Uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden"

Transcriptie

1 Uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden Een onderzoek naar art. 13 SW en alternatieve methoden voor het belasten van uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden P.J.M. Hellemons Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Fiscaal recht Examencommissie: Mr. H.P.M. van Bijnen Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken Datum: 3 mei 2013

2 Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie. Deze scriptie maakt onderdeel uit van mijn vierjarige studie Fiscaal Recht aan de Universiteit van Tilburg. Nu het geheel is afgerond komt er een einde aan mijn studietijd. Een periode waar ik zeer positief op terug kijk. Als onderwerp heb ik gekozen voor de belasting van uitkeringen uit levensverzekering in de Successiewet. Dit onderwerp is voortgekomen uit mijn persoonlijke interesse voor de erf- en schenkbelasting. Ik heb het als een uitdaging ervaren om onderzoek te doen naar een alternatief voor het huidige systeem van het belasten van uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden. Op deze plaats wil ik graag een aantal mensen in het bijzonder bedanken. Op de eerste plaats wil ik mijn ouders bedanken, omdat zij deze studie mogelijk gemaakt hebben. Het idee dat jullie altijd voor mij klaar staan doet mij goed. Ook wil ik mijn broertje Bryan en vriend Mark bedanken, omdat zij mij steeds hebben gestimuleerd om weer aan het werk te gaan. Uiteraard wil ik ook graag mijn vriendinnen en studiegenoten bedanken voor de getoonde interesse en steun tijdens het schrijven van deze scriptie. Kimberly Hellemons Sint Willebrord, Mei

3 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING Inleiding Probleemstelling Verantwoording van de opzet... 6 HOOFDSTUK 2 DE SUCCESSIEWET Inleiding De ontstaansgeschiedenis De rechtsgronden De wetssystematiek Conclusie HOOFDSTUK 3 DE HISTORIE VAN ART. 13 SUCCESSIEWET Inleiding Het ontstaan Doel en strekking De voorwaarden Inleiding Overeenkomst van levensverzekering De onttrekkingseis Het verschuldigdheidscriterium Conclusie HOOFSTUK 4 DE WERKING VAN ART. 13 SUCCESSIEWET Inleiding Successiewet 1956 tot en met Successiewet 1956 vanaf Conclusie HOOFDSTUK 5 ARTIKEL 13 & SAMENLEVINGSVERBANDEN Inleiding De uitwerking van art. 13 SW in de praktijk Rechtvaardigingsgrond Conclusie

4 HOOFDSTUK 6 PREMIESPLITSING & PREMIESCHENKING Inleiding Premiesplitsing Inleiding Premiesplitsingsbesluit Premiesplitsing tijdens de looptijd Premieschenking Inleiding Premieschenkingsarrest Conclusie HOOFDSTUK 7 DE KNELPUNTEN VAN ART. 13 SUCCESSIEWET Inleiding Knelpunten rondom premiesplitsing in de praktijk Onwetendheid van de burger Conclusie HOOFDSTUK 8 ALTERNATEVEN VOOR HET HUIDIGE ART. 13 SUCCESSIEWET Inleiding Een vrijstelling: Vormgeving? Inleiding Een algehele partnervrijstelling Het verruimen van de huidige partnervrijstelling Conclusie HOOFDSTUK 9 EEN PARTNERVRIJSTELLING MET PLAFOND Inleiding Een partnervrijstelling voor verkrijgingen uit levensverzekeringen met plafond Mijn voorstel Inleiding Partners Het plafond Afbakening De eigen woning Inleiding Vrijstelling van de gezinswoning in het Vlaams Gewest

5 9.3.3 Knelpunten van de Vlaamse regeling Actualiteiten Conclusie HOOFDSTUK 10 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN HOOFDSTUK 11 LITERATUURLIJST

6 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Inleiding Op grond van de Successiewet 1956 worden belastingen geheven over verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking. Ook kan worden geheven krachtens daarmee fictief gelijkgestelde verkrijgingen. 1 De huidige Successiewet kent een groot aantal van deze fictiebepalingen. De fictieve erfrechtelijke verkrijgingen zijn in de Successiewet 1956 geregeld in art. 6 tot en met 17. Deze fictiebepalingen zien op verschillende onderwerpen en zijn in de loop van de tijd ontstaan. De oorzaak voor het aanwezig zijn van de fictiebepalingen is gelegen in het feit dat de Successiewet 1956 sterk civielrechtelijk is georiënteerd. Iedere keer als de civielrechtelijke uitgangspunten niet aansluiten bij hetgeen de fiscale wetgever beoogt, is een vrijstelling of fictie nodig. 2 Daarnaast heeft de fiscale wetgever in de huidige Successiewet fictiebepalingen opgenomen ter bestrijding van handelingen die de erfbelasting beogen te ontgaan. 3 Artikel 13 van de Successiewet 1956 is ook een fictiebepaling. Verkrijgingen uit levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of derdenbeding worden op grond van artikel 13 Successiewet 1956 gezien als fictieve erfrechtelijke verkrijgingen. Deze verkrijgingen worden slechts voor de toepassing van de Successiewet 1956 als erfrechtelijke verkrijgingen beschouwd. 4 Civielrechtelijk vloeit het recht op de uitkering namelijk voort uit de levensverzekeringsovereenkomst en niet uit het erfrecht, waardoor geen erfbelasting is verschuldigd. Een fictie was daarom noodzakelijk om te voorkomen dat erfbelasting ontgaan zou kunnen worden door vermogen onder te brengen bij een verzekeraar. 5 Op grond van artikel 13, lid 1, Successiewet 1956 wordt de uitkering slechts belast voor zover de verkrijging kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater. In deze masterthesis richt ik mij hoofdzakelijk op de fiscale behandeling van uitkeringen uit levensverzekering. Uitkeringen uit ongevallenverzekering of derdenbeding komen slechts in beperkte mate en voor zover relevant of afwijkend, aan bod. 1 Art. 1 Successiewet Kamerstukken II 2008/2009, , nr. 9, p Kamerstukken II 1948, 915, nr. 3, p.8. 4 I.J.F.A. van Vijfeijken, Cursus belastingrecht. Schenk- en Erfbelasting, Deventer: Kluwer 2012, paragraaf Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p.12. 5

7 1.2 Probleemstelling Ik ga onderzoek doen naar de belastingheffing met betrekking tot uitkeringen uit levensverzekeringen op grond van art. 13 van de Successiewet Artikel 13 Successiewet 1956 heeft met ingang van 1 januari 2010 een wijziging ondergaan. In deze scriptie zal worden onderzocht wat er nu daadwerkelijk is gewijzigd met ingang van 1 januari Daarnaast zal worden onderzocht of artikel 13 Successiewet 1956 neutraal uitwerkt ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen en indien dit niet het geval is, of er dan ook een rechtvaardiging aanwezig is. Dit onderzoek ga ik doen aan de hand van de volgende probleemstelling: Wat is er met betrekking tot artikel 13 Successiewet 1956 gewijzigd met ingang van 1 januari 2010, werkt artikel 13 Successiewet 1956 neutraal uit ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen en zo nee, is daar een rechtvaardiging voor? 1.3 Verantwoording van de opzet In hoofdstuk 2 zal allereerst de Successiewet 1956 zelf centraal staan. De rechtsgronden en de wetssystematiek zullen achtereenvolgens aan bod komen om zo een beter beeld te krijgen van de plaats die artikel 13 inneemt in de huidige Successiewet In hoofdstuk 3 zal vervolgens de historie van artikel 13 Successiewet 1956 worden besproken. Er wordt aandacht besteed aan het ontstaan en er zal gekeken worden naar doel en strekking om de kerngedachte achter artikel 13 Successiewet 1956 goed voor ogen te krijgen. Hierna zullen de verschillende voorwaarden die artikel 13 Successiewet 1956 bevat een voor een aan bod komen. Wanneer alle voorwaarden aan bod zijn gekomen wordt in hoofdstuk 4 gekeken naar de werking van artikel 13 Successiewet Er zit een groot verschil in werking tussen de situatie vóór 2010 en de situatie na Dit verschil zal in hoofdstuk 4 worden besproken. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens de uitwerking van artikel 13 Successiewet 1956 ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen besproken. Er zal hierbij worden bekeken of artikel 13 Successiewet 1956 neutraal uitwerkt ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen en indien dit niet het geval is, of er dan ook een rechtvaardiging aanwezig is voor het feit dat artikel 13 Successiewet 1956 niet neutraal uitwerkt ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen. In hoofdstuk 6 zal vervolgens aandacht worden besteed aan twee figuren die een onbelaste uitkering voor de erfbelasting kunnen bewerkstelligen, namelijk de premiesplitsing en de premieschenking. De premiesplitsing zal 6

8 worden besproken aan de hand van het premiesplitsingsbesluit en de premieschenking wordt nader toegelicht aan de hand van het premieschenkingsarrest. In hoofdstuk 7 zal worden gekeken naar de overige knelpunten van artikel 13 Successiewet 1956 in de praktijk. Aan de hand van alle geconstateerde knelpunten zal in hoofdstuk 8 onderzoek worden gedaan naar twee alternatieven voor het huidige artikel 13 Successiewet In hoofdstuk 9 zal uiteindelijk mijn alternatief voor het huidige artikel 13 Successiewet 1956 aan bod komen. Tot slot zal deze scriptie worden afgesloten met een conclusie in hoofdstuk 10. 7

9 HOOFDSTUK 2 DE SUCCESSIEWET Inleiding In dit hoofdstuk staat de Successiewet 1956 centraal. In paragraaf 2 zal kort worden ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van de Successiewet 1956 waarna in paragraaf 3 naar de rechtsgronden van de Successiewet 1956 zal worden gekeken. De wetssystematiek van de Successiewet 1956 zal vervolgens in paragraaf 4 worden besproken. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie in paragraaf De ontstaansgeschiedenis Eeuwen geleden bestonden er al belastingen die werden geheven over het vermogen bij overlijden. De eerste echte geordende regeling die de boedel bij overlijden tot voorwerp van heffing neemt was echter de Ordonnantie van Krachtens deze regeling werd er belasting geheven over de nalatenschap als zodanig. Er was dus sprake van een boedelbelasting. De Ordonnantie werd opgevolgd door de Successiewet 1817, welke zelf weer werd opgevolgd door de Successiewet De Successiewet 1859 is de directe voorganger van onze huidige Successiewet In hoofdzaak is de Successiewet 1956 niet veel meer dan een technische herziening van de eerder bestaande regelingen. 8 In de loop van de tijd is de erfbelasting wel steeds meer van een boedelbelasting, een verkrijgingsbelasting geworden zoals die thans geldt. Niet de nalatenschap als zodanig wordt in de heffing betrokken, maar de verkrijging. 9 Ook zeer recentelijk hebben er nog enkele herzieningen plaats gevonden met betrekking tot de Successiewet 1956 waardoor de wet op verschillende onderdelen opnieuw is gestroomlijnd De rechtsgronden Als rechtsgrond voor de erf- en schenkbelasting wordt primair het draagkrachtbeginsel genoemd. De belastingheffing knoopt aan bij de subjectieve draagkrachtvermeerdering. 11 Door het verkrijgen van een erfenis vindt een draagkrachtvermeerdering plaats bij de erfgenaam. Dit zelfde is aan de orde wanneer een begiftigde een gift ontvangt. In beide situaties neemt de bestedingsruimte van de verkrijger toe en leidt dit tot belastingheffing. Daarnaast wordt wel gesteld dat een erfrechtelijke verkrijging of een schenking belast zou 6 C.A. de Kam e.a., Belastingrecht in hoofdlijnen, Deventer: Kluwer 2010, p I.J.F.A. van Vijfeijken, Cursus belastingrecht. Schenk- en Erfbelasting, Deventer: Kluwer 2012, paragraaf B.d. 8 C.A. de Kam e.a., Belastingrecht in hoofdlijnen, Deventer: Kluwer 2010, p Zie art. 36 Successiewet C.A. de Kam e.a., Belastingrecht in hoofdlijnen, Deventer: Kluwer 2010, p I.J.F.A. van Vijfeijken, Cursus belastingrecht. Schenk- en Erfbelasting, Deventer: Kluwer 2012, paragraaf C.a. 8

10 moeten worden, omdat het beschouwd moet worden als een onverwachte meevaller. Dit wordt ook wel het buitenkansbeginsel genoemd. Het dubbel progressieve tarief geeft invulling aan dit beginsel. Naarmate de verkrijger dichter bij de erflater of schenker staat in familierechtelijke zin geldt namelijk een lager tarief. Naarmate de verkrijger verder van de erflater of schenker af staat geldt daarentegen een hoger tarief, omdat de verkrijging dan meer als een buitenkans en dus een onverwachte meevaller word gezien. Tot slot is tijdens de parlementaire behandeling de doorsluisgedachte aangedragen. 12 In deze gedachte dient een vermogenstoename naar aanleiding van een erfrechtelijke verkrijging te worden belast, net zoals een inkomstenbelasting voorafgaand aan een vermogenstoename door sparen wordt geheven. De vermogenstoename bij de verkrijger moet de sluis van belasting passeren. 13 Als rechtsgrond voor de erf- en schenkbelasting wordt primair het draagkrachtbeginsel genoemd. Belastingheffing over verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking is gerechtvaardigd, omdat er een subjectieve draagkrachtvermeerdering plaatsvindt bij de verkrijger. Het lagere tarief in de Successiewet 1956 voor partners en afstammelingen in de rechte lijn leidt echter tot twijfel met betrekking tot de rechtsgrond achter de Successiewet Bij het draagkrachtbeginsel staat namelijk de subjectieve draagkrachtvermeerdering centraal en de draagkracht van een partner of kind verschilt niet met die van een overige verkrijger. Het draagkrachtbeginsel rechtvaardigt de tariefverschillen derhalve niet. Het verschil in tarief is namelijk terug te voeren op het buitenkansbeginsel. Het buitenkansbeginsel bestempelt een erfrechtelijke verkrijging als een onverwachte meevaller. Het hogere tarief voor overige verkrijgers is op grond van het buitenkansbeginsel gerechtvaardigd, omdat de verkrijging voor overige verkrijgers wordt gezien als een onverwachte meevaller, terwijl verkrijgingen voor partners of kinderen in de lijn der verwachting liggen. Ook Juch neemt het standpunt in dat het buitenkansbeginsel in familiale verhoudingen niet opgaat. 15 Evenals Juch, ben ik van mening dat in het bijzonder de langstlevende echtgenoot het erven van vermogen van de partner niet als een onverwachte meevaller zal ervaren. 12 Kamerstukken II 1979/1980, , nr. 3, p Handelingen I 9 december 1980, , p H. Schuttevâer en J.W. Zwemmer, De Nederlandse successiewetgeving, Deventer: Kluwer 1998, p D. Juch, Op weg naar een nieuwe schenk- en erfbelasting, WFR 2008/655. 9

11 2.4 De wetssystematiek Op grond van de Successiewet worden vermogensoverhevelingen krachtens overlijden en schenken belast. Er wordt geheven over de waarde van hetgeen wordt verkregen of krachtens fictie wordt geacht te zijn verkregen van iemand, die in Nederland woont 16 of werd geacht 17 in Nederland te wonen. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 17 februari voorts blijk gegeven van een strikte scheiding tussen de schenk- en erfbelasting. In beginsel is de erfbelasting van toepassing op verkrijgingen krachtens levensverzekeringen bij overlijden. Ook de schenkbelasting kan echter een rol spelen bij verkrijgingen krachtens levensverzekeringen bij overlijden. Een voorbeeld waarbij de schenkbelasting een rol speelt met betrekking tot uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden is bij premieschenkingen. Hiervan is sprake indien men de verzekeringnemer in staat stelt de premies te voldoen door middel van het schenken van bedragen aan de verzekeringnemer. In het premieschenkingsarrest komt het onderscheid tussen de erfbelasting en de schenkbelasting duidelijk aan bod. Zowel premieschenking als het premieschenkingsarrest komen in hoofdstuk 6 van deze scriptie uitgebreid aan bod. 2.5 Conclusie Een eeuwenlange ontwikkeling ligt ten grondslag aan onze huidige Successiewet Bij de belastingheffing op basis van de Successiewet 1956 wordt er onderscheid gemaakt tussen verkrijgingen krachtens erfrecht en verkrijgingen krachtens schenkingsrecht. Voor de heffing van erf- en schenkbelasting wordt in beginsel het draagkrachtbeginsel als rechtsgrond voor de Successiewet 1956 aangedragen. Het draagkrachtbeginsel rechtvaardigt het verschil in tarief in de Successiewet 1956 echter niet. Aan het tariefverschil ligt immers het buitenkansbeginsel ten grondslag. Een hoger tarief voor overige verkrijgers is op grond van het buitenkansbeginsel gerechtvaardigd, omdat de verkrijging wordt gezien als een onverwachte meevaller. 16 Art. 1 lid 1 onderdeel 1 SW jo. art. 1 lid 1 onderdeel 2 SW. 17 Art. 3 lid 1 SW. 18 HR 17 februari 1954, BNB 1954/

12 HOOFDSTUK 3 DE HISTORIE VAN ART. 13 SUCCESSIEWET 3.1 Inleiding In hoofdstuk 3 staat artikel 13 Successiewet 1956 centraal. In paragraaf 2 zal allereerst worden gekeken naar het ontstaan van het artikel. Vervolgens zal in paragraaf 3 het doel en de strekking van artikel 13 worden besproken, waarna in paragraaf 4 de verschillende voorwaarden voor de toepassing van artikel 13 worden behandeld. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie in paragraaf 5. In dit hoofdstuk richt ik mij hoofdzakelijk op de uitkeringen uit levensverzekering. Uitkeringen uit ongevallenverzekering of derdenbeding komen slechts in beperkte mate en voor zover relevant of afwijkend aan bod. 3.2 Het ontstaan In de Successiewet van 1859 was oorspronkelijk bepaald dat successierecht werd geheven over de waarde van al wat verkregen werd uit de boedel van de overledene. De woorden uit de boedel van de overledene werden wenselijk geacht om er voor te zorgen dat uitkeringen krachtens overeenkomst van levensverzekering buiten de heffing van het successierecht werden gehouden. 19 Begin 20 e eeuw werd hier anders over gedacht. De wetgever beoogde uitkeringen krachtens overeenkomst van levensverzekering onder de successiebelasting te brengen aangezien deze verkrijgingen economisch gezien op een lijn staan met erfrechtelijke verkrijgingen. 20 De discussie kwam op gang of de begunstigde de uitkering uit levensverzekering rechtstreeks van de verzekeraar ontving of dat de uitkering uit het vermogen van de verzekeringnemer werd verkregen. Hierover bestonden twee verschillende opvattingen. 21 De eerste opvatting was de leer van het oorspronkelijke recht. Op grond van de leer van het oorspronkelijke recht is een uitkering uit levensverzekering geen verkrijging krachtens erfrecht. In deze opvatting gaat men er namelijk van uit dat de begunstigde een zelfstandig recht op de verzekeraar of promissor heeft, waardoor de uitkering niet uit de nalatenschap van de verzekeringnemer wordt verkregen, maar krachtens een overeenkomst tussen verzekeraar en verzekerde. 22 De tweede opvatting was de leer van het afgeleide recht. Op grond van deze leer krijgt de 19 Kamerstukken II 1857/1858, XVI, nr. 3, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p Gr.van der Burgt, Erfrecht, Deventer: Gouda Quint 2004, p I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p

13 verzekeringnemer een vorderingsrecht jegens de verzekeraar tot uitkering van de verzekerde som. De uitkering vervangt in deze opvatting de betaalde premies. In deze opvatting gaat men ervan uit dat de verzekerde som tot het vermogen van de verzekeringnemer blijft behoren waardoor de begunstigde geen zelfstandig recht heeft, maar slechts een afgeleid recht van het recht van de verzekeringnemer. Op grond van deze leer zou de uitkering bij overlijden wel uit de nalatenschap worden verkregen, aangezien het recht van de begunstigde afkomstig is uit het vermogen van de verzekeringnemer. 23 De Hoge Raad ging uit van de leer van het oorspronkelijke recht. 24 Het recht op de polis komt toe aan de verzekeringnemer en het vorderingsrecht met betrekking tot de verzekerde som komt toe aan de begunstigde en ontstaat op het moment dat deze opeisbaar wordt. 25 Het zelfstandige vorderingsrecht van de begunstigde jegens de verzekeraar ontstaat dus bij het overlijden van de verzekeringnemer. Voor de wetgever was dit de aanleiding om uitkeringen uit levensverzekering krachtens een fictiebepaling in de erfbelasting te betrekken. 26 Dit heeft de wetgever gedaan in de Wet van 20 januari Vanaf dat moment worden uitkeringen uit levensverzekeringen alsmede uitkeringen krachtens een ongevallenverzekering bij ongeval met dodelijke afloop tot de nalatenschap gerekend. Bij Wet van 28 december 1926 is ook de uitkering krachtens derdenbeding door middel van een fictiebepaling in de erfbelasting betrokken. 28 De uitkering krachtens derdenbeding waarbij de erflater als stipulator is opgetreden wordt vanaf dat moment ook geacht krachtens erfrecht te zijn verkregen Doel en strekking De Hoge Raad gaat uit van de leer van het oorspronkelijke recht. Op grond van de leer van het oorspronkelijke recht is een uitkering uit levensverzekering geen verkrijging krachtens erfrecht, maar een verkrijging op grond van de overeenkomst van levensverzekering. Zonder wetsfictie zou over uitkeringen uit levensverzekeringen bij overlijden geen erfbelasting zijn verschuldigd. Er zou erfbelasting kunnen worden ontgaan door vermogen onder te brengen bij een verzekeraar, door storting op polissen van levensverzekering, met als begunstigden de 23 I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p HR 29 juni 1888, W.5588 en HR 22 januari 1904, W I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr.3, p Wet van 20 januari 1917, Stb Wet van 28 december 1926, Stb I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p

14 erfgenamen. 30 Op deze wijze is er sprake van onbelaste vermogensoverdrachten, terwijl er draagkrachtvermeerderingen plaats vinden. De fictiebepaling van art. 13 SW gaat dit tegen door verkrijgingen krachtens een overeenkomst van levensverzekering, ongevallenverzekering en derdenbeding aan te merken als fictieve erfrechtelijke verkrijging. 31 Hierdoor passeren deze uitkeringen de nalatenschap van de erflater wel. Artikel 13 Successiewet heeft betrekking op uitkeringen uit levensverzekering en derdenbeding. Er wordt op grond van art. 13 SW belasting geheven over: al wat ten gevolge van of na het overlijden van een erflater wordt verkregen krachtens een overeenkomst van levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of krachtens een derdenbeding, voor zover de verkrijging kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater, behoudens voor zover bij de verkrijger de aan die onttrekking ontleende rechten reeds voor het overlijden van de erflater aan de heffing van schenk- of erfbelasting waren onderworpen. Het doel van art. 13 SW is volgens de parlementaire geschiedenis tweeledig. Ten eerste wilde men een verkrijging die juridisch afwijkt van een verkrijging krachtens erfrecht, maar economisch wel geheel op een lijn staat met een verkrijging krachtens erfrecht gelijk stellen met een erfrechtelijke verkrijging. 32 Uitkeringen uit levensverzekeringen, waarvan de premies onttrokken zijn aan het vermogen van de erflater, staan economisch gezien op een lijn met erfrechtelijke verkrijgingen. In wezen gebeurt er namelijk hetzelfde als bij een erfrechtelijke verkrijging, er wordt door overlijden uit het vermogen van de erflater verkregen. De uitkering is immers ten laste van het vermogen van de erflater opgebouwd. De wetgever beoogde bij het creëren van art 13 SW eveneens een einde te maken aan het veelvuldige ontgaan van belasting door belastingplichtigen. 33 Door vermogen onder te brengen bij een verzekeraar werd namelijk veelvuldig successierecht ontgaan. Om bovenstaande doelstellingen te waarborgen heeft de wetgever dan ook verschillende voorwaarden aan art. 13 SW verbonden. 30 I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p

15 3.4 De voorwaarden Inleiding Art. 13 SW bevat verschillende voorwaarden. Zo moet het onder andere gaan om een verkrijging uit een overeenkomst van levensverzekering. Daarnaast is art. 13 SW alleen van toepassing als er iets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Dit wordt ook wel de onttrekkingseis genoemd. En tot slot bevat art. 13 SW het verschuldigdheidscriterium. Deze voorwaarden zullen hier achtereenvolgens aan bod komen Overeenkomst van levensverzekering Op grond van art. 13 lid 1 Successiewet 1956 word hetgeen dat is verkregen krachtens een overeenkomst uit levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of derdenbeding geacht krachtens erfrecht door overlijden te zijn verkregen. De vraag of een uitkering krachtens levensverzekering plaatsvindt komt pas aan bod als de uitkering niet reeds op grond van art. 1 SW kan worden belast. Indien de erflater is gerechtigd tot een uitkering die niet eindigt bij overlijden valt dit recht op de uitkeringen namelijk in de nalatenschap en is art. 13 SW niet nodig om de uitkeringen in de belastingheffing te betrekken. 34 Indien een uitkering niet op grond van art. 1 SW kan worden belast gaat de definiëring van het begrip levensverzekering een rol spelen. Er is lange tijd geen duidelijke definitie geweest van het begrip levensverzekering. De definitie heeft zich geleidelijk aan door middel van jurisprudentie ontwikkeld. 35 levensverzekering als volgt gedefinieerd 36 : De Hoge Raad heeft in BNB 1960/21 het begrip De levensverzekering is een overeenkomst omtrent de uitkering van een kapitaal of een rente, op levens- en sterftekansen gegrond, waarbij mitsdien de uitkering of de premiebetaling of beide in enigerlei opzicht afhankelijk zijn gesteld van het in leven zijn of de dood van één of meer bepaalde personen. Volgens de Hoge Raad moest er voor de verzekeraar ten eerste een kans op voordeel in de overeenkomst besloten liggen. Daarnaast moest er volgens de Hoge Raad voor de verzekeraar een kans op nadeel, in verband met het leven of overlijden van de verzekerde, aanwezig zijn. Dit betekent dat de polis pas een polis uit levensverzekering is indien de verzekeraar door het 34 I.J.F.A. van Vijfeijken, Fictieve erfrechtelijke verkrijgingen in de Successiewet 1956, Deventer: Kluwer 2002, p H.M. Pauptit-Kruit en G.M.C.M. Staats, Kapitaalverzekeringen box 1 of box 3?, Amersfoort: SDU 2002, paragraaf HR 9 december 1959, BNB 1960/21. 14

16 overlijden van de verzekerde meer zal moeten uitkeren dan hij daar tegenover in de vorm van premies en koopsommen heeft ontvangen. De nadeeltheorie benaderde het levensverzekeringsbegrip vanuit de verzekeraar, terwijl de onzekerheid over de afloop van de verzekeringsovereenkomst voornamelijk bij de verzekeringnemer ligt. 37 De wetgever heeft deze koers gewijzigd door per 1 januari 1992 het begrip levensverzekering in de wet te definiëren. Een wettelijke definiëring van het begrip levensverzekering is heden ten dage te vinden in art. 7:975 BW. De wettelijke definiëring luidt als volgt: Een levensverzekering is de in verband met het leven of de dood gesloten sommenverzekering met dien verstande dat ongevallenverzekering niet als levensverzekering wordt beschouwd. Door het opnemen van deze wettelijke definitie werd al snel geconcludeerd dat geen kans op nadeel voor de verzekeraar nodig was voor de kwalificatie tot levensverzekering. Uit deze wettelijke definitie van levensverzekering vloeit tevens voort dat niet alleen de nadruk ligt op het overlijden, maar ook op het in leven zijn van de verzekeringnemer. Het is enkel van belang dat in een overeenkomst van levensverzekering een geldelijke uitkering in verband met het leven of de dood van een mens is vastgelegd. Slechts indien de levensverzekering in het geheel geen verband meer houdt met het leven of de dood van een mens is niet langer sprake van een levensverzekering De onttrekkingseis Het heffen van erfbelasting over uitkeringen uit levensverzekering is op grond van art. 13 SW slechts mogelijk voor zover er voor de opbouw van die uitkeringen iets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Onder onttrekkingen in de zin van art. 13 SW moet in ieder geval premies en koopsommen worden verstaan. 39 Erfbelasting kan slechts worden geheven voor zover er een vermogensoverheveling heeft plaatsgevonden op grond van een overeenkomst van levensverzekering. Indien er voor de opbouw van de uitkeringen niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken heeft er geen vermogensoverheveling plaatsgevonden en kan er 37 H.M. Pauptit-Kruit en G.M.C.M. Staats, Kapitaalverzekeringen box 1 of box 3?, Amersfoort: SDU 2002, paragraaf H.M. Pauptit-Kruit en G.M.C.M. Staats, Kapitaalverzekeringen box 1 of box 3?, Amersfoort: SDU 2002, paragraaf I.J.F.A. van Vijfeijken, Cursus belastingrecht. Schenk- en Erfbelasting, Deventer: Kluwer 2012, paragraaf C.a. 15

17 dus geen erfbelasting worden geheven. 40 In het algemeen dient aan de hand van het verbintenissenrecht te worden bepaald ten laste van wiens vermogen de premies en/of koopsommen komen. Dit betekent dat de premies en/of koopsommen in beginsel ten laste van de verzekeringnemer komen. Deze is ze immers ook verschuldigd, omdat hij een overeenkomst van levensverzekering met de verzekeraar heeft gesloten. 41 Deze eis is in beginsel makkelijk te omzeilen door er voor te zorgen dat de verzekerde niet tevens de verzekeringnemer is. Maar volgens de staatssecretaris zijn er nog meer elementen van belang voor de vraag of krachtens overeenkomst van levensverzekering iets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. 42 Ten eerste is volgens de staatssecretaris het tijdstip van beoordeling van belang voor de vraag of er iets is onttrokken aan het vermogen van de erflater. Hierbij is de situatie op het tijdstip van overlijden beslissend. Ook het samenlevingsverband tussen partners is van belang voor de vraag of er iets is onttrokken aan het vermogen van de erflater. De premie die door de echtgenoot of partner verschuldigd is op grond van de overeenkomst van levensverzekering kan namelijk door het huwelijksgoederenregime of samenlevingscontract geheel of deels ten laste komen van het vermogen van de erflater. In dergelijke gevallen kan het huwelijksgoederenregime of samenlevingscontract de constructie niet dragen. 43 Dit betekent dat het samenlevingsverband dus ook een belangrijk element vormt voor de vraag of er iets is onttrokken aan het vermogen van de erflater. Het bovenstaande moet in combinatie met de belastingneutraliteit van art. 13 SW worden gezien. Hierop wordt ingegaan in hoofdstuk 6, paragraaf Het verschuldigdheidscriterium Tot slot is van belang wie de premies verschuldigd is geweest. Dit wordt ook wel het verschuldigdheidscriterium genoemd. In beginsel is de verzekeringnemer de volledige premie verschuldigd. 44 Volgens het besluit van de staatssecretaris kunnen de betrokken partijen bij een verzekeringsovereenkomst echter ook bepalen dat daarnaast nog anderen als medepremieplichtigen worden aangemerkt. Indien er meerdere premieplichtigen zijn moet de verschuldigdheid van de premie door de premieplichtigen blijken uit de polis of uit een bij de polis behorend clausuleblad. Daarnaast moet het aanvraagformulier door alle 40 R.T.G. Verstraaten, De onttrekkingseis van art. 13 Successiewet, WPNR 1993,6090, p Artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek. 42 Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek. 16

18 premieplichtigen zijn ondertekend en gedagtekend. 45 De premie hoeft door de premieplichtigen niet uit het eigen vermogen te worden betaald. In het arrest van de Hoge Raad van 17 februari 1954 is namelijk beslist dat moet worden aangesloten bij de verschuldigdheid van de premie en niet bij de betaling van de premie. 46 Door wie de feitelijke betaling van de premie geschiedt is dus niet van belang. Hier zal in hoofdstuk 5 dieper op in worden gegaan bij de bespreking van de premieschenking. 3.5 Conclusie In dit hoofdstuk is in het kort een theoretisch kader geschetst van art. 13 SW. Art. 13 SW is ontstaan doordat de Hoge Raad heeft aangesloten bij de leer van het zelfstandige recht. Voor de wetgever was dit de aanleiding om uitkeringen uit levensverzekering en derdenbeding krachtens een fictiebepaling in de erfbelasting te betrekken. Het doel van art. 13 SW is hierbij om verkrijgingen die juridisch afwijken, maar economisch op een lijn staan met verkrijgingen krachtens erfrecht gelijk te stellen met erfrechtelijke verkrijgingen. Verkrijgingen krachtens levensverzekeringen bij overlijden staan economisch op een lijn met erfrechtelijke verkrijgingen indien de erflater tijdens leven de premies verschuldigd is geweest. De uitkering uit levensverzekering is dan opgebouwd ten laste van het vermogen van de erflater. De wetgever beoogde bij de invoering van art. 13 SW eveneens misbruik van de Successiewet middels het verzekeringsinstituut te voorkomen. Met ditzelfde doel zijn aan art. 13 SW dan ook verschillende voorwaarden gekoppeld. Zo wordt een verkrijging slechts belast voor zover er iets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Slechts dan behoort de uitkering fictief tot de nalatenschap. Het tijdstip van beoordeling en het huwelijksgoederenregime of samenlevingsverband vormen volgens de staatssecretaris belangrijke elementen. Er kunnen namelijk gedurende de looptijd nog wijzigingen plaats vinden in de verschuldigdheid, waardoor het mogelijk is dat uiteindelijk niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Daarnaast kan het zo zijn dat niet de verschuldigdheid, maar het huwelijksgoederenregime of samenlevingsverband zorgt voor een onttrekking aan het vermogen van de erflater. Ook in dat geval behoort de uitkering fictief tot de nalatenschap. 45 Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf HR 17 februari 1954, BNB 1954/

19 HOOFSTUK 4 DE WERKING VAN ART. 13 SUCCESSIEWET 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de werking van art. 13 SW. Er zit een groot verschil in werking tussen de bepaling van vóór 2010 en de huidige bepaling. Dit verschil zal in dit hoofdstuk uitgebreid aan bod komen. Allereerst zal in paragraaf 2 ingegaan worden op de werking van art. 13 SW tot en met Vervolgens zal in paragraaf 3 worden gekeken naar de werking van het huidige art. 13 SW en dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een korte conclusie in paragraaf Successiewet 1956 tot en met 2009 Art. 13 SW luidde tot en met 2009 als volgt: Al wat tengevolge van of na het overlijden van een erflater wordt verkregen krachtens een overeenkomst van levensverzekering - ongevallenverzekering daaronder begrepen - of krachtens een beding ten behoeve van een derde, wordt, voor de toepassing van deze wet, geacht door de bevoordeelde krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen, tenzij voor de verkrijging niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken. Ingeval het verkregene op grond van deze bepaling geacht wordt krachtens erfrecht te zijn verkregen van meer dan één erflater, vindt de bepaling slechts toepassing met betrekking tot de nalatenschap van de erflater die het laatst is overleden. Onder deze regeling bleef art. 13 SW alleen buiten toepassing als er voor de verkrijging niets aan het vermogen van de erflater was onttrokken. Wanneer er dus maar één euro door de overledene was betaald werd de gehele uitkering in de heffing betrokken. Indien de gehele uitkering in de heffing werd betrokken kon art. 23 SW de pijn nog enigszins verzachten. Dit artikel bepaalde onder meer dat de waarde van de verkrijging wordt verminderd met de bedragen die de verkrijger daarvoor zelf heeft opgeofferd. De premies die door de begunstigde waren voldaan mochten hierdoor op grond van art. 23 SW in aftrek worden gebracht. Wanneer de premies uit een gemeenschap van goederen zijn betaald, waarin de begunstigde zelf deelgenoot was, heeft de begunstigde in feite de helft van de premies betaald waardoor de begunstigde recht heeft op aftrek van de helft van de premies. Art. 13 SW was enkel niet van toepassing indien de erflater niet in gemeenschap van goederen was gehuwd dan wel geen finaal verrekenbeding was overeengekomen in de huwelijksvoorwaarden of het samenlevingscontract en de erflater daarnaast niet zelf de premies aan de verzekeraar was verschuldigd. Hierbij kan worden gedacht aan de situatie waarin een man en vrouw in koude uitsluiting zijn gehuwd zonder finaal verrekenbeding en de vrouw een verzekering afsluit op het leven van haar man, waarbij de 18

20 vrouw naast verzekeringnemer tevens als begunstigde fungeert. 47 Voorbeeld: X en Y zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben een levensverzekering afgesloten op het leven van Y ter grootte van een bedrag van Op het moment dat Y komt te overlijden is een bedrag van aan premies voldaan. Het belastbare bedrag kan als volgt worden berekend: De uitkering van werd geheel in de heffing betrokken. Op grond van art.23 SW mocht hierop het opgeofferde bedrag in mindering worden gebracht. Doordat de man en vrouw in gemeenschap van goederen zijn gehuwd heeft de vrouw in feite de helft van de premies betaald en hierdoor ook recht op aftrek van de helft van de premies. Het belastbare bedrag is daarom ( x 1/2 e ) = Vooral het feit dat door art. 13 SW de gehele uitkering in de heffing werd betrokken en de begunstigde slechts het eigen opgeofferde bedrag in aftrek mocht brengen werd als onredelijk beschouwd. 48 Art. 13 SW bevatte hierdoor een overkill. Het doel van art. 13 SW is om de verkrijging krachtens levensverzekering bij overlijden, die economisch op een lijn staat met een verkrijging krachtens erfrecht, gelijk te stellen met een erfrechtelijke verkrijging. 49 Art. 13 SW belast echter veel meer. In bovenvermeld voorbeeld hebben X en Y beide aan premies voldaan. Dit heeft tot een uitkering van geleid. Het behaalde rendement van ( ) werd onder de regeling tot en met 2009 volledig aan de erflater toegerekend, terwijl het rendement voor de helft is behaald op de eigen investering van X. De overkill zit hem derhalve in het feit dat door de gemeenschap van goederen aan beide echtgenoten de helft van de betaalde premies wordt toegerekend, terwijl het rendement op grond van het voormalige art. 13 SW geheel aan de erflater werd toegerekend in plaats van eveneens aan beide echtgenoten voor de helft. 47 Kamerstukken II 2008/2009, , nr.3, p Kamerstukken II 2008/2009, , nr.3, p Kamerstukken II 1915/1916, 210, nr. 3, p

21 4.3 Successiewet 1956 vanaf 2010 Vanaf 2010 luidt art. 13 SW als volgt: Al wat ten gevolge of na van het overlijden van een erflater wordt verkregen krachtens een overeenkomst van levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of krachtens een derdenbeding, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen, voor zover de verkrijging kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater, behoudens voor zover bij de verkrijger de aan die onttrekking ontleende rechten reeds voor het overlijden van de erflater aan de heffing van schenk- of erfbelasting waren onderworpen. De wetgever beoogde met deze wetswijziging een pijnpunt weg te nemen bij de heffing van erfbelasting op uitkeringen uit levensverzekering. Een pijnpunt was voorheen met name aanwezig in gevallen waarbij de erflater was gehuwd in gemeenschap van goederen. In deze veelvoorkomende situaties werd in beginsel de gehele uitkering uit levensverzekering in de heffing van erfbelasting betrokken en kon slechts de helft van de betaalde premies in mindering worden gebracht. 50 Dit pijnpunt is vanaf 1 januari 2010 uit art. 13 SW gehaald door van art. 13 SW een voorzoverbepaling te maken. In het huidige art. 13 SW wordt niet meer gewerkt met de systematiek van premieaftrek, maar wordt slechts het deel van de uitkering in de heffing betrokken dat kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater. Art. 23 SW 1956 is hierdoor komen te vervallen. 51 Voorbeeld: X en Y zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Zij hebben een levensverzekering afgesloten op het leven van Y ter grootte van een bedrag van Op het moment dat Y komt te overlijden is een bedrag van aan premies voldaan. Het belastbare bedrag kan als volgt worden berekend: Slechts het deel van de uitkering dat is onttrokken aan het vermogen van Y wordt in de heffing betrokken. Aangezien er gehuwd is in gemeenschap van goederen is x 1/2 e onttrokken aan het vermogen van de man. Het belastbaar bedrag is hierdoor Daarnaast blijft de uitkering buiten de heffing voor zover het recht op de uitkering bij de verkrijger reeds eerder aan de heffing van erf- of schenkbelasting is onderworpen. De memorie van toelichting geeft hierbij als voorbeeld een lopende polis die is vererfd. 52 Ook dit is een versoepeling ten opzichte van de oude systematiek, waarin op grond van het per Kamerstukken II 2008/2009, , nr.3, p Kamerstukken II 2008/2009, , nr.3, p G.M.C.M. Staats, Overkill uit artikel 13 SW 1956, maar ook geen constructies meer!, BB 2009/08. 20

22 vervallen artikel 23 van de Successiewet slechts een aftrek is toegestaan van het bedrag waarover schenk- of erfbelasting is geheven Conclusie In dit hoofdstuk is ingegaan op de manier waarop art. 13 SW met ingang van 1 januari 2010 is gewijzigd. Hierbij is de situatie van vóór 2010 vergeleken met de huidige situatie. Art. 13 SW zoals het tot 1 januari 2010 heeft gegolden rekende het volledig behaalde rendement op de premies toe aan de erflater, terwijl bij in gemeenschap van goederen gehuwden de helft van het rendement is toe te rekenen aan de langstlevende partner. Hierdoor was sprake van overkill. Dit pijnpunt is met ingang van 1 januari 2010 weggenomen door in art. 13 SW een voorzoverbepaling op te nemen. Tot slot is bij de wetswijziging aan art. 13 SW nog een slotzin toegevoegd, waardoor de uitkering niet meer in de heffing wordt betrokken wanneer deze bij de verkrijger reeds eerder aan de heffing van erf- of schenkbelasting onderworpen is geweest. 53 Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt. 2010, 20508, paragraaf 1. 21

23 HOOFDSTUK 5 ARTIKEL 13 & SAMENLEVINGSVERBANDEN 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de belastingneutraliteit. In paragraaf 2 zal allereerst de uitwerking van art. 13 SW in de praktijk ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen aan bod komen. In paragraaf 3 zal vervolging gekeken worden of er een rechtvaardigingsgrond is voor de uitwerking van art 13 SW in de praktijk. Dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een korte conclusie in paragraaf De uitwerking van art. 13 SW in de praktijk Gemeenschap van goederen Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen komen de premies per definitie uit het gemeenschappelijk vermogen. 54 Bij het overlijden van de echtgenoot is dan ook altijd een deel van de premies onttrokken aan het vermogen van de erflater. Op grond van art. 13 SW is het gedeelte van de uitkering dat is toe te rekenen aan deze onttrekking belast. Huwelijkse voorwaarden Bij huwelijkse voorwaarden is dit anders, hierbij moet aan de hand van de voorwaarden worden beoordeeld of de tijdens de huwelijksperiode verschuldigde premie, ten laste van het vermogen van de erflater is gekomen. 55 Het is hierbij van belang dat de verschuldigde premies geen gemeenschappelijke kosten van de huishouding vormen. De vraag is alleen wanneer premies kosten van de huishouding vormen. Volgens de staatssecretaris wordt aangenomen dat wanneer de verzekering is gesloten in het kader van oudedags- of nabestaandenvoorziening de verschuldigde premies kosten van de huishouding vormen. Als de verzekering daarentegen is gesloten als belegging vormen de verschuldigde premies geen kosten van de huishouding. Indien de verschuldigde premies tot de kosten van de huishouding worden gerekend, zou er sprake zijn van een onttrekking aan het vermogen van de erflater, wat leidt tot belastingheffing op grond van art. 13 SW. Echter, omdat de scheidslijn tussen oudedags- of nabestaandenvoorziening aan de ene kant en belegging aan de andere kant moeilijk te bepalen is heeft de staatssecretaris in zijn besluit van 14 december 2010 goedgekeurd dat premies van levensverzekeringen voor toepassing van de Successiewet 54 Kamerstukken II 2008/2009, , nr. 3, p Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf

24 niet worden aangemerkt als kosten van de huishouding in de zin van art. 1:84 BW. 56 Het gevolg van deze goedkeuring is dat de verschuldigde premies nooit gemeenschappelijk zijn, tenzij partners uitdrukkelijk overeenkomen in de huwelijkse voorwaarden dat de premies wel gemeenschappelijke kosten vormen. Dit betekent dat de verschuldigde premies in beginsel dus een privéschuld van de partner zijn, waardoor een onbelaste uitkering voor de Successiewet kan worden gecreëerd. 57 Samenwonenden Ook bij ongehuwd samenwonenden kan een belaste uitkering worden voorkomen. Aan de hand van het samenlevingscontract moet worden bepaald of de verschuldigde premie een privéschuld is of een schuld die partners in onderlinge verhouding zijn aangegaan. 58 Ook hier geldt dat op basis van de goedkeuring die de staatssecretaris heeft gegeven in het besluit van 14 december de verschuldigde premies nooit gemeenschappelijk zijn, tenzij partners uitdrukkelijk overeenkomen in het samenlevingscontract dat de premies wel kosten van de huishouding en dus gemeenschappelijke kosten vormen. Dit betekent dat de verschuldigde premies in beginsel dus een privéschuld van de partner zijn, waardoor het ook bij samenwoners mogelijk is om een onbelaste uitkering voor de Successiewet te creëren. 60 Uit het bovenstaande volgt dat art. 13 SW in de praktijk niet neutraal staat ten aanzien van verschillende huwelijksgoederenregimes en samenlevingsvormen. Zo is premiesplitsing niet mogelijk bij partners die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, omdat door de gemeenschap altijd de helft van de premies wordt onttrokken aan het vermogen van de erflater. 61 Partners met huwelijkse voorwaarden of een samenlevingscontract kunnen daarentegen wel een zodanige regeling opnemen waardoor er voor art. 13 SW niets aan het vermogen van de erflater is onttrokken en een uitkering dus vrij van erfbelasting kan worden verkregen. 62 Dit betekent dat echtgenoten die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd een nadeligere positie hebben ten opzichte van andere, gehuwde of ongehuwde, partners die belastingheffing op grond van art. 13 SW kunnen voorkomen. In de volgende paragraaf zal worden bekeken of er een rechtvaardigingsgrond aanwezig is voor het feit dat art. 13 SW niet 56 Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf Kamerstukken II 2008/2009, , nr.9, p Besluit van de staatssecretaris van 14 december 2010, DGB2010/873M, Stcrt.2010, 20508, paragraaf

25 neutraal uitwerkt ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen. 5.3 Rechtvaardigingsgrond Art. 13 SW blijkt in de praktijk niet neutraal te staan ten aanzien van verschillende huwelijksvermogensregimes en samenlevingsvormen. De vraag is of het gerechtvaardigd is om in art 13 SW gehuwden in gemeenschap van goederen anders te behandelen als gehuwden met huwelijkse voorwaarden en samenwoners. Gubbels geeft in haar proefschrift 63 al aan dat beide groepen niet gelijk zijn. Zij richt zich in haar proefschrift derhalve op de vraag of de aanwezige verschillen dermate relevant zijn om een verschillende behandeling in art 13 SW te rechtvaardigen. Het aangaan van een huwelijk roept een onderhoudsplicht in het leven. Deze onderhoudsplicht is opgenomen in art. 1:81 BW, is dwingendrechtelijk van aard en geldt ongeacht het gekozen huwelijksgoederenregime. Art. 1:81 BW is beperkt tot de inkomstensfeer en verplicht echtgenoten tot het verschaffen van levensonderhoud, dan wel het elkaar laten delen in de welstand. 64 Daarnaast geldt voor echtgenoten op grond van art. 1:84 BW de regeling dat echtgenoten verplicht zijn bij te dragen in de kosten van de huishouding. Deze regeling kan worden gezien als een uitwerking van de wederzijdse zorgplicht. 65 Het eerste lid van artikel 84 bepaalt dat de kosten van de huishouding ten eerste ten laste komen van het gemeenschappelijke inkomen en, voor zover dit ontoereikend is, in evenredigheid ten laste van ieders eigen inkomen. De kosten van de huishouding betreffen op grond van art. 1:84 BW in ieder geval de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De regelingen uit art. 1:81 BW en 1:84 BW spelen echter slechts een rol indien de echtgenoten over enig privévermogen beschikken. Gehuwden in gemeenschap van goederen delen door het huwelijksgoederenregime namelijk al in elkaars welvaart. De kosten van de huishouding komen derhalve automatisch ten laste van het gemeenschappelijke inkomen en vermogen. Het praktische belang van art. 1:84 BW zou derhalve het grootst moeten zijn bij in koude uitsluiting gehuwden. Uit onderzoek van Gubbels blijkt echter dat art. 1:84 BW in de praktijk slechts een gering praktisch belang heeft. Zo blijkt slechts in 0,5% van de gevallen 63 N.C.G. Gubbels, Samenlevingsverbanden in de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting, Deventer: Kluwer Kamerstukken II 1999/2000, , nr.3, p N.C.G. Gubbels, Samenlevingsverbanden in de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting, Deventer: Kluwer 2011, p

Erfbelasting. Fictieve verkrijging. Levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing

Erfbelasting. Fictieve verkrijging. Levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing Erfbelasting. Fictieve verkrijging. Levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing Directoraat-generaal Belastingdienst/Brieven & beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/873M, Staatscourant

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20508 21 december 2010 Erfbelasting. Fictieve verkrijging. Levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing 14 december

Nadere informatie

2. Onttrokken aan het vermogen. Premiesplitsing

2. Onttrokken aan het vermogen. Premiesplitsing Successiewet. Fictieve verkrijging; levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing 1 Successiewet. Fictieve verkrijging; levensverzekering en derdenbeding. Premiesplitsing Belastingdienst/Centrum voor

Nadere informatie

Successiewet. Fictieve verkrijging; levensverzekering en derdenbeding

Successiewet. Fictieve verkrijging; levensverzekering en derdenbeding FI Successiewet. Fictieve verkrijging; levensverzekering en derdenbeding 13 februari 2007/Nr. CPP2007/130M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten De

Nadere informatie

Levensverzekering, premiesplitsing. Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal

Levensverzekering, premiesplitsing. Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal Levensverzekering, premiesplitsing en erfbelasting Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal 1 Met een overlijdensrisicoverzekering kun je met de verzekeraar afspreken dat iemand na een overlijden een eenmalig

Nadere informatie

Een nieuwe Successiewet, een nieuw artikel 13.

Een nieuwe Successiewet, een nieuw artikel 13. Een nieuwe Successiewet, een nieuw artikel 13. S.M.J. Frèrejean 68.58.13 Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Fiscaal recht Examencommissie: Mr. N.C.G. Gubbels Prof. mr. I.J.F.A van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES Minicase Ada en Bert Ada (61 jaar) en Bert (48 jaar) zijn in 2018 gehuwd op huwelijkse voorwaarden (zie bijlage 1). Voor Bert was dit de eerste keer dat hij in het

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

AdviesbureauJournaal SPECIAL

AdviesbureauJournaal SPECIAL AdviesbureauJournaal SPECIAL ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken januari 2010 Schenk- en erfbelasting Wetsvoorstel schenk- en erfbelasting 2010 is wet Op 3 november 2009 is het wetsvoorstel schenk-

Nadere informatie

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1 Onderstaande voorbeelden zijn afkomstig uit de Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 De volledige tekst kunt u vinden via onderstaande link https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/09/19/overige-fiscale-maatregelen-

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING

HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING HYPOTHEEK, LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING HYPOTHEEK EN LEVENSVERZEKERING Wanneer u voor de financiering van een huis een hypothecaire lening afsluit, verlangt uw financier vaak dat tevens een levensverzekering

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

VR DOC.0453/2BIS

VR DOC.0453/2BIS VR 2018 0405 DOC.0453/2BIS Ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting,

Nadere informatie

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 15 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Inleiding / 17 Korte historische schets / 17 Rechtsgronden / 20 Civielrechtelijke

Nadere informatie

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Op 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 gewijzigd. Er is veel gewijzigd. Hieronder zijn enkele wijzigingen vermeld welke ook voor

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking

Nadere informatie

Opleiding: Estate Planning Specialist

Opleiding: Estate Planning Specialist Opleiding: Estate Planning Specialist Onderdeel: Handelingen met (lopende) polissen van levensverzekeringen Docent: Gertjan Portman Dag 5: 3 maart 2015 Onderwerpen: Levensverzekeringen algemeen fiscaal

Nadere informatie

Master Fiscale Economie

Master Fiscale Economie Masterthesis Fiscale Economie Een toetsing van de artikelen 10, 12 en 15 Successiewet 1956 aan het draagkracht- en buitenkansbeginsel Geschreven door: Kim Dekkers Brouwerijdreef 122 5551 VC Valkenswaard

Nadere informatie

Belastingrecht voor het ho 2014

Belastingrecht voor het ho 2014 Belastingrecht voor het ho 2014 Uitwerkingen opgaven Deel 7 Erfbelasting en schenkbelasting Henk Guiljam Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Belastingrecht voor het ho 2014 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956

Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956 Besluit van 20 juli 1956, ter uitvoering van de Successiewet 1956 Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz.,

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 2

2014 -- Successiewet -- Deel 2 Successiewet les 2 programma Successierecht Wetsficties Bedrijfsopvolgingsfaciliteit Aangifte 1 Wetsficties 1 van 11 Schuldigerkenning niet-registergoederen art. 8-1 SW Om het ontgaan van successierecht

Nadere informatie

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting)

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) 2 Nieuwe Successiewet 2010 Met ingang van 1 januari 2010 is de Successiewet gewijzigd. Om te beginnen verdwijnt al de naam successieen schenkings recht.

Nadere informatie

Hoe beveilig ik mijn partner?

Hoe beveilig ik mijn partner? Hoe beveilig ik mijn partner? Brussel, 22 oktober 2011 2 Agenda Planning tussen partners Samenwonenden Echtgenoten Civiel- en fiscaal statuut Instrumenten Van testament tot contract 3 Wettelijke bescherming

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

Q & A BLG Bankspaarhypotheek

Q & A BLG Bankspaarhypotheek Q & A BLG Bankspaarhypotheek Wat zijn de fiscale eisen voor het verkrijgen van de vrijstelling in box 1? Om voor de vrijstellingen in aanmerking te komen, moet onder andere worden voldaan aan de volgende

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Levensverzekeringen

Hoofdstuk 12. Levensverzekeringen Hoofdstuk 12 Levensverzekeringen Mr. dr. G.M.C.M. Staats 12.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de fiscale aspecten van levensverzekeringen. In het verlengde daarvan wordt ook ingegaan op het

Nadere informatie

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN Heden, @, verschijnen voor mij, mr. @, notaris te Utrecht: 1. @; 2. @; hierna samen ook te noemen: de Partners. De Partners verklaren met elkaar een geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Vermogen schenken of erven Nieuwe regels 2010 De Successiewet is per 1 januari 2010 drastisch gewijzigd. De termen successie- en schenkingsrecht zijn vervangen door erf- en schenkbelasting.

Nadere informatie

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN Samenlevingsovereenkomst: Gemeenschappelijke huishouding In de overeenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding

Nadere informatie

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.212 vervallen: het bericht 'Nieuwe Schenk- en erfbelasting aangenomen door Tweede Kamer', datumnr 0911-1159 Vernieuwde Successiewet 1.1. in werking bronnen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 488 Enige wijzigingen van de Successiewet 1956 Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit voorstel van wet bevat aanpassingen in

Nadere informatie

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M, Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen' Voorbeeld samenlevingscontract met verblijvingsbeding Dit samenlevingscontract is slechts een voorbeeld. U mag de inhoud van de overeenkomst natuurlijk inrichten zoals u wilt. Let op: als er sprake is

Nadere informatie

Wat nu met de (gewijzigde) erfbelasting?

Wat nu met de (gewijzigde) erfbelasting? Men sprak dan van drempelvrijstellingen. Zo kwam de vrijstelling van kinderen onder de oude wet helemaal te vervallen als er per kind meer werd verkregen dan 27.309,-. Het totaal verkregen bedrag werd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10783 13 juli 2010 Schenk- en erfbelasting. Verkrijging door aanstaande of voormalige echtgenoot of partner. Wijziging

Nadere informatie

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting

Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Nieuwe beslissingen VLABEL over erfbelasting Het artikel van Cazimir Advocaten dd. 23/01/2017 over de update inzake erfbelasting kunnen wij u niet onthouden. Beding van aanwas en terugvalling (Standpunt

Nadere informatie

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. HUWELIJKSVOORWAARDEN023FAMWEBVERSIE Model: akte van huwelijkse voorwaarden voor huwelijk Dit model gaat uit van: - het huwelijk wordt gesloten tussen een man en een vrouw; - zowel bij einde van het huwelijk

Nadere informatie

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP Gevolgen huwelijk en geregistreerd partnerschap Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen.

Nadere informatie

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet.

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Memorandum nieuwe schenk- en erfbelasting / aanpassing Successiewet 1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Als de Eerste Kamer in december

Nadere informatie

Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM. Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur

Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM. Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur Belastingadviesbureau Groenemans WELKOM Henk Groenemans CB RB Msc. Register Belastingadviseur Koren 16 a 0492-841336 5731 LC Mierlo u 06-24243155 Nederland fiscad@onsmail.nl Vliegert Mierlo, 15 november

Nadere informatie

Estate Planning. Leo Brunt FFP

Estate Planning. Leo Brunt FFP Estate Planning Leo Brunt FFP 1.900.000.000 Miljoenen Nota 150.000 Door welke bril bekijk je het? Juridisch Fiscaal En wanneer bekijk je het? Tijdens het leven Inventarisatie is noodzakelijk Juridisch

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer:

Bachelor Thesis. Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling. Lennart van der Heijde Administratienummer: Bachelor Thesis Invloed van (echt)scheiding op de eigenwoningregeling Naam: Lennart van der Heijde Administratienummer: 344625 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 19 november 2012 Examencommissie :

Nadere informatie

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging door aanstaande echtgenoot, aanstaande partner, ex-echtgenoot of ex-partner. Gemeenschappelijke huishouding bij opname in tehuis 1 Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen: Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Wft PE Levensverzekeringen

Wft PE Levensverzekeringen Wft PE Levensverzekeringen 2010-2011 Colofon Titel Wft PE Levensverzekeringen 2010-2011 Auteur Raymond Mars CT Interfin B.V. Wft PE Levensverzekeringen 2010-2011 versie 1.0 2 Erfrecht (boek 4 BW): Verkrijging

Nadere informatie

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Eten, drinken en vrolijk zijn Levensstijl Netto 2031 Aftrek Hypotheek Eigen vermogen Lijfrente Pensioen AOW AOW 2018 AOW Vermogensoptimalisatie Ontwikkelingen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Wat is het belang van het huwelijksvermogensrecht?... 5 Gemeenschap van goederen... 5 Verdeling... 5 Wat behoort tot het gemeen schappelijk vermogen?...

Nadere informatie

Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo

Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo Presentatie erfrecht en levenstestament Raymond Martens notaris bij Rivierdael Netwerk Notarissen in Venlo Netwerk Notarissen / 1 Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo

Nadere informatie

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U betaalt pas als het bedrag van de erfenis of schenking hoger is dan de vrijstelling Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U denkt er misschien

Nadere informatie

Nabestaandenvoorzieningen

Nabestaandenvoorzieningen Algemene informatie Nabestaandenvoorzieningen VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN De productvormen Gelijkblijvende overlijdensrisicoverzekering Bij een gelijkblijvende overlijdensrisicoverzekering

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting Estate planning Stichting RB studiekring Utrecht, 11 november 2014 Mr. C.G.C. Engelbertink, Van Ewijk Estate Planning te Bussum Definitie van estate planning Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke

Nadere informatie

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop

Den Haag, 9 oktober 2015. Welkom bij de workshop Den Haag, 9 oktober 2015 Welkom bij de workshop Programma en even voorstellen 1. Financieel Fit 2. Voorgestelde wijziging Box 3 Prinsjesdag 2015 3. Overdracht bij overlijden 4. Overdracht door schenken

Nadere informatie

DE LEVENSVERZEKERING

DE LEVENSVERZEKERING DE LEVENSVERZEKERING Een privaatrechtelijke en successierechtelijke beschouwing MR. W.J.M. VAN VEEN 1992 W.EJ. TJEENK WILLINK ZWOLLE INHOUD Lijst van gebruikte afkortingen XI Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1

Nadere informatie

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Den Haag, 6 oktober 2017 Drs. A.M. (Bram) van Eijndthoven Hoofd Fiscaal Bureau ING Bank Eten, drinken en vrolijk zijn 2031 Aftrek Hypotheek Levensstijl Netto

Nadere informatie

Cursusboek. Verstandig schenken

Cursusboek. Verstandig schenken Cursusboek Verstandig schenken Verstandig schenken Beste cursist, Mensen schenken vanuit verschillende motieven. De één wil erfbelasting voorkomen, de ander wil zijn kind of een dierbare helpen of wil

Nadere informatie

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen

Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009

Nadere informatie

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van twee personen van gelijk of verschillend geslacht. De vermogensrechtelijke

Nadere informatie

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen

Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Optimaal vermogen overdragen aan uw kinderen Den Haag, 7 oktober 2016 Drs. A.M. (Bram) van Eijndthoven Hoofd Fiscaal Bureau ING Bank Eten, drinken en vrolijk zijn 2031 Aftrek Hypotheek Levensstijl Netto

Nadere informatie

Slim Schenken en nalaten

Slim Schenken en nalaten Slim Schenken en nalaten U wilt geld schenken aan bijvoorbeeld uw kind, kleinkind, een willekeurig persoon of een goed doel. Op die manier kunt u hen financieel ondersteunen. Afhankelijk van aan wie u

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Schenkings- en successierecht

Schenkings- en successierecht Page 1 of 5 Netwerk Notarissen Centrale Organisatie Lt. Gen. Van Heutszlaan 8 3743 JN Baarn T: (035) 577 27 07 F: (035) 695 28 95 E: info@nnco.nl Schenkings- en successierecht Inhoudsopgave: Schenkingsrecht

Nadere informatie

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner Alles rondom pensioen Gertjan Portman Senior financieel planner Wat ga ik behandelen Alles wat rond uw pensionering actueel wordt maar geen pensioen is (Ik heb echter maar een half uurtje) Wat doe ik,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Administratiekantoor H.C. Snoei, gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

Administratiekantoor H.C. Snoei, gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-330 d.d. 17 september 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars en mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

Bijlage. ING Overlijdensrisicoverzekering

Bijlage. ING Overlijdensrisicoverzekering Bijlage ING Overlijdensrisicoverzekering Waarom deze informatie? Een financieel product zoals een levensverzekering vinden veel mensen ingewikkeld. Daarom is het goed om te weten wat een dergelijk product

Nadere informatie

INFOSHEET SAMENWONERS, HYPOTHEEK, OVERLIJDENSRISICO-/LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING

INFOSHEET SAMENWONERS, HYPOTHEEK, OVERLIJDENSRISICO-/LEVENSVERZEKERING EN PARTNERVERKLARING een onderdeel van Damsté advocaten- notarissen Postbus 126 7500 AC ENSCHEDE Hengelosestraat 571 053 484 00 00 www.123notaris.com INFOSHEET SAMENWONERS, HYPOTHEEK, OVERLIJDENSRISICO-/LEVENSVERZEKERING EN

Nadere informatie

Verschillen 2 Checklist notaris 6. Aanbreng 8 Koude uitsluiting 9 Beperkte gemeenschap 9 Verrekenstelsels 9 Woning en inboedel 10.

Verschillen 2 Checklist notaris 6. Aanbreng 8 Koude uitsluiting 9 Beperkte gemeenschap 9 Verrekenstelsels 9 Woning en inboedel 10. Inhoud kop Samenlevingsvormen 2 Verschillen 2 Checklist notaris 6 Algehele gemeenschap van goederen 7 Huwelijkse voorwaarden 8 Aanbreng 8 Koude uitsluiting 9 Beperkte gemeenschap 9 Verrekenstelsels 9 Woning

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER 1. Voor welke schenking is een notariële akte verplicht? A. Voor de schenking van een effectenportefeuille. B. Voor de schuldigerkenning uit vrijgevigheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 28 BRIEF VAN

Nadere informatie

Bachelor Thesis [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ]

Bachelor Thesis [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ] Bachelor Thesis Naam : Jeffrey Rous Studierichting : Fiscale Economie ANR : s902350 Datum : 21/11/2009 Begeleider : Mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ] Inhoudsopgave

Nadere informatie

NIBE-SVV, januari 2013. Oefenexamen Fiscale aspecten en kapitaalverzekering

NIBE-SVV, januari 2013. Oefenexamen Fiscale aspecten en kapitaalverzekering NIBE-SVV, januari 2013 Oefenexamen Fiscale aspecten en kapitaalverzekering 1. Geef voor elk van de onderstaande inkomensbestanddelen A t/m F aan, in welke box zij thuishoren. A. Resultaat uit overige werkzaamheden.

Nadere informatie

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner

Alles rondom pensioen. Gertjan Portman Senior financieel planner Alles rondom pensioen Gertjan Portman Senior financieel planner Wat ga ik behandelen Alles wat rond uw pensionering actueel wordt maar geen pensioen is (Ik heb echter maar een half uurtje) Wat doe ik,

Nadere informatie

Positionpaper Wetsvoorstel 31 930 Prof. mr. Inge J.F.A. van Vijfeijken

Positionpaper Wetsvoorstel 31 930 Prof. mr. Inge J.F.A. van Vijfeijken Positionpaper Wetsvoorstel 31 930 Prof. mr. Inge J.F.A. van Vijfeijken Positieve punten 1. Verlaging van het derdentarief 2. Afschaffing van recht van overgang 3. Stroomlijning van het partnerbegrip 4.

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december Successiewet 2010 I.s.m. notariskantoor van Der Weele 0611083 1 mr. Jeroen van der Weele - Notaris 16 december 2009 Successiewet per 1 januari 2010

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 066 Belastingdienst Nr. 423 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 augustus 2018 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal

Nadere informatie

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 Erf- en schenkbelasting - eindejaarstips Tijdelijk ruimere vrijstelling schenking voor eigen woning Vanaf 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een verruimde schenkingsvrijstelling van 100.000 als het

Nadere informatie

Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt?

Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt? Drs. Rianne M. Kavelaars-Niekoop FB 1 Toedeling kapitaalverzekeringen en lijfrenten bij echtscheiding vergemakkelijkt? Een kapitaalverzekering kan alleen als een kapitaalverzekering eigen woning worden

Nadere informatie

Het nieuwe partnerbegrip

Het nieuwe partnerbegrip Het nieuwe partnerbegrip Voldoet het aan de door de wetgever gestelde doelstellingen? A.A.C.J. Vincken Universiteit van Tilburg Master Fiscaal Recht ANR: 111086 Thesisbegeleidster: Examencommissie: mr.

Nadere informatie

Gegevens. 2. Verzekering. Polisnummer. Reden overdracht Datum overdracht. 3. Nieuwe deelnemer

Gegevens. 2. Verzekering. Polisnummer. Reden overdracht Datum overdracht. 3. Nieuwe deelnemer formulier overdracht verzekering Polisnummer Datum ontvangst Wanneer gebruikt u dit formulier? U heeft een levensverzekering bij de Onderlinge s-gravenhage en bent deelnemer. Met dit formulier informeert

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten:

Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: EPN EXAMEN (ochtendgedeelte) 14 maart 2013 Vraagstuk I Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: De Successiewet 1956 is een verkrijgersbelasting (artikel 5, 24

Nadere informatie

VOORBEELD. Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft

VOORBEELD. Voorbeeld: Als de nalatenschap 100 bedraagt en er naast de langstlevende partner drie kinderen zijn, erft Geachte heer Test, U hebt aangegeven momenteel geen testament te hebben. Het antwoord op de vraag of u wel een testament nodig hebt, is van veel factoren afhankelijk. Een belangrijke factor is de hoogte

Nadere informatie

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken)

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) Mr. Caroline J.M. Martens 1 Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) De verkrijging krachtens de renteafspraak is een verkrijging op grond van een fictiebepaling In deze bijdrage

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt

1. Inleiding. 2. Uitgangspunt 1. Inleiding In het geval u overweegt een vakantiewoning aan te kopen gelegen in Parc Les Etoiles wilt u wellicht meer weten over de mogelijke gevolgen voor de belastingheffing met betrekking tot de aankoop

Nadere informatie

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang!

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang! Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang! KVK Pieter DEBBAUT Maart 2015 ERGO slide master 2010 1 1. Inleiding 2. Gevolgen wijziging begunstigingsclausule: wettelijke erfgenamen vs de nalatenschap

Nadere informatie

Wijzigingen in de voorkoming van dubbele successiebelastingheffing Mr. Maria de L. Monteiro 1

Wijzigingen in de voorkoming van dubbele successiebelastingheffing Mr. Maria de L. Monteiro 1 Wijzigingen in de voorkoming van dubbele successiebelastingheffing Mr. Maria de L. Monteiro 1 1 Mazars Belastingadviseurs te Rotterdam, Universiteit Utrecht en Notariskantoor Rompes te Nieuwerkerk aan

Nadere informatie

Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek

Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek Kapitaalverzekering vormt geen KEW ook niet nu polis was verpand aan geldverstrekker en uitkering is benut voor aflossing hypotheek ECLI:NL:RBZWB:2015:3188 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum

Nadere informatie

EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE)

EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE) EPN-EXAMEN 17 JUNI 2011 (OCHTENDGEDEELTE) I ONDERDEEL HUWELIJKSVERMOGENSRECHT Pieter (65) en Margot (63) zijn reeds vele jaren gehuwd. Zij hebben samen drie kinderen, Albert, Bernard en Carla.De echtgenoten

Nadere informatie

Het partnerbegrip op de schop Een geslaagde operatie of gedoemd te mislukken?

Het partnerbegrip op de schop Een geslaagde operatie of gedoemd te mislukken? Het partnerbegrip op de schop Een geslaagde operatie of gedoemd te mislukken? Naam: Arjan Vullings ANR: 558447 Studie: BSc Fiscale Economie Begeleider: Mr. dr. N.C.G. Gubbels Hoogleraar: Prof. mr. I.J.F.A.

Nadere informatie