1. Algemene gegevens. Bediening van het programma Voor het bedienen van het programma volgen hier enkele richtlijnen.

Transcriptie

1 1. Algemene gegevens In dit scherm moet allereerst het instellingsnummer (L-nummer) worden ingegeven, waarna de statutaire naam van de corporatie en de vestigingsgemeente automatisch verschijnen. Vervolgens moet de naam van de contactpersoon en zijn/haar contactgegevens worden opgegeven. Ook wordt de naam van de bestuurder gevraagd die verantwoordelijk is voor de opgave en de geprinte bestuursverklaring ondertekent. In dit scherm moeten ook de NOMINALE waarden opgegeven worden van leningen met embedded derivaten die de corporatie op heeft. Dit betreft basisrente- en overige (zoals extendible) leningen waar in het contract derivaten aan zijn verbonden. Indien de corporatie niet over dergelijke leningen beschikt dient 0 te worden ingegeven. Als is opgegeven dat er geen derivatenportefeuille is met losstaande/separate (1) contracten, dan hoeft nog slechts de opgave definitief te worden gemaakt en na printen en ondertekenen van de bestuursverklaring door de verantwoordelijk bestuurder, te uploaden via deze applicatie aan de Autoriteit woningcorporaties van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Opslaan gegevens Om de gegevens te bewaren moet op de knop Opslaan geklikt worden. Voor het opslaan van de gegevens en het verlaten van het opvraagprogramma wordt de knop Opslaan en afmelden gebruikt. Bovenaan in het scherm wordt de gebruiker gewaarschuwd als er gewijzigde gegevens zijn die nog niet zijn opgeslagen. Bediening van het programma Voor het bedienen van het programma volgen hier enkele richtlijnen. Werken met de muis De linker muisknop kan gebruikt worden bij de volgende toepassingen: Het selecteren van velden, toetsen en onderdelen van het menu. Selectievakjes en keuzerondjes (wanneer een keuzerondje wordt geselecteerd, worden reeds eerder geselecteerde keuzerondjes binnen deze groep vanzelf afgevoerd). Werken met het toetsenbord Een veld kan worden geselecteerd met de <Tab>-toets of <Shift-Tab>-toetsen. Op enkele schermen wordt gebruik gemaakt van selectievakjes en keuzerondjes. Een actief (omlijnd) selectievakje kan soms met de spatiebalk alleen worden geselecteerd, maar niet weer worden verwijderd. Doordat het gebruik van het toetsenbord minimaal is bij het opvraagprogramma, wordt aanbevolen om met de muis te werken. Het gebruik van velden In alle velden moet een waarde worden ingevuld. Als u niets heeft in te vullen, vul dan een 0 in als het een waarde betreft of n.v.t. als het om een tekstvak gaat. Tevens wordt een veld gemarkeerd indien bij de controle van de ingevulde waarde niet wordt voldaan aan de voor dat veld vastgestelde veldkenmerken. Grijze velden: de waarden in deze velden worden door het programma zelf berekend. Het gebruik van toetsen Boven in het scherm vindt u een aantal toetsen: Help (aangegeven met een?): hierin wordt aangegeven en toegelicht welke gegevens ingevuld dienen te worden. Deze toelichting komt overeen met de beschrijving in deze handleiding. Opslaan: hiermee kunt u de gegevens tussentijds opslaan, of opslaan en afmelden. Uiteraard zijn hierna nog altijd wijzigingen mogelijk in de gegevens. Print: hiermee kunt u een print maken van het desbetreffende scherm of een scherm exporteren naar PDF-formaat. Controlemeldingen Het programma voert op diverse onderdelen controles uit (plausibiliteitstoetsen). Wanneer een uitkomst niet plausibel lijkt wordt u hierop geattendeerd. Er zijn twee soorten toetsen: Harde plausibiliteitstoets: de ingevulde gegevens dienen aan de voorwaarden te voldoen. U kunt de toets niet negeren. Zachte plausibiliteitstoets: de uitkomst lijkt niet plausibel, maar behoeft niet onjuist te zijn. 1

2 Controlemeldingen kunnen worden genegeerd maar dan dient in het scherm Plausibiliteitstoetsen verplicht te worden aangegeven waarom de controlemelding is genegeerd (reden van de afwijking vermelden). Door op een controle te klikken, verschijnt er een uitleg over de controle. Afdrukken Voor het uitprinten van de gegevens (bijvoorbeeld om te controleren of de ingevulde gegevens juist zijn) kunt u de huidige pagina printen. U kunt dan gebruik maken van de knop Print rechts boven in het scherm. U kunt ook de hele opgave ineens uitprinten. Dit kan via het menu aan de linkerzijde via Controleren, ondertekenen => Rapportage alle hoofdstukken. Zolang er niet definitief is afgesloten, zijn de afdrukken niet voorzien van een checksumnummer. 1) Hier worden derivaten contracten bedoeld die op zichzelf staan, maar wel worden gekoppeld aan afzonderlijk afgesloten variabele leningen ter afdekking (hedge) van het renterisico. 2.1 Overzicht portefeuille zonder tussentijdse marktwaardeverrekening In dit scherm wordt verzocht om opgave te doen van derivaten waarvoor contractueel niet is vastgelegd dat tussentijds de marktwaarden moeten worden verrekend of anderzijds zekerheden moeten worden aangebracht. Onder derivaten zonder tussentijdse marktwaardeverrekening worden derivaten verstaan waarbij er geen sprake is van Credit Support Annexes (CSA s) of vergelijkbare contractuele bepalingen. In dit scherm wordt u verzocht om per derivaatsoort de notional of onderliggende waarde en de marktwaarde in te vullen (bedragen in 1.000,-). Hier moeten NIET de waarden van de embedded derivaten in de basisrenteleningen en extendible leningen worden opgegeven. Wel moeten (indien aanwezig) uitsluitend de NOMINALE waarden van deze leningen worden opgegeven bij hoofdstuk 1 Algemene gegevens. Mocht het zijn dat derivatencontracten niet zijn te vatten onder de specificaties t/m , dan geeft u deze op bij Anders en vult u de toelichting bij dit veld in om welke derivaten bij het gaat. Vervolgens vult u in veld in wat de marktwaarde is van de portefeuille Derivaten zonder tussentijdse marktwaardeverrekening bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. LET OP! Hier wordt dus niet bedoeld de mutatie in de marktwaarde, maar het volledige bedrag van de nieuwe (fictieve) marktwaarde bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. In veld betreft het een specifieke uitvraag. Hier wordt verzocht om uit de portefeuille Derivaten zonder tussentijdse marktwaardeverrekening de marktwaarde van uitsluitend contracten met een breakclause (recht van de tegenpartij, zowel een mandatory- als mutual break) voor een periode van (voortschrijdend) een jaar vooruit (dus een jaar vanaf 31 maart 2016), op te geven bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. LET OP! Deze contracten maken dus ook al onderdeel uit van de in dit scherm opgegeven portefeuille en moeten ook worden betrokken bij de opgave in hoofdstuk 4. Het betreft dus een nadere specificatie van de portefeuille van hoofdstuk 2. Verder gaat het ook hier niet om de mutatie in de marktwaarde, maar het volledige bedrag van de nieuwe (fictieve) marktwaarde bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. Geen opgave voor deze contracten hoeft hier te worden gedaan als inmiddels (schriftelijk vastgelegd) is overeengekomen dat de tegenpartij niet zal breaken. In veld hoeft alleen een bedrag te worden ingevuld als bij veld een opgave is gedaan van contracten die het jaar volgend op 31 maart 2016 ontbonden kunnen worden door de tegenpartij. 3.1 Overzicht portefeuille met tussentijdse marktwaardeverrekening In dit scherm wordt verzocht om opgave te doen van derivaten waar contractueel is vastgelegd dat tussentijds de marktwaarden moeten worden verrekend of anderzijds zekerheden moeten worden aangebracht. LET OP! De juridische afdwingbaarheid van de tussentijdse verrekening is hier van belang, niet of de tegenpartij daadwerkelijk is overgegaan tot verrekening. Uit hoofde van risicobeheersing is het gewenst dat een corporatie ermee rekening houdt dat tussentijds moet worden verrekend of zekerheden moeten worden 2

3 aangebracht. Onder derivaten met tussentijdse marktwaardeverrekening worden derivaten verstaan waarbij er sprake is van Credit Support Annexes (CSA s) of vergelijkbare contractuele bepalingen. In dit scherm wordt u verzocht om per derivaatsoort de notional of onderliggende waarde, de marktwaarde, het bedrag aan threshold en het inmiddels gestorte onderpand in te vullen (bedragen in 1.000,-). Mocht het zijn dat derivatencontracten niet zijn te vatten onder de specificaties t/m , dan geeft u deze op bij Anders en vult u de toelichting bij dit veld in om welke derivaten het bij gaat. Bij vraag kunt u de threshold of het afgesproken bedrag invullen indien op bankniveau afspraken zijn gemaakt en niet op basis van de afzonderlijke contracten. Indien niet op contract- of derivaatniveau afspraken over threshold (of afgesproken bedragen) zijn gemaakt, maar op bankniveau, dan kunt u in die gevallen hier het bedrag of, bij verschillende banken, het totaalbedrag aan threshold (en/of afgesproken bedrag) opgnemen. In een situatie dat er bij één bank een thresholdafspraak is op bankniveau en bij een andere bank op contractniveau dan wordt u verzocht om voor de ene bank een specificatie op te geven en voor de andere bank het totaalbedrag bij De totaaltelling van de kolom threshold/afgesproken bedrag moet overeenkomen met het totaalbedrag aan threshold bij alle banken. In veld kunt u het gestort onderpand/collateral invullen voor zover dat niet aan afzonderlijke contracten is toe te wijzen. De totaaltelling van de kolom gestort onderpand(collateral uit hoofde van Margin Call) moet overeenkomen met het totaalbedrag aan gestort onderpand bij alle banken. Vervolgens vult u in veld in wat de marktwaarde is van de portefeuille Derivaten met tussentijdse marktwaardeverrekening bij 1% (100 basispunten) rentedaling en 2% (200 basispunten). LET OP! Hier wordt dus niet bedoeld de mutatie in de marktwaarde, maar het volledige bedrag van de nieuwe (fictieve) marktwaarde bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. In veld betreft het een specifieke uitvraag. Hier wordt verzocht om uit de portefeuille Derivaten met tussentijdse marktwaardeverrekening de marktwaarde van uitsluitend contracten met een breakclause (recht van de tegenpartij, zowel een mandatory- als mutual break) voor een periode van (voortschrijdend) een jaar vooruit (dus een jaar vanaf 31 maart 2016), op te geven bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. Let op! Deze contracten maken dus ook al onderdeel uit van de in dit scherm opgegeven portefeuille en moeten ook worden betrokken bij de opgave in hoofdstuk 4. Het betreft dus een nadere specificatie van de portefeuille van hoofdstuk 3. Verder gaat het ook hier niet om de mutatie in de marktwaarde, maar het volledige bedrag van de nieuwe (fictieve) marktwaarde bij 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) rentedaling. Geen opgave voor deze contracten hoeft hier te worden gedaan als inmiddels (schriftelijk vastgelegd) is overeengekomen dat de tegenpartij niet zal breaken. In veld wordt, indien bij veld een opgave is gedaan van contracten met breakclauses die mogelijk het jaar volgend op 31 maart in 2016 ontbonden kunnen worden, gevraagd opgave te doen van het bedrag aan reeds gestort (cash) collateral. Bij ontbinding van het contract, is dit het deel van de marktwaarde dat al door collateralstorting is voldaan. In veld wordt gevraagd voor de portefeuille uit hoofdstuk 3 het totale bedrag op te geven dat gestort zou moeten worden en/of aan zekerheden zou moeten worden verstrekt uitgaande van een rentedaling van 1% (100 basispunten) en 2% (200 basispunten) ten opzichte van de marktsituatie op het peilmoment 31 maart Het gaat dus zowel om het te storten onderpand uit hoofde van Credit Support Annexes (CSA s) of vergelijkbare contractuele bepalingen alsmede het te verrekenen bedrag bij ontbinding van de contracten met een breakclause het jaar volgend op 31 maart 2016 (oppassen voor dubbeltellingen). Hierbij dient ook te worden betrokken het bedrag aan collateral dat door banken (nog) niet is gecalled, maar wel gecalled had kunnen worden. In de velden en wordt een specificatie gevraagd van het in veld opgegeven bedrag. In veld gaat het om te storten cash en in veld gaat het om het aanbrengen van zekerheden. Sommige banken vragen immers niet om marktwaarden d.m.v. cashstortingen te verrekenen, maar wel het leveren van zekerheden. Een en ander zal dan contractueel zijn vastgelegd. 3

4 3.2 Buffer Het gaat hier om de opgave van middelen die liquide zijn of direct liquide te maken zijn om cash collateralstortingen te kunnen doen en die ook daadwerkelijk worden vrijgehouden voor eventuele margin calls. In veld mogen alleen kredietfaciliteiten of leningen worden opgegeven die door WSW zijn toegestaan om te gebruiken voor collateralstortingen en waarvan de kredietverlener toestaat dat deze voor het voldoen aan margin calls mogen worden ingezet. Variabele hoofdsomleningen waarvan de opname direct (binnen 48 uur) opeisbaar is en die niet voor andere doeleinden zijn aangewend en toegestaan voor collateral stortingen, kunnen hier eveneens als buffer worden opgegeven. Bekend is dat banken soms expliciet verbieden om hun ter beschikking gestelde krediet te gebruiken voor collateral strotingen. In dat geval mag dat krediet niet worden opgegeven als buffer. Bij twijfel dient contact de bank opgenomen te worden om na te gaan of financiering van margin calls met dit krediet is toegestaan. 3.3 Overige zekerheden In veld 3.3.1, hypotheek niet-daeb bezit, kan het bedrag worden ingevuld aan hypothecaire waarde van niet-daeb bezit dat vrij kan worden aangewend als te verstrekken zekerheid voor derivaten met een negatieve marktwaarde, waarvoor contractueel bepaald is om al dan niet boven een drempel bedrag deze zekerheden aan de tegenpartij te verstrekken. De velden t/m zijn variabel in te vullen hier kunnen andere zekerheden dan hypotheekrecht op niet-daeb- bezit worden ingevuld. 4 Overzicht contracten met breakclauses In dit scherm wordt verzocht opgave te doen van de onderliggende waarden (notional) en marktwaarden van contracten waarin breakclauses (mutual en mandatory) zijn opgenomen. Per jaar dient het totaal van de notional waarde en marktwaarden (bedragen in 1.000,-) van contracten met breakclauses opgegeven te worden. Bij de opgave moet onderscheid worden gemaakt tussen de contracten die in de portefeuille ZONDER- en MET tussentijdse marktwaardeverrekening zitten. Voor de contracten met een breakclause in de portefeuille MET tussentijdse marktwaardeverrekening moet ook het bedrag aan eventueel gestort collateral voor deze contracten worden opgegeven. Deze gegevens hebben tot doel om inzicht te krijgen in het liquiditeitsrisico van deze contracten in het peiljaar en de vier jaren daarna. De Aw wil ook een actueel inzicht krijgen in de beheersingsmaatregelen van de risico s van de contracten met een breakclause in de toekomstige jaren en vraagt daarom om hun breakrisico plannen aan de Aw toe te sturen. Plausibiliteitstoetsen De controles die op verschillende velden en schermen naar voren kunnen komen, zijn gericht op de juistheid ofwel plausibiliteit van de gegevens die worden ingevuld. We noemen ze daarom plausibiliteitstoetsen. Er zijn harde en zachte controles opgenomen. Bij de harde controletoetsen moet aan de voorwaarde worden voldaan. De controletoetsen zijn er op gericht de kwaliteit van de ingevoerde gegevens te bewaken. Bij een melding van een zachte controle wordt de invuller er op gewezen dat een bepaald gegeven niet plausibel lijkt maar overigens niet per definitie onjuist behoeft te zijn. Er wordt op gewezen dat er mogelijk een foutieve waarde is ingevuld. Indien de invuller van mening is dat het betreffende gegeven juist is, hoeft uiteraard niet tot correctie te worden overgegaan. Wel is het zo dat in die gevallen een nadere toelichting wordt gevraagd. De bedoeling is dat de invuller in de toelichting aangeeft waarom het gegeven afwijkt van het te doen gebruikelijke in soortgelijke situaties. Voor zachte controles geldt dat, nadat de controles zijn geactiveerd, de bij deze controles behorende meldingen tenminste eenmaal (bewust) nagelopen moeten worden voordat naar Verzending van het opvraagprogramma kan worden gegaan. Als de invuller van mening is dat de waarde waar de controle betrekking op heeft niet hoeft te worden gewijzigd, kan de betreffende controle worden genegeerd. Indien controlemeldingen worden genegeerd, dient in de rubriek Plausibiliteitstoetsen (verplicht) te worden aangegeven waarom de controlemelding is genegeerd. Deze laatste controle ziet toe op de verplichting om voor elke openstaande zachte toets een toelichting te verstrekken. Dit is een harde controle. LET OP: Indien controlemeldingen worden genegeerd, dat wil zeggen er worden geen andere 4

5 gegevens ingevoerd, dan moet in de toelichting bij Plausibiliteitstoetsen aangegeven te worden wat de reden waardoor de afwijking genoemd/berekend in de controlemelding is ontstaan. Stresstest en bestuursverklaring en afronden Voor het afronden doorloopt het programma enkele controles (plausibiliteitstoetsen). Als er controlemeldingen zijn geactiveerd, dient het programma te worden nagelopen voordat de gegevens definitief kunnen worden gemaakt. Indien de gebruiker van mening is dat de waarde die de controlemelding heeft geactiveerd wel correct is, kan de betreffende melding worden genegeerd, maar dient wel te worden toegelicht. Er is echter ook een aantal harde controles. Eventuele controlemeldingen die hierdoor worden geactiveerd, kunnen niet worden genegeerd. De invoer moet daarbij worden gecorrigeerd. Indien de invoer niet wordt gecorrigeerd, kunnen de gegevens niet definitief worden gemaakt. U kunt de gegevens definitief opslaan door in het desbetreffende scherm ja aan te vinken en op de knop toepassen te drukken. Pas op dat ogenblik en na ontvangst van de bestuursverklaring kan de Aw over de gegevens beschikken. In het scherm Stresstest wordt de uitkomst van de opgaven van de derivatenportefeuilles en aan te houden middelen als buffer om margin calls op te kunnen vangen. Het in dit scherm gepresenteerde overzicht toont de feitelijke uitwerking van de stresstest in cijfers en resultaat. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de benodigde cash buffer en de buffer andere zekerheden. Als er bij Resultaat onderaan een positief bedrag staat vermeld, dan is er sprake van een voldoende buffer. Als het bedrag negatief is, dan geeft de hoogte van dit bedrag in principe het buffertekort weer. Corporaties waarbij het resultaat de stresstest negatief is (een tekort op één of beide buffers) worden verzocht om de Aw per brief aan te geven wat hier de oorzaken van is (de Aw hanteert als uitgangspunt dat een adequaat risicobeheersingskader voorkomt dat liquiditeitstekorten ook in stresssituaties kunnen worden opgevangen) en welke maatregelen men voornemens is om zowel buffer(s) als risicobeheersingsysteem op een juist niveau te brengen. In het scherm bestuursverklaring moeten nog een paar vragen worden beantwoord over eventueel aanwezige contracten met een breakclause en een daarmee verband houden plan met (voorgenomen) maatregelen van de corporatie om de toekomstige liquiditeitsrisico s uit hoofde daarvan te beheersen. Met het afsluiten, printen, ondertekenen en uploaden van de bestuursverklaring, bijlage controletoetsen en indien aan de orde het breakplan, is de opgave aan de Aw afgerond. Een kopie van dit overzicht kunt u behouden voor uw eigen administratie. Na het definitief opslaan van de gegevens is het NIET meer mogelijk om nog gegevens te wijzigen. Indien dit wel nodig blijkt te zijn, kunt u contact opnemen met de helpdesk van CorpoData per helpdesk@corpodata.nl of per telefoon op maandag tot en met donderdag van uur tot uur via telefoonnummer