Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012
|
|
- Siebe Aerts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 In opdracht van: DWI en DMO Projectnummer: Idske de Jong Carine van Oosteren Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon Postbus 658, 1000 AR Amsterdam Amsterdam, maart 2013
2 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 1 2
3 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Inhoud Inleiding 5 1 Definities (jeugd)werkloosheid Twee definities van (jeugd)werkloosheid Overlap tussen werkloosheidsdefinities Verschillen tussen werkloosheidsdefinities 9 2 Naar zes groepen jongeren Amsterdamse jongeren in zes groepen Stap 1: aantal Amsterdamse jongeren Stap 2: onderwijsvolgende jongeren Stap 3: beroepsbevolking Stap 4: combineren werk-, werkloosheid- en opleidingscijfers 14 3 Ontwikkelingen in de zes groepen Steeds meer hoogopgeleide jongeren in Amsterdam Jongeren werken vooral in de horeca Meer werkloze jongeren die een opleiding volgen Beroepsbevolking is groter geworden 19 4 Ontwikkelingen in Nederland en de G Jeugdwerkloosheid Nederland stijgt sinds Jonge beroepsbevolking Amsterdam groter dan gemiddeld in Nederland en de G Werkloze en overige jongeren nader bekeken Zes (sub)groepen Steeds minder jongeren geregistreerd als werkloze Instroom bij DWI daalt Veel voortijdig schoolverlaters in behandeling Aantal jongeren met een Wajong-uitkering toegenomen 28 6 Werkloze en overige jongeren naar leeftijd en geslacht Jongeren zonder startkwalificatie goed in beeld Meisjes minder goed in beeld dan jongens 32 3
4 4 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
5 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Inleiding Er circuleren verschillende cijfers over jeugdwerkloosheid. Enerzijds zijn er de geruststellend lage en dalende cijfers van het UWV (de niet-werkende werkzoekenden) en DWI, maar aan de andere kant worden ook veel hogere percentages werklozen gepresenteerd door het CBS en door O+S. Om meer zicht te krijgen op de verschillen tussen de cijfers heeft O+S in samenwerking met de Dienst Werk en Inkomen (DWI) en de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) in januari 2012 de Monitor jeugdwerkloosheid 2010 uitgebracht. Deze monitor bracht voor het eerst de jeugdwerkloosheid in Amsterdam in beeld. Daarnaast werd ook aandacht besteed aan werkzame, onderwijsvolgende en overige jongeren. DWI en DMO willen weten hoe de jeugdwerkloosheid zich sindsdien heeft ontwikkeld. Daarom heeft O+S de fact sheet Jeugdwerkloosheid in Amsterdam gemaakt. In de fact sheet wordt de situatie in 2012 beschreven en vergeleken met de situatie in Deze achtergrondrapportage heeft als doel om meer inzicht te geven in de gehanteerde definities, bronnen en methodes. Daarnaast wordt uitvoeriger op de resultaten ingegaan. Bronnen Om de jeugdwerkloosheid in beeld te brengen is informatie uit verschillende bronnen gecombineerd. De cijfers hebben zoveel mogelijk betrekking op dezelfde periode, dit is echter niet altijd mogelijk. Er is gekeken naar onderwijscijfers (DMO en CBS), werk- en werkloosheidscijfers (O+S en CBS), uitkeringscijfers (DWI en UWV) en bevolkingscijfers (O+S). De bevolkingscijfers zijn hierbij als uitgangspunt genomen (vaststaand aantal). Ook de onderwijscijfers en de uitkeringscijfers komen uit registraties en zijn daarom vaststaande gegevens. Deze cijfers zijn zoveel mogelijk overgenomen. Tabel 1 Gebruikte databronnen bron update periode cijfer gebruikt in monitor bevolkingscijfers GBA/O+S jaarlijks stand 1 jan 2012 werk- en werkloosheidscijfers REB/O+S 2-jaarlijks jaar 2011 wwb-uitkeringen DWI 3-keer per jaar stand 1 jan 2012 niet-werkende werkzoekenden UWV 3-keer per jaar stand 1 jan 2012 onderwijscijfers CBS/Statline jaarlijks schooljaar 2011/'12 Wajong-uitkeringen UWV jaarlijks stand 1 jan 2012 De werk- en werkloosheidscijfers zijn afkomstig uit enquêtes. O+S voert elke twee jaar de (regionale) enquête beroepsbevolking uit (REB) waarin een grote groep Amsterdammers wordt bevraagd over hun arbeidssituatie. Op basis van deze enquête berekent O+S de (jeugd)werkloosheid. In dit onderzoek worden de cijfers over 2011 gebruikt. Daarnaast is ook gekeken naar de landelijke trends in jeugdwerkloosheid op basis van de enquête beroepsbevolking van het CBS (EBB). Op basis van die enquête is ook de Nederlandse situatie en de situatie in de andere grote steden op hoofdlijnen in beeld gebracht. 5
6 6 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
7 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Definities (jeugd)werkloosheid Er zijn verschillende cijfers die de (jeugd)werkloosheid in beeld brengen. In dit hoofdstuk worden deze definities gegeven en wordt ingegaan op de verschillen en de voor- en nadelen van de verschillenden cijfers. De informatie dient als achtergrond bij de rest van de rapportage. 1.1 Twee definities van (jeugd)werkloosheid Er zijn grofweg twee gangbare definities van (jeugd)werkloosheid. Ten eerste de werkloze beroepsbevolking en ten tweede de registratie van werkloosheid van niet-werkende werkzoekenden (NWW). Dit zijn deels gescheiden en deels overlappende groepen. Sinds enige tijd blijkt de registratie van de niet-werkende werkzoekenden geen goed beeld meer te geven van de geregistreerde werkloosheid. Het CBS heeft besloten, de NWW-cijfers niet meer te publiceren maar gebruik te maken van de WW-cijfers. O+S is op dit moment aan het uitzoeken welke cijfers geschikt en beschikbaar zijn om in Amsterdam te gebruiken. In dit rapport wordt nog wel gekeken naar de geregistreerde werkloosheid. Maar worden de NWW-cijfers, net als in de vorige monitor, gecombineerd met de geregistreerde jongeren bij DWI. Dit geeft een vollediger beeld van de geregistreerde werkloosheid. Onder de werkloze beroepsbevolking wordt verstaan: Mensen zonder werk die actief zoeken naar een baan van minimaal 12 uur per week. Mensen die zoeken naar een kleinere baan worden niet tot de werkloze beroepsbevolking gerekend, evenals mensen die niet actief op zoek zijn naar werk. De werkloze beroepsbevolking wordt gepresenteerd als percentage van de beroepsbevolking. Onder de beroepsbevolking wordt iedereen van 15 tot en met 64 jaar gerekend die tenminste 12 uur per week werkt en iedereen die aangeeft minimaal 12 uur per week te willen werken. De laatste groep vormt de werkloze beroepsbevolking, de eerste groep de werkzame beroepsbevolking. Studenten met een bijbaan van bijvoorbeeld 14 uur per week worden wel tot de beroepsbevolking gerekend, maar studenten met een baantje van acht uur per week vakken vullen in de supermarkt niet. De geregistreerde werkloosheid bestaat uit verschillende groepen mensen: Niet-werkende werkzoekenden: mensen met of zonder baan die op zoek zijn naar (ander) werk en zich hebben geregistreerd bij het UWV, het uitkeringsinstituut werknemersverzekeringen. Hieronder vallen ook mensen met een ww-uitkering. Bijstandsontvangers: bijstandsontvangers met en zonder sollicitatieplicht. Een deel van bijstandsontvangers heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zij zijn geregistreerd in trede 1 en hebben (tijdelijk) geen sollicitatieplicht. 7
8 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Tabel 1.1 Gehanteerde definities werkloosheid O+S: CBS: Werkloze Werkloze beroepsbevolking bron REB, steekproef Amsterdammers beroepsbevolking EBB, steekproef Nederlanders UWV: Niet-Werkende werkzoekenden registratie van inschrijving bij UWV DWI Jongeren in de bijstand registratie van uitkeringen bij DWI leeftijd jaar jaar jaar jaar welke groepen werkloos zonder werk of met werk voor minder dan 12 uur per week zonder werk of met werk voor minder dan 12 uur per week zonder werk of met werk (en bijvoorbeeld zicht op ontslag) methode wie zijn ondervertegenwoordigd wie zijn oververtegenwoordigd actief op zoek naar betaald werk (voor 12 uur of meer) op korte termijn beschikbaar 2-jaarlijkse enquête niemand, weging respons zorgt voor correctie niemand, weging respons zorgt voor correctie actief op zoek naar betaald werk (voor 12 uur of meer) op korte termijn beschikbaar maandelijks enquête presentatie voortschrijdend 3-jaars gemiddelde niemand, weging respons zorgt voor correctie niemand, weging respons zorgt voor correctie als werkzoekende ingeschreven bij UWV stand registratie op laatste dag van de maand jongeren vrouwen allochtonen laag opgeleiden mensen met WWBuitkering stand registratie op laatste dag van de maand laag opgeleiden, niet-westerse allochtonen 1.2 Overlap tussen werkloosheidsdefinities De omvang van de werkloze beroepsbevolking is over het algemeen kleiner dan de omvang van de niet-werkende werkzoekenden. Dit komt onder andere doordat bij het UWV mensen ingeschreven staan die nog werk hebben of die minder dan 12 uur per week willen werken. Bij jongeren is het beeld precies andersom. Er behoren meer jongeren tot de werkloze beroepsbevolking dan dat er jongeren ingeschreven staan bij het UWV. Dit komt doordat jongeren vaak geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering. Voor hen is er geen noodzaak om zich te laten registreren als werkzoekende. Dit wordt weergegeven in figuur
9 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Figuur 1.2 Schematisch overzicht van de relatie tussen de werkloze beroepsbevolking en de nietwerkende werkzoekenden in het algemeen 1.3 Verschillen tussen werkloosheidsdefinities Bron: CBS, UWV WERKbedrijf De belangrijkste verschillen tussen de werkloze beroepsbevolking en de niet-werkende werkzoekenden zijn: Werkloze beroepsbevolking niet ingeschreven bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV, blauw in figuur 1.2): Dit zijn grotendeels mensen die geen uitkering kunnen krijgen. Het zijn vooral schoolverlaters, mensen die tijdelijk werk zoeken (zoals jongeren die een vakantie- of bijbaan zoeken) en (herintredende) vrouwen. Werkloze beroepsbevolking wel ingeschreven bij UWV (licht blauw in figuur 1.2): De werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV (veelal omdat zij recht hebben op een uitkering) en actief zoeken naar werk voor minimaal 12 uur per week en direct beschikbaar zijn. Niet in werkloze beroepsbevolking wel ingeschreven bij UWV (groen in figuur 1.2): Dit zijn drie groepen: 1. Mensen met tijdelijk werk voor minimaal 12 uur per week, maar nog niet uitgeschreven bij UWV. 2. Mensen die niet direct beschikbaar zijn voor arbeid van minimaal 12 uur per week (bijvoorbeeld re-integratietraject, opleiding als voorbereiding op arbeidsmarkt) of werk zoeken voor minder dan 12 uur per week. 3. Mensen die niet actief zoeken omdat zij bijvoorbeeld vrijgesteld zijn van sollicitatieplicht wegens persoonlijke omstandigheden en ontmoedigden die geen baan zoeken omdat ze er niets van verwachten. 9
10 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Er zijn een paar specifieke groepen die relatief vaak in de ene groep voorkomen maar niet in de andere en andersom: Jongeren zijn vaak niet uitkeringsgerechtigd (zogenoemde Nugger) en schrijven zich daarom niet in bij het UWV. Vrouwen zoeken vaker dan mannen werk zonder ingeschreven te staan bij het UWV omdat ze geen recht hebben op een uitkering. Zij behoren dus relatief vaak tot de linker groep in figuur 1.2 (werkloze beroepsbevolking niet ingeschreven bij UWV). Werkloze niet-westerse allochtonen staan relatief vaak niet ingeschreven bij UWV omdat een deel geen recht heeft op een werkloosheidsuitkering. Daarnaast is er ook een beperkte groep die niet weet dat zij zich kunnen inschrijven. Laag-opgeleiden staan relatief vaak wel ingeschreven bij UWV maar behoren minder vaak tot de werkloze beroepsbevolking. Dit komt doordat zij vaker recht hebben op een uitkering (daarom wel ingeschreven) maar minder vaak actief zoeken naar een baan (werkloze beroepsbevolking). Wellicht schrijven laag opgeleide jongeren zich ook sneller in bij UWV om hulp te krijgen bij het vinden van een baan dan hoog opgeleide jongeren. Hoog opgeleide jongeren zoeken op andere manieren naar een baan. 10
11 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Naar zes groepen jongeren Om beter zicht te krijgen op de situatie van Amsterdamse jongeren op de arbeidsmarkt is ervoor gekozen de jongeren in te delen in zes groepen op basis van de kenmerken onderwijs, werk en werkloosheid. Dit hoofdstuk beschrijft welke groepen er zijn geformuleerd en de stappen naar het samenstellen van deze groepen. 2.1 Amsterdamse jongeren in zes groepen Om de situatie van Amsterdamse jongeren qua werk, opleiding en werkloosheid in beeld te krijgen zijn alle Amsterdamse jongeren op basis van deze kenmerken ingedeeld in de volgende zes groepen: 1. in opleiding en niet werkend 2. in opleiding en aan het werk 3. aan het werk en niet in opleiding 4. werkloos en in opleiding 5. werkloos en niet in opleiding 6. niet in opleiding en niet werkend, overig De indeling is gemaakt op basis van de kenmerken werk, opleiding en werkloosheid. De gegevens komen deels uit registraties en deels uit enquêtes. Werkend wil zeggen minimaal 12 uur per week aan het werk. Werkloos zijn de jongeren die actief zoeken naar een baan voor minimaal 12 uur per week (al dan niet geregistreerd), ofwel de werkloze beroepsbevolking (zie hoofdstuk 1). De jongeren in groep 1 en 6 behoren niet tot de beroepsbevolking. De andere groepen behoren wel tot de beroepsbevolking, zij werken of willen werken voor minimaal 12 uur per week. Tabel 2.1 Indeling groepen jongeren naar beroepsbevolking en niet-beroepsbevolking in opleiding in opleiding en aan het werk aan het werk en niet in opleiding werkloos en in opleiding werkloos en niet in opleiding niet in opleiding en niet werkend, overig beroepsbevolking niet-beroepsbevolking 11
12 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 2.2 Stap 1: aantal Amsterdamse jongeren Op 1 januari 2012 waren er jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam. Dit zijn er meer dan twee jaar eerder. Het aantal jongeren in Amsterdam stijgt nog steeds. Van deze jongeren is 45,4% van autochtone herkomst, 40,4% is van nietwesterse allochtone herkomst en 14,2% is van westerse allochtone herkomst. Het aandeel jongeren van westerse allochtone herkomst en het aandeel autochtone jongeren is de afgelopen twee jaar toegenomen, terwijl het aandeel niet-westerse allochtone jongeren daalde. De verschillen komen vooral doordat er relatief gezien meer autochtone meisjes in Amsterdam wonen dan twee jaren geleden. Amsterdamse universiteiten en hogescholen trekken relatief veel meisjes aan, dit is de afgelopen jaren toegenomen. Vierenvijftig procent van de Amsterdamse jongeren is vrouw, onder 23-plussers is dit 55%, onder jarigen 53%. Het verschil in het aantal jongens en meisjes ontstaat vanaf 18 jaar en is toe te schrijven aan de instroom van veelal vrouwelijke studenten. Tabel 2.2 Amsterdamse jongeren naar leeftijd, geslacht en herkomst, januari 2012 (procenten) autochtoon westers allochtoon niet-westers allochtoon jonge mannen jaar totaal jaar totaal jonge vrouwen jaar jaar totaal totaal jaar jaar totaal Niet alle leeftijdsgroepen zijn gelijk in omvang. Vanaf 18 jaar neemt het aantal snel toe door instroom nieuwe studenten in de stad. Dit patroon is de afgelopen 10 jaar sterker geworden. 12
13 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Figuur 2.3 Amsterdamse jongeren van jaar naar leeftijd, leeftijd vestiging in Amsterdam en herkomst, 2002 en Amsterdamse jongeren januari Amsterdamse jongeren januari aantal niet-westers allochtoon - vestiger niet-westers allochtoon - Amsterdammer westers allochtoon - vestiger westers allochtoon - Amsterdammer autochtoon - vestiger autochtoon - Amsterdammer aantal niet-westers allochtoon - vestiger niet-westers allochtoon - Amsterdammer westers allochtoon - vestiger westers allochtoon - Amsterdammer autochtoon - vestiger autochtoon - Amsterdammer Bron: O+S 2.3 Stap 2: onderwijsvolgende jongeren Om tot de zes groepen jongeren te komen is vervolgens gekeken naar het aantal jongeren dat geregistreerd staat op een opleiding. In schooljaar 2011/ 12 stonden jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 26 jaar ingeschreven bij een onderwijsinstelling, dit is 56% van alle jongeren. Hiervan volgt 21% een opleiding in het voortgezet onderwijs, 22% gaat naar het middelbaar beroepsonderwijs en 57% volgt een opleiding in het hoger onderwijs. Zowel het aantal als het aandeel jongeren in het hoger onderwijs is de afgelopen toegenomen, vooral in het wetenschappelijk onderwijs. Tabel 2.4 Onderwijsvolgende jongeren woonachtig in Amsterdam, schooljaar 2009/ 10 en 2011/ / 10 % 2009/ 10 abs. 2011/ 12 % 2011/ 12 abs. voortgezet onderwijs (vo) middelbaar beroepsonderwijs (mbo) hoger beroepsonderwijs (hbo) wetenschappelijk onderwijs (wo) totaal Stap 3: beroepsbevolking Bron: CBS/DUO Vervolgens is in de enquête beroepsbevolking van O+S (REB) gekeken welk deel van de jongeren tot de beroepsbevolking behoort en welk deel daarvan werkzaam is en welk deel werkloos. Van alle jongeren behoren tot de beroepsbevolking, zij werken of willen minimaal 12 uur per week werken. Dit is 58% van alle jongeren. 2 Amsterdammer: jongeren opgegroeid in Amsterdam, is voor 18e verjaardag in Amsterdam komen wonen. Vestiger: jongere die op of na 18 e verjaardag in Amsterdam is komen wonen. 3 De gegevens zijn verzameld in de periode mei 2010 tot en met april
14 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Tabel 2.5 Beroepsbevolking jaar Amsterdam, 2009 en geschatte abs. % 2011 geschatte abs. werkzaam werkloos totaal % Bron: REB O+S 2.5 Stap 4: combineren werk-, werkloosheid- en opleidingscijfers Van de werkende jongeren heeft 39% als voornaamste bezigheid het volgen van een opleiding. Dit zijn de jongeren met een baantje van minimaal 12 uur naast hun opleiding. Op basis van dit gegeven zij drie groepen samengesteld: 1. in opleiding en niet werkend (41.737) 2. in opleiding en aan het werk (25.202) 3. aan het werk en niet in opleiding (40.103) Van de werkloze jongeren volgt 58% een opleiding. Op basis hiervan zijn groep 4 en 5 samengesteld: 4. werkloos en in opleiding (6.980) 5. werkloos en niet in opleiding (5.123) Vervolgens blijft er een restgroep over, deze jongeren gaan niet naar school, werken niet meer dan 12 uur per week en zoeken ook niet actief naar werk. Dit zijn naar schatting jongeren, 10% van alle jongeren. Een deel van deze jongeren wil wel werken maar is niet direct beschikbaar of niet actief op zoek. Een deel kan niet of maar gedeeltelijk werken wegens arbeidsongeschiktheid en weer anderen hebben ervoor gekozen niks te doen. Deze groep wordt later in dit onderzoek verder bekeken. Op basis van deze beschreven stappen komen we tot de volgende verdeling: % van de jongeren is in opleiding en werkt niet; % is in opleiding en aan het werk voor minimaal 12 uur per week; % is aan het werk en niet in opleiding; % van de jongeren is werkloos en is in opleiding; % is werkloos en niet in opleiding en % van de jongeren is niet in opleiding en niet werkzaam. In tabel 2.6 en figuur 2.7 is dit schematisch weergegeven. De figuur 2.6 vormt de basis voor de verdere analyses. Uit de figuur valt op te maken dat een groot deel van de Amsterdamse jongeren (86%) aan het werk is of op school zit. De geel en oranje gekleurde groepen zijn de aandachtsgroepen. 14
15 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Tabel 2.6 Amsterdamse jongeren naar voornaamste bezigheid, 2010 en 2012 (aantallen en procenten) opleidin g wer k werkloze beroepsbevolkin g beroepsbevolkin g abs. % abs. % 1 in opleiding ja nee nee nee , ,5 in opleiding en 2 aan het werk ja ja nee ja , ,9 3 aan het werk en niet in opleiding nee ja nee ja , ,2 4 werkloos en in opleiding ja nee ja ja , ,2 5 werkloos en niet in opleiding nee nee ja ja , ,9 6 niet in opleiding en niet werkend, overig nee nee nee nee , ,4 totaal , , 0 Figuur 2.7 Amsterdamse jongeren naar voornaamste bezigheid, 2010 en jongeren jongeren werkloos en niet in opleiding 4% werkloos en in opleiding 4% niet in opleiding en niet werkend, overig 10% niet-beroepsbevolking 44% in opleiding en niet werkend 34% niet in opleiding en niet werkend, overig werkloos en niet 10% in opleiding 4% werkloos en in opleiding 5% niet-beroepsbevolking 42% in opleiding 32% beroepsbevolking 56% aan het werk en niet in opleiding 29% in opleiding en aan het werk 19% aan het werk en niet in opleiding 30% beroepsbevolking 58% in opleiding en aan het werk 19% 15
16 16 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
17 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Ontwikkelingen in de zes groepen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillen tussen 2010 en 2012 in de verschillende groepen. 3.1 Steeds meer hoogopgeleide jongeren in Amsterdam Zesenvijftig procent van de Amsterdamse jongeren volgt in schooljaar 2011/ 12 een opleiding. Dit komt in totaal neer op jongeren. In 2010 volgde 57% van de jongeren een opleiding, dit is dus iets gedaald. De jongeren die een opleiding volgen zijn in drie groepen in te delen: in opleiding en geen werk (32%), in opleiding en aan het werk (19%) en werkloos en in opleiding (5%). Dit zijn de groepen 1, 2 en 4 uit tabel 2.6. Van de onderwijsvolgende jongeren, volgt 21% een opleiding in het voortgezet onderwijs, 22% volgt middelbaar beroepsonderwijs, 25% gaat naar het hoger beroepsonderwijs en 32% gaat naar de universiteit. Ten opzichte van 2010 volgen nu meer jongeren een hbo- of wo-opleiding. Tabel 3.1 Onderwijsvolgende jongeren naar niveau, 2010 en 2012 (aantal en procenten) abs. % abs. % voortgezet onderwijs middelbaar beroepsonderwijs hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs totaal Jongeren werken vooral in de horeca Bijna de helft van alle Amsterdamse jongeren is aan het werk (49%) voor minimaal 12 uur per week. Dit zijn in totaal jongeren. In dit onderzoek valt de groep werkende jongeren uiteen in twee groepen: jongeren die een opleiding volgen en een baan hebben (19% van alle jongeren) en jongeren die aan het werk zijn en geen opleiding meer volgen (32%). Jongeren zijn vooral aan het werk in de horeca (18%), de detailhandel (13%) en in de sector gezondheid- en welzijnszorg (13%). Ook in de sectoren zakelijke dienstverlening (11%) en vervoer en opslag (7%) werken relatief veel jongeren. 17
18 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Inkomen werkende jongeren In 2009 hadden Amsterdamse jongeren een heel jaar inkomen. Dit is 41% van alle jongeren (in 2009). Van alle jongeren had 6% als voornaamste bron van inkomsten een uitkering. Het gemiddeld inkomen van jongeren met een heel jaar inkomen was in Jongens ( ) hadden een hoger inkomen dan meisjes ( ) dit verschil kan voornamelijk verklaard worden uit het feit dat meisjes gemiddeld minder uren per week werken. Autochtone jongeren ( ) hebben een veel hoger inkomen dan niet-westerse allochtone jongeren ( ), dit verschilt komt voornamelijk maar niet volledig door het verschil in opleidingsniveau. Autochtone jongeren zijn hoger opgeleid, dit komt door de grote instroom van (veelal autochtone) studenten elk jaar. Tabel 3.2 Gemiddeld persoonlijk inkomen, Amsterdamse jongeren jonge mannen jonge vrouwen autochtoon niet-westers allochtoon totaal aantal jongeren met heel jaar inkomen Bron: CBS, bewerking O+S 3.3 Meer werkloze jongeren die een opleiding volgen In 2011 was 16% van de jonge Amsterdamse beroepsbevolking ( jongeren) actief op zoek naar een baan. Dit komt neer op 9% van alle Amsterdamse jongeren. De werkloosheid is dus gestegen ten opzichte van 2009 (14% van de beroepsbevolking en 8% van alle jongeren). In deze fact sheet wordt onderscheid gemaakt in twee groepen werkloze jongeren: werkloze jongeren die een opleiding volgen en werkloze jongeren die geen opleiding volgen. Achtenvijftig procent van de werkloze jongeren volgt nog wel een opleiding en 42% is niet in opleiding. Het aandeel werkloze jongeren in opleiding is gestegen ten opzichte van 2009, het aandeel werkloze jongeren dat geen opleiding volgt is gelijk gebleven. Een ander opvallend verschil is dat in 2010 vooral niet-westerse allochtone jongeren werkloos en in opleiding waren, anno 2012 zijn dit zowel autochtone als niet-westerse allochtone jongeren. De werkloosheid is het hoogst onder niet-westerse allochtonen, jarigen en onder jongeren zonder startkwalificatie. Tussen steeg de werkloosheid het sterkst onder jonge vrouwen, autochtone jongeren en onder jongeren met een startkwalificatie (zie figuur 3.3). 18
19 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Figuur 3.3 Aandeel werkloze jongeren in de beroepsbevolking, 2009 en 2011 (procenten) jonge vrouwen jonge mannen jaar jaar autochtoon 4 10 westerse allochtoon niet-westerse allochtoon zonder startkwalificatie met startkwalificatie 8 14 totaal Een startkwalificatie 4 geldt als minimale kwalificatie voor de arbeidsmarkt. Achtenvijftig procent van de Amsterdamse jongeren van 15 tot en met 26 jaar is (al) in het bezit van een startkwalificatie. Een deel heeft, doordat zij nog op school zitten, nog zicht op het behalen van een startkwalificatie. Jongeren die werken en geen opleiding meer volgen behalen meestal geen startkwalificatie meer. Van deze groep heeft 61% op dit moment een starkwalificatie. Dit is minder dan in 2010 (72%). Van de werkloze jongeren die geen opleiding volgen heeft nu 52% een startkwalificatie, dit was in %. Tabel 3.4 Aandeel jongeren met startkwalificatie per groep 2010 en 2012(procenten) in opleiding in opleiding en aan het werk aan het werk en niet in opleiding werkloos en in opleiding werkloos en niet in opleiding niet in opleiding en niet werkend, overig totaal Beroepsbevolking is groter geworden Een vergelijking van de uitkomsten van met de uitkomsten beschreven in deze fact sheet (2012) laat zien dat de beroepsbevolking iets groter is geworden. In 2010 behoorde 56% van de Amsterdamse jongeren tot de beroepsbevolking, anno 2012 is dit 58%. Dit komt enerzijds doordat iets meer jongeren zijn gaan werken (van 48% naar 49%) en anderzijds doordat er meer jongeren werkloos zijn maar wel een opleiding volgen (van 4% naar 5%). 4 Een diploma op minimaal mbo-2, havo- of vwo-niveau. Een vmbo-diploma is geen startkwalificatie. 5 Zie Monitor jeugdwerkloosheid 2010, O+S januari
20 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Figuur 3.5 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2010 en 2012 (procenten) jongeren jongeren werkloos en niet in opleiding 4% werkloos en in opleiding 4% niet in opleiding en niet werkend, overig 10% niet-beroepsbevolking 44% in opleiding en niet werkend 34% niet in opleiding en niet werkend, overig werkloos en niet 10% in opleiding 4% werkloos en in opleiding 5% niet-beroepsbevolking 42% in opleiding 32% beroepsbevolking 56% aan het werk en niet in opleiding 29% in opleiding en aan het werk 19% aan het werk en niet in opleiding 30% beroepsbevolking 58% in opleiding en aan het werk 19% 20
21 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Ontwikkelingen in Nederland en de G4 Dit hoofdstuk beschrijft de ontwikkelingen in de jeugdwerkloosheid in Nederland en de G4. Alle Nederlandse jongeren en de jongeren in de G4 worden op eenzelfde manier als de Amsterdamse jongeren verdeeld in zes groepen. 4.1 Jeugdwerkloosheid Nederland stijgt sinds 2012 Het CBS publiceert maandelijks cijfers over de ontwikkelingen in de (jeugd)werkloosheid. Deze cijfers hebben betrekking op jongeren van 15 tot en met 24 jaar. Tussen 2008 en 2010 was er sprake van een stijging van de werkloosheid. In 2011 daalde de jeugdwerkloosheid om vervolgens in 2012 sterk te stijgen. Figuur 4.1 Ontwikkeling jeugdwerkloosheid jaar Nederland per maand en jaargemiddelde, (procenten) januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december In heel Nederland zijn er bijna 2,5 miljoen jongeren tussen de 15 en 26 jaar. Van alle Nederlandse jongeren was in % werkloos (werkloze beroepsbevolking). Dit is minder dan in 2009 toen 12% werkloos was. 6 Dit komt vooral doordat het aantal werkloze jongeren in Zuid en Oost en delen van West Nederland daalde. In Noord Nederland bleef 6 EBB 2011 CBS, eigen bewerking O+S. 21
22 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek de jeugdwerkloosheid ongeveer gelijk. Cijfers over 2012 zijn voor de leeftijdsgroep 15 tot en met 26 jaar nog niet bekend. Indeling van alle Nederlands jongeren in zes groepen op basis van opleiding, werk en werkloosheid laat zien dat 60% van alle jongeren een opleiding volgt. Dit is iets meer dan in Amsterdam (56%). Van de Nederlandse jongeren is 44% aan het werk voor minimaal 12 uur per week. Amsterdamse jongeren werken wat vaker (49%). Ook de werkloosheid is in Amsterdam hoger dan gemiddeld. Van alle Amsterdamse jongeren is 9% werkloos, dit is 16% van de beroepsbevolking. Van alle Nederlandse jongeren is 4% werkloos, dit is 9% van de beroepsbevolking. Figuur 4.2 Nederlandse en Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2010 en 2012 (procenten) 2012 Nederland jongeren 2012 Amsterdam jongeren werkloos en niet in opleiding 2% werkloos en in opleiding 2% niet in opleiding en niet werkend, overig 11% niet-beroepsbevolking 52% in opleiding 41% werkloos en niet in opleiding 4% werkloos en in opleiding 5% niet in opleiding en niet werkend, overig 10% niet-beroepsbevolking 42% in opleiding 32% aan het werk en niet in opleiding 27% beroepsbevolking 48% in opleiding en aan het werk 17% aan het werk en niet in opleiding 30% beroepsbevolking 58% in opleiding en aan het werk 19% 4.2 Jonge beroepsbevolking Amsterdam groter dan gemiddeld in Nederland en de G4 In de vier grote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht wonen tot en met 26 jarige jongeren. Dit is 16% van alle Nederlandse jongeren in deze leeftijdsgroep. Van alle jongeren in de G4 is 56% in opleiding. Dit is evenveel als in Amsterdam. Jongeren in Amsterdam zijn vaker dan gemiddeld in de G4 aan het werk, van de jongeren in de G4 is 44% aan het werk, van de Amsterdamse jongeren is dit 49%. De werkloosheid is in Amsterdam hoger dan gemiddeld, in de G4 is 8% van alle jongeren werkloos, dit is 15% van de beroepsbevolking. In Amsterdam liggen beide percentages 1 procentpunt. 22
23 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Figuur 4.3 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit, 2010 en 2012 (procenten) 2012 G jongeren 2012 Amsterdam jongeren werkloos en niet in opleiding 3% werkloos en in opleiding 4% niet in opleiding en niet werkend, overig 15% niet-beroepsbevolking 49% in opleiding 34% werkloos en niet in opleiding 4% werkloos en in opleiding 5% niet in opleiding en niet werkend, overig 10% niet-beroepsbevolking 42% in opleiding 32% aan het werk en niet in opleiding 25% beroepsbevolking 51% in opleiding en aan het werk 19% aan het werk en niet in opleiding 30% beroepsbevolking 58% in opleiding en aan het werk 19% Binnen de vier grote steden zijn een aantal opvallende ontwikkelingen te zien. In 2010 was 13% van de jongeren in de G4 werkloos, dit is nu opgelopen naar 15%. Dit komt vooral door een stijging van het aandeel werkloze jongeren in Amsterdam en Den Haag. In Rotterdam is het aandeel werkloze jongeren gedaald, maar nam het aandeel jongeren in de categorie niet in opleiding en niet werkend, overig wel sterk toe. Figuur 4.4 Jongeren in de G4 in zes groepen per gemeente, (procenten) Rotterdam Den Haag Utrecht Amsterdam in opleiding in opleiding en aan het werk aan het werk en niet in opleiding werkloos en in opleiding werkloos en niet in opleiding niet in opleiding en niet werkend, overig totaal Werkloze beroepsbevolking
24 24 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
25 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Werkloze en overige jongeren nader bekeken In de Monitor jeugdwerkloosheid 2010 is de jeugdwerkloosheid voor het eerst in beeld gebracht aan de hand van de eerder beschreven zes groepen. De groep jongeren behorend tot de groep niet in opleiding en niet werkend, overig bleek toen, net als nu, vrij groot (10% van alle jongeren). Daarom is deze groep dit jaar uitgesplitst op basis van de kenmerken: geregistreerd als werkloze bij DWI of UWV, geregistreerd staan als voortijdig schoolverlater en het ontvangen van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit jaar is voortijdig schoolverlaten voor het eerst meegenomen in de analyse. 5.1 Zes (sub)groepen De groepen werkloze onderwijsvolgende jongeren, werkloze niet-onderwijsvolgende jongeren en niet in opleiding en niet werkend zijn opgedeeld in nog eens vijf subgroepen: 4. Werkloos en in opleiding; 5a. Werkloos, niet geregistreerd werkloos (niet in opleiding); 5b. Werkloos, geregistreerd werkloos (niet in opleiding); 6a. overige jongeren, geregistreerd (bij DWI, UWV, VSV met ketenpartner of VSV in behandeling, Wajong-uitkering); 6b. overige jongeren, niet geregistreerd. Tabel 5.1 Overzicht werkloze en niet actieve jongeren naar specifieke groepen, 2012 abs. % van alle jongeren 4 werkloos en in opleiding ,2 5a werkloos, niet geregistreerd als werkloze ,8 5b werkloos en geregistreerd als werkloze ,1 % in de beroepsbevolking totaal 4+5 werkloze beroepsbevolking ,1 16% overige jongeren, 6a geregistreerd 1_geregistreerd bij DWI/UWV _vsv tot 23 jaar met zorgtraject (geen DWI/UWV) 380 0,3 3_vsv tot 23 jaar in behandeling, zonder zorgtraject ,8 4_Wajong-uitkering ,2 6b overige jongeren, niet geregistreerd overig ,7 toaal 6 niet in opleiding en niet werkend ,4 totaal werkloos en niet-actief totaal werkloos en niet-actief ,5 25
26 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek Van de jongeren die tot de groep niet in opleiding en niet werkend, overig behoren staan er geregistreerd bij DWI of het UWV (2,5%), 380 zijn voortijdig schoolverlater met een ketenpartner anders dan DWI of het UWV (0,3%) en jongeren zijn voortijdig schoolverlaters in behandeling bij DMO zonder ketenpartner (1,8%). Daarnaast zijn er in januari jongeren die een Wajong-uitkering ontvangen (2,2% van alle jongeren) 7. Er blijven dan nog jongeren over waarvan niet bekend is wat zij doen (3,7%). Dit zijn jongeren onder de 23 met een startkwalificatie of jarigen met of zonder startkwalificatie. 5.2 Steeds minder jongeren geregistreerd als werkloze Op 1 januari 2012 stonden er bij jongeren geregistreerd bij UWV, bij DWI of bij beide instanties. Dit is 3,5% van alle Amsterdamse jongeren. Van de jongeren die geregistreerd staan als werkloze behoren er tot de werkloze beroepsbevolking (groep 5b in tabel 9) en behoren niet te werkloze beroepsbevolking. Ten opzichte van 2010 is het aantal en aandeel geregistreerde werkloze jongeren gedaald. Dit komt vooral door de invoering van de verplichte zoekperiode van vier werken voor jongeren die zich melden voor een WWB-uitkering 8 en door het afschaffen van de stagevergoeding in Niet-westerse allochtone jongeren staan veel vaker dan westerse allochtone jongeren en autochtone jongeren geregistreerd als werkloze. Jonge mannen staan iets vaker dan jonge vrouwen geregistreerd, en jarige jongeren staan vaker te boek als werkloze dan jarigen. 7 Jongeren met een Wajong-uitkering worden in dit onderzoek gezien als een aparte groep. In werkelijkheid overlapt deze groep met andere groepen. Deze jongeren kunnen immers ook werkzaam zijn. Verder staan jongeren onder de 22 met een Wajong-uitkering die geen startkwalificatie hebben ook bij DMO geregistreerd als voortijdig schoolverlater. 8 Verplichte zoekperiode: in deze periode zijn jongeren verplicht te zoeken naar een baan op opleiding. Pas na afloop van de zoekperiode kan een jongeren een aanvraag voor een uitkering indienen. De zoekperiode leidt ertoe dat veel jongeren nadat zij zich gemeld hebben bij het Jongerenloket van DWI, een eerste gesprek en de opgelegde zoekperiode niet terugkeren bij het Jongerenloket. 9 Stagevergoeding: de rechtmatigheidstoets voor de stagevergoeding was veel lichter dan die voor een uitkering. Een jongeren mocht een bijverdienste hebben en er werd niet gekeken naar het inkomen van een eventuele partner. Dit waren redenen voor jongeren om zich sneller te melden bij het Jongerenloket. 26
27 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 Figuur 5.2 Geregistreerde werkloze jongeren in totale populatie, 2010 en 2012 (procenten) jaar jaar 6,9 3,2 2,1 5,4 jonge mannen jonge vrouwen 5,1 4,5 3,9 3,3 niet-westers allochtoon westers allochtoon autochtoon 8,5 2,4 1,7 1,7 1,7 6,2 met startkwalificatie zonder startkwalificatie 8,6 1,8 3,0 4,4 totaal 4,8 3, Instroom bij DWI daalt In 2012 hebben de Jongerenloketten van DWI zoekperiodes opgelegd. Van deze groep zijn jongeren na de zoekperiode daadwerkelijk ingestroomd bij DWI, ruim minder dan in De belangrijkste verklaring hiervoor is dat veel jongeren zich na de zoekperiode niet meer melden, terugkeren naar school of aan het werk gaan. Er stroomden jongeren uit, dat is minder dan in 2011 (4.320) en 2010 (4.190). Per saldo is de uitstroom dus groter dan de instroom (-1.318). Jongeren kunnen positief, neutraal of negatief uitstromen. Positieve uitstroom wil zeggen uitstroom naar werk of een opleiding. Van alle jongeren die in 2012 uitstroomden betrof 48% positieve uitstroom. Dit is meer dan in voorgaande jaren. Negatieve uitstroom wil zeggen dan jongeren uitstromen omdat zij niet meewerken aan een traject, dit kwam voor in 12% van de gevallen. Dit is minder dan in voorgaande jaren. Veertig procent stroomde uit met als label neutrale uitstroom. Dit zijn jongeren die om andere redenen uitstromen (bijvoorbeeld een verhuizing, maar ook jongeren die 27 worden en daarom niet langer meetellen als jongere ). Het aandeel neutrale uitstroom is aanzienlijk toegenomen, omdat hiertoe ook de jongeren worden gerekend die zich na de zoekperiode niet meer hebben gemeld (en waarvan niet uit systemen is gebleken dat zij aan het werk of naar school zijn). Tabel 5.3 Instroom en uitstroom jongeren jaar bij DWI, instroom uitstroom saldo aandeel positieve uitstroom 32% 33% 36% 48% aandeel neutrale uitstroom 31% 28% 32% 40% aandeel negatieve uitstroom 37% 39% 32% 12% 27
28 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 5.4 Veel voortijdig schoolverlaters in behandeling Jongeren tot en met 22 jaar die geen startkwalificatie hebben zijn in beeld bij de Dienst Maatschappelijk ontwikkeling. Op 31 juli 2012 stonden er jongeren geregistreerd als voortijdig schoolverlater: jongeren zijn aan het werk (en vallen dus in de groep werkzaam), hebben een zorgtraject (groep 6a_2) en jongeren zijn in beeld bij DMO maar hebben (nog) geen zorgtraject (groep 6a_3). Er zijn verschillende zorgtrajecten. De meeste jongeren vallen onder de zorgtrajecten jongerenloket (1.025) en zorg (287). Tabel 5.4 Zorgtrajecten voortijdig schoolverlaters per jaar jongerenloket zorg 287 justitie 53 inburgering 24 oza (traject toeleiding werk/onderwijs) 7 overig 9 totaal Jongeren die onder het zorgtraject jongerenloket vallen worden in dit onderzoek ondergebracht in groep 6a_1 geregistreerd bij DWI/UWV. De overige jongeren met een zorgtraject (in totaal 380 jongeren) vallen onder groep 6a_2 vsv tot 23 jaar met zorgtraject (geen DWI/UWV). Voortijdig schoolverlaters Op 31 juli 2012 stonden er jongeren van 15 tot en met 22 jaar geregistreerd bij DMO. Hiervan waren er schoolgaand, hadden een startkwalificatie behaald en jongeren waren geen doelgroep meer bijvoorbeeld omdat zij verhuisd zijn naar een andere gemeente. Daarnaast zijn er jongeren in beeld bij DMO maar hebben (nog) geen zorgtraject, jongeren zijn voortijdig schoolverlater maar wel aan het werk. Zij vallen onder de groep aan het werk. Dan zijn er nog voortijdig schoolverlaters met een zorgtraject. Deze jongeren staan veelal geregistreerd bij DWI of het UWV 5.5 Aantal jongeren met een Wajong-uitkering toegenomen Er zijn op 1 januari jongeren met een Wajong-uitkering, dit komt neer op 2,2% van alle jongeren. Dit is meer dan in 2010 toen jongeren een Wajong-uitkering ontvingen. Jongens hebben vaker een Wajong-uitkering (1.589, 2,6%) dan meisjes (1.296, 1,8%). Er zijn jongeren onder de 23 jaar met een Wajong-uitkering (2%) en jongeren van 23 tot en met 26 jaar met een Wajong-uitkering (2,4%). Sinds 1 januari 2010 is de nieuwe Wajong in werking getreden. Sindsdien staat het vinden en behouden van werk en de ondersteuning daarbij centraal en niet de uitkering. Jongeren die voor 1 januari 2010 in de Wajong zijn gekomen mogen kiezen onder welke 28
29 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012 regeling zij willen vallen. In januari 2012 vielen jongeren onder de oude regeling en 849 onder de nieuwe. Figuur 5.5 Amsterdamse jongeren met een Wajong-uitkering naar leeftijd en geslacht, 2010 en 2012 (procenten) jaar 1,8 2, jaar 1,8 2,4 jonge vrouwen 1,5 1,8 jonge mannen 2,1 2,6 totaal 1,8 2,
30 30 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek
31 Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid Werkloze en overige jongeren naar leeftijd en geslacht De in hoofdstuk vijf gepresenteerde groepen kunnen ook uitgesplitst worden naar leeftijd en geslacht. Dit geeft wat meer inzicht in de kenmerken van de jongeren in de verschillende groepen. 6.1 Jongeren zonder startkwalificatie goed in beeld Alle jongeren tot en met 22 jaar zonder startkwalificatie worden gevolgd door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling. Zij houden bij door wie de jongeren die voortijdig hun opleiding hebben verlaten worden begeleid. De jongeren die een startkwalificatie behaald hebben worden niet meer gevolgd. Van zowel de jarigen als van de jarigen hoort 10% tot de groep niet in opleiding en niet aan het werk. Het belangrijkste verschil tussen deze groepen is dat van de 23-plussers een groot deel geregistreerd staat bij DWI of het UWV. Van de jarigen staat maar een kleine groep hier geregistreerd. Drieëntwintig plussers hebben wat vaker dan jarigen een Wajong-uitkering. Van alle jarigen is van 3,8% helemaal niet bekend wat zij doen, zij staan ook niet geregistreerd. Van de 23-plussers is dit 3,6%. Figuur 6.1 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit in specifieke groepen naar leeftijd, 2012 (procenten) abs. % in opleiding ,4 43,1 16,6 2 in opleiding en aan het werk ,9 22,3 14,7 3 aan het werk en niet in opleiding ,2 13,7 50,9 4 werkloos en in opleiding ,2 6,4 3,8 5a werkloos, niet geregistreerd als werkloze ,8 3,0 2,6 5b werkloos en geregistreerd als werkloze ,1 1,3 0,8 4+5 werkloze beroepsbevolking ,1 10,6 7,2 6a_1 geregistreerd werkloos, niet direct beschikbaar ,5 0,8 4,6 6a_2 vsv met zorgtraject (geen DWI/UWV.380 0,3 0,5 0,0 6a_3 Vsv zonder zorgtraject ,8 3,2 0,0 6a_4 wajong-uitkering ,2 2,0 2,4 6b overig niet werkloos, niet geregistreerd als werkloze ,7 3,8 3,6 6 niet in opleiding en niet werkend ,4 10,3 10,5 totaal werkloos en niet-actief ,
32 Gemeente Amsterdam, Bureau Onderzoek en Statistiek 6.2 Meisjes minder goed in beeld dan jongens Van alle Amsterdamse meisjes behoort 10% tot de groep niet in opleiding en niet werkend. Van de jongens is dit 10.9%. Toch zijn jongens vaker dan meisjes terug te vinden in registraties. Jongens staan vaker bij DWI of het UWV geregistreerd, zijn vaker vsv er in behandeling en hebben vaker een Wajong-uitkering dan meisjes. Hierdoor behoort 2,4% van de jongens tot de restgroep overig niet werkloos, niet geregistreerd als werkloze en 4,8% van de meisjes. Uit eerder onderzoek blijkt dat meisjes wat vaker zorgtaken hebben en daardoor niet werken of een opleiding volgen. Dit zijn voor een groot deel wel meisjes met een startkwalificatie. Figuur 6.2 Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit in specifieke groepen naar geslacht, 2012 (procenten) abs. % mannen vrouwen 1 in opleiding ,4 28,5 33,8 2 in opleiding en aan het werk ,9 20,7 17,4 3 aan het werk en niet in opleiding ,2 30,4 30,0 4 werkloos en in opleiding ,2 5,5 5,0 5a werkloos, niet geregistreerd als werkloze ,8 3,2 2,5 5b werkloos en geregistreerd als werkloze ,1 0,8 1,3 4+5 werkloze beroepsbevolking ,1 9,5 8,8 6a_a geregistreerd werkloos, niet direct beschikbaar ,5 3,0 2,0 6a_b vsv met zorgtraject (geen DWI/UWV.380 0,3 0,4 0,2 6a_c vsv zonder zorgtraject ,8 2,5 1,2 6a_d wajong-uitkering ,2 2,6 1,8 6b overig niet werkloos, niet geregistreerd als werkloze ,7 2,4 4,8 6 niet in opleiding en niet werkend ,4 10,9 10,0 totaal werkloos en niet-actief ,
Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013
Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs
Nadere informatieFact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013
Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatieAchtergronddocument bij fact sheet jeugdwerkloosheid 2014
Achtergronddocument bij fact sheet jeugdwerkloosheid 2014 In opdracht van: DWI en DMO Projectnummer: 13179 Fotograaf Edwin van Eis (2008) Idske de Jong Carine van Oosteren Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal
Nadere informatiejeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze
1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Nieuw-West
1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15
Nadere informatiejeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014
1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in bijna 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). De meeste jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatiejeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014
1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 In wonen 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan, maar de laatste jaren zijn
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014 Fact sheet juni 2015 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is voor het eerst sinds enkele jaren weer gedaald. Van de bijna 140.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatieJeugdwerkloosheid. achtergronddocument
Jeugdwerkloosheid achtergronddocument Jeugdwerkloosheid In opdracht van: OJZ en Participatie Projectnummer: Idske de Jong Anne Huijzer Robert Selten Carine van Oosteren Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017
Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse
Nadere informatieMonitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek
Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: (( Idske de Jong Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal, Postbus.0, AR Amsterdam
Nadere informatieNoordse jongeren op de arbeidsmarkt
1 se jongeren op de arbeidsmarkt Factsheet september 2014 In wonen bijna 14.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar. Met veel jongeren gaat het goed op de arbeidsmarkt of in het onderwijs. Zij zijn kansrijk
Nadere informatieMonitor jeugdwerkloosheid 2010
Monitor jeugdwerkloosheid 2010 Amsterdamse jongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt definitief Projectnummer: 11066 In opdracht van: DMO en DWI drs. Idske de Jong drs. Carine van Oosteren Oudezijds
Nadere informatieMonitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek
Monitor jeugdwerkloosheid over Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid In opdracht van: WPI en OJZ Projectnummer: ()* Idske de Jong Francien Meester Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal
Nadere informatieWerkloosheid 50-plussers
Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200
Nadere informatieFactsheet Jongeren buiten beeld 2013
Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken
Nadere informatieWerkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies
Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond
Nadere informatieJongeren op de arbeidsmarkt
Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding
Nadere informatieMaandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV
16 februari 2012 Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren
Nadere informatieParticipatie in arbeid
7 Participatie in arbeid De economische crisis zorgt voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Welke groepen Amsterdammers doen het goed op de arbeidsmarkt en welke minder goed? Hoe heeft de werkloosheid
Nadere informatieArbeidsmarktontwikkelingen 2016
- Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna
Nadere informatie8. Werken en werkloos zijn
8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.
17 maart 2011 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks in een gezamenlijk
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieMeerdere keren zonder werk
Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.
9 juli 2010 Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf Samenvatting Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en UWV publiceren maandelijks
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieArbeidsmarkt MRA in 2014 in beeld
Arbeidsmarkt MRA in 201 in beeld Nieuwsbericht Onderzoek, Informatie en Statistiek, juli 201 De Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam geven een beeld van de arbeidsmarktsituatie in de MRA tot
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen
Nadere informatieErratum Jaarboek onderwijs 2008
Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze
Nadere informatieNiet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald
7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT
LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG
LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN LAAK
LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek
31 oktober 2007 Maandelijkse cijfers over de werklozen en van het CBS en CWI Samenvatting Vanaf 20 januari 2004 publiceren het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en CWI (Centrum voor Werk en Inkomen)
Nadere informatieJongeren buiten beeld 2013
Paper Jongeren buiten beeld 2013 November 2015 CBS Centrum voor Beleidsstatistiek 2014 1 Inhoud 1. Aanleiding en afbakening 3 2. Omvang van de groep jongeren buiten beeld 4 3. Jongeren buiten beeld verder
Nadere informatieMet een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt
Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen
Nadere informatieAantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari
Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatieJongeren die niet meer leren, maar ook niet werken
Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Marjolein Korvorst en Francis van der Mooren In 27 zijn er in Nederland bijna 83 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar, die niet naar school gaan. Van hen
Nadere informatieLandelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007
Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012
Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende
Nadere informatieAantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen
September 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage
Nadere informatieLandelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3e kwartaal 2009
Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 3e kwartaal 29 Centraal Bureau voor de Statistiek Den Haag/Heerlen, 29 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend
Nadere informatieLelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007
LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen
Nadere informatieJuli 2012 Bijna WW-uitkeringen Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden
Juli 2012 Bijna 300.000 WW-uitkeringen - 298.000 lopende WW-uitkeringen - Aantal WW-uitkeringen gestegen ten opzichte van voorgaande maand (2,5%) - Ruim de helft meer WW-uitkeringen voor jongeren dan in
Nadere informatieOktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren Meer dan een half miljoen niet-werkende werkzoekenden (NWW)
Oktober 2012 WW-uitkeringen vooral toegenomen in seizoensgevoelige sectoren - 309.900 lopende WW-uitkeringen, 1,8 procent meer dan in tember - Bovengemiddelde stijging lopende WW-uitkeringen horeca (+6,3%)
Nadere informatieStudenten aan lerarenopleidingen
Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor
Nadere informatieAantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen
Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische
Nadere informatieJuni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden Aantal WW-uitkeringen in een jaar tijd met gestegen
Juni 2012 Meer werkzoekenden (NWW) dan een jaar geleden - 464.300 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - In i vrijwel evenveel werkzoekenden als in - Van de 55-plus beroepsbevolking is 9,4 procent
Nadere informatieStaan werklozen ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden? Sylvia de Vries, Sabine Lucassen, Johan van der Valk (CBS) en Anske Bouman (CWI)
Staan werklozen ingeschreven als niet-werkende werkzoekenden? Sylvia de Vries, Sabine Lucassen, Johan van der Valk (CBS) en Anske Bouman (CWI) Maandelijks publiceert het CBS gegevens over de werkloze beroepsbevolking
Nadere informatieApril 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald
April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 471.100 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Daling jonge werkzoekenden - Vooral daling agrarische beroepen en technische/industriële
Nadere informatieSeptember Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in augustus
September 2012 Vrijwel evenveel WW-uitkeringen als in ustus - - 304.400 lopende WW-uitkeringen, bijna evenveel als in ustus en 21 procent meer dan een jaar geleden Aantal lopende WW-uitkeringen voor jongeren
Nadere informatieParticipatie in arbeid
6 Participatie in arbeid Werken is één van de primaire vormen van participatie. Naast een inkomen, geeft een baan ook toegang tot sociale netwerken en opleidingsmogelijkheden. Nu de economie in zwaar weer
Nadere informatiePersbericht. Werkloosheid blijft dalen in januari Centraal Bureau voor de Statistiek. Trend werkloosheid blijft dalend
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-018 16 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid blijft dalen in januari 2006 Nederland telde in de periode november 2005-januari 2006 gemiddeld 450 duizend
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Januari 2013
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Januari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende
Nadere informatieAantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen
April 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen blijven stijgen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische
Nadere informatieLAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG
LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN
Nadere informatieWerkloosheid Redenen om niet actief te
Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking
Nadere informatieAugustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de Bijna werkzoekenden (NWW) meer dan in juli
Augustus 2012 Aantal WW-uitkeringen boven de 300.000 - Lopende WW-uitkeringen met 2 procent gestegen tot 304.000 - Aantal lopende uitkeringen in onderwijssector met 27 procent toegenomen - Uitkeringen
Nadere informatieNovember 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) met ruim 30.
November 2012 WW-uitkeringen bijna verdubbeld sinds begin crisis eind 2008-322.300 lopende WW-uitkeringen, 4 procent meer dan in ober - Veel meer uitkeringen voor jongeren (+13,4%) - Sterkste toename sectoren
Nadere informatiemaatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie
107 maatschappelijke zorg 10 108 Maatschappelijke zorg Aantal huishoudens met een bijstandsuitkering verder afgenomen Het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering is in 2009 met 3,1% gedaald, tot
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid neemt verder toe. Stijging 10 duizend per maand in afgelopen halfjaar
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-082 17 december 9.30 uur Werkloosheid neemt verder toe In een jaar tijd 121 duizend werklozen meer Evenveel mannen als vrouwen werkloos Bij UWV meer
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieAantal werkzoekenden daalt in augustus met 8.400
Augustus 2008 Aantal werkzoekenden daalt in ustus met 8.400 2 Ingediende vacatures 4 Vraag en aanbod bij CWI 5 Ontslagen met toestemming CWI 6 Statistische bijlage 7 Toelichting NWW / Toelichting CWI krapte-indicator
Nadere informatieMaart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald Minder WW-uitkeringen
Maart 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gedaald - 477.800 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Minder werkzoekenden van 35-45 jaar dan een jaar geleden - Toename werkzoekenden met (para)
Nadere informatieMei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen iets afgenomen
Mei 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) - 465.000 werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf - Aantal jonge werkzoekenden met 5,6 procent afgenomen - Vooral daling werkzoekenden met korte
Nadere informatieJongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en 2011. Vinodh Lalta, CBS-CvB
Jongeren in Rotterdam en Nederland, 2007 en 2011 Vinodh Lalta, CBS-CvB Centrum voor Beleidsstatistiek Commerciële afdeling van het CBS Maakt zelf geen statistieken, maar combineert en koppelt bestaande
Nadere informatiex Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande
Nadere informatieWerkloosheid nauwelijks veranderd
Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend
Nadere informatieMannen geven veel vaker leiding dan vrouwen
nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel
Nadere informatieArtikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils
Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel
Nadere informatieWerktijden van de werkzame beroepsbevolking
Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid gestegen naar 7 procent
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-078 20 december 9.30 uur Werkloosheid gestegen naar 7 procent 100 duizend werklozen meer dan jaar geleden Aantal WW-uitkeringen met ruim 12 duizend toegenomen
Nadere informatieKwartaalrapportage 1/08
Kwartaalrapportage 1/08 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 1e kwartaal 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x
Nadere informatiePersbericht. Werkloosheid hoger na jaar van daling. Centraal Bureau voor de Statistiek. Daling werkloosheid hapert
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-098 19 oktober 2006 9.30 uur Werkloosheid hoger na jaar van daling De seizoengecorrigeerde werkloosheid bedroeg in de periode juli-september 2006 gemiddeld
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-013 21 februari 9.30 uur Sterke stijging werkloosheid Werkloosheid in januari opgelopen naar 7,5 procent Jeugdwerkloosheid gestegen tot 15 procent Aantal
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opnieuw toegenomen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-048 18 juli 9.30 uur Werkloosheid opnieuw toegenomen Werkloosheid in juni gestegen tot 8,5 procent In een half jaar tijd ruim 100 duizend werklozen erbij
Nadere informatiePersbericht. Werkloosheid loopt sterk terug. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Daling werkloosheid zet door
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-039 15 mei 2007 9.30 uur Werkloosheid loopt sterk terug De seizoengecorrigeerde werkloosheid bedroeg in de periode februari-april 2007 gemiddeld 357
Nadere informatieSamenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board
Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam Oktober 2016 amsterdam economic board Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor Metropoolregio Amsterdam (MRA) Oktober 2016
Nadere informatieAantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen
Juni 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting
Nadere informatie(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar
Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.
Nadere informatieCBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder toegenomen. Anderhalf jaar stijgende lijn werkloosheid
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-003 17 januari 2013 9.30 uur Werkloosheid verder toegenomen Werkloosheid in december opgelopen naar 7,2 procent Vanaf medio vrijwel voortdurende stijging
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-026 18 april 9.30 uur Werkloosheid gestegen naar ruim 8 procent Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen De voor seizoeninvloeden
Nadere informatieFebruari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen
Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen - 483.000 werkzoekenden ingeschreven bij UWV WERKbedrijf - Vooral meer jonge werkzoekenden - Sterke toename werkzoekenden met transport beroep maar
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Kleine daling werkloosheid. Vooral toename jonge werkzoekenden. Forse stijging nieuwe WW-uitkeringen
www cbs nl Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-013 17 februari 2011 9.30 uur Kleine daling werkloosheid In januari minder dan 400 duizend werklozen Sinds de top begin vorig bijna 5 duizend
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid opgelopen tot 6 procent
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-012 16 februari 2012 9.30 uur Werkloosheid opgelopen tot 6 procent In januari hogere werkloosheid dan de piek in februari 2010 Vooral toename aantal
Nadere informatieWerkloosheid Amsterdam
Werkloosheid Amsterdam Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 527 9459 Fax 020 527 9595 www.os.amsterdam.nl Amsterdam, februari Werkloosheid in Amsterdam neemt verder
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder opgelopen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-042 19 juli 9.30 uur Werkloosheid verder opgelopen In juni 6,3 procent werkloos Een jaar lang stijgende lijn werkloosheid 291 duizend WW-uitkeringen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid verder gestegen. Meer mannen én vrouwen werkloos. Aantal jonge werkzoekenden toegenomen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-066 20 oktober 2011 9.30 uur www.cbs.nl Werkloosheid verder gestegen Sterke stijging werkloosheid in derde kwartaal 2011 Toename zowel bij mannen als
Nadere informatie