PROVINCIALE STATEN. Reg.nr. ^ TfM^ /A* 1 3 NOV Evaluatie prestatieafspraken wonen & regionale samenwerking wonen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROVINCIALE STATEN. Reg.nr. ^ TfM^ /A* 1 3 NOV Evaluatie prestatieafspraken wonen & regionale samenwerking wonen."

Transcriptie

1 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL )ökt. l Reg.nr. ^ TfM^ /A* Dat. ontv.: Routing 1 3 NOV 2013 Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overijssel.nl postbus@overijssel. nl RABO Zwolle Provinciale Staten van Overijssel Inlichtingen bij dhr. W. Douwes telefoon W.Douwes@overijssel.nl dhr. D. de Jong telefoon d.d.jong@overijssel.nl Evaluatie prestatieafspraken wonen & regionale samenwerking wonen. Datum Kenmerk 2013/ Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ 1 anders, en wel: Eindrapport evaluatie prestatieafspraken Inleiding Op 20 augustus 2012 bent u geïnformeerd over de voortgang in 2011 van de prestatieafspraken wonen. In deze brief is u toegezegd dat er in 2013 een evaluatie plaats zou vinden van de prestatieafspraken wonen Deze evaluatie heeft inmiddels plaatsgevonden. Met deze brief willen wij u informeren over de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de evaluatie. De hoofdlijn van het woonbeleid zoals verwoord in de Omgevingsvisie Overijssel 2009 is dat de provincie inzet op differentiatie in woonmilieus die nu en in de toekomst voldoende ruimte bieden aan de huisvesting van alle doelgroepen. Dit stelt een duidelijke opgave zowel aan nieuwbouw als aan herstructurering. Vooral het binnenstedelijk bouwen is hierbij een prioriteit voor de provincie. De prestatieafspraken wonen tussen de provincie en gemeenten zijn gemaakt om een flexibele aansluiting tussen vraag en aanbod op de woningmarkt te realiseren. De prestatieafspraken Wonen De afspraken lopen van 1 januari 2010 tot 1 januari In deze afspraken zijn ondermeer de volgende thema's verwerkt: Woningbouwprogramma: zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik; afstemming vraag en aanbod en maximale bestemmingsplancapaciteit. Binnenstedelijke vernieuwing: percentage binnenstedelijk te realiseren woningen, herstructurering, bodemsanering bij (humane) spoedlocaties en geluid (saneren van A lijst woningen).» Wonen, zorg en welzijn: opstellen visie wonen zorg en welzijn, inclusief uitvoeringsprogramma. Realisatie van woonservicegebieden en huisvesting bijzondere doelgroepen.» Duurzaamheid en energie: energiebesparing bij de sociale sector, stimuleringsregeling particuliere sector (door middel van lening), loket voor begeleiding particulieren, pilotprojecten.» CPO: stimuleren van consumentgericht bouwen. Datum verzending 13. NOV 2013 * provincie verijssel

2 Deze onderwerpen komen terug in de evaluatie van de prestatieafspraken wonen Conclusies evaluatie prestatieafspraken Wonen In de bijlage treft u het complete evaluatierapport aan. De belangrijkste zijn: Duurzaamheid en woonkwaliteit U heeft geanticipeerd op een gebrek aan investeringsruimte bij corporaties, namelijk door instelling van leningsruimte via het energiefonds ( 100 miljoen). Alle gemeenten hebben zich aangesloten bij de Overijsselse aanpak 2.0 en een energieloket ingericht. Gemeenten zijn zeer tevreden over de energieloketten. Datum / Pagina 2 Wonen, zorg en welzijn Agendavorming resulteerde bij gemeenten in betere samenwerking met betrokken partners op dit onderwerp. De realisatie van de uitvoeringsprogramma's verloopt redelijk; alleen projecten die gekoppeld zijn aan vastgoedontwikkeling hebben vertraging opgelopen. Woningbouwprogramma en binnenstedelijke vernieuwing Door de veranderde omstandigheden op de woningmarkt zijn de afgesproken nieuwbouwopgaven niet gehaald en is de sturing op kwantitatieve afspraken van karakter gewijzigd; het gaat nu met name om de kwalitatieve opgave in de bestaande woningvoorraad. De stimuleringsbijdrage van 5.000, per woning heeft duidelijk een bijdrage geleverd aan het realiseren van de binnenstedelijke woningbouwopgave, gezien het percentage binnenstedelijk gebouwde woningen. CPO Het instrument CPO als onderdeel van de prestatieafspraken wordt door gemeenten als positief ervaren. Er zijn ruim 50 CPO initiatieven met circa 400 woningen ondersteund met de provinciale subsidie wat nu al heeft geleid tot 20 succesvolle CPO projecten (circa 150 woningen). Startersleningen Gemeenten onderschrijven dat de starterslening een succesvol instrument is gebleken om het voor starters mogelijk te maken een woning te kopen. De regeling heeft een positief effect op de doorstroming van de woningmarkt en de bouwsector. Monitoring en samenwerking Gemeenten ervaren het monitoren en samenwerken op het gebied van prestatieafspraken als positief. Een aantal gemeenten vraagt de provincie om een regierol te nemen als het gaat om de woningbouwprogramma's en de onderlinge afstemming daarvan tussen verschillende gemeenten. Regionale samenwerking intensiveren Uit de huidige situatie op de woningmarkt en de evaluatie van de prestatieafspraken blijkt dat de woningmarkt zich openbaart binnen woningmarktregio's, die regelmatig gemeentegrenzen overschrijden. Afstemming hierbinnen is dan ook noodzakelijk. Zelfs meer dan voorheen doordat de woonvraag sterk is afgenomen, onderlinge concurrentie toeneemt en sterker wordt gedreven vanuit verliesgevende grondposities. Sommige gemeenten ervaren onderlinge fricties in hun pogingen reeds geplande uitbreidingen te realiseren. Aangezien woningmarkten gemeenteoverschrijdend kunnen zijn, is al in het KVO programma wonen van eind 2011 vastgelegd dat de volgende Woonafspraken op dat niveau worden ingestoken. Als opmaat hiervoor doen regionaal ingestoken woonvisies dienst. Dit betekent voor onze rol en aanpak dat we gemeenten ondersteunen om tot nadere onderlinge afstemming te komen en dit vervolgens vast te stellen in een gezamenlijke regionale visie. Onderwerpen die daarin in ieder geval aan de orde komen, zijn ruimtelijke kwaliteit / zuinig ruimtegebruik en de aanpak en vernieuwing bestaande woningvoorraad met aandacht voor duurzaamheid en levensloopbestendigheid. provincie

3 Bij de totstandkoming hiervan zal de provincie een ondersteunende rol vervullen, onder andere door mee te praten over de uitgangspunten en werkwijze. In 2014 informeren wij u over de voortgang in de reguliere Planning & Control cyclus. Regionale woonvisie in verhouding tot "Grond voor ruimte" (Grondfonds) Het traject van de gemeenten dat wij ondersteunen om te komen tot regionale woonvisies heeft een andere focus, namelijk op de beleidsinhoudelijke woonopgaven die gemeenten de komende jaren wel gaan realiseren. De nadruk ligt hierin veel meer op de kwalitatieve opgaven zoals duurzaamheid en levensloopbestendigheid en de bestaande woningvoorraad. Als de verkenning vanuit Grond voor Ruimte tot resultaat leidt dan wordt bekeken hoe dit kan worden benut in het lopende traject om te komen tot regionale woonvisies. Datum Kenmerk 2013/ Pagina 3 In opdracht van u verkennen wij momenteel of er mogelijkheden zijn om gemeenten te ondersteunen in het afboeken van overbodige bestemmingsplancapaciteit. Dit kent een eigen spoor dat met name is gericht op (uitbreidings)plannen die gemeenten niet meer gaan realiseren. Informatiesessie Indien u hieraan behoefte heeft, organiseren wij graag een informatiesessie over de stand van zaken van het programma Wonen. Wij horen graag of u daaraan behoefte heeft. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris, provincie yprjjccpj

4 Evaluatie prestatieafspraken Wonen Evaluatierapport Datum: 1 november 2013 Status: Definitief Opsteller: Wietse Douwes/Esther Eggink EDO-zaaknummer: Voorakkoord: Naam opdrachtgever: J. Wortman plaats/datum: Zwolle ^-^ November?C)1jr Handtekeliiim! / / '^^TWMMJ^^^ It^flÊr^^ Naam opdrachtnemer: ^-BeSwssTË.c. Eggink plaats/datum: Zwolle November Handtekening: Z abs 2a^-" '\kk?&^ éz>-^ -

5 Colofon Uitgave Provincie Overijssel Datum september 2013 Auteur Wietse Douwes\Esther Eggink RBBR Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax provincie overijssel.nl postbus@overiissel.nl

6 Versieblad Versie 1 Datum 18/09/2013 Wijzigingen Eerste concept versie

7

8 Inhoudsopgave 1. Achtergrond 2. Werkwijze 3. Duurzaamheid en woonkwaliteit 4. Wonen zorg en welzijn 5. Woningbouwprogramma en binnenstedelijke vernieuwing 6. Huisvesting vergunninghouders 7.CPO 8. Startersleningen 9. Monitoring en samenwerking 10. Conclusies

9 Achtergrond In de Omgevingsvisie Overijssel 2009 is als ambitie neergelegd: voldoende en flexibel aanbod van woonmilieus, die voorzien in de woonvraag. De provincie zet in op differentiatie in woonmilieus, afstemming tussen vraag en aanbod die nu en in de toekomst voldoende ruimte bieden aan de huisvesting van alle doelgroepen. Dit stelt een duidelijke opgave zowel aan nieuwbouw als aan herstructurering. Hiervoor is een sterke gemeentelijke regie en regionale afstemming onmisbaar. Om die rol in te vullen zijn in 2010 tussen provincie en de Overijsselse gemeenten voor de periode prestatieafspraken over wonen gesloten. In deze afspraken zijn de volgende onderwerpen opgenomen: 1. woningbouwafspraken (inbreiding, programmering en bestemmingsplancapaciteit); 2. wonen zorg welzijn (visie met definitie woonservicegebied en uitvoeringsprogramma met concrete projecten); 3. duurzaamheid ( Overijsselse Aanpak 2.0: aanpak huurvoorraad corporatie, aanpak particuliere voorraad via lening en/of subsidie, duurzaamheidsloket, en twee pilotwoningen) 4. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) (stimuleren) 5. Vergunninghouders De woningmarktsituatie in 2010 is van dien aard dat in deze prestatieafspraken voor 2012 een zgn. mid term review (hierna: MTR) is opgenomen, met als inzet herijking van de afspraken die recht doen aan de woningmarktsituatie van dit moment en de verwachtingen daarover voor de komende jaren. Deze Midterm review is afgerond. De voornaamste wijzigingen hebben plaatsgevonden ten aanzien van woningbouwafspraken (woningbouwaantallen en bestemmingsplancapaciteit) en duurzaamheid. Met de Midterm Review van de prestatieafspraken zijn er ten aanzien van regionale samenwerking en flexibiliteit in de afspraken stappen in de goede richting gezet. Na de MTR is een evaluatie ingepland om de effecten van de werkwijze van de afgelopen drie jaar in beeld te brengen. Daarbij is eveneens meegenomen de effecten van de Starterslening op het woonbeleid. Inmiddels heeft deze evaluatie plaats gevonden. In dit rapport zijn de belangrijkste resultaten van deze evaluatie weergegeven. 1.1 Aanleiding voor de evaluatie In de prestatieafspraken wonen is opgenomen dat er een evaluatie zou plaatsvinden. Daarnaast is bij brief van 20 augustus 2012 aan PS de toezegging gedaan dat deze evaluatie in 2013 wordt uitgevoerd. De woningmarkt is niet statisch, maar aan veranderingen onderhevig. De laatste jaren zijn deze veranderingen duidelijk merkbaar. Door externe factoren zoals demografische ontwikkelingen en de crisis op de woningmarkt, is er minder vraag naar woningen dan aanvankelijk in 2010 verwacht. Er zijn daardoor minder woningen gebouwd, dan in de woningbouwafspraken is overeengekomen. Gemeenten zijn in beweging, kijken kritisch naar hun woningbouwambities en hebben in veel gevallen deze bijgesteld aan de dalende vraag. Bij deze kritische blik wordt gekeken naar de kwaliteit van de woningen en de locaties. Er komt meer prioriteit te liggen bij binnenstedelijke locatie en uitleglocaties worden veelal geschrapt. Deze ontwikkeling past binnen het provinciale beleid van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik (SER ladder). Vanaf 2010 is de samenwerking tussen gemeenten en provincie al over een andere boeg gegooid. Door voorkantsturing op het RO traject en de afstemming daarbij met de prestatieafspraken wonen hebben gemeenten en provincie nog meer grip gekregen op de ruimtelijke ontwikkeling. De afgelopen jaren is deze grip vertaald in een integrale benadering van de woningmarkt. Dat heeft er onder andere toe geleid dat er nieuwe vormen van samenwerking zijn ontstaan. Daarbij kan gedacht worden aan regionale afspraken, maar ook integrale, thematische afspraken. De komende periode zal deze ontwikkeling moeten worden doorvertaald naar een nieuwe generatie afspraken. Een korte evaluatie van de afgelopen drie jaar kan daarbij als input dienen. 1.2 Doel van het de evaluatie Het primaire doel van deze evaluatie is:

10 Het uitvoeren van een evaluatie over het opstellen en uitvoeren van de prestatieafspraken Wonen over de periode In beeld brengen of de beoogde doelen ook zijn behaald en of daarmee het instrument van de prestatieafspraken het beoogde effect heeft gehad. Daarbij is eveneens meegenomen de effecten van de Starterslening op het woonbeleid. De starterslening zelf maakt geen onderdeel uit van de prestatieafspraken. Het bijkomend doel is: Het genereren van input voor de herziening van de Omgevingsvisie voor het onderdeel wonen. 1.3 Opgave De centrale opgave van de evaluatie is het in beeld brengen in hoeverre de beoogde resultaten neergelegd in de afspraken worden gehaald. Daarnaast wordt invulling aan een aantal andere opgaven gegeven. Door bij de evaluatie gemeenten te betrekken, kan dit als een start gemarkeerd worden voor het komen tot nieuwe afspraken. De partners worden hierdoor vanaf het begin bij het proces betrokken. De evaluatie moet laten zien waarom op verschillende thema's wel of geen samenwerking tot stand is gekomen, en wat factoren zijn geweest die hebben bijgedragen aan het resultaat. Werkwijze 2.1 Werkwijze Om de evaluatie te realiseren is in eerste instantie een korte desk-research uitgevoerd naar de werkwijze en resultaten van de prestatieafspraken. Dit heeft inzicht geven in de positieve- en negatieve kanten van de gekozen werkwijze. Op basis hiervan is een vragenlijst opgesteld, die aan alle Overijsselse gemeenten is toegestuurd om inzicht te verkrijgen in welke mate de beoogde resulaten van de prestatieafspraken zijn gehaald. Bijlage 1 is de vragenlijst. De resultaten per gemeente zijn hierbij naast de oorspronkelijk doelen van de prestatieafspraken gelegd. Daar zijn conclusies uit getrokken en aanbevelingen gedaan voor het proces om te komen tot nieuwe regionale woonafspraken. De belangrijkste onderwerpen uit de vragenlijst zijn: Duurzaamheid en woonkwaliteit Wonen, zorg, welzijn Woningbouwprogramma en binnenstedelijke vernieuwing Vergunninghouders CPO Startersleningen Monitoring en samenwerking 2.2 Leeswijzer In de volgende hoofdstukken zijn de belangrijkste resultaten en ervaringen per onderwerp op een rijtje gezet. Allereerst wordt stilgestaan bij de gemeentelijke ervaringen en vervolgens bij de provinciale ervaringen. De hoofdstukken worden afgesloten met een conclusie. In hoofdstuk 10 worden de belangrijkste conclusies nog eens samengevat en de aanbevelingen gegeven voor het traject om te komen tot herziening van de omgevingsvisie op het onderdeel wonen.

11 Duurzaamheid en woonkwaliteit Provincie Overijssel kent een hoge prioriteit toe aan duurzaamheid en energiebesparing in de sociale en particuliere woningbouw. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Rijk in het kader van de Green deal Overijssel. Duurzaamheid en energiebesparing zijn ook prominent opgenomen in de prestatieafspraken met gemeenten. Provincie Overijssel stuurt in de sociale huursector op het verwezenlijken van een energielabel b voor elke woning en voor corporaties is het bij omvangrijke projecten mogelijk om vanuit het energiefonds een lening te verkrijgen voor energiebesparende maatregelen. Daarnaast worden gemeenten gestimuleerd om afspraken te maken met lokale woningcorporaties over het energiezuiniger maken van de voorraad sociale woningbouw. In de Omgevingsvisie staat aangegeven dat met gemeenten afspraken worden gemaakt over energiebesparing en woonkwaliteit. Deze afspraken zijn opgenomen in de presttaieafspraken woningbouw met als doel om gedurende de looptijd van de prestatieperiode een verbeteringsslag te realiseren op het gebied van duurzaamheid en woonkwaliteit. De Provincie stimuleert gemeenten om aan te sluiten bij de Overijsselse Aanpak 2.0 en daarvoor een energieloket in te richten. Doel van dit energieloket is om van de particuliere woningen energiezuiniger te maken. Over deze twee elementen hebben gemeenten gerapporteerd. 3.1 Gemeentelijke ervaringen Gemeenten geven aan dat zij beschikken over een actuele woonvisie en/of structuurvisie. Op basis daarvan worden afspraken met corporaties gemaakt. Verschillende gemeenten geven aan dat het maken van afspraken met woningcorporaties aanvankelijk vertraagd is omdat er nog geen woonvisie voorhanden was. Woningcorporaties staan weliswaar open voor het maken van afspraken, maar geven aan dat de huidije marktomstandigheden niet gunstig zijn voor investeringen in de woningvoorraad. Ten eerste heeft dit volgens hen te maken met de lastige situatie op de woningmarkt en ten tweede wordt dit veroorzaakt door onrust rondom de verhuurdersheffing die aan corporaties is opgelegd door het Rijk. Daarnaast spelen ook nog enkele incidenten van collega corporaties (Vestia-debacle) financieel een rol. Hierdoor hebben corporaties minder investeringsruimte. Gemeenten zijn positief over het inrichten en functioneren van de energieloketten. Er wordt aangegeven dat het energieloket een positieve bijdrage levert aan de agendavorming van energiebesparing in zijn geheel. Daarnaast ervaren gemeenten het als positief dat inwoners een direct en lokaal aanspreekpunt hebben voor hun vragen over verduurzaming van hun woning. Ook de financiële componenten binnen deze regeling spreken aan. Gemeenten kunnen concrete oplossingen voor energiebesparing bieden aan hun inwoners. 3.2 Provinciale ervaringen Kijkend naar de huidige marktomstandigheden is het begrijpelijk dat afspraken waarbij investeringen van corporaties worden verwacht met terughoudenheid worden ontvangen. Het is daarom lovenswaardig dat de meerderheid van de gemeenten er wel in is geslaagd om hierover het gesprek aan te gaan met corporaties en hierin ook concrete stappen heeft kunnen zetten. Cruciaal is dat de investeringsruimte bij corporaties vergroot wordt. De provincie heeft hier actie op ondernomen door een leningsruimte beschikbaar te stellen via het energiefonds van 100 miljoen. De provincie is zeer tevreden over de resultaten van gemeenten op het gebied van duurzaamheid. De bestuurlijke borging via prestatieafspraken wonen heeft hieraan bijgedragen. Hierdoor heeft agendering plaatsgevonden in het domein van energiebesparing en duurzaamheid. Alle gemeenten heebben een energieloket ingericht. In totaal zijn er tot nu toe 3261 duurzaamheidspremies verstrekt ( ) en 817 duurzaamheidsleningen ( ). De samenwerking met gemeentelijke energieloketten en het bedrijflsleven heeft geleid tot een versnelling van het aantal woningen dat energiezuiniger is gemaakt. De Overijsselse aanpak 2.0 heeft geleid tot een verdubbeling van het aantal woningen dat binnen een jaar energiezuiniger is gemaakt ten opzichte

12 van de periode Conclusie Het maken van afspraken met corporaties over het energiezuiniger maken van de sociale woningvoorraad waren aanvankelijk te ambiteus ingestoken. De aangepaste afspraken sluiten beter aan bij de realiteit. De provincie heeft geanticipeerd op het gebrek aan investeringsruimte bij corporaties door instelling van leningsruimte via het energiefonds. ( 100 miljoen) Alle gemeenten hebben zich aangesloten bij de Overijsselse aanpak 2.0 en een energieloket ingericht. Zowel provincie als gemeenten zijn zeer tevreden over de resultaten en functioneren van de energieloketten.

13 4 Wonen, zorg, welzijn In de Omgevingsvisie is de doelstelling 'bevordering langer zelfstandig wonen' opgenomen. Het onderdeel wonen, zorg en welzijn maakt daarom onderdeel uit van de prestatieafspraken wonen Om te komen tot de realisatie van woonservicegebieden is afgesproken dat gemeenten een visie over wonen, zorg en welzijn opstellen. In de visie wordt ook het uitvoeringsprogramma opgenomen. Alle gemeenten hebben dit voor vastgesteld en zijn nu volop bezig met de uitvoering daarvan. Samen met partners is en wordt er hard gewerkt om projecten rondom wonen en zorg van de grond te krijgen. Dit vraagt tijd, maar met de vastgestelde visies op wonen en zorg ligt er voor deze samenwerking een goede basis. Aan de prestatieafspraken zijn financiële middelen gekoppeld waarmee de provincie de uitvoering van de gemeentelijke projecten stimuleert en ondersteunt. Gemeenten hebben alle vrijheid en ruimte gekregen om maatwerk te leveren. In deze evaluatie is daarom de nadruk gelegd op de ruimte die gemeenten in de prestatieafspraken wonen is geboden ten aanzien van het thema wonen, zorg en welzijn. In deze evaluatie wordt ingegaan op de mate waarin de prestatieafspraken op dit thema heeft bijgedragen aan de totstandkoming en/of uitbreiding van woonservicegebieden, het agenderen van onderwerpen als vergrijzing en levensloopbestendigheid. We gaan ook in op de rol die de provincie speelt op dit onderdeel van de afspraken en met een blik op de toekomst komt ook de vraag aan de orde hoe dit thema na 2015 een vervolg zou moeten krijgen. 4.1 Gemeentelijke ervaringen Agendering van het thema De meeste gemeenten geven aan dat de prestatieafspraken Wonen met daarin het onderdeel Wonen, zorg en welzijn (om te komen tot en/of het uitbreiden van woonservicegebieden) heeft bijgedragen aan het agenderen van het thema's zoals vergrijzing en levensloopbestendigheid. De prestatieafspraken wonen hebben er tevens voor gezorgd dat het onderdeel wonen, zorg, welzijn integraal deel is gaan uitmaken van gemeentelijke woonvisies. Bij twaalf gemeenten heeft dit ook gezorgd voor een betere samenwerking op dit onderwerp met betrokken partners zoals corporaties en maatschappelijke organisaties. Tussen corporaties en gemeenten heeft dit er zelfs toe geleid dat het thema wonen, zorg en welzijn een structureel onderdeel is geworden van de afspraken tussen deze twee organisaties (prestatieafspraken gemeenten-corporaties). Vrijheid en flexibiliteit De vrijheid en flexibiliteit die de provincie heeft geboden om invulling te geven aan wonen, zorg en welzijn werd door een aantal gemeenten vanwege het ontbreken van kaders in het begin lastig gevonden maar is in de afgelopen jaren door gemeenten als zeer positief ervaren. Het heeft gemeenten de gelegenheid geboden om bij de realisatie van woonservicegebieden lokaal maatwerk te leveren. Verdeling fysiek-sociaal Bij de totstandkoming van de prestatieafspraken wonen heeft de provincie middelen ( 15 miljoen) gekoppeld aan het onderdeel wonen, zorg en welzijn per gemeente op basis van een verdeelsleutel. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op het aantal inwoners ouder dan 65 jaar per gemeente. Gemeenten hebben deze middelen onder voorwaarden ingezet voor het realiseren van fysieke projecten die bijdragen aan het realiseren van woonservicegebieden. Dit is door de meeste gemeenten als een belemmering ervaren omdat het bij de realisatie van woonservicegebieden vaak juist gaat om sociale processen, sociale cohesie en goede samenwerking tussen betrokken partijen. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen, heeft de provincie in het eerste jaar van de prestatieafspraken wel ruimte geboden om een gedeelte van het budget (35 %) in te zetten op sociale processen. Rol provincie De rol van de provincie wordt door de meeste gemeenten positief gewaardeerd en wordt gekwalificeerd als faciliterend en stimulerend. De gezamenlijke bijeenkomsten die tweejaarlijks vanuit de provincie worden georganiseerd zijn positief ontvangen vanwege de meerwaarde voor kennisdeling en uitwisseling van best practices. Lang Zult U Wonen 10

14 Het opzetten van een gezamenlijke bewustwordingscampagne "Lang Zult U Wonen" wordt in dit verband als goed voorbeeld genoemd. Deze campagne richt zich op de particuliere woningeigenaar om deze te bewegen de eigen woning levensloopbestendig te maken. In totaal doen 22 gemeenten mee aan deze campagne. De gemeenten Almelo, Deventer en Raalte hebben besloten om niet mee te doen aan de campagne omdat deze gemeenten al dergelijke campagnes hadden lopen die zich richten op lagere inkomensgroepen die met name in huurwoningen resideren. Vervolg na 2015 Alle gemeenten geven de noodzaak/urgentie aan van het thema wonen, zorg, welzijn en doen een oproep dat dit een vervolg moet krijgen na Het Rijksbeleid ten aanzien van het scheiden van wonen en zorg en het terugdringen van intramurale zorg (bezuiniging AWBZ) maakt de urgentie alleen maar groter. Een aantal gemeenten houdt een pleidooi voor voortzetting van het huidige programma in dezelfde vorm. Daarnaast worden het opplussen van woningen, de omgang met maatschappelijk vastgoed en de decentralisatietaken die op gemeenten afkomen als aandachtspunten genoemd. 4.2 Provinciale ervaringen Agendering van het thema In de prestatieafspraken heeft het onderdeel wonen, zorg, welzijn er aan bijgedragen dat thema's zoals vergrijzing en levensloopbestendigheid op de gemeentelijke agenda is gekomen en dat dit heeft geleid tot een bewustwording om hierop beleid te formuleren. Binnen de gemeentelijke organisaties heeft dit tot een betere integratie geleid tussen afdelingen die gaan over de fysieke leefomgeving en het sociale domein. Dit is omdat het thema woonservicegebieden zich beweegt op het snijvlak van fysiek en sociaal beleid. Vrijheid en flexibiliteit De voortgang van de uitvoeringsprogramma's laat een wisselend beeld zien. Bij gemeenten waar het thema bestuurlijk hoog op de agenda staat en waar de samenwerking tussen betrokken partijen goed is, laten de beste resultaten zien. De ervaring is dat de geboden vrijheid en flexibiliteit inderdaad lokaal maatwerk mogelijk maakt, maar als nadeel heeft dat een aantal gemeenten vrij lang tijd nodig heeft gehad om te komen tot een concrete visie en uitvoeringsprogramma. De flexibiliteit in de uitvoeringsprogramma's heeft uitkomst geboden om gedurende het traject projecten aan te passen. Met name projecten die gekoppeld zijn aan vastgoedontwikkeling hebben vertraging opgelopen of zijn soms zelfs geschrapt door de crisis en de moeilijke situatie op de woningmarkt. Provinciale rol In de eerste jaren ( ) van de huidige prestatieafspraken heeft de provincie vooral een aanjagende, stimulerende rol gehad. Nadat de projecten zijn gaan lopen is de aanjagende en stimulerende rol wat meer verlegd naar monitoring op de voortgang van de uitvoeringsprogramma's. Dit wil overigens niet zeggen dat van aanjagen en stimulering geen sprake meer is. Naast aanjagen en stimuleren van projecten, stimuleert en faciliteert de provincie ook kennisdeling via het organiseren van gezamenlijke bijeenkomsten. Vanuit de provincie is het initiatief genomen om een gezamenlijke bewustwordingscampagne "Lang Zult U Wonen" op te zetten aangezien dit een terugkerend onderdeel was in de uitvoeringsprogramma's van de gemeenten. 4.3 Conclusie Zowel gemeenten als provincie zijn positief over de gemeentelijke agendavorming van het onderdeel wonen, zorg en welzijn door de prestatieafspraken wonen. Bij gemeenten heeft dit ook gezorgd voor een betere samenwerking op dit onderwerp met betrokken partners zoals corporaties en maatschappelijke organisaties. De realisatie van de uitvoeringsprogramma's verloopt redelijk alleen projecten die gekoppeld zijn aan vastgoedontwikkeling hebben vertraging opgelopen. il

15 5 Woningbouwprogramma en binnenstedelijke vernieuwing In de Omgevingsverordening Overijssel 2009 wordt gemeenten gevraagd om bestemmingsplannen te baseren op een woonvisie of structuurvisie waarin staat hoe het woningbouwprogramma wordt ingevuld. Gemeenten ontwikkelen en realiseren deze woonvisie in samenwerking met maatschappelijke partners en marktpartijen en stemmen deze af met buurgemeenten Deze afstemming gaat niet alleen over het aantal woningen, maar ook over harde en zachte plancapaciteit, woonmilieus die de verschillende gemeenten hebben, en gaan ontwikkelen etc.. De provincie ziet het als taak om woningbouwprognoses en woningbehoeftenonderzoeken te initiëren en uit te voeren. Op basis daarvan worden en kunnen scenario's worden ontwikkeld. Gemeenten en maatschappelijke partners krijgen hiermee de basisinformatie die ze nodig hebben om concrete plannen op te stellen. Dit is in de veranderende markt extra belangrijk, omdat effecten van concrete maatregelen pas na vijf tot tien jaar zichtbaar worden in de woningmarkt. In de prestatieafspraken wonen zijn afspraken gemaakt over: het aantal te realiseren woningen, een percentage te realiseren woningen binnen feitelijk bebouwd gebied. De provincie stimuleert gemeenten om woningen binnenstedelijk te realiseren met een bijdrage van 5000 per gerealiseerde woning. Het gaat hier deels om Rijksgelden afkomstig uit het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV). De vijf grote steden zijn hier van uitgesloten omdat deze direct via het Rijk ISV-middelen hebben gekregen. De overige gemeenten hebben hiermee in feite de beschikking gekregen over een binnenstedelijk stimuleringsfonds dat de gemeente naar eigen inzichten kan inzetten voor de binnenstedelijke vernieuwing. Dit biedt meer flexibiliteit dan subsidiering op projectbasis. Door de huidige woningmarktsituatie heeft een aantal gemeenten de binnenstedelijke woningbouwprogramma's tijdens de Mid Term Review in 2012 neerwaarts bij moeten stellen. Dit heeft tot gevolg gehad dat een gedeelte van de beschikbare middelen niet wordt besteed. Om te kunnen anticiperen en om de regie te houden op het stimuleren van de stedelijke vernieuwing is er voor gekozen om de vrijvallende middelen te herinvesteren via de regeling Kwaliteit Stedelijke Leefomgeving. Deze regeling is eveneens opengesteld voor de vijf grote steden. De regeling voorziet in een lastige tijd en op een korte termijn in oplossingen voor concrete projecten. Daar is nu, naast een aanpak op regionale schaal en lange termijn ontwikkelingen, behoefte aan. Deze oplossingen voor concrete projecten dragen bij aan het provinciaal belang van herstructurering en het vlot trekken van de bouw en daarmee werkgelegenheid. In de evaluatie is gemeenten gevraagd naar: de stand van zaken omtrent de binnenstedelijke woningbouwopgave; de haalbaarheid van het afgesproken percentage, de wijze waarop gemeenten de stimuleringsgelden hebben ingezet, de ervaring van de sturing op aantallen (kwantitatief) 5.1 Gemeentelijke ervaringen Een meerderheid van de gemeenten geeft aan dat het sturen op kwantitatieve afspaken achterhaald is. Door de demografische ontwikkelingen en de woningmarktsituatie komt de nadruk meer en meer te liggen op de kwaliteit van de bestaande voorraad en minder op uitbreiding van de woningvoorraad. Een aantal kleine gemeenten geeft aan dat het sturen op kwantitatieve afspraken het effect heeft gehad dat er een beter inzicht is verkregen in de voortgang van woningbouwprogramma's. Sturing -op aantallen is ervaren als bewustwording, dat de tijden veranderd zijn. De steden geven daarentegen aan dat het sturen op kwantitatieve afspraken niet relevant is omdat er naast de lokale opgave ook sprake is van een (boven)regionale opgave. De steden geven aan dat er wel behoefte is dat de provincie een kwantitatieve sturing blijft uitvoeren bij de plattelandsgemeenten. Dit omdat zo geborgd kan worden dat deze gemeenten alleen voor de lokale behoefte bouwen. De meerderheid van de gemeenten, vooral de steden, geeft aan dat als gevolg van de situatie op 12

16 de woningmarkt en de terughoudendheid van corporaties i.v.m. de beperkte investeringsruimte de overeengekomen binnenstedelijke opgave in absolute zin niet te zullen gaan realiseren. Negen plattelandsgemeenten hebben aangegeven de opgave wel te gaan halen. Een meerderheid van de gemeenten (in totaal 16 van de 20 gemeenten), hebben waardering voor de manier van stimuleren via de bijdrage van 5000,- per woning. Deze gemeenten geven aan dat dit flexibiliteit biedt voor de inzet van de middelen en daadwerkelijk een bijdrage heeft kunnen leveren aan het realiseren van de binnenstedelijke opgave. De andere vier gemeenten geven aan dat er meer behoefte is aan een kader voor de bestedingen en dat de bijdrage niet hoog genoeg is om een kantelpunt te vormen voor binnenstedelijke ontwikkelingen. Een van de gemeenten noemt de middelen een schijnzekerheid, omdat het budget alleen wordt uitgekeerd op basis van geleverde prestaties. Gemeenten geven aan dat de gelden veelal worden ingezet voor binnenstedelijke herstructureringsprojecten. 5.2 Provinciale ervaringen De provincie onderschrijft op hoofdlijnen de ervaringen van de gemeente ten aanzien van de kwantitatieve afspraken. Door de woningmarktcrisis is het sturen op kwantiteit op de achtergrond geraakt en gaat het nu met name om de kwalitatieve opgave in de bestaande woningvoorraad. Daar waar nog sprake is van nieuwbouw, zal deze moeten voldoen aan de kwalitatieve vraag. Weliswaar beschikken alle gemeenten over actuele woonvisies die met buurgemeenten zijn afgestemd, echter gebleken is dat woningbouwprogramma's niet of onvoldoende binnen een regionale woningmarkt worden afgestemd. Daarom ligt het voor de hand dat de provincie haar regierol oppakt om op regionaal niveau te komen tot kwalitatieve woningbouwafspraken. Deze afspraken kunnen echter niet geheel los gezien worden van een zekere kwantiteit. Dit helpt ook voor sturing op het voorkomen van extra uitleg. Hiervoor kan een bandbreedte als uitgangspunt worden genomen. De provincie heeft er, gezien de situatie op de woningmarkt, begrip voor dat een aantal gemeenten de binnenstedelijke opgave in absolute zin niet zullen gaan realiseren. Wel is het bemoedigend dat in 2012 in Overijssel voor ongeveer 65 % binnenstedelijk is gebouwd. Er is een tendens merkbaar dat gemeenten zich meer en meer in gaan zetten om binnenstedelijke woningbouwprojecten te realiseren en minder nadruk leggen op de ontwikkeling van uitleggebieden. De stimuleringsbijdrage van 5000 per woning heeft duidelijk een bijdrage geleverd aan het realiseren van de binnenstedelijke woningbouwopgave. Positef is dat gemeenten hierbij vrijheid en flexibiliteit hebben ervaren voor de besteding van deze middelen. Dit heeft het voor gemeenten enerzijds mogelijk gemaakt om gericht te investeren in binnenstedelijke projecten, die prioriteit hadden. Anderzijds heeft de verslechterde woningmarkt het koppelen van de middelen aan de binnenstedelijke woningbouw beperkt Hierop is door de provincie geanticipeer, waarbij niet bestede middelen opnieuw zijn ingezet via de regeling Kwaliteit Stedelijke Leefomgeving. 5.3 Conclusie Zowel gemeenten als de provincie onderkennen dat sturing op kwantitatieve afspraken op de achtergrond is geraakt. Het gaat nu met name om de kwalitatieve opgave in de bestaande woningvoorraad. Oorspronkelijk was met gemeenten afgesproken dat ze 50 % van de totale woningbouwopgave binnenstedelijk zouden realiseren. In de periode hebben gemeenten gemiddeld 60 % van de woningbouw binnenstedelijk gebouwd. Dus de stimuleringsbijdrage van 5000 per woning heeft duidelijk een bijdrage geleverd aan het realiseren van de binnenstedelijke woningbouwopgave. De focus voor gemeneten ligt voornamelijk op het binnenstedelijk bouwen en niet meer op het bouwen in uitleggebieden. 13

17 6 Huisvesting vergunninghouders Huisvesten van vergunninghouders is een wettelijke taak van gemeenten. Halfjaarlijks krijgen gemeenten een taakstelling door het Rijk opgelegd en is er verplichting om deze taakstelling binnen dat halfjaar te realiseren. Dit gebeurt vooral in samenwerking met corporaties (sociale huurwoningen). Het toezicht op de juiste uitvoering is een wettelijk een taak van Gedeputeerde Staten. Per 1 oktober 2012 is de Wet Revitalisering toezicht in werking getreden. Gedeputeerde Staten is hiermee toezichthouder geworden voor geheel Overijssel (voorheen was de Regio Twente toezichthouder voor de Twentse gemeenten). Met de invoering van de deze wet is ook de procedure van Interbestuurlijk toezicht (IBT) vereenvoudigd. Uitgangspunt voor onze toezichtrol is terughoudendheid, vertrouwen en voorkantsturing. Hierbij acteren we op samenwerking. Op 1 oktober 2012 is ook de werkwijze met betrekking tot het huisvesten van vergunninghouders gewijzigd. Het COA koppelt vergunninghouders rechtstreeks aan een gemeente. De huisvesting moet vervolgens binnen een termijn van 12 weken zijn geregeld. Door deze werkwijze kunnen gemeenten beter hun taakstelling realiseren en zal het naar verwachting nauwelijks nodig zijn dat Gedeputeerde Staten tot "in de plaatstreding" moet overgaan. Bij de midterm review in 2012 is de huisvesting van vergunninghouders opgenomen in de prestatieafspraken. Dit om beter invulling te geven aan onze voorkantstruringsrol en om integratie tussen de gemeentelijke afdelingen wonen en sociale zaken te bevorderen. 6.1 Gemeentelijke ervaringen In 2012 hebben meer dan de helft van de gemeenten de taakstelling gerealiseerd en waar nodig achterstanden weggewerkt. De overige gemeenten hebben goed gepresteerd door gekoppelde vergunninghouders tijdig te huisvesten. Veel gemeenten geven aan dat de mutatiegraad in de sociale huursector momenteel laag is en dat er een tekort is aan woningen voor alleenstaanden. Dit maakt de huisvesting lastiger. Bijna de helft van alle Overijsselse gemeenten geven expliciet aan het vanzelfsprekend te vinden dat de huisvesting van vergunninghouders is opgenomen in de prestatieafspraken wonen. Deze toevoeging heeft bijgedragen aan de integratie tussen gemeentelijke afdelingen. Een aantal gemeenten heeft aangegeven dat de interne afstemming al plaatsvond voordat dit thema was opgenomen in de prestatieafspraken. Een aantal gemeenten heeft voorts aangegeven dat het opnemen van dit onderdeel in de prestatieafspraken een positief effect heeft op de relatie met corporaties. Slechts enkelen hebben aangegeven dat het niet nodig is om de huisvesting vergunninghouders in de prestatieafspraken wonen op te nemen, maar het specifiek te laten bij de afdeling sociale zaken die immers de contacten op dit thema heeft met corporaties. 6.2 Provinciale ervaringen Op 1 juli 2013 hadden vrijwel alle Overijsselse gemeenten op een juiste wijze uitvoering gegeven aan de wettelijke taak. Het is belangrijk dat gemeenten goede en concrete afspraken maken met de corporatie (s), afgestemd op de taakstelling en opgave. Bij de uitvoering van de prestatieafspraken is en wordt op de volgende wijze invulling gegeven aan voorkantsturing: maandelijks worden gemeenten over de voortgang geïnformeerd en wordt navraag gedaan of er bijzonderheden zijn; twee keer per jaar wordt er een ambtelijke kennis/regiobijeenkomst georganiseerd; «aan gemeenten wordt (met behoud van ieders verantwoordelijkheid) desgevraagd ondersteuning aangeboden; bij een dreigende achterstand wordt tijdig in overleg getreden met de betreffende gemeente en worden er afspraken gemaakt over hoe de gemeente alsnog kan voldoen aan haar wettelijke taakstelling. Onze ervaring is dat bovengenoemde aspecten ertoe hebben geleid dat we tijdig in overleg gaan met met gemeenten indien zij dreigen achter te lopen. Op deze wijze kunnen we pro-actief afspraken maken over hoe te zorgen dat de taakstelling alsnog wordt gehaald en indien nodig achterstanden worden weggewerkt. 14

18 6.3 Conclusie De nieuwe werkwijze in het kader van de huisvesting vergunninghouders die per 1 oktober 2012 is ingevoerd heeft ertoe geleidt dat gemeenten op goede wijze invulling hebben kunnen geven aan deze wettelijke taak. Gemeenten lopen nu op schema. De toevoeging van dit onderdeel aan de prestatieafspraken heeft gezorgd voor een versnelling van bestaand beleid en kan helpen bij het maken van goede afspraken met corporaties. 15

19 7 CPO Met het stimuleren van Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) biedt de provincie aan groepen bewoners de mogelijkheid om de gezamenlijke woonwensen in eigen beheer te realiseren Hiermee krijgen een groep bewoners gezamenlijk meer invloed op het ontwikkel- en bouwproces. CPO is een bijzondere vorm van Particulier Opdrachtgeverschap (eigen bouw). Via een stimuleringsregeling geeft de provincie Overijssel sinds 2008 een bijdrage in de kosten van de begeleiding van de groep in de voorfase om daarmee de toepassing van consumentgericht bouwen te stimuleren. Daarnaast kunnen ook gemeenten een bijdrage aanvragen, namelijk om lokale initiatieven te ondersteunen en te faciliteren. Sinds de invoering van de CPO subsidieregeling in 2008 zijn er meer dan 50 initiatieven in de voorfase ondersteund met een provinciale subsidie. Het gaat daarbij om circa 400 woningen. Momenteel zijn er circa 20 projecten gestart met de uitvoering van de bouw of inmiddels afgerond. Het gaat om circa 150 woningen. In 2010 zijn met 22 gemeenten afspraken gemaakt over het stimuleren van CPO door minimaal 1 loactie beschikbaar te stellen. Met 3 gemeenten zijn hierover geen afspraken gemaakt, omdat in deze gemeenten geen belangstelling voor CPO bestaat. 7.1 Gemeentelijke ervaringen Een groot deel van de gemeenten geeft aan dat CPO goed loopt binnen de gemeente. CPO vindt vanuit diverse overtuigingen plaats. In een aantal gevallen zijn het bijzondere doelgroepen zoals starters, senioren, woonwagenbewoners die CPO gebruiken om goedkoper te bouwen en/of een woonwens te realiseren die aansluit bij de behoefte. Daarnaast zijn er groepen gelijkgestemden met een bepaald gemeenschappelijk ideaal zoals duurzaamheid en noaberschap. Bouwen als groep brengt sociale cohesie binnen de groep met zich mee. Niet alle initiatieven leiden tot daadwerkelijke realisatie, omdat er bijvoorbeeld geen geschikte locatie is, verkoop eigen woning lukt niet, niet voldoende belangstelling om CPO project te realiseren en/of belangstellenden haken af waardoor de groep niet meer compleet is. Er zijn in totaal 11 CPO subsidies aan gemeenten zelf verstrekt voor een totaalbedrag van ,--. Ongeveer de helft van deze subsidies zijn ingezet om een concreet project te begeleiden. Bij drie projecten met een totaal van 15 woningen heeft dit geleidt tot start van de bouw of realisatie. De overige subsidies zijn ingezet om CPO binnen de gemeente te stimuleren en/of kennis te vergroten. Gemeenten die subsidie voor CPO hebben ontvangen hebben aangegeven dat ze deze middelen zinvol hebben kunnen inzetten zowel voor concrete projecten als voor eigen kennisvergroting. De meeste gemeenten hebben (nog) geen CPO subsidie aangevraagd omdat de initiatiefnemers zich veelal dankzij de provinciale subsidie zelf redden, of omdat de gemeente nog in de verkennende fase zit. Sommige gemeenten geven aan dat er geen belangstelling is voor CPO. 7.2 Provinciale ervaringen Na de ondertekening van de prestatieafspraken zijn 22 gemeenten actief aan de slag gegaan met het stimuleren van CPO. Dat heeft ertoe geleid dat 17 gemeenten inmiddels al hebben voldaan aan de CPO-afspraak, of mogelijk een nog grotere prestatie zullen gaan leveren dan afgesproken. De belangstelling voor de subsidieregeling blijft erg groot. Vooral starters en senioren maken gebruik van de regeling, omdat zij het moeilijk hebben op de woningmarkt vanwege betaalbaarheid van de (eigen) woning. Verder groeit de belangstelling van groepen die vanuit een gezamenlijk doel een collectief vormen. De ervaring is dat de subsidieregeling voor gemeenten een extra stimulans kan zijn om CPO te stimuleren. Gemeenten die al subsidie hebben ontvangen zijn hier dan ook overwegend positief over. Met drie plattelandsgemeenten zijn in het geheel geen afspraken gemaakt over CPO. Dit komt omdat er geen actief CPO beleid wordt gevoerd, mede omdat particulier opdrachtgeverschap hier al traditie is. Overigens hebben deze gemeenten aangegeven dat ze wel zullen meewerken als zich een 16

20 concreet initiatief voordoet met een passende locatie. Tot slot is in het Programma Wonen aangegeven dat wordt nagegaan of de subsidieregeling aanpassing behoeft naar individueel Particulier Opdrachtgeverschap(eigen bouw). Overijssel kent namelijk een groot aantal plattelandsgemeenten waar dit gemeengoed is. Zowel de burgers als gemeenten hebben hier ruime ervaring mee. Tijdens voortgangsoverleggen met gemeenten hebben we dan ook geen signalen ontvangen voor de noodzaak dat PO een vergelijkbare stimulans in de voorfase nodig heeft. De subsidieregeling is op dit punt dan ook niet aangepast. 7.3 Conclusie Het instrument CPO als onderdeel van de prestatieafspraken wordt zowel door gemeenten als de provincie positief ervaren. Gemeenten pakken hierin hun rol en de stimuleringsregeling - waar 11 gemeenten gebruik van hebben gemaakt - biedt concrete resultaten. Er zijn ruim 50 CPO initiatieven met circa 400 woningen ondersteund met de provinciale subsidie wat nu al heeft geleid tot 20 succesvolle CPO projecten (circa 150 woningen). 17

21 8 Startersleningen De Starterslening maakt geen onderdeel uit van de prestatieafspraken, maar heeft er wel een duidelijke relatie mee omdat het ook een van de instrumenten is met als doel om bij te dragen aan het woonbeleid. In 2008 is de Provincie Overijssel gestart met een proviciaal startersfonds waaruit gemeenten startersleningen kunnen verstrekken voor de aanschaf van een koopwoning. Met de startersleningen beoogt de provincie Overijssel de doorstroming op de woningmarkt te stimuleren en helpt starters bij het aanschaffen van hun eerste koopwoning. In 2012 zijn de middelen gecontinueerd voor een periode van 4 jaar met een maximale bijdrage van 4 miljoen aan investeringskosten (kosten voor rente en beheer). Dit als uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord. Hiermee kan via een multiplier voor een totaal van maximaal 18 miljoen aan startersleningen worden verstrekt. Het startersfonds kent het principe van op=op. Recent heeft het Rijk - na een stop van ruim een jaar - besloten weer bij te dragen aan de Starterslening met een bedrag van 50 miljoen (ook hier geldt het principe: op=op). Met de Rijksbijdrage wordt het Startersfonds aanmerkelijk verruimd. De hernieuwde Rijksbijdrage bedraagt 50% per lening en is vanaf 1 januari 2013 van kracht. Bij gelijkblijvende bijdragen van de provincie en de deelnemende gemeenten kunnen dus méér startersleningen worden verstrekt. In 2012 was de verdeelsleutel 50/50 voor gemeente en provincie. De verdeelsleutel per 1 januari 2013 is Rijk: 50%, provincie en gemeenten elk 25%. Het provinciale budget komt - samen met bijdragen van gemeenten en het Rijk - terecht in het zogenaamde Startersfonds. Vanuit dit fonds kunnen deelnemende gemeenten leningen verstrekken. Het is aan gemeenten zelf om te bepalen of ze al/dan niet meedoen aan de Starterslening. Het financiële beheer en de uitgifte van de leningen wordt verzorgd door het Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). Daartoe hebben de provincie en de SVn in 2008 een deelnemersovereenkomst gesloten. Deelnemende gemeenten hebben een eigen overeenkomst met het SVn. In de periode heden zijn er circa 1500 startersleningen verstrekt. Het aantal verstrekte leningen neemt sinds 2012 toe ** ** Peildatum 21 augustus Er liggen nog 137 aanvragen die nog niet in behandeling zijn genomen. En het aantal aanvragen neemt op dit moment toe. Van deze leningen zijn er globaal 1100 verstrekt aan bestaande woningen. Dit is gunstig voor de doorstroming op de woningmarkt en heeft ook positieve effecten op de werkgelegenheid omdat een verhuizing vaak onderhoud en verbouwingen met zich meebrengen. De overige leningen zijn verstrekt ten behoeve van nieuwbouwwoningen. Positieve effecten zijn stimuleren werkgelegenheid, economie en doorstroming op de sociale huurwoningmarkt. 8.1 Gemeentelijke ervaringen Per 1 september 2013 zijn er 23 deelnemende gemeenten in Overijssel. Vijf gemeenten zijn in 2013 (weer) begonnen met de starterslening vanwege de Rijksbijdrage. Dit zijn Ommen, Oldenzaal, Haaksbergen, Twenterand en Dinkelland. Het uitgangspunt van de provincie voor het voortzetten van de starterslening in 2012 is dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke keuzes ten aanzien van de criteria van de toewijzing van de lening. Voorbeelden van inhoudelijke keuzes zijn: alleen bestaande voorraad, zowel bestaande voorraad als nieuwbouw, tot een bepaald aankoopbedrag, ten behoeve van specifieke woningbouwprojecten, etc. 18

22 De meeste gemeenten geven aan dat de starterslening goed loopt. Verder wordt aangegeven dat de belangstelling de laatste maanden toeneemt. Een aantal gemeenten sluit (voormalige) huurwoningen van corporaties en/of ontwikkelaars uit voor de lening. Er zijn twee gemeenten (Zwolle en Kampen) die inzicht hebben in de effecten van een verstrekte starterslening op de doorstroming op de woningmarkt. Deze cijfers laten zien dat een lening ongeveer 2-3 vervolgtransacties tot stand brengt. De overige gemeenten hebben aangegeven geen inzicht te hebben in de effecten op de doorstroming. 8.2 Provinciale ervaringen De starterslening loopt erg goed in Overijssel. Bij de continuereing van het startersfonds in 2012 gingen we over een periode van 4 jaar uit van circa 800 leningen (200 per jaar). Op dit moment zijn er in ruim anderhalf haar al 600 leningen verstrekt en het loopt erg goed met de aanvragen. Door de starterslening kopen starters eerder een huis en dit heeft positieve effecten op de doorstroming en de bouwsector. 8.3 Conclusie Zowel gemeenten als de provincie onderschrijven dat de starterslening een succesvol instrument is gebleken om het voor starters mogelijk te maken een woning te kopen. Sinds de invoering in 2008 zijn er al circa 1500 leningen verstrekt. De regeling heeft een positief effect op de doorstroming van de woningmarkt en de bouwsector. Gemeenten vragen om voortzetting van deze regeling. 19

23 9 Monitoring en samenwerking 9.1 Gemeentelijke ervaringen Gemeenten hebben het samenwerken met de provincie als prettig ervaren. Er wordt aangegeven dat het sturen en monitoren als constructief en open wordt gezien en dat dit voor gemeenten als handvat fungeert voor de monitoring van eigen voortgang binnen het programma wonen. Daarbij wordt wel aangegeven dat monitoring vanuit de provincie soms te veel op de inhoud zit en soms te veel in detail gaat daar waar gemeenten vooral behoefte hebben aan monitoring op hoofdlijnen. Een aantal gemeenten geeft aan dat ze vinden dat de provincie als het gaat om sturing meer regionaal moet focussen. De provincie zou een grotere rol kunnen spelen in de afstemming van het woningbouwprogramma in de 5 netwerksteden en landelijke gemeenten. Er is een aantal gemeenten die op het terrein van wonen en met elkaar samenwerken. Deze samenwerking vindt met name plaats ten aanzien van energiebesparing. Die samenwerking wordt als positief ervaren. Gemeenten vragen aan de provincie om hier meer een regierol in te nemen en daar waar gemeenten zich met elkaar kunnen en willen verbinden een faciliterende rol te vervullen. Vooral het delen van kennis met betrekking tot duurzaamheid en energiebesparing in de particuliere woningbouw is hierin een onlosmakelijk onderdeel. Ook vragen gemeenten een regierol van de provincie als het gaat om woningbouwprogramma's en de afstemming daarvan tussen verschillende gemeenten. 9.2 Provinciale ervaringen In algemene zin ervaart de provincie de samenwerking met gemeenten ook als positief. Monitoring geeft de provincie een goed overzicht van de voortgang van de verschillende onderdelen binnen de prestatieafspraken wonen (gecombineerd met ruimtelijk, fysieke agenda). Zo heeft de provincie tijdig gebruik kunnen maken van de kennis dat op het onderdeel binnenstedelijke vernieuwing prestaties achter zijn gebleven. De hieruit teruggehaalde middelen hebben we opnieuw kunnen inzetten in de regeling Kwaliteit Stedelijke Leefomgeving. De provincie heeft een goed beeld van de verschillende woningbouwprogramma's bij verschillende gemeenten. In de monitoringsgesprekkken wordt hier op ingegaan, maar de provincie zou dit in een breder perspectief informerend kunnen voorzitten. Daarnaast helpt monitoring de provincie in haar ruimtelijke voorkantsturing op herstructurering en voorkomen van onnodig beslag op het buitengebied. Ook regionale en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden ervaart de provincie als positief. Gemeenten delen kennis op die manier sneller en zeker op het onderdeel wonen werken projecten vaak gemeentegrens overschrijdend. De provincie ziet mogelijkheden om regie te nemen in het delen van kennis en het versterken van samenwerkingsverbanden tussen gemeneten onderling. 9.3 Conclusie Het monitoren en samenwerken op het gebied van prestatieafspraken is door zowel de provincie als de gemeenten als positief ervaren. Een aantal geementen vraagt de provincie een regierol te nemen als het gaat om de woningbouwprogramma's en de onderlinge afstemming daarvan tussen verschillende gemeenten. 20

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. 26 AUG 20t3. Bijlagen Overallrapportage van de "resultaten afspraken wonen" in 2012 (te raadplegen via het SIS)

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL. 26 AUG 20t3. Bijlagen Overallrapportage van de resultaten afspraken wonen in 2012 (te raadplegen via het SIS) PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Dat. ontv.: 26 AUG 20t3 a.d. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 m *< Routing Bijl.: overijssel.nl postbus@overijssel.

Nadere informatie

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK 51048329

verijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 provincie Provinciale Staten van Overijssel KvK 51048329 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V3/zo\UQ^ Dat.ontv.: 2 9 JAN 2016 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl

Nadere informatie

PRESTATIECONTRACT WONEN

PRESTATIECONTRACT WONEN PRESTATIECONTRACT WONEN 2011-2015 GEMEENTE BORNE WOONBEHEER BORNE EVALUATIE Op 30 september 2011 hebben de gemeente Bome en Woonbeheer Borne het Prestatiecontract Wonen 2011-2015 ondertekend. Dit Prestatiecontract

Nadere informatie

Woonafspraken>Woonvisie>Prestatieafspraken

Woonafspraken>Woonvisie>Prestatieafspraken Woonafspraken>Woonvisie>Prestatieafspraken Diverse wetten m.b.t. taakveld Wonen geven richting aan de taakuitoefening door gemeenten en woningcorporaties, zoals de Woningwet, het Besluit toegelaten instellingen,

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951

Raadsstuk. Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951 Raadsstuk Onderwerp: vaststellen woonvisie 'Haarlem: duurzame, ongedeelde woonstad' Reg.nummer: 2012/220951 1. Inleiding De huidige woonvisie loopt in 2012 af. In het coalitieakkoord 2010-2014 kiezen de

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/2x>f5/ *, 24 FEB 2014

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/2x>f5/ *, 24 FEB 2014 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. n I RABO Zwolle 39 73 41 121 Provinciale Staten van Overijsse PROVINCIALE STATEN

Nadere informatie

Prestatieafspraken Wonen gemeente Almelo

Prestatieafspraken Wonen gemeente Almelo Prestatieafspraken Wonen gemeente Almelo 2010 2015 28 januari 2010 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Almelo en Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel willen met elkaar afspraken maken

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 Onderwerp Sloop sociale huurwoningen Rotterdam Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN 2013-2016 De gemeente Dinkelland, ten dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder Steggink, daartoe ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet aangewezen

Nadere informatie

K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e

K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e K a d e r s t e l l e n d e n o t i t i e 8 j u n i 2 0 0 9 Deze notitie gaat in op de kaders waarbinnen de provincie Noord-Holland beleid in de vorm van een provinciale woonvisie wil gaan vormgeven. Probleemanalyse

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. "?Ó/2JO! Z/Q<-f X 2 8 SEP Dat. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. ?Ó/2JO! Z/Q<-f X 2 8 SEP Dat. ontv.: Routing Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel. n I Provinciale Staten van Overijssel PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.

Nadere informatie

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen Basisinspanning Een evenwichtige bevolkingsopbouw, die in 2025 gegroeid is naar minimaal 25.000 inwoners. Voor iedere (toekomstige) inwoner moet een woning beschikbaar zijn die past in zijn/haar leefsituatie.

Nadere informatie

DE REGIO. Wat is de regio

DE REGIO. Wat is de regio Wat is de regio DE REGIO Waarom werken we samen Wie beslist Welke afspraken zijn er in welk samenwerkingsverband en hoe verhouden die zich tot elkaar Ophalen hoe u geïnformeerd wilt worden Regionale samenwerking

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden,

Gedeputeerde Staten. 2012 HK Haarlem. Betreft: beantwoording motie positie starters op de woningmarkt (M2-3/5-3-2-12) Geachte leden, Provinciale Staten van Noord-Holland door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-104 2012 HK Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon J.J. Kluit BEL Doorkiesnummer

Nadere informatie

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken

QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken QQ&A Regioakkoord Nieuwe Woningmarktafspraken Regio Rotterdam 2018-2030 Kernboodschap De veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen maken zich samen sterk om het aantal woningen in de regio

Nadere informatie

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Woonvisie Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Aanleiding Verschuiving van de volkshuisvestelijke opgave Sociale huur: Woningwet 2015 redelijke bijdrage Langer zelfstandig wonen Lokaal beleid 2

Nadere informatie

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma 5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma Het regionale woningbouwprogramma moet actueel blijven. Dynamiek is ook nodig omdat nu niet te voorspellen is wat er over een aantal jaar nodig

Nadere informatie

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle

Onderwerp: Woonvisie Brielle en het onderzoek ontwikkeling woningvoorraad Brielle Sector/stafafdeling: Portefeuillehouder: Grondgebied/RO Wethouder Schoon Ter behandeling in de vergadering van: de commissie grondgebied d.d. 31 oktober 2017 de Raad d.d. 21 november 2017 Onderwerp: Woonvisie

Nadere informatie

Presentatie evaluatie RAP

Presentatie evaluatie RAP Presentatie evaluatie RAP Regio Alkmaar PORA Wonen 5 november 2014 Dicky Sijpkens Agenda 1. Achtergrond van de evaluatie 2. Opzet van de evaluatie 3. Algemene bevindingen en verbetervoorstellen 4. Regio

Nadere informatie

Verstedelijking Zuidelijke Randstad. Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016

Verstedelijking Zuidelijke Randstad. Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016 Verstedelijking Zuidelijke Randstad Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016 Leiden Rotterdam Inhoud Stedelijke vraag Ruimtelijke kansen Woningbouwplanning Druk op woningmarkt Regionale afstemming Samenwerking

Nadere informatie

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009. 1. Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009. 1. Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling Provincie Noord-Brabant De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november 2009 1. Inleiding Voor de voortgang en continuïteit in de woningbouwproductie is het van belang dat

Nadere informatie

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten GS brief aan Provinciale Staten Contact: L.Garnie@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale Staten Datum 1 juni 2017 Ons kenmerk

Nadere informatie

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015 THEMABIJEENKOMST WONEN 29 juni 2015 1. Opzet van de bijeenkomst Na een korte introductie van de voorzitter (wethouder Wolff) houdt woningcorporatie ZO Wonen een korte presentatie op hun visie en functie

Nadere informatie

*Z DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018.

*Z DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018. *Z0288114DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018 Aan de raad, Inleiding In samenwerking met de Nederlandse gemeenten heeft de

Nadere informatie

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten Rekenkamercommissie Kempengemeenten 13 september 2010 Voorwoord Het onderzoek naar het woonbeleid binnen de Kempengemeenten heeft in twee fasen plaatsgevonden.

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van Noord-Holland Door tussenkomst van de Statengriffier, mr. J.J.M. Vrijburg Florapark 6, kamer L-l 04 2012 HK Haarlem 2 2OKT. 2013

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 1 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van door tussenkomst van de statengriffier mw. drs. K. Bolt Dreef 3, tweede etage 2012HR HAARLEM INGEKOMEN 30 MAART 2018 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon

Nadere informatie

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Woonvisie Regio Eindhoven Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Actieprogramma 2013 1 Inleiding Op 28 juni 2012 heeft de Regioraad de Regionale Woonvisie 2012-2015 vastgesteld.

Nadere informatie

NR. GEMEENTEBESTUUR UITGEEST. Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012

NR. GEMEENTEBESTUUR UITGEEST. Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012 GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: Mw. mr. J. (Jelly) Beentjes Behandelende afdeling: Ruimte Datum: 22-03-2012 NR. TITEL: (concept) Regionaal Actie Programma (RAP) KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP:

Nadere informatie

Betreft: aanscherping bod voor nieuwe regionale woningmarktafspraken

Betreft: aanscherping bod voor nieuwe regionale woningmarktafspraken Raadsinformatiebrief De gemeenteraad van Albrandswaard Uw brief van: Ons kenmerk: 1362015 Uw kenmerk: Contact: Jeannette Wijnmalen Bijlage(n):1 Doorkiesnummer: 010-506 1158 E-mailadres: j.wijnmalen@bar-organisatie.nl

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk Bijlage(n)

Nadere informatie

Notitie Blijverslening Inleiding

Notitie Blijverslening Inleiding Notitie Blijverslening 2017 1 Inleiding 1.1 Het speelveld Het aantal ouderen in Nederland neemt de komende jaren sterk toe. Het CBS verwacht dat in 2040 ruim een kwart van de bevolking ouder is dan 65

Nadere informatie

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Bijlage Datum DOS-2014-0006307 Onderwerp toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Aan de regio s is gevraagd voor 1 juli 2017 de regionale woonvisies te actualiseren op basis van

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen

Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Wordt wonen in Oisterwijk een luxe? Pro-Plein Wonen Frenkel Beerens Adviseur wonen 7 maart 2018 Inhoud Woningmarkt (5 min) Woonvisie (10 min) Onderzoek locaties sociale huur (5 min) WONINGMARKT Economische

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.?ó/^0l5/MiO. DaLontv.: 12JUN 2015

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.?ó/^0l5/MiO. DaLontv.: 12JUN 2015 PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr.?ó/^0l5/MiO DaLontv.: 12JUN 2015 Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Provinciale

Nadere informatie

Woonagenda Uitvoeringsplan Woonvisie Delft

Woonagenda Uitvoeringsplan Woonvisie Delft Woonagenda 2019-2022 Uitvoeringsplan Woonvisie Delft 2019-2022 Woonagenda Vertaling Woonvisie in concrete Uitvoeringsagenda De Woonagenda biedt een vertaalslag van het WAT naar het HOE Geeft korte termijn

Nadere informatie

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.

Ingek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant en akį^gigįíļţ^igję^gļiingmarkt in Brabant.rabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Actieplan Sociale Huur Steller R. Asschert De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 8635 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6884967 Datum Uw brief van Uw kenmerk - Geachte heer,

Nadere informatie

Adviesnota voor de raad

Adviesnota voor de raad Adviesnota voor de raad Onderwerp Kwalitatief Woonprogramma 2005-1014 Regio Rivierenland Datum collegebesluit Dinsdag 27 juni 2006 Datum raadsvergadering Donderdag 21 september 2006 Agendapunt 6 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Actualisatie Woonplan Emmen 2020 Nota Zorgeloos Wonen

Actualisatie Woonplan Emmen 2020 Nota Zorgeloos Wonen Actualisatie Woonplan Emmen 2020 Nota Zorgeloos Wonen Dhr. A.J. Sleeking, Wethouder wonen Commissie Wonen en Ruimte 14 mei 2007 Actualisatie Woonplan Emmen 2020 Nota Zorgeloos Wonen 1. Positionering 2.

Nadere informatie

Speech Annet Bertram,DG Wonen, namens de minister van VROM bij Jubileumbijeenkomst SVN 5 oktober 2006 te Rotterdam

Speech Annet Bertram,DG Wonen, namens de minister van VROM bij Jubileumbijeenkomst SVN 5 oktober 2006 te Rotterdam Speech Annet Bertram,DG Wonen, namens de minister van VROM bij Jubileumbijeenkomst SVN 5 oktober 2006 te Rotterdam thema; financiering van de woningmarkt Ik ben blij dat ik deze bijeenkomst kan bijwonen

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. s. meijer BP Br 11G202077 461674 / 461674. Bijstorting en aanpassing startersregeling 2012.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. s. meijer BP Br 11G202077 461674 / 461674. Bijstorting en aanpassing startersregeling 2012. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 11G202077 461674 / 461674 ONDERWERP s. meijer BP Br Bijstorting en aanpassing startersregeling 2012. AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/FACETAGENDA

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven 17R7217 Raadsnummer Inboeknummer 17bst00364/2141884 B&W-beslisdatum 17 maart 2017 Dossiernummer 17.11.501 Raads informatiebrief Onderwerp: Eén jaar Actieplan Statushouders Stedelijk

Nadere informatie

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven gemeente Eindhoven 15R6567 Raadsnummer Inboeknummer 15bst01548 Beslisdatum B&W 10 november 2015 Dossiernummer 15.46.551 Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven Inleiding In januari 2014 heeft het

Nadere informatie

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT

Uitvoeringsprogramma gemeente Brummen Kenmerk INT Uitvoeringsprogramma 2016-2025 gemeente Brummen Kenmerk INT16.2900 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Uitvoering per pijler 1 Pijler 1. Betaalbaarheid en beschikbaarheid 2 Pijler 2. Wonen, zorg en vergrijzing 5 Pijler

Nadere informatie

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Weert 8 oktober 2014

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Weert 8 oktober 2014 Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving Gemeente Weert 8 oktober 2014 Inhoud van presentatie Aanleiding Typering van de structuurvisie Koers in een notendop Afwegingskaders Instrumentarium

Nadere informatie

Visie op wonen. Open Huis 8 september 2016

Visie op wonen. Open Huis 8 september 2016 Visie op wonen Open Huis 8 september 2016 Doel van vanavond Informeren en beelden peilen over huidige stand en toekomst van wonen in Bunnik Niet vandaag: oplossingen! Proces 1 Kennis delen Gemeenteraad

Nadere informatie

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Roerdalen 19 november 2014

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Roerdalen 19 november 2014 Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving Gemeente Roerdalen 19 november 2014 Inhoud van presentatie Aanleiding Typering van de structuurvisie Koers in een notendop Afwegingskaders Instrumentarium

Nadere informatie

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol

Raadsvergadering 6 december Portefeuillehouder C.Koppenol RAADSVOORSTEL Datum en nummer 30 oktober 2012, nummer Raadsvergadering 6 december 2012 Agendapunt Programmaveld Ruimte Portefeuillehouder C.Koppenol Wettelijke basis - Onderwerp Woonvisie Papendrecht 2012-2020

Nadere informatie

Naar een nieuwe Woonvisie voor Vught

Naar een nieuwe Woonvisie voor Vught Naar een nieuwe Woonvisie voor Vught Stec Groep aan gemeente Vught Esther Geuting en Joep Arts 12 november 2015 Waar staan we nu? 10 september Informatieavond raad (startdocument) 17 september Commissie

Nadere informatie

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma 2016-2020 gemeente Harlingen In 2013 heeft de gemeenteraad de woonvisie voor de gemeente Harlingen voor de periode 2013 2020 vastgesteld. In de woonvisie

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018 ONDERWERP Prestatieafspraken 2019 SAMENVATTING Gemeente, de Heemsteedse woningcorporaties Elan Wonen en Pre Wonen en hun huurdersorganisaties Bewonersraad Elan Wonen en Bewonerskern Pre streven een gemeenschappelijk

Nadere informatie

Uit ervaring blijkt ook dat met energieverbeterende maatregelen gemiddeld 30% energiebesparing gerealiseerd

Uit ervaring blijkt ook dat met energieverbeterende maatregelen gemiddeld 30% energiebesparing gerealiseerd RAADSVOORSTEL Onderwerp : Pilot energieaanpak woningen Raadsvergadering : 2 december 2009 Politieke markt d.d.: - Agendapunt : 6 Portef.houder : wethouder Berkelder Voorstelnummer : 236649 BenW-besluit

Nadere informatie

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR onderwerp Rn nummer 2016 Lokaal woonbeleid 5 collegevergadering d.d. 20 september 2016 raadsvergadering d.d. 12 oktober 2016 programma Wonen en Leefomgeving portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011 Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Nadere informatie

2. Uitgangspunten raad 18 april Inspraakreacties. 4. Concept raadsbesluit

2. Uitgangspunten raad 18 april Inspraakreacties. 4. Concept raadsbesluit Voorstel aan : Gemeenteraad van 30 september 2013 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 17 september 2013 Nummer : Onderwerp : Vaststelling Woonplan 2013-2023 Bijlage(n) : 1. Woonplan 2013-2023 2.

Nadere informatie

PROJECTOPDRACHT. 1. Inleiding/aanleiding

PROJECTOPDRACHT. 1. Inleiding/aanleiding Domein : Ruimte Programma : Wonen Project + proj.nr. : Datum : 10 december 2014 BOG : Johan van Buuren AOG : Linda den Otter Projectleider : Joost Hoogesteger 1. Inleiding/aanleiding Het opstellen van

Nadere informatie

Discussienota commissie

Discussienota commissie Discussienota commissie Commissie Ruimte Afdeling en opsteller 23 maart 2015 Leefomgeving/E. van Doorn/0650272283/e.vandoorn@heerde.nl Portefeuille G.J. van Dijk Programma Ruimtelijke en economische ontwikkelingen

Nadere informatie

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg

Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg B en W Adviesnota Onderwerp Vaststellen plan van aanpak herijking Regionale Structuurvisie Wonen Noord-Limburg Zaaknummer 441356 Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 28 januari 2019 Team Stad Dorpen

Nadere informatie

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant Hart van Brabant 28 augustus 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking en wonen Provincie Noord-Brabant actualisering 2017 ----- Brabantse Agenda

Nadere informatie

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven SAMEN voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven Het stedelijk gebied is in ontwikkeling. Het succes van bedrijven als ASML en VDL, de designsector en vele

Nadere informatie

Opinieronde / peiling

Opinieronde / peiling Aan de Raad OPINIE Made, 20 december 2016 Regnr.: 16int04506 Aan de commissie: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Datum vergadering: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Agendapunt

Nadere informatie

De Brabantse Agenda Wonen

De Brabantse Agenda Wonen De Brabantse Agenda Wonen Wat beweegt de woningmarkt in Brabant? ---- actuele ontwikkelingen en opgaven voor de regionale woningmarkt Brabant Vastgoed 2017 11 mei 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking

Nadere informatie

Woonvisie gemeente Asten 2015 t/m 2024

Woonvisie gemeente Asten 2015 t/m 2024 RAADSBESLUIT Gemeente ills ten Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer: Woonvisie gemeente Asten 2015 tot en met 2024 8 november 2016 16.11.06 De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de CDA fractie schriftelijke vragen gesteld.

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de CDA fractie schriftelijke vragen gesteld. Statenfractie CDA Mevrouw M.A.B. van der Sloot Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN

Nadere informatie

Woonvisie. Steenwijkerland een samenvatting. Goed wonen komt met elkaar voor elkaar

Woonvisie. Steenwijkerland een samenvatting. Goed wonen komt met elkaar voor elkaar m e i 2 016 Woonvisie Steenwijkerland 2017 2021 een samenvatting Goed wonen komt met elkaar voor elkaar In Steenwijkerland is het goed wonen. En dat willen we zo houden. Hoe doen we dat? En, wat is daarvoor

Nadere informatie

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y

INGEKOMEN 2 5 JAN Verzenddatum. Paraaf Provinciesecretaris lluou^y P T HOLLAND ZUID INGEKOMEN 2 5 JAN. 2010 2 5 JAN 2010 5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DRM Afdeling XX Afdeling Ruimte en Wonen Registratienummer PZH-2010-150529469 (DOS-2009-0024764)

Nadere informatie

Onderwerp: voortgangsrapportage Wel Thuis! 2, periode augustus september 2010

Onderwerp: voortgangsrapportage Wel Thuis! 2, periode augustus september 2010 Aan Provinciale Staten Datum : 9 november 2010 Statencommissie Wonen, Maatschappij en Cultuur Uw kenmerk : 2010WMC96 Ons kenmerk : Contactpersoon : Chandra Gischler E-mail : chandra.gischler @provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2007/837

Statenvoorstel nr. PS/2007/837 Statenvoorstel nr. PS/2007/837 Instellen Overijssels Startersfonds Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 30 oktober 2007 2007/0553317 dhr. A. P. van Weezel Errens, telefoon 038 499 81 21 ap.v.weezelerrens@overijssel.nl

Nadere informatie

Projectopdracht Regionale Woonvisie

Projectopdracht Regionale Woonvisie Projectopdracht Regionale Woonvisie Regio Zuidwest Drenthe Gemeenten De Wolden Meppel Westerveld Hoogeveen Februari 2011 1 Projectopdracht Regionale Woonvisie 1. Projectomschrijving 1.1 Aanleiding: In

Nadere informatie

Samenvatting Dit voorstel bevat de Woningbouwafspraken voor de Regio Twente voor de periode Wij adviseren u hiermee in te stemmen.

Samenvatting Dit voorstel bevat de Woningbouwafspraken voor de Regio Twente voor de periode Wij adviseren u hiermee in te stemmen. Voorstel regioraad Auteur : Linda van Asselt / Martin Verbeek Datum : 25 februari 2009 Code : 2009/1 Reg.nr. : 09000654 Agendapunt: 4 Onderwerp : Woningbouw Twente 2010-2020 Samenvatting Dit voorstel bevat

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking voormalige Willem Alexanderschool Welleweg Rijssen

Ladder voor duurzame verstedelijking voormalige Willem Alexanderschool Welleweg Rijssen Ladder voor duurzame verstedelijking voormalige Willem Alexanderschool Welleweg Rijssen Ladder voor duurzame verstedelijking voormalige Willem Alexanderschool Welleweg Rijssen Rapportnummer: 211x08534

Nadere informatie

Commissie Ruimte en Milieu

Commissie Ruimte en Milieu Griffie Commissie Ruimte en Milieu Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : 1625773 Behandelend ambtenaar : M.H.M. Timmermans Directie/bureau : Ruimtelijke Ontwikkeling & Handhaving/ Bureau Ontwikkeling

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van P.L. Vermeulen (SP) (d.d. 9 oktober 2014) Nummer Onderwerp Huisvesting statushouders

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van P.L. Vermeulen (SP) (d.d. 9 oktober 2014) Nummer Onderwerp Huisvesting statushouders van Gedeputeerde Staten op vragen van P.L. Vermeulen (SP) (d.d. 9 oktober 2014) Nummer 2972 Onderwerp Huisvesting statushouders Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Op diverse

Nadere informatie

Afwegingskader Toekomstig Wonen Súdwest-Fryslân. Bijeenkomst marktpartijen 19 februari 2019

Afwegingskader Toekomstig Wonen Súdwest-Fryslân. Bijeenkomst marktpartijen 19 februari 2019 Afwegingskader Toekomstig Wonen Súdwest-Fryslân Bijeenkomst marktpartijen 19 februari 2019 Vandaag Woononderzoek 2018 Plan van aanpak afwegingskader Discussie afwegingskader Vervolg en planning 2 In vogelvlucht

Nadere informatie

1. Onderwerp Huisvesting bijzondere doelgroepen in de regionale woonagenda 2017 Holland Rijnland. 2. Rol van het

1. Onderwerp Huisvesting bijzondere doelgroepen in de regionale woonagenda 2017 Holland Rijnland. 2. Rol van het Oplegvel 1. Onderwerp Huisvesting bijzondere doelgroepen in de regionale woonagenda 2017 Holland Rijnland. 2. Rol van het Efficiencytaak samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang De regionale

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken

Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE Stad maken donderdag 19 maart 2015 Stad maken Duiding en context De traditionele rollen binnen het ontwikkeltraject veranderen. De corporaties,

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording Statenvragen ex artikel 59 RvO over toestroom en opvang vluchtelingen/asielzoekers in Overijssel.

Onderwerp: Beantwoording Statenvragen ex artikel 59 RvO over toestroom en opvang vluchtelingen/asielzoekers in Overijssel. PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. Vö/ZO\S/6& Dat. onto: Q*8 OKT 205 Luttenbergstraat 2 Postbus 0078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@>overijssel. nl

Nadere informatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie Manifeste lokale woningbehoefte Vraag zoekt locatie 10-3-2015 Inleiding In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid (2012) is uitgesproken dat de gemeente in principe in alle kernen ruimte wil zoeken

Nadere informatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten Algemene doelstelling Utrecht Vernieuwt - Krachtwijken Verbetering van de woon- en leefsituatie van een aantal buurten in Utrecht, de Krachtwijken in het bijzonder: Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost

Nadere informatie

De laatste bouwsteen van de co-creatie

De laatste bouwsteen van de co-creatie De laatste bouwsteen van de co-creatie 1 Inleiding Dit document is de laatste bouwsteen vanuit de co-creatie voor de Kwalitatieve Woonvisie 2030. Het bevat de reacties (bouwstenen) die de co-creanten in

Nadere informatie

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever.

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever. Rol provincie bij nieuwbouw De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever. 1 Regionale afspraken wonen 2 Keuze van de locatie 3 Initiatief voor nieuwbouw 4 Onherroepelijk

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Starterslening: evaluatie, aanpassing verordening Datum: 11 november 2014 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer:

Nadere informatie

Woonvisie in t kort 10

Woonvisie in t kort 10 10 Woonvisie in t kort Utrecht is een aantrekkelijke stad om te wonen en te werken. Daarom is de druk op de woningmarkt groot. Deze druk zal de komende jaren blijven waardoor veel doelgroepen niet de woning

Nadere informatie

de nieuwe regio Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus JULI 2C: LP Den Haag Datum Onivpvi^sf

de nieuwe regio Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus JULI 2C: LP Den Haag Datum Onivpvi^sf Regio Midden-Holland de nieuwe regio Postbus305 2800 AA GUDA www.regiomlddenholland.nl Aan Provincie Zuid - Holland College van Gedeputeerde Staten Postbus 90602 1-9 JULI 2C:5 2509 LP Den Haag Datum nivpvi^sf

Nadere informatie

Platform Wonen Assen 3 oktober 2013

Platform Wonen Assen 3 oktober 2013 Platform Wonen Assen 3 oktober 2013 Aanvalsplan wonen Albert Smit wethouder financiën, vastgoed, grondzaken en wonen 1 Aanvalsplan wonen: aanleiding Sinds 2008: Economische recessie Stagnerende woningmarkt

Nadere informatie

Balans opmaken woonagenda

Balans opmaken woonagenda Balans opmaken woonagenda Integraal perspectief lokale woonmarkt; van doelstelling naar realisatie Aanleiding De Partij van de Arbeid wil met behulp van deze notitie een overzicht geven van de doelstellingen

Nadere informatie

Woonvisie gemeente Beuningen, Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting

Woonvisie gemeente Beuningen, Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting 1 Woonvisie gemeente Beuningen, 2018-2023 Duurzaam, zorgzaam en vitaal wonen Samenvatting Voorblad voor pers/bewoners Waarom een woonvisie? De woningmarkt trekt aan, mensen willen weer verhuizen, maar

Nadere informatie

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost In deze notitie wordt het woningbouwprogramma dat met het bestemmingsplan De Groendijck- Oost, Driebruggen kan worden gerealiseerd, onderbouwd.

Nadere informatie

Beantwoording artikel 38 vragen

Beantwoording artikel 38 vragen Beantwoording artikel 38 vragen Aan de PvdA fractie Ter attentie van mevrouw Suijker directie/afdeling RO/RBA contactpersoon J. de Heer onderwerp artikel 38 vragen PvdA telefoon 0182-588288 uw kenmerk

Nadere informatie

Regionale woonvisie Gooi en Vechtstreek

Regionale woonvisie Gooi en Vechtstreek Regionale woonvisie Gooi en Vechtstreek Regiopodium Uitnodigend Proces Dynamische Visie Planning mijlpalen Wonen in de regio Gooi en Vechtstreek Een regio met duidelijke karakterverschillen In stedelijkheid

Nadere informatie

WOONVISIE VELSEN 2040

WOONVISIE VELSEN 2040 WOONVISIE VELSEN 2040 28 Februari vond een bijeenkomst plaats met raadsleden en inwoners over de nieuwe Woonvisie. Het eerste deel bestond uit een informatiemarkt, waarbij uitleg en achtergronden gegeven

Nadere informatie

VERSNELLEN WONINGBOUW GEMEENTE BLADEL

VERSNELLEN WONINGBOUW GEMEENTE BLADEL VERSNELLEN WONINGBOUW GEMEENTE BLADEL TERUGKOPPELING MOTIE GEMEENTERAAD MAART 2019 PETER GEERTS stedenbouwkundige/s enior adviseur 29 augustus 2019 Agenda Motie raad Raadsinformatiebrief maart 2019 Versnellen

Nadere informatie

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015 Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015 1 Inleiding Ultimo 2010 eindigt de looptijd van het Geactualiseerd woonplan Dalfsen 2007-2011. De gemeente Dalfsen hecht aan een gefundeerd

Nadere informatie

Kennismaking organisatie Borsele Programma

Kennismaking organisatie Borsele Programma Kennismaking organisatie Borsele Programma Organisatie structuur Jack Jansen Afd. Ruimtelijke Ontwikkeling Jack Jansen Afd. Grond & Economie Bas v.dendries Afd. Samenleving Yvonne Otte Afd. Woonomgeving

Nadere informatie

4Nieuwbouw" Discussienotitie"werkconferentie"Regionale"Woonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!!

4Nieuwbouw DiscussienotitiewerkconferentieRegionaleWoonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!! 4Nieuwbouw DiscussienotitiewerkconferentieRegionaleWoonvisie 17maart2015 1 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Vragenvoordediscussie 2 3 Provinciaalenregionaalbeleid 4 4 Laddervoorduurzameverstedelijking 6 5 Nieuweverhoudingen

Nadere informatie

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma. Aan Gemeente Montfoort Kopie aan Van GroenWest Onderwerp Woningbouwprogramma Voorvliet Noord fase 2 Datum 27 november 2017 Pagina 1/5 Inleiding De gemeente Montfoort en GroenWest willen graag sociale woningbouw

Nadere informatie

Actieprogramma Regionale Woonvisie Twente

Actieprogramma Regionale Woonvisie Twente Actieprogramma Regionale Woonvisie Twente 2015-2020 Voor elk thema zijn trekkers benoemd. Zij nemen initiatief om het onderwerp verder op te pakken en uit te werken. Dit bestaat concreet uit: - Lijnen

Nadere informatie