Financieel beleid voor 2016 Inhoud

Transcriptie

1 Financieel beleid voor 2016 Inhoud Inleiding... 2 Contracteerruimte Declaratieverkeer... 3 Geld volgt klant : clickmomenten... 5 Volume ZZP s met behandeling... 6 Publicatie van de uitnutting... 7 Herschikking Bevoorschotting Uitwerking in BZ10 formulieren Bevoorschotting in 2017 inzake Waardigheid en Trots Tarieven in het declaratieverkeer Nacalculatie Subsidieregelingen Bijlage

2 Inleiding In het Inkoopdocument 2016 is vermeld dat het zorgkantoor u nader informeert over financieringszaken in 2016 (financiële notitie). Middels dit document wordt u op de hoogte gesteld van het financiële beleid voor het jaar In dit document wordt meerdere malen gesproken over volume percentages. Hiermee wordt bedoeld een percentage van de geëxtrapoleerde productie Contracteerruimte 2016 Opbouw contracteerruimte 2016 Het zorgkantoor heeft een budgettair kader (de regionale contracteerruimte) beschikbaar gesteld gekregen voor 2016 waar zowel de Wlz zorg in natura als de PGB s uit gefinancierd worden. Deze contracteerruimte kan niet door het zorgkantoor overschreden worden. Het zorgkantoor heeft de beschikbare contracteerruimte 2016 per regio verdeeld in de volgende kavels : Zorg met verblijf V&V Zorg zonder verblijf V&V Meerzorg V&V Zorg met verblijf GZ Zorg zonder verblijf GZ Meerzorg GZ Zorg met verblijf GGZ Zorg zonder verblijf GGZ Meerzorg GGZ PGB Het onderscheid tussen zorg met verblijf en zorg zonder verblijf wordt bepaald aan de hand van de vigerende beleidsregel. Producten opgenomen in de beleidsregels Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten (CA-BR-1607a) en Volledig Pakket Thuis (CA-BR-1609) vallen onder de categorie zorg met verblijf. Producten opgenomen in de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2016 (CA-BR-1610b) vallen onder de categorie zorg zonder verblijf. Iedere zorgaanbieder heeft van het zorgkantoor een overzicht ontvangen waarop de in te richten tarieven voor het declaratieverkeer staan vermeld. Op dit overzicht staat tevens vermeld of het betreffende product tot zorg met verblijf of tot zorg zonder verblijf gerekend wordt. Het zorgkantoor heeft de totale regionale contracteerruimte verdeeld over bovenstaande kavels. Indien er binnen een bepaald kavel onderproductie is, dan kan het zorgkantoor de niet bestede middelen overhevelen naar een ander kavel. Dit gebeurt bij de herschikking Tot die tijd wordt de kavel indeling niet aangepast, tenzij er dusdanig onwenselijke situaties ontstaan waarin een tussentijdse aanpassing noodzakelijk is om de continuïteit van zorg in een bepaald kavel te kunnen garanderen. Beschikbare contracteerruimte De contracteerruimte die bij aanvang van 2016 beschikbaar gesteld is aan de zorgkantoren is, conform het bij alle partijen bekende landelijke beleid van het ministerie van VWS, lager dan in Voor de precieze opbouw van de landelijke contracteerruimte verwijzen wij u naar de kaderbrief 2

3 langdurige zorg van de staatssecretaris van VWS (kenmerk LZ). De belangrijkste oorzaken van de lagere contracteerruimte in 2016 ten opzichte van 2015 zijn de korting wegens de extramuralisering en het beëindigen van het overgangsrecht intramuraal ( 380 miljoen en 130 miljoen landelijk). In tegenstelling tot in 2015 is niet de volledig beschikbare contracteerruimte in de 1 e ronde productieafspraken gecontracteerd bij de zorgaanbieders. Voor 2016 is landelijk afgesproken dat de financiering meer cliëntvolgend is. Zoals in het regionaal inkoopdocument staat beschreven is voor zorg met verblijf een toekenningpercentage gehanteerd van 90 % in de sectoren GZ en GGZ en van 85 % in de sector V&V. Voor zorg zonder verblijf (in alle sectoren) is dit toekenningpercentage 70 % en voor Meerzorg is van 80 % uitgegaan. In het regionaal inkoopbeleid voor 2016 wordt de precieze berekeningsgrondslag toegelicht. De contracteerruimte per kavel is weergegeven in de bijlage. Wij willen u er nadrukkelijk op wijzen dat de regionale contracteerruimte dus niet toereikend is om voor alle zorgaanbieders in 2016 na de herschikking op 100 % volume (o.b.v. de geëxtrapoleerde productie 2015) uit te komen. Met de huidige stand van de contracteerruimte 2016 moet het zorgkantoor in eerste instantie over de gehele linie een volumekorting toepassen van 2,11 %. Als gevolg van het geld volgt klant principe kan de uitkomst per individuele aanbieder uiteraard hoger of lager zijn. Tot slot wordt opgemerkt dat de regionale contracteerruimte door de NZa niet aangepast is aan het feit dat 2016 een schrikkeljaar is. De NZa stelt zich op het standpunt dat de extra dag aan productie binnen de bestaande contracteerruimte opgevangen moet worden. Het zorgkantoor volgt dit standpunt en heeft de budgetten van de individuele zorgaanbieders hiervoor dus ook niet gecorrigeerd. PGB als onderdeel van de contracteerruimte Vanaf 2015 zijn de middelen die besteed worden aan PGB s onderdeel van de regionale contracteerruimte. Over de omvang van de PGB besteding vindt regelmatig overleg plaats met het ministerie van VWS. De impact van een eventuele overbesteding op de PGB s op de uitnutting van de regionale contracteerruimte is mede van deze overleggen afhankelijk en daarom onbekend. Ons uitgangspunt is dat binnen de regionale contracteerruimte de ene zorgvraag niet belangrijker is dan de andere. Dit betekent dat wij niet op voorhand wachttijden bij zorg in natura willen laten ontstaan om wachttijden bij PGB te voorkomen. Onze monitoring op de PGB in relatie tot de regionale contracteerruimte wordt in 2016 om deze reden ook geïntensiveerd. In het verleden hebben wij geconstateerd dat sommige zorgvragers regelmatig veranderen van PGB naar zorg in natura en omgekeerd. Uiteraard staat het zorgvragers vrij om die keuze te maken, het zorgkantoor wil echter voorkomen dat deze keuzes gemaakt worden om financiële redenen en op voordracht van de zorgaanbieder (het Wlz budget is waarschijnlijk te krap, dus wordt deze zorgvrager vanaf heden met een PGB geholpen zodat er wel financiering is), zeker aangezien PGB en zorg in natura in 2016 vanuit dezelfde regionale contracteerruimte worden gefinancierd. Wij houden daarom deze bewegingen nauwlettend in de gaten en waar nodig gaan we in gesprek met de zorgvrager en de zorgaanbieder. Declaratieverkeer Het declaratieverkeer is de bron op basis waarvan het zorgkantoor in 2016 zowel het geld volgt klant principe als de bevoorschotting bepaald. De tijdigheid, juistheid en volledigheid van het declaratieverkeer is hierbij van essentieel belang. 3

4 De ervaringen uit 2015 wijzen uit dat het declaratieverkeer bij een grote meerderheid van de zorgaanbieders goed verloopt. Echter, bij een aantal aanbieders was dit in 2015 niet het geval. Hierdoor is in 2015 in de gepubliceerde uitnutting van de regionale contracteerruimte het beeld ontstaan dat de productie lager was dan de regionale contracteerruimte, terwijl dit in realiteit niet het geval was. Ter voorkoming dat miljoenen Euro s aan rechtmatig geleverde zorg niet voor financiering in aanmerking zouden komen als gevolg van problemen op declaratiegebied, heeft het zorgkantoor in 2015 besloten om deze zogenaamde pijplijnproductie wel mee te nemen bij het vaststellen van de herschikking (en daarmee ook bij de 1 e ronde productieafspraken 2016). In totaal is hierdoor meer dan 7 miljoen aan pijplijnproductie alsnog verwerkt in de herschikking De consequentie hiervan was echter dat de zorgaanbieders die op basis van de uitnuttingsgegevens ingestoken hadden op groei in de 2 e helft van het jaar (en hier in sommige gevallen ook op geïnvesteerd hadden), deze niet konden realiseren omdat de ruimte die in de uitnutting beschikbaar leek te zijn, niet beschikbaar was als gevolg van de (onzichtbare) pijplijnproductie. Deze ervaringen uit 2015 hebben het zorgkantoor er toe doen besluiten om in 2016 geen pijplijn productie meer te honoreren. Wij zijn van mening dat het belang van het merendeel van de aanbieders die goed declareert groter is dan het belang van de minderheid die de declaraties niet goed op orde heeft. Zeker gelet op de beperktere regionale contracteerruimte in 2016 moeten alle zorgaanbieders er op kunnen vertrouwen dat de gegevens die het zorgkantoor publiceert, juist zijn of op zijn minst niet met terugwerkende kracht aangepast worden. Indien wij constateren dat er sprake is van onterechte afkeur als gevolg van een fout van het zorgkantoor dan zullen wij hiervoor corrigeren en u hiervan op de hoogte stellen. Mocht er naar uw mening sprake zijn van onterechte afkeur van declaraties door een fout van het zorgkantoor, dan dient u dit zo spoedig mogelijk te melden bij uw zorginkoper (met in cc een bericht aan productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl). In die situaties passen wij de uitnuttingsgegevens vóór publicatie aan, zodat u geen last ondervindt van een fout aan onze kant en de gepubliceerde uitnuttingsgegevens toch correct zijn. Een dergelijke handmatige aanpassing wordt niet verricht indien de declaratieproblemen aan de kant van de zorgaanbieder zijn ontstaan. Crisisplaatsen De vaste financiering van de crisisplaatsen kan niet gedeclareerd worden middels het declaratieverkeer. Productie op de crisisplaatsen kan alleen gedeclareerd worden indien er daadwerkelijk bezetting van de crisisplaats heeft plaatsgevonden. Zowel ten behoeve van de clickmomenten als ten behoeve van de bevoorschotting past het zorgkantoor de productie op de crisisplaatsen aan naar het niveau van de gemaakte afspraken, ongeacht de daadwerkelijke bezetting. Uiteraard dient u de feitelijke bezetting van de crisisplaatsen wel in het declaratieverkeer op te nemen, zodat wij de inzet van de crisisplaatsen kunnen monitoren. Dit is de enige handmatige aanpassing die het zorgkantoor doet op het declaratieverkeer. 4

5 Geld volgt klant : clickmomenten Het geld volgt klant principe is een speerpunt in het zorginkoopbeleid De zorgkantoren Zuid Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden hanteren al een aantal jaren de systematiek van clickmomenten om het geld volgt klant principe vorm te geven. Deze systematiek wordt ook in 2016 gehanteerd. In tegenstelling tot in 2015 gelden de clickmomenten in 2016 voor zowel Zorg met verblijf, als Zorg zonder verblijf als voor de Meerzorg. Maandelijkse berekening voor garantie Het clickmoment is de maandelijkse berekening door het zorgkantoor hetgeen een gegarandeerde cumulatieve waarde vertegenwoordigt in de opbouw naar het definitieve budget Net als in 2015 zijn de clickmomenten in 2016 gebaseerd op de goedgekeurde declaraties. Voor de maanden tot en met juli 2016 berekent het zorgkantoor, aan de hand van de goedgekeurde declaraties en de beschikbare contracteerruimte, welk bedrag de zorgaanbieder gegarandeerd krijgt voor de betreffende maand. Aanpassing tarieven i.v.m. ontwikkelplannen Per 1 juli 2016 kunnen de prijzen aangepast worden i.v.m. de evaluatie van de ontwikkelplannen. In de berekening van de clickmomenten die voor de aanpassing van de prijzen gepubliceerd worden, wordt per aanbieder een bedrag gereserveerd ter hoogte van de maximale potentiële prijsverhoging. Bij het clickmoment van augustus worden de geclickte bedragen automatisch aangepast aan de nieuwe tarieven. De mogelijkheid bestaat dat niet alle aanbieders de maximale potentiële prijsverhoging ontvangen. Indien dit het geval is, dan valt (een deel van) de gereserveerde middelen vrij. Deze vrijval vindt plaats binnen het betreffende kavel. Op dat moment gerealiseerde en nog niet geclickte overproductie wordt dan naar rato en binnen de grenzen van de vrijgevallen middelen geclickt. De vrijvallende middelen worden dus generiek binnen het kavel herverdeeld. Zorgaanbieders die niet voldaan hebben aan de ontwikkelplannen, kunnen deze middelen dus niet claimen voor de financiering van overproductie. Berekeningswijze clickmomenten De wijze van berekening van de clickmomenten wijzigen niet; zij is identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren. Deze systematiek is als volgt: De gehele contracteerruimte conform de kavelverdeling zoals opgenomen in de bijlage, wordt beschikbaar gesteld voor de clickmomenten. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal dagen in de maand. Voor januari geldt dus 31/366e gedeelte van de contracteerruimte. Er wordt gekeken of de totale gerealiseerde productie past binnen de contracteerruimte. Is de realisatie lager dan de contracteerruimte dan wordt alle productie gegarandeerd door middel van het clickmoment. Is de realisatie groter dan de beschikbare contracteerruimte, dan zegt het zorgkantoor bij alle zorgaanbieders die meer zorg hebben geleverd dan hun deel-startbudget, een lager clickbedrag toe dan de realisatie. Hierbij wordt identiek aan de berekeningen in voorgaande jaren de productie die het deel-startbudget overstijgt naar rato gekort. Indien zorgaanbieders onderproductie hebben t.o.v. het garantiebudget dan worden deze middelen niet herverdeeld met de clickmomenten. Onderproductie t.o.v. de garantiebudgetten worden herverdeeld bij de herschikking. 5

6 Meerzorg V&V en GGZ Ook in de sectoren V&V en GGZ is het met ingang van 1 januari 2016 mogelijk om te declareren voor Meerzorg. Aangezien dit het eerste jaar is waarin Meerzorg mogelijk is in deze sectoren, is er ook geen sprake van een 1 e ronde productieafspraak. Voor Meerzorg in de V&V en GGZ geldt daarom in 2016 een 100 % geld volgt klant methodiek (waarbij de beschikbare middelen voor de Meerzorg V&V en GGZ kavels uiteraard als maximum gelden voor de uitvoering van de clickmomenten). Uitvoering clickmomenten Net als in de afgelopen jaren ontvangt u een clickbrief over januari in april, de clickbrief van februari in mei, enzovoorts. Wij streven er naar om de clickbrieven in de eerste week van de maand aan u te verzenden. Vastgestelde clickmomenten Eenmaal vastgestelde clickmomenten zijn definitief. Mocht echter blijken dat een zorgaanbieder onrechtmatige declaraties heeft ingediend dan leidt dit uiteraard tot een correctie op zijn clickmoment. Overige zorgaanbieders worden buiten deze correctie gelaten. De financiële middelen worden bij de herschikking opnieuw toebedeeld. Volume ZZP s met behandeling De afgelopen jaren is de omvang van de ZZP productie met behandeling toegenomen. De ZZP productie zonder behandeling is juist afgenomen. Dit heeft landelijk geleid tot een grotere druk op de beschikbare financiële middelen. Het ministerie van VWS heeft het Zorginstituut Nederland (ZinL) de opdracht gegeven om haar te adviseren over de toekomst van de functie behandeling in de Wlz. Gezien de vooralsnog beperkte financiële middelen in 2016 hebben de zorgkantoren Zuid Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden besloten om in eerste instantie de financiering van de ZZP s met behandeling te maximeren op het niveau van de productieafspraken (op basis van 100 %). Dit betekent dat alle zorginstellingen in 2016 maximaal het aantal ZZP dagen met behandeling gefinancierd kunnen krijgen op het niveau van de herschikking Afhankelijk van de financiële ruimte bij de herschikking kan dit kader op dat moment mogelijk verruimd worden. Zoals eerder aangegeven is er in 2016 al 2,11 % te weinig budget beschikbaar om 100 % volume te financieren en wij vinden het een onwenselijke situatie als een uitbreiding van de behandeling leidt tot langere wachttijden op de intramurale zorg. De gemaakte productieafspraak in de 1 e ronde productieafspraken (geëxtrapoleerd naar 100 %) geldt als maximum het aantal ZZP dagen met behandeling dat iedere zorgaanbieder geclickt krijgt. De uitwerking van dit principe is als volgt: De behandelfunctie in de afgesproken ZZP mix vertegenwoordigt een financiële waarde. Deze financiële waarde wordt aan iedere zorgaanbieder door ons gecommuniceerd. Maandelijks kan maximaal dit bedrag (naar rato van het aantal dagen van de betreffende maand) geclickt worden. Gedeclareerde behandeling boven dit bedrag wordt niet in de clickmomenten meegenomen. In de maandelijkse clickbrief treft u tevens de financiële waarde van de niet-geclickte behandeling aan. Wij gaan uit van de totale financiële waarde van de behandelfunctie, zodat de zorgaanbieders wel de mogelijkheid hebben om tussen de ZZP s te schuiven, zolang het totaalbudget afgesproken voor de functie behandeling niet wordt overschreden. 6

7 Bovenstaande is gebaseerd op de huidige landelijke ontwikkelingen. Indien het uiteindelijke landelijke beleid op dit gebied aanleiding geven om dit beleid aan te passen dan wordt u hier over geïnformeerd. Afhankelijk van de budgettaire kaders en de landelijke ontwikkelingen t.a.v. de behandelfunctie, bestaat de mogelijkheid dat een deel van de geleverde behandelfunctie boven hetgeen is afgesproken, bij de herschikking alsnog voor financiering in aanmerking komt. U wordt hierover tijdig door ons geïnformeerd. Indien u er voor gekozen heeft om de behandeling vanuit de Zvw te organiseren dan is het niet mogelijk om deze alsnog met terugwerkende kracht vanuit de Wlz te financieren. Publicatie van de uitnutting Net als de afgelopen jaren publiceert het zorgkantoor de realisatiecijfers, jaarprognose en de geclickte bedragen op het beveiligde webportaal zodat zorgaanbieders zicht hebben op de situatie in hun regio en sector. Ook de uitnutting van de beschikbare PGB-ruimte wordt hier in meegenomen. Deze gegevens geven zorgaanbieders naast de clickmomenten inzicht in het totale financiële beeld op weg naar de definitieve afspraken Monitor Meerzorg Het zorgkantoor heeft geconstateerd dat het proces t.a.v. de declaratie van Meerzorg complexer is dan van de overige producten. Dit wordt met name veroorzaakt doordat het afgeven van een beschikking tijdsintensiever is. Aangezien het budget Meerzorg in 2016 gemaximeerd is, vinden wij het belangrijk dat alle zorgaanbieders goed inzicht hebben in de uitnutting van de Meerzorg. De declaraties bieden hiertoe vooralsnog onvoldoende zekerheden. Om deze reden is voor de productie Meerzorg een uitzondering gemaakt en verzoeken wij de zorgaanbieders die Meerzorg leveren om maandelijks een monitor (het format wordt gepubliceerd op onze website) in te vullen en deze na afloop van de productiemaand binnen 17 werkdagen te en naar productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. De publicatie van de productiegegevens Meerzorg en de bepaling van de herschikking Meerzorg zijn beide gebaseerd op deze monitor. Publicatie Publicatie van de uitnutting vindt maandelijks plaats op het beveiligde webportaal. Wij streven er naar om uitnuttingsgegevens uiterlijk de 1 e week van de maand te publiceren. Dus de uitnuttingsgegevens van januari uiterlijk in week 14, die van de maand februari uiterlijk in week 18, enzovoorts. De gepubliceerde uitnuttingsgegevens zijn gebaseerd op de goedgekeurde declaraties. Het zorgkantoor kan daarom de volledigheid van de uitnuttingsgegevens niet garanderen. Herschikking 2016 Op 1 november 2016 dienen de definitieve productieafspraken voor 2016 gemaakt te worden. Uitgangspunt voor de herschikking 2016 zijn de goedgekeurde declaraties tot en met de maand juni Deze worden geëxtrapoleerd voor het gehele jaar 1. In eerste instantie wordt per aanbieder gekeken of er sprake is van overproductie of onderproductie ten opzichte van de gemaakte productieafspraken. 1 In 2016 zijn geen capaciteitsmutaties met zorgaanbieders afgesproken. Hier wordt dus ook niet meer voor gecorrigeerd. 7

8 Schematisch ziet het proces herschikking 2016 er als volgt uit : Stap 1 : Vaststellen basisbudget Het basisbudget voor de herschikking is opgebouwd uit de geclickte productie tot en met juni, geëxtrapoleerd naar productie op jaarbasis (geclickte productie t/m juni maal 366/182). Iedere zorgaanbieder ontvangt minimaal het vastgestelde basis budget, tenzij in overleg wordt besloten om van een lager bedrag uit te gaan (bijvoorbeeld als gevolg van krimpende capaciteit in de 2 e helft van het jaar). Het basisbudget is dus niet gegarandeerd, maar wel gegarandeerd beschikbaar. Stap 2 : Vaststellen beschikbare regionale contracteerruimte voor nog niet geclickte productie Afhankelijk van de uitnutting van de regionale contracteerruimte kunnen er middelen beschikbaar zijn om nog niet geclickte productie in de herschikking te kunnen financieren. Dit kan onder andere doordat : De regionale contracteerruimte verhoogd wordt in het zogenaamde mei advies. Op sommige kavels binnen de regionale contracteerruimte sprake is van onderproductie, zodat deze middelen herverdeeld kunnen worden naar andere kavels. Niet alle zorgaanbieders de maximale prijsverhoging gegund hebben gekregen in het kader van de ontwikkelplannen. Het zorgkantoor gebruik kan maken van de knelpuntenprocedure om de regionale contracteerruimte te verhogen. Stap 3 : Verdelen van de beschikbare contracteerruimte Bij het verdelen van de (eventueel) beschikbare contracteerruimte hanteert het zorgkantoor de volgende uitgangspunten: Daadwerkelijk gerealiseerde productie en de continuïteit van deze productie heeft een hogere prioriteit bij het verdelen van de beschikbare middelen nog te realiseren toekomstige groei. Indien er sprake is van tijdelijke leegstand als gevolg van ver- of nieuwbouw, waar van te voren afspraken over gemaakt zijn tussen zorgkantoor en zorgaanbieder, dan wordt dit meegenomen in de verdeling van de beschikbare contracteerruimte. Leegstand als gevolg van keuzes van cliënten wordt uiteraard niet meegenomen. Indien er sprake is van leegstand door overmacht (bijvoorbeeld een MRSA uitbraak) dan wordt dit meegenomen in de verdeling van de beschikbare contracteerruimte. Financiering overproductie reguliere zorg gaat voor op financiering overproductie Meerzorg. Handmatige correcties op de declaratiegegevens wegens onjuiste of onvolledige declaraties worden niet gehonoreerd. Financiering van behandeling boven de gemaakte productieafspraken is afhankelijk van het landelijk beleid op dit gebied. Hierover wordt u geïnformeerd indien er ontwikkelingen zijn Indien alle daadwerkelijk gerealiseerde productie gefinancierd kan worden en er financiële ruimte resteert om toekomstige groei en / of verzwaring te kunnen financieren, dan worden deze middelen verdeeld op basis van de keuzes van de cliënten (de wachtlijsten). 8

9 Bevoorschotting 2016 Wat is de basis voor de bevoorschotting? Landelijk is afgesproken dat de bevoorschotting Wlz in 2016 gehandhaafd blijft. Voor alle productiegebonden onderdelen van het wettelijk budget gelden de goedgekeurde declaraties als uitgangspunt voor de bevoorschotting. Voor alle niet productiegebonden onderdelen van het wettelijk budget (de onderdelen kapitaalslasten oud en overige componenten uit te rekenstaat) geldt de laatste rekenstaat als uitgangspunt voor de bevoorschotting. De NZa heeft bepaald dat het totaal van alle verstrekte voorschotten niet hoger mag zijn dan de beschikbare regionale contracteerruimte. Wij worden hierop gecontroleerd. Dit betekent dat het zorgkantoor mogelijk niet alle goedgekeurde declaraties in de bevoorschotting kan verwerken, indien de totale productie hoger is dan de regionale contracteerruimte. Voorschot niet productiegebonden componenten De niet productiegebonden componenten worden bevoorschot op basis van de laatste rekenstaat. Het bedrag uit de rekenstaat voor de betreffende onderdelen wordt als jaarvoorschot in de BZ10 verwerkt (afgerond op tallen per maand). Maandelijks wordt 1/12 e deel van dit jaarverschot door het CAK uitbetaald. De niet productiegebonden componenten zijn primair van toepassing op Zorg met Verblijf. Op het moment dat het zorgkantoor het voorschot over januari moet vaststellen heeft de NZa nog geen rekenstaten 2016 beschikbaar gesteld. Het jaarvoorschot over deze componenten dat in de januari bevoorschotting verwerkt is, is daarom gebaseerd op de laatste rekenstaat Hier heeft het zorgkantoor de volgende correcties op aangebracht : De kapitaalslasten oud zijn omgerekend naar 30 % als gevolg van het verder verhogen van de NHC s in de tarieven. De opbrengsten gedwongen verhuizing die in de rekenstaat 2015 opgenomen zijn, zijn op nul gesteld voor de bevoorschotting 2016, aangezien dit een eenmalige vergoeding in het jaar 2015 betreft. De opbrengsten innovatie die in de rekenstaat 2015 opgenomen zijn, zijn op nul gesteld voor de bevoorschotting 2016, aangezien dit eenmalige vergoedingen in het jaar 2015 betreft. Het jaarvoorschot over de niet productiegebonden componenten, wordt aangepast zodra het zorgkantoor een nieuwe rekenstaat over 2016 ontvangt van de NZa. Hiervoor nemen wij een maximale verwerkingstijd van 4 weken in acht (dus als een nieuwe rekenstaat 2 dagen voor het afgeven van de BZ10 wordt ontvangen, verwerken wij deze in het voorschot van een maand later). Dit betekent dus dat het maandvoorschot op dit onderdeel gebaseerd blijft op de rekenstaat 2015, tot het moment dat de NZa de rekenstaat 2016 afgeeft. Een eventuele nieuwe rekenstaat 2015 wordt niet verwerkt in het voorschot Voorschot productie januari tot en met maart In tegenstelling tot de afgelopen jaren worden in 2016 alle productiegebonden componenten op dezelfde wijze en in een maandelijks eenmalige betaling gefinancierd (de afgelopen jaren werden de productiegebonden componenten Zorg met Verblijf apart berekend van de productiegebonden componenten Zorg zonder Verblijf, dit is in 2016 niet meer het geval). De uitbetaling van de productiegebonden componenten over de maanden januari en maart wordt vastgesteld aan de hand van de gemaakte productieafspraken, geëxtrapoleerd naar 100 %. 9

10 Aangezien de regionale contracteerruimte onvoldoende is om 100 % productie op jaarbasis te kunnen financieren, wordt in de bevoorschotting een correctie toegepast van 2,11 %. Dit betekent dus dat over de maanden januari tot en met maart bevoorschot wordt op 97,89 % van de geëxtrapoleerde productie In deze maanden wordt 1/12 e van dit bedrag bevoorschot. Voorschot april tot en met november Vanaf het voorschot over april is het voorschot inzake de productiegebonden componenten gebaseerd op de declaraties 2. Het voorschot april bestaat uit de goedgekeurde declaraties over januari. Het voorschot mei bestaat uit de goedgekeurde declaraties over februari, enzovoort. De bevoorschotting over de productiegebonden componenten wordt in 2016 gemaximeerd op de geclickte bedragen. Immers, voor de zorg die niet geclickt kan worden heeft het zorgkantoor op dat moment ook geen regionale contracteerruimte beschikbaar. Over de maand augustus voert het zorgkantoor geen clickmoment meer uit (dit clickmoment zou immers plaatsvinden na 1 november en dan is de herschikking reeds afgerond).voor de bepaling van de bevoorschotting in de maand november (die gebaseerd is op de productiecijfers tot en met augustus) hanteert het zorgkantoor wel dezelfde berekening als in de eerdere maanden. Ondanks dat er niet geclickt wordt, wordt deze berekening alleen ten behoeve van het berekenen van de bevoorschotting, wel gemaakt. Voorschot december Het voorschot over december wordt gemaximeerd aan de hand van de herschikking afspraak en niet aan de hand van de clickmomenten. Verwerking uitkomsten beoordeling ontwikkelplannen Het voorschot wordt door het zorgkantoor automatisch aangepast aan de uitkomsten van de beoordeling van de ontwikkelplannen. Dit wordt met terugwerkende kracht verwerkt in het voorschot van augustus. Uitwerking in BZ10 formulieren Van de verwerking van bovenstaande aanpassingen van het voorschot ontvangt u zoals gebruikelijk een afschrift. De verwerkingsmethodiek wijkt af van voorgaande jaren. De productiegebonden componenten worden voor alle zorgaanbieders maandelijks uitbetaald via zogenaamde eenmalige betalingen. U ontvangt daarom maandelijks een afschrift van het BZ10 formulier inzake de productiegebonden componenten. De niet productiegebonden componenten worden uitbetaald via een jaarvoorschot. Alle aanbieders die niet productiegebonden componenten hebben, ontvangen in januari een afschrift van het BZ10 formulier waarin dit berekend is. Alleen bij aanpassing van het jaarvoorschot (dus bij verwerking van een nieuwe rekenstaat 2016) ontvangt een aanpast BZ10 formulier op dit onderwerp. 2 De aantallen uit cliëntgericht declareren worden vermenigvuldigd met de berekende tarieven inclusief eventuele aanpassingen voor ontwikkelplannen en Waardigheid en Trots. 10

11 Bevoorschotting in 2017 inzake 2016 Op 31 december 2016 zijn er twaalf maanden inzake kalenderjaar 2016 bevoorschot, waarvan drie maanden gebaseerd zijn op de productieafspraken en negen maanden gebaseerd zijn op de daadwerkelijk geleverde productie (gemaximeerd op het bedrag uit de herschikking). In maart 2017 past het zorgkantoor de bevoorschotting over 2016 nog één keer aan. Op dat moment zijn alle declaraties over 2016 verwerkt en kan de vergelijking gemaakt worden tussen de totale som van de declaraties over 2016 en de bevoorschotting die gedurende het jaar is verricht. In maart 2017 wordt het verschil tussen deze bedragen (waarbij het bedrag overeen gekomen in de herschikking 2016 als maximum geldt) in de bevoorschotting verwerkt. Maart 2017 is tevens het laatste moment waarop eventuele aanpassingen ten aanzien van de niet productiegebonden componenten in de rekenstaat 2016 in de bevoorschotting worden verwerkt (rekenstaten 2016 afgegeven na 15 februari 2017 worden niet meer in de bevoorschotting verwerkt). Na afgifte van de definitieve rekenstaat 2016 (waarin de nacalculatie 2016 verwerkt is door de NZa) wordt de afrekening van 2016 door het zorgkantoor verricht. Waardigheid en Trots Landelijk zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over het investeren in de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Hiervoor is in miljoen landelijk beschikbaar gesteld. Afgesproken is dat er een vast bedrag per ZZP / VPT toegekend wordt in de herschikking. De middelen voor Waardigheid en Trots (W&T) zijn nog niet opgenomen in de huidige stand van de contracteerruimte van de zorgkantoren. In de clickmomenten worden de W&T- middelen daarom ook niet meegenomen. Het ministerie van VWS heeft een rekentool beschikbaar gesteld op basis waarvan zorgaanbieders zelf kunnen uitrekenen hoeveel W&T middelen in de herschikking beschikbaar worden gesteld. Om in aanmerking te komen voor deze extra middelen moet de zorgaanbieder een plan indienen. In dit plan dient beschreven te worden hoe deze middelen worden ingezet ter bevordering van een zinvolle daginvulling voor bewoners en deskundigheidsbevordering van personeel. Deze plannen zijn vormvrij. Zorgaanbieders kunnen de W&T- plannen uiterlijk 1 april bij de zorgkantoren indienen. Indien deze plannen aan de voorwaarden voldoen worden deze middelen door de zorgkantoren toegekend. Over de precieze werkwijze van dit proces informeren wij u zo spoedig mogelijk. Verwerking in de productieafspraken geschiedt zoals gezegd bij de herschikking Het zorgkantoor wil de W&T- middelen wel zo snel mogelijk verwerken in de bevoorschotting. Naar verwachting worden de W&T- middelen in de bevoorschotting in de maand mei met terugwerkende kracht beschikbaar gesteld. Het moment van verwerking in de bevoorschotting is afhankelijk van de snelheid van de landelijk gemaakte afspraken. Wij informeren u uiteraard te zijner tijd over hoe wij de middelen verwerken in de bevoorschotting. Voor de goede orde, de aangepaste tarieven in het kader van W&T worden niet verwerkt in CGD. De middelen worden wel verwerkt in de bevoorschotting, de herschikking en uiteindelijk ook in de nacalculatie

12 Tarieven in het declaratieverkeer In te richten tarieven Ingediende declaraties worden alleen goedgekeurd indien de gehanteerde tarieven tot op de cent nauwkeurig overeen komen met de door het zorgkantoor ingerichte tarieven. Aangezien de tarieven die in het budgetformulier en in de rekenstaat vermeld staan in de meeste gevallen omgerekend moeten worden naar declaratietarieven (bij zorg met verblijf moeten NHC en NIC voor 30 % worden toegevoegd en bij zorg zonder verblijf moeten uurtarieven naar tarieven per minuut worden omgerekend), ontstaan er regelmatig verschillen van centen. Het is in ieders belang om deze afwijkingen te voorkomen. Het zorgkantoor heeft aan iedere zorgaanbieder op 8 januari jl. een lijst verstrekt met de door haar ingerichte tarieven in het systeem van cliëntgericht declareren. De lijst bevat alleen prestaties waarvoor u een afspraak heeft gemaakt in het budgetformulier. Vervolgens is met het aan u gegunde prijspercentage en de maximale NZa-prijs een berekening gemaakt voor het in te richten tarief. Mocht u ondanks zorgvuldig handelen van het zorgkantoor van mening zijn dat een tarief op de lijst niet klopt, dan verzoeken wij u een te sturen naar productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl. De NZa heeft aangegeven dat men wegens het uitstellen van de indiendatum van de budgetformulieren, de tariefbeschikkingen 2016 niet tijdig kunnen worden afgegeven. De NZa is voornemens om via een zogenaamde gedoogbeschikking partijen de mogelijkheid te bieden om af te wijken van de tarieven die opgenomen zijn in de tariefbeschikking. Het zorgkantoor kan zich volledig vinden in de oproep van de brancheorganisaties om dit op te lossen op een wijze die zo min mogelijk administratieve lasten met zich meebrengt. Daarom kiezen wij ervoor om cliëntgericht declareren direct met ingang van 1 januari 2016 in te richten op basis van de overeengekomen tarieven. Zorgaanbieders worden dan ook dringend verzocht om hun systemen op basis van deze tarieven in te richten. Hierdoor wordt enerzijds de kans op uitval in het declaratieverkeer wegens tussentijdse aanpassing van de tarieven geminimaliseerd (wat van groot belang is gelet op het landelijk afgesproken geld volgt klant principe) en worde anderzijds de administratieve lasten geminimaliseerd omdat er slechts één keer ingericht hoeft te worden. Ons inziens is deze oplossing in het belang van alle partijen en sluit dit aan bij de oproep van de brancheorganisaties. Tussentijdse aanpassing van de tarieven in het declaratieverkeer De tarieven die wij hanteren in het declaratieverkeer worden niet aangepast gedurende het jaar De tarieven die in januari 2016 ingericht zijn in het declaratieverkeer blijven het hele jaar geldig. Indien de tarieven van een zorgaanbieder worden aangepast in de herschikking wegens Waardigheid en Trots of vanwege de ontwikkelplannen, dan ontstaat er dus een verschil tussen de tarieven in de rekenstaat en de tarieven in de AW319. Dit heeft geen financiële consequenties voor de zorgaanbieder, aangezien de tarieven afgesproken in de herschikking leidend zijn in de bepaling van het wettelijk budget via de nacalculatie. Het zorgkantoor kiest er voor om het declaratieverkeer niet tussentijds aan te passen omdat dit in het verleden geleid heeft tot een groter risico op uitval. Enerzijds omdat het moment van aanpassing bij zorgkantoor en zorgaanbieder precies gelijk moet zijn. Anderzijds omdat de berekening van de nieuwe tarieven bij zorgkantoor en zorgaanbieder ook precies gelijk moet zijn (een verschil van slechts één cent leidt tot uitval). Gelet op het belang van zo weinig mogelijk uitval en gelet op de administratieve lasten van tariefaanpassingen in het declaratieverkeer is bovenstaande keuze tot stand gekomen. 12

13 Nacalculatie 2015 Zorgaanbieders dienen uiterlijk op 1 mei 2016 de volledige nacalculatie 2015, voorzien van een accountantsverklaring en ondertekend door de zorgaanbieder, bij het zorgkantoor aan te leveren via: productiezorgkantoor@zorgenzekerheid.nl met een cc. aan de 1 e zorginkoper. Mocht u niet tijdig de nacalculatie bij het zorgkantoor indienen, dan kunnen wij niet garanderen dat deze tijdig wordt aangeleverd bij de NZa. De NZa heeft op 3 november 2015 de beleidsregel Nacalculatie 2015 aangepast. In de aangepaste beleidsregel heeft de NZa de mogelijkheid gecreëerd om productie boven de herschikking afspraken voor financiering in aanmerking te laten komen, mits hiervoor voldoende (landelijke) contracteerruimte beschikbaar is. Bovenstaande wordt door de NZa uitgevoerd, het zorgkantoor heeft hier geen rol in, anders dan goedkeuring geven aan het feit dat gerealiseerde overproductie voor extra financiering in aanmerking komt. Het zorgkantoor bepaald niet of er voldoende middelen beschikbaar zijn en hoe deze middelen over en tussen de zorgaanbieders verdeeld worden. Het zorgkantoor is van mening dat geleverde zorg voor financiering in aanmerking moet komen indien er voldoende middelen beschikbaar zijn. Wij zijn daarom voornemens goedkeuring te verlenen aan alle verzoeken om overproductie voor financiering in aanmerking te laten komen, mits : De volledige nacalculatie 2015 (inclusief accountantsverklaring) uiterlijk 1 mei 2016 door ons is ontvangen. De accountantsverklaring bij de nacalculatie zonder beperkingen op het gebied van productie is afgegeven. Alle productie opgenomen in de nacalculatie past binnen de overeen gekomen portfolio. De productie opgenomen in de nacalculatie 2015 maximaal gelijk is aan de productie op basis van de goedgekeurde declaraties per 1 april Subsidieregelingen De subsidieregeling eerstelijns verblijf en de subsidieregeling extramurale behandeling zijn beide gecontinueerd in Het Zorginstituut Nederland heeft aan de Wlz uitvoerder (het zorgkantoor) voor beide regelingen een bedrag beschikbaar gesteld. Deze bedragen zijn gebaseerd op de door het CAK uitbetaalde bedragen aan de zorgaanbieders in het betreffende werkgebied over de periode januari tot juli Net als bij de reguliere Wlz zorg zijn de declaraties van een beperkt aantal aanbieders over de subsidieregelingen in 2015 onvolledig geweest. Ook hier was sprake van pijplijn productie. In tegenstelling tot bij de reguliere Wlz zorg, heeft deze pijplijn productie een directe impact op het budget dat het zorgkantoor voor 2016 beschikbaar gesteld heeft gekregen. Deze pijplijn productie is immers door het Zorginstituut niet meegenomen in de berekening van het beschikbare budget 2016 voor onze regio s. Het Zorginstituut heeft nog niet de volledige financiële ruimte aan de zorgkantoren beschikbaar gesteld. Voor beide regelingen is er nog een bedrag aanwezig om de bedragen per regio te verhogen. De verdeling van deze aanvullende middelen wordt door het Zorginstituut verricht op basis van de door het CAK uitbetaalde bedragen, die gebaseerd zijn op de goedgekeurde declaraties. Pijplijn productie wordt dus niet meegenomen in de herverdeling van de landelijke middelen over de zorgkantoorregio s. Het Zorginstituut kijkt hierbij naar de uitbetaalde declaraties verricht tot en met de maand september, die betrekking hebben op geleverde zorg over de periode januari tot en met juli Het Zorginstituut besluit uiterlijk 15 oktober 2016 over de verdeling van de aanvullende middelen 13

14 Deze werkwijze van het Zorginstituut stelt het zorgkantoor voor het volgende dilemma. Indien wij geleverde (en juist gedeclareerde) productie over de periode januari tot en met juli niet in de bevoorschotting verwerken, dan wordt die productie dus ook niet meegewogen bij de landelijke verdeling van aanvullende middelen. Sterker nog, alleen indien de door het CAK uitbetaalde bedragen hoger zijn dan de nu aan het zorgkantoor verleende subsidie, komen onze regio s in aanmerking voor extra middelen bij de herverdeling van 15 oktober Om de regionale aanspraak op de extra middelen zo realistisch mogelijk te laten zijn, moeten wij dus alle goedgekeurde declaraties over de periode januari tot en met juli in de bevoorschotting verwerken. Indien er landelijk voldoende middelen beschikbaar zijn bij de herverdeling op 15 oktober 2016, is er uiteraard niets aan de hand. Echter, mocht dat niet het geval zijn dan kan dat betekenen dat slechts de herverdeling lager is dan de extrapolatie van hetgeen is uitbetaald tot en met juli. En dat het zorgkantoor mogelijk niet alle declaraties na de herverdeling kan uitbetalen. Gezien de kaders van de subsidieregeling gaat het zorgkantoor over de periode tot en met de uitbetaling over de maand juli (vindt plaats in september 2016) alle goedgekeurde declaraties via het CAK bevoorschotten. Zorgaanbieders dienen zich er van bewust te zijn dat bevoorschotting en financiering over de maanden augustus tot en met december afhankelijk is van de landelijke herverdeling van middelen en dat het zorgkantoor geen garanties kan geven over de omvang van de financiering van de productie na de maand juli. Er wordt twee keer een risico- analyse opgesteld inzake de subsidieregelingen (één op basis van het eerste kwartaal en één op basis van het eerste en tweede kwartaal) en deze wordt beschikbaar gesteld aan alle zorgaanbieders. Bovenstaande wordt als volgt uitgewerkt. Voorschot productie januari tot en met juli. Met Iedere zorgaanbieder die zorg levert gefinancierd uit één of beide subsidieregelingen zijn productieafspraken gemaakt. Zolang de goedgekeurde declaraties van de zorgaanbieder 3 binnen dit bedrag blijven, worden deze uitbetaald en worden de productieafspraken niet aangepast. Indien de optelsom van de goedgekeurde declaraties hoger is dan de gemaakte productieafspraken, is het zorgkantoor verplicht om een nieuwe productieafspraak te maken. De nieuwe productieafspraak is gelijk aan de optelsom van de goedgekeurde declaraties. Dit betekent dat, zodra een zorgaanbieder boven het bedrag van huidige productieafspraken uitkomt, de productieafspraken maandelijks bijgesteld worden. De goedgekeurde declaraties worden wel uitbetaald. Voorschot productie augustus. De productie over de maand augustus wordt door het Zorginstituut niet meegewogen in de landelijke herverdeling van middelen, maar dient wel bevoorschot te worden voordat de landelijke herverdeling van middelen bekend is. In deze maand worden de goedgekeurde declaraties alleen uitbetaald, indien de optelsom van de goedgekeurde declaraties kleiner is dan de laatst gemaakte productieafspraak. Dit betekent dus dat alle zorgaanbieders die in eerdere maanden al een aanpassing van de productieafspraak gehad hebben, in augustus geen voorschot krijgen. 3 In tegenstelling tot bij de reguliere Wlz declaraties kijken wij bij de subsidieregelingen alleen naar het totaalbedrag op jaarbasis, dus niet naar het X/12 e deel. 14

15 Herziening productieafspraken. Medio oktober 2016 maakt het Zorginstituut de verdeling van de landelijk beschikbare middelen bekend. Op basis van het nieuwe budgettaire kader worden de productieafspraken met alle zorgaanbieders herzien. De uitbetaalde productie tot en met juli en de extrapolatie hiervan zijn de basis voor deze herziening. Indien het zorgkantoor onvoldoende middelen beschikbaar heeft om deze extrapolatie te financieren geldt de volgende volgorde van toekenning van middelen : De uitbetaalde productie tot en met augustus geldt als absoluut minimum bij deze herziening. Vervolgens wordt de geëxtrapoleerde productie die gerealiseerd kan worden binnen de eerder gemaakte productieafspraken berekend en toegekend. Vervolgens wordt de geëxtrapoleerde productie die boven het niveau van de eerder gemaakte productieafspraken ligt toegekend. Tot slot (indien er nog middelen beschikbaar zijn) kan eventuele groei boven de geëxtrapoleerde productie in aanmerking komen voor financiering. Indien het zorgkantoor in een van deze stappen onvoldoende middelen beschikbaar heeft om de stap volledig uit te voeren, dan wordt deze naar rato toegepast op alle zorgaanbieders. De volgende stappen worden daarna uiteraard niet meer uitgevoerd. Het effect van bovenstaande is dat wij wel alle 4 productie gedeclareerd tot en met juli 2016 uitbetalen en dat de financiering van de productie vanaf augustus afhankelijk is van de landelijke herverdeling van middelen. De zorgaanbieders die in december 2015 een productieafspraak hadden (en die in 2015 dus goed gedeclareerd hebben), hebben op basis van bovenstaande volgorde voorrang ten opzichte van zorgaanbieders met wie in december 2015 geen productieafspraak was gemaakt. Voorschot productie september tot en met november. De productie over de maanden september tot en met november worden bevoorschot tot het maximum van de herziene productieafspraken zoals gemaakt in de tweede helft van oktober. Indien er meer productie gerealiseerd wordt door een zorgaanbieder dan afgesproken, wordt dit niet in de bevoorschotting van deze maanden meegenomen. Het voorschot over de maand september is naar verwachting relatief hoog i.v.m. de mogelijk lagere bevoorschotting in augustus. Definitieve productieafspraken en voorschot december. Zodra de declaraties over de maand december 2016 is afgerond (uiterste indiendatum bij het zorgkantoor is 24 januari), hebben we inzicht in de over- of onderproductie van alle zorgaanbieders ten opzichte van de herziene productieafspraken die in oktober 2016 gemaakt zijn. Het zorgkantoor wil uiteraard alle gerealiseerde productie vergoeden (indien er voldoende middelen beschikbaar zijn). Na de verwerking van de declaraties tot en met december doet het zorgkantoor daarom nog één ronde waarin de productieafspraken definitief gemaakt worden. Bij zorgaanbieders die onderproductie hebben ten opzichte van de herziene productieafspraken worden de definitieve productieafspraken vastgesteld op het niveau van de daadwerkelijke productie. De middelen die op deze manier vrijvallen, worden naar rato verdeeld over alle zorgaanbieders die overproductie hebben ten opzichte van de herziene productieafspraken. De bevoorschotting december is gebaseerd op de definitieve productieafspraken. 4 Indien de productie dusdanig hoog blijkt in de eerste maanden van het jaar dat dit niet mogelijk is, dan wordt u hierover geïnformeerd. 15

16 Nacalculatie / declaraties ingediend na maart De subsidieregelingen kennen geen nacalculatie zoals de reguliere Wlz die kent. De zorgkantoren dienen wel een verantwoording (met accountantsverklaring) in te dienen bij het Zorginstituut. De precieze impact van deze verantwoording en de accountantscontrole op de individuele zorgaanbieder is op dit moment nog niet bekend. Behoudens correcties op de declaratiegegevens naar aanleiding van de accountantscontrole, is de productie zoals die door ons in maart 2017 in de uiteindelijke productieafspraken verwerkt is, definitief. Declaraties die na deze datum worden ingediend, leiden niet tot aanvullende productieafspraken of uitbetalingen. 16

17 Bijlage Verdeling contracteerruimte per kavel Contracteerruimte 2016 per kavel Amstelland en de Meerlanden VV GZ GGZ PGB Totaal Zorg met verblijf Zorg zonder verblijf Meerzorg PGB Totaal Contracteerruimte 2016 per kavel Zuid-Holland Noord VV GZ GGZ PGB Totaal Zorg met verblijf Zorg zonder verblijf Meerzorg PGB