Kijkwijzer Trajectbegeleiding. Een instrument om de kwaliteit en de effectiviteit van de trajectbegeleiding te screenen

Transcriptie

1 Kijkwijzer Trajectbegeleiding Een instrument om de kwaliteit en de effectiviteit van de trajectbegeleiding te screenen 1

2 LEIDING Voor u ligt de kijkwijzer trajectbegeleiding. Het instrument is ontwikkeld door studenten van de Universiteit Antwerpen van de Masteropleiding Opleidings- en Onderwijswetenschappen in het kader van een Interdisciplinair Project. DOEL VAN DE KIJKWIJZER Deze kwaliteitswijzer wil de kwaliteit en de effectiviteit van trajectbegeleiding binnen centra door tweedekansonderwijs in kaart te brengen. Dit gebeurt aan de hand van stellingen die criteria voor kwaliteitsvolle trajectbegeleiding beschrijven. Voor CVO s die pas gestart zijn met de trajectbegeleiding geeft de kijkwijzer suggesties voor de invulling van de trajectbegeleiding. Voor de CVO s die reeds trajectbegeleiding aanbieden, is de kijkwijzer een leidraad voor verbetering. VERANTWOORDING Er is gebruik gemaakt van meerdere instrumenten om zicht te krijgen op de belangrijke competenties voor de trajectbegeleiding binnen de algemene vorming. Aan de hand van de instrumenten is de kwaliteitszorg in de brede zin in kaart gebracht. Vervolgens is op basis van literatuuronderzoek, verkennende vragenlijsten, interviews en twee verdiepende casestudies nagegaan welke factoren cruciaal zijn voor een kwaliteitsvolle trajectbegeleiding. De cruciale factoren zijn in de kijkwijzer ingevoerd op basis van de PDCA-cyclus. Voor het beantwoorden van de stellingen in de checklist, maken we gebruik van een vijfpunt-likertschaal. Door het hanteren van de schalen (nog)niet, nauwelijks, soms, meestal en altijd vergroot de nauwkeurigheid van het situatiebeeld. GEBRUIK VAN DE KIJKWIJZER Geef per stelling de situatie binnen het CVO aan. Stellingen met lage scores, zijn suggesties voor verbetering. Daarnaast kunnen invullers onderaan elk onderdeel zelf suggesties voor verbetering toevoegen. Omdat het instrument is samengesteld op basis van de PDCA-cyclus, is het belangrijk om de vastgestelde verbeterpunten aan te pakken volgens de PDCA-cyclus. Dit betekent concreet dat het centrum verbeterpunten op het vlak van visie en beleid best eerst aanpakt. 2

3 Laat de kijkwijzer in het centrum systematisch invullen door alle medewerkers die betrokken zijn bij het proces van de trajectbegeleiding. Koppel de resultaten zorgvuldig terug en zet de gekozen suggesties voor verbetering om in concrete acties. Een verduidelijking van de stellingen vindt u in bijlage 1. KIJKWIJZER A. VISIE EN BELEID (PLAN) VISIE (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 1 A1 Onder de personeelsleden in het centrum bestaat een gedeelde visie op trajectbegeleiding. 2 A1 In de visie op trajectbegeleiding is duidelijk een samenhang tussen trajectbegeleiding en leerzorg zichtbaar. 3 A1 Het centrum hanteert documenten die duidelijk de visie op trajectbegeleiding weergeven. 4 A2 Binnen het centrum zijn directie en medewerkers betrokken bij het ontwikkelen van een visie. 5 A2 In het centrum worden cursisten betrokken bij de realisatie van een visie op trajectbegeleiding. 6 A3 Trajectbegeleiders, leraren en directie hebben kennis van de visie op trajectbegeleiding. 7 A3 Binnen het centrum wordt regelmatig nagegaan of personeelsleden op de hoogte zijn van de visie op trajectbegeleiding. 8 A3 De directie verzamelt informatie bij personeelsleden om na te gaan in welke mate de visie op trajectbegeleiding wordt gerealiseerd. 3

4 9 A4 Binnen het centrum bestaan duidelijke doelen met betrekking tot de ontwikkeling van de trajectbegeleiding. 10 A4 De personeelsleden zijn op de hoogte van de doelen met betrekking tot trajectbegeleiding. 11 A4 Bij het stellen van toekomstdoelen worden verwachtingen van cursisten over trajectbegeleiding in overweging genomen. 12 A4 De doelen richten zich op het aanbieden van een flexibele trajectbegeleiding op maat van de individuele cursist SUGGESTIES VOOR VISIE BELEID (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 13 A5 De aanpak van de trajectbegeleiding is aangepast aan de doelgroepen en de individuele cursist. 14 A5 De regio waarin het centrum zich bevindt heeft een invloed op de aanpak met betrekking tot trajectbegeleiding. 15 A5 Personeelsleden worden betrokken bij het bepalen van de aanpak met betrekking tot trajectbegeleiding. 4

5 16 Er is een preventieve aanpak binnen het centrum om problemen te voorkomen. 17 A6 Binnen het centrum heeft men duidelijk zicht op de competenties waar trajectbegeleiders aan moeten voldoen om kwaliteitsvolle trajectbegeleiding aan te kunnen aanbieden. 18 A6 Trajectbegeleiders hebben de nodige pedagogische competenties door opleiding of ervaring. 19 A6 Trajectbegeleiders zijn bereid hun pedagogische competenties verder uit te breiden en te onderhouden. 20 A6 Bij de aanwerving van nieuwe docenten is het van belang dat zij weten welke rol er voor hen is weggelegd in de trajectbegeleiding. 21 A7 Binnen het centrum worden documenten gehanteerd om de taken van de trajectbegeleider te verduidelijken. 22 A7 Cursisten worden op de hoogte gebracht van wat de taken van een trajectbegeleider zijn. 23 A8 Binnen het centrum zijn voldoende aangepaste ruimtes beschikbaar om trajectbegeleidingsgesprekken te houden. 24 A8 Er zijn binnen het centrum genoeg uren voor trajectbegeleiding beschikbaar om voldoende tijd te kunnen besteden aan iedere cursist die trajectbegeleiding wenst. SUGGESTIES VOOR VISIE EN BELEID 5

6 B. UITVOEREN VAN TRAJECTBEGELEIDING (DO) Begin trajectbegeleiding (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 1 B1 Bij aanvang van de opleiding heeft iedere cursist een intakegesprek met de trajectbegeleider. 2 B2 Er wordt bij iedere cursist gepeild naar de motivatie. 3 B2 Cursisten worden betrokken bij het tot stand komen van hun traject. 4 B2 Iedere cursist vult een vragenlijst in waarbij variabelen die cruciaal zijn voor het afronden van een opleiding (zoals bijvoorbeeld faalangst of prestatiemotivatie) in kaart worden gebracht. 5 B2 De trajectbegeleiding is gebaseerd op een individuele aanpak. 6 B3 Vrijstellingsproeven worden binnen de school systematisch afgenomen. 7 B3 Bij het bepalen van vrijstellingen wordt rekening gehouden met eerder verworven competenties. 8 B3 Bij het bepalen van vrijstellingen worden vroegere rapporten bekeken. 9 B4 Meerdere aspecten (bv. persoonlijk welzijn, sociale situatie, opleiding, arbeidsrijpheid en maatschappelijke participatie) van een cursist worden meegenomen in de trajectbegeleiding. 10 B5 Het centrum realiseert initiatieven om (toekomstige) cursisten zo volledig mogelijk te informeren over de trajectbegeleiding. 6

7 Lopende trajectbegeleiding (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 11 B6 De trajectbegeleiding besteedt aandacht aan het aanleren van een goede studiemethode. 12 B6 De trajectbegeleiding heeft een motiverende aanpak (is opgebouwd vanuit positieve benadering). 13 B6 Er is extra zorg voor cursisten met bv. faalangst, uitstelgedrag of functiebeperkingen. 14 B6 De individuele cursisten krijgen een flexibele trajectbegeleiding op maat. 15 B6 De trajectbegeleiding op maat houdt rekening met beïnvloedende contextuele factoren. 16 B7 De cursist bepaalt zelf in welke mate hij deelneemt aan de trajectbegeleiding. 17 B7 De trajectbegeleider is makkelijk bereikbaar en zonder afspraak aan te spreken door de cursisten. 18 B8 De trajectbegeleider is bereikbaar via mail, telefoon, persoonlijk contact of het online leerplatform. 19 B9 De trajectbegeleiding is erop gericht de cursisten te laten reflecteren om zo het eigen leerproces te kunnen sturen. 20 B9 De cursist is deels zelf verantwoordelijk voor het verloop van de trajectbegeleiding. 21 B10 De voortgang van cursisten wordt systematisch geregistreerd door de trajectbegeleider. 22 B10 De geregistreerde gegevens over de trajectbegeleiding worden structureel besproken met cursisten. 23 B11 Het centrum biedt nazorg aan cursisten die hulp wensen bij de overstap naar een vervolgopleiding of werk. 24 B11 Het centrum meet outcomes van cursisten. 7

8 Team (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 25 B13 Het team trajectbegeleiders wordt ondersteund door iemand met een coördinerende functie. 26 B14 Docenten geven (indien relevant voor trajectbegeleiding) op informele wijze feedback aan trajectbegeleiders over cursisten. 27 B14 Trajectbegeleiders geven op informele wijze feedback aan het docententeam over cursisten. 28 B15 De trajectbegeleiding wordt besproken in het teamoverleg. 29 B16 De overdracht van noodzakelijke informatie over cursisten tussen trajectbegeleiders en docenten wordt op vaste momenten gepland. Externe context (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 30 B17 Er wordt door trajectbegeleiders samengewerkt met externen. 31 B17 Er worden externen ingeschakeld om het leerproces van de cursist te bevorderen. Suggesties voor uitvoering van de trajectbegeleiding 8

9 C. EVALUATIE VAN DE TRAJECTBEGELEIDING (CHECK) Evaluatie (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 1 C1 De trajectbegeleider krijgt van de cursisten feedback op zijn werk. 2 C1 De trajectbegeleider krijgt van de collega s feedback op zijn werk. 3 C2 De uitvoering van de trajectbegeleiding wordt op structurele wijze door elke cursist geëvalueerd. Suggesties voor de evaluatie van de trajectbegeleiding 9

10 D. BIJSTELLEN (ACT) Veranderen (nog) niet nauwelijks soms meestal altijd 1 D1 Directie, docenten, administratief medewerkers stellen nieuwe taken voor trajectbegeleiding voor binnen het centrum. 2 D1 Binnen het centrum hebben cursisten ook inspraak op welke aspecten van trajectbegeleiding zij anders zouden willen zien. Zie Visie + Evaluatie 3 D2 Binnen het centrum wordt aandacht besteed aan bijscholingen voor personeelsleden. 4 D2 Personeelsleden bezoeken lezingen of andere bijeenkomsten met als doel de ontwikkelingen op het vlak van trajectbegeleiding bij te houden. Suggesties voor bijstellen 10

11 BIJLAGE 1: BESCHRIJVING VAN DE KWALITEITSCRITERIA VOOR TRAJECTBEGELEIDING PER ONDERDEEL. A. VISIE EN BELEID (PLAN) Visie A1 INHOUD VAN DE VISIE Onder de personeelsleden 1 in het centrum bestaat een gedeelde visie op trajectbegeleiding. Alle personen die zich bezighouden met de trajectbegeleiding binnen het centrum hebben een gedeelde visie op de trajectbegeleiding: de trajectbegeleider, de leerkrachten, de directie. In de visie op trajectbegeleiding is duidelijk een samenhang tussen trajectbegeleiding en leerzorg zichtbaar. Trajectbegeleiding is een begeleidingssysteem dat erop gericht is de cursisten de mogelijkheid te bieden om onder optimale omstandigheden via een aangepast individueel leertraject de opleiding te doorlopen. Bij het samenstellen van dit traject kunnen verschillende persoonlijke aspecten van een cursist aan het licht komen. Dit zorgt ervoor dat trajectbegeleiding en leerzorg moeilijk van elkaar los te koppelen zijn. Het centrum hanteert documenten die duidelijk de visie op trajectbegeleiding weergeven. Het beschikbaar stellen van documenten waarin de visie op trajectbegeleiding beschreven wordt op een voor alle medewerkers bekende plaats, vergroot de kans dat iedereen op de hoogte is van de visie binnen het centrum. 1 Elk centrum bepaalt zelf over welke personeelsleden het hier gaat. Dit geldt ook voor alle volgende vermeldingen. 11

12 A2 TOT STAND KOMEN VAN DE VISIE Binnen het centrum zijn directie en medewerkers betrokken bij het ontwikkelen van een visie. Door niet alleen de trajectbegeleider, maar ook de directie en eventueel leerkrachten te betrekken bij het ontwikkelen van een visie, wordt de kans groter dat een gezamenlijke visie tot stand komt binnen het centrum. In het centrum worden cursisten betrokken bij de realisatie van een visie op trajectbegeleiding. De cursisten die de trajectbegeleiding ondergaan, worden betrokken bij het realiseren van de centrumvisie op trajectbegeleiding A3 WIE IS OP DE HOOGTE VAN DE VISIE? Trajectbegeleiders, leraren en directie hebben kennis van de visie op trajectbegeleiding. Niet alleen de trajectbegeleider, maar ook andere personeelsleden binnen het centrum die te maken krijgen met trajectbegeleiding, zoals leraren en directie, weten ook wat de visie op trajectbegeleiding inhoudt. Binnen het centrum wordt regelmatig nagegaan of personeelsleden op de hoogte zijn van de visie op trajectbegeleiding. Het nagaan of iedereen op de hoogte is van de visie op trajectbegeleiding houdt in dat deze visie regelmatig besproken wordt binnen het centrum en beschikbaar is voor alle personeelsleden. Ook als er veranderingen doorgevoerd worden, wordt dit naar alle personeelsleden toe gecommuniceerd. De directie verzamelt informatie bij personeelsleden om na te gaan in welke mate de visie op trajectbegeleiding wordt gerealiseerd. Door middel van bijvoorbeeld gesprekken met personeelsleden of een al eerder gebruikt evaluatie-instrument, gaat de directie na hoe de personeelsleden de trajectbegeleiding ervaren en of de visie op trajectbegeleiding echt wordt gerealiseerd. 12

13 A4 VISIE GERICHT OP TOEKOMST Binnen het centrum bestaan duidelijke doelen met betrekking tot de ontwikkeling van de trajectbegeleiding. Er bestaan duidelijke doelen wat betreft de uitvoering van trajectbegeleiding die het centrum de komende jaren wil realiseren. De personeelsleden zijn op de hoogte van de doelen met betrekking tot trajectbegeleiding. De personeelsleden zijn op de hoogte van de doelen en weten hoe er samen aan gewerkt wordt. Bij het stellen van toekomstdoelen worden verwachtingen van cursisten over trajectbegeleiding in overweging genomen. Door cursisten actief te betrekken bij de ontwikkeling van de visie op trajectbegeleiding, kunnen ook de verwachtingen van de cursisten in kaart worden gebracht. Dit zijn verwachtingen over hoe de trajectbegeleiding vormgegeven wordt, maar ook hoe de trajectbegeleiding mogelijk kan worden verbeterd. De doelen richten zich op het aanbieden van een flexibele trajectbegeleiding op maat van de individuele cursist. Iedere cursist heeft een trajectbegeleiding nodig die op maat gemaakt is, omdat iedere cursist andere doelen en andere behoeften heeft. Trajectbegeleiding is dus voor iedere cursist verschillend. Daarom heeft het centrum als doel zich in de toekomst zoveel mogelijk te richten op het ontwikkelen van een trajectbegeleiding die aangepast is aan de individuele cursist. 13

14 BELEID A5 ALGEMEEN BELEID De aanpak van de trajectbegeleiding is aangepast aan de doelgroepen en de individuele cursist. Trajectbegeleiding wordt op maat aangeboden voor iedere cursist. Er is daarom rekening gehouden met de doelgroepen (denk aan bijvoorbeeld leeftijd, herkomst ) binnen het centrum om een passende trajectbegeleiding aan te kunnen bieden. De regio waarin het centrum zich bevindt heeft een invloed op de aanpak met betrekking tot trajectbegeleiding. Het centrum heeft, door zich af te stemmen op de omgeving en de cursisten, een eigen vormgeving van trajectbegeleiding ontwikkeld met de centra uit een andere regio. Personeelsleden worden betrokken bij het bepalen van de aanpak met betrekking tot trajectbegeleiding. Bij de aanpak van de trajectbegeleiding worden meerdere personeelsleden betrokken zodat trajectbegeleiding vanuit meerdere oogpunten bekeken kan worden. Zo is de kans groter dat de aanpak door iedereen binnen het centrum gedragen wordt. Er is een preventieve aanpak binnen het centrum om problemen te voorkomen. Het centrum heeft een visie op de aanpak van problemen en een systeem om problemen te voorkomen A6 PERSONEELSBELEID Binnen het centrum heeft men duidelijk zicht op de competenties waaraan trajectbegeleiders moeten voldoen om kwaliteitsvolle trajectbegeleiding aan te kunnen bieden. De vaardigheden en competenties van de trajectbegeleider zijn helder omschreven, zodat voor de trajectbegeleider, maar ook voor andere personeelsleden duidelijk is aan welke eisen de trajectbegeleider dient te voldoen. 14

15 Trajectbegeleiders hebben de nodige pedagogische competenties door opleiding of ervaring. Trajectbegeleiders binnen het centrum hebben een opleiding gevolgd waar zij een groot deel van de vaardigheden die voor hen belangrijk zijn, aangeleerd hebben, zoals bijvoorbeeld het herkennen van socio-emotionele problemen, leerproblemen of functiebeperkingen bij cursisten. Trajectbegeleiders zijn bereid hun pedagogische competenties verder uit te breiden en te onderhouden. Trajectbegeleiders werken systematisch aan hun professionele ontwikkeling. Bij de aanwerving van nieuwe docenten is het van belang dat zij weten welke rol er voor hen is weggelegd in de trajectbegeleiding. Dit houdt in dat docenten over de vaardigheden beschikken om als docent te werken, maar tegelijkertijd ook de pedagogische capaciteiten bezitten om bijvoorbeeld gedrag dat belemmerend werkt voor de studievoortgang bij cursisten tijdig te signaleren. Daarnaast kan dit ook inhouden dat leraren de cursisten op hun eigen niveau kunnen benaderen of dat ze bij het lesgeven rekening houden met relevante omgevingsfactoren van een cursist. A7 FUNCTIEOMSCHRIJVING Binnen het centrum worden documenten gehanteerd om de taken van de trajectbegeleider te verduidelijken. Er is binnen het centrum een document beschikbaar waaruit de personeelsleden kunnen afleiden wat de taken van de trajectbegeleider precies zijn en wat deze inhouden. Cursisten worden op de hoogte gebracht van wat de taken van een trajectbegeleider zijn. Het centrum neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat de cursisten goed op de hoogte zijn van wat de trajectbegeleider precies doet, waarvoor ze bij hem terecht kunnen, wanneer hij beschikbaar is, etc. 15

16 A8 FACILITEITEN Binnen het centrum zijn voldoende aangepaste ruimtes beschikbaar om trajectbegeleidingsgesprekken te houden. Er zijn binnen het centrum voldoende ruimtes beschikbaar om een gesprek te hebben zonder dat meerdere mensen meeluisteren. Deze ruimtes kunnen gereserveerd worden. Er zijn binnen het centrum voldoende uren voor trajectbegeleiding beschikbaar om voldoende tijd te kunnen besteden aan iedere cursist die trajectbegeleiding wenst. De trajectbegeleider kan voldoende tijd vrijmaken voor iedere cursist die trajectbegeleiding wenst zodat aan de behoefte van alle cursisten voldaan wordt. B. UITVOEREN VAN TRAJECTBEGELEIDING (DO) BEGIN TRAJECTBEGELEIDING B1 VOOR WIE? Bij aanvang van de opleiding heeft iedere cursist een intakegesprek met de trajectbegeleider. Tijdens een eerste gesprek wordt de intensiteit van de trajectbegeleiding inzichtelijk. Daarnaast worden de verwachtingen en behoeften duidelijk die de cursist heeft ten aanzien van de trajectbegeleiding. B2 TOT STAND KOMEN Er wordt met iedere cursist een motivatiegesprek gevoerd. Aan de hand van dit gesprek kan de motivatie van de cursist in kaart gebracht worden. Er wordt gekeken of de gestelde doelen haalbaar zijn. 16

17 Cursisten worden betrokken bij het tot stand komen van hun traject. De werkwijze bij het opstellen van een traject wordt zo transparant mogelijk gehouden. Iedere cursist vult een vragenlijst in waarbij variabelen die cruciaal zijn voor het afronden van een opleiding (zoals bijvoorbeeld faalangst of prestatiemotivatie) in kaart worden gebracht. Er wordt hierdoor binnen het centrum getracht op tijd in te spelen op mogelijke belemmeringen tijdens het leertraject. De trajectbegeleiding is gebaseerd op een individuele aanpak. Door allerlei aspecten die voor de cursist van belang zijn in kaart te brengen, wordt voor iedere cursist een trajectbegeleiding op maat gemaakt. B3 VRIJSTELLINGEN Vrijstellingsproeven worden binnen de school systematisch afgenomen. Vrijstellingsproeven brengen het niveau van een cursist voor een bepaald vak in kaart met als doel na te gaan of de cursist over voldoende kennis beschikt om een onderdeel van of een volledig vak over te slaan. Bij het bepalen van vrijstellingen wordt rekening gehouden met eerder verworven competenties. Aan het begin van de trajectbegeleiding kan worden gekeken of de cursist al eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties heeft. Hiervoor kan een formulier ingevuld worden. Bij het bepalen van vrijstellingen worden vroegere rapporten bekeken. De cursist legt bij inschrijving een aantal documenten voor die als bewijs dienen om vrijstellingen te kunnen krijgen. 17

18 B4 OVERIGE ASPECTEN, INTEGRALE BENADERING Meerdere aspecten (bijvoorbeeld persoonlijk welzijn, sociale situatie, opleiding, arbeidsrijpheid en maatschappelijke participatie) van een cursist worden meegenomen in de trajectbegeleiding. Aspecten met betrekking tot de privéomstandigheden van een cursist worden ook in rekening genomen wanneer er een plan voor trajectbegeleiding wordt gemaakt. B5 INFORMATIE Het centrum realiseert initiatieven om (toekomstige) cursisten zo volledig mogelijk te informeren over de trajectbegeleiding. Door duidelijk aan te geven aan cursisten waarvoor de trajectbegeleiding bedoeld is en op welke manier de trajectbegeleider bereikbaar is, wordt de kans groter dat cursisten hier gebruik van maken indien nodig. LOPENDE TRAJECTBEGELEIDING B6 VORM De trajectbegeleiding besteedt aandacht aan het aanleren van een goede studiemethode. Indien nodig, helpt de trajectbegeleider de cursist om verschillende studievaardigheden aan te leren. De trajectbegeleiding heeft een motiverende aanpak (is opgebouwd vanuit een positieve benadering). De trajectbegeleider benadrukt de positieve eigenschappen en de goede prestaties van de cursist. Er is extra zorg voor cursisten met bijvoorbeeld faalangst, uitstelgedrag en functiebeperkingen. Het centrum bekijkt in overleg met de cursist hoe er aan eventuele problemen gewerkt kan worden. Bij voorbeeld een faalangstcursus, een opleiding studiemethode,etc. Het centrum kan dit zelf opnemen, een externe inschakelen of doorverwijzen. 18

19 De individuele cursisten krijgen een flexibele trajectbegeleiding op maat. De trajectbegeleiding is flexibel houdt in dat deze indien nodig op ieder moment aangepast kan worden aan de situatie. De trajectbegeleiding op maat houdt rekening met beïnvloedende contextuele factoren. De trajectbegeleider heeft zicht op de context waarin een cursist zich bevindt en hoe deze de prestaties kan beïnvloeden. De trajectbegeleiding kan hieraan aangepast worden. B7 LAAGDREMPELIGHEID, TOEGANKELIJKHEID De cursist bepaalt zelf in welke mate hij deelneemt aan de trajectbegeleiding De cursist heeft zelf invloed op hoe vaak er een afspraak met de trajectbegeleider gepland wordt en welke de inhoud is van deze afspraken. De trajectbegeleider is gemakkelijk bereikbaar en zonder afspraak aan te spreken door cursisten. Binnen het centrum wordt geprobeerd de drempel om contact op te nemen met een trajectbegeleider zo laag mogelijk te houden. B8 FLEXIBILITEIT, CONTINUÏTEIT De trajectbegeleider is bereikbaar via een online leerplatform. Een online leerplatform biedt aan cursisten de mogelijkheid contact met de trajectbegeleider op te nemen buiten de vaste tijden dat zij aanwezig zijn of indien zij niet aanwezig kunnen zijn. 19

20 B9 GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID, ZELFSTUREND LEREN, BETROKKENHEID VAN DE CURSIST De trajectbegeleiding is erop gericht de cursisten te laten reflecteren om zo het eigen leerproces te kunnen sturen. Het eigen leerproces kunnen sturen vergt inzicht van de cursist in waar hij bijvoorbeeld goed in is en wat hij in de toekomst verder zou willen en kunnen ontwikkelen. De cursist is deels zelf verantwoordelijk voor het verloop van de trajectbegeleiding. Verantwoordelijkheid kan hier betekenen het op tijd aankaarten van belemmeringen die ervaren worden door de cursist, maar ook meewerken aan de gezamenlijk opgestelde doelen. B10 REGISTRATIE, PERSOONLIJK DOSSIER De voortgang van cursisten wordt systematisch geregistreerd door de trajectbegeleider. De voortgang van de cursist wordt door de trajectbegeleider na iedere afspraak geregistreerd in een dossier. De geregistreerde gegevens over de trajectbegeleiding worden structureel besproken met cursisten. De trajectbegeleiding wordt zo transparant mogelijk gehouden tegenover cursisten. B11 NAZORG TRAJECTBEGELEIDING Het centrum biedt nazorg aan cursisten die hulp wensen bij de overstap naar een vervolgopleiding of werk. Met nazorg wordt hier bedoeld het beantwoorden van vragen of het geven van advies nadat de trajectbegeleiding formeel is afgesloten. Het centrum meet outcomes van cursisten. Het centrum gaat na wat de resultaten van de cursisten zijn in vervolgopleidingen en wat het effect van de opleiding op hun professionele carrière is. 20

21 TEAM B12 ONDERSTEUNING Het team trajectbegeleiders wordt ondersteund door iemand met een coördinerende functie. Trajectbegeleiders worden ondersteund door een leidinggevende bij wie zij terecht kunnen met vragen en suggesties met betrekking tot de uitvoering van de trajectbegeleiding. B13 INFORMEEL OVERLEG Docenten geven (indien relevant voor trajectbegeleiding) op informele wijze feedback aan trajectbegeleiders over cursisten. Deze feedback kan te maken hebben met het gedrag van de cursist tijdens de les. Hierbij wordt voldoende rekening gehouden met de privacy van de cursist. Trajectbegeleiders geven op informele wijze feedback aan het docententeam over cursisten. Feedback aan het docententeam zorgt ervoor dat bijvoorbeeld het gedrag van een cursist, de wisselwerking tussen bepaalde cursisten of de groep verduidelijkt wordt en door de docent aangepakt kan worden tijdens de les. B14 FORMEEL OVERLEG De trajectbegeleiding wordt besproken in het teamoverleg. De kennis en ervaring op het vlak van trajectbegeleiding worden onder collega s binnen het centrum gedeeld. De uitwisseling van noodzakelijke informatie over cursisten tussen trajectbegeleiders en docenten wordt op vaste momenten gepland. Informatie wordt structureel uitgewisseld tussen de docenten en trajectbegeleiders. 21

22 EXTERNE CONTEXT, SAMENWERKING IN BREDERE CONTEXT B15 EXTERNE CONTEXT Er wordt door trajectbegeleiders samengewerkt met externen. Externen zijn een aanvulling op de trajectbegeleiding. Er worden externen ingeschakeld om het leerproces van de cursist te bevorderen. Wanneer het nodig is, kan een onderdeel van de begeleiding van een cursist overgelaten worden aan externen. C. EVALUATIE VAN TRAJECTBEGELEIDER EN TRAJECTBEGELEIDING (CHECK) C1 TRAJECTBEGELEIDER De trajectbegeleider krijgt van de cursisten feedback op zijn werk. Cursisten krijgen de kans om hun mening te geven over de manier waarop de trajectbegeleider de begeleiding heeft aangepakt. Het centrum bepaalt zelf hoe en wanneer. De trajectbegeleider krijgt van de collega s feedback op zijn werk. Trajectbegeleiders geven elkaar feedback over de manier waarop zij de trajectbegeleiding aanpakken. Daarnaast krijgen ze ook feedback van de directie en de docenten. Het centrum bepaalt zelf hoe en wanneer. 22

23 C2 TRAJECTBEGELEIDING De uitvoering van de trajectbegeleiding wordt op structurele wijze door elke cursist geëvalueerd. Cursisten krijgen de kans hun mening te geven en mogelijke suggesties te doen over de manier waarop trajectbegeleiding uitgevoerd wordt binnen het centrum. Het centrum bepaalt hoe en wanneer. D. BIJSTELLEN (ACT) D1 WENSEN/VERANDEREN Personeelsleden mogen binnen het centrum nieuwe taken voor trajectbegeleiding voorstellen. Het voorstellen van taken door meerdere personeelsleden zorgt ervoor dat de nodige aanpassingen aan de huidige trajectbegeleiding van verschillende kanten bekeken worden. Binnen het centrum hebben cursisten ook inspraak betreffende aspecten van trajectbegeleiding die zij anders zouden willen zien. Dit betreft suggesties voor aanpassingen van de huidige trajectbegeleiding, gedaan door de cursisten die de begeleiding ondergaan. D2 BIJSCHOLING, PROFESSIONALISERING Binnen het centrum wordt aandacht besteed aan bijscholingen voor personeelsleden. Bijscholing is beschikbaar voor de personeelsleden die zich willen bijscholen of waarvoor bijscholing nodig geacht wordt. Bijscholing heeft als doel op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen binnen het vakgebied en de hierbij passende vaardigheden te ontwikkelen. 23

24 Personeelsleden bezoeken lezingen of andere bijeenkomsten met als doel de ontwikkelingen op het vlak van trajectbegeleiding bij te houden. Niet alleen de trajectbegeleiders, maar ook de directie en eventueel ook de docenten bezoeken bijeenkomsten die georganiseerd worden om nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot trajectbegeleiding te delen. 24