Tewerkstelling realiseren voor jongeren in het deeltijds onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tewerkstelling realiseren voor jongeren in het deeltijds onderwijs"

Transcriptie

1 IMPULS, 39e JG., NR. 1, JULI-SEPTEMBER 2008, 3-9 Tewerkstelling realiseren voor jongeren in het deeltijds onderwijs Katleen De Rick Roselien Leens Werkervaring in het deeltijds beroepsonderwijs Met de wet van 29 juni 1983 werd de leerplicht in België opgetrokken van 14 tot 18 jaar. Hiermee wou de wetgever, tijdens een periode van grote werkloosheid, de weerbaarheid van de jongeren in hun persoonlijk en maatschappelijk leven verhogen. Omdat men besefte dat voltijds onderwijs tot 18 jaar niet voor elke jongere de geschikte weg naar een kwalificatie zou zijn, gaf men jongeren de mogelijkheid om vanaf hun vijftiende of zestiende deeltijds beroepsonderwijs te volgen. Vanaf het ontstaan van het deeltijds beroepsonderwijs ging men ervan uit dat de deeltijdse opleiding gecombineerd zou worden met werkervaring (bij voorkeur werkervaring die inhoudelijk aansluit op de opleiding). Maar de werkervaringscomponent was tot nu toe geen integraal deel van de opleiding: jongeren waren enkel verplicht om twee dagen per week les te volgen, de werkervaring zelf was niet verplicht. Met het nieuwe decreet betreffende het stelsel van leren en werken verandert die situatie: jongeren in het deeltijds onderwijs moeten een engagement aangaan van 28 uur per week (in plaats van 15 uur), waarbij deze uren idealiter verdeeld worden over een leercomponent en een werkcomponent. Dat betekent dat de Centra voor Deeltijds Onderwijs nog meer dan vroeger inspanningen zullen moeten leveren om ervoor te zorgen dat elke jongere uiteindelijk de opleiding combineert met werk. De cijfers tonen aan dat dat niet evident is: bij slechts 55% van de jongeren in het deeltijds onderwijs is de werkcomponent ingevuld (Creten e.a., 2004). Opvallend is dat de tewerkstellingsgraad in sommige Centra voor Deeltijds Onderwijs veel hoger is dan in andere: er zijn centra die een tewerkstellingsgraad van slechts 5% hebben, terwijl andere centra ruimschoots 80% tewerkstelling realiseren (gegevens van de Dienst Beroepsopleiding). Hierbij moeten we wel opmerken dat het hier enkel over reguliere tewerkstelling gaat. Leerlingen die een voltijds engagement aangaan onder een andere vorm dan reguliere tewerkstelling (bijvoorbeeld jongeren in een voortraject of brugproject dat hen voorbereidt op reguliere tewerkstelling), zijn niet opgenomen in deze cijfers. Eerder onderzoek naar de factoren die een verklaring bieden voor (het gebrek aan) invulling van de werkcomponent spitste zich voornamelijk toe op de leerlingen (zie onder meer Creten e.a., 2004). Hieruit blijkt dat veel leerlingen in het deeltijds onderwijs onvoldoende gemotiveerd zijn om te werken en dat hun arbeidsvaardigheden en -attitudes onvoldoende ontwikkeld zijn. Maar ook sociodemografische kenmerken zijn gerelateerd aan de niet-invulling van de werkcomponent: jongeren van allochtone herkomst zijn bijvoorbeeld minder vaak aan het werk dan autochtone jongeren. 3

2 4 Ook onderzoek waarbij de kant van de werkgevers bekeken wordt, is beschikbaar (De Rick, 2006). Het is zeker niet evident dat werkgevers zich engageren om een jongere uit het deeltijds onderwijs tewerk te stellen en op te leiden: de investering is zeer groot en de kans op rendement laag. Ook de organisatorische en administratieve context is niet bepaald bevorderlijk, onder meer door de ondoorzichtigheid van onder meer de tewerkstellingscontracten in het systeem. In deze bijdrage bundelen we de resultaten van een onderzoek in opdracht van het Departement Onderwijs naar de factoren op het niveau van de Centra voor Deeltijds Onderwijs die bepalen of de werkervaringscomponent wordt ingevuld (De Rick & Leens, 2008). Deze factoren werden nog niet eerder grondig in kaart gebracht. We bestudeerden de bevorderende en belemmerende factoren en gingen na op welke manier de Centra voor Deeltijds Onderwijs zelf een bevorderende omgeving creëren en hoe ze belemmerende factoren proberen weg te werken. Hiervoor namen we diepte-interviews af van sleutelfiguren uit 25 van de 47 Centra voor Deeltijds Onderwijs in Vlaanderen. Strategieën van de Centra voor Deeltijds Onderwijs Bij het begin van het onderzoek werd verondersteld dat drie factoren een rol zouden spelen: de manier waarop een centrum omgaat met de moeilijke kenmerken van de leerlingen; de manier waarop een centrum werkgevers aantrekt en de werkervaringsplaatsen behoudt; de organisatorische context. Uit het onderzoek blijkt dat elk centrum acties onderneemt met betrekking tot elk van deze drie factoren met het oog op de tewerkstelling van leerlingen, maar ze doen dat met een verschillende intensiteit. De centra die erin slagen voor een meer dan gemiddeld aandeel van hun leerlingen werkervaring te realiseren, passen meerdere van de cruciale acties toe en doen dat met een grotere ernst en intensiteit. Ook duidelijk is dat hieraan een zeer expliciete gerichtheid op werk ten grondslag ligt. Ze vertrekken van een visie waarin voltijds engagement, bij voorkeur een reguliere tewerkstelling, het streefdoel is voor zoveel mogelijk leerlingen. Anders gezegd: aan de oppervlakte bekeken ondernemen de verschillende Centra voor Deeltijds Onderwijs grotendeels dezelfde acties, het is pas wanneer men in de diepte gaat kijken, dat cruciale verschillen blootgelegd worden. We zagen eveneens dat in een aantal centra de verklaring voor het lage tewerkstellingspercentage te snel gezocht wordt in omgevingsfactoren en/of dat men er te snel van uitgaat dat deze omgevingsfactoren niet te beïnvloeden zijn of dat er geen adequate strategieën zijn waarmee men de nadelige invloed van de omgeving kan afzwakken of zelfs kan wegwerken. Er zijn centra die, ondanks een gegeven moeilijke situatie (zoals oververtegenwoordiging van jongeren van allochtone herkomst of inbedding in een regio met weinig werkgelegenheid), er toch in slagen om voor een meer dan gemiddeld tot zelfs zeer groot aandeel van hun leerlingen werkervaring te realiseren. We kunnen dus aan de drie hierboven genoemde factoren een essentiële vierde toevoegen: de visie op het deeltijds leren en werken waarin een voltijds engagement centraal staat. We bespreken in de volgende paragrafen elk van deze vier factoren. We geven aan welke acties de centra ondernemen en welke knelpunten zich daarbij voordoen. Bij de factoren die betrekking hebben op de leerlingen, de samenwerking met de werkgevers en de organisatie van het deeltijds onderwijs, geven we ook de mening weer van de werkgevers over die factoren, zoals die tot uiting kwam in een ander onderzoek over werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse systemen (De Rick, 2006). Een visie waarin deeltijds onderwijs centraal staat De analyse van de interviewgegevens toonde duidelijk aan dat Centra voor Deeltijds Onderwijs nogal kunnen verschillen in hun visie op de mate waarin leerlingen in het deeltijds onderwijs daadwerkelijk een voltijds engagement moeten aangaan. De visie van een centrum op voltijds engagement blijkt cruciaal te zijn voor de acties die een centrum onderneemt om de invulling van de werkervaringscomponent voor de jongeren te realiseren. Het is niet gemakkelijk om voor elke leerling de invulling van de werkervaringscomponent te realiseren. Toch moet een voltijds engagement voor elke jongere een streefdoel zijn. Alle centra die erin slagen de werkervaringscomponent meer dan gemiddeld in te vullen,

3 stellen dit doel zeer centraal. Bovendien is het zeer belangrijk dat de visie op voltijds engagement door alle betrokkenen in het centrum gedeeld wordt: zowel de leerkrachten, de tewerkstellingscoördinatoren, de coördinator als de hoofdschool dienen deze visie te ondersteunen. In de centra waar men een meer dan gemiddeld aandeel van de jongeren in (alternerende) tewerkstelling heeft kunnen plaatsen, is men erin geslaagd om met alle personeelsleden een hecht team te vormen dat erop gericht is om voor zoveel mogelijk leerlingen een voltijds engagement (bij voorkeur met reguliere tewerkstelling) te realiseren. Deze visie dient men ook expliciet uit te dragen naar de jongeren en hun ouders. Zo moet men al vanaf het moment van inschrijving de leerlingen duidelijk maken dat men veel belang hecht aan het voltijdse engagement. Dit kan bijvoorbeeld door de leerlingen en ouders te vragen een engagementsverklaring te ondertekenen, waarmee men aantoont dat men het voltijdse engagement belangrijk vindt. Uit de onderzoeksgegevens kunnen we concluderen dat een aantal centra al duidelijk communiceren naar de leerlingen en ouders dat deeltijds thuis zitten niet aan de orde is in het centrum en dat er van de leerlingen verwacht wordt dat zij een voltijdse invulling hebben. Ze stellen dit voor als een verplichting, hoewel deze er feitelijk niet is. Maar de boodschap die men aan deze jongeren meegeeft inzake het voltijdse engagement, is zeer belangrijk. Uit de interviews blijkt dat de overgrote meerderheid van de centra gewonnen is voor een wettelijk verplicht voltijds engagement voor de jongeren in het deeltijds onderwijs. De centra geven wel aan dat er altijd jongeren zullen zijn voor wie tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt niet onmiddellijk haalbaar is. Daarom pleiten ze voor een voltijds engagement dat op verschillende manieren gerealiseerd kan worden. Naast reguliere tewerkstelling kunnen de leerlingen ook een voltijds engagement realiseren door te participeren in een voortraject of brugproject of door de deeltijdse opleiding te combineren met een sportopleiding. Omgaan met de moeilijke kenmerken van de leerlingen Het is algemeen bekend dat in het deeltijds onderwijs de groep leerlingen met moeilijke kenmerken oververtegenwoordigd is. Deze kenmerken maken dat leerlingen niet zo gemakkelijk aan een werkervaringsplaats geraken. Deze kenmerken zijn echter niet allesbepalend als het op werkervaring aankomt. Er zijn centra waarin leerlingen met deze moeilijke kenmerken oververtegenwoordigd zijn, die er toch in slagen een groot aandeel van hun leerlingen aan het werk te krijgen. Men moet er dus op een actieve en gepaste manier mee omgaan. Een laag initieel competentie- en scholingsniveau is bijvoorbeeld een belangrijk kenmerk dat de tewerkstelling van de leerling kan bemoeilijken. Hierin schuilt het risico dat leerkrachten en begeleiders dit lage scholingsniveau als onveranderbaar gaan beschouwen. We stellen vast dat de centra met hoge tewerkstellingspercentages blijven geloven in het kunnen van de leerlingen en daarom ook hoge eisen durven te stellen. Men moet trachten een goed evenwicht te vinden tussen de situatie van de jongere, rekening houdend met zijn behoeften en wensen, en het streven naar voltijds engagement. Ook de geringe motivatie van de jongeren is een vaak voorkomend probleem. Bij een motivatieprobleem ondernemen de centra verschillende acties. In de eerste plaats peilt men bij de inschrijving al naar de motivatie van de leerlingen. Indien deze zeer laag is, probeert men de leerling andere alternatieven aan te bieden waarvoor hij of zij wel gemotiveerd is. Er zijn ook centra die inspanningen doen om de oriëntatie naar het deeltijds onderwijs te verbeteren door de voltijdse scholen te sensibiliseren voor de oriëntatieproblematiek. Aandachtspunten zijn hierbij de redenen waarom jongeren worden doorverwezen naar het deeltijds onderwijs en het moment waarop de doorverwijzing gebeurt (hoe verder in het schooljaar de jongere in het deeltijds onderwijs terechtkomt, hoe moeilijker). Als heroriëntatie niet mogelijk, niet zinvol of niet nodig is, probeert men in het centrum de leerlingen zo goed mogelijk te oriënteren naar een bepaalde opleiding zodat deze zo goed mogelijk aansluit bij de competenties van de jongeren en zodat deze keuze zo bewust mogelijk gebeurt. Ook kijkt men of de jongere al dan niet klaar is om op de reguliere arbeidsmarkt terecht te komen of toch eerder behoefte heeft aan een brugproject of voortraject. Bijzondere aandacht dient besteed te worden aan het feit dat jongeren ook gedemotiveerd kunnen worden door factoren die buiten de invloed van het centrum liggen (bijvoorbeeld dat 5

4 6 een werkgever niet gemakkelijk te bereiken is, dat de ene job financieel voordeliger is dan de andere, dat niet werken soms financieel voordeliger kan zijn dan wel werken). Maar ook hier zien we dat centra er verschillend mee omgaan: sommige centra leggen zich erbij neer en aanvaarden dat een jongere om oneigenlijke redenen een bepaalde job niet aanneemt, andere centra stellen dat de jongere zich erover moet kunnen zetten en met moeilijkheden moet leren omgaan. Verschillende centra spelen ook in op het feit dat de jongeren in het deeltijds onderwijs vaak geen of weinig ondersteuning krijgen van hun ouders. Ze ondernemen doelgerichte acties om de ouders te betrekken bij de opleiding van de jongeren. Zo organiseren ze ouderavonden en recreatieve avonden, ook hebben ze op de cruciale momenten zoals de inschrijving en het uitdelen van de rapporten contact met de ouders. Het verschil tussen centra waar de werkervaring meer dan gemiddeld gerealiseerd wordt en centra waar de invulling van de werkcomponent minder goed loopt, is onder meer hier terug te vinden, meer bepaald in de intensiteit van de inspanningen om de ouders te betrekken. Daarnaast zijn er nog kenmerken die tewerkstelling bemoeilijken maar waar de Centra voor Deeltijds Onderwijs zelf weinig impact op hebben. Een leerling kan bijvoorbeeld te jong zijn om al te gaan werken, of de problemen waarmee een jongere te kampen heeft, kunnen te complex zijn. In dergelijke gevallen is het meestal de meest aangewezen strategie de jongere op een goede manier te heroriënteren of door te verwijzen naar andere opvangmogelijkheden. Dat veronderstelt natuurlijk ook dat de manier waarop leerlingen nu in het deeltijds onderwijs doorverwezen of geheroriënteerd worden, kritisch bekeken moet worden door doorverwijzende instanties (voltijdse scholen, scholen voor buitengewoon onderwijs, Centra voor Leerlingenbegeleiding). Het is belangrijk dat zij het deeltijds onderwijs kennen (Waarvoor is het deeltijds onderwijs bedoeld? Hoe werkt men er? Wie komt in aanmerking voor het deeltijds onderwijs?) zodat de oriëntatie naar het deeltijds onderwijs goed verloopt. Hiervoor zijn nog inspanningen nodig. Hoe de werkgevers denken over de leerlingen In verschillende sectoren (zowel binnen de profitsector als binnen de socialprofitsector) vindt men dat het competentieniveau van de leerlingen te laag is. Dat geldt vooral voor sectoren waarin de technologie sterk geëvolueerd is of waarin technologie een veel belangrijkere plaats inneemt dan vroeger (bijvoorbeeld in garages) en in sectoren waar het opleidingsniveau van het personeel gemiddeld hoog is (bijvoorbeeld in de verzorgingssector). Maar ook elders (horeca, kappers) wordt het probleem van een te laag competentieniveau gesignaleerd. Naast de beroepscompetenties worden attitudes erg belangrijk geacht door werkgevers en ook op dat vlak ervaart men in alle sectoren problemen. De lage motivatie ervaart men als zeer nadelig. Het gaat dan zowel om de motivatie om te leren en te werken, als om te doen wat vereist is om werkervaring te verwerven. Werkgevers merkten meer dan eens op dat de jongeren de afstand (met andere woorden: de reistijd) tussen de woonplaats en het werk snel te groot vinden. De werkgevers zijn er zich anderzijds ook wel van bewust dat de bereikbaarheid van de werkplaats ook een reëel probleem kan zijn, zeker wanneer de werkgever niet of zeer moeilijk met het openbaar vervoer te bereiken is. Veel werkgevers geven aan dat onvoldoende arbeidsrijpheid, onvoldoende motivatie en het niet beschikken over de nodige basiscompetenties en -attitudes belangrijke redenen zijn voor het mislukken van werkervaring. Zij verwachten dat elke werkervaring goed voorbereid wordt, door te werken aan arbeidsrijpheid en attitudes. Deze twee aspecten zijn volgens de werkgevers veel meer dan de beroepscompetenties bepalend voor het wel of niet slagen van de werkervaring. De werkgevers weten wel dat er in de deeltijdse leersystemen zeker aan gewerkt wordt, maar de intensiteit en de kwaliteit op het vlak van de begeleiding zouden volgens hen zeker nog kunnen toenemen. Een moeilijkheid die men ervaart, is dat de lat minder hoog gelegd wordt dan binnen de bedrijven. Een ander aandachtspunt met betrekking tot de jongere is dat de jongeren hun eigen capaciteiten en competenties te hoog inschatten en verwachten dat ze vrij snel complexe taken zullen mogen uitvoeren. De werkgevers zijn er zich van bewust dat er fundamentele problemen achter schuil gaan: het deeltijds onderwijs is nog altijd de laatste schakel in het watervalsysteem waar velen, zowel binnen als buiten het onderwijs, op neerkijken. Opbouwen van een netwerk van werkgevers Het zoeken en vinden en vooral behouden van werkervaringsplaatsen is een item waar de Centra voor Deeltijds Onderwijs veel aandacht aan moeten besteden wanneer ze voor zoveel mogelijk leerlingen een werkervaring willen realiseren. We konden echter vaststellen dat een groot deel van de centra op dit vlak geen echte

5 strategie ontwikkeld heeft. De acties die men onderneemt om tewerkstellingsplaatsen te zoeken voor de jongeren, zijn maar zelden gebaseerd op een doordachte strategie waarvan men weet dat ze bijdraagt tot de realisatie van de werkervaring. Er zijn ook centra die hun arbeidsmarktgerichte acties weinig kritisch bekijken waardoor ze deze ook zelden bijstellen. Een andere belemmerende factor is dat men in de centra vaak nog te weinig inzicht heeft in wat de werkgevers motiveert om de jongeren op te leiden of wat voor de werkgevers de grootste belasting veroorzaakt. Daardoor kan men er ook te weinig op inspelen. Maar ook wanneer men wel een goed zicht heeft op de rationale van de werkgevers, slaagt men er zeker niet altijd in om op de gepaste manier in te spelen op de motieven en behoeften van werkgevers. Al te vaak neemt men een gelaten houding aan en gaat men ervan uit dat de mensen in de Centra voor Deeltijds Onderwijs weinig kunnen doen. Ook doet men te weinig een beroep op de arbeidsmarktactoren zoals VDAB en Resoc. Deze actoren kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de regionale context en in de wensen en behoeften van de werkgevers, in de kenmerken waaraan een arbeidsmarktgerichte opleiding moet voldoen, in het bij elkaar brengen van jongeren en werkgevers, in trajectbegeleiding en dergelijke meer. Ook merken we dat de centra nog maar weinig vertrouwd zijn met de non-profitsector en dat ze moeilijkheden ondervinden om leerlingen daar tewerk te stellen. Investeren in de contacten met werkgevers is van belang op korte termijn (i.c. om voor een bepaalde jongere een werkervaringsplaats te vinden), maar ook op lange termijn. Wanneer men erin slaagt de goede strategieën aan te wenden om werkervaringsplaatsen te vinden en te behouden, is de kans groter dat men na een aantal jaar een solide netwerk heeft van werkgevers en dat het centrum ook zelf gecontacteerd wordt door werkgevers die bereid zijn om een jongere op te leiden. Succesvolle ervaringen leiden tot engagementen van langere duur en tot nieuwe engagementen. Dat de tewerkstellingsbegeleiding vaak niet optimaal verloopt, heeft er onder meer mee te maken dat de functie voor tewerkstellingsbegeleider onvoldoende is uitgewerkt. De opdracht van de tewerkstellingsbegeleider is niet goed omschreven, noch de competenties of ervaringen waarover een tewerkstellingsbegeleider zou moeten beschikken. De centra beklemtonen zelf de behoefte aan ontwikkeling van de expertise op het vlak van tewerkstellingsbegeleiding. Zo zou de kennis van de arbeidsmarkt zelf bij de tewerkstellingsverantwoordelijken moeten verbeteren en zou de informatie over de sociale wetgeving toegankelijker moeten zijn. Wat de werkgevers ons leren over het vinden en behouden van werkervaringsplaatsen Vele werkgevers zijn niet vertrouwd met de deeltijdse leersystemen. Dat de regels en procedures weinig doorzichtig zijn, maakt dat van de werkgever een behoorlijke inspanning gevraagd wordt om het systeem te leren kennen. Werkgevers die geen leerlingen opleiden, hebben daar niet altijd grondige argumenten voor. Ze hebben zelf nooit spontaan de mogelijkheid overwogen om jongeren uit de deeltijdse leersystemen op te leiden en werden niet gecontacteerd. Daarnaast zijn er ook werkgevers die werkervaringsplaatsen aanbieden maar geen respons krijgen. Men krijgt daaromtrent weinig feedback van de centra die op zoek zijn naar werkervaringsplaatsen. Een van de vereisten om werkervaringsplaatsen op een goede manier te kunnen invullen is dat de begeleiders in de deeltijdse leersystemen en de werkgevers elkaar kennen. Vooral de socialprofitsector blijkt zeer weinig gekend te zijn. Men heeft de indruk dat de deeltijdse leersystemen vaak denken dat een sector uniform is, terwijl ook binnen sectoren de diversiteit groot kan zijn. In een bedrijf worden meestal maar een of twee leerlingen tegelijkertijd opgeleid, maar het is toch niet uitzonderlijk dat er meerdere leerlingen aan de slag zijn. Meestal zijn er meer leerlingen in dienst wanneer het bedrijf groter is. In grotere bedrijven is er met andere woorden een groter potentieel aan werkervaringsplaatsen. Dat potentieel aan arbeidsplaatsen (zowel in kleine als in grote bedrijven) wordt zeker niet volledig benut. Werkgevers kunnen verschillende motieven hebben om werkervaring te bieden aan leerlingen. De kans op rekrutering blijkt voor veel werkgevers zeer belangrijk te zijn, zeker wanneer men moeite heeft om gekwalificeerde werknemers te vinden. Werkervaring geven aan leerlingen is een manier om de potentiële toekomstige werknemer te leren kennen (de opleidingsperiode is een soort observatieperiode) en om de kennis en vaardigheden af te stemmen op de behoeften van het bedrijf. Ook de bijdrage die de leerlingen leveren aan de productie, is belangrijk. 7

6 8 Werkgevers geven te kennen dat dat niet het eerste motief is, maar indien de leerling over de hele opleiding bekeken minder opbrengt dan hij kost (de investering in de begeleiding wordt meestal niet meegerekend), is dat wel nadelig voor de werkgever en dat kan een reden zijn om geen werkervaring meer te bieden. Andere motieven die ook voorkomen, is dat men een maatschappelijke plicht vervult (zeker in de socialprofitsector) of iemand een dienst kan bewijzen. Opdat de doelen van de werkgever gerealiseerd worden, is het belangrijk dat men de kwaliteit van de opleiding goed bewaakt en dat men in de mate van het mogelijke rekening houdt met de behoeften van de werkgevers. De voornaamste reden waarom werkgevers stoppen met het bieden van werkervaring aan leerlingen uit de deeltijdse leersystemen, is dat ze zeer slechte ervaringen hebben met de leerling. Het is dus belangrijk dat CDO s de werkervaring goed opvolgen om problemen te voorkomen of op te lossen. Dat vraagt tijd, maar in de praktijk zien we dat ruim één op de tien werkgevers zegt dat het contact met de begeleider van de leerling hoogstens één uur per schooljaar bedraagt en bij vier op de tien werkgevers is dat meer dan één, maar niet meer dan vier uur. Bij de overige helft van de werkgevers is het contact ruimer, maar het is maar bij één op de tien dat het aantal contacturen per schooljaar hoger is dan vijftien. Bij één op de drie werkgevers is er geen sprake van een opleidingsplan dat opgesteld werd in overleg met het deeltijdse leersysteem. De kans op slechte ervaringen is zeer reëel gezien het lage competentieniveau van de jongeren en het gebrek aan de gepaste attitudes. Werkgevers pleiten voor een grondige screening van de jongere alvorens men met de werkervaring begint en vragen dat men een correct beeld geeft van de jongere. Enkel dan kunnen ze inschatten wat de begeleiding van de jongere in de praktijk zal betekenen. Dat de tijdsinvestering veel groter blijkt te zijn dan verwacht, is ook een reden om geen werkervaring meer te bieden. Tegelijk zijn de werkgevers er zich van bewust dat de begeleiders van de leerlingen voor een moeilijke opdracht staan. Men weet ook dat de centra onder druk staan om zoveel mogelijk leerlingen aan het werk te helpen en dat ze afhankelijk zijn van subsidies. Maar het wordt zeker niet geapprecieerd dat sommige begeleiders daardoor het opleiden van jongeren rooskleuriger voorstellen dan het is of dat ze geen realistisch beeld geven van de jongere. Zorgen voor positieve werkervaringen is cruciaal omdat een negatieve ervaring niet enkel leidt tot het stopzetten van de werkervaring van de leerling met wie men problemen heeft, maar tot het stoppen met het bieden van werkervaring in het algemeen. Het onderzoek bij de werkgevers geeft ook aan dat er bijzondere aandacht nodig is voor de situatie van allochtone jongeren. Sommige werkgevers willen geen allochtone jongeren in hun onderneming, hetzij omdat ze er zelf voor kiezen, hetzij omdat ze vrezen dat klanten of de andere werknemers de allochtone jongeren niet zullen aanvaarden. Aan de andere kant zijn er ook werkgevers die hun diversiteitsbeleid in de praktijk brengen door allochtone jongeren werkervaring te bieden. Een opvallend gegeven is dat veel werkgevers geen flauw idee hebben van wat de jongere in het centrum leert, op welke manier er gewerkt wordt, wat men daar van de jongere verwacht. Men heeft ook geen idee of de inhoud van de opleiding besproken kan worden, noch of men invloed zou kunnen hebben op de opleiding. Bevorderende organisatorische context De organisatorische context waarin het Centrum voor Deeltijds Onderwijs zich bevindt, speelt ook een belangrijke rol. Alleen hebben niet alle centra in dezelfde mate de mogelijkheid om de organisatorische context zo bevorderend mogelijk te maken. Maar het is ook niet zo dat alle centra waarvan de organisatorische context bevorderende eigenschappen heeft, er ook in slagen om voor veel leerlingen werkervaring te realiseren. Centra die een eigen identiteit kunnen ontwikkelen en een eigen visie op alternerend leren en werken uitwerken, een eigen personeelsbeleid kunnen voeren en zelf kunnen beslissen welke opleidingen ze inrichten, zijn bevoordeeld ten aanzien van centra die dit niet of in mindere mate kunnen. Dit zijn vaak de centra die van hun hoofdschool een grote beslissingsvrijheid krijgen, op een andere locatie gevestigd zijn en dus ook over een eigen infrastructuur beschikken. De mogelijkheid om in te spelen op de regionale context is ook voor een stuk afhankelijk van de grootte van het centrum. Grote centra kunnen van het schaalvoordeel profiteren en kunnen sneller inspelen op de vraag van de arbeidsmarkt om nieuwe opleidingen op te starten. Ook kunnen ze meer flexibiliteit in de werkervaring van de jongere inbouwen. Bijvoorbeeld: wanneer men twee klassen automechanica heeft, kan een leerling die bepaalde les op twee verschillende momenten volgen en men kan dan afhankelijk van de arbeidsuren de jongeren op een van de momenten les laten

7 volgen; wanneer men maar één klas automechanica heeft, kan men daarin niet kiezen. De schaalgrootte heeft ook een invloed op de wijze waarop men het personeel kan inzetten en op de kansen die men het personeel kan geven om expertise te ontwikkelen. In kleine centra kunnen leerkrachten vaak niet vervangen worden wanneer ze op bijscholing zouden gaan. Hoe de werkgevers denken over de organisatie van het deeltijds onderwijs Deskundigen die betrokken zijn bij het creëren van werkervaringsplaatsen en het ondersteunen van werkgevers hierin, signaleren dat binnen de deeltijdse leersystemen de expertise op het vlak van netwerken veel meer ontwikkeld dient te worden. Het ontwikkelen van een netwerk van werkgevers is een vaardigheid en vraagt een behoorlijke tijdsinvestering. Professionalisering op dit vlak is zeker nodig. Werkgevers beschouwen het doorgaans als een troef wanneer de begeleiders uit de deeltijdse systemen de wereld van de bedrijven goed kennen, bijvoorbeeld omdat ze er zelf gewerkt hebben. Men is er zich in elk geval van bewust dat er grenzen zijn aan de tijd die men binnen de deeltijdse leersystemen kan besteden aan de contacten met de werkgevers. Men weet dat ze minder personeel en middelen ter beschikking hebben dan wenselijk. Daarnaast vinden de werkgevers ook dat het een troef is dat in de deeltijdse leersystemen de opleiding in het centrum en de opleiding in het bedrijf op elkaar afgestemd kunnen worden. In de praktijk wordt deze afstemming zeker niet altijd gerealiseerd. Er zijn werkgevers die vinden dat de afstemming van de opleiding en de werkervaring voldoende is, maar anderen vinden dat de inhoud van de opleiding niet (meer) aansluit bij de realiteit op de werkvloer. De werkgevers schatten de mogelijkheid om het opleidingsaanbod en de individuele opleidingen beter af te stemmen op de behoeften van de werkgevers eerder negatief in. Ze weten dat het voor veel centra gewoon onbetaalbaar is om de nieuwste materialen, machines e.d. aan te schaffen. De werkgevers verwachten dan ook niet dat de centra hier alleen voor instaan, maar wel dat ze ondersteund worden door de sectoren en dat er samengewerkt wordt met andere opleidingsverstrekkers (zoals de VDAB). Tot slot De onderzoeksgegevens maken duidelijk dat een Centrum voor Deeltijds Onderwijs de spil in een netwerk moet zijn om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen werkervaring kunnen opdoen. Aan de ene kant richten de centra zich op de leerlingen zelf en aan de andere kant op de werkgevers, en uiteindelijk dienen de leerlingen en de werkgevers op een goede manier aan elkaar gekoppeld te worden. Het ene centrum slaagt daar beter in dan het andere. Een belangrijke factor hierin is de visie die het centrum heeft op de realisatie van werkervaring voor jongeren in het deeltijds onderwijs. Maar naast deze triade (centrum-leerling-werkgever) zijn er nog andere sleutelfiguren. Ook de ouders, de andere actoren binnen het onderwijs (in de eerste plaats het voltijds secundair onderwijs, maar ook het CLB), de overheid en de werkgevers moeten hieraan meewerken. Elk van deze actoren kan een aantal belemmeringen wegwerken waardoor het tewerkstellen van de jongeren gemakkelijker en succesvoller zal zijn (voor concrete aanbevelingen voor overheid en werkgevers, zie De Rick, 2006 en De Rick, 2008). Literatuur Katleen De Rick en Roselien Leens HIVA (K.U.Leuven) Parkstraat 47 bus Leuven CRETEN, H., VAN DE VELDE, V., VAN DAM- ME, J.,& VERHAEST, D. (2004). De transitie van het initieel beroepsonderwijs naar de arbeidsmarkt met speciale aandacht voor de onderwijsverlaters. Leuven: HIVA. DE RICK, K. (2006). Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers. Leuven: HIVA. DE RICK, K. (2008). Werken aan een voltijdse invulling in het deeltijds onderwijs. De Gids op Maatschappelijk Gebied, mei, DE RICK, K., & LEENS, R. (2008). Een voltijds engagement in het deeltijds onderwijs. Strategieën van de centra voor deeltijds onderwijs. Leuven: HIVA. 9

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers Auteur(s): Katleen De Rick 1 Abstract De aanleiding voor dit onderzoek was een ervaren tekort aan werkervaringsplaatsen

Nadere informatie

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers Synthese, conclusies en aanbevelingen Katleen De Rick Een onderzoek

Nadere informatie

Alternerend leren, volwaardig leren? Een overzicht van aanbevolen maatregelen

Alternerend leren, volwaardig leren? Een overzicht van aanbevolen maatregelen Alternerend leren, volwaardig leren? Een overzicht van aanbevolen maatregelen In Vlaanderen zijn er drie systemen waarin leerplichtige jongeren leren kunnen combineren met werk: de leertijd, het deeltijds

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Bedrijfseconomisch Deskundige (m/v) Doelstelling van de functie Als bedrijfseconomisch deskundige geeft u mee dagelijkse leiding

Nadere informatie

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN

DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN DUAAL LEREN IN VLAANDEREN: KANSEN EN GEVAREN Dieter Verhaest KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Campus Brussel Co-auteurs: Stijn Baert (UGent) Katleen De Rick (KU Leuven) Kristof De

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende bedrijven

Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende bedrijven Dienst Beroepsopleiding ALTERNEREND LEREN DBSO 01.09.2010 31.08.2011 Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende

Nadere informatie

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Advies ten gronde over certificaatsupplementen ADVIES Algemene Raad 27 november 2008 AR/KST/ADV/012 Advies ten gronde over certificaatsupplementen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Nadere informatie

De bouwnijverheid: op zoek naar gekwalificeerde werknemers

De bouwnijverheid: op zoek naar gekwalificeerde werknemers De bouwnijverheid: op zoek naar gekwalificeerde werknemers Katleen De Rick - onderzoeksleider Onderzoeksgroep Onderwijs en levenslang leren Onderzoeksgroep Arbeidsmarkt VFO - Hasselt 13 november 2008 Op

Nadere informatie

VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015

VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015 VLOR Studiedag spijbelen 23 oktober 2015 Programma 1. Voorstelling CDO Kortrijk: 2. Preventie schooluitval / aanpak spijbelproblematiek 2. Spijbelactieplan 4. Partnerschappen spijbelbeleid Persoonlijk

Nadere informatie

Departement Onderwijs & Vorming

Departement Onderwijs & Vorming Leren en werken Departement Onderwijs & Vorming Inhoud Huidig stelsel leren en werken Stand van zaken: Duaal Leren. Een volwaardig kwalificerende leerweg. Stelsel leren en werken Deeltijds leerplichtige

Nadere informatie

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst Raad Secundair Onderwijs 2 april 2015 RSO-RSO-END-1415-001 Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32

Nadere informatie

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder? Klas-in-zicht Wat? Een negatieve groepsdynamiek, leerlingen die niet met elkaar overeenkomen, een vertroebelde relatie tussen leerlingen en leerkrachten, moeilijk les kunnen geven door storend gedrag zijn

Nadere informatie

Het combineren van leren met werken en van werken met leren is

Het combineren van leren met werken en van werken met leren is Samenbrengen van leren en werken: opdracht voor onderwijsen arbeidsmarktactoren Katleen De Rick Het combineren van leren met werken en van werken met leren is belangrijk, zowel voor de werkgevers als voor

Nadere informatie

TIME OUT PROJECTEN KORTE TIME OUT VZW ELEGAST

TIME OUT PROJECTEN KORTE TIME OUT VZW ELEGAST TIME OUT PROJECTEN Wat is een Korte Time Out? Een Korte Time Out is een begeleidingstraject dat probleemsituaties binnen de schoolse context aanpakt en zo tracht te voorkomen dat jongeren uitvallen binnen

Nadere informatie

Infosessie Duaal leren / Leren en werken Syntra West, CLW Kortrijk Kortrijk 17 april 2018

Infosessie Duaal leren / Leren en werken Syntra West, CLW Kortrijk Kortrijk 17 april 2018 Infosessie Duaal leren / Leren en werken Syntra West, CLW Kortrijk Kortrijk 17 april 2018 Provinciaal partneroverleg DUAAL LEREN Kies voor jong en bruisend talent DUAAL LEREN & WERKEN Bij Duaal Leren verwerven

Nadere informatie

Ondernemend Onderwijs. Engagementsverklaring. tussen Vlajo en het GO! onderwijs. van de Vlaamse Gemeenschap

Ondernemend Onderwijs. Engagementsverklaring. tussen Vlajo en het GO! onderwijs. van de Vlaamse Gemeenschap Ondernemend Onderwijs Engagementsverklaring tussen Vlajo en het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Art. 1: SITUERING Om succesvol te blijven kan onze samenleving niet zonder een sterke positieve

Nadere informatie

Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende bedrijven

Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende bedrijven Dienst Beroepsopleiding ALTERNEREND LEREN DBSO 01.09.2013 31.08.2014 Richtlijnen betreffende ALTERNEREND LEREN voor deeltijds leerplichtigen in de Centra Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs en de meewerkende

Nadere informatie

Stelsel van leren en werken. Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding

Stelsel van leren en werken. Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding Stelsel van leren en werken Carl Lamote Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding Inhoud Historiek van leren en werken Decreet betreffende het stelsel van leren

Nadere informatie

EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT

EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT PERIODE 211-21 december 21 - Noerens Veerle 1. INLEIDING In het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit verbinden de sociale

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT

STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT STAGES IN ARBEIDS- EN ORGANISATIEPSYCHOLOGIE: FEEDBACKINSTRUMENT Naam stagiair(e):... Stageplaats (+ adres):...... Tussentijdse evaluatie Eindevaluatie Stageperiode:... Datum:.. /.. / 20.. Stagementor:...

Nadere informatie

Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem

Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem Loopbaanbegeleiding op maat van de klant? Een blik op de vraagsturing in het vernieuwd systeem De Rick, K. (2015). De duur van een loopbaanbegeleiding: bepalende factoren en beoordeling. Analyse in het

Nadere informatie

Actieplan deeltijds leren & deeltijds werken in de ouderenzorg. Mevrouw Betsy Jansen, Coördinator CDO Provil

Actieplan deeltijds leren & deeltijds werken in de ouderenzorg. Mevrouw Betsy Jansen, Coördinator CDO Provil Actieplan deeltijds leren & deeltijds werken in de ouderenzorg Mevrouw Betsy Jansen, Coördinator CDO Provil Campus Provil Duinenstraat 1 3920 Lommel DEELTIJDS BEROEPSSECUNDAIR ONDERWIJS Welkom in het deeltijds

Nadere informatie

Checklist: begeleiding van een jongere in opleiding uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO)

Checklist: begeleiding van een jongere in opleiding uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) Samen met lokale besturen werken aan een divers personeelsbeleid Checklist: begeleiding van een jongere in opleiding uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) In het deeltijds onderwijs volgen

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel Naam van de schoolexterne : ipot Groep INTRO Brussel 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Belangrijke uitgangspunten Doelstelling(en) Doelgroep(en) 3 Duur van het

Nadere informatie

Tewerkstellen van jongeren die deeltijds leren: kosten en baten voor de werkgevers

Tewerkstellen van jongeren die deeltijds leren: kosten en baten voor de werkgevers Tewerkstellen van jongeren die deeltijds leren: kosten en baten voor de werkgevers De Rick, K. 2006. Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers.

Nadere informatie

TOOL 3. DIVERSImeter: VRAGENLIJST OVER STRATEGIE, LEIDERSCHAP EN ORGANISATIECULTUUR

TOOL 3. DIVERSImeter: VRAGENLIJST OVER STRATEGIE, LEIDERSCHAP EN ORGANISATIECULTUUR TOOL 3. DIVERSImeter: VRAGENLIJST OVER STRATEGIE, LEIDERSCHAP EN ORGANISATIECULTUUR [ TOOLS ] De DIVERSImeter is een analysevragenlijst gebaseerd op zelfevaluatie en toegespitst op strategie, leiderschap

Nadere informatie

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd:

De afgelopen jaren zijn er een aantal knelpunten in ons onderwijssysteem gedetecteerd: Inhoud 1. Onze uitgangspunten 2. De onderwijshervorming 3. 1. Onze uitgangspunten Het Vlaamse onderwijs behoort tot de Europese en wereldtop. We staan ermee op de tweede plaats in Europa en de zevende

Nadere informatie

Conferentie Met Recht Geletterd 29 november 2010. De g-factor in uw bedrijf of organisatie

Conferentie Met Recht Geletterd 29 november 2010. De g-factor in uw bedrijf of organisatie Conferentie Met Recht Geletterd 29 november 2010 De g-factor in uw bedrijf of organisatie Achtergrond G-factor Kadert in toenemende aandacht voor laaggeletterdheid op de werkvloer: Pact van Vilvoorde (2001)

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie.

Tijdens dit proces wordt ook overlegd met de leerling en ouders in kwestie. Zorgcontinuüm Het zorgcontinuüm omvat de stappen die een school zet om de leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden. Dit gebeurt steeds in samenspraak met de verschillende actoren (leerling, ouders, leerkrachten,

Nadere informatie

De voorzitter: Mevrouw Helsen heeft het woord.

De voorzitter: Mevrouw Helsen heeft het woord. Vraag om uitleg van mevrouw Kathleen Helsen tot de heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, over het decreet Leren en Werken en de opvolging van de uitvoering

Nadere informatie

Overzichtstabel werkplekleervormen

Overzichtstabel werkplekleervormen Overzichtstabel werkplekleervormen 1. Focus op oriëntering Alle niet-werkende werkzoekenden die interesse hebben voor een beroep maar zich geen concreet beeld kunnen vormen van dit beroep en/of twijfelen

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers

Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Werkervaring voor leerlingen uit de deeltijdse leersystemen: motieven en ervaringen van de werkgevers Katleen De Rick Een onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van

Nadere informatie

Decreet duaal leren en de aanloopfase

Decreet duaal leren en de aanloopfase Decreet duaal leren en de aanloopfase Na 2 de principiële goedkeuring 1/12/2017 Context Beleidsnota onderwijs en werk: Van leren en werken een volwaardig onderwijstraject maken Onderwijs blijft eindverantwoordelijke;

Nadere informatie

Verslag werkgroepen traject VDAB en VVSG deel II : Het traject TWE

Verslag werkgroepen traject VDAB en VVSG deel II : Het traject TWE Verslag werkgroepen traject VDAB en VVSG deel II : Het traject TWE Uit de conceptnota : Het traject TWE heeft als doelstelling competenties en werkervaring op te bouwen binnen een reële arbeidsmarktomgeving,

Nadere informatie

Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 12 december 2011

Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 12 december 2011 Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Naar een hogere opleidingsdeelname tijdens periodes van inactiviteit Drempels en kritische succesfactoren voor opleidingsdeelname tijdens tijdelijke werkloosheid

Nadere informatie

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep Conferentie Steunpunt WSE 11 februari 2015 Katleen De Rick Paradox en oplossing Knelpuntberoepen Veel werkzoekenden

Nadere informatie

Doorstroming en oriëntering

Doorstroming en oriëntering Doorstroming en oriëntering Wat? De school wil aan alle leerlingen de kans bieden op een succesvolle loopbaan. Succesvol zijn in het onderwijs betekent dat de leerling, bij voorkeur op de leeftijd van

Nadere informatie

Infobrochure CLW VTI Beringen Centrum voor Leren en Werken (Deeltijds onderwijs)

Infobrochure CLW VTI Beringen Centrum voor Leren en Werken (Deeltijds onderwijs) Infobrochure CLW VTI Beringen Centrum voor Leren en Werken (Deeltijds onderwijs) Geachte ouders, Beste jongere, Aan alle andere geïnteresseerden, Deze informatiebrochure heeft als bedoeling een kort inzicht

Nadere informatie

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Kinderen met een handicap op de schoolbanken Kinderen met een handicap op de schoolbanken Ouders van een kind met een handicap moeten vaak een moeilijke weg bewandelen met veel hindernissen en omwegen om voor hun kind de geschikte onderwijsvorm of

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren

De trajectbegeleider, sleutelfiguur binnen Duaal leren De, sleutelfiguur binnen duaal leren Duaal leren Enkele cruciale uitgangspunten Elke duale opleiding wordt gebaseerd op een standaardtraject waarin de algemene vorming en de beroepsgerichte vorming worden

Nadere informatie

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen Vast Bureau 2 juli 2015 AR-VB-END-1415-003 Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42

Nadere informatie

POP POP. Programma workshop POP. 1. Algemeen kader Situering POP. 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag!

POP POP. Programma workshop POP. 1. Algemeen kader Situering POP. 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag! Programma workshop 1. Algemeen kader Situering Aanleiding Project -model 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag! 1 Achtergrond: Evoluties op de AM: uitdagingen toenemend aantal knelpuntberoepen

Nadere informatie

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk M200605 Scholing in het MKB Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk Zoetermeer, juli 2006 Scholing in het MKB Een overgrote meerderheid van de bedrijven in het MKB besteedt

Nadere informatie

Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld

Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld Diversiteit als meerwaarde Engagementsverklaring van de Vlaamse onderwijswereld Overwegende - dat de diversiteit in de Vlaamse samenleving voortdurend toeneemt en een maatschappelijke uitdaging vormt,

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

RTC informeert! Infomoment 20/10/2015

RTC informeert! Infomoment 20/10/2015 Infomoment 20/10/2015 Infomoment: Welkom (Mil Kooyman, voorzitter RTC Oost-Vlaanderen) RTC-beheersovereenkomst 2015-2020: situering en toelichting en acties (Emmanuel Depoortere, coördinator RTC Oost-Vlaanderen)

Nadere informatie

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten

Diensthoofd overheidsopdrachten. Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Functietitel Diensthoofd overheidsopdrachten Dienst Administratieve en juridische zaken overheidsopdrachten Niveau Av Eerste evaluator Tweede evaluator Diensthoofd administratieve en juridische zaken Algemeen

Nadere informatie

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functietitel Juridische werkgever

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

Functiebeschrijving DESKUNDIGE TEWERKSTELLING EN SOCIALE ECONOMIE B1-B3

Functiebeschrijving DESKUNDIGE TEWERKSTELLING EN SOCIALE ECONOMIE B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

elk kind een plaats... 1

elk kind een plaats... 1 Elk kind een plaats in een brede inclusieve school Deelnemen aan het dagelijks maatschappelijk leven Herent, 17 maart 2014 1 Niet voor iedereen vanzelfsprekend 2 Maatschappelijke tendens tot inclusie Inclusie

Nadere informatie

1997 kwaliteitsdecreet:

1997 kwaliteitsdecreet: POP Oude wijn in nieuwe zakken? 1997 kwaliteitsdecreet: Trajectbegeleidingsplan op basis van een gesprek met werknemer en elementen uit de evaluatie Doelstelling: concreet plan om welzijn te optimaliseren

Nadere informatie

Hoe integreer ik werkplekleren voor potentiële werknemers op mijn werkvloer? vzw Argos

Hoe integreer ik werkplekleren voor potentiële werknemers op mijn werkvloer? vzw Argos Hoe integreer ik werkplekleren voor potentiële werknemers op mijn werkvloer? 1 www.argosvzw.be biedt opleiding, begeleiding en tewerkstelling aan. beschikt over een gedreven, deskundig team: 11 bedienden

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Visietekst. Trajectbegeleiding in DBSO

Visietekst. Trajectbegeleiding in DBSO Vlaamse Onderwijsraad Raad Secundair Onderwijs Leuvenseplein 4 23 november 2004 1000 Brussel RSO/GCO/DOC/018 Visietekst Trajectbegeleiding in DBSO 1 Inleiding In het Vlor-advies van 20 januari 2004 stelt

Nadere informatie

B1 - DESKUNDIGE LEIDINGGEVENDE

B1 - DESKUNDIGE LEIDINGGEVENDE B1 - DESKUNDIGE LEIDINGGEVENDE Competentieprofiel Waardegebonden competenties Klantgerichtheid De dienstverlening afstemmen op de gevoeligheden, behoeften en wensen van interne klanten en burgers, ook

Nadere informatie

Van één naar zes. een groeiproces.

Van één naar zes. een groeiproces. Van één naar zes een groeiproces. Schoolvisie huiswerk Basisschool Hamont-Lo t Lo 13 Hamont-Achel Schoolvisie huiswerkbeleid 1. Definitie van huiswerk Huiswerk zijn alle naschoolse opdrachten die vanuit

Nadere informatie

Competentietest. Hoe werkt de test?

Competentietest. Hoe werkt de test? Competentietest Dit is een test die jou en de andere militanten in je bedrijf kan helpen om vrij eenvoudig en snel na te gaan hoe ver competentiemanagement in je eigen bedrijf ontwikkeld en/of ingevoerd

Nadere informatie

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010

Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Vragen infosessie werkervaring 22 november 2010 Hieronder vindt u alle vragen die gesteld zijn tijdens de infosessie van 22/11/2010. In het eerste gedeelte worden vragen vermeld die betrekking hebben op

Nadere informatie

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) ALGEMENE RAAD 25 november 2010 AR-AR-KST-ADV-005 Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

Jeugddelinquentie & gesloten publieke opvang

Jeugddelinquentie & gesloten publieke opvang Jeugddelinquentie & gesloten publieke opvang WORKSHOP ONDERWIJS EN TEWERKSTELLING 02/05/2017 4 Topics Wie zijn onze leerlingen? Wat willen we rond onderwijs of tewerkstelling bereiken? Hoe pakken we dit

Nadere informatie

TITEL: GEEN WERK NA EEN OPLEIDING VOOR EEN KNELPUNTBEROEP? EEN

TITEL: GEEN WERK NA EEN OPLEIDING VOOR EEN KNELPUNTBEROEP? EEN SAMENVATTING ONDERZOEK ONDERZOEK I.K.V. X VIONA STEUNPUNT WSE TITEL: GEEN WERK NA EEN OPLEIDING VOOR EEN KNELPUNTBEROEP? EEN ANALYSE VAN HEFBOMEN VOOR TEWERKSTELLING BIJ WIE NIET DOORSTROOMT NAAR WERK

Nadere informatie

WERKBEGELEIDER FIETSATELIER en KLUSTER

WERKBEGELEIDER FIETSATELIER en KLUSTER INFORMATIEPAKKET WERKBEGELEIDER FIETSATELIER en KLUSTER FUNCTIECONTEXT Werkplus is de naam van zowel een maatwerkbedrijf als een lokaal diensteneconomiebedrijf (LDE) binnen Waregem. Beide bedrijven, actief

Nadere informatie

Werknemers in de metalektro zijn trots op hun werk en op het bedrijf waar zij werken en zij zijn positief over verschillende aspecten van hun werk.

Werknemers in de metalektro zijn trots op hun werk en op het bedrijf waar zij werken en zij zijn positief over verschillende aspecten van hun werk. uit rapport Werken in de Metalektro Werknemers in de metalektro zijn trots op hun werk en op het bedrijf waar zij werken en zij zijn positief over verschillende aspecten van hun werk. Bent u geïnteresseerd

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

Bruggen bouwen tussen de sociale en de reguliere economie

Bruggen bouwen tussen de sociale en de reguliere economie Bruggen bouwen tussen de sociale en de reguliere economie Onze mission statement Door dienstverlenende projecten rond fietsmobiliteit biedt Velo vzw opleidingskansen, werkervaring en tewerkstelling aan

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Engagementsverklaring

Engagementsverklaring Engagementsverklaring van de erkende instanties en vereniging van de levensbeschouwelijke vakken en de onderwijskoepels van het officieel onderwijs en het GO! met het oog op een versterking van de interlevensbeschouwelijke

Nadere informatie

HR Support een impressie vanuit Sociale Werkplaats De Sleutel

HR Support een impressie vanuit Sociale Werkplaats De Sleutel HR Support een impressie vanuit Sociale Werkplaats De Sleutel M. Gandhistraat 2a 9000 Gent Sociale Werkplaats De Sleutel Vlaamse erkenning als sociale werkplaats. Subsidies ontvangen om mensen in dienst

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

LEERRECHT in het SBSO

LEERRECHT in het SBSO LEERRECHT in het SBSO Alle jongeren vanaf 13 jaar tot 21 jaar kunnen als regelmatige leerling in het buitengewoon secundair onderwijs worden toegelaten op basis van een inschrijvingsverslag. streeft ernaar

Nadere informatie

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige

Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Test naam Marktgerichtheidsscan Datum 28-8-2012 Ingevuld door Guest Ingevuld voor Het team Team Guest-Team Context Overige Klantgerichtheid Selecteren van een klant Wanneer u hoog scoort op 'selecteren

Nadere informatie

Een diploma geeft je vleugels!

Een diploma geeft je vleugels! Onderwijs Een diploma geeft je vleugels! VDAB (2004). Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen. 19de longitudinale studie 2002-2003. Brussel. In deze jaarlijkse studie van de VDAB staat de arbeidsmarktsituatie

Nadere informatie

Zelfreflectieformulier ondersteunend personeel

Zelfreflectieformulier ondersteunend personeel School Naam personeelslid Zelfreflectieformulier ondersteunend personeel PERSOONLIJKE STELLINGEN 1 voor ONDERSTEUNEND PERSONEEL ter voorbereiding van een FUNCTIONERINGSGESPREK 2. I Enkele richtlijnen en

Nadere informatie

Afspraken Begeleidings- en evaluatietraject Mentorenproject Traject functiebeschrijvingen. SG SN BaO loopbaanontwikkeling / loopbaanbegeleiding

Afspraken Begeleidings- en evaluatietraject Mentorenproject Traject functiebeschrijvingen. SG SN BaO loopbaanontwikkeling / loopbaanbegeleiding Loopbaanbegeleiding Loopbaanontwikkeling personeelsbeleid in de SG SN BaO Info 18 april 2008 Inhoud van de sessie Schets van het groeiproces Beleidsvoorbereidende jaren Consequenties voor de definitieve

Nadere informatie

Mag het iets meer zijn?

Mag het iets meer zijn? Levenslang leren West-Vlaanderen Werkt 3, 2010 Mag het iets meer zijn? De opleidingsbehoeften in de West-Vlaamse bedrijven en organisaties Syntra West - Chris Cardinael Tanja Termote sociaaleconomisch

Nadere informatie

DRAAIBOEK SAMENWERKING TUSSEN WERKWINKEL EN AMBULANTE ZORGSETTING

DRAAIBOEK SAMENWERKING TUSSEN WERKWINKEL EN AMBULANTE ZORGSETTING DRAAIBOEK SAMENWERKING TUSSEN WERKWINKEL EN AMBULANTE ZORGSETTING BEGELEIDER VOORBEREIDING OP DE VERWIJZING NAAR DE WERKWINKEL De begeleider gaat in gesprek met de klant om te horen waar hij werkt(e).

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4

Begeleiding (BEG) A. Algemeen. Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 MODULE Begeleiding (BEG) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie x Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 x Semester 4 Aantal studiepunten 3 (1

Nadere informatie

Taalstages: STAP voor STAP

Taalstages: STAP voor STAP Taalstages: STAP voor STAP Praktijkdag Werkplekleren - donderdag 26/10/2017 door Stefany Tan (teamcoach GTB) & Karen Vanuytrecht (NT2-instructeur VDAB) 1 Wat vooraf ging: STAP 1 & STAP 2 STAP 1? Experiment

Nadere informatie

ENTELIS STATE OF THE ART VERSLAG - GEMAKKELIJK LEESBARE VERSIE

ENTELIS STATE OF THE ART VERSLAG - GEMAKKELIJK LEESBARE VERSIE ENTELIS STATE OF THE ART VERSLAG - GEMAKKELIJK LEESBARE VERSIE Inleiding Onderzoek in Europa geeft aan dat personen met een beperking van alle leeftijden al zelf in contact zijn gekomen met technologie.

Nadere informatie

Brugprojecten in de Kempen een brug naar regulier werk

Brugprojecten in de Kempen een brug naar regulier werk Brugprojecten in de Kempen een brug naar regulier werk E R I C N Y S M A N S D I R E C T E U R W E L Z I J N S Z O R G K E M P E N V E R E N I G D E C O M M I S S I E O N D E R W I J S E N E C O N O M

Nadere informatie

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips Sport en tewerkstelling van jongeren Marc Theeboom / Joris Philips studie Kan sport bijdragen tot competentie-ontwikkeling voor kortgeschoolde jongeren, waardoor hun tewerkstellingskansen toenemen? initiatieven

Nadere informatie

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO Naam van de schoolexterne : Arktos HERGO 1. Inhoud vd schoolexterne Algemeen kader 1 : Ontstaansgeschiedenis 2 Visie Een HERGO is een groepsoverleg waarin alle partijen betrokken bij een incident, samen

Nadere informatie

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/

GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus Genk (Tel) 089/ GTB afdeling Limburg Welzijnscampus 23 bus 41 3600 Genk (Tel) 089/32 10 50 Info.lim@gtb-vlaanderen.be www.gtb-vlaanderen.be 1. Wat is de opdracht van GTB? De opdracht van GTB is opgedeeld is drie luiken:

Nadere informatie

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 ADVIES Algemene Raad 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002 Advies over het voorontwerp van decreet houdende de toelatingsvoorwaarden tot het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen school

Nadere informatie

Kijkwijzer Trajectbegeleiding. Een instrument om de kwaliteit en de effectiviteit van de trajectbegeleiding te screenen

Kijkwijzer Trajectbegeleiding. Een instrument om de kwaliteit en de effectiviteit van de trajectbegeleiding te screenen Kijkwijzer Trajectbegeleiding Een instrument om de kwaliteit en de effectiviteit van de trajectbegeleiding te screenen 1 LEIDING Voor u ligt de kijkwijzer trajectbegeleiding. Het instrument is ontwikkeld

Nadere informatie

Start to ICT. Algemene opleiding Studiegebied Informatie- en communicatietechnologie AO IC

Start to ICT. Algemene opleiding Studiegebied Informatie- en communicatietechnologie AO IC Algemene opleiding Studiegebied Informatie- en communicatietechnologie AO IC 101 01.09.2016 Start to ICT Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs REFERENTIEKADER: ERKENDE BEROEPSKWALIFICATIE: KAPPER-

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December 2009-517- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 60 van 29

Nadere informatie

Functiebeschrijving bibliothecaris nr 520/01

Functiebeschrijving bibliothecaris nr 520/01 1/5 Functiebeschrijving bibliothecaris nr 520/01 Technische Fiche Via aanwerving: contractueel Tijdsregime: voltijds Weddeschaal: A1a-A2a-A3a Afdeling: Vrije Tijd Dienst: Bibliotheek Functietitel: bibliothecaris

Nadere informatie

> VAN LEREN EN WERKEN NAAR DUAAL LEREN? EEN REALITY CHECK!

> VAN LEREN EN WERKEN NAAR DUAAL LEREN? EEN REALITY CHECK! > VAN LEREN EN WERKEN NAAR DUAAL LEREN? EEN REALITY CHECK! Advies van scholieren over leren en werken in de toekomst Juni 2015 < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen

Nadere informatie

Oriëntatie op ondernemerschap

Oriëntatie op ondernemerschap Keuzedeel mbo Oriëntatie op ondernemerschap gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0080 Penvoerder: Sectorkamer handel Gevalideerd door: Sectorkamer Handel Op: 10-11-2015 2 van 6 1. Algemene

Nadere informatie