HANDELING Nr. H : Revisie van de motor. 1 REVISIE VAN DE MOTOR

Transcriptie

1 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor. 1 REVISIE VAN DE MOTOR DEMONTAGE. 1. Verwijder de koppeling, na de positie t.o.v. het vliegwiel te hebben gemarkeerd. Verwijder de koppelingsplaat. 2. Verwijder de waterpomp en de waterinlaat. 3. Verwijder de cilinderkop. Verwijder: - de olieleiding, - het kleppendeksel, - de tuimelaaras van de inlaatkleppen samen met zijn bouten, om te voorkomen dat de onderdelen uit elkaar vallen, - de tuimelaarassen van de uitlaatkleppen, - de kopbouten, - de klepstoters, - de cilinderkop met de koppakking. 4. Verwijder de stoterbekers. 5. Draai het cilinderblok om en verwijder het ondercarter. 6. Verwijder de oliepomp. (zie handeling H ). 7. Verwijder het vliegwiel. Blokkeer de krukas met behulp van een houten wig (A). Draai de bevestigingsbouten los. 8. Verwijder het distributiedeksel: a) De krukas wordt weer geblokkeerd met behulp van de houten wig (A). Verwijder: - de poeliemoer (sleutel 1667-T), - de poelie, - het distributiedeksel. b) Verwijder de oliekeerring uit het distributiedeksel.

2 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Verwijder de distributietandwielen. a) Verwijder de tussenring, de halve maan spie van de poelie en de oliekeerring. b) Zet de tandwielen vast met behulp van gereedschap 1680-T of blokkeer de krukas met behulp van een houten wig. c) Verwijder de moer van de nokkenas (sleutel 1731-T). d) Verwijder de tandwielen en de distributieketting. e) Verwijder van het uiteinde van de krukas: - de steunring, - de stelring of stelringen (shims), - de buitenste flens van het krukas lager. 10. Verwijder de nokkenas. Verwijder de flens (1) die de nokkenas afsluit. Verwijder de nokkenas terwijl u hem geleidt aan de binnenkant van het cilinderblok. 11. Verwijder van de drijfstangen, zuigers en cilinderbussen: OPMERKINGEN: 1º) Markeer voor demontage bij ''a'', aan de tegenoverliggende kant van de nokkenas, met een elektrisch potlood of verf, elke drijfstang en zijn lagerkap. Markeer evenzo de positie van de drijfstangen op de krukas, begin daarbij te tellen (drijfstang 1) aan de kant van de koppeling. Markeer de drijfstangen in geen enkel geval door er met een centerpoint of slagletter op te slaan, omdat hierdoor de onderdelen kunnen vervormen wat ernstige ongelukken te weeg kan brengen. 2º) Als de krukaslagers, de zuigers of de cilinderbussen worden hergebruikt, moeten ze op de zelfde plaats terug worden gezet als voor demontage. a) Leg de motor op zijn zijkant (nokkenashuis naar boven). b) Verwijder de drijfstanglagerkappen. c) Verwijder de drijfstang-zuiger-cilinderbus combinatie en de cilinderbuspakking. d) Verwijder de lagerschalen. e) Verwijder de zuigerpennen. Verwijder een van de borgclips en neem de zuigerpen er met de hand uit. (markeer ze in geval van hergebruik). f) Verwijder de zuigerveren (zuigerveertang).

3 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Verwijder de krukas. OPMERKING: Merk de stand waarin de middelste hoofdlagerkap is gemonteerd. Als de lagerschalen hergebruikt worden, merk ze dan om ze op de zelfde plaats terug te kunnen zetten als die ze innamen voor demontage. Verwijder: - de bouten (1) van de halve oliekeringen, - de lagerkappen van de krukaslagers, - de onderste lagerschalen, - de krukas, - de bovenste lagerschalen. 13. Verwijder de twee helften van de oliekering van de achterste lagerkap en van het cilinderblok. GEREEDMAKEN VAN DE ONDERDELEN. 14. Reviseer de cilinderkop. (zie handeling H ). 15. Gereedmaken cilinderblok. a) Verwijder de afsluitplaten en aftappluggen. b) Maak het cilinderblok schoon en reinig de oliekanalen, met inbegrip van de oliesproeier voor de distributieketting. c) Monteer de afsluitplaten, vervang de pakkingen. Monteer de pluggen (koperen pakking). Monteer de oliesproeier van de distributieketting (het gat van de oliesproeier moet naar de krukas wijzen). d) Controleer dat de centreerpennen aanwezig zijn. e) Indien nodig verf de binnenkant van de motor met een verfspuit. Gebruik verfkleur AC8.

4 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Gereedmaken van de krukas. a) Maak de krukas schoon, in het bijzonder de oliekanalen. b) Als het vliegwiellager achter in de krukas vervangen moet worden, verwijder dan het gestuikte materiaal en trek het lager uit de krukas met behulp van gereedschap 1671-T en opzetstuk 1672-T. 17. Gereedmaken van de hoofdlagers. NB: Het verdient de voorkeur om de onderdelen te vervangen door een stel dat door onze service afdeling kan worden geleverd, welke onderdelen gereed zijn voor montage. OPMERKING: Het is mogelijk om alleen de lagerschalen van de drijfstangen of de krukas te vervangen. Het is ook mogelijk om, als er aan de lagers is gevijld, de boring van de lagers weer zuiver rond af te stellen. a) Controleer op een vlakplaat of de pasvlakken van de lagerkap nog vlak zijn. b) Monteer de lagerkap (zonder lagerschalen) op het cilinderblok (let bij het centrale lager op de juiste stand, welke voor de demontage is gemarkeerd). Trek de bouten aan met 10 mkg (98 Nm). c) Controleer dat de afstanden ''a'' en ''b'' gelijk zijn. Indien dit niet het geval is, moeten de pasvlakken van de lagerkap opgezuiverd worden met behulp van een frees of een vijl. Het verschil tussen de afstanden ''a'' en ''b'' mag niet groter zijn dan 0,01 mm. Meet opnieuw de afstand ''a'' en registreer het verschil met de originele boringmaat. 58,01 + 0,025-0 mm Dit verschil is de dikte ''e'' van de vulplaatjes, die tussen lagerkap en cilinderblok gemonteerd moeten worden. e = 58,01 + 0, a d) Monteer de lagerkap met de vulplaatjes. Trek de moeren aan met 10 mkg en meet de afstand "a". Die moet nu gelijk zijn aan de originele boringmaat, zo niet wijzig dan de dikte van de vulplaatjes.

5 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Gereedmaken van de drijfstangen, zuigers en cilinderbussen. a) Gereedmaken van de drijfstangen: 1º) Wij raden het zelf vervangen van de zuigerpenbussen af. Plaatsing vindt plaats na afkoeling van de zuigerpenbus met stikstof en de vereiste nauwkeurigheid van de boring kan niet worden verkregen zonder het gebruik van speciaal gereedschap. 2º) Vervang bij revisie van de motor de bouten van de lagerkappen. b) Monteer de zuigers op de drijfstangen: 1º) Olie de zuigerpen, de zuigerpenbus en de boring in de zuiger. 2º) Plaats een zuigerpenborgveer in een van de groeven. 3º) Verwarm de zuiger tot ongeveer 60º C (bij voorkeur in olie) om de zuigerpen gemakkelijk te kunnen plaatsen. Duw de geoliede zuigerpen door de zuiger en de drijfstang tot deze op de gemonteerde borgveer stuit en breng de tweede borgveer aan. c) Monteer de zuigerveren: NB: Als de bovenste - en de compressieveren een merkteken ''TOP'' of een andere fabrieksaanduiding hebben, moeten die kanten naar de bovenkant van de zuiger wijzen, zo niet dan maakt de montagerichting niet uit. Plaats met behulp van een zuigerveertang in onderstaande volgorde: 1º) De compressieveer (middelste), 2º) De olieschraapveer (groef naar de onderkant van de zuiger), 3º) De bovenste zuigerveer. d) Monteer de zuigers in de cilinderbussen: 1º) Olie de zuigers 2º) Verdraai de zuigerveren zo dat de openingen onderling 120º van elkaar liggen. 3º) Plaats zuigerveerklem 1656-T over de zuigerveren en laat de zuiger in de cilinderbus zakken. Verwijder zuigerveerklem 1656-T.

6 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Gereedmaken van de oliepomp. (zie handeling H ). 20. Gereedmaken van de waterpomp. (zie handeling H ). 21. Gereedmaken van het vliegwiel. a) Vervanging van de starterkrans: 1º) Verwijder de oude starterkrans met behulp van een stompe beitel. 2º) Verhit de boring van de nieuwe starterkrans met een brander welke een brander capaciteit heeft van 800 tot 1000 liter, tot een temperatuur van 200 tot 250º C (strogele kleur). 3º) Monteer de starterkrans, de afgeschuinde rand van de tanden afgekeerd van de koppeling. Doe dit snel en voltooi de plaatsing van de starterkrans indien nodig met een stompe beitel. De ruimte tussen de starterkrans en het pasvlak op het vliegwiel moet minder dan 0,05 mm bedragen. b) Zuiver het koppelingsvlak van het vliegwiel op. Wanneer koppelingsvlak ''a'' van het vliegwiel wordt opgezuiverd, moet een gelijke hoeveelheid materiaal worden afgenomen van het draagvlak ''b'' van de drukgroep. De afstand tussen de twee bewerkte oppervlakken moet zijn: 26,6 25,9 + 0, ,2 mm (tot oktober 1968) mm (vanaf oktober 1968) Er mag niet meer dan 0,3 tot 0,5 mm van het materiaal worden afgenomen. 22. Gereedmaken van de koppeling. (zie handeling H ).

7 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor. 7 MONTAGE 23. Plaatsen van de krukas. Bereid de plaatsing voor van de halve oliekeringen. a) Plaats stempel 1687-T in de boring van het achterste lager. b) Monteer de lagerkap en zet de bouten vast met 10 mkg (98 Nm). c) Monteer de halve oliekeringen (papieren pakking ingesmeerd met vloeibare pakking). Draai de bouten (2) aan maar zet ze niet vast. d) Zet de verbindingsbouten (1) van de twee helften vast. e) Zet beurtelings de bevestigingsbouten (2) van de halve oliekeringen vast met 1,3 mkg (12,8 Nm). f) Verwijder de lagerkap samen met zijn helft van de oliekering en verwijder stempel 1687-T. g) Olie de lagerschalen met een oliekan en plaats ze in het cilinderblok (let op de plaats en de oriëntatie in geval van hergebruik van de oude lagerschalen). h) Plaats de krukas voorzien van de binnenste flens (afgeschuinde rand aan de krukaszijde). Monteer de binnenste flens zodanig dat de uitsparing in de flens om het pasnokje in de lagerkap valt. LET OP: Houd de krukas aangedrukt tegen de binnenste flens, zodat de uitsparing in de flens op zijn plaats rond het pasnokje blijft zitten. i) Smeer de pasvlakken ''a'' van de twee halve oliekeringen en de pasvlakken van de voorste en achterste lagerkappen in met vloeibare pakking. j) Monteer nu definitief de lagerkappen, voorzien van de lagerschalen. Zet de bouten van de achterste en centrale lagerkap vast met 10 mkg (98 Nm). Zet de verbindingsbouten (1) van de halve oliekeringen vast. Zet de bouten van de voorste lagerkap nog niet vast.

8 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Uitlijnen van de voorste lagerkap. a) Monteer voorlopig op de krukas: - de buitenste flens (3) zodanig dat de uitsparing in de flens om het pasnokje in de lagerkap valt (afgeschuinde rand aan de zijde van de steunring), - de steunring (5), - het krukastandwiel (6), - de tussenring (1), - de poelie. b) Draai de poeliemoer licht aan (sleutel 1667-T). c) Zet de lagerkapbouten vast met 10 mkg (98 Nm). NB: Deze handeling dient om de vlakken ''a'' en ''b'' uit te lijnen om een correcte afdichting van het distributiedeksel te krijgen. d) Verwijder alle voorlopig gemonteerde onderdelen behalve de buitenste flens. 25. Afstellen van de axiale speling. a) Monteer op de krukas: - De stelringen (4) (gevonden bij demontage), - de steunring (5), - het krukastandwiel (6), - de oliekeerring (2), - de tussenring (1), - de poelie. b) Zet de poeliemoer vast met 20 mkg (196 Nm) (sleutel 1667-T). c) Druk de krukas met een hefboom tegen het voorste lager. d) Meet met behulp van voelermaatjes (A) de speling ''j'' tussen de buitenste flens (3) en steunring (5). Deze speling moet tussen de 0,03 en 0,06 mm liggen. Monteer stelringen ten einde deze speling te bereiken. e) Verwijder alle hiervoor gemonteerde onderdelen behalve de buitenste flens.

9 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Montage van de drijfstangen-zuigerscilinderbussen. a) Leg het cilinderblok op zijn zijkant (stroomverdeler naar boven). b) Controleer of de pasvlakken in het blok en op de cilinderbussen goed schoon zijn. c) Plaats de papieren pakking op de cilinderbussen (één pakking per cilinderbus). De platte kant van de pakking moet gelijk liggen met de platte kant ''a'' van de cilinderbus. Gebruik voor het plaatsen de kartonnen plaat die in de pakkingset aanwezig is of met behulp van de plaatijzeren ring MR d) Plaats de drijfstang-zuiger-cilinderbus combinatie in de boring van het cilinderblok. (Zorg dat de markering die in 11 is aangebracht, tegenover de nokkenas zit. NB: De lagerkap en de drijfstang hebben een schuin montagevlak. Dit moet richting de nokkenas wijzen (zie de dwarsdoorsnede van de motor). Zet de bus vast met behulp van een bout met een diameter van 10 mm, spoed 150, lengte 20 mm en een ring met buitendiameter 45 mm of gebruik bout 3074-T. e) Olie de kruktap met een oliekan. Plaats een lagerschaal in de drijfstang en in de drijfstanglagerkap Olie de vlakken van de lagerschalen. f) Monteer de lagerkap (let op de markering die bij demontage is gemaakt). g) Zet de bouten vast met 5 mkg (49 Nm). (Dop 1624-T en momentsleutel 2471-T). h) Plaats achtereenvolgens de andere drie drijfstangen-zuigers-cilinderbussen. OPMERKING: Controleer na montage van elke drijfstang, dat de krukas nog normaal ronddraait. 27. Montage van de nokkenas. a) Olie de lagertappen met een oliekan. b) Schuif de nokkenas in het cilinderblok terwijl u hem geleidt via de binnenkant van het cilinderblok. c) Plaats de lagerflens (3). Zet de bouten (1) vast met 1 mkg (9,8 Nm). Tik de borgplaatjes (2) om.

10 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Montage van de distributie. a) Plaats de tandwielen en gereedschap 1680-T op een vlakke ondergrond. Lijn de merktekens (centerpunt op het nokkenastandwiel en verfstreken op twee tanden van het krukastandwiel) op met de merktekens op gereedschap 1680-T. b) Verwijder gereedschap 1680-T en plaats de distributieketting. c) Monteer de stelringen die in 25 bepaald zijn en de steunring (vlakke kant naar de buitenste flens). d) Plaats de spieën in de nokkenas en de krukas. Breng de tandwielen en ketting aan, terwijl de groeven in de tandwielen over de spieën vallen. e) Plaats gereedschap 1680-T en de borgplaat en zet moer (1) vast met 15 mkg (147 Nm) (sleutel T). Tik de borgplaat om. NB: Vanaf 1/71 is de borgplaat vervallen. f) Verwijder gereedschap 1680-T. g) Monteer de oliekeerring, de bolle kant naar het krukastandwiel. 29. Montage van het distributiedeksel. a) Monteer de pakking van het deksel op het cilinderblok (vloeibare pakking alleen aan de kant van het cilinderblok). b) Plaats het distributiedeksel. Plaats de twee bouten (2) (lengte = 60 mm, met een platte ring van 1,5 mm dik en een veerring). Plaats onder de kop van de twee bouten (3) een platte ring met een dikte van 0,5 mm ingesmeerd met vloeibare pakking. c) Draai alle bouten in maar zonder ze vast te zetten. d) Centreer het distributiedeksel met behulp van ring 1679-T. Zet de bouten van het distributiedeksel vast met 1,5 mkg (15 Nm) en verwijder de ring 1679-T. e) Pers de oliekeerring van het distributiedeksel op zijn plaats met behulp van ring 1679-T en de poeliemoer.

11 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Plaats de spie en de tussenring op de krukas. Smeer vloeibare pakking aan de voorkant van de tussenring. Plaats de poelie, borgplaat met lip en de poeliemoer. Blokkeer de krukas met behulp van een houten wig (A). Zet de poeliemoer vast met 20 mkg (196 Nm) (sleutel 1667-T). Tik de borgplaat om. NB: Vanaf 11/71 is de borgplaat vervallen. 31. Montage van de oliepomp. (Zie handeling H ). 32. Montage van het ondercarter. a) Drenk de kurken pakkingen (1) van de voorste en achterste lagers gedurende enkele minuten in het water om de plaatsing te vergemakkelijken. b) Plaats de pakkingen (1) in de groeven van de lagers. Smeer de uiteinden ''a'' in met vloeibare pakking. c) Plaats het ondercarter (pasvlak ingesmeerd met vloeibare pakking) De langste bouten moeten aan beide kanten van het voorste- en achterste lager gemonteerd worden. Zet de bouten vast met 1,2 mkg (11,8 Nm). 33. Montage van de cilinderkop. a) Draai het cilinderblok weer om en verwijder de twee bouten waarmee de cilinderbussen op hun plaats werden gehouden. b) Olie en plaats de stoterbekers in het cilinderblok. c) Controleer dat de centreer nokken in het cilinderblok zijn geplaatst. Plaats de koppakking. d) Plaats de cilinderkop op het cilinderblok. e) Plaats de klepstoters (de stoters van de uitlaatkleppen zijn het langst). f) Plaats de kopbouten aan de uitlaatkant, zonder ze vast te zetten.

12 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor. 12 g) Opbouwen van de tuimelaaras van de inlaatkleppen. 1º) Olie de as (7). Begin de montage in het midden van de as. De oliegaatjes ''a'' moeten naar beneden wijzen en in de richting van de kleppen. 2º) Steek in elk van de twee gaten die het dichtst bij het midden van de as liggen: - 1 bout (1) voorzien van een ashouder (2). Plaats aan beide kanten van deze bouten: - 1 ring (3), - 1 veer (4), - een klep (5) of (6) (zie foto voor richting), - 1 ring (3), - 1 bout (1) voorzien van een ashouder (2), - 1 tussenliggende steun (8) op de bout (1), - 1 ring (3), - een klep (6) of (5) (zie foto voor richting), - 1 veer (4), - 1 ring (3), - 1 bout (1) voorzien van een ashouder (2). h) Plaats de tuimelaaras van de inlaatkleppen voorzien van zijn bouten. Controleer dat de stoterstangen om de kogelgewrichten van de stelbouten vallen. i) Draai alle kopbouten met de hand zo ver mogelijk in en zet ze vervolgens vast (momentsleutel 2471-T). de 1 ste maal met 3 mkg (29,5 Nm), de 2 de maal met 6 mkg (59 Nm). Let op de volgorde van vastzetten. OPMERKING: Na 1000 km moeten de kopbouten nagetrokken worden (koude motor). Ga daarbij als volgt te werk: Draai de bouten één voor één los en daarna weer vast met 6 mkg in de aangegeven volgorde.

13 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Montage van de tuimelaarassen van de uitlaatkleppen. a) Opbouwen van de tuimelaaras: Olie de as (1), houd de oliegaatjes ''a'' naar onderen en plaats op de as: - 1 tuimelaar (3) (zie foto voor richting) - 1 veer (2) - 1 ring (4) tegenover de veer. b) Plaats het geheel op zijn steun, monteer de ashouders en de moeren. Zet ze vast met 2,5 ± 0,3 mkg (24,5 Nm). 35. Stel de klepspeling af. NB: Stel de kleppen voorlopig koud, definitieve afstelling moet met warme motor gebeuren. De klepspeling moet bedragen: 0,20 mm voor inlaatkleppen, 0,25 mm voor uitlaatkleppen. De kleppen van een cilinder kunnen worden afgesteld wanneer de zuiger aan het einde van de compressieslag in het bovenste dode punt staat; de kleppen van de tegenovergestelde cilinder staan dan op tuimelen. Kleppen op tuimelen 1e cilinder 3e cilinder 4e cilinder 2e cilinder Kleppen afstellen van 4e cilinder 2e cilinder 1e cilinder 3e cilinder 36. Montage van het kleppendeksel. a) Monteer de drukringen en de afdichtringen op de bougiehulzen. b) Monteer het kleppendeksel (vloeibare pakking alleen aan de kant van het kleppendeksel). 37. Monteer de waterpomp en de inlaatbocht (plaats de rubberring tussen pomp en inlaatbocht). 38. Lijn de poelie van de waterpomp uit. (zie handeling H ). 39. Monteer de olieleiding (plaats de dubbele pakkingen).

14 HANDELING Nr. H : Revisie van de motor Montage van het vliegwiel. Als het vliegwiellager voor de koppelingsas, achter in de krukas, is verwijdert: Plaats het vliegwiellager, voorzien van vet, achter in de krukas met behulp van een buis met een buitendiameter van 39 mm en een binnendiameter 30 mm. Stuik op twee tegenover elkaar liggende plaatsen wat materiaal van de kraag, waarin het lager ligt, naar binnen met behulp van een stompe beitel. NB: Gebruik de oude stuikpunten niet opnieuw. Plaats het vliegwiel en zet de bouten vast met 6,3 tot 7 mkg (62 tot 68 Nm) (momentsleutel 2471-T). 41. Montage van de koppeling. a) Reinig de contactvlakken met de koppelingsplaat van het vliegwiel en de drukgroep. b) Plaats de koppelingsplaat in het vliegwiel en steek de koppelingsas van de versnellingsbak (1) in de naaf van de koppelingsplaat, om de koppelingsplaat te centreren ten opzichte van het vliegwiellager achter in de krukas. c) Monteer de drukgroep en breng daarbij de tijdens de demontage gemaakte markeringen in lijn met elkaar. Draai de bouten (tandring onder de kop) aan met 2 tot 2,25 mkg (20 tot 22 Nm). Controleer tijdens het vastzetten van de bouten dat de koppelingsas (1) vrij blijft schuiven in de spiebaan van de koppelingsplaat.