O VER DEMOCRATIE EN BURGERZIN. Kracht van. je Stem! DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "O VER DEMOCRATIE EN BURGERZIN. Kracht van. je Stem! DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT"

Transcriptie

1 basiseducatie O VER DEMOCRATIE EN BURGERZIN De Kracht van je Stem! DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT

2

3 Inhoudsopgave 1. Verantwoording van het initiatief De Kracht van je stem... p Leefsfeer 1 Ik tel mee op het werk... p Bedoeling... p Lespakketten... p. 13 [A] Mag dat? Rechten en plichten op de werkvloer... p. 14 [B] Wat zeg je tegen wie? Communicatieve vaardigheden op de werkvloer... p Leefsfeer 2 Ik tel mee in het centrum... p Bedoeling... p Lespakketten... p. 41 [A] Animal Farm... p. 42 [B] Maak eens een deelnemerskrant... p. 48 [C] Een deelnemersraad... p. 51 [D] Kies een deelnemersraad... p Leefsfeer 3 Ik tel mee op de school van mijn kinderen... p Bedoeling... p Lespakketten... p. 61 [A] Huiswerk: hoe help ik mijn kind met zijn huiswerk?... p. 62 [B] Lichaam/ziek: hoe meld ik de school dat mijn kind ziek is?... p. 76 [C] School: wat gebeurt er op de school van mijn kind?... p Leefsfeer 4 Ik tel mee in het gezin... p Bedoeling... p Lespakketten... p. 91 [A] Fotozoektocht langs hulpverlenende instellingen...p. 92 [B] Kinderen opvoeden: communicatieve vaardigheden en probleemoplossend gedrag...p. 96 [C] Wie beslist wat? over huishouding, verdeling van gezinstaken en rollenpatronen...p Leefsfeer 5 Ik tel mee in mijn vrije tijd...p Bedoeling...p Lespakketten...p. 107 [A] Zet eens een feestje op!...p. 108 [B] Jij telt mee in je vrije tijd...p Leefsfeer 6 Ik tel mee in de politiek...p Colofon... p. 135 basiseducatie 3

4 Verantwoording van het initiatief De Kracht van je Stem voor DBSO, BuSO en Basiseducatie 1. Globale situering van het initiatief Wetenschappelijk onderzoek wees halfweg de jaren negentig op een verregaand gebrek aan kennis bij de Vlamingen over de staatsstructuur waarin zij leven en de plaats van de overheid daarin. In De kennis van de Vlamingen en hun houding tegenover de Vlaamse overheid en haar advertentiecampagnes, een onderzoek uit 1995 uitgevoerd door Bart Cambré, o.l.v. Jaak Billiet en Marc Swyngedouw, vinden we de volgende conclusie : Ongetwijfeld zal in de toekomst het onderwijs een centrale rol moeten spelen bij het bijbrengen van de federale logica en de noodzakelijke kennis over de instellingen. Dit moet al op een eenvoudige wijze gebeuren tijdens het secundair onderwijs, zowel in het algemeen vormend onderwijs als in het technisch en beroepsonderwijs. Indien dit uitsluitend in de latere jaren of in het hoger onderwijs zou gebeuren dan zouden de verschillen tussen lager en hoger opgeleiden nog toenemen. De verwachting dat jongeren zich terdege voorbereiden op hun rol in de maatschappij groeit dus. De Vlaamse overheid heeft daar direct op ingespeeld en in 1996 financierde ze een educatief project voor democratische vorming. De Vlaamse Onderwijsraad coördineerde dat initiatief, dat als naam De Kracht van je Stem meekreeg. Sinds 2003 is De Kracht van je Stem ondergebracht bij de educatieve dienst van het Vlaams Parlement. De democratische opvoeding die we voorstaan, geeft kennis en inzichten mee en brengt de noodzakelijke attitudes en vaardigheden bij die jongeren nodig hebben om democratisch te handelen. Het initiatief reikt dus veel verder dan kennis van politieke instellingen en spelregels. Democratische opvoeding wordt gedragen door dialoog. Het gesprek is de basis voor het samen zoeken naar oplossingen. De school is de plaats bij uitstek om inzicht te verwerven en vaardigheden in te oefenen. De jongeren kunnen er door actief te participeren kennismaken met de democratische spelregels. De Kracht van je Stem biedt materiaal aan dat de leerkracht naar eigen goeddunken binnen één klas kan gebruiken, maar dat ook als basis en inspiratiebron kan dienen voor een themadag of een projectweek die klassen, graden, en wie weet zelfs scholen kan samenbrengen. Er zijn materialen ontwikkeld voor de 3de graad basisonderwijs tot en met de 3de graad secundair onderwijs. Er kan dus aan democratische vorming gedaan worden met leerlingen van 10 tot 18 jaar en van alle niveaus: ASO, KSO, TSO, BSO. Naast het leerlingenmateriaal is er telkens ook een handleiding voor de leerkracht ontwikkeld. Bovendien is er nog een algemene informatiemap met achtergrondgegevens voor de leerkracht verschenen. Kennis komt in het materiaal sterker aan bod naarmate de doelgroep ouder wordt. Vaardigheden en attitudes komen op de eerste plaats in de 3de graad basisonderwijs en de 1ste graad secundair onderwijs. Voor het materiaal van de eerste graad secundair onderwijs werkt het Vlaams Parlement samen met het Centrum Informatieve Spelen. In een educatief spel primeert immers het ervaringsgericht leren en niet het inhoudelijk doorgronden van het thema. 4 basiseducatie

5 2. Maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen Nagenoeg voor alle relevante doelgroepen in het Vlaamse onderwijs ontwikkelde De Kracht van je Stem materialen. Vanuit diverse hoeken kwam er een signaal dat het wenselijk zou zijn specifieke materialen te ontwikkelen voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen 1. We vinden deze doelgroepen onder meer terug in het DBSO, het BuSo en de Basiseducatie, maar ook in andere vormen van onderwijs. Het is een extra uitdaging om voor die groepen een adequaat aanbod op het vlak van democratische vorming te realiseren, precies omdat die mensen vaak te kampen hebben met uitsluitingsmechanismen die verschillende maatschappelijke instellingen hanteren. De kern van de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid is dat een cumulatie van negatieve ervaringen in de contacten met maatschappelijke instellingen, waaronder de school, de maatschappelijke integratie kan bemoeilijken. Maatschappelijk is er ook de vaststelling dat de kansen op inkomensverlies door ziekte, werkloosheid of voortijdig overlijden vandaag anders zijn gespreid over de bevolking dan vroeger. Dit zou onder meer komen omdat handelingsbekwaamheid en kwalificatie steeds belangrijker zijn geworden voor de ontwikkelingskansen die individuen in onze samenleving krijgen. Onze samenleving is getekend door een kloof tussen hoog- en laaggeschoolden. Deze sociologische realiteit bepaalt het individuele traject dat een persoon aflegt door de maatschappelijke instellingen en de kijk die hij heeft op de samenleving. De ervaren leefomstandigheden hebben een sterke invloed op de attitudes die zijn handelen bepalen. Hij kan een gevoel van wantrouwen ontwikkelen tegenover allerlei maatschappelijke instellingen. Dat kan nog worden versterkt door ervaringen van lotgenoten, de peergroep. Het zijn niet alleen de sociale condities waarin jongeren en cursisten leven, die relevant zijn voor het ontwikkelen van een gevoel van wantrouwen, maar ook de condities en de gevoelens waarmee medeleerlingen of cursisten leven. 3. Maatschappelijk kwetsbare groepen en (maatschappelijke) waarden Deze eigen levensomstandigheden en de waarneming ervan bij anderen doen overlevingsstrategieën ontstaan waarbij het maatschappelijke en democratische bestel in vraag worden gesteld. Die groep ontwikkelt een specifieke subcultuur. Die maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen neigen naar een meer autoritair samenlevingsmodel, hechten veel belang aan het individu en materiële waarden, staan afwijzend tegenover culturele diversiteit en wantrouwen het politieke bestel. 1 T. VANDEN EYNDEN, Het ervaringsleren voor maatschappelijk kwetsbare plattelandsjongeren, - Welwijs, jr. 12, nr. 4 (2001), p ; K. PELLERIAUX, Demotie en burgerschap basiseducatie 5

6 Die mensen zien niet in hoe ze de samenleving zouden kunnen veranderen en kunnen moeilijk overweg met verstoringen van een bestaande orde. Dat wijst erop dat die groepen het gevoel hebben dat regels op zich belangrijk zijn. Bovendien hebben ze het moeilijk met sociale contacten buiten hun peergroep. Als een subcultuur dominant is in een bepaalde groep is het aannemelijk dat nietmaatschappelijk kwetsbare jongeren gesocialiseerd worden door hun medeleerlingen. Het is voor een individu moeilijk om zich buiten de groep te plaatsen. Als in een bepaalde onderwijssector een kerngroep drager is van een subcultuur, kan dat tot gevolg hebben dat mensen die niet lijden onder achterstelling zich toch zo positioneren. 4. Maatschappelijk kwetsbare groepen in het onderwijs: naar een betere omschrijving van de doelgroepen We vinden maatschappelijk kwetsbare groepen in verschillende onderwijssegmenten. Het DBSO, het BuSO OV 3 en de Basiseducatie zijn educatieve voorzieningen die nogal wat maatschappelijke kwetsbare mensen opvangen. De doelgroepen vertonen gemeenschappelijke kenmerken. Maar er zijn ook verschillen. Zo zijn onder meer de contexten waarin de volwassenen uit de Basiseducatie leven en leren duidelijk verschillend van die van de jongeren uit het DBSO en BuSO. Er bestaat ook een heterogeniteit binnen de doelgroepen op zich. De Basiseducatie telt zowel cursisten die nog maar pas de schoolbanken verlaten hebben met vermoedelijk een profiel dat vergelijkbaar is met dat van leerlingen uit DBSO, BuSO of OV 3 als autochtone laaggeschoolden, allochtonen die al langer in België verblijven en anderstalige nieuwkomers. Het is niet mogelijk om het hele spectrum van die doelgroepen met gelijkaardige materialen te benaderen. Daarom is zich een verdere afbakening van de doelgroep noodzakelijk. We opteren ervoor om de problematiek van inburgering niet expliciet mee te nemen bij de ontwikkeling van materialen. De overheid werkt aan een specifiek beleid inzake inburgering. Alleen het onderdeel Ik tel mee in de school van mijn kinderen richt zich op de eerste plaats tot anderstaligen. Het is immers wenselijk om vanuit een geëigende aanpak om te gaan met politieke vorming en opvoeden tot burgerzin van anderstalige nieuwkomers. 5. Een specifiek aanbod van leerervaringen op de maat van deze doelgroepen Maatschappelijk kwetsbare personen staan eerder wantrouwig tegenover het politieke bestel. Het is dus een hachelijke onderneming om precies voor die groepen materialen te ontwikkelen voor democratische vorming en opvoeden tot burgerzin. Het thema ent zich op maatschappelijke problemen en op een subcultuur die het centrum in ruime mate overschrijden. Daarom stellen lesgevers vast dat democratische vorming en burgerzin geen populaire onderwerpen zijn bij die doelgroepen. Die thema s roepen bij de cursisten extreme reacties op en zorgen voor een polarisering in de groep. 6 basiseducatie

7 5.1 Didactische principes Daarom vullen we het concept democratische vorming en burgerzin in op een specifieke manier die probeert rekening te houden met de eigen kenmerken van de doelgroep. De leersituaties spelen daarom mee in op de ontwikkeling van zelfvertrouwen, zelfwaardering, zelfwaardegevoel en zelfinzicht. Uit de omschrijving van de kenmerken van de doelgroep blijkt immers dat gevoelens van achterstelling sterk inspelen op de houding ten aanzien van maatschappelijke instellingen. Werken aan democratische vorming voor deze groepen zal gericht zijn op zelfbeeld, persoonlijkheidsvorming en sociaal-communicatieve vaardigheden. Die zijn cruciaal en ondersteunend voor integratie in de samenleving. In die zin hebben de materialen een emanciperend opzet. Ervaringsgericht leren is dan ook een belangrijke component voor democratische vorming van deze doelgroepen. We omschrijven ervaringsgericht leren als het verwerven van ondersteunende kennis, attitudes en vaardigheden over jezelf en je omgeving door eigen waarneming en deelname in concrete situaties en door daarover systematisch te reflecteren onder begeleiding. We vertrekken vanuit concrete ervaringen die worden geordend en waarover cursisten nadenken. Deze reflectie kan leiden tot nieuw handelen. Het ervaringsgericht leren speelt ook in op kenmerken van mensen die veeleer handelingsgericht zijn ingesteld dan cognitief. De materialen zijn daarom niet gericht op analytische intelligentie. Cognitieve elementen komen enkel aan bod als ze ondersteunend zijn om vaardigheden te verwerven. Cognitieve elementen worden ook ingebed in de concrete leefwereld van de doelgroep. De herkenning van problemen en probleemsituaties is voor die groepen een einddoel. Ervaringsgericht leren stelt specifieke eisen aan materialen: 1. Actie en reflectie De materialen omvatten een activiteit of een ervaring waarover wordt gereflecteerd. Ze zetten de cursisten aan tot nadenken over de ervaring of de activiteit. Die nieuwe inzichten en vaardigheden zullen weer concreet vertaald worden naar de dagelijkse realiteit. Stilstaan bij ervaringen, waarnemingen en gevoelens en zeker de formulering van werkpunten en leersituaties op maat vergen een adequate begeleiding. 2. Duidelijkheid en inspelen op de realiteit De activiteiten en lesmomenten zijn vertaalbaar naar situaties in het dagelijkse leven. De doelstellingen van het leermoment zijn duidelijk en begrijpbaar voor de cursisten, met een afgelijnd begin- en eindpunt. We stellen vast dat politiek ver buiten de leefwereld van die mensen ligt. De materialen houden rekening met die realiteit en sluiten zo nauw mogelijk aan bij de leefwereld en de beleving van de doelgroep. De leerinhouden zijn functioneel voor de dagelijkse leefwereld van de jongeren en cursisten (microniveau). Van hieruit worden waar mogelijk linken gelegd naar het mesoniveau (de bredere gemeenschap) en naar de samenleving in zijn geheel (het macroniveau). Je kunt ook spreken van concentrische cirkels waarbij de directe leefomgeving in het midden ligt en de grote samenleving in basiseducatie 7

8 de buitenste ring. Die ringen staan niet los van elkaar. Wat bijvoorbeeld in je buurt gebeurt, beïnvloedt je persoonlijke gezinssituatie. Beslissingen op een hoger echelon genomen kunnen dan weer grote gevolgen hebben voor je eigen woonomgeving. In de leefsfeer Ik tel mee in mijn vrije tijd inventariseren de cursisten eerst hun eigen invulling van de vrije tijd (microniveau). Daarna komt het verenigingsleven (mesoniveau) uitgebreid aan bod. Het begrip verzuiling (macroniveau) wordt kort even aangeraakt. 3. Succeservaringen Belangrijk is dat de cursisten het gevoel krijgen dat ze iets betekenen. Dat verhoogt de motivatie, versterkt het zelfbeeld en de zelfwaardering. Essentieel is dat de lesgever ervoor zorgt dat het eindresultaat van de inspanningen duidelijk en haalbaar is. Belangrijk hierbij is dat in de actieve werkvormen, cursisten met verschillende vaardigheden en verschillende vormen van intelligentie voldoende aan bod komen. Uit het project over coöperatief leren blijkt immers dat leerrendement recht evenredig is met de betrokkenheid van de cursisten in de groep en de intensiteit van het interactieproces. Daarom zijn de werkvormen gericht op het verhogen van de status van elke cursist in de groep. 4. Uitdaging en intensiteit Een ervaring is een uitdaging die appelleert aan de vaardigheden van de betrokkenen. Ze moeten een inspanning leveren, grenzen aftasten en verleggen. De meest effectieve leeractiviteiten blijken die te zijn waarin de cursist actief bezig is. 5. Solidariteit en gezamenlijkheid De cursisten doen ervaringen op in groep. Ze ontwikkelen sociaal-communicatieve vaardigheden. Collectieve feedback op het handelen is belangrijk. Dit veronderstelt ook dat de lesgever zich op een emanciperende manier opstelt, met name door te vertrekken van de doelstellingen, die de groep voorop stelt, en door roldoorbrekend deel te nemen aan het groepsgebeuren. Een dergelijke houding houdt rekening met het wantrouwen van de cursisten ten aanzien van maatschappelijke instellingen. 6. Keuzemogelijkheden en eigen verantwoordelijkheid De leersituaties houden keuzemogelijkheden in en appelleren aan de verantwoordelijkheid van de cursist. De cursisten ervaren individueel en/of als groep de gevolgen van de keuzes die ze gemaakt hebben. 8 basiseducatie

9 Daarom worden ook aanbevelingen uitgewerkt die zich richten op de schoolcultuur zelf. Het creëren van succeservaringen, ervaringsgericht werken en emanciperend omgaan met de cursisten overstijgen immers het specifieke niveau van de groep en de leersituatie. 5.2 Doelen We opteren dus voor vaardigheids- en ervaringsgericht onderwijs. Democratisch kunnen handelen in diverse concrete contexten primeert op een gedetailleerde kennis van de politieke instellingen. Die keuze vormt het uitgangspunt van alle materialen van De Kracht van je Stem. We formuleren telkens drie globale doelen: - situaties herkennen en beoordelen die te maken hebben met concrete (mensen)rechten en adequaat daarop inspelen - democratische waarden kunnen herkennen, beoordelen en ernaar handelen - de rol als burger kunnen herkennen, beoordelen en ernaar handelen Meer concreet ingevuld gaat het om: Vaardigheden: de cursisten kunnen 1. schendingen van kinder- en mensenrechten herkennen bij zichzelf, bij anderen, in groepen en in de samenleving; 2. opkomen voor eigen rechten en die van anderen. Hierbij kunnen de cursisten een gerichte keuze maken uit de mogelijke oplossingen; 3. gericht informatie inwinnen over hun rechten en die van anderen; 4. gedachten, gevoelens, meningen en keuzes verwoorden en hulp vragen; 5. feiten en meningen onderscheiden; 6. in discussies het woord nemen en hun standpunten verwoorden en onderbouwen met argumenten; 7. overleggen en onderhandelen; 8. samenwerken in groep met respect voor verschillen tussen mensen; 9. zich oriënteren op een waaier van mogelijkheden; 10. gericht informatie opvragen bij overheden en instellingen; 11. een geldige stem uitbrengen. Attitudes: de cursisten 1. brengen respect op voor kinder- en mensenrechten; 2. zijn bereid zich in te zetten voor de eigen rechten en die van anderen; 3. zijn bereid gericht te luisteren naar anderen en gepast te reageren; basiseducatie 9

10 4. zijn bereid de inbreng van anderen ernstig te nemen; 5. zijn assertief. De cursisten kunnen een gewenste positie verwerven, behouden en versterken; 6. tonen respect voor de standpunten en argumenten van anderen; 7. aanvaarden dat algemeen geldende regels en afspraken nodig zijn om het samenleven van mensen vlot te laten verlopen, zowel op micro- als op meso- en macroniveau; 8. zijn bereid om de regels van de democratische rechtsstaat toe te passen op het werk, in het centrum, op de school van hun kinderen, in het gezin, de vrije tijd en de politiek; 9. zijn zich bewust van de impact van politieke en maatschappelijke instellingen op het dagelijkse leven. Ondersteunende kennis: de cursisten 1. weten dat mensen en kinderen rechten hebben die algemeen aanvaard zijn door een verdrag, maar dat die rechten ook geschonden kunnen worden; 2. kennen informatiemogelijkheden en eerstelijnshulpverlening (rechtshulp, welzijn, werk, ) in diverse leefsferen; 3. kennen verschillende kanalen voor inspraak in diverse leefsferen; 4. verwerven inzicht in de besluitvorming in diverse leefsferen; 5. herkennen het verschil tussen democratie en dictatuur en ze kennen voor- en nadelen van een aantal vormen van democratie; 6. kennen de elementaire instellingen van ons democratisch bestel. 6. Opbouw van het materiaal We vertrekken vanuit concrete contexten, met name de leefwereld van de cursisten. Waar mogelijk worden uitweidingen gemaakt naar het meso- en macroniveau. Daarom delen we de leerinhouden in in zes onderdelen, die zes leefsferen weergeven van de cursisten: - ik tel mee op het werk - ik tel mee in het centrum - ik tel mee op de school van mijn kinderen - ik tel mee in het gezin - ik tel mee in de vrije tijd - ik tel mee in de politiek Binnen elk geheel komen de volgende thema s aan bod: - opkomen voor rechten en naleven van plichten - democratisch handelen - participatie en het opnemen van je rol als burger Deze vijf gehelen kunnen als een geheel of afzonderlijk worden aangeboden. We hanteren, waar dit kan, actieve werkvormen. In de materialen wordt er rekening mee gehouden dat de cursisten minder taalvaardig zijn. Visuele elementen zijn daarom sterk aanwezig. 10 basiseducatie

11 1 Ik tel mee op het werk

12

13 1. Bedoeling Werk vinden en houden is van cruciaal belang voor elke (jong)volwassene. Niet alleen levert werk een loon op, het zorgt ook voor ontplooiingskansen en maatschappelijke erkenning. Bovendien werkt een meerderheid van de werknemers samen met collega s. De werksfeer biedt dan ook een forum voor heel wat sociale contacten. Werken is ook een krachtig instrument voor maatschappelijke integratie. Onderzoek leert dat werkloosheid blijvende gevolgen heeft. Mensen die werden geconfronteerd met een werkloosheidsperiode van minstens één jaar hebben minder zelfvertrouwen, minder vertrouwen in hun medemensen, in de maatschappelijke instellingen en de politiek. Ze kijken met minder vertrouwen de toekomst tegemoet en zijn onzeker over de evolutie van hun sociaal-economische situatie. Ze hebben meer dan anderen het gevoel de greep op hun leven verloren te hebben 1. Er is dus een rechtstreeks verband vast te stellen tussen het hebben van werk en maatschappelijke overtuigingen. Een gedeelte van het publiek voor wie deze materialen zijn ontwikkeld, zijn jongeren in duale leertrajecten of jongeren die zich voorbereiden op een integratie op de arbeidsmarkt. Veel meer dan in schoolse kennis zijn ze geïnteresseerd in reële arbeidssituaties. Die interesse vormt het uitgangspunt om een aantal maatschappelijke instellingen ter sprake te brengen. In de leefsfeer van het werk worden jongeren en volwassenen geconfronteerd met machtsverhoudingen, met micropolitieke belangen en belangenafweging, met participatie en maatschappelijke instellingen. Vertrekkend vanuit de realiteit van elke dag kunnen onderwijsleersituaties worden opgezet die inzicht bieden in een maatschappelijke en politieke realiteit op meso- en macroniveau. Centraal staat de gedachte dat weerbaarheid en participatie cruciale kwaliteiten zijn voor werknemers en dat deze weerbaarheid een positief effect heeft op de perceptie van de samenleving en maatschappelijke instellingen. Voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen is werk zoeken en houden geen sinecure. Niet zelden ontbreekt het hen aan de nodige sociale en communicatieve vaardigheden om aan werk te komen of missen ze de vaardigheden om zich op de werkvloer te handhaven. Ook over hun rechten en plichten zijn ze vaak onvoldoende geïnformeerd. 2. Lespakketten - [A] Mag dat? Rechten en plichten op de werkvloer - [B] Wat zeg je tegen wie? Communicatieve vaardigheden op de werkvloer 1 Mark Elchardus e.a. Voorspelbaar ongeluk VUBPress, Brussel Ik tel mee op het werk 1 leefsfeer 13

14 [A] Mag dat? Rechten en plichten op de werkvloer Bronvermelding Dit lespakket is gebaseerd op cursusmateriaal van Ruth Martens, educatief medewerkster van Centrum Basiseducatie Leuven. Inhoudsopgave Handleiding voor de lesgever 1. Bedoeling... p Doelen... p Lesverloop... p Bijkomende informatie... p Bijlage over globalisering... p. 21 Cursistenmap 1. De arbeidsovereenkomst... p De proeftijd... p Arbeidsduur... p Loon... p Ontslag... p Werkloos... p De vijf voorwaarden om een werkloosheidsuitkering te kunnen krijgen... p Mag dat?... p Geldstromen... p De strijd van de vakbonden... p De man van de vakbond... p Staking... p Open of dicht?... p basiseducatie

15 1. Bedoeling Belangrijk is dat werknemers op de hoogte zijn van hun rechten en plichten. Dat geldt zeker voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen. Zij lopen meer kans om in hun rechten geschonden te worden. Anderzijds dienen ze zich ten volle bewust te zijn van het feit dat een arbeidssituatie ook een aantal plichten met zich meebrengt. Wie zijn werk wil houden en goed wil functioneren op de werkvloer moet goed op de hoogte zijn van zijn rechten en plichten. Een vakbond kan een ideale coach zijn voor die maatschappelijk kwetsbare doelgroepen. Vandaar een drietal artikelen over vakbonden aan het werk in concrete situaties. Alleen het meest elementaire wordt in dit lespakket aangekaart. Wij rekenen erop dat de jongeren en volwassenen vanuit deze basiskennis, al dan niet met de hulp van hun lesgevers of een vakbond, verder op zoek gaan naar meer voor hen relevante informatie over rechten en plichten op de werkvloer. 2. Doelen Vaardigheden de cursisten kunnen 1. schendingen van mensenrechten herkennen bij zichzelf, bij anderen, in groepen en in de samenleving. 2. opkomen voor eigen rechten en die van anderen. Attitudes de cursisten 1. brengen respect op voor de mensenrechten; 2. zijn bereid zich in te zetten voor hun eigen rechten en die van anderen; 3. aanvaarden dat algemeen geldende regels en afspraken nodig zijn om het samenleven van mensen vlot te laten verlopen, zowel op microniveau als op meso- en macroniveau; 4. zijn zich bewust van de impact van politieke en maatschappelijke instellingen op het dagelijkse leven. Ondersteunende kennis de cursisten 1. weten dat mensen rechten hebben; 2. kennen informatiemogelijkheden en eerstelijnshulpverlening rond rechten en plichten op de werkvloer; 3. verwerven inzicht in de besluitvorming in bedrijven. 3. Lesverloop Het lespakket over rechten en plichten bestaat voornamelijk uit korte, eenvoudige, informatieve teksten. Een aantal hoofdzaken zijn in geïllustreerde schema s hernomen. Er zijn twee verwerkingsopdrachten. Een kort onderdeel over de sociale zekerheid kan als uitbreiding worden aangeboden. Het onderdeel vakbond bestaat uit drie bewerkte artikelen uit Wablieft. Bij het artikel Staking is er een verwerkingsopdracht. 1 Ik tel mee op het werk leefsfeer 15

16 3.1. De informatieve teksten over de arbeidsovereenkomst, de proeftijd, de arbeidsduur, het loon, het ontslag en de werkloosheid (cursistenmap p. 5 t/m 9) kunnen klassikaal worden doorgenomen of in groepjes. In dat laatste geval buigt elk groepje zich over één onderdeel en brengt daarvan verslag uit aan de hele groep. Timing: 100 minuten Werkvormen: klassikaal werken of in groepjes Lesmateriaal: informatieve teksten (cursistenmap p. 5 t/m 9) 3.2. De recapitulatieopdracht bij Werkloos (cursistenmap p. 10) heeft als doel de vijf voorwaarden om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering nog eens op een rijtje te zetten. Laat de cursisten eerst individueel met het werkblad invullen. Overloop nadien klassikaal de juiste antwoorden: Timing: 15 minuten Werkvormen: individuele opdracht, klasgesprek Lesmateriaal: invulblad (cursistenmap p. 10) Je moet ingeschreven zijn als werkzoekende bij de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding). Je moet een bepaalde tijd gewerkt hebben. Als je jonger bent dan 36 moet je 312 dagen gewerkt hebben tijdens de laatste 18 maanden die aan je werkloosheid vooraf gingen. Ben je tussen 36 en 49 dan moet je 468 dagen gewerkt hebben de laatste 27 maanden. Ben je ouder dan 50 dan moet je 624 dagen gewerkt hebben de laatste 36 maanden. Je moet arbeidsgeschikt zijn. Je moet onvrijwillig werkloos zijn. Het mag niet jouw schuld zijn dat je ontslagen bent. Je mag geen inkomen hebben. Actuele informatie vind je bij de RVA ( de VDAB ( de vakbonden of de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen 3.3. De toepassingsopdracht Mag dat? (cursistenmap p. 11) kan individueel worden opgelost of in groepjes. Natuurlijk moeten de cursisten over de infobladen beschikken om informatie te kunnen opzoeken. Timing: 50 minuten Werkvormen: individuele opdracht of groepswerk, klasgesprek Lesmateriaal: toepassingsopdracht (cursistenmap p. 11) 16 basiseducatie

17 Oplossingen Karel heeft recht op een arbeidsovereenkomst. In elke arbeidsovereenkomst is er sprake van de duur van dat werk: bepaald of onbepaald of voor een bepaald werk (cursistenmap p. 5 en 6). Dirk heeft terecht een overeenkomst voor arbeiders (cursistenmap p. 5). Achmed mag maar 8 uur per dag werken (cursistenmap p. 7). Jessica mag s nachts niet werken (cursistenmap p. 7). Fred is op staande voet ontslagen na een zware fout. Er is geen opzeggingstermijn, hij ontvangt geen schadevergoeding (cursistenmap p. 8). Alicia heeft terecht een arbeidsovereenkomst voor bedienden (cursistenmap p.5 en 6). Petra kan als arbeidster na haar proeftijd ontslag nemen zonder opzeggingstermijn (cursistenmap p. 6). In de arbeidsovereenkomst van Malika moet haar loon vermeld staan (cursistenmap p. 8). Arno krijgt zijn nettoloon in handen. Daarvan zijn de loonbelasting en de bijdragen voor de sociale zekerheid afgetrokken (cursistenmap p. 8). Judith heeft zelf ontslag genomen. Ze verliest voor een bepaalde periode het recht op een werkloosheidsuitkering (cursistenmap p. 9) Een uitbreidingsoefening over de sociale zekerheid (cursistenmap p. 12) zie ook p. 8 en 9. Het oplossingsmodel vind je hierna. We zijn ervan uitgegaan dat de rechthebbende werkloos is, kinderen heeft, al eens ziek is en ooit gewerkt heeft en bijdragen voor de sociale zekerheid heeft betaald. Timing: 30 minuten Werkvormen: individuele opdracht of groepswerk, klasgesprek Lesmateriaal: opdracht (cursistenmap p. 12) Ik tel mee op het werk 1 leefsfeer 17

18 g e l d s t r o m e n werknemer werkgever (de baas) de staat Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZ Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RIZIV Rijksdienst Voor Pensioenen RVP Rijksdienst voor Kinderbijslagen voor Werknemers RKW Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening RVA ziekenfondsen vakbonden hulpkas rechthebbende (ik) 18 basiseducatie

19 De uitbreidingsoefening over de sociale zekerheid (cursistenmap p. 12) geeft de cursisten inzicht in de geldstromen van de sociale zekerheid. Alleen de hoofdzaken zijn opgenomen in het schema. Eerste vraag is natuurlijk waar komt het stempelgeld vandaan? Laat de cursisten individueel of in groepjes de ontbrekende pijlen trekken. Bespreek daarna klassikaal de oefening De drie teksten over de vakbonden (cursistenmap p. 13 t/m 14) kunnen klassikaal worden doorgenomen of in groepjes. Als je klassikaal werkt, kies je het best één tekst. Werk je in groepjes, dan kan elk groepje één tekst voor zijn rekening nemen. Elk groepje brengt verslag uit aan de volledige groep. Timing: 50 minuten Werkvormen: klassikaal werken of groepswerk, discussie Lesmateriaal: 3 teksten (cursistenmap p. 13 t/m 14) 3.6. Verwerkingsopdracht bij Staking (cursistenmap p. 15 t/m 17) Timing: 50 minuten (zonder debat) 70 minuten (met debat) Werkvormen: groepswerk, discussie, debat Lesmateriaal: verwerkingsopdracht (cursistenmap p.15 t/m 17) Je laat de cursisten het best in groepjes werken. Nadat alle argumenten voor en tegen een sluiting op een rijtje zijn gezet, kan een discussie worden opgezet. Het is ook mogelijk een debat te organiseren tussen een baas en een arbeid(st)er. Dat debat wordt voorbereid door een groepje cursisten. Een vrijwilliger brengt de argumenten in die door het groepje zijn aangedragen. - Waarom moeten de Levi s fabrieken in Vlaanderen dicht (volgens de bazen)? - Waarom moeten de Levi s fabrieken in Vlaanderen open blijven (volgens de werknemers)? Bordschema De bazen De arbeiders 1. Er worden te weinig jeans verkocht. 1. Er werken meer dan 1000 mensen. 2. De lonen in België zijn te hoog. 2. Levi s maakt nu nog altijd winst in België. 3. Een jeans maken in België kost drie keer zoveel als in Hongarije. 4. Wij zijn het enige merk dat nog fabrieken heeft in West-Europa. 3. Mensen uit België gingen de arbeiders in Turkije opleiden. 4. Levi s beloofde zijn fabrieken open te houden 5. De verkoop van jeans vermindert snel. 5. Vele arbeiders gingen maar tot hun 14 jaar naar school. 6. Ze willen de arbeiders wel aan ander werk helpen. 6. Levi s is de enige fabriek waar ze gewerkt hebben. 7. De arbeiders kunnen ook een nieuwe opleiding volgen. 1 Ik tel mee op het werk leefsfeer 19

20 Je kunt de tekst over de sluiting van de vestigingen van Levi s aangrijpen om wat informatie te geven over globalisering. Timing: 50 minuten Werkvormen: individuele opdracht of groepswerk, discussie, debat Lesmateriaal: bijlage Handleiding voor de lesgever p. 21 Je kunt de tekst over globalisering gebruiken. Ofwel laat je de cursisten individueel werken ofwel in groepjes. Bedoeling is dat ze de voor- en nadelen van globalisering op een rijtje kunnen zetten. Nadien kunnen in een groepsgesprek of een debat die voor- en nadelen worden afgewogen. Bordschema Voor Tegen Meer werk Meer welvaart voor meer mensen Prijsdalingen Meer informatie Winst belangrijker dan arbeiders Winst belangrijker dan milieu Winst belangrijker dan kinderarbeid In het nadeel van het arme Zuiden 4. Bijkomende informatie Links (HVW) 20 basiseducatie

21 5. Bijlage: Globalisering Globalisering wil zeggen dat de handel en de bedrijven geen grenzen meer kennen. Dat de hele wereld één grote markt is. Globe is immers een ander woord voor wereldbol. globalisering Winst Volgens de tegenstanders van globalisering willen de grote bedrijven enkel zoveel mogelijk winst maken op die grote wereldmarkt. Ze sluiten gewoon hun fabriek als een land te veel belastingen vraagt. Ze beginnen opnieuw in een ander land met lagere belastingen. Hetzelfde gebeurt als de lonen in een land te hoog worden. Het lot van de arbeiders of het milieu kan hen niet veel schelen. Arme landen Veel grote bedrijven verplaatsten hun fabrieken naar arme landen. Hun arbeiders werken lange dagen voor een heel laag loon. Het werk is zwaar, ongezond en gevaarlijk. Ook kinderen werken er. De mensen daar hebben geen keuze. Zonder werk hebben ze helemaal geen geld. Handel De handel in de wereld is volgens de tegenstanders van globalisering in het nadeel van de arme landen. Zij krijgen geen eerlijke prijs voor hun producten als rijst, koffie of suiker. Dat komt omdat Europa en Amerika taksen heffen op hun producten. Omgekeerd willen de rijke landen zonder taks hun goederen verkopen. (uit: Wablieft nr. 402 van 11 december 2001) Voorstanders van globalisering zien het anders. Meer welvaart De wereld zal één grote markt worden. Landen zullen hun producten niet meer kunnen beschermen met hoge tolmuren. Landen gaan dan dat werk opnemen waarin ze goed zijn. Er komt over heel de wereld een nieuwe verdeling van de arbeid. Meer mensen zullen werk hebben. Meer mensen zullen een inkomen krijgen. De welvaart zal toenemen. Bedrijven zullen over heel de wereld hun producten kunnen verkopen. Er zal meer concurrentie komen. Daardoor zullen de prijzen dalen. Dat is goed nieuws voor de verbruikers. Meer informatie Door de globalisering zullen de mensen ook beter op de hoogte zijn van wat er in de wereld gebeurt. Nieuws zal sneller en zonder beperkingen de wereld rondgaan. Ook over denkbeelden, kunst en wetenschap zullen mensen overal op de wereld meer te horen krijgen. Nieuwe ontdekkingen en technieken zullen overal bekend worden. 1 Ik tel mee op het werk leefsfeer 21

22 [B] Wat zeg je tegen wie? Communicatieve vaardigheden op de werkvloer Bronvermelding Dit lespakket kwam tot stand in samenwerking met Jan Schuermans van het Centrum voor Basiseducatie Noorderkempen in Turnhout. Inhoudsopgave Handleiding voor de lesgever 1. Individueel gesprek... p Waarom een cursus communicatie... p Inventaris van communicatieve situaties op het werk... p Soorten communicatie... p Enkele storingen... p Goede communicatie... p. 33 Cursistenmap 1. Heb je het wel eens moeilijk met de volgende situatie?... p Interview... p Wie is een goede metselaar, een goede poetsvrouw?... p Sympathiek of niet?... p Wat doe je samen?... p Dicteer de tekening... p Beeld de volgende gevoelens uit.... p Wat zeg je tegen wie?... p Zijn de volgende uitspraken een mening of een feit?... p Waarover hebben die twee arbeiders het, denk je?... p Vijf luistersleutels... p Observatielijst... p Kritiek geven en krijgen... p Reageren... p Meningsverschillen... p basiseducatie

23 Opzet van dit lespakket Het is voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen moeilijk om werk te vinden en te houden. Goede communicatieve vaardigheden spelen daarbij een belangrijke rol. Die vaardigheden zijn vaak beslissend om aan werk te komen, maar ook om zich op de werkvloer te kunnen handhaven. Omgaan met kritiek, opkomen voor een eigen mening, adequaat omgaan met alledaagse gezagsverhoudingen en formele werkrelaties, opkomen voor de eigen rechten, verantwoordelijkheid nemen, dat alles heeft in de werksfeer toch een andere lading dan in de privésfeer. Daarom opteren we ervoor om specifieke communicatieve vaardigheden op de werkvloer op de voorgrond te plaatsen. Die vaardigheden zullen aan bod komen in centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs als jongeren en hun leerkrachten reflecteren over ervaringen tijdens het deeltijds werken. In centra voor basiseducatie zal communicatie een essentieel onderdeel zijn van de algemene sociale vorming. Communicatie is alomtegenwoordig en de kwaliteit van de communicatie houdt rechtstreeks verband met de kwaliteit van intermenselijke relaties. Dat inzicht kan bij de cursisten de motivatie om actief aan de cursus deel te nemen alleen maar vergroten. Ze zien in wat communicatie op de werkvloer in de praktijk allemaal inhoudt. Ze kunnen een verband zien tussen goede communicatieve vaardigheden en een positieve beoordeling door een werkgever en zien dus in dat een goede communicatie hun beroepsloopbaan gunstig kan beïnvloeden. Daarom staan we in deze leereenheid stil bij elementaire inzichten over communicatieve vaardigheden, vormen van communicatie en communicatiestoornissen. Tot slot leren de cursisten de essentiële kenmerken van goede communicatie toe te passen. Diverse elementen op het vlak van weerbaarheid zoals omgaan met kritiek en assertief reageren zijn hierin verwerkt. Ik tel mee op het werk 1 leefsfeer 23

24 1. Individueel gesprek Timing: 50 minuten Werkvormen: gesprek Lesmateriaal: Heb je het wel eens moeilijk met de volgende situaties? (cursistenmap p. 18, 19 en 20) De lesgever organiseert met de cursisten individuele voorgesprekken (intakes) Bedoeling De lesgever en de cursist leren elkaar kennen. De lesgever geeft informatie over de cursus, de cursist draagt informatie aan die de cursus inhoudelijk stuurt en verrijkt. - Mogelijke weerstanden tegen de cursus wegwerken bij de cursist die doorverwezen is naar de cursus. - Kennismaken met de cursist. - Informatie geven over de cursus. - Peilen naar de motivatie van de cursist. - De cursist motiveren voor de cursus. - Materiaal verzamelen om de cursus inhoudelijk te stofferen Activiteiten - De lesgever en de cursist stellen zichzelf kort voor. - De lesgever informeert naar de werksituatie van de cursist en peilt naar situaties op het werk die te maken hebben met communicatie en communicatieve vaardigheden. De lesgever peilt naar eventuele moeilijkheden (zie: cursistenmap p.18, 19 en 20). - De lesgever onderstreept het belang van communicatie en communicatieve vaardigheden in het samenleven van mensen. De lesgever maakt duidelijk welk voordeel de cursist kan halen door de opleiding te volgen. - De lesgever geeft concrete informatie over de cursus: - Wat gaat er gebeuren? - Hoe zal er gewerkt worden? - Wie doet mee? - Waar en wanneer vinden de verschillende sessies plaats? - Welke onkosten zijn er aan de cursus verbonden? - De cursist krijgt ruim de gelegenheid om vragen te stellen. 24 basiseducatie

25 1.3. Aandachtspunten - De toekomstige cursist moet zich veilig voelen. - Belangrijk zijn een aangename en rustige omgeving, een hartelijke ontvangst. - De lesgever moet zich open, geïnteresseerd en energiek opstellen. Humor en enthousiasme werken ontwapenend en zijn aanstekelijk. - De lesgever moet de eventuele weerstanden van cursisten ernstig nemen. 2. Waarom een cursus communicatie? Timing: 90 minuten (interview: 40 minuten, de ideale werknemer: 30 minuten, de sympathiekste collega: 20 minuten) Werkvormen: interview, individuele schriftelijke opdracht en groepsgesprek Lesmateriaal: interview (cursistenmap p. 21), Wie is een goede metselaar/poetsvrouw? (cursistenmap p. 22), sympathiek of niet? (cursistenmap p. 23) 2.1. Bedoeling De cursisten doen inzien dat communicatie alomtegenwoordig is en dat de kwaliteit van de communicatie rechtstreeks verband houdt met de kwaliteit van intermenselijke relaties. Dat inzicht kan de motivatie om actief aan de cursus deel te nemen alleen maar vergroten. De cursisten maken eerst kennis met elkaar en hun lesgever Doelen De cursisten weten - wat communicatie op de werkvloer in de praktijk betekent; - dat werkgevers de kwaliteit van hun communicatieve vaardigheden beoordelen; - dat goede communicatieve vaardigheden hun beroepsloopbaan gunstig beïnvloeden; - dat de kwaliteit van relaties tussen mensen op het werk nauw samenhangt met de kwaliteit van de communicatie tussen die mensen Lesverloop Kennismaking door middel van een interview (cursistenmap p.21): de cursisten interviewen elkaar aan de hand van een vragenlijst. De interviewer stelt nadien de geïnterviewde voor aan de groep. Ik tel mee op het werk 1 leefsfeer 25

26 Opdracht: de ideale werknemer (cursistenmap p.22). Aan welke voorwaarden moet je voldoen om een goede metselaar, een goede poetsvrouw... te zijn? Metselaar, poetsvrouw: iedereen heeft wel een beeld van de inhoud van dat werk. Uiteraard kun je zelf andere beroepen naar voren schuiven die voor jouw doelgroep relevanter zijn. Je kunt de cursisten in groepjes vrij laten brainstormen of je kan ze eerst individueel laten werken op een invulblad. Je kunt de opdracht sturen door vooraf al een onderscheid te maken tussen wat je moet kunnen en hoe je moet zijn. Het is ook mogelijk die opdeling pas nadien te maken bij het verzamelen van de oplossingen. De lesgever verzamelt de oplossingen op een bord of flap en maakt een onderscheid tussen technische en communicatieve vaardigheden (zie voorbeeld onderaan). Als de communicatieve vaardigheden ondervertegenwoordigd zijn, vult de lesgever aan of zet de cursisten daarover verder aan het denken. Bordschema Technische vaardigheden Hij kent - verschillende bouwmaterialen Hij kan - mortel aanmaken - binnen- en buitenmuren metselen - deur- en vensteromlijstingen plaatsen - gereedschap gebruiken en onderhouden - een steiger (de)monteren - een werktekening lezen - isolatiemateriaal plaatsen Communicatieve vaardigheden Hij kan - samenwerken - omgaan met instructies - omgaan met kritiek - een mening verwoorden - luisteren - omgaan met werkdruk - omgaan met opmerkingen van anderen - omgaan met plagerijen De lesgever geeft aan dat naast de technische vaardigheden, die iedereen vanzelfsprekend vindt om voor die baan in aanmerking te komen, ook communicatieve vaardigheden een belangrijke rol spelen in zowat elke werk situatie. De mate waarin men communicatievaardig is, kan beslissend zijn om een baan te krijgen of te verliezen Opdracht: de sympathiekste collega (cursistenmap p.23) De lesgever vraagt de cursisten individueel de eigenschappen op te schrijven van sympathieke en minder sympathieke collega s. Nadien worden die eigenschappen door de lesgever verzameld. Welke van die eigenschappen hebben te maken met communicatie? De lesgever benadrukt het verband tussen goede communicatieve vaardigheden en relaties van hoge kwaliteit tussen mensen op het werk. 26 basiseducatie

27 3. Inventaris van communicatieve situaties op het werk Timing: 1 uur Werkvormen: individuele schriftelijke opdracht en groepsgesprek Lesmateriaal: Wat doe je samen? (cursistenmap p.24), overheadprojector, transparant van een ingevuld werkblad (Handleiding voor de lesgever p. 28) 3.1. Bedoeling De cursisten maken een inventaris van zoveel mogelijk communicatieve situaties op hun werk. Dat materiaal levert samen met de informatie van de intakegesprekken ideale praktijkvoorbeelden om de rest van de cursus te illustreren Doelen De cursisten - krijgen een overzicht van alle personen met wie ze op hun werk in contact komen; - krijgen een overzicht van de aard van die contacten; - kunnen zich uitspreken over de kwaliteit van die verschillende contacten Lesverloop Inleiding: de lesgever geeft aan met hoeveel mensen hij/zij op een gewone werkdag in contact komt. Sommige contacten zijn mondeling, andere schriftelijk Inventariseer je sociale contacten op het werk (cursistenmap p. 24): de lesgever toont op transparant een ingevuld werkblad van een arbeider op een containerpark (zie: verder). Dan gaan de cursisten zelf aan de slag: Wat doe je samen? Met wie? Is die communicatie moeilijk (-) of gemakkelijk (+) en waarom? De opdracht is niet makkelijk en vereist een grote inzet van de cursisten om alles zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. De lesgever moet hier dus erg ondersteunend werken: rondgaan, cursisten stimuleren, vragen stellen, mee op zoek gaan naar formuleringen... In plenum vertellen de cursisten over één positieve en één negatieve communicatieve situatie. De cursistenmap van de cursisten leveren heel wat concrete informatie waarmee later theoretische onderdelen geïllustreerd kunnen worden. Ik tel mee op het werk 1 leefsfeer 27

28 Werkblad van een arbeider op een containerpark: Wat doe je samen? Met wie? Is die communicatie gemakkelijk (+), moeilijk (-) en waarom? + - Waarom? - Wijzen welk afval waar moet gestort worden - Informatie geven - Op hun vingers tikken als ze iets verkeerds doen - Organisatie van het werk - Afspreken: wie doet wat? - Babbelen, moppen tappen, roddelen tijdens de pauze of als er weinig werk is - Zegt wat er moet gebeuren - Legt uit wat goed en slecht is - Bespreking van verlof, papieren... klanten + collega s + ploegbaas Als de klanten vriendelijk zijn. Als de klanten onbeleefd zijn. Als de klanten niet doen wat ik vraag. Als de klanten op me neerkijken. De meeste collega s zijn tof. Eén collega profiteert van mij. Hij is altijd goed gehumeurd. Hij doet niet uit de hoogte. Hij begrijpt veel. Hij bevoordeelt één van de vrouwelijke collega s. - Komt af en toe eens kijken - Vraagt of alles in orde is grote baas + Hij doet niet moeilijk. Hij is altijd vriendelijk. 4. Soorten communicatie Timing: 3 maal 100 minuten Werkvormen: instructie, individuele opdracht, groepsgesprek, mimeoefeningen Lesmateriaal: 2 tekeningen (cursistenmap p. 25 en 26), kladblaadjes, opdrachten voor een mimeoefening (cursistenmap p. 27 en 28), invulblad (cursistenmap p. 29) 4.1. Bedoeling De cursisten ontdekken dat er verschillende soorten communicatie bestaan. Ze krijgen oog voor de verschillen, komen tot de vaststelling dat al die verschillende soorten hun voor- en nadelen hebben en leren bewuster omgaan met die verschillende communicatievormen. 28 basiseducatie

29 4.2. Doelen De cursisten - kennen de begrippen éénzijdige en tweezijdige communicatie; - kennen de verschillen tussen beide vormen; - kennen de voor- en nadelen van beide soorten; - kunnen die inzichten toepassen op hun eigen situatie; - kennen de begrippen verbale en niet-verbale communicatie; - zijn zich bewust geworden van de grote impact van niet-verbale communicatie; - leren gericht aandacht te besteden aan niet-verbale communicatie; - krijgen oog voor hun eigen verbale en niet-verbale communicatie; - beseffen dat je, afhankelijk van de relatie die je met de betrokkene hebt, dezelfde boodschap op verschillende manieren moet brengen; - beseffen dat je niet alles tegen iedereen op om het even welk moment kan vertellen Lesverloop Eenzijdige en tweezijdige communicatie Dicteer twee tekeningen (zie cursistenmap p. 25 en 26): de cursisten maken twee tekeningen op aanwijzingen van de lesgever (of een medecursist). De lesgever dicteert de eerste tekening aan de cursisten. Die mogen de tekening onder geen beding zien en mogen ook geen enkele toelichting of verduidelijking vragen. Ze tekenen wat de lesgever hen dicteert. Als de opdracht voltooid is, vergelijken de cursisten hun tekening met die van de lesgever. Ook de tweede tekening wordt niet aan de cursisten getoond. Wel mag de lesgever vragen beantwoorden en toelichtingen geven. Ook nu weer vergelijken de cursisten hun tekening met die van de lesgever. De lesgever organiseert een nabespreking aan de hand van de volgende vragen: - Welke tekening lijkt het meest op de originele? Hoe komt dat? - Welke tekening was het gemakkelijkst te maken? Hoe komt dat? Eenzijdige en tweezijdige communicatie: een stukje theorie: de lesgever legt uit wat eenzijdige en tweezijdige communicatie is. In het eerste geval is er sprake van eenrichtingsverkeer, in het tweede van uitwisseling. Op drie vragen wordt nader ingegaan: - Welke vorm van communicatie is het meest geschikt in welke situatie? Eenzijdige communicatie is het meest geschikt in situaties waarin snel moet beslist en gehandeld worden (vb. bij acties van de politie, de brandweer, het leger...) - Tweezijdige communicatie is het meest geschikt als er voldoende tijd is en er een beslissing moet genomen worden waarin alle partijen zich kunnen herkennen. - Wat zijn de voor- en nadelen van eenzijdige en tweezijdige communicatie? Bordschema Soort communicatie + - Eenzijdige communicatie snel geen overleg doeltreffend in noodsituatie Eén partij heeft geen inbreng. Tweezijdige communicatie overleg traag beter resultaat beide partijen tellen echt mee. - Hebben de cursisten op het werk vooral te maken met eenzijdige of met tweezijdige communicatie? 1 Ik tel mee op het werk leefsfeer 29

30 Verbale en niet-verbale communicatie Mimeoefening: de lesgever beeldt een vijftal beroepen uit (metselaar, timmerman, visser, politieagent, cafébaas). De cursisten noteren individueel de beroepen. Na de oefening worden de antwoorden verzameld. De cursisten vertellen waardoor ze zich hebben laten leiden. De lesgever noteert de voornaamste antwoorden op een bord of flap Mimeoefening: de cursisten beelden één voor één een gevoel uit waarvan ze een beschrijving krijgen op een blaadje (zie cursistenmap p. 27 en 28). De anderen raden welk gevoel is uitgebeeld. Na het juiste antwoord wordt opnieuw de vraag gesteld waardoor ze zich hebben laten leiden. De lesgever vult zijn bordschema verder aan Verbale en niet-verbale communicatie: een stukje theorie. Verbale communicatie is wat met woorden wordt verteld. Niet-verbale communicatie slaat op alle andere manieren om iets duidelijk te maken. Wat die andere manieren zijn, kan al grotendeels worden afgeleid uit het bordschema ontstaan na de twee mimeoefeningen. Belangrijk zijn: houdingen, gebaren, gezichtsuitdrukkingen, stemgeluid (geen woorden). De lesgever vraagt de cursisten een gokje te doen naar het percentage niet- verbale communicatie binnen het geheel van de communicatie. Het gaat om 60 à 80 percent! De lesgever legt de cursisten de volgende vraag voor: wat als je verbale en niet-verbale communicatie elkaar tegenspreken? Formele en informele communicatie Individuele opdracht: wat zeg je tegen wie? (cursistenmap p. 29): je krijgt een vervelende opdracht. Hoe reageer je daarop wanneer die vraag komt van - de grote baas - de ploegbaas - een nieuwe, jongere collega - een oudere, meer ervaren collega - een klant - je man / vrouw - je vriend / vriendin? De lesgever vraagt of de cursisten verschillende reacties hebben neergeschreven naar gelang de persoon die de opdracht heeft gegeven. Hoe komt dat? Duidelijk wordt dat de communicatie afhankelijk is van de relatie die je met de betreffende persoon hebt. Is die persoon een meerdere, een gelijke of iemand die onder je staat? 30 basiseducatie

Ik tel mee op het werk

Ik tel mee op het werk 1 Ik tel mee op het werk 1. Bedoeling Werk vinden en houden is van cruciaal belang voor elke (jong)volwassene. Niet alleen levert werk een loon op, het zorgt ook voor ontplooiingskansen en maatschappelijke

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT

DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT Werkmap voor de cursist basiseducatie over O VER democratie DEMOCRATIE EN en BURGERZIN burgerzin De Kracht van je Stem! DE EDUCATIEVE DIENST VAN HET VLAAMS PARLEMENT 1 Ik tel mee op het werk [A] Mag

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

SPOT EEN JOB! Later wil ik worden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS SPOT EEN JOB! Wie zoekt die vindt! Er zijn veel manieren om vacatures te vinden. In dit lespakket worden de jongeren aan het werk gezet om via verschillende kanalen vacatures te vinden: kranten, internet,

Nadere informatie

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan

Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan 08540 LerenLoopbaanBurgerschap 10-04-2008 08:28 Pagina 1 ontwikkelingsproces 1+2 1 2 3 4 5 6 7 Werken aan persoonlijke ontwikkeling en sturen van eigen loopbaan Leren, Loopbaan en Burgerschap Wat laat

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

4 Ik tel mee. in het gezin

4 Ik tel mee. in het gezin 4 Ik tel mee in het gezin [A] Fotozoektocht Waar kan ik hulp vinden bij problemen? Inhoudsopgave 1. Enkele instellingen waar je terecht kan... p.137 2. Adresgegevens, foto s en wegbeschrijvingen van die

Nadere informatie

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Doelgroep Methodiek Thema s 11 ouders van jongeren in secundaire scholen (2014) Waarderende benadering Ouderbetrokkenheid- Communicatie Ondersteuning

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op de werkvloer? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op de werkvloer? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

Diverse school, diverse kansen

Diverse school, diverse kansen Diverse school, diverse kansen Stel je buur de volgende 3 vragen: 1. Hoe kom jij in aanraking met diversiteit in onderwijs? 2. Wat is het eerste gevoel dat jij hebt wanneer je denkt aan diversiteit? 3.

Nadere informatie

4 Ik tel mee. in het gezin

4 Ik tel mee. in het gezin 4 Ik tel mee in het gezin 1. Bedoeling Wie met maatschappelijk kwetsbare volwassenen wil werken aan opvoeden tot burgerzin zal moeten werken aan een positief zelfbeeld, aan de ontwikkeling van communicatieve

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl11 Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) Opleiding Rechten AO BE 028 (Ontwerp) Versie {1.0} (Ontwerp) Pagina 1 van 11 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming

Nadere informatie

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE TAALWERKBLAD PARTICIPATIE aanpak coach cultuur deelnemen doel eigenschappen heden integreren kwaliteiten meedoen mentor nu plan samenleving toekomst vaardigheden verleden verwachtingen wensen DE WERKWOORDSTIJDEN

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker)

Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Lesvoorbereiding: Social profit (begeleider in de kinderopvang, optieker, radioloog, verpleegkundige, sociocultureel werker) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp:

Nadere informatie

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

DE INFOBEURS. Beroepsopleiding, werk, werkervaring, stage. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS DE INFOBEURS Jongeren die nieuw aankomen op de school hebben wellicht veel vragen over hoe het eraan toegaat op de school, of ze kunnen gaan werken, welke stageplekken tof zijn, Daarnaast zijn jongeren

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 3 e graad basisonderwijs Leervak: WO Technologie - Maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen:

18-9-2014. Pedagogische opleiding theorie. Doelstellingen. Doelstellingen. Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback. De kennis over de begrippen: Pedagogische opleiding theorie Hoofdstuk 1 Communicatie en feedback Doelstellingen De kennis over de begrippen:, feedback, opleiden en leren kunnen uitdrukken en verfijnen Doelstellingen De voornaamste

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Help! Verzuim voorkomen

Help! Verzuim voorkomen TIP: dit is een interactieve pdf. de inhoudsopgave en het menu onder aan de pagina s zijn clickable. Help! Verzuim voorkomen Een leidraad voor werkoverleg met medewerkers over verzuim Deze publicatie is

Nadere informatie

Onderwijssociologie & Diversiteit

Onderwijssociologie & Diversiteit Onderwijssociologie & Diversiteit Hoorcollege 1: inleiding sociologie en burgerschap IVL Leike van der Leun Om deze presentatie te kunnen volgen op je mobiele telefoon, tablet of laptom, ga je naar: www.presentain.com

Nadere informatie

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES WAAROM DEZE BIJSCHOLING? DE LEERDRIEHOEK Luisteren 5 tot 8% Lezen 11% Zien / horen (avm) 22% Leerkracht: docent Leerkracht: mediator Zien / horen (demo) 32% Erover

Nadere informatie

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO)

Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) RLLL-RLLL-EXT-ADV-007bijl3 Basiseducatie LEERGEBIED Maatschappijoriëntatie (MO) Opleiding AO BE 20 (Ontwerp) Versie {1.0} (Ontwerp) Pagina 1 van 11 Inhoud Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming 15

Nadere informatie

Jonge reporters in het Federaal Parlement

Jonge reporters in het Federaal Parlement 1 Inleiding Met de DVD Jonge reporters en de bijbehorende website zijn het Federaal Parlement en de Koning Boudewijnstichting de uitdaging aangegaan om jongeren van de derde graad secundair onderwijs (bso,

Nadere informatie

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training. www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1 faalangst de baas! training www.kinderpraktijklandsmeer.nl info@kinderpraktijklandsmeer.nl 2 KINDERPRAKTIJK LANDSMEER FAALANGST DE BAAS! TRAINING 3 faalangst de Baas! training

Nadere informatie

Ik verlaat de school wat nu?

Ik verlaat de school wat nu? Ik verlaat de school wat nu? Je hebt geen werk? Schrijf je in bij de VDAB: Hoe? Via de website www.vdab.be Via het gratis nummer 0800/ 30 700 Via een kantoor in de buurt Wanneer? Voor 1 augustus Als je

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de Lesvoorbereiding: Voedingsindustrie (beroepen : kwaliteitsverantwoordelijke, productieoperator en onderhoudstechnicus) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement? Definitie outplacement Outplacement is een geheel van begeleidende diensten en adviezen die in opdracht van

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. WWW.MATSWERKT.NL Mats werkt: Dé cursus voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer.

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker) Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker) Klas: 3 de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek over de Grafische sector

Nadere informatie

DE BAAN OP! Een bedrijfsbezoek voorbereiden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

DE BAAN OP! Een bedrijfsbezoek voorbereiden. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien,

Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, Lesvoorbereiding: Metaal en Technologie (beroepen: lasser, elektricien, matrijzenbouwer, ) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk

ECTS-fiche. Graduaat Sociaal-cultureel werk ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Sociaal-cultureel werk Module Groepswerk Code Bc2 Lestijden 40 Studiepunten Ingeschatte totale 60 studiebelasting (in uren) 1 2.Inhoud Als sociaal-cultureel

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie & Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie E HO DIT T RK AL E W ITA? G I D IER H CA mens & maatschappij specifieke visie van leerlijn naar methodiek van methodiek naar leerlijn

Nadere informatie

De loopbaanchecklist

De loopbaanchecklist De loopbaanchecklist Met deze checklist ga je voor je zelf na hoe het gesteld is met de manier waarop je jouw loopbaan stuurt. Bij het beantwoorden van de vragen gaat het niet direct om andere banen, je

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Liever assertiever op het werk

Liever assertiever op het werk Waarom een assertiviteitstraining? Voor veel mensen is het niet gemakkelijk om in een werkomgeving bijvoorbeeld voor de eigen mening uit te komen, neen te zeggen, om te gaan met de boosheid van een collega

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen.

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. - Voor buschauffeurs en conducteurs, waar verbale, mentale en fysieke agressie stelselmatig voor komt. - Voor de controleurs in het openbaar

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling Waarom? Ik heb het idee dat ik wel eens tekortschiet als het erom gaat anderen duidelijk te maken wat ik bedoel. Ik

Nadere informatie

Voorbeelden compententieprofiel mentor

Voorbeelden compententieprofiel mentor BIJLAGE 1 Voorbeelden compententieprofiel mentor Voorbeeld 1 Meetindicator voor competenties en gedragingen van een mentor, opgesteld door Ryhove, beschutte werkplaats in Gent (PH= persoon met een handicap)

Nadere informatie

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1 STERKE SCHAKELS Samen werken aan functionele taalvaardigheid Probleemstelling Jongeren in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) en het beroepssecundair onderwijs (BSO) stromen vaak uit zonder

Nadere informatie

2. HET RECHT OP PARTICIPATIE ONTDEKKEN EN VERKENNEN

2. HET RECHT OP PARTICIPATIE ONTDEKKEN EN VERKENNEN LEREN DOOR RECHTEN 2.A DEBAT 7 LEREN DOOR RECHTEN 2.A DEBAT INLEIDING Het is de bedoeling om tijdens de hierna beschreven activiteit een debat te organiseren over de participatie van de leerlingen op school.

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Communicatieve vaardigheden Ac 1

Communicatieve vaardigheden Ac 1 Communicatieve vaardigheden Ac 1 HIK Hoger Instituut der Kempen Afdeling Graduaat Maatschappelijk Werk Academiejaar 2008-2009 Els Boven en Lize Vandereycken Module: A Sociaal werk Ac1 Communicatieve vaardigheden

Nadere informatie

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de Lesvoorbereiding: Transport en logistiek (beroepen: planner, magazijnmedewerker en vrachtwagenchauffeur) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO technologie maatschappij Onderwerp: Atelier i.v.m. de

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Workshop Communicatie vaardigheden

Workshop Communicatie vaardigheden Workshop Communicatie vaardigheden Communicatie vaardigheden, effectief communiceren kun je leren De manier waarop wij met elkaar communiceren is cruciaal voor een goede relatie. Je boodschap kan nog zo

Nadere informatie

Kanjerbeleid. Doelstelling Voor de kinderen hebben we als doel dat ze zoveel mogelijk als volgt over zichzelf denken:

Kanjerbeleid. Doelstelling Voor de kinderen hebben we als doel dat ze zoveel mogelijk als volgt over zichzelf denken: Kanjerbeleid Inleiding Op de obs Stegeman werken we sinds januari 2012 met de kanjertraining. Voor u ligt het beleidsstuk Kanjertraining. We hopen dat het zicht geeft op wat we doen op school en waar we

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

tekst voor voorbereiding forum visie

tekst voor voorbereiding forum visie + Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be

Nadere informatie

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst.

Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Eindtermen Deze les voor Saved by the bell (lager onderwijs) voldoet aan meerdere eindtermen. Een aantal eindtermen zijn gebundeld in onderstaande lijst. Op de volgende bladzijden hebben we ook enkele

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden

LIEVERWIJS. kindercoaching & training. kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling. Een rups kan altijd nog een vlinder worden LIEVERWIJS kindercoaching & training kindercoaching basisschool trainingen kindercoach op bestelling Een rups kan altijd nog een vlinder worden Kindercoaching Van Rups naar Vlinder Voor kinderen in de

Nadere informatie

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces OMGAAN MET DE ZORGVRAGER 1 Attitudes 12 1.1 Attitude 13 1.2 De specifieke beroepsattitudes van de verzorgende 14 1.2.1 De specifieke beroepsattitudes van

Nadere informatie

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1 Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Op cursus met KEI-JONG vzw zeker iets voor jou...!?

Op cursus met KEI-JONG vzw zeker iets voor jou...!? Op cursus met KEI-JONG vzw zeker iets voor jou...!? Op cursus met KEI-JONG vzw is... op stap gaan bijleren nieuwe mensen Bijleren op een plezante manier. Nieuwe dingen uitproberen. Nieuwe mensen leren

Nadere informatie

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN 1 2 3 4 5 A Samen werken (spelen) Hierbij is het samenwerken nog vooral doel en nog geen middel. Er is nog geen sprake van taakdifferentiatie. De taak ligt vooraf

Nadere informatie

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN

Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN Training - Begeleiding - Coaching BALANS DE BAAS VOOR VROUWEN DIE MAMA ZIJN OF WORDEN HERKEN JE DIT? Heb je steeds het gevoel het net niet goed genoeg te doen voor iedereen? Zijn de dagen te kort voor

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen tips over correct handelen als je het uitmaakt met je lief. Ze bespreken

Nadere informatie

Solidariteit in superdiversiteit: kijken vanuit het hier en nu

Solidariteit in superdiversiteit: kijken vanuit het hier en nu Solidariteit in superdiversiteit: kijken vanuit het hier en nu DieGem consortium Begin 2011 waren er in het Vlaamse Gewest meer dan 400.000 mensen ingeschreven met een vreemde nationaliteit. Het aantal

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004 Integratie van AN in secundair onderwijs Tom Verheyen Filip Paelman Overzicht Omzendbrief Tasan Vervolgonderzoek Referentiekader Een

Nadere informatie

LEREN LEREN WAT? HOE?

LEREN LEREN WAT? HOE? LEREN LEREN WAT? Bij leren leren ondersteunt de school je schoolse leren en biedt de school je methodieken om toe te passen in leersituaties buiten de school. HOE? Als school hebben we gekozen voor het

Nadere informatie

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid 18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid Goed, gezond en gemotiveerd aan het werk tot je pensioen? Dat bereik je door kansen te pakken op het werk. Leer aan de hand van onderstaande punten hoe je

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is

Doel van deze presentatie is Doel van deze presentatie is Oplossingsgericht? Sjoemelen? Evaluatie van de praktische oefening. Verbetersuggesties qua oplossingsgerichtheid (niet met betrekking tot de inhoud van de gebruikte materialen)

Nadere informatie

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden zeker gedeeltelijk niet 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Voor discussies heb ik geen tijd, ík beslis. Medewerkers met goede voorstellen

Nadere informatie

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk.

ACADEMIEJAAR LEREN OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK. Graduaat in Maatschappelijk werk. ACADEMIEJAAR 2019-2020 OP SCHOOL ÉN OP DE WERKPLEK Graduaat in Maatschappelijk werk www.odisee.be Graduaat in Maatschappelijk werk Werk je graag met mensen, ook als ze kwetsbaar zijn? Wil je leren om ze

Nadere informatie

CURRICULUM VITAE. Ken jezelf! Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

CURRICULUM VITAE. Ken jezelf! Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS CURRICULUM VITAE In dit lespakket maken jongeren hun cv. Vermits sommige jongeren al van bij het begin van het schooljaar op zoek gaan naar een job of stageplaats, maken ze zeer snel een eerste exemplaar

Nadere informatie

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg...

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg... Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs (http://www.knack.be/auteurs/simon-demeulemeester/author- Simon Demeulemeester demeulemeester/author-4000174167085.htm) woensdag 23 januari 2013 om

Nadere informatie

Geen boeken meer. Je verlaat de school Werkloos of werken?

Geen boeken meer. Je verlaat de school Werkloos of werken? Afgestudeerd en nu? Afgestudeerd en nu? Eerst en vooral een feestje, want dat heb je verdiend! En dan ga je nadenken over je toekomst en dan komen de vragen. Hoe dan ook er zijn een aantal zaken waar je

Nadere informatie

Kansen in en van onderwijs

Kansen in en van onderwijs Met deze fiche beogen we een concretisering van de blikopener kansen in en van onderwijs voor het vak Frans. Deze fiche is tot stand gekomen in een focusgesprek met lerarenopleiders secundair onderwijs,

Nadere informatie

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Ons contract. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Ons contract. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER Jongeren krijgen op school, op de werkplek, in de klas met allerlei regels en afspraken te maken. Zijn de afspraken en regels duidelijk genoeg voor hen? Wat vinden

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

WERK AAN DE WINKEL Hoe vind je een job?

WERK AAN DE WINKEL Hoe vind je een job? Hoe vind je een job? Inhoud Doelgroep Vakgebied Duur Materialen Doelen De leerlingen exploreren de verschillende manieren om aan een baan te geraken. Ze vertrekken van hun eigen ervaringen, interviewen

Nadere informatie

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen

Actualisering leerplan eerste graad - Deel getallenleer: vraagstukken Bijlage p. 1. Bijlagen Bijlage p. 1 Bijlagen Bijlage p. 2 Bijlage 1 Domeinoverschrijdende doelen - Leerplan BaO (p. 83-85) 5.2 Doelen en leerinhouden 5.2.1 Wiskundige problemen leren oplossen DO1 Een algemene strategie voor

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden. VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn

Nadere informatie

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar Schooljaar 2011-2012 Leerkracht(en): Vak: Klassen: Ann Debecker, Sonia Mannaerts, Carine Peeters, Ivo Thyssen, Jo Vonckx Jaarplan PAV 5dejaar 5GK, 5RK1, 5RK2 Schooljaar: 2011-2012 Algemene gegevens Leerjaar

Nadere informatie