Raadsmededeling - openbaar

Transcriptie

1 Raadsmededeling - openbaar Nummer : 90/2013 Datum : B&W datum : Portefeuillehouder : B. Berghoef Onderwerp : Jaarverslag 2012 Integrale Handhaving Aanleiding Op basis van de Wet milieubeheer en het Besluit Kwaliteitseisen handhaving milieu, is de gemeente verplicht om jaarlijks het handhavingsbeleid te evalueren. In dit verslag legt de gemeente verantwoording af over de inzet en de behaalde resultaten van het afgelopen jaar. Inhoud mededeling Op heeft het college van B&W het jaarverslag 2012 Integrale Handhaving vastgesteld. Naar de inhoud van dit jaarverslag verwijzen wij u naar het bijgevoegde verslag. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: - Jaarverslag 2012 Team Integrale Handhaving De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd: -

2 Titel Jaarverslag 2012 gemeente Aalten Integrale Handhaving Auteur André Nijhuis

3 Titel Jaarverslag 2012 Integrale handhaving Auteur André Nijhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding Nr Algemeen Nr Doelstellingen/gemeentelijk beleid Nr Beleid en ontwikkeling 2012 Nr RUD Nr Handhavingprogramma 2012 Nr Wijziging wet- en regelgeving Nr Handhavingaspecten Nr Algemeen Nr Milieu Nr Bouwen Nr Gebruik Nr Brandveiligheid Nr APV Nr klachten Nr Bestuurlijke handhaving Nr Evaluatie jaarprogramma Handhaving 2012 Nr Doorkijk naar 2013 Nr Bijzondere prestaties/activiteiten over het jaar 2013 Nr. 21 2

4 1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag over 2012 op het gebied van integrale handhaving (milieu, bouwen en ruimtelijke ordening, brandpreventie en APV/bijzondere wetten). Waarom een jaarverslag handhaving? Als college willen wij weten of de geplande inzet van middelen en de geplande activiteiten ook zijn gerealiseerd. Daarnaast willen wij weten of de doelen zijn bereikt en of ze zijn bereikt op een efficiënte wijze. Deze informatie is van belang voor: eventuele tussentijdse bijsturing van het programma 2013; eventuele wijziging van het beleid of actualisatie van beleid; het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad en het tijdig kunnen aansluiten bij de gemeentelijke Planning en Control Cyclus. Kortom: voor een sluitende handhavingcyclus zijn een jaarverslag en evaluatie onontbeerlijk. Met het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 zijn de kwaliteitseisen voor handhaving opgenomen in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en hoofdstuk 10 van de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Hierin wordt voorgeschreven dat het handhavingsbeleid jaarlijks in een handhavingsuitvoeringsprogramma moet worden uitgewerkt (artikel 7.3 Bor). Het handhavingsuitvoeringsprogramma beschrijft welke van de voorgenomen activiteiten het bestuursorgaan het komende jaar uitvoert en wat de daarvoor benodigde en beschikbare financiële en personele middelen zijn. Bij het opstellen van het handhavingsuitvoeringsprogramma moet onder andere rekening worden gehouden met vastgesteld beleid. Het Bor stelt tevens eisen aan de jaarlijkse evaluatie van het handhavingsuitvoeringsprogramma. In de rapportage dient aangegeven te worden of de in het handhavingsuitvoeringsprgramma opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de vooraf gestelde doelen. Het jaarverslag vormt een essentieel onderdeel van de professionele beleidscyclus voor toezicht en handhaving. De prioriteiten en doelen zoals deze gesteld zijn in het handhavingsuitvoeringsprogramma van 2012 worden in dit jaarverslag geëvalueerd. 3

5 Het regionale jaarverslag betreft de taakvelden milieu, bouwen, brandveilig gebruik, APV en bodem. De centrale vraag is of toezicht en handhaving voldoet aan de verwachting en wensen. Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Controles zijn bijna allemaal uitgevoerd zoals voorgenomen in het werkprogramma. Toch zijn er een aantal verbeterpunten waar we mee aan de slag zullen gaan. De verbeterpunten zijn op voorhand meegenomen in het handhavingbeleidsprogramma

6 2. Algemeen 2.1 Doelstellingen/gemeentelijk beleid Het handhavingstaken van de gemeente Aalten zijn verwoord in het handhavingsuitvoeringsprogramma Het college heeft dit handhavingprogramma vastgesteld met daarin opgenomen de organisatorische en inhoudelijke doelstellingen. In dit programma wordt ingegaan op de inhoudelijke doelstellingen. Deze luiden als volgt: Milieu en afval geen onaanvaardbare risico's veroorzaakt door inrichtingen voor mens en natuur; voorkomen hinder en overlast door inrichtingen; voorkomen aantasting natuur door voorkomen van bodemverontreinigingen en een schone leefomgeving en zoveel mogelijk hergebruik en recycling van afvalstoffen. Bouwtoezicht/ruimtelijke ordening veilige bouwwerken in overeenstemming met vergunningvoorschriften; waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied en binnen de bebouwde kommen en behoud van rijks- en gemeentelijke monumenten. APV/bijzondere wetten veilige horecagelegenheden, waarbij geen sprake is van overlast, verstoring openbare orde en illegale/grijze circuits; veilige evenementen zonder verstoring van de openbare orde. Voorkomen klachten door goede informatievoorziening vooraf en zienswijzen zo mogelijk verwerken in vergunningsvoorschriften voor het evenement; schoon houden van de openbare ruimte en voorkomen illegaal gebruik daarvan; openbare ruimten worden niet als opslag- of parkeerplaats gebruikt. Veilige doorvoer van gevaarlijke en grote transporten door de gemeenten en voorkoming van aantasting leefomgeving. Brandpreventie veilige gebouwen, instellingen en evenementen conform brandpreventieve voorschriften en brandpreventieve voorzieningen. 5

7 3. Beleid en ontwikkeling 2012 Onderstaand volgt een overzicht van de belangrijkste beleidsontwikkelingen en ontwikkelingen in wetgeving. 3.1 RUD De vorming tot een RUD kreeg in 2012 steeds meer vorm. De gezamenlijke inzet, de bijdrage van veel medewerkers en het uiteindelijke resultaat wordt als zeer positief gezien. Zolang de RUD dan ook nog geen feit is, zullen de vele uit te voeren werkzaamheden voor 2013 beter moeten worden gedoseerd om een juiste balans te vinden tussen regulier (wettelijk verplicht) werk en niet regulier (maar eventueel wel politiek wenselijk) werk. Alle colleges en besturen hebben kennis genomen van de vorming van een RUD en hebben ingestemd om op de ingeslagen weg verder te gaan. Dit betekent dat nu de afrondende fase is aangebroken waarin het een en ander nader zal worden geconcretiseerd. Ook deze fase zal weer een grote inbreng vragen van de diverse medewerkers. 3.2 Handhavingprogramma 2012 De prioriteiten in een handhavingsuitvoeringsprogramma worden normaliter gebaseerd op één of meer strategische doelstellingen die worden genoemd in het handhavingsbeleid. Op basis hiervan is er een strategische doelstelling geformuleerd, gebaseerd op de strategische doelstellingen van de gemeente. De strategische doelstelling voor toezicht en handhaving in Aalten luidde: Het realiseren van een hoogwaardige uitvoering van taken op gebied van toezicht en handhaving en een relevante bijdrage leveren aan meer veiligheid en betere naleving in Aalten. Risicoanalyse gemeente Aalten gebruikt een risicoanalyse om prioritering in toezicht- en handhavingstaken aan te brengen. In 2012 zijn de hoofdlijnen uit de verschillende analyses gehaald en op basis hiervan is een tabel opgesteld voor de volgende taakvelden: milieu, bouwen, brandveilig gebruik, APV en bodemtaken. Uitgangspunt hierbij was dat toegewerkt zou gaan worden naar het uniform benoemen van taken, kengetallen en controlefrequenties. 6

8 Beleidscyclus Het HUP vormt het hart van de beleidscyclus voor toezicht en handhaving en is de schakel tussen de strategische en operationele cyclus. Het handhavingsuitvoeringsprogramma wordt door de college vastgesteld en ter informatie aan de gemeenteraden gestuurd. Het maakt onderdeel uit van de gemeentelijke handhavingsbeleidscyclus. In het jaarverslag worden de in het handhavingsuitvoeringsprogramma gestelde prioriteiten en doelen geëvalueerd. 3.3 Wijzigingen wet- en regelgeving Het Rijk is al vele jaren bezig met een modernisering van de geldende wet- en regelgeving. De laatste jaren is al een behoorlijk aantal wijzigingen doorgevoerd. In 2012 zijn daar de volgende wijzigingen bijgekomen waar gemeenten op moesten anticiperen. Wabo Met de inwerkingtreding van de Wabo zijn diverse vergunningen en ontheffingen ondergebracht in één vergunning, de zogenaamde omgevingsvergunning. Burgers en ondernemers hebben zo in de meeste gevallen te maken met één loket, één procedure, één vergunning en dus één besluit. Een gevolg is dat dit ook grote veranderingen voor gemeenten tot gevolg heeft gehad op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Wijziging Activiteitenbesluit (Barim) Eind 2012 is een wijziging van het Activiteitenbesluit in werking getreden. Door dit wijzigingsbesluit vallen nog meer activiteiten die eerst vergunningplichtig waren onder de werking van het Activiteitenbesluit. Dit houdt in dat meer bedrijven onder de meldingsplicht vallen, waardoor het aantal vergunningaanvragen afneemt. 7

9 4. Handhavingaspecten 4.1 Algemeen Om de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van beleid te vergroten is de handhaafbaarheidtoets vastgesteld. De juridische beleidsmedewerker van het handhavingteam is hierdoor voor de interne advisering tijdig bij het opstellen van beleid betrokken. Dit komt ook ten goede aan de integraliteit van beleid. De verantwoordelijkheid en het initiatief voor het toepassen van het beleid ligt bij de vakinhoudelijk verantwoordelijk medewerker. 4.2 Milieu In artikel 21. van de Wet milieubeheer is ondermeer voorgeschreven dat burgemeester en wethouders jaarlijks verslag doen aan de gemeenteraad over hun beleid met betrekking tot de uitvoering van onder andere het hoofdstuk Handhaving uit de Wet milieubeheer. De prioriteiten werden bepaald op basis van: Waarborgen van veiligheid (voorkomen van risico s Voorkomen van overlast (voorkomen van hinder en dan vooral geluid en geur) Geloofwaardigheid van de handhavende organisatie. Door toepassing van de risicoanalyse is er een tabel opgesteld. De uitkomst is dat hoge prioriteit wordt toegekend aan categorie 4 bedrijven en milieuklachten m.b.t. veiligheid, gemiddelde prioriteit wordt gegeven aan categorie 3 en een lage prioriteit voor categorie 2 en 1 geldt. In tabel 1 staat het aantal bedrijven waarvoor de gemeente Aalten het bevoegd gezag is. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen verschillende milieucategorieën. De milieubelasting is gebaseerd op een landelijke indeling. Tabel 1 Handhaving Aantal inrichtingen Frequentie Categorie x per 10 jaar Categorie x per 5 jaar Categorie x per 2 jaar Categorie x per jaar Totaal per jaar Bij reguliere controles betreft het altijd een integrale controle. In 2012 is net als in 2011 het accent gelegd op het controleren van bedrijven met een gemiddelde en hoge milieubelasting. 8

10 Bedrijven met een (zeer) lage milieubelasting zijn niet gecontroleerd. Het totale aantal geplande integrale milieucontroles in 2012 bedroeg 154. In werkelijkheid werden 111 controles uitgevoerd. Hierbij kan een onderverdeling worden gemaakt in 21 controles van vergunningspichtige bedrijven en 90 AMvB bedrijven. De milieucontroles vonden plaats conform de vastgestelde Handhavingstrategie. Het aantal geplande controles is niet gehaald omdat in 2012 capaciteit van het team integrale handhaving is ingezet voor het realiseren van een RUD Achterhoek en door dat twee medewerkers 1 dag in de week een opleiding hebben gevolgd. Door beide onderdelen is ongeveer 12% van de beschikbare formatie komen te vervallen voor het uitvoeren van controles. In december 2012 zijn de vuurwerkverkooppunten bezocht voor een controle op de naleving van de regels met betrekking tot de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk. De gemeente Aalten heeft drie verkooppunten van vuurwerk. De gecontroleerde inrichtingen voldeden aan de gestelde milieuvoorschriften. Ook voor het overige zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. 4.3 Bouwen Vanuit oogpunt van veiligheid en gezondheid wordt veel tijd besteed aan het controleren van bouwvergunningen. Ook binnen het vrije toezicht wordt veel toezicht gehouden op het bouwen zonder bouwvergunningen. Het is daarom enkele keren voorgekomen dat bouwwerkzaamheden zijn stilgelegd door middel van een bouwstop. De bouwwerkzaamheden mochten dan pas weer worden hervat nadat een bouwvergunning is verleend. In alle gevallen is het mogelijk gebleken om alsnog een bouwvergunning te verlenen. Indien dit niet mogelijk was is het bouwwerk aangepast. In het kader van de woningwet hebben er 3 handhavingacties plaatsgevonden. Het betrof hier het stilleggen van illegale sloopwerkzaamheden waarbij asbest vrij kwam. 4.4 Gebruik Bij gebruik denken we aan illegaal gebruik van gemeentegrond maar in dit kader hebben we het ook over gebruik van gronden en/of gebouwen in strijd met het bestemmingsplan. De afdeling omgeving is met een project bezig waarbij de situaties in beeld worden gebracht waar burgers stroken gemeentegrond illegaal in gebruik hebben genomen. Het handhavingteam heeft in eerste instantie in dit project geen rol. De verwachting is dat van de 100% illegaal gebruik 80 % kan worden opgelost door verkoop of verhuur van deze gronden. 20 % zal dan overblijven om via handhaving op te pakken. 9

11 Als sprake is van illegaal gebruik van gemeentegrond waarbij zaken op grond van de gemeente worden geplaatst (zoals bijvoorbeeld vaak gebeurt met reclameborden) dan treden we hiertegen bestuursrechtelijk op. Dit houdt in dat de overtreder (als deze tenminste bekend is) korte tijd gelegenheid krijgt om de zaak zelf op te ruimen en als dit niet gebeurt dan haalt de gemeente de zaak op. Tegen betaling van de verwijderingkosten kan het betreffende bord worden terugverkregen. Als de zaak niet wordt opgehaald wordt geen rekening verstuurd naar de overtreder. De verwijderingkosten zijn dan voor de gemeente. Deze kosten zijn altijd nog lager dan de kosten voor eventueel bestuursrechtelijk handhavend optreden (vooraanschrijving zienswijzen, definitieve besluit, bezwaar, beroep). In 2011 is begonnen met een inventarisatie m.b.t. het stallen van reclameborden. In 2012 is dit verder worden uitgewerkt in een projectvoorstel. De vaststelling zal plaatsvinden in De handhaving hiervan zal in 2012 als pilot starten waarbij de nadruk in eerste instantie komt te liggen op de doorgaande wegen te weten de N318, N313 en de Dinxperlosestraatweg. De andere reclame objecten zullen daarna worden opgepakt. Nadat de reclamenota is vastgesteld zal er structureel worden gehandhaafd. In 2012 zijn 2 meldingen binnengekomen van vermoedelijk illegaal gebruik. Het betrof hier voornamelijk het stallen van reclame-uitingen op plekken waar dit niet tot de mogelijkheden behoort 4.5 Brandveiligheid De nadruk ligt op de brandpreventie (toezicht) op gebruiksvergunningen en gebruiksmeldingen. De controle vind plaats tijdens een integrale controle. Daardoor kunnen er afwijkingen zijn ten opzichte van de planning. De gebruiksvergunningen/meldingen worden met een bepaalde controlefrequentie gecontroleerd. Elke vergunning/melding wordt minimaal 1 keer in de 4 jaar gecontroleerd. Alle panden die gebruiksvergunningplichting en -meldingsplichtig zijn, zijn in 2010 ingevoerd in het nieuw geautomatiseerde systeem (Squit). Daaruit is gebleken dat er een geringe achterstand in controles is. In verband met de invoering van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit, 2009) worden alle bedrijven nog volgens de oude systematiek gecontroleerd. Daarbij worden ze ook geïnformeerd over de wetswijzigingen. Bij de controle wordt dan bekeken in welke nieuwe controlecategorie ze komen te vallen. De ervaring is dat de bedrijven deze werkwijze waarderen. 10

12 In 2012 zijn in totaal 15 gebruiksvergunningen en 9 gebruiksmeldingen gecontroleerd. Deze controles zijn integraal met andere controles uitgevoerd. In 13 gevallen was sprake van een zodanige overtreding dat er een hercontrole nodig was. Bij die hercontroles is geconstateerd dat de overtreding is beëindigd. Verder is geconstateerd dat in nagenoeg alle gevallen sprake was van een afwijking. Deze waren licht van aard (bijvoorbeeld: de vluchtrouteverlichting brand niet). Daarover zijn mondeling afspraken gemaakt voor herstel en is een kleine aantekening opgenomen in het dossier. Daarbij wordt erop vertrouwd dat betrokkenen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Uit ervaring is gebleken dat betrokkenen deze lichte afwijkingen direct of op zeer korte termijn oplossen. Over het algemeen kan worden gesteld dat het naleefgedrag goed is te noemen. Aanwijzingen worden vlot opgevolgd. Er hoefde geen enkele juridische procedure te worden gestart. 4.6 APV(Algemene Plaatselijke Verordening) De meeste meldingen die binnenkomen hebben betrekking op het houden van evenementen. In totaal zijn 19 evenementen gemeld. Van deze meldingen zijn er door het team handhaving 13 gecontroleerd. Alleen van de grotere evenementen zijn rapportages gemaakt. Uit de controles is vaak gebleken dat voor verschillende evenementen de vergunningen vaak overbodig vaak worden afgegeven. In 2010 heeft in het kader van deregulering de werkgroep APV zich bezig gehouden met het kritisch bekijken van de artikelen in de APV. Vanuit het handhavingteam is een bijdrage geleverd aan de werkgroep waarmee werd beoogd om regels te schrappen waartegen toch niet handhavend zou worden opgetreden. Verder zal vooral voor de grotere evenementen over worden gegaan tot het verlenen van vergunningen voor een periode van 3 jaar. Wel zal er voor deze evenementen jaarlijks een vooroverleg plaatsvinden om te bekijken of er wijzigingen zijn die een nieuwe vergunning noodzakelijk maken. 11

13 4.7 Klachten In 2012 zijn er 38 klachten ingediend en geregistreerd. Dat betekend t.o.v. de afgelopen jaren een verdere afname. Hieruit zou de conclusie worden getrokken dat structurele handhaving zijn vruchten begint af te werpen.van de 38 klachten die zijn binnengekomen zijn er 29 gecontroleerd en afgehandeld. Veel klachten bestaan uit het storten van tuin- huishoudelijk afval. Dit is direct door de buitendienst opgeruimd en heeft verder geen aandacht gehad van het team handhaving. Wel zijn er voor de locaties waar veel tuinafval wordt gestort een brief aan omwonenden verstuurd. Hierin is aangeven wat is geconstateerd en erop wordt gewezen waar tuinafval kan worden ingeleverd. Verder nemen de klachten m.b.t. rookoverlast wel toe. De verwachting is dat dit de komende jaren verder zal toenemen omdat mensen steeds meer overgaan tot het stoken van hout. 4.8 Bestuurlijke handhaving In 2012 zijn er 6 bestuurlijke aanschrijvingen verstuurd. Het betrof hier in alle gevallen een last onder dwangsom. In alle gevallen waren de overtredingen tijdig beëindigd en hoefde er geen dwangsom te worden geïnd. Verder zijn er 2 verzoeken tot handhaving binnen gekomen die door de commissie bezwaarschriften zijn behandeld. Hieronder wordt daar op ingegaan. Ad a. Zijn de doelen bereikt? De milieudoelen zijn weergegeven in het handhavingsuitvoeringsprogramma 2012 en luiden als volgt: Geen onaanvaardbare risico's veroorzaakt door inrichtingen voor mens en natuur. Voorkomen hinder en overlast door inrichtingen. Voorkomen aantasting natuur door voorkomen van bodemverontreinigingen. Een schone leefomgeving en zoveel mogelijk hergebruik en recycling van afvalstoffen.. Ad b. Zijn de voorgenomen activiteiten uitgevoerd? aangegeven is dat de meeste controles zijn uitgevoerd. Deze voldoen niet geheel aan de planning zoals die is gesteld voor 2012 omdat formatie van handhaving is ingezet voor het realiseren van een RUD Achterhoek en het volgen van een opleiding. Conclusie: de voorgenomen activiteiten zoals aangegeven onder het handhavingniveau zijn nagenoeg volledig gerealiseerd. 12

14 Ad c. Zijn de afspraken met externe handhavingpartners" uitgevoerd? In het professionaliseringstraject van de milieuhandhaving zijn afspraken gemaakt over de samenwerking met externe handhavingpartners". Daar waar noodzakelijk zijn en worden per geval de externe partners betrokken. Verder is er een lokaal handhavingoverleg waarbij externe partners aanschuiven. Gebruiksvergunning: De controles hierop zijn in 2012 allemaal uitgevoerd door de medewerkers van het team Integrale handhaving. Deze werden gelijktijdig met de milieucontroles uitgevoerd waardoor het bedrijf slechts werd bezocht door één en dezelfde medewerker. In 2012 zijn in totaal 16 gebruiksvergunningen en 9 gebruiksmeldingen gecontroleerd. In een aantal gevallen was sprake van een zodanige overtreding dat er een hercontrole nodig was. Bij die hercontroles is geconstateerd dat de overtreding is beëindigd op enkele locaties na, hiervan loopt de aanschrijving. Verder is geconstateerd dat in nagenoeg alle gevallen sprake was van een afwijking. Deze waren licht van aard (bijvoorbeeld: de vluchtrouteverlichting brand niet). Daar zijn mondeling afspraken over gemaakt voor herstel en is een kleine aantekening opgenomen in het dossier. Uit ervaring is gebleken dat betrokkenen deze lichte afwijkingen direct of op zeer korte termijn oplossen. Over het algemeen kan worden gesteld dat het naleefgedrag goed is te noemen. Aanwijzingen worden vlot opgevolgd. Vooral bij ondernemers leverde dit positieve reactie op omdat ze nu 1 contactpersoon van de gemeente hebben waarmee ze afspraken kunnen maken. Ook hier speelt veiligheid een rol en dan met name voor bezoekers en werknemers van deze bedrijven. Ook hier is voldaan aan de vooraf gestelde doelen door voldoende capaciteit in te zetten voor het uitvoren van controles. Na een hercontrole waren de overtredingen verholpen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het gestelde doel uit het handhavingsuitvoeringsprogramma zijn gehaald. Het gestelde doel is: veilige gebouwen, instellingen en evenementen conform brandpreventieve voorschriften en brandpreventieve voorzieningen. Bouwvergunning: Het toezicht op de bouwvergunningen ligt bij de afdeling Omgeving. Er is dus geen scheiding van vergunningverlening en toezicht wat in sommige situaties problemen kan opleveren. De problemen komen vooral aan het licht als door het team Integrale handhaving een controle wordt uitgevoerd. De communicatie op dit terrein zal de komende jaren verbeterd moeten worden waardoor eventuele misverstanden tussen de ondernemers, burgers en gemeente voorkomen kan worden. Bij het team integrale handhaving ligt alleen het toezicht en handhaving van bouwen zonder vergunning. Mocht blijken dat alsnog een bouwvergunning kan worden verleend dan ligt het primaat weer bij de afdeling omgeving. 13

15 Door hiervoor te kiezen kan er communicatiestoornissen ontstaan ten aanzien wie wat op moet gaan pakken. In de praktijk is gebleken dat de illegale situaties naar voren kwamen tijdens controles van vergunningen. Door vast te houden aan de beleidskeuze om een bouwstop pas in te trekken nadat bouwvergunning is verleend, geeft de gemeente aan het illegaal bouwen serieus aan te pakken. De gemeente is in 2011 begonnen met het opstellen van een erfgoedverordening. Hierin worden particulieren gestimuleerd om monumenten in goede staat te houden. Jaarlijks wordt er bedrag gereserveerd ter hoogte van voor het verstrekken van subsidies. Hieruit blijkt dat er actief wordt gewerkt voor het behoud van zowel Rijks- als gemeentelijke monumenten. Controles in het buitengebied werden niet actief uitgevoerd. Hier werd alleen gecontroleerd op basis van klachten en het bekende piepsysteem. Er kan dus worden gesteld dat aan twee van de drie gestelde doelen genoemd in het handhavingsuitvoeringsprogamma wordt voldaan. M.b.t. de ruimtelijke kwaliteit is het moeilijker om een antwoord te geven omdat hier niet structureel aandacht voor is. veilige bouwwerken in overeenstemming met vergunningvoorschriften; waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied en binnen de bebouwde kommen en behoud van rijks- en gemeentelijke monumenten. APV/bijzondere wetten: In 2012 is niet optimaal ingezet op het toezicht van parkeren/betaald parkeren. In 2012 is namelijk begonnen om een BOA wat meer in te zetten ten behoeve van de speerpunten van het beleid: schoon houden van de openbare ruimte (zwerfafval, aanbieden huishoudelijk afval) en voorkomen illegaal gebruik daarvan; openbare ruimten worden niet als opslag- of parkeerplaats gebruikt en voorkoming van aantasting leefomgeving. Het toezicht bij evenementen heeft vooral betrekking op de aanwezige braadinrichtingen, veiligheid voor de bezoekers en de geluidsbelasting. Bij enkele evenementen hebben geluidmetingen plaatsgevonden. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. De doelstelling was om alleen grotere evenementen i.v.m. veiligheid voor de bezoekers controle. In 2011 zijn alle grote evenementen waarbij meer dan 1000 toeschouwers werden verwacht gecontroleerd. Echter niet van elke controle is een rapportage gemaakt. Wel zijn deze evenementen meegenomen in de evaluatie. Het blijkt wel dat het verlenen van driejarige vergunningen in de praktijk problemen op kan leveren omdat vooral de grotere evenementen dynamisch van karaker zijn en veranderen kunnen optreden waardoor de vergunning niet meer actueel is. In 2012 zal hier aandacht voor moeten zijn. 14

16 Doordat er geen handhavingsancties zijn doorgezet kan worden gesteld dat de doelen die in het handhavingsuitvoeringsprogramma zijn opgenomen voor een groot deel worden gehaald. De gestelde doelen zijn: veilige horecagelegenheden, waarbij geen sprake is van overlast, verstoring openbare orde en illegale/grijze circuits; veilige evenementen zonder verstoring van de openbare orde. Voorkomen klachten door goede informatievoorziening vooraf en zienswijzen zo mogelijk verwerken in vergunningsvoorschriften voor het evenement; schoon houden van de openbare ruimte en voorkomen illegaal gebruik daarvan; openbare ruimten worden niet als opslag- of parkeerplaats gebruikt. Veilige doorvoer van gevaarlijke en grote transporten door de gemeenten en voorkoming van aantasting leefomgeving. De volgende zaken kunnen nog worden opgemerkt. Toezicht en handhaving op evenementen hoort thuis bij de gemeente voor wat betreft de naleving van de gestelde voorwaarden. De politie is en blijft verantwoordelijk voor de handhaving openbare orde. Daarover zijn afspraken gemaakt met de politie. Er is sprake van een toename van evenementen. Dit zou een grote druk leggen op het toezicht door zowel de gemeente als de politie. Sinds 2010 is de politie minder in beeld bij het voortraject van vergunningverlening. 15

17 5. Evaluatie jaarprogramma Handhaving 2012 De evaluatie van het jaarprogramma bestaat uit een algemeen gedeelte (korte weergave per onderwerp van de ervaringen van de handhavers over de eerste helft van 2012) en een specifieker gedeelte wat de aanloop is naar de aanbevelingen die in het jaarprogramma voor 2013 worden meegenomen. Het jaarprogramma 2012 is opgesteld met als uitgangspunt de in te zetten uren van de toezichthouders en bij welke producten het grootste risico wordt gelopen als er iets misgaat. Omdat de toezichthouders de leveranciers zijn van de handhavingzaken zijn deze uren als basis genomen. De productieve uren van de toezichthouders zijn volledig verdeeld over de zaken die prioriteit hebben. Milieu(vergunning/melding): Hiervoor is een controleprogramma vastgesteld. Om efficiënter te kunnen werken is er net als in 2011 voor het eerst gekozen ons hoofdzakelijk te richten op categorie 3 en 4 bedrijven en in welke branche het bedrijf werkzaam is. Denk hierbij aan bijv. chemie of brandbare vloeistoffen (tankstations). In 2012 wordt de planning zoals deze is opgenomen in het controleprogramma niet helemaal gehaald. Doordat er uren van het team integrale handhaving voor het oprichten van de RUD achterhoek en dat twee collega s een opleiding volgden was er niet voldoende capaciteit om alle geplande controles uit te voeren. Naar aanleiding hiervan is een andere keuze gemaakt in welke bedrijven gecontroleerd moesten worden. Hierbij speelde het aspect veiligheid een belangrijke afweging. Bedrijven met het laagste risico zijn daarom niet gecontroleerd. Door aanpassing van de werkwijze waarbij het bedrijf voorafgaand aan de controle een aantal vragen wordt gesteld, is efficiënter gewerkt. Wel zijn dus de bedrijven bezocht waarbij een veiligheidsrisico aanwezig is voor zowel het milieu als omwonenden. In dit kader is voldaan aan de doelstelling om vooral deze bedrijven te bezoeken. Om te komen tot een goede evaluatie moeten de volgende vragen worden beantwoord te weten: a. Zijn de doelen van het handhavingsbeleid bereikt? b. Zijn de activiteiten als genoemd in het handhavingsbeleid uitgevoerd (in relatie tot de prioriteitenstelling)? en c. Zijn de gemaakte -externe" afspraken nagekomen? 16

18 Hieronder wordt daar op ingegaan. Ad a. Zijn de doelen bereikt? De milieudoelen zijn weergegeven in het handhavingsuitvoeringsprogramma 2012 en luiden als volgt: Geen onaanvaardbare risico's veroorzaakt door inrichtingen voor mens en natuur. Voorkomen hinder en overlast door inrichtingen. Voorkomen aantasting natuur door voorkomen van bodemverontreinigingen. Een schone leefomgeving en zoveel mogelijk hergebruik en recycling van afvalstoffen.. Ad b. Zijn de voorgenomen activiteiten uitgevoerd? In de bijlage is aangegeven welke controles zijn uitgevoerd. Deze voldoen niet geheel aan de planning zoals die is gesteld voor 2012 omdat formatie van handhaving is ingezet voor het realiseren van een RUD Achterhoek en het volgen van een opleiding. Conclusie: de voorgenomen activiteiten zoals aangegeven onder het handhavingniveau zijn nagenoeg volledig gerealiseerd. Ad c. Zijn de afspraken met externe handhavingpartners" uitgevoerd? In het professionaliseringstraject van de milieuhandhaving zijn afspraken gemaakt over de samenwerking met externe handhavingpartners". Daar waar noodzakelijk zijn en worden per geval de externe partners betrokken. Verder is er een lokaal handhavingoverleg waarbij externe partners aanschuiven. Gebruiksvergunning: De controles hierop zijn in 2012 allemaal uitgevoerd door de medewerkers van het team Integrale handhaving. Deze werden gelijktijdig met de milieucontroles uitgevoerd waardoor het bedrijf slechts werd bezocht door één en dezelfde medewerker. In 2012 zijn in totaal 16 gebruiksvergunningen en 9 gebruiksmeldingen gecontroleerd. In een aantal gevallen was sprake van een zodanige overtreding dat er een hercontrole nodig was. Bij die hercontroles is geconstateerd dat de overtreding is beëindigd op enkele locaties na, hiervan loopt de aanschrijving. Verder is geconstateerd dat in nagenoeg alle gevallen sprake was van een afwijking. Deze waren licht van aard (bijvoorbeeld: de vluchtrouteverlichting brand niet). Daar zijn mondeling afspraken over gemaakt voor herstel en is een kleine aantekening opgenomen in het dossier. Uit ervaring is gebleken dat betrokkenen deze lichte afwijkingen direct of op zeer korte termijn oplossen. Over het algemeen kan worden gesteld dat het naleefgedrag goed is te noemen. Aanwijzingen worden vlot opgevolgd. Vooral bij ondernemers leverde dit positieve reactie op omdat ze nu 1 contactpersoon van de gemeente hebben waarmee ze afspraken kunnen maken. Ook hier speelt veiligheid een rol en dan met name voor bezoekers en werknemers 17

19 van deze bedrijven. Ook hier is voldaan aan de vooraf gestelde doelen door voldoende capaciteit in te zetten voor het uitvoren van controles. Na een hercontrole waren de overtredingen verholpen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het gestelde doel uit het handhavingsuitvoeringsprogramma zijn gehaald. Het gestelde doel is: veilige gebouwen, instellingen en evenementen conform brandpreventieve voorschriften en brandpreventieve voorzieningen. Bouwvergunning: Het toezicht op de bouwvergunningen ligt bij de afdeling Omgeving. Er is dus geen scheiding van vergunningverlening en toezicht wat in sommige situaties problemen kan opleveren. De problemen komen vooral aan het licht als door het team Integrale handhaving een controle wordt uitgevoerd. De communicatie op dit terrein zal de komende jaren verbeterd moeten worden waardoor eventuele misverstanden tussen de ondernemers, burgers en gemeente voorkomen kan worden. Bij het team integrale handhaving ligt alleen het toezicht en handhaving van bouwen zonder vergunning. Mocht blijken dat alsnog een bouwvergunning kan worden verleend dan ligt het primaat weer bij de afdeling omgeving. Door hiervoor te kiezen kan er communicatiestoornissen ontstaan ten aanzien wie wat op moet gaan pakken. In de praktijk is gebleken dat de illegale situaties naar voren kwamen tijdens controles van vergunningen. Door vast te houden aan de beleidskeuze om een bouwstop pas in te trekken nadat bouwvergunning is verleend, geeft de gemeente aan het illegaal bouwen serieus aan te pakken. De gemeente is in 2011 begonnen met het opstellen van een erfgoedverordening. Hierin worden particulieren gestimuleerd om monumenten in goede staat te houden. Jaarlijks wordt er bedrag gereserveerd ter hoogte van voor het verstrekken van subsidies. Hieruit blijkt dat er actief wordt gewerkt voor het behoud van zowel Rijks- als gemeentelijke monumenten. Controles in het buitengebied werden niet actief uitgevoerd. Hier werd alleen gecontroleerd op basis van klachten en het bekende piepsysteem. Er kan dus worden gesteld dat aan twee van de drie gestelde doelen genoemd in het handhavingsuitvoeringsprogamma wordt voldaan. M.b.t. de ruimtelijke kwaliteit is het moeilijker om een antwoord te geven omdat hier niet structureel aandacht voor is. veilige bouwwerken in overeenstemming met vergunningvoorschriften; waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied en binnen de bebouwde kommen en behoud van rijks- en gemeentelijke monumenten. 18

20 APV/bijzondere wetten: In 2011 is minder tijd besteed aan toezicht parkeren/betaald parkeren. In 2011 is namelijk begonnen om een BOA wat meer in te zetten ten behoeve van de speerpunten van het beleid: schoon houden van de openbare ruimte (zwerfafval, aanbieden huishoudelijk afval) en voorkomen illegaal gebruik daarvan; openbare ruimten worden niet als opslag- of parkeerplaats gebruikt en voorkoming van aantasting leefomgeving. Het toezicht bij evenementen heeft vooral betrekking op de aanwezige braadinrichtingen, veiligheid voor de bezoekers en de geluidsbelasting. Bij enkele evenementen hebben geluidmetingen plaatsgevonden. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. De doelstelling was om alleen grotere evenementen i.v.m. veiligheid voor de bezoekers controle. In 2012 zijn alle grote evenementen waarbij meer dan 1000 toeschouwers werden verwacht gecontroleerd. Echter niet van elke controle is een rapportage gemaakt. Wel zijn deze evenementen meegenomen in de evaluatie. Het blijkt wel dat het verlenen van driejarige vergunningen in de praktijk problemen op kan leveren omdat vooral de grotere evenementen dynamisch van karaker zijn en veranderen kunnen optreden waardoor de vergunning niet meer actueel is. In 2013 zal hier aandacht voor moeten zijn. Doordat er geen handhavingsancties hoefden te worden doorgezet kan worden gesteld dat de doelen die in het handhavingsuitvoeringsprogramma zijn opgenomen voor een groot deel worden gehaald. De gestelde doelen zijn: veilige horecagelegenheden, waarbij geen sprake is van overlast, verstoring openbare orde en illegale/grijze circuits; veilige evenementen zonder verstoring van de openbare orde. Voorkomen klachten door goede informatievoorziening vooraf en zienswijzen zo mogelijk verwerken in vergunningsvoorschriften voor het evenement; schoon houden van de openbare ruimte en voorkomen illegaal gebruik daarvan; openbare ruimten worden niet als opslag- of parkeerplaats gebruikt. Veilige doorvoer van gevaarlijke en grote transporten door de gemeenten en voorkoming van aantasting leefomgeving. De volgende zaken kunnen nog worden opgemerkt. Toezicht en handhaving op evenementen hoort thuis bij de gemeente voor wat betreft de naleving van de gestelde voorwaarden. De politie is en blijft verantwoordelijk voor de handhaving openbare orde. Daarover zijn afspraken gemaakt met de politie. Er is sprake van een toename van evenementen. 19

21 Dit zou een grote druk leggen op het toezicht door zowel de gemeente als de politie. Sinds 2010 is de politie minder in beeld bij het voortraject van vergunningverlening. Daarnaast zijn in 2011 uitvoeringsregels vastgesteld voor het verkrijgen van een evenementenvergunning. Daarin zijn regionale afspraken ten aanzien van evenementen met veiligheidsrisico's geïmplementeerd. In 2012 is een eerste aanzet gedaan w om te komen tot de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking. Om de komende jaren beter afstemming te krijgen om controles van grote evenementen goed uit te kunnen voeren moet aan de volgende punten de nodige aandacht worden besteed. De verdere verbetering van de planning, monitoring en tijdregistratie. Een goede interne en externe afstemming voor en tijdens controles. Aanpassing vergunningen naar aanleiding van de evaluatie Milieuklachten: Deze klachten betreffen hoofdzakelijk stank- en geluidsoverlast en zijn ook met name inrichtingsgebonden (dus van een bedrijf). Hieruit zijn geen handhavingzaken uit voor voortgekomen omdat niet directe overlast werd geconstateerd of omdat het direct kon worden opgelost. 20

22 6. Doorkijk naar 2013 Er ligt een duidelijk handhavingprogramma 2012 met een hele duidelijke prioriteitstelling. Verder komen voor het handhavingteam een aantal zaken op de agenda te staan die consequenties hebben op de werkplanning. Voor zover bekend zijn dit de volgende zaken: Behalen van efficiëntie voordelen; Opstellen kwaliteitscriteria (Wabo); Onduidelijkheid wat voor het team precies tot haar takenpakket behoort en Nieuw beleid bij andere afdelingen waarop moet worden gehandhaafd. Door de portefeuillehouder is verder duidelijk de wens uitgesproken om voor de volgende zaken te bezien of daar uren voor kunnen worden geraamd: aanpak van illegale reclameborden; illegaal gebruik openbaar groen en prioriteit geven aan bestuurlijk gevoelige zaken. Toezicht en handhaving Drank- en Horecawet 6.1 Bijzondere prestaties/activiteiten over het jaar 2013 In deze paragraaf volgt een overzicht van de bijzondere activiteiten voor het jaar Ook voor het team specifieke acties in het kader van doelmatigheidsonderzoeken en het verbeterplan worden in deze paragraaf genoemd. 1. Digitalisering handhaving: Door hier naar te kijken wordt verwacht dat er efficiënter kan worden gewerkt waardoor de inzet van de beschikbare uren de komende jaren gaan zal toenemen. In 2013 zal het project gigitale handhaving zijn afgerond. 2. BOA s Inzet van BOA s voor eenvoudige handhavingzaken in de openbare ruimte. Hierbij moet men vooral denken aan ergernissen zoals het storten van tuinafval en gebruik van de openbare ruimte, zoals stalling van reclame en andere objecten op de openbare weg. Verder zal het schrijven van een proces-verbaal worden gedigitaliseerd. Hierdoor zal er door de BOA s efficiënter worden gewerkt. 3. Drank- en Horecawet In 2013 zal de bevoegdheid m.b.t. de drank- en horecawet overgaan naar de gemeente. In dit kader worden er twee personen specifiek hiervoor opgeleid. 21

23 22 4. RUD In 2013 zal de vorming van de RUD zijn afgerond. Hiervoor zal de nodige inzet van verschillende medewerkers worden gevraagd. Het handhavinguitvoeringsprogramma 2013 zal wijzigingen laten zien ten opzichte van de voorgaande jaren omdat de RUD alleen milieucontroles doet en de gemeente Aalten integrale controles uitblijft voeren bij bedrijven zonder toezicht en handhaving van het milieucomponent.