De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2015"

Transcriptie

1 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2015

2 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2015 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd: Bouwend Nederland, OnderhoudNL, NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen. 2 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 3

3 Inhoud Samenvatting 6 1. Verantwoording 9 2. Arbeidsbelasting Fysieke belasting Klimaat, geluid en gevaarlijke stoffen Psychosociale arbeidsbelasting Voorzieningen en organisatie van het werk Verschillen tussen sectoren Leeftijd en bedrijfsgrootte Trendmatige ontwikkeling Algemeen Ongevallen Dodelijke ongevallen Trendmatige ontwikkeling Leefstijl Leefstijlindicatoren Leefstijl en leeftijd Trendmatige ontwikkeling Gezondheid Klachten aan het bewegingsapparaat Huid- en luchtwegaandoeningen, gehoorschade Psychische klachten Hart- en vaatziekten Gezondheid algemeen en beroepsziekten Verschillen tussen sectoren Leeftijd en bedrijfsgrootte Trendmatige ontwikkeling Ziekteverzuim Verzuim, meldingsfrequentie en verzuimpercentage Leeftijd en bedrijfsgrootte Trendmatige ontwikkeling Duurzame inzetbaarheid Algemeen Oudere werknemers Het werkvermogen Kans op arbeidsongeschiktheid Functioneringsgesprekken en verwachtingen werknemers Ter afsluiting De bedrijfstak na de economische crisis Beroepsprofielen 52 Bijlage 1 54 Beroepsprofielen werkomstandigheden Bijlage 2 56 Beroepsprofielen gezondheid Literatuur 58 Colofon 58 4 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 5

4 Samenvatting zeven jaar tijd. Een belangrijk punt is verder dat het aantal keren dat lawaaidoofheid is vastgesteld is afgenomen met een derde in negen jaar. ooit nog bij een ander bedrijf te werken. Ook de meeste UTAmedewerkers denken niet dat ze in hun loopbaan nog eens bij een andere werkgever aan de slag gaan. In 2014 ondergingen ca werknemers in de bouwnijverheid een PAGO, een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. De bevindingen van al deze individuele onderzoeken zijn samengevat in het voorliggende rapport. Dit rapport geeft daarmee een beeld van de stand van zaken in de bedrijfstak op het gebied van arbeid, gezondheid en veiligheid. Arbeidsbelasting Het werken in de bouwnijverheid gaat gepaard met verschillende risico s. Dit besef is in 2014 sterker aanwezig onder de medewerkers dan in het verleden. Zo vindt driekwart van de bouwplaatsmedewerkers het werk lichamelijk inspannend. Veel werknemers op de bouwplaats hebben klachten over lawaai, tocht, stof en kou. De trend van meer klachten over risico s op het werk staat in contrast met het feit dat de afgelopen jaren meer hulpmiddelen en andere veilige werkmethoden worden toegepast. Mogelijk is het toegenomen risicobesef een gevolg van de bewustwording over de verhoogde pensioenleeftijd en het belang om de fysieke belasting op het werk te verminderen. Alle werknemers kunnen beschikken over persoonlijke beschermingsmiddelen, maar het gebruik ervan kan beter. Veel bouwplaatsmedewerkers gebruiken geen handschoenen, gehoorof ademhalingsbescherming. Het uitvoerend, technisch en administratief personeel (kortweg UTA-personeel) heeft meer te kampen met psychosociale arbeidsbelasting. Ook op dit aspect van het werk zijn de klachten het afgelopen jaar toegenomen, zowel bij UTA- als bouwplaatspersoneel. Een gunstige trend valt daarentegen te signaleren op het gebied van regelmogelijkheden op het werk. In het algemeen vinden werknemers het werk boeiender en kan men meer invloed op het tempo uitoefenen dan twaalf jaar geleden. De veiligheid op de bouwplaats verdient onverminderd veel aandacht. Van de bouwplaatsmedewerkers bevond zich in % regelmatig in onveilige situaties en heeft 4% verzuimd als gevolg van een ongeval op de bouwplaats. In vergelijking met het verleden gaat het de goede kant op, maar de afgelopen jaren zet de verbetering zich niet verder door. In vergelijking met vorig jaar is het percentage werknemers dat heeft verzuimd als gevolg van een arbeidsongeval zelfs weer gestegen. Ook het aantal werknemers dat vindt dat er onvoldoende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen neemt iets toe ten opzichte van vorig jaar. Leefstijl Als het gaat om de gezondheid van werknemers verdient ook de leefstijl aandacht. In verschillende opzichten gaat het de goede kant op met leefstijl. De afgelopen jaren is het aantal rokers en het aantal zware drinkers fors afgenomen. Ook hebben minder werknemers in de bedrijfstak een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Zorgelijk is dat het percentage werknemers met (fors) overgewicht maar niet wil afnemen. Van alle werknemers in de bedrijfstak heeft 65% overgewicht en bij 16% is sprake van obesitas. De bedrijfstak scoort op deze punten slechter dan de rest van Nederland. Wat betreft het bewegen in de vrije tijd is er in vergelijking met vorige jaren lichte verbetering te constateren. Ruim 80% van de werknemers in de bedrijfstak voldoet niet aan de fitheidsnorm. Gezondheidsklachten De gezondheid van werknemers in de bedrijfstak is niet los te zien van het werk dat men verricht. Bouwplaatsmedewerkers rapporteren vaker gezondheidsklachten dan het UTApersoneel. Van vier op de tien bouwplaatsmedewerkers heeft minimaal één door een arts vastgestelde aandoening aan het bewegingsapparaat. Voor het UTA-personeel geldt dat voor één op de drie medewerkers. Andere klachten betreffen de luchtwegen, huidklachten en het gehoor. Er is sprake van een gunstige trend in de klachten met betrekking tot het bewegingsapparaat. Het aantal bouwplaatsmedewerkers dat last heeft van pijn in de rug is met een zesde afgenomen in Psychische klachten Anders dan de fysieke gezondheidsklachten nemen de psychische klachten wel toe. UTA-werknemers rapporteren meer psychische klachten. 15% van de UTA-medewerkers heeft vaak last van stress, dat is significant meer dan bouwplaatsmedewerkers. De toegenomen psychische klachten lijken vooral verband te hebben met de werkdruk en de toegenomen complexiteit van het werk, meer dan met onzekerheid over de economische ontwikkeling van de bedrijfstak. Het vertrouwen in de toekomst van de bouwnijverheid begint weer terug te keren. Sinds het begin van de economische crisis in 2008 hadden werknemers steeds minder vertrouwen in de toekomst. In 2014 vindt er een omslag plaats. Het aandeel werknemers met weinig vertrouwen in de toekomst is sinds vorig jaar met zo n 5% gedaald. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bedraagt in ,9%, dat is hetzelfde niveau als vorig jaar. De meldingsfrequentie is gedaald. Sinds 2006 stijgt het ziekteverzuim in de bedrijfstak weer langzaam. Dat geldt voor het UTA-personeel en in sterkere mate voor de bouwplaatsmedewerkers. Wel neemt de meldingsfrequentie af, werknemers melden zich dus minder vaak ziek maar de verzuimduur neemt toe. Werkvermogen en duurzame inzetbaarheid Van de totale bouwpopulatie heeft in ,5% een slecht of matig werkvermogen. UTA-personeel beschikt over een beter werkvermogen dan personeel in vergelijkbare sectoren in Nederland. Dat geldt ook voor bouwplaatspersoneel jonger dan 30 jaar, maar met het ouder worden gaat het werkvermogen er meer op achteruit dan bij werknemers in vergelijkbare sectoren. Om gezond het pensioen te halen is het, naast investeren in gezonde en veilige werkmethoden, ook van belang dat er met werknemers functioneringsgesprekken worden gevoerd. De helft van de bouwplaatsmedewerkers en een kwart van het UTApersoneel had het afgelopen jaar geen functioneringsgesprek. Minder dan één op de drie bouwplaatsmedewerkers denkt Na de crisis Werknemers in de bedrijfstak zien in 2014 de toekomst met meer vertrouwen tegemoet, maar tienduizenden werknemers hebben de afgelopen jaren hun baan verloren. Relatief zijn de werknemers met een hoog werkvermogen er beter in geslaagd om het werk te behouden. De werknemers die hun baan verloren hadden een lager werkvermogen en waren voor de crisis minder tevreden met het werk, voelden zich minder gewaardeerd en hadden een slechtere gezondheid. Sectoren Binnen de bedrijfstak vormt de burgerlijke en utiliteitsbouw (B&U) de grootste sector. Dit is de sector waar de meeste werknemers grote krachtsinspanning moeten leveren en zware lasten tillen. Werknemers hebben er meer dan elders te kampen met lawaaioverlast. Het is de sector waar de meeste werknemers hebben verzuimd vanwege een ongeval op de bouwplaats. Onder het bouwplaatspersoneel worden de meeste gehoorklachten gemeld. In de B&U-sector komt veel werkgebonden huidallergie voor, overigens net als in de sector afbouw en onderhoud. De grond- weg en waterbouw (GWW) scoort op verschillende aspecten zoals het werkvermogen relatief gunstig. Werknemers in deze sector hebben veel te maken met lichaamstrillingen. Men vindt meer dan elders dat goede was- en kleedruimten ontbreken. In de GWW rapporteert men het vaakst onveilige situaties, hier is sprake van een stijgende lijn in de tijd. En dit is de sector waar de meeste werknemers kampen met (ernstig) overgewicht. De sector afbouw en onderhoud (A&O) scoort relatief ongunstig op veel aspecten. Wat betreft arbeidsrisico s gaat het om werken in een ongemakkelijke houding, het maken van repeterende bewegingen en het werken onder tijdsdruk. Meer dan elders heeft men te maken met chemische middelen en temperatuurswisselingen. Driekwart van de werknemers heeft in het werk hinder van stof. In deze sector worden de meeste klachten aan het bewegingsapparaat en de meeste stress- en vermoeidheidsklachten gemeld. Het is de sector met het hoogste 6 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 7

5 ziekteverzuim en het laagste werkvermogen. Meer dan elders zegt men in de A&O-sector dat klachten een relatie hebben met het werk. Dit heeft slechts voor een klein deel te maken met het feit dat er in kleine ondernemingen meer bouwplaatsmedewerkers werken 1. Verantwoording Leeftijd De problematiek rond werken en gezondheid in de bouwnijverheid is sterk gebonden aan leeftijd. De groep oudere (bouwplaats) werknemers baart zorgen. In een aantal opzichten gaat het goed met deze oudere werknemers. Onder ouderen gebeuren minder ongelukken, men ervaart gemiddeld het werk minder vaak als lichamelijk inspannend en meldt zich minder vaak ziek. Anderzijds zijn er bij deze groep aanmerkelijk meer klachten aan het bewegingsapparaat. Ouderen hebben een slechter werkvermogen. En als men zich eenmaal ziek meldt, is het met grotere herhaling en duurt het verzuim langer. Het overgrote deel van de werknemers die langer dan een jaar ziek zijn bevindt zich in deze leeftijdsgroep. Wat de jongere werknemers betreft zijn er positieve punten te melden. Zij hebben minder gezondheidsklachten dan oudere werknemers en zijn aanmerkelijk vaker fit. Ze hebben een beter werkvermogen dan jongeren in andere vergelijkbare beroepen in Nederland. Anderzijds roken en drinken ze meer dan oudere werknemers in de bedrijfstak. En jongeren overkomt vaker een ongeval op de bouwplaats; dat geldt in nog sterkere mate voor een ongeval in de vrije tijd. Verder is opvallend dat jongeren uitgaan van weinig verandering in de toekomst. De helft van de groep twintigjarige bouwvakkers denkt dat men het huidige vak altijd zal blijven uitoefenen bij de huidige werkgever. Voor de leeftijdscategorie van 30 tot 50 jaar is leefstijl een belangrijk aandachtspunt. Deze groep houdt op met bewegen in de vrije tijd, met als gevolg overgewicht en aanverwante klachten op latere leeftijd. Bedrijfsgrootte Een bijzonder aspect van de bouwnijverheid is het grote aantal (zeer) kleine bedrijven. In kleine ondernemingen spreken werknemers van een zwaardere belasting en zij vinden vaker dat het werk niet goed is georganiseerd. In kleine bedrijven vinden er aanmerkelijk minder functioneringsgesprekken plaats. Het verzuimpercentage is in kleine ondernemingen meer dan drie keer zo hoog als in bedrijven met meer dan honderd werknemers. Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid als het kennis- en service-instituut op het gebied van gezondheid en veiligheid. Vanuit deze verantwoordelijkheid monitort Arbouw de ontwikkelingen op het terrein van arbeidsbelasting, veiligheid, leefstijl, gezondheid, ziekteverzuim, beroepsziekten en arbeidsongeschiktheid van werknemers die vallen onder de CAO Bouwnijverheid, de CAO Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf, de CAO Afbouw en de CAO Natuursteenbedrijf. In 2014 werkten er werknemers in deze verschillende sectoren. De monitoring vindt voor een belangrijk deel plaats op basis van de gegevens die worden verkregen bij het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO). Het PAGO bestaat uit de beantwoording van een vragenlijst, een biometrisch onderzoek, een lichamelijk onderzoek en een adviesgesprek. In 2014 hebben werknemers in de bedrijfstak aan een PAGO deelgenomen. De gegevens die bij het PAGO zijn verzameld, worden geanonimiseerd opgeslagen in een database van Arbouw. Daar waar in dit rapport geen bronvermelding is opgenomen, zijn gegevens afkomstig uit de PAGO-database. In die gevallen waar een oordeel wordt geveld (over bijvoorbeeld de zwaarte van het werk of de gezondheid), gaat het om een beoordeling van de werknemer zelf. Daar waar biometrische gegevens worden gepresenteerd (bijvoorbeeld over overgewicht), is dit het resultaat van metingen die tijdens het PAGO zijn afgenomen. Zie voor meer informatie over het PAGO in de bouw Tevens wordt er in opdracht van Arbouw onderzoek uitgevoerd naar gezondheid en veiligheid en verzamelt Arbouw gegevens van andere instanties. Dit geheel wordt samengevoegd in het voorliggende rapport. Naast de auteurs hebben Ellen Lakrone en Henk van der Molen een bijdrage geleverd aan deze rapportage. Dit rapport geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van arbeid, gezondheid en veiligheid in de bedrijfstak. Het biedt de gelegenheid aan werkgevers- en werknemersorganisaties, ondernemingen, ondernemingsraden en andere betrokkenen om verder arbobeleid te ontwikkelen. 8 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 9

6 Figuur 1 Fysieke belasting, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Grote krachtsinspanning uitoefenen Zware lasten tillen, duwen, trekken of dragen 2. Arbeidsbelasting Reperterende bewegingen In ongemakkelijke houding werken Langdurig geknield of gehurkt werken Langdurig staan Regelmatig bukken Hand-arm trillingen Lichaams-trillingen of schokken Lichamelijk inspannend werk 0% 20% 40% 60% 80% Figuur 2 Klimaat, geluid en gevaarlijke stoffen, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Koude Warmte Temperatuurwisselingen Tocht Onvoldoende licht en/of verlichting Lawaaioverlast Chemische middelen Damp of gas Rook Stof 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Figuur 3 Psychosociale arbeidsbelasting, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Werken onder tijdsdruk Te veel werk Geestelijk inspannend werk Kan niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren Geen invloed op het werktempo Werk meestal niet boeiend Geen plezier in het werk 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% UTA-personeel (N=8.258) UTA-personeel (significant meer) UTA-personeel (significant minder) Bouwplaatspersoneel (N=16.036) Werken in de bouwnijverheid doet een beroep op het lichaam en de geestelijke vermogens van de werknemer. Het is fysiek inspannende arbeid, meestal werkt men op locatie op tijdelijke bouwplaatsen. Weersomstandigheden kunnen een belangrijke rol spelen en er wordt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Uitvoerders en technisch-administratief personeel hebben meer te kampen met risico s op het psychische vlak. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. In de weergave van de resultaten wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen de beoordeling van het bouwplaatspersoneel (N=16.036) en van het uitvoerend, technisch en administratief personeel, kortweg UTA-personeel (N=8.258). 2.1 Fysieke belasting De fysieke belasting is samengevat in Figuur 1. De beoordeling van het bouwplaatspersoneel wordt vergeleken met het UTApersoneel. De helft van het bouwplaatspersoneel moet vaak zware lasten tillen, duwen, trekken of dragen. Vier van de tien bouwplaatsmedewerkers moeten vaak grote krachtsinspanning uitoefenen. Ruim een kwart van het bouwplaatspersoneel heeft in het werk te maken met repeterende bewegingen. De werkhouding is een ander punt van aandacht. Het gaat dan om het werken in een ongemakkelijke houding, langdurig geknield of gehurkt werken of langdurig in dezelfde houding werken. Bijna 60% van het bouwplaatspersoneel ervaart op minimaal één aspect hinder van de werkhouding. Ruim een kwart van de bouwplaatsmedewerkers klaagt over trillingen. Onderscheid wordt gemaakt naar hand-armtrillingen als gevolg van gereedschap, en naar lichaamstrillingen of schokken door het werken in een cabine of op een machine. Ongeveer driekwart van het bouwplaatspersoneel beoordeelt het eigen werk als lichamelijk inspannend. Van het UTApersoneel vindt een op de tien werknemers het werk lichamelijk inspannend. Binnen deze groep beoordelen de uitvoerders het werk vaker als lichamelijk inspannend dan het technisch en administratief personeel. Ruim een op de vijf uitvoerders beoordeelt het werk als lichamelijk inspannend. 2.2 Klimaat, geluid en gevaarlijke stoffen De belangrijkste omgevingsfactoren waar werknemers in de bedrijfstak mee te maken hebben staan vermeld in Figuur 2. Ruim eenderde van de bouwplaatsmedewerkers ervaart op het werk veel hinder van koude, temperatuurswisselingen en tocht. Ruim een kwart van de bouwplaatsmedewerkers ervaart in het werk hinder van warmte 1. Meer dan 40% van het bouwplaatspersoneel heeft te maken met lawaaioverlast. Iets minder dan één op de tien medewerkers op de bouwplaats heeft op het werk last van chemische middelen. En meer dan de helft, bijna 60% van het bouwplaatspersoneel heeft hinder van stof op het werk. Over de hele linie wordt het UTA-personeel minder met deze omgevingsfactoren geconfronteerd. Binnen het UTA-personeel hebben de uitvoerders hier relatief het meest mee te maken. Zo heeft een kwart van de uitvoerders te maken met stof op het werk en met temperatuurwisselingen. 2.3 Psychosociale arbeidsbelasting Naast de fysieke arbeidsomstandigheden en de omgevingsfactoren zijn zaken als werktempo, werkhoeveelheid en welzijn van belang. In Figuur 3 zijn verschillende aspecten van de psychosociale arbeidsbelasting weergegeven. Daar waar we in de Figuren 1 en 2 zagen dat UTA-personeel minder wordt blootgesteld aan risico s, ligt dat op dit vlak anders. Klachten over werken onder tijdsdruk en over de hoeveelheid werk komen meer voor onder UTA- dan onder bouwplaatspersoneel. Toch hebben wel degelijk ook bouwplaatsmedewerkers te maken met psychosociale arbeidsbelasting. 70% van het UTApersoneel werkt onder tijdsdruk en bijna 50% van het personeel 1 Meer informatie over warmte in de bouw is te vinden in een onderzoeksrapport S. Veenstra en T. Spee (2013). Inventarisatie hittebelasting en verlet in de bouwnijverheid. 10 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 11

7 Figuur 4 Voorzieningen en organisatie werk, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 UTA personeel (N=8.258) UTA personeel (significant minder) UTA personeel (significant meer) Bouwplaatspersoneel (N=16.036) Bouwplaatspersoneel B&U (N=8.468) Bouwplaatspersoneel GWW (N=3.889) Bouwplaatspersoneel A&O (N=2.897) Geen goede sanitaire voorzieningen Geen goede schaftruimte Geen goede was- en kleedruimten Geen persoonlijke beschermingsmiddelen Gebruikt geen gehoorbeschermers (% alleen voor mensen die last hebben van lawaaioverlast) Gebruikt geen ademhalingbeschermingsmiddelen Gebruikt geen handschoenen Werk niet goed georganiseerd Onvoldoende werkinstructie Onvoldoende ondersteuning in het werk Figuur 5 Fysieke belasting, Bouwplaatspersoneel sectoren, Jaar 2014 Grote krachtsinspanning uitoefenen Zware lasten tillen, duwen, trekken of dragen Repeterende bewegingen In ongemakkelijke houding werken Lichaams-trillingen of schokken Hand-arm trillingen Lichamelijk inspannend werk 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% op de bouwplaats. Binnen de groep UTA-personeel ervaren uitvoerders en stafpersoneel/bouwtechnici het werk vaker als geestelijk inspannend. Zij ondervinden ook de meeste tijdsdruk. Arbouw heeft onderzoek laten doen naar oorzaken van werkdruk en stress voor uitvoerders en oplossingen op individueel-, bedrijfs- en sectorniveau 2. Bij psychosociale risico s speelt een rol of werknemers zelf invloed kunnen uitoefenen op de uitvoering van het werk. Als werknemers meer regelmogelijkheden hebben leidt een hoge werkdruk minder snel tot klachten en verzuim. Wanneer werknemers het werk boeiend en plezierig vinden, zijn ze beter in staat onder een hoog werktempo te blijven werken. Deze factoren zijn ook weergegeven in Figuur 3. Het UTA-personeel scoort hierop gunstiger dan het bouwplaatspersoneel. Zo kan een op de dertien UTA-werknemers niet zelf beslissen hoe het werk wordt uitgevoerd, onder het bouwplaatspersoneel is dat ruim twee keer zoveel. Bouwplaatspersoneel vindt het werk vaker niet boeiend. Wat betreft geen plezier in het werk ontlopen beide beroepsgroepen elkaar weinig. Slechts 3 à 4% heeft geen plezier in het werk. 2.4 Voorzieningen en organisatie van het werk Naast de belastende factoren in de arbeid zijn de beschikbare voorzieningen om het werk goed uit te voeren van belang en de wijze waarop het werk is georganiseerd. Figuur 4 geeft een beeld. Meer dan een derde van het bouwplaatspersoneel zegt dat er geen goede was- en kleedruimten aanwezig zijn, een op de tien van deze groep vindt dat goede sanitaire voorzieningen ontbreken op de bouwplaats en een iets kleiner percentage is deze mening toegedaan over de schaftruimte. Belangrijk is verder de beschikbaarheid en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Van het bouwplaatspersoneel zegt minder dan 2% niet te beschikken over de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Onder het UTA-personeel is dat percentage ruim drie keer zo hoog (6,9%). Aangenomen mag worden dat het bij deze 2 M. van der Klauw, K. Oude Hengel, L. van der Meer, N. Wiezer. Uitvoerders onder druk. Arbouw. Harderwijk laatste groep gaat om personeel dat slechts incidenteel op de bouwplaats aanwezig is. Ook van belang is het daadwerkelijk gebruik van de verstrekte PBM. Ruim één op de drie bouwplaatsmedewerkers gebruikt niet altijd ademhalingsbeschermingsmiddelen bij blootstelling aan stof of chemische middelen. Eén op de zes bouwplaatsmedewerkers die op het werk te maken heeft met lawaaioverlast, gebruikt geen gehoorbeschermingsmiddelen. Van de bouwplaatsmedewerkers gebruikt bijna een kwart geen handschoenen tijdens het werk, van de medewerkers met een werkgebonden huidaandoening is dat altijd nog 14%. Naast de aanwezigheid van voorzieningen op het werk en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is ook de aanwezigheid en het gebruik van hulpmiddelen van belang, bijvoorbeeld om de fysieke belasting te verminderen. Omdat het gaat om specifieke (til)hulpmiddelen worden hierover geen vragen gesteld bij het PAGO. In het kader van de campagne Lichter Werk(t) van Arbouw is door het AMC voor negen beroepen geïnventariseerd in welke mate tilhulpmiddelen worden gebruikt. In deze negen beroepen worden door de meerderheid van de werknemers hulpmiddelen gebruikt. Percentages variëren van 70% voor het gebruik van horizontaal transport tot ruim 50% voor het plaatsen en aanbrengen van materialen. De meest genoemde reden om hulpmiddelen niet te gebruiken is dat ze niet aanwezig waren op de bouwplaats. Zie hiervoor J. Boschman, H. van der Molen, M. Frings-Dresen (2013). Ongeveer een op de negen bouwplaatsmedewerkers vindt dat het werk niet goed is georganiseerd. Een vergelijkbaar aantal is van oordeel dat er onvoldoende werkinstructie wordt gegeven en dat men onvoldoende ondersteuning krijgt voor het werk. Het UTA-personeel is minder vaak van mening dat het werk niet goed is georganiseerd, maar over de werkinstructie en ondersteuning is het oordeel vergelijkbaar met het bouwplaatspersoneel. 2.5 Verschillen tussen sectoren In de bedrijfstak onderscheiden we drie grote sectoren: burgerlijke en utiliteitsbouw (kortweg B&U), grond- weg 12 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 13

8 Figuur 6 Klimaat, geluid en gevaarlijke stoffen, Bouwplaatspersoneel sectoren, Jaar 2014 Bouwplaatspersoneel B&U (N=8.468) Bouwplaatspersoneel GWW (N=3.889) Bouwplaatspersoneel A&O (N=2.897) Koude Warmte Tocht Lawaaioverlast Chemische middelen Damp of gas Figuur 7 Psychosociale arbeidsbelasting, Bouwplaatspersoneel sectoren, Jaar 2014 Stof Werken onder tijdsdruk Te veel werk Geestelijk inspannend werk Kan niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren Geen invloed op het werktempo Werk meestal niet boeiend Geen plezier in werk 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% en waterbouw (GWW) en afbouw en onderhoud (A&O). De arbeidsomstandigheden verschillen niet wezenlijk tussen deze drie sectoren, maar er zijn wel belangrijke accenten 3. In Figuur 5 wordt een vergelijking gemaakt van de lichamelijke belasting tussen de drie sectoren. In alle sectoren is sprake van grote groepen werknemers die lichamelijk inspannend werk doen. Maar er zijn ook accentverschillen. Te zien valt dat de lichamelijke belasting op een verschillende manier tot uitdrukking komt. In de grond- weg en waterbouw hebben werknemers meer dan in de andere sectoren te maken met trillingen. Een kwart van de werknemers in de GWW ondervindt hinder van lichaamstrillingen of schokken. In de burgerlijke- en utiliteitsbouw zeggen de meeste werknemers dat ze in het werk grote krachtsinspanning moeten uitoefenen, meer werknemers vinden dat ze zware lasten moeten tillen, duwen of dragen. Hier oordeelt men ook het vaakst dat het werk lichamelijk inspannend is. In de afbouw en onderhoud worden meer repeterende bewegingen gedaan. Men moet vaker in een ongemakkelijke houding werken. Ook op andere vragen met betrekking tot de werkhouding (zoals langdurig geknield of gehurkt werken) scoort men in afbouw en onderhoud vaker negatief. Figuur 6 maakt een vergelijking tussen de drie sectoren op het vlak van fysische factoren. Ook hier zien we een overeenkomstig patroon, waarbij er accentverschillen zijn tussen de sectoren. Zo ondervindt men in alle sectoren hinder van stof en hebben grote groepen werknemers te maken met lawaaioverlast. In alle sectoren heeft een kwart van de werknemers hinder van warmte. Maar er zijn ook verschillen. In de afbouw en onderhoud heeft men meer dan in andere sectoren te maken met chemische middelen en met temperatuurswisselingen. Bijna driekwart van de werknemers in de afbouw en onderhoud heeft in het werk hinder van stof. In de grond- weg en waterbouw hebben veel werknemers te maken met lawaaioverlast. Naar verhouding ervaart men in deze sector 3 Voor een aantal sectoren zijn er brancheportretten beschikbaar, waarbij meer in detail op de specifieke problematiek van de branche wordt ingezoomd. Zie de brancherapporten afbouw, SAG (Schilders- afwerk en glaszettersbranche) en natuursteen. vaker hinder van damp of gas en rook. In de burgerlijke- en utiliteitsbouw hebben de meeste werknemers te kampen met lawaaioverlast. Ook hier hebben veel werknemers te maken met stof. Figuur 7 maakt een vergelijking van de drie sectoren voor de psychosociale arbeidsbelasting. Ook hier zien we weer veel overeenkomsten. Zo scoort het werken onder tijdsdruk hoog in alle sectoren. Ongeveer 40% in alle sectoren is van mening dat men te veel werk te doen heeft. De sector afbouw en onderhoud scoort het hoogst bij de vraag of men geregeld onder tijdsdruk werkt en dat er te veel werk te doen is. In deze sector zeggen werknemers vaker dat het werk meestal niet boeiend is en dat men geen plezier in het werk heeft. Ook hebben meer werknemers geen invloed op het werktempo. In de grond- weg en waterbouw zijn meer werknemers van mening dat het werk geestelijk erg inspannend is. Hier kan men vaker dan elders niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren. Wat betreft de voorzieningen zegt het bouwplaatspersoneel in de GWW-sector het vaakst dat er geen goede was- en kleedruimten zijn. In deze sector zegt een op de zes bouwplaatsmedewerkers dat goede sanitaire voorzieningen ontbreken. Over de organisatie van het werk is men het minst te spreken in de A&O-sector. Meer dan in andere sectoren ervaart men onvoldoende ondersteuning in het werk, vindt men het werk niet goed georganiseerd en beoordeelt men de werkinstructie als onvoldoende. 2.6 Leeftijd en bedrijfsgrootte Er zijn opmerkelijke verschillen tussen leeftijdscategorieën over hoe men de arbeidsbelasting ervaart. Van het bouwplaatspersoneel zegt de categorie 20 tot 34 jaar het vaakst dat men in het werk grote krachtsinspanning moet uitoefenen en zware lasten moet tillen, duwen en trekken. Deze categorie betitelt het werk het meest als lichamelijk inspannend. Naarmate de leeftijd vordert wordt het werk als minder lichamelijk belastend ervaren. Zo zegt 61% van de groep jarigen dat men vaak zware lasten moet tillen, terwijl dit van de groep van 55 jaar en ouder 44% is. Dat is nog steeds een zeer grote groep, maar wel bijna een derde minder. Er zijn verschillende verklaringen voor deze bevinding. Allereerst 14 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 15

9 Figuur 8 Werk is lichamelijk inspannend, UTA Bouwplaats Figuur 9 Psychosociale belasting, UTA Werkt onder tijdsdruk UTA Werk is geestelijk erg inspannend Bouwplaats Werkt onder tijdsdruk Bouwplaats Werk is geestelijk erg inspannend 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 89/90 93/94 95/96 97/98 99/00 02/03 05/06 07/08 09/10 11/12 13/14 89/90 93/94 95/96 97/98 99/00 02/03 05/06 07/08 09/10 11/12 13/14 kan het zijn dat op de bouwplaats de jongeren voor het zware werk opdraaien. Er wordt al rekening gehouden met de belastbaarheid van oudere werknemers. Een tweede verklaring is dat oudere werknemers zich een bepaalde routine in het werk eigen hebben gemaakt en meer ervaring hebben, terwijl jongeren meer onbesuisd te werk gaan. Ouderen zullen meer hulpmiddelen gebruiken of weten anderszins hoe men het werk lichter maakt. En wellicht vergelijken ze hun huidige werksituatie met die van vroeger, toen er minder hulpmiddelen beschikbaar waren. De derde verklaring tenslotte is dat er een selectie plaatsvindt onder het bouwplaatspersoneel. Alleen de sterke werknemers blijven over, want werknemers met klachten aan het bewegingsapparaat verdwijnen uit de bedrijfstak. Als het gaat om het werken in een ongemakkelijke houding of het uitvoeren van repeterende bewegingen zien we geen groot verschil tussen leeftijdscategorieën. Opvallend is dat ouder bouwplaatspersoneel méér dan jongeren zich kritisch uitlaten over de organisatie van het werk en de ondersteuning op het werk. Terwijl van de werknemers jonger dan twintig jaar minder dan 3% zegt dat men onvoldoende werkinstructie krijgt, loopt dat percentage bij de werknemers ouder dan 55 jaar op tot 12%. Te verwachten zou zijn dat jongeren meer instructie nodig hebben dan oudere werknemers. Ook voor deze bevinding kunnen meerdere verklaringen worden gegeven. De eerste verklaring is dat jongeren inderdaad voldoende ondersteuning en instructie krijgen en dat ouderen worden vergeten. De tweede verklaring is dat oudere werknemers een scherper oordeel kunnen vellen over de organisatie, de instructie en ondersteuning op het werk en daardoor kritischer zijn op gebreken. Er zijn ook verschillen tussen werknemers die werken in grote en kleine bedrijven. In kleine bedrijven is de fysieke belasting ongunstiger dan in grote bouwbedrijven. Het verschil in beoordeling tussen kleine en grote bedrijven is soms meer dan 10%. Hierbij is gecorrigeerd voor het feit dat in kleine bedrijven minder UTApersoneel werkzaam is. Het gaat dan zowel om het tillen van zware lasten als het werken in ongemakkelijke houdingen. Een reden hiervoor is dat er in kleine bedrijven minder hulpmiddelen aanwezig zijn die het werk lichter maken. Een andere reden is dat in kleine bedrijven het werk vaker niet goed is georganiseerd en dat men onvoldoende ondersteuning ervaart. Van het bouwplaatspersoneel in kleine bedrijven is anderhalf keer zoveel deze mening toegedaan dan in grote bedrijven. Verder is er in kleine bedrijven minder vaak sprake van een goede schaftruimte en ontbreken goede was- en kleedruimten. Terwijl in grote bedrijven een kwart vindt dat er geen goede was- en kleedruimte aanwezig is, geldt dat in kleine bedrijven voor iets minder dan de helft van het bouwplaatspersoneel. Opmerkelijk is dat er voor wat betreft sanitaire voorzieningen er geen verschil is tussen grote en kleine bedrijven: van de werknemers in zowel grote als kleine bedrijven vindt 10% dat het sanitair te wensen overlaat. 2.7 Trendmatige ontwikkeling Voor verschillende aspecten van de arbeidsomstandigheden is het mogelijk een trend weer te geven. Figuur 8 geeft een overzicht van het percentage werknemers dat zegt dat het werk lichamelijk inspannend is sinds In de figuur valt te zien dat de afgelopen tien jaar het aantal bouwplaatsmedewerkers dat het werk lichamelijk inspannend vindt min of meer stabiel is gebleven. Maar als we kijken naar de cijfers achter de komma vormt het jaar 2014 een uitschieter, met 74,0%. Nooit eerder was het aantal bouwplaatsmedewerkers dat het werk lichamelijk inspannend vindt zo hoog. Over een langere periode van vijfentwintig jaar zien we een duidelijke stijging van het percentage bouwplaatsmedewerkers dat het werk als lichamelijk belastend ervaart. Dat is bijzonder, want door toename van hulpmiddelen, moderne technieken en materialen zou het werk als minder belastend moeten zijn. De veroudering van de bouwpopulatie is hiervoor geen afdoende verklaring. Zoals we in de vorige paragraaf zagen ervaren oudere werknemers hun werk vaker als minder inspannend dan hun jongere collega s. Een verklaring die mogelijk wel opgaat is dat werknemers op de bouwplaats zich meer bewust zijn van het belang van de lichamelijke belasting in het streven om gezond de pensioenleeftijd te bereiken. Men is dus meer kritisch geworden op de fysieke belasting op het werk. Een andere verklaring is dat de nieuwe technieken voor de afzonderlijke handelingen weliswaar minder fysiek belastend zijn, maar ook hebben geleid tot verhoging van de productiviteit en de snelheid van werken (zie ook de trend in Figuur 9). 16 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 17

10 Figuur 10 Psychosociale belasting, De combinatie van deze twee ontwikkelingen kan per saldo leiden Het UTA-personeel beschikt vanouds over meer 35% tot een verhoging van de ervaren lichamelijke belasting. Bij het UTA-personeel is er de afgelopen jaren sprake van een regelmogelijkheden. Sinds 2005 zijn de scores voor de UTAmedewerkers nauwelijks veranderd. 30% geleidelijke daling op dit aspect. Figuur 9 laat zien dat aan het einde van de jaren negentig een Figuur 11 geeft een beeld van de ontwikkeling van klachten over 25% hoog percentage van het UTA-personeel het werk geestelijk lawaai, hinder van stof en hinder van lichaamstrillingen of schokken. 20% inspannend vindt en moet werken onder tijdsdruk. Daarna volgt een periode dat de psychosociale belasting afneemt, maar sinds De klachten over lawaai zijn voor het bouwplaatspersoneel over de jaren heen continu gestegen. Ondervond in 2002 nog 40% 15% halverwege het vorige decennium is er weer een stijgende lijn. In 2014 hebben we sinds de jaren negentig het hoogste percentage van het bouwplaatspersoneel lawaaioverlast, inmiddels is dat percentage toegenomen tot bijna 45%. Ook de klachten onder het Bouwplaats: Geen invloed op het werktempo Bouwplaats: Kan niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren Bouwplaats: Werk meestal niet boeiend UTA: Geen invloed op het werktempo UTA: Kan niet zelf beslissen hoe het werk uit te voeren UTA: Werk meestal niet boeiend 10% 5% 0% UTA-personeel dat zegt te werken onder tijdsdruk. En het hoogste percentage dat het werk als geestelijk inspannend beoordeelt. In Figuur 3 was al te zien dat bouwplaatspersoneel minder klachten heeft over de psychosociale kanten van het werk. Overigens zijn er meer bouwplaatsmedewerkers die onder tijdsdruk werken dan die het werk als geestelijk inspannend bouwplaatspersoneel over trillingen nemen sinds 2000 toe en bevinden zich op een hoog niveau. Wat betreft de klachten over stof onder het bouwplaatspersoneel is er eveneens sprake van een stijgende lijn over een periode van twintig jaar. De afgelopen tien jaar is de trend echter stabiel. Voor het UTA-personeel zijn de percentages in absolute zin lager. beoordelen. Hier is evenmin sprake van een stijgende trend. Sinds 2009 is er sprake van een opmerkelijke stijging in de beleving van het werken onder tijdsdruk, met name onder De stijging van de klachten over de omgevingsfactoren dient in bouwplaatsmedewerkers. In 2009 vond nog 35% van de perspectief te worden geplaatst. Begin 2014 heeft Arbouw een Figuur 11 Lawaai, trillingen en stof, bouwplaatsmedewerkers dat men regelmatig onder tijdsdruk werkt. In 2014 is dat gestegen tot 48%. Nooit eerder was dit herhaling van een eerder onderzoek gepresenteerd naar de blootstelling aan kwartsstof. Het blijkt dat sinds 2003 significant 60% percentage zo hoog. meer werkgevers en werknemers bekend zijn met de gevaren van De hoge psychosociale arbeidsbelasting van de afgelopen jaren kwartsstof. Terwijl in 2003 nog de meeste werknemers zeiden dat 50% komt op het eerste gezicht vreemd over in het licht van de economische crisis. De verklaring is dat er weliswaar minder het kwartsstof vervelend was omdat in de haren en de ogen ging zitten, vindt men nu het verminderen van stof belangrijk omdat dat 40% werk is voor de gehele bedrijfstak, maar dat door vermindering van het personeelsbestand de tijdsdruk voor de overgebleven beter is voor de eigen gezondheid. De bekendheid met apparatuur om het stof af te zuigen of te 30% medewerkers niet wezenlijk is afgenomen. Zo is sinds 2007 en 2008 (de jaren van hoogconjunctuur in de sector) het percentage vernevelen is verdubbeld. En meer dan 90% van de werkgevers geeft aan de apparatuur toe te passen. Bij de eerste meting was dit 20% werknemers dat zegt er is te veel werk te doen niet afgenomen. nog iets meer dan de helft. Onder werknemers in afbouwberoepen blijkt dat het gebruik van ademhalingsbescherming ten opzichte Bouwplaats lawaai Bouwplaats stof Bouwplaats trillingen UTA Lawaai UTA Stof UTA Trillingen/Schokken 10% 0% 89/90 93/94 95/96 97/98 99/00 02/03 05/06 07/08 09/10 11/12 13/14 Wat betreft andere aspecten met betrekking tot de inhoud van het werk is de trend positief. Twaalf jaar geleden vond één op de zes bouwplaatsmedewerkers het werk niet boeiend, in 2014 is dat gedaald tot één op de negen. In vergelijking met twaalf jaar geleden beoordelen ook meer UTA-werknemers het werk als boeiend. van 2003 ongeveer gelijk is gebleven, maar dat de kwaliteit van de beschermingsmiddelen nu beter is. 4 Het feit dat men zich meer bewust is van de risico s lijkt dan ook een logische verklaring voor de stijging van de klachten over omgevingsfactoren in de PAGO-gegevens. Maar het is ook een De regelmogelijkheden van het bouwplaatspersoneel vertonen teken dat de bedrijfstak er nog niet is. Er is nog steeds te veel een gunstige trend. In vergelijking met twaalf jaar geleden hebben blootstelling aan stof, lawaai en trillingen op de bouwplaats. meer bouwplaatsmedewerkers invloed op het werktempo en kunnen zelf beslissen hoe het werk wordt uitgevoerd. 4 T. Onos, P. Hoonakker, T. Spee. Evaluatie kwarts in de bouwnijverheid. Arbouw Harderwijk Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 19

11 Figuur 12 Onveiligheid, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Onveilige situaties 3. UTA personeel (N=8.258) UTA personeel (significant minder) UTA personeel (significant meer) Bouwplaatspersoneel (N=16.036) Bouwplaatspersoneel B&U (N=8.468) Bouwplaatspersoneel GWW (N=3.889) Bouwplaatspersoneel A&O (N=2.897) UTA personeel (N= ) UTA personeel (significant minder) UTA personeel (significant meer) Bouwplaatspersoneel (N=16.036) Ongeval in vrije tijd Ongeval op bouwplaats Onvold. techn. en organ. veiligheidsmaatregelen is niet in orde Figuur 13 Onveiligheid, Bouwplaatspersoneel sectoren A&O, B&U, GWW, Jaar 2014 Onveilige situaties Onvold. techn. en organ. veiligheidsmaatregelen is niet in orde Figuur 14 Ongeval, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Afgelopen jaar verzuimd wegens ongeval Ongeval op de bouwplaats Ongeval in vrije tijd Ongeval tijdens woon-werkverkeer Verkeersongeval tijdens werktijd Figuur 15 Vergelijking ongeval bouwplaats en vrije tijd Bouwplaatspersoneel jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 55 jaar en ouder 0% 5% 10% 15% 20% 0% 5% 10% 15% 20% 0% 2% 4% 6% 8% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 3.1 Algemeen Zware arbeidsbelasting laat veelal pas na jaren gevolgen zien, een onveilige werksituatie kan echter direct dramatische consequenties hebben. Verhoging van de veiligheid is een belangrijk doel van sociale partners in de bouwnijverheid, omdat onveilige situaties niet alleen persoonlijke ellende maar ook materiaalkosten en imagoschade voor de onderneming met zich mee brengen. Arbouw geeft jaarlijks de Monitor arbeidsongevallen in de bouwnijverheid uit. Deze Monitor biedt inzicht in de aard van de ongevallen, de oorzaken, de gevolgen en daarbij behorende kosten van ongevallen. In deze rapportage beperken we ons tot de gegevens op basis van de PAGO s. Figuur 12 geeft een algemene beoordeling van de veiligheid in de bedrijfstak. Van het bouwplaatspersoneel bevindt een op de zeven werknemers zich regelmatig in onveilige situaties. Iets meer dan een op de twintig bouwplaatsmedewerkers vindt dat er over het algemeen onvoldoende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen voor een veilige werksituatie. Ongeveer evenveel bouwplaatsmedewerkers komen tot het oordeel dat het niet in orde is met de veiligheid. In de GWW-sector bevinden bouwplaatsmedewerkers zich naar eigen zeggen het vaakst in onveilige situaties. Technische en organisatorische maatregelen worden het minst in de A&O-sector getroffen. In deze sector zijn werknemers iets vaker van oordeel dat de veiligheid niet in orde is (zie Figuur 13). 3.2 Ongevallen Van de bouwplaatsmedewerkers heeft 7,6% het afgelopen jaar verzuimd als gevolg van een ongeval, van het UTApersoneel is dat slechts 2,9%. Het wekt geen verbazing dat bouwplaatsmedewerkers ook vaker een ongeval hebben op de bouwplaats (4,0% tegenover 0,6% van het UTA-personeel). Maar bouwplaatsmedewerkers hebben ook vaker een ongeval in vrije tijd dan UTA-personeel (3,1% tegenover 2,0%). Niet geheel duidelijk is wat de verklaring is voor het groter aantal ongevallen in de vrije tijd. Mogelijk is het bouwplaatspersoneel ook in de vrije tijd bezig met bouwwerkzaamheden en krijgt daarbij een ongeval. Niet onbelangrijk tenslotte is dat 0,3% van het bouwplaatspersoneel verzuimd heeft als gevolg van een verkeersongeval (hetzij woon-werkverkeer hetzij in werktijd).(zie Figuur 14) In de Monitor arbeidsongevallen in de bouwnijverheid wordt nader ingegaan op oorzaken van ongevallen. Leeftijd is een belangrijke factor als het gaat om de kans op een ongeval. Jongeren tot 25 jaar hebben meer kans op arbeidsongevallen dan ouderen. Een belangrijke reden is dat de risicoperceptie van jongeren nog niet goed is ontwikkeld. Figuur 15 geeft een beeld. Opvallend is dat jongeren ook veel meer ongevallen in de vrije tijd krijgen. Bouwplaatsmedewerkers jonger dan 20 jaar overkomt vijf keer zo vaak een ongeval in de vrije tijd dan bouwplaatsmedewerkers van 55 jaar en ouder. Niet onbelangrijk voor de veiligheid is de bedrijfsomvang. In kleine bedrijven zijn werknemers vaker van mening dat er onvoldoende technische en organisatorische maatregelen zijn getroffen. Ook antwoordt men vaker dat de veiligheid niet in orde is. Maar als het gaat om de vraag of men zich regelmatig bevindt in onveilige situaties antwoorden werknemers in grote ondernemingen weer vaker bevestigend. Mogelijk heeft dit laatste antwoord te maken met het feit dat grote bouwondernemingen bezig zijn met grotere bouwprojecten met een hoger veiligheidsrisico. Er is geen verschil in het aantal ongevallen tussen grote en kleine ondernemingen. Zowel in grote als kleine bouwbedrijven hebben percentueel evenveel ongevallen plaatsgevonden. 3.3 Dodelijke ongevallen Dodelijke arbeidsongevallen worden in Nederland op verschillende manieren geregistreerd. Arbouw vraagt jaarlijks een opgave bij verzekeraars van collectieve ongevallenverzekeringen voor werknemers. Maar alle dodelijke 20 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 21

12 Figuur 16 Dodelijke arbeidsongevallen bij werknemers Opgaaf verzekeraars van de collectieve ongevallenverzekering Cijfers van I SZW Figuur 17 Onveiligheid bouwplaatspersoneel, Onveilige situaties is niet in orde Onvoldoende technische en organische veiligheidsmaatregelen Figuur 18 Bouwplaats veiligheid en ongeval, A&O is niet in orde B&U is niet in orde GWW is niet in orde GWW Ongeval op de bouwplaats B&U Ongeval op de bouwplaats A&O Ongeval op de bouwplaats % 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% ongevallen op de bouwplaats dienen ook gemeld te worden bij de Inspectie SZW (voorheen de Arbeidsinspectie). De Inspectie SZW hanteert daarbij voor de definitie van de bouw de indeling van de Kamer van Koophandel, waardoor bijvoorbeeld ook de dodelijke ongevallen in de installatiebranche worden meegeteld. Andere belangrijke groepen die de Inspectie SZW meetelt zijn zzp-ers en buitenlandse arbeidskrachten. Hierdoor is het jaarlijks aantal dodelijke ongevallen in de bouwnijverheid van de verzekeraars lager dan het overzicht van de Inspectie SZW. Er zijn in 2014 zes dodelijke arbeidsongevallen gemeld bij de verzekeraars. Volgens een officieuze en nog niet openbaar gemaakte opgave van de Inspectie SZW zijn er in dodelijke ongevallen op het werk gevallen in de (breed gedefinieerde) bouwnijverheid. Volgens Inspectie SZW zijn er in 2014 in heel Nederland 60 dodelijke slachtoffers gevallen op het werk. Een op de drie slachtoffers werkte dus Inspectie SZW in de bouwnijverheid. Verder hebben er in 2014 ook drie dodelijk ongevallen tijdens het woonwerkverkeer plaatsgevonden (deze zijn niet opgenomen in Figuur 16). Ook in 2013 vielen er drie dodelijke ongevallen tijdens het woonwerkverkeer. Gezen het feit dat er in de bedrijfstak veel woonwerkverkeer nodig is, vaak in georganiseerd verband, geeft dit aanleiding om de wijze waarop dit veilig plaats vindt mogelijk eens tegen het licht te houden. Een overzicht geeft Figuur 16, waarbij een duidelijk verschil blijkt tussen de opgave van de verschillende instanties. 3.4 Trendmatige ontwikkeling In 2014 is het gevoel van veiligheid in de bedrijfstak verder toegenomen. In 2005 bedroeg het percentage bouwplaatspersoneel dat zei dat de veiligheid niet in orde was nog 8,6%. Indertijd vond 7,8% van het bouwplaatspersoneel dat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen waren getroffen. Sindsdien is er sprake van een hele geleidelijke afname en de vorige jaren van een stabilisatie. Maar in 2014 oordeelt nog maar 5,5% cq 6,1% van het bouwplaatspersoneel dat het met de veiligheid niet in orde is cq. dat er onvoldoende maatregelen worden getroffen (zie Figuur 17). Voor een verdere analyse van de trendmatige ontwikkeling zie de Monitor Arbeidsongevallen. De trendmatige ontwikkelingen verschillen per sector nauwelijks. In de B&U-sector is in vergelijking met de andere sectoren het aantal ongevallen op de bouwplaats het hoogst, maar dat is al jaren het geval. Hetzelfde geldt in de A&O-sector voor de stelling dat de veiligheid niet in orde is (zie Figuur 18). 22 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 23

13 Figuur 19 Leefstijl, UTA personeel - Bouwplaatspersoneel, Jaar 2014 Voldoet niet aan bewegingsnorm 4. Leefstijl UTA personeel (N=8.258) UTA personeel (significant minder) UTA personeel (significant meer) Bouwplaatspersoneel (N=16.036) Figuur 20 Leefsijl, sectoren totaal, Jaar 2014 B&U totaal (N=13.596) GWW totaal (N=6.294) A&O totaal (N=3.405) t/m 24 jaar (N=1.082) jaar (N=8.206) 45 jaar en ouder (N=14.996) Voldoet niet aan fitheidsnorm Overgewicht Ernstig overgewicht Rokers Zware rokers Bovenmatig drinken Voldoet niet aan bewegingsnorm Figuur 21 Leefstijl, leeftijdsgroepen, Jaar 2014 Voldoet niet aan fitheidsnorm Overgewicht Ernstig overgewicht Rokers Zware rokers Bovenmatig drinken Voldoet niet aan bewegingsnorm Voldoet niet aan fitheidsnorm Overgewicht Ernstig overgewicht Rookt Zware roker Bovenmatig drinken 0% 20% 40% 60% 80% 100% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% Een onderwerp dat zich de afgelopen jaren in toenemende belangstelling mag verheugen is leefstijl. Een ongezonde leefstijl en overgewicht zijn belangrijke risicofactoren voor de gezondheid. Mensen met overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) sterven eerder en hebben een groter risico op het krijgen van chronische aandoeningen zoals diabetes type 2, kanker, hart- en vaatziekten en aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Verder hebben overgewicht en obesitas ook allerlei negatieve arbeidsgebonden effecten, zoals verminderde productiviteit, een hoger ziekteverzuim en een toename van langdurige arbeidsongeschiktheid. De prognoses zijn dat overgewicht en obesitas de komende jaren nog sterk zullen toenemen. De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) voorspelt dat 25% van de volwassen Nederlandse bevolking een ernstig overgewicht zal hebben in Nu is dat nog 10%. Werknemers met ernstig overgewicht (een BMI hoger dan 30) verzuimen gemiddeld veertien dagen per jaar meer dan werknemers met een normaal gewicht. Ook hun verzuimfrequentie ligt hoger. Deze verschillen zijn groter wanneer men niet regelmatig sport beoefent. Een actief beleid gericht op een gezonde leefstijl en het terugdringen van overgewicht en met name ernstig overgewicht, is dus niet alleen om gezondheidsredenen wenselijk, maar ook vanuit het oogpunt van bedrijfsrendement. 4.1 Leefstijlindicatoren Figuur 19 geeft een overzicht van de belangrijkste leefstijlindicatoren voor bouwplaats- en UTA-personeel. Zo zijn regelmatig bewegen of sporten belangrijke factoren in de preventie van hart- en vaatziekten en om een normaal lichaamsgewicht te bereiken en te behouden. De bewegingsnorm is vastgesteld op vijf dagen per week gedurende dertig minuten matig intensief bewegen zoals wandelen, fietsen en tuinieren. Ruim 60% van het UTApersoneel voldoet niet aan de bewegingsnorm, van de bouwplaatsmedewerkers is dat ruim 50%. De bouwnijverheid scoort aanmerkelijk slechter dan de rest van de volwassen bevolking in Nederland; hiervan voldoet 40% niet aan de bewegingsnorm (V.H. Hildebrandt, C.M. Bernaards, J.H. Stubbe 2013). De fitheidsnorm houdt in dat men drie keer per week tenminste 20 minuten zodanig sport of beweegt dat men bezweet raakt. Meer dan 80% voldoet niet aan de fitheidsnorm; dit geldt zowel voor het bouwplaats- als het UTA-personeel. Dit percentage is hoger dan het gemiddelde van de volwassen bevolking in Nederland, dat op 75% ligt. Van de totale bouwpopulatie heeft 65% overgewicht. Bij 16% is sprake van obesitas (ernstig overgewicht). Onder bouwplaatspersoneel komt vaker overgewicht en ernstig overgewicht voor dan onder UTA-personeel. De bouwnijverheid wijkt wat betreft lichaamsgewicht af van de rest van Nederland. Onder volwassenen in Nederland heeft in % overgewicht en bij 13% van de bevolking is sprake van obesitas (CBS 2015). Roken is van alle leefstijlaspecten het meest schadelijk voor de gezondheid. In 2013 rookt 30% van het bouwplaatspersoneel en 17% van het UTA-personeel. Binnen de categorie rokers worden de zware rokers onderscheiden, die meer dan twintig sigaretten per dagen roken. Van het bouwplaatspersoneel behoort 6% tot de zware rokers, van het UTA-personeel is dat 3%. Van de Nederlandse bevolking rookt in 2013 gemiddeld 23% (CBS 2015). Bovenmatig drinken is schadelijk voor de gezondheid. Sinds 2013 wordt bovenmatig drinken gedefinieerd als het nuttigen van meer dan veertien alcoholische consumpties per week voor mannen en meer dan zeven consumpties per week voor vrouwen. Van het UTA-personeel behoort 13% tot de bovenmatige drinkers, van het bouwplaatspersoneel is dat 16%. Van de Nederlandse volwassen bevolking behoort 8% tot de bovenmatige drinkers. In Figuur 19 zien we duidelijke verschillen in leefstijl tussen bouwplaats- en UTA-personeel. Weliswaar voldoet het UTApersoneel minder aan de bewegingsnorm, in andere opzichten 24 Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 25

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2014

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2014 De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2014 Arbouw is door werkgevers en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren.

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012. Bedrijfstakverslag

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012. Bedrijfstakverslag De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012 Bedrijfstakverslag De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid in 2012 Bedrijfstakverslag Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2016 2016 Colofon Auteurs: Evelyn Tjoe Nij Johan Timmerman Margo Caspers Adri Frijters Vormgeving: Michiel Jansen Arbouw is door

Nadere informatie

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016

De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid. Bedrijfstakverslag 2016 3 De bouwnijverheid - arbeid, gezondheid en veiligheid Bedrijfstakverslag 2016 3 4 Inhoud Samenvatting 7 1. Verantwoording 9 2. Arbeidsbelasting 13 2.1 Fysieke belasting 13 2.2 Klimaat, geluid en gevaarlijke

Nadere informatie

Werk veilig. Houd plezier. Kijk vooruit. Bedrijfstakverslag

Werk veilig. Houd plezier. Kijk vooruit. Bedrijfstakverslag Werk veilig. Houd plezier. Kijk vooruit. Bedrijfstakverslag Inhoud pagina Voorwoord 3 Samenvatting en conclusies 4 1 Verantwoording 6 2 Arbeidsbelasting 7 2.1 Fysieke belasting 7 2.2 Klimaat, geluid en

Nadere informatie

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. juni 2013

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. juni 2013 Brancheportret Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2012 juni 2013 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid

Nadere informatie

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. mei 2015

Brancheportret. Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. mei 2015 Brancheportret Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf 2015 mei 2015 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid

Nadere informatie

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. juni 2013

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. juni 2013 Brancheportret Natuursteen - bedrijf 2012 juni 2013 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. mei 2015

Brancheportret. Natuursteen - bedrijf. mei 2015 Brancheportret Natuursteen - bedrijf 2015 mei 2015 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid en gezondheid

Nadere informatie

De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid in Bedrijfstakverslag 2011

De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid in Bedrijfstakverslag 2011 De bouwnijverheid arbeid, gezondheid en veiligheid in 2011 Bedrijfstakverslag 2011 Inhoud Samenvatting Samenvatting 3 1. Verantwoording 7 2. Arbeidsomstandigheden 9 2.1 Fysieke belasting 9 2.2 Klimaat,

Nadere informatie

Bedrijfstakatlas 2010

Bedrijfstakatlas 2010 Bedrijfstakatlas 2010 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid en gezondheid in de bouw- en nevenbedrijven

Nadere informatie

Bedrijfstakatlas 2012

Bedrijfstakatlas 2012 Bedrijfstakatlas 2012 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid en gezondheid in de bouw- en nevenbedrijven

Nadere informatie

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Inhoud pagina Uitgangspunten 3 1 Werk veilig 4 1.1 Lichamelijke en geestelijke gezondheid 4 1.2 Lichamelijke en geestelijke eisen 4 1.3 Vermoeidheid en herstel

Nadere informatie

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis

Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Achtergrond scores bedrijfsrapport mijnvolandis Inhoud 1 Uitgangspunten 4 2 Werk veilig 5 2.1 Gezondheid 4 2.2 Lichamelijke belasting 4 2.3 Mentale belasting 5 2.4 Vermoeidheid en herstel 5 2.5 Veiligheid

Nadere informatie

PAGO-bedrijfsrapport. PAGO-Bedrijfsrapport uitgebreid. november 2013

PAGO-bedrijfsrapport. PAGO-Bedrijfsrapport uitgebreid. november 2013 PAGO-bedrijfsrapport PAGO-Bedrijfsrapport uitgebreid 2012 november 2013 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid

Nadere informatie

Bedrijfstakatlas 2014

Bedrijfstakatlas 2014 Bedrijfstakatlas 2014 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid en gezondheid in de bouw- en nevenbedrijven

Nadere informatie

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2015 Cijfers over 2014 juni 2015 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie,

Nadere informatie

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December

DE ARBOUW-MONITOR. Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998. December DE ARBOUW-MONITOR Analyses van de PBGO-bestanden 1989/1990, 1993/1994, 1995/1996 en 1997/1998 December 1999-1- -2- INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 2 METHODE... 8 2.1 PBGO... 8 2.2 De PBGO- bestanden >89/=90,

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2011

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2011 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2010. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw. Bestelcode: 11-147 ISBN: 9789490943103

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2010. Auteur: K. Afrian, MSc, Economisch Instituut voor de Bouw. Bestelcode: 11-147 ISBN: 9789490943103 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016

Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2016 Cijfers over 2015 Juni 2016 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie,

Nadere informatie

Monitor arbeidsongevallen in de bouw November 2014

Monitor arbeidsongevallen in de bouw November 2014 Monitor arbeidsongevallen in de bouw 2013 November 2014 Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie, instrumenten

Nadere informatie

1 Samenvatting 2. 2 Leeswijzer 4. 3 Beschrijving van de populatie 6

1 Samenvatting 2. 2 Leeswijzer 4. 3 Beschrijving van de populatie 6 Werk veilig. Houd plezier. Kijk vooruit. Bedrijfstakverslag 2017 Inhoud Voorwoord 1 1 Samenvatting 2 2 Leeswijzer 4 3 Beschrijving van de populatie 6 4 Werk veilig 8 4.1 Lichamelijke en geestelijke gezondheid

Nadere informatie

PAGO-bedrijfsrapport. PAGO-Bedrijfsrapport standaard. november 2013

PAGO-bedrijfsrapport. PAGO-Bedrijfsrapport standaard. november 2013 PAGO-bedrijfsrapport PAGO-Bedrijfsrapport standaard 2012 november 2013 Arbouw voor gezond en veilig werken Arbouw is opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid om de veiligheid

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013. drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw

Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013. drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw Project Fysieke Belasting in de Bouw 2013 drs. Leo de Jong MAO Projectleider Bouw Programma 1.Strategie Bouw 2012-2016 2.Vijf beroepen in 2013 3.Handhaving 4.Vragen en discussie % WERKNEMERS MET KLACHTEN

Nadere informatie

De effecten van ouder worden en langer doorwerken op de gezondheid van de Nederlandse bouwvakker

De effecten van ouder worden en langer doorwerken op de gezondheid van de Nederlandse bouwvakker De effecten van ouder worden en langer doorwerken op de gezondheid van de Nederlandse bouwvakker Cor van Duivenbooden hoofd O&O Arbouw Inhoud presentatie Demografische ontwikkelingen in Nederland Gevolgen

Nadere informatie

Metaalbewerker / bankwerker

Metaalbewerker / bankwerker Metaalbewerker / bankwerker Er werken circa 800 tot 1000 metaalbewerkers in de bouw. Ze werken bij grote GWW- en B&U-bedrijven. Onder de verzamelnaam metaalbewerker / bankwerker vallen naast de metaalbewerker

Nadere informatie

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004 Trends in arbeidsomstandigheden, 4 Frans Frenken In 4 werkte ruim een kwart van de werkzame beroepsbevolking regelmatig onder hoge tijdsdruk. Dat is opnieuw een afname ten opzichte van eerdere jaren. De

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia

Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia Taak 1.1.8 Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A Ergonomie Arbozorg in de grafimedia In de grafische sector zijn de laatste jaren behoorlijke inspanningen gedaan om een gezondere bedrijfstak te worden

Nadere informatie

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Glastuinbouw 2013

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Glastuinbouw 2013 Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA Leiden Telefoon (071) 568 90

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-018 18 maart 2008 9.30 uur Gezonde leefstijl wint langzaam terrein De laatste jaren zijn Nederlanders iets gezonder gaan leven. Het percentage rokers

Nadere informatie

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ).

Figuur 1: Verzuimpercentage onderwijzend personeel en ondersteunend personeel in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs ( ). Het verzuimpercentage onder het in het primair onderwijs is tussen en afgenomen, van 6,8% in naar 6,4% in. In het voortgezet onderwijs is het verzuimpercentage onder het relatief stabiel: in komt het verzuimpercentage

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2007

BedrijfsGezondheidsIndex 2007 BedrijfsGezondheidsIndex 2007 Oudere werknemers zijn vitaler Oudere werknemers zijn vitaler en ervaren een betere mentale gezondheid dan hun jongere collega s. Dit komt mede doordat ze een gezondere leefstijl

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2006

BedrijfsGezondheidsIndex 2006 BedrijfsGezondheidsIndex 2006 Op het werk zijn mannen vitaler dan vrouwen Mannen zijn vitaler en beter inzetbaar dan vrouwen. Dit komt mede doordat mannen beter omgaan met stress. Dit blijkt uit de jaarlijkse

Nadere informatie

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek

Vitaliteit: van feit tot beleid. Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Inventariserend onderzoek Vitaliteit: van feit tot beleid Het auteursrecht voor de inhoud berust geheel bij de Stichting Economisch Instituut voor de Bouw. Overnemen van

Nadere informatie

Preventief Medisch Onderzoek (voorheen PAGO)

Preventief Medisch Onderzoek (voorheen PAGO) Preventief Medisch Onderzoek (voorheen PAGO) Colofon Auteur Erwin Napjus Human-Invest B.V. Loosdrecht/ november 2009 1. Preventief Medisch Onderzoek Inleiding Zolang er fysieke arbeid bestaat, bestaan

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

Hoe gezond is langer doorwerken?

Hoe gezond is langer doorwerken? Hoe gezond is langer doorwerken? Christianne Hupkens Als het aan het kabinet ligt, zullen ouderen steeds langer aan het werk blijven. De vraag is dan welke gevolgen werken op oudere leeftijd voor de gezondheid

Nadere informatie

Kitverwerker (kitter/purder)

Kitverwerker (kitter/purder) Kitverwerker (kitter/purder) Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig kitten Informatie voor de werknemer Zwaar werk Als kitter werk je veelal in eenzelfde houding,

Nadere informatie

Machinist - torenkraan

Machinist - torenkraan Machinist - torenkraan De machinist torenkraan bedient en onderhoudt de torenkraan. Hij werkt op grote hoogte, meestal tussen de 20 en 50 m, maar soms ook op 100 m. De machinist torenkraan heeft door de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-021 20 maart 2007 9.30 uur Leefstijl Nederlander niet verbeterd In 2006 zijn Nederlanders niet gezonder gaan leven. Het aandeel volwassen Nederlanders

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN 22 maart 2013 Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN Rapport voor Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Straatmaker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten. Informatie voor de werknemer

Straatmaker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten. Informatie voor de werknemer Straatmaker Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten Informatie voor de werknemer Zwaar werk Als straatmaker werk je vaak geknield, gebukt of zittend.

Nadere informatie

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2 RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 212 TOT EN MET 215 Q2 Inhoud Inleiding... 2 1. Ongevallen zonder en met verzuim... 4 1.1.1 Vallen/struikelen/uitglijden, ongevallen zonder verzuim... 5 1.1.2 Vallen/struikelen/uitglijden,

Nadere informatie

Kozijnenmonteur. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig kozijnen stellen. Informatie voor de werknemer

Kozijnenmonteur. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig kozijnen stellen. Informatie voor de werknemer Kozijnenmonteur Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig kozijnen stellen Informatie voor de werknemer Zwaar werk Bij het handmatig stellen van kozijnen moet

Nadere informatie

PAGO. Rapport. Persoonlijke resultaten en advies. jaar. Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek. Vragen? Arbouw

PAGO. Rapport. Persoonlijke resultaten en advies. jaar. Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek. Vragen? Arbouw Vragen? Heeft u vragen over uw resultaten? Neem dan contact op met uw arbodienst. Voor algemene vragen over het PAGO kunt u contact opnemen met Arbouw. Bel de Arbouw Infolijn op 0341-46 62 22 of stuur

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-020 17 maart 2009 9.30 uur Verbetering gezonde leefstijl stagneert Percentage rokers blijft gelijk Licht dalende trend zware drinkers Ruim een op de

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005

MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005 MONITOR ARBEIDSONGEVALLEN IN DE BOUW 2005 Auteur: Drs. E. Lourens, Economisch Instituut voor de bouwnijverheid Bestelcode: 06-90 ISBN: 90-77286519 Mei 2006 2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 5 1 INLEIDING...

Nadere informatie

duurzame inzetbaarheid Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam

duurzame inzetbaarheid Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam De feiten en mythen van werkvermogen en duurzame inzetbaarheid Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC Rotterdam Het gaat uitstekend met ons.. 84 82 80 78 76 74 72 70 68 66 64

Nadere informatie

Trends in arbeidsomstandigheden

Trends in arbeidsomstandigheden Trends in arbeidsomstandigheden Christianne Hupkens, Ingrid Beckers In 2002 werkten bijna drie op de tien personen in de werkzame onder hoge tijdsdruk. Dat is minder dan eind jaren negentig, toen eenderde

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga Arbobeleid Titus Terwisscha van Scheltinga Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en PSA Veiligheid: Machineveiligheid Brandpreventie en bestrijding Vluchtwegen en nooduitgangen Veilige machines en installaties

Nadere informatie

BedrijfsGezondheidsIndex 2008:

BedrijfsGezondheidsIndex 2008: BedrijfsGezondheidsIndex 2008: Nederland niet klaar voor verhoogde AOW-leeftijd Een derde van de oudere Nederlandse werknemers (50+) is nog niet klaar voor een hogere AOW-leeftijd. Dat blijkt uit de LifeGuard

Nadere informatie

ANALYSE ITEMS DUURZAME INZETBAARHEID PAGO BOUWNIJVERHEID 2010-2011

ANALYSE ITEMS DUURZAME INZETBAARHEID PAGO BOUWNIJVERHEID 2010-2011 Arbouw is door werkgevers- en werknemersorganisaties opgericht om de arbeidsomstandigheden in de bouwnijverheid te verbeteren. In het bestuur van Arbouw zijn vertegenwoordigd Bouwend Nederland, Federatie

Nadere informatie

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid

De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid De gevolgen van een verminderd werkvermogen voor duurzame inzetbaarheid Tilja van den Berg & Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Aanleiding Zorgsector Aanleiding

Nadere informatie

Plafond- en wandmonteur

Plafond- en wandmonteur Plafond- en wandmonteur Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over het gezond en veilig monteren van wanden en plafonds Informatie voor de werknemer Zwaar werk Wanden en plafonds

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

ARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland

ARBOBALANS 2018 Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland Samenvatting Aan de hand van recente monitors en onderzoeken schetst de Arbobalans een actueel beeld van de arbeidsomstandigheden en werkgerelateerde

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden

Nadere informatie

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL 1 Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E. Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie over veiligheid en gezondheid op het werk. Zij hebben belang bij veilige en gezonde werkomstandigheden.

Nadere informatie

Vloerenlegger. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig vloeren leggen. Informatie voor de werknemer

Vloerenlegger. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig vloeren leggen. Informatie voor de werknemer Vloerenlegger Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig vloeren leggen Informatie voor de werknemer Zwaar werk Het aanbrengen en nabehandelen van vloeren is lichamelijk

Nadere informatie

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Oktober 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijkste resultaten/bevindingen... 5 Verzuimpercentage...

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Gezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013

Gezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013 Gezondheid en Inzetbaarheid: trends en cijfers Hoveniers en groenvoorziening 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA

Nadere informatie

Servicecentrum Particuliere Beveiliging

Servicecentrum Particuliere Beveiliging 2014 Achtergrondinformatie Beveiligingsbranche Circa 300 bedrijven vallen onder de cao Particuliere Beveiliging. In de branche zijn naar schatting 30.000 beveiligers actief, 80% daarvan is werkzaam bij

Nadere informatie

Werken in startende bedrijven

Werken in startende bedrijven M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-017 16 maart 2010 9.30 uur Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar Bijna een op de twee beweegt onvoldoende Ruim een op de tien heeft

Nadere informatie

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Agrarische en Groene Sectoren 2013

Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Agrarische en Groene Sectoren 2013 Gezondheid en inzetbaarheid: trends en cijfers Agrarische en Groene Sectoren 2013 Leiden, september 2014 Dit is een uitgave van Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) Postbus 32 2300 AA

Nadere informatie

De gekte de baas of Naar Deltaplan duurzame inzet in bouwnijverheid. Leusden, 5 juli 2018

De gekte de baas of Naar Deltaplan duurzame inzet in bouwnijverheid. Leusden, 5 juli 2018 De gekte de baas of Naar Deltaplan duurzame inzet in bouwnijverheid Leusden, 5 juli 2018 Tjeerd Willem Hobma Volandis 3 juli 2018 6 Naar Deltaplan D.I. in bouwnjverheid 1 2 3 4 5 Waar hebben we het over?

Nadere informatie

Tabel 2: Aantal deelnemers enquête

Tabel 2: Aantal deelnemers enquête Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van de enquête en het interview. Als eerst worden de resultaten van de enquête behandeld. Aan de hand van deze resultaten zijn vragen bedacht

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden

Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden Rapport Inspectie Arbeidsomstandigheden School: PCSS voor basisonderwijs De Arend Vestiging: Nunspeet Beschrijving: Protestants Christelijk Speciale School voor Basisonderwijs Onderzoek: drs. P.A. de Kloe

Nadere informatie

Inhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0

Inhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0 Voorwoord 1 0 1 Inleiding 1 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 5 1.2 Doelstelling 2 4 1.3 Leeswijzer 2 6 deel i het domein arbeid en gezondheid 31 2 Wat is arbeid, wat is gezondheid? 3 3 2.1 Wat is arbeid?

Nadere informatie

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici

Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici Stafpersoneel/ leidinggevenden/ technici Onder stafpersoneel / leidinggevenden / technici (hierna stafpersoneel) vallen meerdere beroepen. Veel administratief, calculatie- en voorbereidend werk is geautomatiseerd.

Nadere informatie

Blokkensteller ruwbouw

Blokkensteller ruwbouw Blokkensteller ruwbouw Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over gezond en veilig blokkenstellen Informatie voor de werknemer Zwaar werk Blokkenstellen betekent langdurig staan.

Nadere informatie

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. 2016 VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. Verzuimrapport Inleiding V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2016. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Gipsblokkensteller. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over het gezond en veilig stellen van gipsblokken

Gipsblokkensteller. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over het gezond en veilig stellen van gipsblokken Gipsblokkensteller Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf Alles wat je moet weten over het gezond en veilig stellen van gipsblokken Informatie voor de werknemer Zwaar werk Gipsblokken stellen behoort tot

Nadere informatie

Welkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp

Welkom. Presentatie 100 Present Verzuimmanagement. #meetingeptp Welkom Presentatie 100 Present Verzuimmanagement Even voorstellen! Start 1 januari 2016 Eigenrisicodragerschap (ERD) Ziektewet voor alle verzuimmeldingen van de flexibele medewerkers op de loonlijst van

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Sectoraanpak Grond- Weg- en Waterbouw. Sicco Gjaltema, inspecteur Leoniek van der Vliet, Programmaleider GWW

Sectoraanpak Grond- Weg- en Waterbouw. Sicco Gjaltema, inspecteur Leoniek van der Vliet, Programmaleider GWW Sectoraanpak Grond- Weg- en Waterbouw Sicco Gjaltema, inspecteur Leoniek van der Vliet, Programmaleider GWW - Achtergrondinformatie over de GWW - Sectoraanpak GWW 2012 2015 - Activiteiten 2012-2013 De

Nadere informatie

Preventie en verzuimkosten

Preventie en verzuimkosten Preventie en verzuimkosten Risico ontstaat door het niet weten wat je aan het doen bent (Warren Buffet) Pascalle Smit Strategisch adviseur duurzame inzetbaarheid Ervaring Goede hulp bij ontslag scheelt

Nadere informatie

Chronische longziekten en werk

Chronische longziekten en werk Chronische longziekten en werk Mensen met een longziekte hebben meer moeite om aan het werk te blijven of een betaalde baan te vinden dan de rest van de bevolking. Slechts 42% van de mensen met COPD heeft

Nadere informatie

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn

Nadere informatie

Psychische gezondheid en de Wet Medische Keuringen. Willemijn Roozendaal (VU)

Psychische gezondheid en de Wet Medische Keuringen. Willemijn Roozendaal (VU) Psychische gezondheid en de Wet Medische Keuringen Willemijn Roozendaal (VU) 00-00-2009 30-11-2017 pagina Selecteren 1/x Afdeling op psychische Communicatie gezondheid bij aanstellingskeuringen Psychische

Nadere informatie

Disclosure. > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg

Disclosure. > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg Disclosure > in dienst Encare Arbozorg > lid RTC Gezondheidszorg 1 Karien van Roessel Bedrijfsarts Jurist Beroepsziekten Bedrijfsongevallen en Letselschade ABW 17 oktober 2016 2 Een kijkje achter de schermen

Nadere informatie