HPBO-project. Regie op de set

Transcriptie

1 HPBO-project Regie op de set

2 Projectdoelen: Realisering: Driehoek VNBO/MBO/ bedrijfsleven Daardoor betere beroepskeuze en minder uitval Daardoor betere doorlopende leerlijn Hoe: Dit lukt alleen door laag in de organisatie de regie te leggen Zie het Rijnland model als managementtool En dus heb je ondernemende docenten nodig

3 Fasering in de tijd Jaar 1: experimenteren Jaar 2: beroepskeuze / plaats in LOB kader aangeven en plaats in doorlopende leerlijnen aangeven Jaar 3: structurele doorlopende leerlijn inbedding

4 Jaar 2: beroepskeuze / plaats in LOB kader aangeven en plaats in doorlopende leerlijnen aangeven

5

6

7

8

9

10

11 Onderzoek Regie op de set Een klein aantal leerlingen die hebben deelgenomen aan ROS programma s op de voet volgen in hun ontwikkeling, dat is de kern van onderzoekslijn 1 van het project Regie op de set. De onderzoeksgroep zal per projectjaar en per domein steeds een student te gaan volgen. De belangrijkste vragen zijn: -wat zijn de ervaringen van studenten met Regie op de set, -wat betekent dit voor hun loopbaanoriëntatie en beroepskeuze, -hoe verloopt hun studieloopbaan verder worden de doelen van regie op de set door deze studenten gerealiseerd? Kerngedachte van deze aanpak is om op een gedetailleerde manier en gedurende langere tijd studenten in hun ontwikkeling te volgen en daaruit ook lessen te trekken. Er wordt niet voor een groter en cijfermatig onderzoek gekozen om dat de looptijd daarvoor te kort is en teveel studenten belast worden met vragenlijsten terwijl de zeggingskracht van zulk onderzoek voor ontwikkelaars vermoedelijk te beperkt is. Het is de bedoeling om in overleg met de onderzoeksdocenten Reg Gruson, Harry Staps en Piet Taks jaarlijks studenten te selecteren en om hen gedurende de resterende looptijd van het project te blijven volgen. Om de ervaringen van de studenten en hun ontwikkeling in kaart te brengen is afgesproken om het Einstein4all instrument te gebruiken en om de portfolio s van studenten te verzamelen, begeleidingsgesprekken te observeren en studenten en hun docenten over hun ervaringen, keuzes en plannen te interviewen. Het plan is verder om ook studenten uit het eerste projectjaar in het onderzoek mee te nemen. In een gesprek met deze studenten zal worden teruggeblikt op hun ervaringen met de ROS-pilots en ook zij zullen verder worden gevolgd. De verhalen van de studenten zullen gedurende de looptijd van het project steeds aan de ontwikkelteams worden teruggekoppeld, zodat de ontwikkelteams daarvan kunnen leren.

12 Fasering in organisatiemodel Fase 1: crisisachtige omstandigheden, ieder doet zijn eigen ding weinig structuur, ieder doet alles en springt in waar nodig Fase 2: differentiatie er komen taakafspraken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden vast gelegd Fase 3: missie, visie, doelen organisatie gaat nadenken over bestaansrecht, stelt visieplan en korte en lange termijn doelstellingen Fase 4: netwerkorganisatie georiënteerd op de keten, samenwerken met partners, tot de top willen behoren

13

14 In onderzoekslijn 2 wordt de ontwikkeling van het project Regie op de set zelf in kaart gebracht. Met ondersteuning van de drie onderzoeksdocenten wordt door onderzoeker Ton Bruining het verhaal van Regie op de set verteld. -Wat zijn de doelen die de projectleiding en de domeinteams nastreven, -welke hulpmiddelen worden ingezet, -wie zijn er betrokken, -welke uitgangspunten worden gehanteerd, -wie doet wat en vooral wat levert het op. De bedoeling van dit onderzoek is om daar zelf van te leren maar ook om daar buiten toe kennis en ervaring te delen. In onderzoekslijn 2 wordt zoveel mogelijk een waarderende benadering gekozen. Dat betekent -dat we nagaan wat er goed gaat, -hoe het beter zou kunnen, -wat daarvoor gedaan moet worden -en wat dat op langere termijn betekent voor de studenten, de scholen en de leraren. In dit onderzoek zullen ook de resultaten van het onderzoek naar ondernemendheid worden meegenomen.

15 Angelsaksisch model Regel gedreven / Regels zijn regels Functiesplitsing als norm: lopende band als organisatiemodel Coördinatie van bovenaf; spreadsheets, protocollen, procedures Geloof in voorspelbaarheid en maakbaarheid Meten is weten; alles wat we kunnen meten is van belang Wantrouwen als basis Aansturing: hiërarchisch, centralistisch. Wie de baas is mag het zeggen Rijnlandmodel Principe gedreven Vakmanschap als basis; specialisatie en improvisatie Coördinatie vanaf de werkvloer Leren omgaan met onvermijdelijke onzekerheid Meten kan een prima hulpmiddel zijn, mits verstandig gebruikt Vertrouwen als basis Aansturing: directie is netwerker/organisator. Wie het weet mag het zeggen

16 TEAMONTWIKKELING M1 Forming M2 Storming M3 Norming M4 Performing

17

18

19 Fasering in de tijd Jaar 1: experimenteren Jaar 2: beroepskeuze / plaats in LOB kader aangeven en plaats in doorlopende leerlijnen aangeven Jaar 3: structurele doorlopende leerlijn inbedding

20

21

22

23

24

25

26 Dank!