudelijke hulp. Moorslede scoort hier 3,5 (op 10), wat neerkomt op een redelijk lage score. Bovendien scoren de senioren uit Moorslede significant minder dan de regio s waarmee vergeleken wordt. Dit betekent dat senioren uit Moorslede denken minder te kunnen rekenen op mensen voor huishoudelijke hulp dan de gemiddelde senioren uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 echtgenoot/partner dochter zoon schoondochter schoonzoon kleinkind/achterkleinkind zus of broer ander familielid buur Uit bovenstaande figuur en onderstaande grafiek kunnen we merken dat senioren uit Moorslede vooral denken te kunnen rekenen op hun partner (6,0), dochter (4,7) of zoon (4,4) voor huishoudelijke hulp. Ze denken minder te kunnen rekenen op een ander familielid (1,5), (achter)kleinkind (2,3) en een broer of zus. 37

39 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, denken senioren uit Moorslede dat ze minder kunnen rekenen op hun dochter, schoondochter, schoonzoon, (achter)kleinkind, broer of zus, ander familielid en buur te kunnen rekenen voor huishoudelijke hulp. In vergelijking met de gemiddelde senior uit zien we hetzelfde patroon, met het verschil dat er geen significant verschil is wat betreft de schoondochter. Op onderstaande figuur zien we in welke mate de senioren uit Moorslede verschillen met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. De senioren uit Moorslede denken minder te kunnen rekenen op hun dochter, zoon, (achter)kleinkind, zus of broer en een ander familielid dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Senioren uit Moorslede verwachten ook minder hulp te kunnen krijgen van alle vernoemde personen met uitzondering van de partner- dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 38

40 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren uit de categorie 60 tot 69 jaar denken meer op personen te kunnen rekenen voor huishoudelijke hulp dan oudere senioren. 80-plussers denken dan weer minder op personen te kunnen rekenen dan de jongere senioren. Senioren van 60 tot 69 jaar denken op meer hulp te kunnen rekenen van hun partner en zus of broer. Ze denken wel minder hulp te kunnen krijgen van hun (achter)kleinkind dan de oudere senioren. 80-plussers denken minder te kunnen rekenen op hun partner, zus of broer, en een ander familielid dan de jongere senioren. Mannen denken meer op hulp te kunnen rekenen dan vrouwen. Dit geldt specifiek voor het rekenen op hulp van de partner en de buur. 39

41 Senioren met een partner denken meer op huishoudelijke hulp te kunnen rekenen dan senioren zonder partner. Dit geldt specifiek wat betreft potentiële hulp van de partner en van de zoon. Senioren met kinderen denken meer te kunnen rekenen op de hulp van personen dan senioren zonder kinderen. Meer specifiek geldt dit voor de hulp van de partner, dochter, zoon, schoondochter, schoonzoon en (achter)kleinkind. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, denken minder op de hulp van anderen te kunnen rekenen dan senioren die meer verdienen. Ze denken minder te kunnen rekenen op de partner en een ander familielid. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben denken meer te kunnen rekenen op de hulp van de partner dan senioren die een lager inkomen hebben. 40

42 Senioren die menen moeilijker rond te komen denken minder op de hulp van een zus of broer te kunnen rekenen dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 41

43 ZORGAFHANKELIJKHEID Vraag 37 uit de vragenlijst peilt naar de hulp die de oudere nodig heeft bij zijn/haar persoonlijke verzorging, het huishouden en zijn/haar persoonlijke verplaatsingen. De ouderen konden antwoorden met ja of neen. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Zorgafhankelijkheid Hoe hoger de score, hoe minder zorgafhankelijk de senioren zijn, of hoe minder hulp de senioren nodig hebben. De senioren uit Moorslede scoren 8,1 op zorgafhankelijkheid, wat betekent dat de senioren niet zo zorgafhankelijk zijn. De senioren uit Moorslede zijn wel iets meer zorgafhankelijk dan de gemiddelde senior uit West-, maar verder is er geen significant verschil met de gemiddelde senior uit, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Persoonlijke verzorging Huishouden Persoonlijke verplaatsing Uit bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we afleiden dat senioren uit Moorslede het minst afhankelijk zijn voor persoonlijke verzorging en het meest afhankelijk voor het huishouden. 42

44 We zien dat senioren uit Moorslede op alle drie de items iets lager scoren dan de gemiddelde senior uit West-. Dit betekent dat senioren uit Moorslede iets meer zorgafhankelijk zijn dan de gemiddelde senior uit West-, dit zowel op vlak van persoonlijke verzorging, huishouden en persoonlijke verplaatsing. Senioren uit Moorslede verschillen op vlak van zorgafhankelijkheid niet significant van de gemiddelde Vlaamse senior. De senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 43

45 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen 60 en 69 jaar zijn minder zorgafhankelijk dan de oudere senioren. De 80-plussers zijn meer zorgafhankelijk dan de jongere senioren. Deze vaststelling geldt voor alle drie de items. Mannen zijn in het algemeen minder zorgafhankelijk dan vrouwen. Dit geldt specifiek voor het huishouden en persoonlijke verplaatsing. Senioren met een partner zijn minder zorgafhankelijk dan senioren zonder partner. Dit geldt voor alle drie de items. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben zijn meer zorgafhankelijk dan senioren die een hoger inkomen hebben. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben zijn minder zorgafhankelijk dan senioren die een lager inkomen hebben. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben zijn meer afhankelijk wat betreft de persoonlijke verplaatsing dan senioren die een hoger inkomen hebben. Senioren die meer dan 1500 euro hebben, zijn op alle drie de items minder zorgafhankelijk dan senioren die een lager inkomen hebben. 44

46 Thema 3: Welbevinden Binnen dit thema werden de scores berekend voor 7 dimensies, namelijk uitgebreidheid van het netwerk, eenzaamheid, negatieve psychologische beleving, negatieve stemmingsstoornissen, ervaren problemen, onveiligheidsgevoel en ouderdomsbeeld. UITGEBREIDHEID VAN HET NETWERK Om de uitgebreidheid van het netwerk van ouderen te meten, werd hen de volgende vraag gesteld: Hoe vaak gaat u op bezoek bij / ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met?. Daarna worden 7 groepen van mensen voorgesteld. De ouderen konden telkens kiezen uit 6 antwoordmogelijkheden: nooit, minder dan 1 maal per maand, maandelijks, 1 à 2 maal per week, (bijna) dagelijks en niet van toepassing. Dit is vraag 32 uit de vragenlijst. Gemiddelde score Uitgebreidheid van het netwerk Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer contact de senioren hebben met mensen. Senioren uit Moorslede scoren op deze schaal 5,2. Dit betekent dat ze niet veel, maar ook niet weinig contact hebben met anderen. De senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit West-, noch van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. De senioren hebben wel net iets minder contacten met anderen dan de gemiddelde Vlaamse senior en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Moorslede Kinderen/schoonkinderen Kleinkinderen Broers/zussen Ouders Andere familieleden Vrienden/kennissen Buren/mensen uit de wijk Op bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we zien dat senioren uit Moorslede vooral contact hebben met hun (schoon)kinderen (7,8) en hun kleinkinderen (6,6). Ze hebben het minst contact met hun ouders (1,2) en andere familieleden (3,6). 45

47 Senioren uit Moorslede hebben minder contact met hun kleinkinderen, ouders en andere familieleden dan de gemiddelde senior uit West-. Ze hebben wel meer contac met hun broers/zussen en buren/mensen uit de wijk dan de gemiddelde senior uit West-. Verder hebben de senioren uit Moorslede minder contact met hun (schoon)kinderen, kleinkinderen, ouders en andere familieleden dan de gemiddelde senior uit. Senioren uit Moorslede hebben dan wel weer meer contact met hun broers/zussen dan de gemiddelde Vlaamse senior. 46

48 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad hebben de senioren uit Moorslede meer contact met hun broers/zussen en buren/mensen uit de wijk. Ze hebben minder contact met hun ouders dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid hebben senioren uit Moorslede minder contact met hun (schoon)kinderen, kleinkinderen, ouders, ander familieleden en vrienden/kenissen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren van 60 tot 69 jaar hebben meer contact met hun ouders dan oudere senioren. Senioren van 70 tot 79 jaar hebben meer contact met andere familieleden dan andere senioren. De 80-plussers hebben minder contact met hun kleinkinderen, broers/zussen, ouders en andere familieleden dan de jongere senioren. 47

49 Senioren met een partner hebben meer contact met hun (schoon)kinderen, kleinkinderen en ouders dan senioren zonder partner. Senioren met kinderen hebben minder contact met hun broers/zussen dan senioren zonder kinderen. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben meer contact met vrienden/kennissen dan senioren met een lager inkomen. 48

50 EENZAAMHEID De eerste 10 items van vraag 31 uit de vragenlijst werden gebruikt om de dimensie eenzaamheid te construeren. Enkele voorbeelden zijn: Ik mis een echt goede vriend of vriendin ; Ik mis gezelligheid om mij heen ; Ik voel me vaak in de steek gelaten. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Eenzaamheid Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich eenzaam voelen. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. Senioren uit Moorslede scoren hier 2,8 op deze schaal, wat betekent dat ze zich niet zo eenzaam voelen. Daarmee verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met een senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, voelen de senioren uit Moorslede zich minder eenzaam. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Dagelijkse problemen Goede vriend/-in Leegte Narigheid Gezelligheid Kenniskring Vertrouwen Verbondenheid Mis mensen In de steek gelaten Uit bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we afleiden dat de senioren uit Moorslede zich het meest eenzaam voelen door vertrouwen missen (3,7), verbondenheid te missen (3,5) en dagelijkse problemen (3,2). Ze voelen zich het minst eenzaam door zich in de steek gelaten te voelen (1,7), een gevoel van leegte (2,2) en het missen van gezelligheid (2,3). 49

51 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, hebben senioren uit Moorslede minder last van gemis van goede vriend(in), gevoel van leegte, gemis van gezelligheid, gemis van kenniskring, missen van mensen en in de steek gelaten te voelen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, hebben senioren uit Moorslede minder last van dagelijkse problemen, het missen van goede vriend(in), gevoel van leegte, het missen van gezelligheid, het missen van kenniskring, en zich in de steek gelaten te voelen. 50

52 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, hebben senioren uit Moorslede minder last van dagelijkse problemen, het missen van een goede vriend(in), het gevoel van leegte, het gevoel van narigheid, het missen van gezelligheid, het missen van een kenniskring, het missen van mensen en het zich in de steek gelaten te voelen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, hebben senioren uit Moorslede minder last van het gevoel van leegte, het missen van gezelligheid, het missen van vertrouwen, het missen van mensen, het zich in de steek gelaten te voelen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder eenzaamheidsgevoelens en een groene S op meer eenzaamheidsgevoelens. Senioren die tussen 60 en 69 jaar zijn hebben minder last van gevoel van leegte en het missen van mensen dan oudere senioren. Senioren die tenminste 80 jaar zijn, hebben minder last van dagelijkse problemen, maar meer last van mensen missen dan jongere senioren. 51

53 Senioren die geen partner hebben voelen zich meer eenzaam dan mensen met een partner. Dit is het gevolg van het missen van een goede vriend(in), een gevoel van leegte, het missen van gezelligheid, het missen van mensen en zich in de steek gelaten te voelen. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, hebben meer last van eenzaamheid dan senioren met een hoger inkomen. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben minder last van eenzaamheid dan senioren met een lager inkomen. Senioren met minder dan 1000 euro per maand hebben meer last van een gevoel van leegte en het missen van gezelligheid dan senioren met een hoger inkomen. Senioren met meer dan 1500 euro per maand hebben minder last van het missen van een goede vriend(in), een gevoel van leegte, het missen van een kenniskring, het missen van mensen en het zich in de steek gelaten te voelen dan senioren met een lager inkomen. Senioren die menen moeilijker rond te komen hebben meer last van dagelijkse problemen dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 52

54 NEGATIEVE PSYCHOLOGISCHE BELEVING Vraag 30 uit de vragenlijst stelt: Wanneer u de afgelopen weken in beschouwing neemt, in welke mate bent u het dan eens met volgende uitspraken?. Er worden vervolgens 6 uitspraken gegeven, bijvoorbeeld Ik slaap slecht en lig vaak wakker door kopzorgen en Ik heb het gevoel dat ik mijn zelfvertrouwen verlies. De respondenten konden kiezen uit volgende mogelijkheden om te antwoorden: helemaal niet, niet meer dan gewoonlijk, meer dan gewoonlijk en opvallend meer dan gewoonlijk. Gemiddelde score Negatieve beleving psychologische Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren geconfronteerd worden met negatieve psychologische belevingen. Senioren uit Moorslede scoren 1,4 op deze schaal. Dit betekent dat ze gemiddeld genomen weinig tot geen last hebben van negatieve psychologische gevoelens. Hierbij verschillen ze niet van de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met de gemiddelde senior van een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, hebben senioren uit Moorslede iets minder last van negatieve psychologische gevoelens. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 slecht slapen ongelukkig/depressief verlies van zelfvertrouwen problemen aankunnen niet spanning eigenwaarde In bovenstaande tabel en onderstaande figuur valt af te lezen dat senioren uit Moorslede het minst last hebben van problemen rond de eigenwaarde (1,1) en zich ongelukkig/depressief voelen (1,1). Senioren uit Moorslede hebben het meest last van slecht slapen (2,4) en spanning (1,5). 53

55 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- tonen de senioren uit Moorslede geen verschil op het vlak van al deze items. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, hebben de senioren enkel net iets minder last van problemen rond eigenwaarde. 54

56 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, hebben senioren uit Moorslede minder last van alle items van de schaal met uitzondering van het slecht slapen waar geen significant verschil voor gevonden werd. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid hebben senioren uit Moorslede iets minder last van problemen rond eigenwaarde, maar hebben meer last van slecht slapen. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Net zoals bij de dimensie 'eenzaamheid' is een rode S een lagere negatieve psychologische beleving en een groene S een hogere negatieve psychologische beleving. Senioren met een leeftijd tussen de 70 en 79 jaar hebben minder last van spanning dan de senioren uit andere leeftijdscategorieën. 55

57 Mannelijke senioren ervaren over het algemeen minder negatieve psychologische problemen dan vrouwelijke senioren. Dit komt duidelijk naar voor bij het zich ongelukkig/depressief voelen en problemen rond de eigenwaarde. Senioren met een partner hebben minder last van een negatieve psychologische beleving dan senioren zonder partner. Senioren zonder partner hebben meer last van zich ongelukkig/depressief voelen, het verliezen van zelfvertrouwen, het gevoel van problemen niet aan te kunnen en problemen rond eigenwaarde hebben dan senioren met partner. Senioren zonder kinderen hebben vaker last van slecht slapen en spanning dan senioren met kinderen. 56

58 Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben minder last van problemen rond eigenwaarde dan senioren die een lager inkomen hebben. 57

59 NEGATIEVE STEMMINGSSTOORNISSEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de items 11 tem 17 van vraag 31 uit de vragenlijst. Enkele voorbeelden zijn: Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus en Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber. De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Negatieve stemmingsstoornissen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren negatieve stemmingsstoornissen ervaren. Bij de verwerking van de gegevens werd ervoor gezorgd dat de scores op alle vragen (of ze nu positief of negatief gesteld werden) op eenzelfde manier geïnterpreteerd kunnen worden. Senioren uit Moorslede scoren 2,4 op deze schaal, waardoor gesteld kan worden dat ze over het algemeen weinig last hebben van negatieve stemmingsstoornissen. Hierbij verschillen de senioren uit Moorslede niet van de gemiddelde senior uit West- en uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. De senioren uit Moorslede ervaren iets minder negatieve stemmingsstoornissen dan de gemiddelde senior uit en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsklasse. Welke items scoren het hoogst? Ik voelde mij de laatste tijd vaak nerveus Ik voelde mij de laatste tijd kalm en rustig Ik voelde mij de laatste tijd neerslachtig en somber Ik voelde mij de laatste tijd zo somber dat niets mij kon opvrolijken Ik voelde mij onlangs helemaal van slag omdat ik kritiek kreeg Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= De laatste tijd verveel ik me vaak Mijn gezondheid beperkt mij vaak in mijn sociale activiteiten Uit bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we afleiden dat senioren uit Moorslede het minst last hebben van verveling (1,7) en kritiek waardoor ze zich helemaal van slag zijn (1,8). Het meest hebben ze last van een gebrek aan kalmte en rust (4,2) en een beperking van de sociale activiteiten door de gezondheid (2,8). 58

60 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede minder last van: zich nerveus voelen, neerslachtig en somber voelen, zich vervelen, beperkingen tijdens sociale activiteiten door de gezondheid. 59

61 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad hebben senioren in Moorslede minder last van zich nerveus voelen, zich neerslachtig en somber voelen, zich vervelen en beperkingen ervaren bij sociale activiteiten door de gezondheid. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? In alle onderstaande tabellen wijst een rode S op minder negatieve stemmingsstoornissen en een groene S op meer negatieve stemmingsstoornissen. Senioren van 60 tot 69 jaar ervaren minder negatieve stemmingsstoornissen dan oudere senioren. 80+ ervaart er meer dan de jongere senioren. Senioren tussen de 60 en 69 jaar ervaren minder beperkingen bij sociale activiteiten dan oudere senioren. Senioren tussen de 70 en 79 hebben meer last van een gebrek aan zich kalm en rustig te voelen. 80+ beleeft dan weer beperkingen bij het uitoefenen van sociale activiteiten. 60

62 Senioren met partner hebben minder last van negatieve stemmingsstoornissen dan senioren zonder partner. Senioren met partner hebben minder last van gebrek aan kalmte en rust, zich neerslachtig en somber voelen, van slag voelen wegens kritiek, zich vervelen, beperkingen van gezondheid bij sociale activiteiten dan senioren zonder partner. Senioren die minder dan 1000 euro aan inkomsten hebben, hebben meer last van negatieve stemmingsstoornissen dan senioren die meer inkomsten hebben. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben minder last van negatieve stemmingsstoornissen. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, hebben meer last van zich nerveus voelen, zich van slag voelen wegens kritiek en beperkingen bij sociale activiteiten wegens gezondheid dan senioren die hogere inkomsten hebben. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben minder last van zich nerveus voelen, zich vervelen en zich beperkt voelen bij sociale activiteiten door de gezondheid dan senioren die lagere inkomsten hebben. 61

63 ERVAREN PROBLEMEN Om te peilen naar de mate waarin ouderen problemen ervaren, werd de respondenten het volgende gevraagd: In welke mate hebt u met onderstaande problemen zelf te maken/te maken gehad? (vraag 45, items 1 tem 11 en items 13 tem 14). Vervolgens worden 13 verschillende problemen opgesomd. De respondenten konden antwoorden of ze hier nooit, zelden, soms of vaak last van hebben/hadden. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Ervaren problemen Hoe hoger de score, hoe meer problemen de senioren ervaren. Senioren uit Moorslede geven een score van 2,3 op deze schaal. Ze ervaren dus weinig problemen, wat vergelijkbaar is met de gemiddelde senior uit West-. In vergelijking met de gemiddelde senior uit, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid ervaren de senioren uit Moorslede minder problemen. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Ervaren problemen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Kwetsbaarheid Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving Onveiligheid De senioren uit Moorslede ervaren het meest problemen met betrekking tot onveiligheid (2,9), gevolgd door problemen in verband met maarschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving 2,3) en tenslotte kwetsbaarheid (1,7). In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- hebben de senioren uit Moorslede minder problemen van kwetsbaarheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede minder last van alle drie beschreven items. 62

64 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid hebben senioren uit Moorslede minder last van alle drie beschreven items. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Kwetsbaarheid hulpbehoevendheid/afhankelijkheid derden van Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= gebrek aan zorg vervoersproblemen gezondheidsproblemen eenzaamheid/vereenzaming financiële problemen huisvestingsproblemen Maatschappelijke participatie gericht op onmiddellijke omgeving gebrek aan informatie en voorlichting onvoldoende gezelligheids-en ontspanningsmogelijkheden in de wijk onvoldoende inspraakmogelijkheden Onveiligheid onveiligheid in het verkeer angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning angst te worden lastig gevallen op straat

65 Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 1.Kwetsbaarheid In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- hebben senioren uit Moorslede minder vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, problemen rond eenzaamheid/ vereenzaming en financiële problemen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede minder problemen rond hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, problemen rond eenzaamheid/vereenzaming en financiële problemen. 64

66 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad hebben senioren uit Moorslede minder vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, problemen rond eenzaamheid/vereenzaming, financiële problemen en huisvestingsproblemen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid hebben senioren uit Moorslede minder problemen rond hulpbehoevendheid /afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen, gezondheidsproblemen, problemen rond vereenzaming/eenzaamheid en financiële problemen. 2.Maatschappelijke participatie gericht op de onmiddellijke omgeving In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- hebben de senioren uit Moorslede net iets meer problemen rond het gebrek aan informatie en voorlichting. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede minder problemen met alle drie de items: gebrek aan informatie en voorlichting, onvoldoende gezelligheids- en ontspanningsmogelijkheden in de wijk en onvoldoende inspraakmogelijkheden. 65

67 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid hebben senioren uit Moorslede minder problemen rond de gezelligheids- en ontspanningsmogelijkheden in de wijk en de inspraakmogelijkheden. 3.Onveiligheid In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- hebben de senioren uit Moorslede minder problemen rond de veiligheid in het verkeer. In vergelijking met de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede minder problemen met alle drie de items: onveiligheid in het verkeer, angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning en angst te worden lastig gevallen op straat. 66

68 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en eenzelfde bevolkingsdichtheid zien we dat de senioren uit Moorslede minder problemen hebben met alle drie bovenvernoemde items. Op onderstaande figuur zien we dat senioren het meest problemen ervaren met gezondheidsproblemen (4,3), angst voor diefstal of inbraak van de woning (3,4), onveiligheid in het verkeer (2,7), angst te worden lastig gevallen op straat (2,7). Het minst ervaren ze problemen met huisvestingsproblemen (0,5), gebrek aan zorg (1,0), vervoersproblemen (1,1) en financiële problemen (1,4). 67

69 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 jaar ervaren minder hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, vervoersproblemen en gezondheids-problemen dan de oudere senioren. De 80+ ervaren meer hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, vervoersproblemen en eenzaamheid/ vereenzaming, maar ervaren minder problemen met inspraakmogelijkheden en angst om te worden lastig gevallen op straat dan de jongere senioren. Mannen ervaren minder vervoers-problemen, eenzaamheid/ vereenzaming, onveiligheid in het verkeer, angst voor roof, diefstal of inbraak van de woning en angst te worden lastig gevallen op straat dan vrouwen. 68

70 Senioren met een partner ervaren meer problemen dan senioren zonder partner. Dit geldt specifiek voor hulpbehoevendheid, vervoersproblemen, gezondheids-problemen en onvoldoende gezelligheids-en ontspanningsmogelijkheden in de wijk. Senioren met kinderen ervaren meer problemen dan senioren zonder kinderen. Dit geldt specifiek voor gebrek aan voorlichting, onvoldoende gezelligheids-en ontspanningsmogelijkheden in de wijk en onvoldoende inspraakmogelijkheden. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben ervaren minder gebrek aan zorg en eenzaamheid/ vereenzaming dan de senioren die een hoger inkomen hebben. Senioren meer dan 1500 euro per maand hebben ervaren minder hulpbehoevendheid/ afhankelijkheid van derden, gebrek aan zorg, eenzaamheid/ vereenzaming en financiële problemen dan de senioren met een lager inkomen. 69

71 ONVEILIGHEIDSGEVOEL Om het onveiligheidsgevoel van de ouderen te meten, kregen de respondenten acht uitspraken voorgeschoteld (vraag 29: In hoeverre bent u het eens met de volgende uitspraken? ). Enkele voorbeelden zijn: Het is vandaag de dag te onveilig om s avonds op straat te komen en s Avonds en s nachts doe ik de deur niet open als er gebeld wordt. De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Onveiligheidsgevoel Hoe hoger de score, hoe meer de senioren zich onveilig voelen. Met een score van 6,1 geven de senioren van Moorslede aan dat ze zich niet veilig maar ook niet helemaal onveilig voelen. Daarin verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 onveilig s' avonds op straat onveilig kinderen op straat Schrik overval extra voorzichtigheid s' avonds straten onveiliger s' nachts bellen aan deur alarmsysteem huisbewaking vakantie tijdens De senioren uit Moorslede vinden vooral een alarmsysteem noodzakelijk (6,9) en zijn ook niet geneigd om s avonds de deur te openen wanneer er gebeld wordt (6,7). Ze ervaren het minst schrik van een overval (3,9) en een onveilig gevoel s avonds op straat (5,5). 70

72 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- ervaren de senioren uit Moorslede meer angst voor een overval en vinden ze het meer noodzakelijk om huisbewaking bij vakantie te hebben. In vergelijking met de gemiddelde senior uit ervaren de senioren uit Moorslede iets minder noodzakelijk de extra voorzichtigheid s avonds, maar huisbewaking tijdens vakantie dan weer wel noodzakelijker. 71

73 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad ervaren de senioren uit Moorslede het als minder noodzakelijk om extra voorzichtig te zijn s avonds en vinden ze iets minder dat de straten onveilig zijn. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid ervaren de senioren uit Moorslede het iets meer onveilig s avonds op straat, hebben ze iets meer schrik voor overval en vinden ze huisbewaking tijdens de vakantie iets meer noodzakelijk. Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen 60 en 69 jaar ervaren minder schrik voor een overval en minder angst wanneer er s nachts aan de deur gebeld wordt dan oudere senioren. De 80+ ervaart meer schrik voor een overval, zijn minder geneigd open te doen wanneer s avonds aan de deur gebeld wordt en vinden het meer noodzakelijk dat er huisbewaking tijdens de vakantie is dan de jongere senioren. 72

74 Vrouwen hebben een hoger onveiligheidsgevoel dan mannen. Vrouwen voelen zich meer onveilig s avonds op straat, vinden het meer onveilig voor kinderen op straat, hebben meer schrik voor een overval, vinden dat mensen extra voorzichtig moeten zijn s avonds en zijn minder geneigd om s nachts de deur open te doen wanneer gebeld wordt dan mannen. Senioren zonder partner hebben een hoger onveiligheidsgevoel dan senioren met een partner. Senioren zonder partner hebben meer schrik voor een overval, zijn minder geneigd open te doen wanneer s nachts gebeld wordt aan de deur, vinden een alarmsysteem meer noodzakelijk en vinden huisbewaking tijdens de vakantie meer noodzakelijk dan senioren zonder partner. Mensen die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben minder schrik voor een overval dan senioren die minder verdienen. 73

75 OUDERDOMSBEELD Om het ouderdomsbeeld bij ouderen na te gaan werd hun mening gevraagd over 11 uitspraken. Deze uitspraken peilen naar het idee dat ouderen hebben over de maatschappelijke visie op oud worden of ouderen en naar het gevoel van de ouderen of ze al dan niet gediscrimineerd worden omwille van hun leeftijd. Deze uitspraken gaan over medezeggenschap van ouderen, het al dan niet meer meetellen en de benadeling van ouderen in de samenleving. Dit is vraag 44 uit de vragenlijst. De respondenten konden telkens kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Ouderdomsbeeld Hoe hoger de score, hoe meer discriminatie de senioren menen te ervaren omwille van hun leeftijd en hoe negatiever hun ouderdomsbeeld in de maatschappij is. De senioren van Moorslede scoren hier 5,3 op deze schaal. Dit betekent dat de senioren uit Moorslede niet veel maar toch ook niet weinig discriminatie ervaren omwille van hun leeftijd. Met deze scoren verschillen senioren niet significant van de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Waarschuwing: Omwille van de leesbaarheid van de grafieken, worden de stellingen symbolisch verkort voorgesteld als volgt: 74

76 NR1 = Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken NR2 = Ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen NR3 = De samenleving is vooral gericht op jongeren met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden NR4 = Sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben NR5 = Ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen NR6 = Over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben NR7 = Sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt NR8 = Ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen NR9 = Ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren NR10 = De ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger Wanneer we de tabel en figuur hierboven bekijken merken we dat de senioren uit Moorslede hogere scores (en dus een negatiever ouderdomsbeeld) gaven aan: over wat er voor ouderen gebeurt zouden ouderen veel meer te vertellen moeten hebben (6,7), ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen (6,5), als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken (6,0). Lagere scores (positiever ouderdomsbeeld) werden gegeven aan: de ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger (3,4), sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt (4,7) en ik heb er moeite mee om tot de ouderen te behoren (4,8). 75

77 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en de gemiddelde senior uit hebben de senioren uit Moorslede er meer moeite mee om tot de ouderen te behoren. Maar in vergelijking met de gemiddelde senior uit West- gaan de senioren uit Moorslede iets minder akkoord met de stelling als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken. In vergelijking met de gemiddelde senior uit gaan de senioren uit Moorslede iets minder akkoord met volgende stellingen: Als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, de samenleving is vooral gericht op jongeren, met de belangen van ouderen wordt er weinig rekening gehouden en ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen. Uit onderstaande figuur kunnen we de verschillen afleiden tussen de senioren uit Moorslede en de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, gaan senioren uit Moorslede minder akkoord met volgende stelling: als de tijden slechter worden, zijn het algauw de ouderen die aan het kortste eind trekken, ouderen vormen een aparte groep in de maatschappij met eigen belangen en de ouderen van nu hebben het moeilijker dan de ouderen van vroeger. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid, vinden senioren iets minder wanneer de tijden slechter worden, de ouderen sneller aan het kortste eind trekken. Maar senioren uit Moorslede ervaren wel iets meer problemen dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid met volgende stellingen: sinds ik ouder ben merk ik regelmatig dat men me niet meer serieus neemt en ik heb er moeite mee om tot ouderen te behoren. 76

78 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen s Senioren tussen 60 en 69 hebben minder problemen met hun ouderdomsbeeld dan oudere senioren. Senioren tussen de 60 en 69 ervaren minder problemen dan de oudere senioren met volgende stellingen: sommige mensen doen alsof ik de maatschappij niets meer te bieden heb nu ik ouder ben, ik heb het gevoel dat ouderen tegenwoordig niet meer meetellen en ik heb het gevoel dat ouderen worden achtergesteld of benadeeld ten opzichte van andere groepen mensen. Senioren tussen de 70 en 79 denken meer dan de anderen senioren dat sommige mensen doen alsof ze (de senioren tussen 70 en 79) de maatschappij niets meer te bieden hebben nu ze ouder zijn. De 80+ ervaren dan weer vaker dan jongeren senioren problemen met het achtergesteld of benadeeld worden ten opzichte van andere groepen mensen. 77

79 Senioren die tussen 1000 en 1499 euro per maand hebben ervaren, in vergelijking met de andere senioren, meer problemen met het ouder worden omdat ze minder serieus genomen worden. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben ervaren tegenover senioren die een lager inkomen hebben minder problemen met het achtergesteld of benadeeld worden als oudere ten opzichte van andere groepen mensen. 78

80 Thema 4: Maatschappelijke participatie Binnen dit thema werden de scores berekend voor 9 dimensies, namelijk reden van pensionering, mate van gemis van beroepsactiviteiten, participatie, activiteitsgraad, motieven lid worden van vereniging, participatiegraad seniorenverenigingen, belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen, bijwonen culturele evenementen en politieke participatie. REDEN PENSIONERING In de vragenlijst peilt vraag 78 naar de motieven van de ouderen om op pensioen te gaan. In totaal worden 10 mogelijke redenen (items 2 tem 4 en items 6 tem 12) samengevoegd tot de dimensie. Aan de respondenten werd gevraagd: Hoe belangrijk waren de volgende factoren bij uw beslissing om op brugpensioen/vervroegd pensioen of pensioen te gaan?. De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Reden pensionering Hoe hoger de score, hoe meer redenen van expliciet belang waren voor de senioren om op (vervroegd) pensioen te gaan. Met een score van 1,9 geven de senioren uit Moorslede aan dat er, buiten het bereiken van de pensioenleeftijd, weinig concrete redenen van expliciet belang zijn om op (vervroegd) pensioen te gaan. Daarmee verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Reden pensionering' werd gemeten aan de hand van 10 items. Deze 10 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Immateriële redenen Financieel We zien dat senioren uit Moorslede meer financiële redenen (2,3) dan immateriële redenen (1,5) aanhalen om op (vervroegd) pensioen te gaan. 79

81 De senioren uit Moorslede verschillen op het vlak van immateriële redenen niet significant van de gemiddelde senior uit West- en. Op vlak van de financiële redenen geven de senioren uit Moorslede iets meer financiële redenen aan dan de gemiddelde senior uit West-. Tegenover de gemiddelde senior uit merken we geen significant verschil aan. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid tonen de senioren uit Moorslede geen significant verschil op vlak van zowel de immateriële als de financiële redenen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Immateriële redenen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 ontevredenheid met de jobinhoud ontevredenheid met de werkomstandigheden ik was al een tijd werkloos opnemen van zorgtaken gebrek aan vrije tijd omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan omdat partner met pensioen ging Financieel ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein om plaats te maken voor jongeren Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 1. Immateriële redenen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- geven senioren uit Moorslede ontevredenheid met de jobinhoud minder aan als reden om op (vervroegd) pensioen te gaan, maar ontevredenheid met de werkomstandigheden, gebrek aan vrije tijd, omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan en omdat partner met pensioen ging zijn dan wel belangrijkere redenen op (vervroegd) pensioen te gaan dan voor de gemiddelde senior uit West-. 80

82 In vergelijking met de gemiddelde senior uit geven senioren uit Moorslede aan dat ontevredenheid met de jobinhoud een minder belangrijke reden is om op (vervroegd) pensioen te gaan. Opnemen van zorgtaken, omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan en omdat partner met pensioen ging zijn dan weer belangrijke redenen voor senioren uit Moorslede in vergelijking met de gemiddelde senior uit om op (vervroegd) pensioen te gaan. 81

83 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan door ontevredenheid met de jobinhoud en een tijd werkloos zijn. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan wegens ontevredenheid met de jobinhoud, maar vinden de reden omdat vele mensen uit omgeving op bepaalde leeftijd op pensioen gaan wel een belangrijkere reden. 2. Financiële redenen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- zijn senioren uit Moorslede meer geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan om plaats te kunnen maken voor de jongeren. Verder verschillen senioren uit Moorslede niet significant van de gemiddelde senior uit. Senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid geven senioren uit Moorslede aan dat plaats maken voor jongeren een belangrijkere reden is om op (vervroegd) pensioen te gaan. 82

84 Op bovenstaande figuur zien we welke redenen het belangrijkst zijn voor de senioren uit Moorslede om op (vervroegd) pensioen te gaan. Het betreft de drie financiële redenen: plaats maken voor de jongeren (2,4), ik had genoeg financiële middelen om te stoppen met werken (2,3) en het financieel verschil tussen verder werken en stoppen was te klein (2,2). De redenen die het minst vaak werden aangehaald bij de senioren uit Moorslede zijn: ik was al een tijd werkloos (0,7), ontevredenheid met jobinhoud (0,8) en ontevredenheid met de werkomstandigheden (1,6). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 jaar vinden ontevredenheid met jobinhoud, tijdje werkloos zijn en gebrek aan vrije tijd belangrijkere redenen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan oudere senioren. Senioren tussen 70 en 79 jaar vinden ontevredenheid met de jobinhoud een minder belangrijke reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan andere senioren. 83

85 Mannen vinden ontevredenheid met de jobinhoud een belangrijkere reden om op (vervroegd) pensioen te gaan dan vrouwen. Mannen vinden daarentegen het opnemen van zorgtaken en partner die op pensioen gaat minder belangrijke redenen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan vrouwen. Senioren met kinderen vinden een gebrek aan vrije tijd en plaats maken voor jongeren belangrijkere redenen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan senioren zonder kinderen. 84

86 Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, vinden ontevredenheid met jobinhoud, reeds tijdje werkloos en vele mensen uit omgeving op pensioen minder belangrijke redenen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan mensen met een hoger inkomen. Mensen die meer dan 1500 euro per maand hebben vinden genoeg financiële middelen hebben om te stoppen met werken en financieel verschil tussen verder werken en stoppen is te klein belangrijkere redenen om op (vervroegd) pensioen te gaan dan senioren die een lager inkomen hebben. Senioren die menen moeilijker rond te komen geven minder aan dat ze genoeg financiële middelen hadden om te stoppen met werken om op (vervroegd) pensioen te gaan dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 85

87 MATE VAN GEMIS VAN BEROEPSACTIVITEITEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van vraag 79 uit de vragenlijst. De volgende vraag werd aan de ouderen gesteld: In welke mate mist u de volgende dingen in uw leven nu u gepensioneerd bent?. De respondenten konden om te antwoorden op de 6 items telkens kiezen tussen: helemaal niet, weinig, niet veel/niet weinig, veel of zeer veel. Gemiddelde score Mate van gemis van beroepsactiviteiten Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren de beroepsactiviteiten missen. De senioren uit Moorslede scoren hier 2,6 op deze schaal, wat betekent dat ze amper de beroepsactiviteiten missen. Hiermee verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid missen senioren uit Moorslede iets minder de beroepsactiviteiten. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 de beroepsbezigheden de dagelijkse routine het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag het gevoel nuttig te zijn de contacten met de collega's de contacten met klanten en zakenpartners

88 De senioren uit Moorslede missen het meest de beroepsactiviteiten omwille van het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag (3,7) en de contacten met de collega s (3,0). Ze ervaren het minst gemis van de dagelijkse routine (1,9) en de beroepsbezigheden (1,9). In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan omwille van het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag. In vergelijking met de gemiddelde senior uit zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan wegens het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag en de contacten met de collega s. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om op (vervroegd) pensioen te gaan omwille van het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zijn senioren uit Moorslede minder geneigd om voor alle opgesomde redenen (behalve de contacten met klanten en zakenpartners ) op (vervroegd) pensioen te gaan. 87

89 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren van 60 tot 69 missen meer de beroepsactiviteiten dan de oudere senioren. De 80+ missen minder de beroepsactiviteiten dan de jongere senioren. De 60 tot 69-jarigen missen de dagelijkse routine, het verschil tussen nettoloon en pensioenbedrag, contacten met collega s, contacten met klanten en zakenpartners meer dan de oudere senioren. De 80+ missen alle items (behalve contacten met de collega s ) minder dan de jongere senioren. Senioren zonder kinderen missen het verschil tussen nettoloon en pensioengedrag minder dan de senioren met kinderen. 88

90 Senioren die tussen 1000 en 1499 euro per maand hebben, missen meer de beroepsactiviteiten omwillen van het verschil tussen nettoloon en het pensioenbedrag dan de andere inkomenscategorieën. De senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben missen minder het verschil tussen nettoloon en pensioenbedrag dan de senioren met een lager inkomen. Senioren die menen moeilijker rond te komen missen meer de beroepsactiviteiten dan senioren die menen makkelijker rond te komen. Senioren die menen moeilijker rond te komen missen die meer omwille van de beroepsbezigheden, de dagelijkse routine en het verschil tussen nettoloon en pensioenbedrag. 89

91 PARTICIPATIE Vraag 47 uit de vragenlijst peilt naar de participatie van ouderen in 22 verschillende verenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: In welke mate bent u lid van volgende verenigingen?. De ouderen konden telkens kiezen uit vier antwoordmogelijkheden: nooit lid geweest, vroeger lid geweest, lid of bestuurslid. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Participatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren lid zijn van verenigingen. Met een score van 0,9 (op 10) zien we dat de senioren uit Moorslede weinig lid zijn van verenigingen. Zij verschillen daarin niet van de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Natuurvereniging Fanclub Vereniging gehandicapten, helpt Vereniging kunstbeoefening die voor Hobbyclub Vrouwenbeweging Socio-culturele vereniging Sportclub Politieke vereniging Religieuze vereniging Wijk- of buurtcomité Vereniging voor internat. Vrede Vakbond, Gemeentelijke adviesraad/ Gezinsvereniging Groepering in een plaatselijk café Het Rode Kruis, Vereniging gepensioneerden voor De witte comités Zelfhulpgroep Jeugdbeweging Uit bovenstaande tabel en onderstaande figuur zien we dat senioren uit Moorslede het meest aangesloten zijn tot vereniging voor gepensioneerden, (3,9), vereniging die gehandicapten, helpt (2,1), vakbond (1,8), vrouwenbeweging (1,7), socio-culturele vereniging (1,5) en een sportclub (1,4). De witte comités (0,0), zefhulpgroepen (0,0), fanclubs (0,2), jeugdbewegingen (0,3), groeperingen in een plaatselijk café (0,3) en gemeentelijke adviesraden/ (0,3) zijn het minst populair bij de senioren in Moorslede. 90

92 Verder kunnen we uit bovenstaande tabel afleiden dat senioren uit Moorslede, in vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, meer aangesloten blijkt te zijn bij vereniging die gehandicapten, helpt, een vrouwenbeweging, een socio-culturele vereniging, een gezinsvereniging en een vereniging voor gepensioneerden. Senioren uit Moorslede zijn, nog steeds in vergelijking met de gemiddelde senior uit West-, minder aangesloten bij een groepering in een plaatselik café en het Rode Kruis. In vergelijking met de gemiddelde senior uit zijn senioren uit Moorslede meer aangesloten bij vereniging die gehandicapten, helpt, een vrouwenbeweging, een socio-culturele vereniging, een vakbond, een gezinsvereniging en een vereniging voor gepensioneerden. Ze zijn daarentegen minder aangesloten bij een vereniging voor kunstbeoefening, een groepering in een plaatselijk café en het Rode Kruis. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zijn senioren uit Moorslede meer aangesloten bij een vereniging die gehandicapten, helpt, een socio-culturele vereniging, een sportclub, een gezinsvereniging, en een vereniging voor gepensioneerden. Ze zijn minder aangesloten bij een vereniging voor kunstbeoefening, een groepering in een plaatselijk café en het Rode Kruis. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zijn senioren uit Moorslede meer aangesloten bij een vereniging die gehandicapten, helpt, een socio-culturele vereniging, een gezinsvereniging en een vereniging voor gepensioneerden. Ze zijn minder aangesloten bij een politieke vereniging, een religieuze vereniging en het Rode Kruis. 91

93 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren die tenminste 80 jaar oud zijn participeren minder in het verenigingsleven dan senioren die jonger zijn. Senioren die tussen 60 en 69 jaar zijn, maken meer deel uit van een vereniging voor kunstbeoefening en een sportclub dan de oudere senioren. Maar ze maken minder deel uit van verenigingen voor gepensioneerden dan de oudere senioren. De categorie 70 tot 79 jaar is minder aangesloten bij een fanclub dan de andere leeftijdscategorieën. De senioren die tenminste 80 jaar zijn, zijn minder aangesloten tot een vereniging voor kunstbeoefening, een sportclub, een politieke vereniging, een wijk- of buurtcomité, een gemeentelijke adviesraad en gezinsvereniging dan de jongere senioren. Vrouwen zijn vaker lid van een vrouwenbeweging dan mannen, terwijl mannen vaker lid zijn van een sportclub en een vakbond dan vrouwen. 92

94 Senioren met een partner zijn vaker lid van een socio-culturele vereniging en een sportclub dan senioren zonder partner. Senioren zonder partner zijn dan weer vaker lid van een vereniging voor gepensioneerden. 93

95 Senioren met kinderen participeren meer in het verenigingsleven dan senioren zonder kinderen. Senioren met kinderen zijn meer dan senioren zonder kinderen vertegenwoordigd in een natuurvereniging, een fanclub, een vereniging voor kunstbeoefening, een vrouwenbeweging, een socio-culturele vereniging, politieke vereniging, een wijk- of buurt-comité, een gemeentelijke advies-raad, een gezinsvereniging en het Rode Kruis. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben zijn minder vertegenwoordigd in een vakbond of een gemeentelijke adviesraad dan senioren die een hoger inkomen hebben. Senioren die 1000 à 1500 euro per maand hebben zijn minder vertegenwoordigd in verenigingen voor kunstbeoefening dan de andere categorieën. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, zijn minder vertegenwoordigd bij een fanclub en het Rode Kruis, maar meer vertegenwoordigd bij een vereniging voor kunstbeoefening dan senioren met een lager inkomen. 94

96 Senioren die menen moeilijker rond te komen maken minder deel uit van verenigingen voor kunstbeoefening en gezinsverenigingen in vergelijking met senioren die menen makkelijker rond te komen. 95

97 ACTIVITEITSGRAAD Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Hoe vaak beoefent u volgende activiteiten? (vraag 46). Vervolgens worden allerlei activiteiten opgesomd. De items 1 en 6 tem 15 vormen samen deze dimensie. De vijf antwoordmogelijkheden zijn: nooit, zelden, ongeveer maandelijks, ongeveer wekelijks en meer dan 1 maal per week. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Activiteitsgraad Hoe hoger de score, hoe vaker de senioren activiteiten beoefenen. De senioren uit Moorslede scoren hier 3,3 op, wat betekent dat ze niet zeer regelmatig activiteiten beoefenen. Daarin verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-, noch van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. De senioren uit Moorslede beoefenen net iets minder activiteiten dan de gemiddelde senior uit en uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Activiteitsgraad' werd gemeten aan de hand van 11 items. Deze 11 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Activiteiten ifv zelfrealisatie Doe-het-zelf activiteiten We zien dat senioren uit Moorslede het vaakst van al activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting (4,1) beoefenen, gevolgd door doe-het-zelf activiteiten (3,6) en activiteiten van zelfrealisatie (2,2). Senioren uit Moorslede beoefenen minder vaak activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting dan de gemiddelde senior uit West-,, uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Verder beoefenen senioren uit Moorslede meer activiteiten in functie van zelfrealisatie dan de gemiddelde senior uit West- en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 96

98 In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Activiteiten ifv ontspanning en ontmoeting op café of uit eten gaan (ook brasserie en tearoom) Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= reizen en uitstapjes maken winkelen voor genoegen luisteren naar radio of muziek wandelen of fietsen Activiteiten ifv zelfrealisatie een opleiding of cursus volgen een computer of het internet gebruiken naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan boeken lezen Doe-het-zelf activiteiten tuinieren herstellingen in huis Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 97

99 1. Activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en scoren de senioren uit Moorslede lager op alle items. Dit betekent dat ze minder vaak activiteiten in functie van ontspanning en ontmoeting doen dan de gemiddelde senior uit West- en. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zien we dat ook hier de senioren uit Moorslede minder vaak actief zijn op alle vlakken van ontspanning en ontmoeting. 98

100 2.Activiteiten in functie van zelfrealisatie In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- gaan senioren uit Moorslede vaker een opleiding of een cursus volgen en een computer of het internet gebruiken, maar gaan ze minder vaak boeken lezen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit gaan senioren uit Moorslede vaker een computer of het internet gebruiken, maar minder vaak boeken lezen en naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, gaan senioren vaker een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, maar gaan ze minder vaak naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan en boeken lezen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid gaan senioren uit Moorslede vaker een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, maar minder vaak boeken lezen. 99

101 3. Doe-het-zelf activiteiten De senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit West- en op het vlak van doe-het-zelf activiteiten. Senioren uit Moorslede gaan vaker tuinieren dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Op vlak van herstellingen in huis verschillen ze niet significant. Senioren uit Moorslede verschillen ook niet significant van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In onderstaande figuur is te zien welke activiteiten het vaakst ondernomen worden door de senioren uit Moorslede. Het vaakst wordt er geluisterd naar radio of muziek (6,5), gewandeld of gefietst (5,1) en getuinierd (4,6). Het minst vaak wordt er een opleiding of cursus gevolgd (1,3), naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gegaan (1,7) en een computer of internet gebruikt (2,3). 100

102 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen 60 en 69 jaar gaan vaker activiteiten doen dan oudere senioren. De categorie jaar en 80+ doen dan weer minder activiteiten. Voor de categorie 60 tot 69 jaar merken we dat het verhoogd aantal activiteiten geldt voor alle activiteiten die hier opgenomen zijn. Voor de categorie 70 tot 79 jaar zien we dat ze minder vaak dan de andere leeftijdscategorieën reizen en uitstapjes maken, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken en herstellingen doen in huis. Bij de 80+ zien we dat alle activiteiten minder beoefend worden dan bij de jongere senioren. 101

103 Mannen beoefenen in het algemeen vaker activiteiten dan vrouwen. Mannen gaan meer dan vrouwen op café of uit eten, wandelen of fietsen, een computer of internet gebruiken, tuinieren en herstellingen doen in huis. Alleen naar radio of muziek luisteren wordt vaker door vrouwen gedaan. Senioren met partner hebben een hogere activiteitsgraad dan senioren zonder partner. Dit geldt voor op café of uit eten gaan, reizen en uitstapjes maken, wandelen of fietsen, een opleiding of cursus volgen, een computer of het internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan, tuinieren en herstellingen in huis doen. Senioren met kinderen hebben een hogere activiteitsgraad dan senioren zonder kinderen. Dit geldt specifiek voor reizen en uitstapjes maken, een opleiding of cursus volgen, een computer of internet gebruiken, boeken lezen en herstellingen doen in huis. 102

104 Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben, hebben een lagere activiteitsgraad dan senioren met een hoger inkomen. Senioren die tussen 1000 en 1499 euro per maand hebben, hebben eveneens een lagere activiteitsgraad dan de andere categorieën. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, hebben dan weer een hogere activiteitsgraad dan diegene die een lager inkomen hebben. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben doen minder, uitstapjes en reizen, wandelen of fietsen, een computer of internet gebruiken en herstellingen in huis dan diegene die meer verdienen. Senioren die tussen 1000 en 1499 verdienen gaan minder op café of uit eten, winkelen voor genoegen, luisteren naar radio of muziek, een opleiding of cursus volgen, een computer of internet gebruiken en boeken lezen dan de andere inkomenscategorieën. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, gaan meer op café of uit eten gaan, reizen of uitstapjes maken, luisteren naar radio of muziek, wandelen of fietsen, een opleiding of cursus volgen, een computer of internet gebruiken, naar toneel, film, sport en cultuurevenementen gaan, boeken lezen en herstellingen in huis doen dan senioren met een lager inkomen. Senioren die menen makkelijker rond te komen hebben een hogere activiteitsgraad dan senioren die menen moeilijker rond te komen. Senioren die menen makkelijker rond te komen gaan vaker wandelen of fietsen en een computer of internet gebruiken dan senioren die menen moeilijker rond te komen. 103

105 MOTIEVEN LID WORDEN VAN VERENIGING Om te peilen naar de motieven van ouderen om lid te worden van een ouderenvereniging, werd het volgende gevraagd aan de respondenten: Hoe belangrijk waren onderstaande redenen voor u om lid te worden van een vereniging van ouderen? (vraag 51, items 1 tem 8). De ouderen konden telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. De onderstaande scores hebben betrekking op alle ouderen die aangeven lid te zijn van een ouderenvereniging (vraag 50). Voor de gemeente Moorslede betreft dit 35.19% van de ouderen in de steekproef. Het gemiddelde voor de deelnemende gemeenten van West- ligt op 34.11%. Gemiddelde score Motieven lid worden van vereniging Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe explicieter de keuze van de senioren om lid te worden van een ouderenvereniging. Senioren uit Moorslede scoren hier 5,8 op deze schaal. Dit betekent dat ze wel concrete redenen hebben om lid te zijn van een vereniging (35,2% van de senioren uit Moorslede tegenover gemiddeld 34,1% van de senioren uit West-). Die concrete redenen zijn minder sterk uitgesproken bij de senioren uit Moorslede dan bij de gemiddelde senior uit West-,, uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Motieven lid worden van vereniging' werd gemeten aan de hand van 8 items. Deze 8 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Verbondenheid Gezelligheid ontmoeting en Senioren uit Moorslede worden eerder lid van een vereniging omwille van de gezelligheid en ontmoeting (7,2) en in iets mindere mate voor de verbondenheid (4,4). In vergelijking met de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid gaan senioren uit Moorslede minder uit verbondenheid aansluiten bij een vereniging. Op vlak van gezelligheid en ontmoeting verschillen senioren uit Moorslede met de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Senioren uit Moorslede vinden gezelligheid en ontmoeting een iets minder belangrijk motief. 104

106 In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Verbondenheid voor hulp en ondersteuning van de bond zelf iets voor ouderen willen doen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= belangenbehartiging steunen van het idee/doelen van de bond gevraagd lid te worden vanwege partner Gezelligheid en ontmoeting vanwege de gezelligheid omdat je er andere mensen ontmoet Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 105

107 1. Verbondenheid In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- zijn alle motieven die te maken hebben met verbondenheid minder sterk uitgesproken bij de senioren uit Moorslede. In vergelijking met de gemiddelde senior uit zijn alle motieven (met uitzondering van vanwege de partner) eveneens minder sterk uitgesproken bij de senioren uit Moorslede. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad zijn alle motieven bij de senioren uit Moorslede minder sterk uitgesproken (met uitzondering van gevraagd lid te worden ). In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid zijn volgende motieven minder sterk uitgesproken bij de senioren uit Moorslede: voor hulp en ondersteuning van de bond, zelf iets voor ouderen willen doen, belangenbehartiging en steunen van het idee/doelen van de bond. 106

108 2. Gezelligheid en ontmoeting In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en verschillen senioren uit Moorslede op het vlak van het motief vanwege de gezelligheid. Dit motief is iets minder sterk uitgesproken bij de senioren uit Moorslede. Omdat je er andere mensen ontmoet levert geen significante verschillen op tussen de senioren uit Moorslede en de gemiddelde senior uit West- en. Senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. De motieven vanwege de gezelligheid en omdat je er andere mensen ontmoet zijn minder sterk uitgesproken bij de senioren van Moorslede dan bij de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Uit onderstaande figuur kunnen we zien welke redenen het belangrijkst zijn voor senioren uit Moorslede om zich aan te sluiten bij een vereniging. Omdat je er andere mensen ontmoet (7,4) en vanwege de gezelligheid (6,8) zijn het belangrijkst. Vanwege de partner (3,4) en belangenbehartiging (3,7) zijn het minst belangrijk. 107

109 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen de 60 en 69 hebben meer concrete redenen om lid te worden van een vereniging dan de oudere senioren. Senioren tussen 70 en 79 hebben minder concrete redenen om lid te worden van een vereniging. Senioren van 60 tot 69 vinden voor hulp en ondersteuning van de bond, zelf iets voor ouderen willen doen en vanwege de partner belangrijkere motieven dan senioren die ouder zijn. Senioren van 70 tot 79 jaar vinden voor hulp en ondersteuning van de bond en vanwege de gezelligheid minder belangrijke motieven dan de andere senioren. De 80+ vinden vanwege de partner een minder belangrijke reden dan jongere senioren. 108

110 Senioren met een partner gaan eerder lid worden van een vereniging omwille van de partner dan senioren zonder partner. 109

111 PARTICIPATIEGRAAD SENIORENVERENIGINGEN Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van de volgende vraag: Aan welke van de onderstaande activiteiten neemt u gewoonlijk deel? (vraag 53, items 1 tem 14 en 16 tem 21). De ouderen konden antwoorden met nooit, af en toe of regelmatig. Gemiddelde score Participatiegraad seniorenverenigingen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren deelnemen aan de activiteiten van de seniorenverenigingen. Senioren uit Moorslede hebben een score van 2,2 wat betekent dat de senioren die lid zijn van een vereniging (35,2% van de senioren uit Moorslede) niet zo vaak participeren aan de activiteiten van die verenigingen. Hun participatiegraad ligt significant lager dan de gemiddelde senior uit West- en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. De senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senioren uit en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 ledenvergadering functie in het bestuur/bestuursvergadering feesten, koffietafels, ontspanning en animatie gespreksnamiddagen bezinningsnamiddagen/religieuze vieringen praktische cursussen lessenreeksen vrijwilligerswerk sociale acties geleide bezoeken bijwonen van toneel, film, concerten sportactiviteiten hobby-atelier toneel- en zangactiviteiten dag of halvedag uitstappen gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden Bedevaarten vakanties in het binnenland vakanties in het buitenland het ledenblad/bestuursblad De participatie bij de senioren uit Moorslede ligt het hoogst bij feesten, koffietafels, ontspanning en animatie (6,0), ledenvergadering (3,9), dag of halve dag uitstappen (3,8), het ledenblad/bestuursblad (3,7) en gespreksnamiddagen (3,4). De participatie ligt het laagst bij sociale acties (0,5), praktische cursussen (0,6), lessenreeksen (0,8), toneel-en zangactiviteiten (1,1) en hobby-atelier (1,2). 110

112 In bovenstaande tabel kunnen we de vergelijking maken met de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- gaan senioren uit Moorslede minder vaak naar een ledenvergadering, een bestuursvergadering/functie in het bestuur, feesten, koffietafels, ontspanning en animatie, praktische cursussen, lessenreeksen, sociale acties, geleide bezoeken, dag of halve dag uitstappen, vakanties in het buitenland en maken minder vaak deel uit van een ledenblad/bestuursblad. Senioren uit Moorslede gaan wel vaker naar sportactiviteiten en naar een hobby-atelier dan de gemiddelde senior uit West-. In vergelijking met de gemiddelde senior uit gaan senioren uit Moorslede minder vaak naar een ledenvergadering, een bestuursvergadering/functie in het bestuur, praktische cursussen, lessenreeksen, toneel, film en concerten en doen minder vaak sociale acties, geleide bezoeken, dag of halve dag uitstappen en vakanties in het buitenland. Senioren uit Moorslede gaan daarentegen vaker naar bezinningsdagen/religieuze vieringen, een hobby-atelier, op vakantie in het buitenland en maken minder vaak deel uit van een ledenblad/bestuursblad. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad gaan senioren uit Moorslede minder vaak naar een ledenvergadering, een bestuursvergadering/functie in het bestuur, praktische cursussen, lessenreeksen, toneel, film, concerten, en doen ze minder vaak mee met sociale acties, geleide bezoeken, dag of halvedag uitstappen, vakanties in het buitenland en vakanties in het binnenland. Senioren uit Moorslede gaan wel vaker naar gespreksnamiddagen, een hobby-atelier en bedevaarten. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid gaan senioren uit Moorslede minder vaak naar een ledenvergadering, een bestuursvergadering/functie in het bestuur, feesten, koffietafels, ontspanning en animatie, bezinningsnamiddagen/religieuze vieringen, praktische cursussen en doen ze minder vaak geleide bezoeken, dag of halvedag uitstappen, vakanties in het buitenland en maken ze minder vaak deel uit van een ledenblad/bestuursblad. Senioren uit Moorslede gaan wel vaker naar gespreksnamiddagen en doen vaker vrijwilligerswerk dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. 111

113 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Mannen doen vaker sportactiviteiten dan vrouwen. Senioren tussen de 60 en 69 hebben een hogere participatiegraad dan oudere senioren. De 80+ hebben een lagere participatiegraad. Senioren tussen de 60 en 69 gaan vaker naar praktische cursussen en doen vaker mee aan sportactiviteiten, dag of halvedag uitstappen en vakanties in het buitenland. Senioren tussen de 70 en 79 gaan minder vaak naar praktische cursussen. Senioren boven de 80 gaan minder vaak naar praktische cursussen, lessenreeksen en doen minder vaak mee aan sportactiviteiten, gemeenschappelijke activiteiten met andere bonden, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. 112

114 Senioren met een partner hebben een hogere participatiegraad dan senioren zonder partner. Senioren met partner doen vaker geleide bezoeken, gaan vaker naar toneel, film of concerten, sportactiviteiten, dag of halvedag uitstappen, vakanties in het binnenland en vakanties in het buitenland. Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben participeren minder vaak in hun vereniging dan senioren die een hoger inkomen hebben. Senioren die meer dan 1500 euro hebben per maand participeren vaker in hun vereniging. Senioren met een inkomen lager dan 1000 euro gaan minder vaak naar gespreksnamiddagen, bezinningsnamiddagen/religieuze vieringen, praktische cursussen, toneel, film of concerten en doen minder vaak geleide bezoeken en dag of halvedag uitstappen dan senioren met een hoger inkomen. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben, gaan vaker naar feesten, koffietafels, ontspanning en animatie, praktische cursussen en doen vaker dag of halvedag uitstappen. 113

115 Senioren die menen moeilijker rond te komen gaan minder vaak naar feesten, koffietafels, ontspanning en animatie, maar doen vaker vrijwilligerswerk dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 114

116 BELEMMERINGEN BIJWONEN ACTIVITEITEN SENIORENVERENIGINGEN Vraag 55 uit de vragenlijst peilt naar de belemmeringen die ouderen ondervinden voor het bijwonen van activiteiten van seniorenverenigingen. De volgende vraag werd voorgelegd aan de respondenten: Kunt u aangeven hoe belangrijk onderstaande redenen voor u zijn om de activiteiten, bijeenkomsten en/of vergaderingen van de vereniging voor ouderen niet vaker te bezoeken?. De ouderen konden op de 13 items telkens antwoorden met helemaal niet belangrijk, eerder onbelangrijk, noch belangrijk/noch onbelangrijk, eerder belangrijk of zeer belangrijk. Gemiddelde score Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer belemmeringen de senioren ervaren om de activiteiten van de seniorenverenigingen vaker bij te wonen. Senioren uit Moorslede geven met een score van 3,0, aan dat ze relatief weinig belemmeringen ervaren om activiteiten van verenigingen bij te wonen. Daarmee verschillen ze niet significant van de gemiddelde senior uit West-, en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Senioren uit Moorslede verschillen wel van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad. Die laatste geeft aan meer belemmeringen te ervaren om activiteiten bij te wonen van verenigingen. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Belemmeringen bijwonen activiteiten seniorenverenigingen' werd gemeten aan de hand van 13 items. Deze 13 items werden samengevoegd tot 2 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Senioren uit Moorslede ervaren net iets meer organisatiespecifieke belemmeringen (3,1) dan persoonsgebonden belemmeringen (3,0). Organisatie belemmeringen Persoonsgebonden belemmeringen specifieke Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit West- en inzake de belemmeringen voor het bijwonen van activiteiten. 115

117 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad ervaren senioren uit Moorslede iets minder organisatiespecifieke belemmeringen alsook iets minder persoonsgebonden belemmeringen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid ervaren senioren uit Moorslede enkel iets minder organisatiespecifieke belemmeringen. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. Organisatie belemmeringen specifieke Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 activiteiten spreken niet aan geen interesse sfeer spreekt niet aan/niet gezellig niet op de hoogte heb ik nooit gedaan activiteiten zijn vaak 's avonds Persoonsgebonden belemmeringen gezondheidsproblemen vervoersproblemen geen tijd zorg voor iemand niemand om mee samen te gaan te duur angst om op straat te komen Per subdimensie volgt hieronder de visuele voorstelling van de scores. 116

118 1. Organisatiespecifieke belemmeringen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- en merken we dat senioren uit Moorslede zich minder belemmerd voelen om een activiteit van een vereniging bij te wonen omwille van een tekort aan interesse of wegens de activiteit nog nooit gedaan te hebben. 117

119 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad ervaren senioren uit Moorslede significant minder belemmeringen voor al deze items. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid ervaren senioren uit Moorslede minder belemmeringen doordat de activiteiten niet zouden aanspreken, geen interesse in de activiteiten, sfeer spreekt niet aan/niet gezellig en het nooit gedaan hebben van de activiteit. De senioren uit Moorslede voelen zich, meer dan de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad, wel meer belemmerd om activiteiten bij te wonen omdat de activiteiten vaak s avonds zijn. 2. Persoonsgebonden belemmeringen In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- ervaren senioren uit Moorslede minder vervoersproblemen om activiteiten bij te wonen, maar ze ervaren wel meer problemen doordat ze niemand hebben om mee samen te gaan of hebben meer angst om op straat te komen. In vergelijking met de gemiddelde senior uit ervaren senioren uit Moorslede minder belemmeringen activiteiten bij te wonen door angst om op straat te komen, maar ervaren wel meer belemmeringen omdat ze niemand hebben om mee samen te gaan. 118

120 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad ervaren senioren uit Moorslede minder belemmeringen om activiteiten bij te wonen door al deze items. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid ervaren senioren uit Moorslede minder belemmeringen om activiteiten bij te wonen door gezondheidsproblemen en het zorgen voor iemand. Senioren uit Moorslede ervaren vooral belemmeringen om activiteiten bij te wonen wegens gezondheidsproblemen (4,0), activiteiten zijn vaak s avonds (3,4), activiteiten spreken niet aan (3,3), en geen interesse (3,2). Ze worden het minst belemmerd door activiteiten zijn te duur (2,3), activiteit nog nooit gedaan (2,4), zorgen voor iemand (2,6) en geen tijd (2,8). 119

121 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen 60 en 69 jaar voelen meer belemmeringen om activiteiten bij te wonen dan oudere senioren. Senioren die tenminste 80 jaar oud zijn voelen zich minder belemmerd dan de jongere senioren. Senioren tussen 60 en 69 jaar voelen zich meer dan de oudere senioren belemmerd om activiteiten bij te wonen doordat activiteiten niet aanspreken, geen interesse, sfeer spreekt niet aan/niet gezellig, niet op de hoogte, geen tijd en zorg voor iemand. Senioren die tenminste 80 jaar oud zijn ervaren minder dan de jongere senioren alle items als belemmeringen (met uitzondering van gezondheidsproblemen en vervoersproblemen ). Vrouwen ervaren activiteiten zijn vaak s avonds en angst om op straat te komen als grotere belemmeringen om activiteiten bij te wonen dan mannen. Het zorgen voor iemand is eerder een belemmering voor mannen dan voor vrouwen. Senioren met partner ervaren gezondheidsproblemen en vervoersproblemen minder als belemmering om activiteiten bij te wonen dan senioren zonder partner. 120

122 Senioren die minder dan 1000 euro per maand hebben ervaren minder dan senioren met een hoger inkomen, belemmeringen om activiteiten bij te wonen wegens activiteiten die niet aanspreken en geen tijd. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben ervaren minder vervoersproblemen om activiteiten bij te wonen dan senioren die een lager inkomen hebben. 121

123 BIJWONEN CULTURELE EVENEMENTEN De mate waarin ouderen culturele evenementen bijwonen, wordt gemeten aan de hand van vraag 73 (items 1 tem 4, 8 tem 12, 14 tem 15 en 18 tem 20). De vraag klinkt als volgt: Hoe vaak woont u onderstaande culturele evenementen bij?. De ouderen konden kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: nooit, één keer per jaar, meerdere keren per jaar, één keer per maand of meerdere keren per maand. Gemiddelde score Bijwonen evenementen culturele Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= Hoe hoger de score, hoe meer de senioren culturele evenementen bijwonen. Senioren uit Moorslede scoren hier 0,5 (op een maximum van 10), wat betekent dat ze heel weinig culturele evenementen bijwonen. Daarin verschillen ze evenwel niet van de gemiddelde senior uit West-,, een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad en een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. Welke items scoren het hoogst? De dimensie 'Bijwonen culturele evenementen' werd gemeten aan de hand van 14 items. Deze 14 items werden samengevoegd tot 3 subdimensies. Voor elk van deze subdimensies staat hieronder de score op 10. Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 theater muziek Kunst Op bovenstaande tabel merken we dat senioren uit Moorslede het vaakst theater (0,5) bijwonen, gevolg door muziek (0,5) en tenslotte kunst (0,4). Senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit West-. Senioren uit Moorslede gaan wel iets minder naar kunstvoorstellingen dan de gemiddelde senior uit. 122

124 In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad gaan senioren uit Moorslede iets minder vaak naar kunstvoorstellingen. Senioren uit Moorslede verschillen niet significant van de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid. In de volgende tabel wordt de score op 10 weergegeven voor alle items, gerangschikt per subdimensie. theater Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 klassiek theater hedendaags theater comedy cabaret muziek klassieke muziek folk/wereldmuziek kleinkunst vlaamse muziek jazz opera operette Kunst kunst met educatieve functie klassieke kunsten hedendaagse kunst

125 Op bovenstaande tabel en onderstaande figuur kunnen we aflezen dat senioren uit Moorslede het vaakst naar optredens van Vlaamse muziek (1,0), kleinkunst (0,6), comedy (0,6) en hedendaags theater (0,6) gaan. Ze gaan het minst naar jazz (0,2), opera (0,2), operette (0,3) en klassiek theater (0,3). Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren tussen 60 en 69 wonen meer culturele evenementen bij dan oudere senioren. Senioren tussen de 70 en 79 en senioren van tenminste 80 jaar wonen minder culturele evenementen bij dan de andere leeftijdscategorieën. Senioren tussen 60 en 69 wonen vaker dan de oudere senioren, klassiek theater, hedendaags theater, comedy, klassieke muziek, kleinkunst, kunst met educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst bij. Senioren tussen de 70 en 79 wonen minder vaak dan de andere leeftijdscategorieën klassiek theater, hedendaags theater en hedendaagse kunst bij. Senioren die tenminste 80 jaar oud zijn wonen minder vaak dan de jongere senioren hedendaags theater, comedy, klassieke muziek, folk/ wereldmuziek, kleinkunst, jazz, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst bij 124

126 Senioren met een partner gaan vaker naar voorstellingen omtrent kunst met educatieve functie dan senioren zonder partner. Senioren met kinderen gaan vaker naar voorstellingen omtrent kunst met educatieve functie dan senioren zonder kinderen. Senioren die minder dan 1000 euro en die tussen 1000 en 1499 euro per maand hebben, wonen minder culturele evenementen bij dan de andere leeftijdscategorieën. Senioren die meer dan 1500 euro per maand hebben wonen er meer bij dan diegene met een lager inkomen. Senioren met minder dan 1000 euro gaan minder dan diegene met een hoger inkomen naar cabaret, kleinkunst, Vlaamse muziek en hedendaagse kunst. Senioren die tussen 1000 en 1499 euro per maand hebben, gaan minder dan de andere categorieën naar klassiek theater, hedendaags theater, klassieke muziek, kleinkunst, jazz, kunst met een educatieve functie, klassieke kunsten en hedendaagse kunst. Senioren met meer dan 1500 euro per maand gaan vaker dan diegene met een lager inkomen naar klassiek theater, comedy, klassieke muziek, folk/wereldmuziek, kleinkunst, kunst met educatieve functie, klassieke kunsten, hedendaagse kunst. 125

127 Senioren die menen moeilijker rond te komen wonen minder evenementen bij rond kunst met een educatieve functie en hedendaagse kunst dan senioren die menen makkelijker rond te komen. 126

128 BELEIDSPARTICIPATIE Deze dimensie wordt gemeten door middel van de volgende vraag: Zou u kunnen aangeven hoe u vindt dat het feitelijk gesteld is met de invloed van ouderen met betrekking tot? (vraag 63). Vervolgens worden acht items weergegeven, bijvoorbeeld het gemeentebeleid, het beleid van thuiszorginstellingen, het OCMW-beleid, De respondenten konden kiezen uit vijf antwoordcategorieën: heel slecht, eerder slecht, noch slecht/noch goed, eerder goed of heel goed. Wanneer ouderen ervaren dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen kan dat een aanzet zijn om politiek geëngageerd te blijven/worden. Gemiddelde score Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse=2 Beleidsparticipatie Hoe hoger de score, hoe meer de senioren menen dat ze invloed hebben op beleidsdomeinen. Senioren uit Moorslede scoren hier 5,8 op deze schaal, wat betekent dat ze niet weinig maar ook niet veel invloed hebben op het beleid. Hierbij verschillen ze niet weinig van de gemiddelde senior uit West- en een gemeente die eenzelfde bevolkingsdichtheid heeft. In vergelijking met de gemiddelde senior uit en een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad geven senioren uit Moorslede aan meer invloed te hebben op het beleid. Welke items scoren het hoogst? het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen Gemeente Moorslede West- Vergrijzingsklasse=4 Dichtheidsklasse= het gemeentelijk beleid gemeentelijke raden het beleid van organisaties en instellingen in de gezondheidszorg het beleid van thuiszorginstellingen het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren de inrichting van hun wijk OCMW beleid Uit bovenstaande tabel en onderstaande figuur kan men aflezen dat senioren uit Moorslede menen het meest invloed uit te oefenen op het OCMW-beleid (6,3) en het beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren (6,3). Senioren uit Moorslede menen het minst invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen (5,3) en de gemeentelijke raden (5,5). 127

129 In vergelijking met de gemiddelde senior uit West- geven de senioren uit Moorslede aan meer invloed te hebben op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen en het OCMW-beleid. In vergelijking met de gemiddelde senior uit menen de senioren uit Moorslede meer invloed uit te oefenen op alle vormen van beleid die hier aangereikt worden met uitzondering van de inrichting van hun wijk waar geen significant verschil voor teruggevonden is. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde vergrijzingsgraad menen senioren uit Moorslede meer invloed te kunnen uitoefenen op alle items die hier worden aangereikt. In vergelijking met de gemiddelde senior uit een gemeente met eenzelfde bevolkingsdichtheid menen senioren uit Moorslede meer invloed te kunnen uitoefenen op het beleid van sociale huisvestingsmaatschappijen en het OCMW-beleid. 128

130 Welke kenmerken van de respondenten zorgen voor significante verschillen tussen senioren? Senioren zonder kinderen menen meer invloed te hebben op het beleid van thuiszorginstellingen, beleid van organisaties die activiteiten voor ouderen organiseren, de inrichting van de wijk en het OCMWbeleid dan senioren met kinderen. 129

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Menen. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Menen Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Anzegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Roeselare Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Veurne Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Diksmuide Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE Inhoudstafel Situering en methodologie... 5 Situering... 5 Methodologie... 5 Meten van behoeften... 6 Beschrijving van de steekproef...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Brugge Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 WOAS 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2011 WOAS 1 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies... 7 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2012 WOAS 1 Inhoudsopgave Situering... 4 Methodologie... 5 1. Dataverzameling... 5 2. Steekproef... 5 3. Meetmodel... 5 4. Schaalconstructies... 6 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg

Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg Rapport Lokaal behoefteonderzoek Resultaten van het ouderenbehoefteonderzoek ter ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid Dominique Verté Nico De Witte Liesbeth De Donder Tine Buffel Sarah Dury An-Sofie

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19 Ouderenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Ieper 2018 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving van

Nadere informatie

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Regionale analyse West-Vlaanderen 2015 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 6 1 Situering... 6 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 2.3 Meetmodel...

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Oostende 2014 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Inhoud. III. Zorgvraag 224 Inhoud Deel 3: Oplijsting van de zorgvraag... 225 Deel 3.1 Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1. Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1.1 Situering... 226 1.2 Dataverzamelingsmethode... 227 1.3 Ouderenbehoefteonderzoek

Nadere informatie

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore... 1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

Active Ageing. Actief ouder worden. KBO Wanroij. 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Active Ageing Actief ouder worden KBO Wanroij 14 november 2012 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel KBO Wanroij: actief ouder worden (1) 1. Aan het eind van deze eeuw worden mensen meer dan 125 jaar oud.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld

Groepskenmerken Aantal cliënten 103 Gemiddelde leeftijd 52 (Dit is gebaseerd op 42 cliënten) 56 Mannen, 47 Vrouwen en 0 niet ingevuld Verslag Kwaliteit van Leven vragenlijst Vertrouwelijk verslag In opdracht van Floww International Periode 23--202 tot en met 0-2-204 De gebruikte vragenlijst heeft in de kern de Nederlandse vertaling van

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN Januari 2010 Els Messelis & Gaby Jennes GEMEENTE:........................... PROVINCIE:........................... Inleiding en

Nadere informatie

Tevredenheidonderzoek

Tevredenheidonderzoek Tevredenheidonderzoek 2013-2014 Samenvatting van de conclusies - Ouders en leerlingen zijn tevreden over het, ze geven de school cijfers tussen de en de, - De beoordeling voor de sfeer op school is hoger

Nadere informatie

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld Samenvatting Eén op de acht volwassen Amsterdammers voelt zich ernstig. Dat is meer dan gemiddeld in Nederland. In vergelijking met voorgaande jaren voelen steeds meer

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 4 2.1 Geslacht... 4 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 5 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 6 3.1 De totale

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 2.1

Nadere informatie

SENIORENBELEID te VORSELAAR

SENIORENBELEID te VORSELAAR SENIORENBELEID te VORSELAAR Inleiding In het voorjaar 2015 werd het ouderenbehoefteonderzoek in Vorselaar afgerond. Bedoeling is dat de resultaten worden ontleed en als eindresultaat een seniorenbeleidsplan

Nadere informatie

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan

De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Loopbanen De competentieportfolio van de Vlaamse zelfstandige ondernemer: maatstaf voor de duurzaamheid van de ondernemersloopbaan Penne, K., & Bourdeaudhui, R. (2015). De competentieportfolio van de Vlaamse

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Doe mee! 3 maart 2011

Doe mee! 3 maart 2011 Over ouderen en maatschappelijke participatie 3 maart 2011 Dominique Verté, Sarah Dury, Liesbeth De Donder, Tine Buffel, Nico De Witte In samenwerking met 2 Inleiding 3 1. Inleiding Doel De mate en de

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007)

Resultaten bevraging sleutelpersonen V.W.O Zwevegem Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Kouter (2007) 1 Leefbaarheid en algemene resultaten Twee algemene scores voor leefbaarheid zijn voor handen: een op wijkniveau en een op

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein

Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein Rapportage project 1.3 Uitvoering publieke domein Rapportage Hier ligt het tussentijdse rapportage voor u van het project 1.3 uitvoering publieke domeinen uitgevoerd door studenten van de opleiding bestuurskunde

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

CONSUMER CONFIDENCE SCAN CONSUMER CONFIDENCE SCAN September 2014 Stephan Dijcks GfK 2014 Consumer Confidence Scan augustus 2014 1 Inhoud 1. Inzichten consumentenvertrouwen 2. Consumentenvertrouwen in beeld 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018 In november en december 2017 ontvingen 12.000 inwoners van Maastricht van zes jaar en ouder een lijst met vragen over cultuurbeoefening,

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn Oktober 2015 2 Management Summary Inleiding Ongeveer een jaar geleden heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn besloten om de winkels in haar gemeente

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd

Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd Rapportage Medewerkersonderzoek 2013 de DCW medewerkers gedetacheerd 0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Samenvatting 3 Resultaten 6 Respons Over de respondenten Rapportcijfer Werkbeleving 10 Leidinggeven(den)

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007)

Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) Inleiding Resultaten bevraging sleutelpersonen Vergelijkend wijkenonderzoek Zwevegem (2007) 1 2 Inleiding Het verwerven van een inzicht in de leefomgeving van de burgers vraagt meer dan een kwantitatieve

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013

Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Eerste, tweede, derde en vierde kwartaal 2013 Bioscoopbezoekers bekeken Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per leeftijdscategorie Bereik, bezoekfrequentie en marktaandeel per stedelijkheid v/d woongemeente

Nadere informatie

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Vergrijzing aan de kust 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Beleidsinstrument => kwaliteit en inplanting van ouderenwoningen te optimaliseren Ontwikkeld door Stad en

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Interactief bestuur. Omnibus 2017 Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks

Nadere informatie

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten

Cliëntervaringen in beeld. Herbergier Oldeberkoop. Rapportage kwaliteitstoetsing. Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten Cliëntervaringen in beeld Herbergier Oldeberkoop Rapportage kwaliteitstoetsing Drs. M. Cardol Dr. C.P. van Linschoten oktober 2018 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Beperkingen Gezondheidsenquête, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

Opleidingsniveau Basisschool 46 VMBO 26 Havo / VWO 77 MBO 170 HBO / WO 343 Wil ik niet beantwoorden 7 Niet van toepassing 6 Missende waardes 128

Opleidingsniveau Basisschool 46 VMBO 26 Havo / VWO 77 MBO 170 HBO / WO 343 Wil ik niet beantwoorden 7 Niet van toepassing 6 Missende waardes 128 Onderzoeksbureau Groepsverslag stress REM vragenlijsten maart 2016 In opdracht van Robert Erdbrink Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress-Reductie Effect Meting) meet de begrippen:

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016

Participatie en gezondheid. Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Participatie en gezondheid Resultaten uit de Gezondheidsenquête 2016 Gezondheidsenquête Haaglanden 2016 Participatie en gezondheid 1 December 2017 Inhoudsopgave Kernpunten... 3 Inleiding... 4 Eenzaamheid...

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie