Ken- en stuurgetallen voor HRM in een gedecentraliseerde omgeving Case-study Verenigde Staten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ken- en stuurgetallen voor HRM in een gedecentraliseerde omgeving Case-study Verenigde Staten"

Transcriptie

1 Inhoudstafel 1 Spoor Human Resources Management Ken- en stuurgetallen voor HRM in een gedecentraliseerde omgeving Case-study Verenigde Staten Wouter Vandenabeele Prof. Dr. Annie Hondeghem M.m.v. Em. Prof. Dr. Roger Depré Algemeen secretariaat - Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN E. VAN EVENSTRAAT 2 C - B-3000 LEUVEN BELGIE Tel: Fax: sbov@soc.kuleuven.ac.be

2 Inhoudstafel 2 Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 Gebruikte afkortingen en situering personen... 3 Afkortingen... 3 Personen... 3 Inleiding... 5 Institutionele context... 7 De grondwet en de wetgevende hiërarchie... 7 Congress... 8 General Accounting Office De President en het Executive Office De Bureaucratie : Departementen en Agentschappen Office of Personnel Management Merit Systems Protection Board Besluit Overzicht en situering van hervormingen die een impact hebben op het federale personeelsbeleid Pendleton Act Civil Service Reform Act Clinton : National Performance Review en Government Performance and Results Act Een nieuwe rol voor OPM Het federale personeelsbeleid op een nieuw keerpunt G. W. Bush: de President's Managment Agenda (2001- ) President's Management Agenda Human capital onder de PMA OPM in de President 's Management Agenda De evolutie van de scorecard voor Human Capital Het verloop van de monitoring Toepassingen van Human Capital binnen de federale overheid : een selectie van praktijken Department of Labor United States Department of Agriculture National Auronautics and Space Administration Unieted States Agency for International Development Besluit bij de toepassingen Besluit Conclusies Kritische succesfactoren Toekomst Lessen voor de Vlaamse overheid Bijlage 1 : Human Capital Scorecard OPM Bijlage 2 : HCAF Bijlage 3 : Planning interviews Bijlage 4 : Overzicht Standing Committees Bibliografie... 79

3 Gebruikte afkortingen en situering personen 3 Gebruikte afkortingen en situering personen Afkortingen CFO CFOC CHCO CHCOC CIO CIOC COO CSC DHS DOD DOL EOP GAO GPRA HCAF OHRM OMB OPM NASA NPR MSPB PBO PMA USAID USDA Chief Financial Officer Chief Financial Officers Council Chief Human Capital Officer Chief Human Capital Officers Council Chief Information Officer Chief Information Officers Council Chief Operating Officer Civil Service Commission Department of Homeland Security Department of Defense Department of Labor Executive Office of the President General Accounting Office Government Performance and Results Act Human Capital Assessment and Accountability Framework Office of Human Resource Management (of USDA) Office of Management and Budget Office of Personnel Management National Aeronautics and Space Administration National Performance Review Merit Systems Protection Board Performance Based Organization President s Management Agenda United States Agency for International Development United States Department of Agriculture Personen Akake, Daniel : Democratisch senator voor Hawai. Sterke interesse in overheidsmanagement en Human Capital. Durbin, Richard : Democratisch senator voor Illinois. Sterke interesse in overheidsmanagment en Human Capital.

4 Gebruikte afkortingen en situering personen 4 Daniels, Mitch : Director van OMB van 2001 tot Stond voordien aan het hoofd van een farmaceutisch bedrijf. Momenteel lokaal politiek actief in Indiana. Johnson, Clay : Deputy-Director voor Management van OMB. Is een persoonlijke vriend van President Bush sedert zijn kinderjaren. Ziet de President zeer vaak. James, Kay : Director van OPM sedert King, James : Director van OPM onder de Clinton Adminstration ( ) O Keefe, Sean : Voormalig Deputy-Director van OMB tijdens het ontwikkelen van de PMA. Momenteel Administrator van NASA Rumsfeld, Donald : Secretary van DOD. Jarenlange politieke ervaring onder republikeinse presidenten. Voinovich, George : Republikeins senator voor Ohio. Sterke interesse in overheidsmanagement en Human Capital Walker, David : Comptrollor General van GAO sedert Voorheen Managing Partner bij Arthur Andersen waar hij verantwoordelijk was voor strategisch personeelsmanagement

5 Inleiding 5 Inleiding Conform het jaarplan 2003 van het spoor HRM wordt in dit rapport een gevalstudie van het personeelsbeleid van de Verenigde Staten gepresenteerd. De studie behelst de aansturing van het federale personeelsbeleid en het gebruik van scorecards in deze materie. Dit onderwerp werd bestudeerd in het kader van een breder onderzoek naar ken- en stuurgetallen in Human Resource Management. In het globale onderzoeksplan voor 2003 vervult deze case een belangrijke rol. De case van de Verenigde Staten is een goede illustratie van het gebruik van scorecards voor HRM in een gedecentraliseerde overheidsomgeving. De aansturing van HRM met behulp van scorecards is een zeer recente evolutie. Internationaal zijn er dan ook weinig voorbeelden te vinden, zeker in een overheidscontext. Voor de ontwikkeling van het systeem in de Verenigde Staten moest men zich ook op praktijken uit de private sector baseren (Vandenabeele en Hondeghem 2003h). Bovendien is de structuur van het overheidslandschap de Verenigde Staten conceptueel vergelijkbaar met de Vlaamse omgeving. Men probeert eveneens een evenwicht te vinden tussen decentralisatie en centrale sturing. Uit de evoluties die het Amerikaanse systeem doormaakte in haar ontwikkeling, kunnen belangrijke lessen getrokken worden voor de Vlaamse overheid, ondanks het verschil in schaal. In een eerste fase van het onderzoek werd gebruik gemaakt van bestaande studies en beleidsdocumenten die een scherper beeld moesten schetsen van het onderwerp en de praktijken in de Verenigde Staten. Dit stelde ons in staat om een aantal gerichte vragen te formuleren die verschillende evoluties konden verklaren. In een tweede fase werden deze vragen op een semi-gestructureerde wijze voorgelegd aan een aantal sleutelfiguren en hoofdrolspelers in het hele hervormingsproces tijdens een werkbezoek aan de VS in juli Het betrof hier topambtenaren die betrokken waren bij de ontwikkeling en implementatie van het proces, academici met onderzoekservaring op dit vlak en bevoorrechte getuigen van het proces (zie bijlage 3). In het rapport wordt eerst getracht een beeld te scheppen van de institutionele context van de Verenigde Staten. Ondanks de gelijkenissen, is het cruciaal dat men een duidelijk beeld heeft over de begrippen en de hoofdrolspelers in het proces. Anders dreigt er een onbewuste verwarring van termen en functies op te treden wanneer men uit deze case lessen probeert te trekken voor de Vlaamse overheid. Ook de geschiedenis van eerdere hervormingen van het openbaar HRM in de federale overheid dient van naderbij bestudeerd te worden. De historische evolutie van de hervormingen bepaalt immers mee de aandachtspunten die vandaag op het voorplan staan. De huidige situatie is het resultaat van een evolutie die jaren heeft geduurd.

6 Inleiding 6 Het HR-systeem zoals dat in de VS van toepassing is, is gekaderd in een bredere managementhervorming bij de federale overheid, de President s Management Agenda. Beide zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden, en worden dus ook samen bestudeerd. In het besluit komen de conclusies uit deze case aan bod en worden er een aantal kritische succesfactoren besproken. Ook worden er een aantal beleidsaanbevelingen geformuleerd voor de Vlaamse overheid.

7 Institutionele context 7 Institutionele context Om de hele evolutie van de hervormingen op een voldoende manier te kunnen vatten, is het van belang dat eerst een overzicht wordt gecreëerd van de institutionele context waarin deze hervormingen doorgevoerd worden. Deze context heeft in elke situatie immers een grote impact op wat het uiteindelijke resultaat zal zijn van eender welk hervormingsinitiatief. Bovendien worden een aantal belangrijke actoren in de opeenvolging van processen nader bestudeerd en wordt hun positie in deze gehele context verduidelijkt. De grondwet en de wetgevende hiërarchie De Amerikaanse politieke context wordt voor een groot deel bepaald door de Constitution of de grondwet. Deze bakent de lijnen af waarbinnen alles zich afspeelt en legt in grote mate de spelregels vast. Zo zijn de hoofdrolspelers het Congress, de President, de verschillende rechtbanken en de verschillende staten. De grondwet is hiërarchisch de hoogste wettelijke grondslag. Hierin wordt eveneens de wetgevende procedure vastgelegd. Deze stipuleert dat een wetsvoorstel in beide kamers van het Congress moet goedgekeurd worden, waarna deze ter ondertekening aan de President moet worden voorgelegd. In de praktijk betekent dit dat een wetsvoorstel in één van de twee kamers moet worden ingediend. Daarna wordt het doorverwezen naar een Committee dat inhoudelijk bevoegd is voor de materie. Wordt het voorstel hier goedgekeurd, dan wordt het gerapporteerd aan de plenaire vergadering. Nadat het voorstel een parallel proces heeft doorgemaakt in de andere kamer, wordt het ter ondertekening aan de President voorgelegd. Deze kan zijn veto uitspreken over het voorstel of het goedkeuren. De president heeft echter geen amenderingsbevoegdheid en kan zelf ook geen voorstellen indienen. Hiertoe moet hij de nodige sponsors vinden, leden van het Congress die zijn voorstellen willen steunen en indienen (Kerremans 2001). Nadat een voorstel wet is geworden, wordt het opgenomen in de geconsolideerde wetgeving, de US Code. Deze is geordend volgens inhoudelijke categorieën, "Titles". Naast de wetten is er ook nog de "Administrative Law". Dit is de verzameling van alle wetgevende maatregelen die genomen worden door de uitvoerende macht. Dit betreft enerzijds de Executive Orders van de President. De President heeft in de grondwet, wetten, verdragen de bevoegdheid gekregen om uitvoeringsbesluiten uit te vaardigen. Anderzijds kan het Congress ook bepaalde uitvoeringsbevoegdheden delegeren aan agentschappen in het kader van bepaalde wetten. Al deze reglementeringen worden opgenomen in de Federal Code of Rules and Regulations, die net zoals de US Code, in specifieke "Titles" is onderverdeeld (Bowles 1993).

8 Institutionele context 8 Het overgrote deel van de organisatie van het openbaar bestuur in de Verenigde Staten wordt geregeld in "Title 5" van de US Code. Alle wetgevende initiatieven met betrekking tot de Civil Service op federaal vlak zijn hierin ondergebracht. Title 5 van de Federal Code of Rules and Regulations is de verzameling van uitvoeringsbesluiten die betrekking hebben op deze materie. Belangrijke onderdelen van de organisatie van het openbaar bestuur zijn echter in de Constitution opgenomen. De rechten en vrijheden van de ambtenaren, het toewijzen van de verantwoordelijkheden voor het Budget en de oprichting van specifieke administratieve entiteiten (alsook de verantwoordelijkheden voor het oprichten van nieuwe administratieve organen die niet in de grondwet vermeld zijn) komen voort uit de Constitution. Deze bepalingen beperken in aanzienlijke mate de vrijheid in regelgeving van de andere spelers (Vandenabeele en Hondeghem 2003d). Congress Een eerste belangrijke actor inzake de organisatie van het openbaar bestuur is uiteraard het Congress. Eigenlijk is het foutief om over het Congress te spreken in termen van één actor. Het Congress is een verzameling van verschillende onafhankelijke actoren die ressorteren onder de wetgevende macht. In beide kamers van het Congress, het House of Representatives en de Senate, zijn er immers tal van Committees actief, alle met hun eigen stem. De meeste van deze Committees zijn Authorizing (ook wel Substantive) Committees. Zij hebben een (voorbereidende) wetgevende bevoegdheid op functioneel vlak. Zij zijn onderverdeeld in subcommittees naargelang hun bevoegdheid. Daarnaast zijn er twee - De leden van de Senate worden verkozen voor een termijn van 6 jaar; elke twee jaar wordt één derde van de posities verkozen. - De leden van het House of Representatives worden verkozen voor een termijn van twee jaar. Box 1 : Organogram van de het Congress committees die een bijzondere taak vervullen in het begrotingsproces en dus op sleutelposities zitten in het beleid. Het Budget Committee moet in interactie met de Authorizing Committees en de president algemene begrotingsdoelstellingen opstellen ("budget resolution"). Deze begrotingsdoelstellingen dienen als referentie voor het beleid van de andere committees. Het Appropriations Committee zorgt voor de feitelijke toewijzing van de middelen en heeft dus een viserende bevoegdheid over de middelen die het Congress toekent. Dit committee is onderverdeeld in 14 functionele subcommittees (Van Reeth 2002). Deze Budget Committees en Appropriations Committees vormen samen met de

9 Institutionele context 9 Authorizing Committees de groep van Standing Committees. Hiernaast zijn er de Select Committees en de Joint Committees, die beide een specifieke overzichtsbevoegdheid hebben. Select Committees behoren tot één specifieke kamer, terwijl Joint Committees zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van House en Senate (US Senate about_committees.htm). Met betrekking tot deze geval studie is in het Huis van Afgevaardigden het Commitee on Govemment Reform van belang, en specifiek het Subcommittee on Civil Service and Agency Organisation. In de Senate ligt het gewicht voor deze materie bij het Commitee on Govemmental Affairs, in het bijzonder bij het Subcommittee on Oversight of Government Management, the Federal Workforce, and the District of Columbia (US Senate about_committees.htm; House of Representatives Uiteraard spelen in beide kamers ook de Budget Committees en de Appropriations Committees een niet te verwaarlozen rol. Het Congress heeft in de Constitution als enige de bevoegdheid gekregen om geld uit de schatkist aan bepaalde doeleinden toe te wijzen. Alle geldstromen voor de overheid gaan dan ook via dit kanaal. De functioneel bevoegde Committees (Authorizing) spelen een minder belangrijke rol. Toch hebben deze een zeer belangrijke oversight-bevoegdheid over de agentschappen en departementen die inhoudelijk bij het committee aansluiten. Bovendien kan alleen het Congress nieuwe departementen of agentschappen oprichten. De "waakzaamheid" die de committees zichzelf toedichten, leidt tot een zeer sterke controle over de onderdelen van de uitvoerende macht. In vele gevallen beschouwen de leden van het Congress de agentschappen eerder als extensies van het Congress dan wel als onderdelen van de uitvoerende macht. De installatie van Chief Financial Officers in agentschappen (door de President politiek benoemde ambtenaren wiens benoeming door het Congress bevestigd moet worden), een verdere professionalisering van de ondersteuning van de staf van de Congress leden en een verdere uitbouw van de GAO hebben de greep van het Congress op de verschillende agentschappen vergroot. Deze macht situeert zich echter vooral op het programmatorische (beleidsinhoudelijke) vlak, eerder dan op de opbouw en het management van de agentschappen of departementen (Rosenbloom 2002). Het management van een agentschap is voorlopig, de activiteiten van de Oversight Committees buiten beschouwing gelaten, nog geen issue op Capitol Hill, hoewel dit perfect hard te maken valt binnen het wettelijke kader. De Committees van House en Senate hebben echter niet dezelfde bevoegdheden in deze materie (een overzicht en vergelijking van de Committees in bijlage 4). Over het algemeen weegt het Committee on Government Reform van de Senate het zwaarst. De bevoegdheden van dit Committee zijn ook ruimer geformuleerd (US Senate

10 Institutionele context 10 Een ander punt is dat de leden van de Senate vaak meer interesse hebben in de hervorming van het overheidsapparaat. In het kader van dit onderwerp, en meer bepaald GPRA, hebben de Senatoren Roth en Glenn een belangrijke rol vertolkt. De langere termijn van senatoren (6 jaar, tegenover 2 jaar voor Representatives) speelt hierin een niet onbelangrijke rol. Het Subcommittee on Oversight of Government Management, the Federal Workforce, and the District of Columbia is niet verlamd door electorale belangen, die wel spelen bij de leden van het House. Deze verkozenen zijn immers vaak afkomstig uit districten rondom Washington DC, waar veel federale ambtenaren wonen en houden zich eerder bezig met het tevreden stellen van hun electoraat dan wel met de hervorming van de overheid. In tegenstelling tot de leden van het House, zijn senatoren niet permanent op campagne. Dit houdt in dat leden van de Senate zich grondiger kunnen inwerken in een materie en veel meer rendement putten uit hun leerperiode. Het komt immers zelden voor dat verkozenen expert zijn in de materie van openbaar bestuur. Leden van het House zijn in bepaalde gevallen na deze leerperiode opnieuw van het politieke toneel verdwenen. De senatoren Voinovich (R-Ohio), Durbin (D-Illinois) en Akake (D-Hawai) vertolken in het hele proces dan ook een voortrekkersrol. Vooral senator Voinovich, die in President Bush eindelijk een partijgenoot had gevonden met interesse in het management van de overheid, was hierbij van belang. General Accounting Office Naast de leden van beide kamers, zijn in de wetgevende macht ook een aantal ondersteunende instellingen opgenomen die van belang zijn. Het General Accounting Office (GAO) is het audit-, het evaluatie- en onderzoeksorgaan van de wetgevende macht. Aan het hoofd van GAO staat de Comptroller General. Daaronder zijn er 11 teams actief, die audits uitvoeren op programmatorische basis. Daarnaast zijn er nog twee teams actief die niet met financiële audits bezig zijn: het methodology team, dat zich voornamelijk met methodologie en economische modellen bezighoudt, en het strategic studies team, dat strategische uitdagingen bestudeert. Deze teams opereren niet op programmatorische basis maar bestrijken de gehele federale overheid (Vandenabeele en Hondeghem Box 2 : Organogram GAO

11 Institutionele context b). Tot in de jaren '70 vervulde GAO voornamelijk de functie van rekenkamer. In 1966 oriënteerde de toenmalige Comptrollor General zich naast deze financiële audits ook op meer management-gerichte vraagstukken. Op het einde van zijn termijn, in 1981, was GAO een organisatie die zich lang niet meer alleen met technische audits inhield. In deze hoedanigheid voert het vandaag ook nog. verschillende studies uit die betrekking hebben op beleid en aansturing van de administratieve overheid (GAO In dit opzicht heeft GAO een belangrijke stem als informatiesluis voor de leden van House en Senate. De huidige Comptroller General David Walker, die benoemd is voor een termijn van 15 jaar, heeft een bijzondere interesse in Human Capital. Nadat hij ervaring had opgedaan zowel in de overheidssector (Department of Labor) als in de private sector, was hij gedurende bijna 10 jaar lang managing partner bij Arhur Andersen voor Human Capital. Hij heeft niet alleen een sterke interesse voor dit onderwerp, maar hij past de principes die hij uitdraagt ook toe in de eigen organisatie, wat van GAO een voorbeeld-organisatie maakt voor de rest van de overheid. De President en het Executive Office De andere belangrijke speler is uiteraard de President. De Constitution bekleedt hem met de uitvoerende macht, een bevoegdheid die in zeer algemene termen gedefinieerd is. Ware het niet dat het Congress zulke verdragende bevoegdheden opeiste, dan zou de President over enorme discretie beschikken bij het uitvoeren van beleid. Desondanks heeft de President echter nog steeds een grote impact op de administratie. Deze wordt immers niet zonder reden genoemd naar de president (cf. Bush-administration, Clintonadministration,...). Los van het feit dat de President Executive Orders kan uitvaardigen, kan hij via een drietal kanalen invloed uitoefenen: via zijn Executive Office, via de politiek benoemden ('politicals') en indirect via het Congress. Het Executive Office of the President (EOP) bevat de belangrijkste adviesorganen van de President. Het geeft dan ook weer op welke terreinen de President actief is. Zo heeft G.W. Bush een Office of Homeland Security opgericht binnen het Executive Office. Pas nadat duidelijk was dat het Congress slechts geld voor Homeland Security wilde vrijmaken als het zelf zeggenschap kreeg, schaarde hij zich achter de plannen van het Congress om een Department of Homeland Security op te richten binnen de reguliere administratie (Vandenabeele en Hondeghem 2003d). Een ander belangrijk adviesorgaan is de National Security Council, die zich bezighoudt met het veiligheidsbeleid. Op het vlak van organisatie van de administratie is het Office of Management and Budget (OMB) een zeer machtig kanaal om het presidentiële beleid te sturen.

12 Institutionele context 12 Het Office of Management and Budget (toen nog Bureau of Budget) is in de jaren '30 vanuit de reguliere administratie naar de EOP verhuisd, precies om de President meer controle te geven over de budgetten. OMB werd in 1970 opgericht om het presidentiële budget te beheren en uit te voeren. Hiertoe bereidt OMB de jaarlijkse begrotingsaanvragen voor, en zorgt voor de implementatie hiervan. Alle budgetten die de verschillende departementen en agentschappen opmaken, moeten via OMB naar het Congress. Dit laat de President toe om in grote mate sturend op te treden bij de begrotingsopmaak (Bowles 1993). OMB heeft naast een budgettaire functie echter ook nog een managementfunctie. OMB stuurt het management binnen de federale overheid door best practices te promoten en poogt efficiënte en kwaliteitsvolle beleidsprestaties van agentschappen en departementen te verzekeren. OMB zorgt tevens voor een afstemming van de activiteiten van de overheid op het programma van de president. Daarnaast verzorgt OMB het Regulatory Review, een wetgevende functie (Bouckaert, Scheers, Sterck en Van Reeth 2002). Box 3 : Organogram OMB De Director van OMB wordt bijgestaan door twee Deputy-directors, waarvan één specifiek voor Management. OMB is net zoals GAO programmatorisch ingedeeld. Binnen de verschillende programmatorische offices zijn er desk-officers (of examiners) actief die instaan voor specifieke agentschappen. Deze desk-officers (en hun staf) worden als het ware het gezicht en het aanspreekpunt

13 Institutionele context 13 Om het beleid te coördineren over de verschillende agentschappen en departementen heen, maakt men gebruik van verschillende managementraden - President s Management Council : Verenigt de COO s of de verantwoordelijken voor management van alle departementen en van agentschappen die door de President zijn aangewezen. De raad wordt voorgezeten door de Deputy-Director for Management van OMB (Clay Johnson). - Chief Financial Officers Council : Verenigt de Chief Financial Officers van de agentschappen en departementen die vermeld zijn in de Chief Financial Officers Act. De raad wordt voorgezeten door de Deputy-Director for Management van OMB (Clay Johnson). - Chief Information Officers Council : Verenigt de Chief Information Officers van de departementen en agentschappen die in executive order vermeld zijn. De raad wordt voorgezeten door de Deputy- Director van OMB. - Chief Human Capital Officers Council : Verenigt de Chief Human Capital Officers van de departementen en agentschappen die vermeld zijn in de Chief Financial Officers Act. De raad wordt voorgezeten door de Director van OPM (Kay Cole James). De vice-voorzitter is de Director for Managment van OMB (Clay Johnson) Box 4 : De verschillende managementraden voor een specifiek agentschap. Alle informatie en processen verlopen via deze personen en deze personen staan ook in voor alle beslissingen omtrent budget, wetgeving en beleid betreffende de hun toegewezen organisatie. Het betreft hier dus een zeer sterke delegatie van bevoegdheden (hoewel de beslissingen in principe nog herroepen kunnen worden door de leidende ambtenaren) (Vandenabeele en Hondeghem 2003f). Omwille van hun budgettaire bevoegdheden, kunnen de ambtenaren van OMB ook heel sterk ingrijpen op andere vlakken van de administratie. In de richtlijnen voor de jaarlijkse budget-opmaak zijn dan ook heel wat regels met betrekking tot management opgenomen. De Deputydirector van OMB is eveneens voorzitter van de Chief Financial Officers Council (CFOC), voorzitter van de Chief Information Officers Council (CIOC) en vice-voorzitter van de Chief Human Capital Officers Council (CHCOC). Deze raden brengen de topambtenaren van de departementen en de

14 Institutionele context 14 belangrijkste agentschappen samen die verantwoordelijk zijn voor respectievelijk financieel management, informatie management en Human Capital management. Daarnaast is er nog de President s Managment Council, die de politieke managementverantwoordelijken van de agentschappen en departementen (de tweede in lijn een agentschap of een departement : Chief Operating Officer of COO) samenbrengt en wordt voorgezeten door de Deputy-director of Management van OMB. Tenslotte hebben sommige van de Statutory Offices (OMB is opgebouwd als een matrixorganisatie) ook een dusdanige interesse dat ze aparte werkgroepen oprichten voor bepaalde management-aspecten (Vandenabeele en Hondeghem 2003h). Binnen de Executive Branch van de federale overheid zijn er ongeveer 3000 politicals actief. Deze situeren zich ondermeer aan de top van de administratie: de Secretaries van de verschillende departementen (vergelijkbaar met ministers) en in de Senior Executive Service (SES). Ongeveer 10 % van de SES-posities kan politiek ingevuld worden, wat bij 6600 SES' ers neerkomt op 660 politicals. De rest van de politicals zitten verspreid over de administratie in politiek gevoelige posities en in het middenkader (Vandenabeele en Hondeghem 2003d). Deze politicals zijn waarschijnlijk het belangrijkste wapen van de President in zijn strijd met het Congress over de controle van de administratie. Ze zijn immers rechtstreeks afhankelijk van de President, aangezien deze de bevoegdheid heeft om hen willekeurig aan te werven en te ontslaan. In het geval van President GW Bush staan de belangrijkste politicals vaak ook nauw bij de President of waren ze actief betrokken bij zijn campagne. Tenslotte kan de President via het Congress proberen via bepaalde leden invloed uit te oefenen door sponsors te zoeken voor wetsvoorstellen die door zijn administratie zijn uitgewerkt. Dit is echter een subtielere vorm van aansturing die vaak plaats vindt in een ruilverhouding, omwille van de grote onafhankelijkheid van het Congress.

15 Institutionele context 15 De Bureaucratie : Departementen en Agentschappen Box 5 Organogram van de federale overheid

16 Institutionele context 16 De structuur van de Executive Branch in de Verenigde Staten is niet heel erg duidelijk. Vooreerst zijn er de 15 Cabinet Departments. Dit zijn de belangrijkste administratieve entiteiten zoals Department of Defense, Department of State, Department of Homeland Security etc... Deze departementen brengen een aantal functioneel verwante Agencies (of Bureaus) samen en staan onder de leiding van een Secretary. Deze departementen fungeren vaak als holding-maatschappijen waarvan de onderdelen wel verwant zijn, maar geografisch of operationeel ver uit mekaar liggen. De Secretary is politiek benoemd en vervult een rol die vergelijkbaar is met die van een minister. Daarnaast zijn er een aantal agentschappen die niet ressorteren onder één van de Cabinet Departments. Dit zijn de Independent Agencies. Hiervan zijn er een 90-tal en ze worden geleid door een politiek benoemd hoofd (Administrator, Director, Head,...). De hoofden van deze agentschappen zijn eveneens politiek benoemd, maar hun rol weegt minder zwaar op het politieke leven dan die van de Secretaries. Een uitzondering hierop zijn de hoofden van de Cabinet Level Agencies. Dit zijn agentenschappen die wel in het Cabinet van de President zijn opgenomen (Bv. CIA). Naast deze twee administratieve hoedanigheden (Cabinet Department en Agency) is er nog een veelheid aan Boards en Commissions. Op deze laatste heeft de President meestal minder invloed, aangezien de hoofden van deze organisaties meestal vaste (doch politiek benoemde) mandaten bekleden. De bestaande organisaties worden echter met de regelmaat van de klok in andere categorieën ondergebracht, zodat een eenduidig onderscheid moeilijk te maken valt. Het mag echter duidelijk zijn dat de term agentschap niet geheel dezelfde betekenis heeft als in de Vlaamse context. De term agentschap wordt hier niet voorbehouden voor uitvoerende overheidsorganisaties maar is een algemene term die gebruikt wordt voor een bepaald organisatiedeel binnen de overheid. De verschillende administratieve entiteiten hebben vaak een grote discretionaire bevoegdheid bij het organiseren van hun diensten. Op vlak van management bestaat er dus voor de organisaties behoorlijk wat vrijheid. Deze bevoegdheid komt toe aan de twee in lijn, de Chief Operating Officer (COO). Voor deze functies bestaat een veelheid aan namen: Under-Secretary, Deputy-Secretary, Deputy-Director, Deputy-Administrator, Deze positie werd opnieuw ingesteld in 2001, nadat in de periode van de Clinton-administratie deze positie ook was ingevoerd (Govexec Een tegengewicht voor de autonomie van de administratieve entiteiten vindt de President in de Presidents' Management Council, die de COO's van de belangrijkste overheidsorganisaties samenbrengt, en de andere Councils (CFOC, CHCOC, CIOC) die de hoofden van de verschillende deeltakken van het management samenbrengen. Desondanks kunnen gedreven topambtenaren samen met zijn of haar COO of Director, Administrator of Secretary een sterke impact uitoefenen op de structuur en de managementprocessen binnen de organisatie. Indien er dan ook nog steun is vanuit het Congress, kan men zelfs op zoek gaan naar een versoepeling van de wetgeving. Een voorbeeld hiervan

17 Institutionele context 17 is de Internal Revenu Service, die al sedert 1997 in een hervormingsproces verwikkeld is, en waarvan het HRM als een voorbeeld voor de federale overheid geldt (Thompson en Rainey 2003). Office of Personnel Management Een andere organisatie die zich bezig houdt met de horizontale taken binnen de administratie is het Office of Personnel Management (OPM). Sedert de oprichting in 1978 vertolkt dit orgaan de rol van adviseur in het presidentiële personeelsbeleid. Nochtans is dit orgaan niet gesitueerd binnen de Executive Office (zoals OMB) maar is het één van de Independent Agencies (omwille van de politieke betekenis en de specifieke taak). Belangrijk hierin was voornamelijk de toezichtsfunctie op het personeelsbeleid van de agentschappen (MSPB 2001). Het betreft hier onder meer toezicht op de basisregels die de rechten van de federale ambtenaren opsommen, de Merit Principles. Daarnaast is OPM gedurende de laatste 25 jaar permanent in staat van verandering geweest, wat een constante verschuiving in de accenten die OPM legde met zich meebracht. In een latere paragraaf wordt nog teruggekomen op de evolutie en de rolsverandering die OPM de laatste vijfentwintig jaar in functie van de hervormingen heeft doorgemaakt. In de huidige, meest recente structuur, wordt OPM geleid door een Director die benoemd wordt door de President. Naast de staffuncties zijn er drie grote takken actief binnen OPM. In de eerste plaats beheert OPM het algemene pensioenplan van de federale overheid. Daarnaast is er een divisie Strategic HRM, die zich vooral bezighoudt met een strategische benadering van de verschillende HRM processen. Tot slot is er ook nog de Division for Human Capital Leadership and Merit System Accountability. Deze laatste staat in voor het toezicht op de agentschappen en departementen wat betreft de Merit Principles en assisteert en evalueert de entiteiten wat betreft de implementatie van het Human Capital Project. Deze laatste divisie is net zoals GAO en vooral OMB georganiseerd met deskofficers, die verantwoordelijk zijn voor een bepaald agentschap of een cluster van agentschappen.

18 Institutionele context 18 Box 6 : Organogram OPM

19 Institutionele context 19 Merit Systems Protection Board Een laatste actor die ressorteert onder de executieve en die belangrijk is in de studie van de aansturing van het federale personeelsbeleid is de Merit System Protection Board (MSPB). Ook dit orgaan is één van de Independent Agencies. Deze organisatie wordt geleid door een Board, bestaande uit drie politiek benoemden die een vaste termijn hebben van 7 jaar (niet-hernieuwbaar) : een voorzitter, een vice-voorzitter en een lid. Slechts twee van deze drie mogen van dezelfde partij zijn. In een de-facto twee-partijen-staat als de Verenigde Staten staat dit garant voor een breed draagvlak (Vandenabeele en Hondeghem 2003e). Waar OPM vooral een managementtoezichtsrol uitoefent, vervult de MSPB eerder een juridische rol. In deze functie gaat ze op zoek naar in door Title 5 verboden praktijken en vervolgt ze instanties die zich aan deze praktijken bezondigen (MSPB Daarnaast voert de MSPB ook studies uit met betrekking tot de personeelsfunctie en rapporteert hierover aan de President en het Congress. In dit opzicht is het een significante speler met een informele maar krachtige stem. Besluit Zoals in elke Westerse democratie is het politieke bestel in de Verenigde Staten een wisselwerking tussen de wetgevende (Congress) en de uitvoerende macht (President). Beide worden afzonderlijk verkozen, wat de kans op een 'cohabitation' reëel maakt. Bovendien draagt het feit dat beide machten een verschillend tijdsperspectief hanteren, 4 jaar voor een president, 6 jaar en respectievelijk 2 jaar voor de kamers van het Congress, bij tot de specifieke dynamiek die eigen is aan het Amerikaanse systeem. Er is immers een grotere kans dat een president die eenmaal verkozen is, met een vijandige meerderheid in het Congress geconfronteerd wordt. Op administratief vlak is er binnen de federale overheid dan nog het onderscheid tussen de 15 kerndepartementen en de talloze agentschappen die hieraan verbonden zijn. Daarnaast komt de eigenheid van het Amerikaanse systeem voort uit de wisselwerking tussen de federale en de lokale overheid (staten). Deze 50 staten vertegenwoordigen een hele waaier aan opinies en ideeën. Qua oppervlakte en bevolking kunnen deze staten wedijveren met de oude Europese natiestaten. Dit zorgt voor een grote druk van onderuit op de federale overheid, die zichzelf steeds weer opnieuw moet bewijzen. De bevoegdheden van de verschillende actoren grijpen vaak in op elkaars terrein en er is een voortdurende strijd om de macht over de administratie. De verschillende opdelingen maken dat in het Amerikaanse politieke bestel intrinsiek de concentratie van macht zeer moeilijk te realiseren is (Radin 2000). Projecten die op lange termijn gerealiseerd moeten worden, zullen sowieso over een breder draagvlak moeten beschikken om tot een goed einde gebracht te worden. Het is echter niet evident om dergelijke eensgezindheid te realiseren en zo veranderingstrajecten te voltooien.

20 Overzicht van hervormingen 20 Overzicht en situering van hervormingen die een impact hebben op het federale personeelsbeleid Pendleton Act (Shafritz, Rosenbloom, Riccucci, Naff en Hyde 2001) Voor 1883 was in de Verenigde Staten het ongelimiteerde Spoils System voor de benoeming van ambtenaren van kracht. Na elke verkiezing kon in principe de gehele administratie vervangen worden naar de voorkeur van de President. Hoewel dit niet effectief gebeurde, hing dit principe als een donkere wolk boven de administratie. Na de moord op President Garfield door een gedesillusioneerde 'Office Seeker' (Garfield werd vermoord omwille van het feit dat hij het spoils-system niet toepaste; de moordenaar hoopte op een betrekking na de verkiezing van Garfield) kwam de discussie in een stroomversnelling en werd besloten om het Spoils System drastisch in te perken. De Pendleton Act van 1883 moest een einde maken aan de onduidelijkheid die heerste op het vlak van het federaal personeelsbeleid. De Merit Principles waren de belangrijkste leidraad in het nieuwe beleid. Hierdoor kon personeel afgerekend worden op zijn merites in plaats van op zijn politieke achtergrond. Hiertoe werd ook de Civil Service Commission (CSC) opgericht. Als orgaan van de uitvoerende macht was deze verantwoordelijk voor het personeelsmanagement binnen de administratie. In de eerste fase moest dit orgaan vooral een controle uitoefenen op het nog steeds decentraal gevoerde personeelsbeleid en werd de taak vooral omschreven als "policing". - Recruit qualified individuals from all segments of society and select and advance employees on the basis of merit after fair and open competition. - Treat employees and applicants fairly and equitably, without regard to political affiliation, race, color religion, national origin, sex, marital status, age, or handicapping condition. - Provide equal pay for equal work and reward excellent performance. - Maintain high standards of integrity, conduct, and concern for the public interest. - Manage employees efficiently and effectively. - Retain or separate employees on the basis of their performance. - Educate and train employees when it will result in better organizational or individual performance. - Protect employees from improper political influence. - Protect employees against reprisal for the lawful disclosure of information in "whistleblower" situations (i.e., protect people who report things like illegal and/or wasteful activities Box 7 : Merit priciples Vanaf 1910 speelde de CSC in op de trend naar "scientific management". De centrale gedachte was dat er een ideale manier bestond om elke job uit te voeren, ook in de overheid. Grondig onderzoek kon deze aan het licht brengen en dit moest om efficiëntie-redenen centraal gebeuren. Dit verplaatste de hele problematiek van functie-classificatie naar de CSC. Vanaf 1931 werd het personeelsbeleid verder gecentraliseerd, om zo te komen tot een integratie. In 1938 keerde het tij en werd de decentralisatie opnieuw ingezet. Dit betekende een langzame afkalving van het takenpakket en dit veroorzaakte een

21 Overzicht van hervormingen 21 identiteitscrisis bij de CSC. De Carter-administratie droeg de CSC in 1978 in een nieuwe hervorming uiteindelijk ten grave. Civil Service Reform Act (Shafritz, Rosenbloom, Riccucci, Naff en Hyde 2001) In 1978 moest de Civil Service Reform Act het vastgeroeste personeelsbeleid van de federale overheid nieuw leven inblazen. President Carter had van de overheidsorganisatie immers een issue gemaakt tijdens zijn campagne. Op het vlak van personeelsbeleid werd de CSC afgeschaft en door drie nieuwe organen vervangen. OPM moest de manageriële functie van de CSC overnemen. MSPB moest fungeren als de waakhond van de Merit Principles (die bleven gelden). De Senior Excutive Service (SES) had als missie de mobiliteit van topambtenaren te ondersteunen. De evaluatie van deze hervormingen was bijna 10 jaar na datum niet unisono positief. OPM was in plaats van een managementtool geëvolueerd naar een politiek instrument. De voornaamste doelstelling die OPM nastreefde was de promotie van het presidentiële standpunt, eerder dan het verstrekken van degelijk managementadvies. De cultuuromslag van personeel naar human capital, van werknemers naar klanten en van bureaucratie naar ondernemerschap was te weinig gemaakt (MSPB 2001). De MSPB werd dan weer eerder als te managementgericht geëvalueerd. De eigenlijke doelstelling, de bescherming van werknemers in overheidsdienst, kwam te weinig uit de verf. Ook de SES kwam slecht uit de verf, aangezien de mobiliteit van topambtenaren niet substantieel was toegenomen. In dezelfde periode werd ook een 'quiet crisis' van de overheidstewerkstelling vastgesteld. De Volcker Commission moest de oorzaken van het slechte imago achterhalen en remedies voorstellen. Hoewel de kritiek in eerste instantie behoorlijk scherp was, in de lijn van de eerdere vaststellingen, waren de voorgestelde oplossingen minder scherp. De heroriëntering die door de Volcker Commission werd voorgesteld, betekende vooral dat OPM zich meer op het leiderschap van HRM moest toeleggen en meer beleidsondersteunend en adviesverlenend moest zijn. In de aanbevelingen van de Volcker Commision raakten deze vaststellingen echter op de achtergrond door het gebrek aan politieke interesse en de milde toon. Clinton : National Performance Review en Government Performance and Results Act (Shafritz, Rosenbloom, Riccucci, Naff en Hyde 2001) Ook Bill Clinton maakte van de hervorming van het ambtelijke apparaat één van de programmapunten in zijn kiescampagne. Problematisch was echter dat het Transition Team voor Civil Service, dat na de verkiezing van de nieuwe President de overgang naar de volgende administratie moet voorbereiden, slechts enkele weken tijd had om een programma uit te werken. De ideeën die hieruit voort kwamen, bouwden bovendien niet verder op de aanbevelingen van de Volcker Commission, zodat men vanaf nul moest herbeginnen. Er werden door het Transition Team vier kernpunten naar voren geschoven :

22 Overzicht van hervormingen 22 een reductie van het personeelsbestand, een hervorming van het beloningsbeleid, het imago van de overheid als werkgever verbeteren en een hervorming van de sociale zekerheid voor federale ambtenaren. Tijdens haar eerste termijn kwam de Clinton-administratie niet veel verder dan een massale reductie van het aantal ambtenaren. Hoewel vice-president Gore de National Performance Review (NPR), lanceerde, kreeg de hervorming niet het gevraagde momentum. NPR was geënt op de ideeën die opgetekend stonden in het werk van Osborne en Gaebler (Reinventing Government). De basis van dit werk was dat een cultuur van 'entrepreneurialism" moest geïntroduceerd worden in de overheid. De hervorming had drie op mekaar aansluitende kerngedachten. In de eerste plaats werd gesteld dat om het hoofd te kunnen bieden aan de voortdurende veranderingen binnen de overheid het personeelsbeleid tussen de verschillende agentschappen moest kunnen verschillen. Daarnaast stelde de hervorming dat de prestaties van de overheid verbeteren naarmate dat dit beleid is toegesneden op de organisatie. Ten slotte was NPR gestoeld op de overtuiging dat het toekennen van vrijheden aan het lijnmanagement op het gebied van HRM dit maatwerk vergemakkelijkt. NPR sloeg dus de weg innaar de decentralisering (Thompson 2001). OPM moest in het kader van de 'reinvention' van HRM een voortrekkersrol vervullen om een flexibel, prestatiegericht en gedecentraliseerd personeelsbeleid, gebaseerd op de idee van 'entrepreneurs', op poten te zetten. Hiertoe werden de nodige wetsvoorstellen voorbereid, zodat de hervorming geconsolideerd zou worden. Om het geheel voor de vakbonden aanvaardbaar te maken, beloofde men een uitbreiding van de draagwijdte van het collectief overleg. Tot 1994 was er in het Congress een democratische meerderheid. Deze meerderheid maakte echter geen aanstalten deze wetsvoorstellen snel goed te keuren. Het personeel in de overheid wordt vertegenwoordigd door verschillende vakbonden die eerder functioneel dan ideologisch gestructureerd zijn. Niet iedereen binnen de overheid kan zich aansluiten, leidinggevenden en werknemers met een bijzondere positie zijn hiervan uitgesloten. Omwille van deze beperkingen kan slechts 60 % lid worden. Lidmaatschap is echter niet verplicht, zodat slechts 35 % van de ambtenaren effectief lid is. De collectieve onderhandelingen vinden plaats binnen Bargaining Units. Dit zijn concrete groeperingen van werknemers op basis van hun jobs of geografische spreiding. De ruimte voor het collectief onderhandelen is zeer beperkt : loononderhandelingen of arbeidsduur kunnen niet in collectieve overeenkomsten opgenomen worden. Hierdoor onderhandelt men vaak over triviale zaken (parkeerplaatsen of computerschermen) zodat managers de vakbonden vaak als een last ervaren. Box 8 : Structuur vakbonden en collectief overleg Na 1994 waren de democraten echter in de minderheid. Ook de vakbonden trokken hun steun in, omdat ze vreesden dat het Congress nu enkel voor de vakbonden ongunstige maatregelen zou nemen. De wetsvoorstellen werden dus getorpedeerd door de vakbonden, die de Clinton-administratie nochtans goed gezind waren. Omwille van het gebrek aan politiek steun vanuit het Congress, bleef de impact van deze hervormingen beperkt. Omdat het republikeinsgezinde Congress elke medewerking weigerde, werd de hervorming van OPM vanuit de Executive Branch gestuurd (Shafritz, Rosenbloom, Riccucci, Naff en Hyde 2001). Gore zocht zijn heil in een aanpak die agentschapspecifiek was. Hiertoe poogde hij de Demonstration-Project Authority te gebruiken. Oorspronkelijk diende deze

23 Overzicht van hervormingen 23 bevoegdheid om nieuwe vormen van personeelsbeleid uit te testen. Gore gebruikte deze echter om permanent een grotere flexibiliteit toe te kennen aan agentschappen. Daarnaast maakte Gore gebruik van Performance Based Organizations (PBO), die niet ressorteerden onder Title 5 en dus een ruime flexibiliteit genoten. Het Congress moest deze PBO's goedkeuren, met als gevolg dat er slechts twee organisaties dit status verkregen van het republikeinse Congress. Een laatste instrument in de agentschap-specifieke aanpak van Gore was op zoek gaan naar specifieke uitzonderingen op Title 5 voor organisaties die in principe niet in aanmerking kwamen voor het PBO status. Organisaties die hiervoor in aanmerking kwamen, stonden meestal in de belangstelling van het Congress omdat ze Binnen de federale overheid biedt de wet agentschappen of departementen heel wat mogelijkheden om zich aan (delen van) het algemene personeelsstatuut te onttrekken. - Demonstration Project Authority : Uitzonderingen op Title 5 worden verleend in het kader van een experimenteel personeelssysteem dat later van toepassing kan zijn op de hele federale overheid. OPM en het Congress moeten dit goedkeuren. - Performance Based Organization : Er wordt een COO aangesteld voor een beperkte termijn. Deze werkt binnen een prestatie-overeenkomst met het hoofd van het departement. In dit kader kan de COO Demonstration Authority aanvragen bij OPM. Box 9 : Bestaande uitzonderingsregels op Title 5 er niet in slaagden met de beschikbare middelen flagrante crisissen te bedwingen (Thompson 2001). - Specifieke uitzonderingen : Bij wet worden specifieke uitzonderingen toegestaan op in te spelen op bijzondere situaties. Dit proces verloopt via het Congress. Gore stuurde deze hervormingen echter buiten het witte huis en buiten de administratie om. De President zelf was dus heel weinig betrokken bij de NPR. Mensen uit de agentschappen werden gedetacheerd naar System-Reinvention Teams (die algemene functies moesten herwerken) en agentschap-specifieke Redesign Teams, verantwoordelijk voor specifieke agentschappen. Deze aanpak leidde echter tot conflicten met de bestaande administratieve organen. Delen van OMB die als concurrerend werden beschouwd, werden afgebouwd of hervormd. Pas nadat NPR op legislatief vlak bakzeil had gehaald, werd OMB betrokken (Vandenabeele en Hondeghem 2003f). Ook OPM werd hervormd, wat neerkwam op een afslankoperatie met 50%. De successen die Al Gore boekte met NPR, werden nooit gevaloriseerd, omdat hij er niet in slaagde deze te communiceren. In zijn kiescampagne is deze hervorming dan ook nooit vermeld geweest. Ongeveer tegelijkertijd werd vanuit het Congress echter een parallelle vernieuwingsoperatie opgezet die breder geïnspireerd was. Vanuit het Committee on Governmental Affairs van de Senate kwam in 1990 een wetsvoorstel dat een aanzet moest geven naar een prestatiegerichte overheid. Het wetsvoorstel legde een directe link tussen programmatorische prestaties en begroting en stelde dat meetbare doelstellingen een conditio sine qua non waren voor elke toekenning van middelen. Dit voorstel was gebaseerd op het systeem dat werd toegepast in Sunnyvale, Californië. Het was er ingevoerd door burgemeester John Mercer, die intensief zijn medewerking verleende aan de voorstellen van Senator Roth. Ook OMB toonde interesse voor de voorstellen van Senator Roth en

24 Overzicht van hervormingen 24 vormde zo een federaal ingesteld tegengewicht tegen de lokaal geïnspireerde ideeën van Mercer. Omdat de voorstellen in de eerste versie echter heel drastisch waren, werd in de volgende zitting van de Senate een aangepaste versie ingediend (met democratische steun; Senator Glenn). De directe link tussen begroting en prestaties werd geschrapt en er werd een grotere nadruk gelegd op een cyclus van strategische meerjarenplannen en jaarlijkse prestatieplannen en rapporteringen. In het House werd tegelijkertijd een identiek voorstel ingediend zodat er een breed draagvlak voor de hervorming was in de wetgevende macht. In de uiteindelijke versie van 1993, die de Government Performance and Results Act (GPRA) zou gaan heten, werd de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de implementatie bij OMB gelegd (Van Reeth 2002; Bouckaert, Scheers, Sterck en Van Reeth 2002). De kern van GPRA was dat de administratie voortaan gebruik zou maken van strategische plannen met een scope van 5 jaar. Deze meerjarenplannen werden geconcretiseerd in jaarlijkse prestatieplannen. Eveneens jaarlijks zou er een rapportering volgen, op basis van eerdere prestatieplannen. Tegelijkertijd werd ook een grote graad van manageriële vrijheid toegekend aan de departementen en agentschappen, zodat er een sterk gedecentraliseerde situatie ontstond (Van Reeth 2002). Het voordeel van GPRA is dat de implementatie gespreid is over meerdere jaren. Tussen de goedkeuring in 1993 en de eigenlijke start in 1997 werd een ruime periode voorzien om met behulp van pilootprojecten de gebruikers met de principes vertrouwd te maken. Eenmaal gestemd, werd de administratie de rust gegund om in alle sereniteit zich hierop voor te bereiden. Dit was mede mogelijk door de brede consensus die bestond, men moest immers niet vrezen dat GPRA door een ander hervormingsproject in de vergeethoek gedrumd zou worden. Ook het Witte huis, dat gelijktijdig bezig was met de implementatie van NPR, sloot zich aan bij dit draagvlak. President Clinton zag in GPRA immers een middel om een aantal doelstellingen (focus op prestaties, intern management verbeteren, decentralisering, ) van de NPR te realiseren (Radin 1998). Bovendien was GPRA in voldoende abstracte termen geformuleerd, zodat de consensus niet ondermijnd werd in de periode tussen goedkeuring en implementatie. Een probleem met GPRA was echter dat het zeer gericht was op de prestaties op programmatorisch gebied, maar dat de management-aspecten van het beleid tussen de plooien vielen. Zeker wat betreft HRM, werd er zeer weinig rekening gehouden met de impact die GPRA op het personeelsbeleid had. In de eerste jaren werden, omwille van de beperkte visie op GPRA, de HR-middelen teruggedrongen, omdat er geen verband werd gezocht tussen prestaties van programma s en het ondersteunende HRpersoneel. Het aantal personeelsleden per HR-staflid ('Servicing Ratio') werd in sommige gevallen verdubbeld door GPRA. Ook het kaderpersoneel werd sterk uitgedund door GPRA (Vandenabeele en Hondeghem 2003a). Naast de afslankingen die door de NPR vereist werden, betekende dit een extra aderlating voor de agentschappen. Bovendien was GPRA zeer complex, wat de bevattelijkheid door degenen die geen expert in de materie zijn, bemoeilijkt (bv. leden van het Congress) (Vandenabeele en Hondeghem 2003j).

Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding

Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding Veerle Conings, wetenschappelijk medewerker, Instituut voor de Overheid (K.U.Leuven) 1 Historiek hervormingen

Nadere informatie

Mandaten in internationaal perspectief

Mandaten in internationaal perspectief Mandaten in internationaal perspectief Tips voor de Vlaamse en federale overheid Putseys Line Situering onderzoek Contractmanagement en topambtenaren: Contractualisering van de sturingsrelatie: van traditioneel

Nadere informatie

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1 SBOV B-project 2010 Slagkrachtige Overheid 21 september 2010 Projectcoördinator: Projectuitvoering: Prof. Dr. Geert Bouckaert Jesse Stroobants SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent.

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent. K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be Workshop: Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Australische en Britse

Nadere informatie

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004

Studiedag De modernisering van het begroten in België. Brussel, 11 mei 2004 Studiedag De modernisering van het begroten in België Brussel, 11 mei 2004 Internationale trends in overheidsbegroten Prof. dr. Geert Bouckaert A. Internationale trends Inhoud 1. Gebruik van prestatiegegevens

Nadere informatie

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018

Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 Organisatie van advies en inspraak van het lokaal cultuurbeleid 2013-2018 1. DOELSTELLING : ADVIES EN INSPRAAK BIJ HET LOKAAL CULTUURBELEID 1.1. Met het oog op de voorbereiding en de evaluatie van het

Nadere informatie

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister Henny De Baets Administrateur-generaal 07.05.2009 Visie op het thema What s the problem? : focus Trends breken of

Nadere informatie

REGLEMENT EXECUTIVE COMMITTEE POSTNL N.V. Vastgesteld door de Raad van Bestuur op 29 september 2017

REGLEMENT EXECUTIVE COMMITTEE POSTNL N.V. Vastgesteld door de Raad van Bestuur op 29 september 2017 REGLEMENT EXECUTIVE COMMITTEE POSTNL N.V. Vastgesteld door de Raad van Bestuur op 29 september 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina Introductie; Definities....3 Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Hoofdstuk III. Hoofdstuk

Nadere informatie

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen.

Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de. Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Advies van de Executive Board van het Europees Netwerk van Raden voor de Justitie (ENRJ) over de aanvraag van de Krajowa Rada Sądownictwa uit Polen. Het ENRJ heeft een verzoek tot samenwerking ontvangen

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Opdracht en algemene werkingsregels 1 - Het remuneratiecomité heeft aandacht voor het strategische beleid en neemt hierin een adviserende

Nadere informatie

De modernisering van de controlepiramide vanuit internationaal perspectief

De modernisering van de controlepiramide vanuit internationaal perspectief De modernisering van de controlepiramide vanuit internationaal perspectief prof. dr. Geert Bouckaert Brussel, 12 mei 2005 INSTITUUT VOOR DE OVERHEID 1 Structuur van de presentatie 1. Inleiding 2. Externe

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Een digitale Vlaamse overheid

Een digitale Vlaamse overheid Een digitale Vlaamse overheid Onderzoeker: Stijn Wouters Promotor: prof. dr. ir. Joep Crompvoets Herman Teirlinck, Brussel. 17 september 2018 Een digitale Vlaamse overheid Hoofdonderzoeksvraag: Hoe kan

Nadere informatie

VR DOC.0332/2BIS

VR DOC.0332/2BIS VR 2017 3103 DOC.0332/2BIS Voorontwerp van decreet tot oprichting van het Overlegcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

Reglement. Auditcommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V.

Reglement. Auditcommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V. Reglement Auditcommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V. 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: - Auditcommissie: de auditcommissie van de raad van commissarissen van de vennootschap;

Nadere informatie

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing Wat u zeker moet weten over Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN AUDIT VLAANDEREN www.auditvlaanderen.be 1 Inhoud AUDIT VLAANDEREN 5 INTERNE CONTROLE OF ORGANISATIEBEHEERSING?

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 13 oktober 2008 (21.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2007/0163 (COD) 11263/08 ADD 1 EDUC 173 MED 39 SOC 385 PECOS 16 CODEC 895 O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft:

Nadere informatie

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager 1/5 Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager I. FUNCTIEBENAMING Formatie Directe Leidinggevende contractueel administratief personeel algemeen directeur II. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM )

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) Artikel 1 - Comité Krachtens artikel 3bis, 17 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale

Nadere informatie

2.5. Opzetten van een Bijzondere Onderhandelingsgroep (BOG). Stappen

2.5. Opzetten van een Bijzondere Onderhandelingsgroep (BOG). Stappen 2.5. Opzetten van een Bijzondere Onderhandelingsgroep (BOG). Stappen 2.5.0. Inleiding over het opstarten van een BOG Opstarten van een bijzondere onderhandelingsgroep (BOG) Wetenschappelijk onderzoek en

Nadere informatie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT KEMPEN N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 8 december 2017 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden Bijlage a Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden De functie van de Raad van Commissarissen. In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden

Nadere informatie

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies Voorstellen herziene Corporate Governance Code De voorstelllen voor de nieuwe corporate governance code Compliance versus impact Zeist, 8 juni 2016 Commissie Peters

Nadere informatie

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9 Auditcharter Van HET AGENTSChap AUDIT VLAANDEREN 1 / 9 Inhoudsopgave MISSIE VAN HET AGENTSCHAP AUDIT VLAANDEREN... 3 ONAFHANKELIJKHEID... 4 OBJECTIVITEIT EN BEKWAAMHEID... 5 KWALITEIT VAN DE AUDITWERKZAAMHEDEN...

Nadere informatie

Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager. Een internationale vergelijking

Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager. Een internationale vergelijking Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager Een internationale vergelijking Algemeen onderzoek Beleidsgericht onderzoek naar mandaatsystemen: (Inter)nationaal vergelijkend onderzoek naar

Nadere informatie

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS

PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS PROFIELSCHETS RAAD VAN COMMISSARISSEN WONINGSTICHTING VAALS 1. De functie van de Raad van Commissarissen In deze profielschets wordt eerst ingegaan op de achtergronden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse Instellingen, inzonderheid op de artikelen 42 en 63; Samenwerkingsakkoord tussen de staat, de gemeenschappen, de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie en de gewesten tot oprichting van een algemene gegevensbank Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus

Nadere informatie

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Sense Template. Toegevoegde waarde vanuit inhoud

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Sense Template. Toegevoegde waarde vanuit inhoud Sense Template BluefieldFinance Toegevoegde waarde vanuit inhoud De Organisatie Opgericht 2007 Bluefield Finance is als onderdeel van Bluefield Partners in 2007 opgericht door 2 ervaren financials met

Nadere informatie

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018

DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM. Reglement. Raad van Toezicht. november 2018 DIERENOPVANGCENTRUM AMSTERDAM Reglement Raad van Toezicht november 2018 Vastgesteld door de RvT in de vergadering van 19 november 2018 Inleiding Binnen de Stichting Dierenopvangcentrum Amsterdam II (Stichting)

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Nieuwe start Nieuwe rol opnemen Onzekerheden Spelregels bepalen Goede afspraken maken goede vrienden Elk zijn eigen rol - politiek

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

a) de beleidsvisie en over de initiatieven die er op gemeentelijk vlak kunnen genomen worden.

a) de beleidsvisie en over de initiatieven die er op gemeentelijk vlak kunnen genomen worden. Statuten Januari 2013 Artikel 1. De Raad voor Internationale Samenwerking is de adviesraad van de gemeente voor ontwikkelingssamenwerking en Noord-Zuidproblematiek DAC (Development Assistance Committee)

Nadere informatie

IPMA Interessegroep Project- en Programmamanagement bij de Overheid PROFESSIONEEL OPDRACHTGEVERSCHAP BIJ DE OVERHEID. 9 september 2014 George Leih

IPMA Interessegroep Project- en Programmamanagement bij de Overheid PROFESSIONEEL OPDRACHTGEVERSCHAP BIJ DE OVERHEID. 9 september 2014 George Leih IPMA Interessegroep Project- en Programmamanagement bij de Overheid PROFESSIONEEL OPDRACHTGEVERSCHAP BIJ DE OVERHEID 9 september 2014 George Leih MIJN ACHTERGROND 2002 - nu 30+ projecten geauditeerd UWV,

Nadere informatie

Workshop Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Tweede Editie

Workshop Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Tweede Editie Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen Workshop Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Tweede Editie Evoluties in resultaatgericht financieel management in Canada en Nederland

Nadere informatie

Beschrijving. Kan je altijd terugvinden in de meest actuele versie van het goedgekeurde organogram.

Beschrijving. Kan je altijd terugvinden in de meest actuele versie van het goedgekeurde organogram. Functiekaart 1 IDENTIFICATIEGEGEVENS Item Beschrijving Functiefamilie Functietype Functiegraad Functietitel Niveau Leidinggevend Strategisch Groepscoördinator Strategisch Leidinggevend Groepscoördinator

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V.

REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. REGLEMENT VOOR DE AUDIT, COMPLIANCE EN RISICO COMMISSIE VAN PROPERTIZE B.V. Datum: 11 mei 2015 Artikel 1. Definities AvA: Commissie: Reglement: RvB: RvC: Vennootschap: de algemene vergadering van aandeelhouders

Nadere informatie

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning Functiefamilie ES Experten ondersteuning DOEL Instrumenten en methodes ontwikkelen* en aanpassen in een domein en de interne klanten ondersteunen bij de implementatie ervan teneinde de werking van de te

Nadere informatie

VR DOC.1037/1

VR DOC.1037/1 VR 2016 3009 DOC.1037/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

De type-functies en de bijbehorende competenties

De type-functies en de bijbehorende competenties IRISteam De type-functies en de bijbehorende competenties Le Service Ressources Humaines De type-functies 1. De competenties voor de functies van klasse 0... 3 Logistiek Assistent_Toc374542571 2. De competenties

Nadere informatie

Reglement. Remuneratie- en Benoemingscommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V.

Reglement. Remuneratie- en Benoemingscommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V. Reglement Remuneratie- en Benoemingscommissie Raad van Commissarissen Mn Services N.V. 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: - AVA: de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap;

Nadere informatie

VR DOC.0131/1

VR DOC.0131/1 VR 2019 0802 DOC.0131/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de vergoeding van de voorzitters, de leden

Nadere informatie

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID BESTUURSDECREET Art. III.74. Er wordt een stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid opgericht. Het stuurorgaan heeft, binnen de krijtlijnen

Nadere informatie

Beschrijving. Kan je altijd terugvinden in de meest actuele versie van het goedgekeurde organogram.

Beschrijving. Kan je altijd terugvinden in de meest actuele versie van het goedgekeurde organogram. Functiekaart 1 IDENTIFICATIEGEGEVENS Item Beschrijving Functiefamilie Functietype Functiegraad Functietitel Niveau Administratief Coördinerend Teamcoördinator Coördinerend Administratief Teamcoördinator

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015 Algemeen Mede naar aanleiding van de kredietcrisis en de Europese schuldencrisis in 2011 is een groot aantal codes,

Nadere informatie

Profielschets Raad van Commissarissen

Profielschets Raad van Commissarissen Profielschets Raad van Commissarissen Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 18 maart 2009 en laatstelijk gewijzigd in 2014. 1. Doel profielschets 1.1 Het doel van deze profielschets is om uitgangspunten

Nadere informatie

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Balanced Scorecard. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Balanced Scorecard Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 9 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 DE

Nadere informatie

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Toegevoegde waarde vanuit inhoud

BluefieldFinance. BluefieldFinance. Toegevoegde waarde vanuit inhoud Toegevoegde waarde vanuit inhoud De Organisatie 1 De Organisatie Bluefield Finance is als onderdeel van Bluefield Partners in 2007 opgericht door 2 ervaren financials met een uitgebreide expertise in business-

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Voor akkoord Vacant Datum + handtekening Voorzitter strategische adviesraad

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

De rol van de leidinggevende ambtenaar

De rol van de leidinggevende ambtenaar De rol van de leidinggevende ambtenaar Onderzoek maart 2007 1 Indigov is een spin-off van de K.U.Leuven, gespecialiseerd in onderzoek en advies inzake de informatiemaatschappij, nieuwe media, e-government

Nadere informatie

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent

Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke. sector. Filip De Rynck. Hogeschool Gent Stedelijk netwerken en de verhouding met de publieke sector Filip De Rynck De eeuw van de samenwerking Van Government naar Governance toenemende onderlinge afhankelijkheid voor meer en meer complexe problemen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN Administratie Ambtenarenzaken. - Afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid Ter uitvoering

Nadere informatie

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Doel gemeentedecreet: gemeenten een keuzemenu aanbieden Twee soorten verzelfstandiging: - Intern: geen rechtspersoonlijkheid:

Nadere informatie

Interne controle en risicobeheer

Interne controle en risicobeheer COMMISSIE CORPORATE GOVERNANCE PRIVATE STICHTING Interne controle en risicobeheer Richtlijnen in het kader van de wet van 6 april 2010 en de Belgische Corporate Governance Code 2009 Hulpdocument voor het

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Performance Management: hoe mensen motiveren met cijfers?

Performance Management: hoe mensen motiveren met cijfers? Performance Management: hoe mensen motiveren met cijfers? Prof. Dr. Werner Bruggeman www.bmcons.com De High Performance Organisatie Kenmerken van hoogperformante organisaties (Manzoni): 1. High level of

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan het diensthoofd vrije tijd.

Functiekaart. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan het diensthoofd vrije tijd. Functie Graadnaam: Deskundige Functienaam: Jeugdconsulent Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Vrije tijd en welzijn Dienst: Jeugd-en sportdienst Subdienst: FB-09-02-01 Doel van de entiteit De afdeling

Nadere informatie

Vlaamse Regering.^SLT

Vlaamse Regering.^SLT Vlaamse Regering.^SLT Besluit van de Vlaamse Regering inzake de werking en de samenstelling van de Vlaamse Luchthavencommissie DE VLAAMSE REGERING. Gelet op het decreet van 7 mei 2004 Inzake de Sociaal-Economische

Nadere informatie

Datum 24 februari 2017 Betreft Vragen van het lid Merkies (SP) over het bericht ''Trump draait nieuwe bankenregels Dodd-Frank terug''

Datum 24 februari 2017 Betreft Vragen van het lid Merkies (SP) over het bericht ''Trump draait nieuwe bankenregels Dodd-Frank terug'' > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Kortom, van visie naar werkelijkheid!

Kortom, van visie naar werkelijkheid! Wie zijn wij Scopeworks is een internationaal bureau wat zich richt op executive search, interim management en consulting. Ons kantoor is gevestigd in Nederland en vanuit hier worden onze diensten wereldwijd

Nadere informatie

SBOV B-project juni SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid» 1

SBOV B-project juni SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid» 1 SBOV B-project 2010 Slagkrachtige Overheid 22 juni 2010 Projectcoördinator: Projectuitvoerder: Prof. Dr. Geert Bouckaert Jesse Stroobants SBOV II Instituut voor de Overheid B-project «Slagkrachtige Overheid»

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling Gemeente Tiel Verordening op de ambtelijke bijstand 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD EN DE STRUCTUUR VAN HET MEERJARENBELEIDSPLAN VAN DE HULPVERLENINGSZONES. (B.S. 12.09.2014) Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist Doel van de functiefamilie Vanuit de eigen technische specialisatie voorbereiden en opmaken van plannen, ontwerpen of studies en de uitvoering ervan opvolgen specialistische

Nadere informatie

VR DOC.1608/1BIS

VR DOC.1608/1BIS VR 2018 2112 DOC.1608/1BIS VR 2018 2112 DOC.1608/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS BIS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de vergoeding

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

DE SOCIALE VERKIEZINGEN IN 12 VRAGEN

DE SOCIALE VERKIEZINGEN IN 12 VRAGEN DE SOCIALE VERKIEZINGEN IN 12 VRAGEN Versie december 2015 Content Inleiding... 1 Wanneer vallen de verkiezingen? Wat is een verkiezingskalender?... 2 In welke bedrijven worden verkiezingen gehouden? Wanneer

Nadere informatie

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) 1 Erkenning Artikel 1: in de gemeente Kaprijke wordt het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) opgericht conform de richtlijnen van het Besluit

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Case 1: de fusie. Wat was de aanleiding om 3TGO in te zetten?

Case 1: de fusie. Wat was de aanleiding om 3TGO in te zetten? Case 1: de fusie Wat was de aanleiding om 3TGO in te zetten? Twee regionale organisaties zijn samengegaan in een grotere, provinciegrens overlappende organisatie en de integratie verliep niet zo soepel

Nadere informatie

Reglement Risk Committee Delta Lloyd N.V.

Reglement Risk Committee Delta Lloyd N.V. Delta Lloyd N.V. 13 mei 2015 INLEIDING...3 1. SAMENSTELLING...3 2. TAKEN EN BEVOEGDHEDEN...3 3. VERGADERINGEN...4 4. RAPPORTAGE AAN DE RVC...4 5. DIVERSEN...4 2 2/5 13 mei 2015 INLEIDING 0.1 Dit reglement

Nadere informatie

inhoudsopgave naar een strategy driven hr beleid 1. Inleiding...4 1.1 Het historisch perspectief... 5

inhoudsopgave naar een strategy driven hr beleid 1. Inleiding...4 1.1 Het historisch perspectief... 5 Deel i naar een strategy driven hr beleid 1. Inleiding...4 1.1 Het historisch perspectief... 5 2. Strategisch HR beleid...8 2.1 Van strategie naar instrument... 9 3. Meten is weten...13 4. Ken- en stuurgetallen

Nadere informatie

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Aanzet > Bijdrage regeerakkoord voor aantredende regering na 7 juni > Horizontale thema

Nadere informatie

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR 2/6 FUNCTIEBESCHRIJVING: Adjunct - Directeur Datum opmaak: 22-01-2012 Door: Nancy Cantens (Mentor consult) Datum bijwerking: Door: Reden

Nadere informatie

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei managing people meeting aspirations Natuurlijke groei geloof Wij hebben een gemeenschappelijke visie pagina - managing people, meeting aspirations Vandaag verhoogt CPM de prestaties op elk niveau van uw

Nadere informatie

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V.

REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. REGLEMENT RISICOCOMMISSIE VAN LANSCHOT N.V. EN F. VAN LANSCHOT BANKIERS N.V. Vastgesteld door de RvC op 23 juni 2016 0. INLEIDING 0.1 Dit reglement is opgesteld door de RvC ingevolge artikel 5 van het

Nadere informatie

Jongeren meer bij de politiek te betrekken en hen mondiger te maken door middel van talrijke activiteiten die burgerschapsvormend zijn.

Jongeren meer bij de politiek te betrekken en hen mondiger te maken door middel van talrijke activiteiten die burgerschapsvormend zijn. Wie zijn we? Waar staan we voor? 1. Missie Als Vlaamse, onafhankelijke politieke jongerenorganisatie heeft de vereniging tot doel het consequent verdedigen en uitdragen van een liberale ideologie en een

Nadere informatie

VR DOC.0432/1

VR DOC.0432/1 VR 2018 0405 DOC.0432/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING L 82/56 2.6.204 REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING REGLEMENT VAN ORDE VAN DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK DE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK, Gezien

Nadere informatie

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent 1. Missie - visie Gelijke Kansen en Diversiteit UZ Gent Het UZ Gent is een pluralistische instelling. De benadering van Gelijke Kansen en Diversiteit op

Nadere informatie

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a

ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a ROL beschrijving : KADER Diensthoofd A1a-A2a Wat is het doel/de bestaansreden van de functie? : Het leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en ervoor zorgen dat strategische projecten geïmplementeerd

Nadere informatie

Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten. Tussentijdse beschouwingen. 7 mei 2009 Luc Lathouwers

Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten. Tussentijdse beschouwingen. 7 mei 2009 Luc Lathouwers Horizontale materies en de autonomie van de lijnentiteiten Tussentijdse beschouwingen 7 mei 2009 Luc Lathouwers Departement Bestuurszaken Visie Samen-werken aan een duurzame bestuurlijke vernieuwing die

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

Testen. Presentatie. Open-i Software Services BV, Maarssen Datum : 06-07-2013 Versie : 1.2

Testen. Presentatie. Open-i Software Services BV, Maarssen Datum : 06-07-2013 Versie : 1.2 Testen Presentatie Open-i Software Services BV, Maarssen Datum : 06-07-2013 Versie : 1.2 Algemeen Tegenwoordig behoeft het belang van testen nauwelijks nog te worden uitgelegd. Binnen organisaties speelt

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 30 april 2009 betreffende de organisatie

Nadere informatie