Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 9. Pensioenbeheer 15.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 9. Pensioenbeheer 15."

Transcriptie

1 Jaarverslag 2015

2 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 9 Pensioenbeheer 15 Risicobeleid 25 Pensioenfondsbestuur 32 Vooruitzichten 36 Organisatie 37 Functies en nevenfuncties 40 Bericht van het verantwoordingsorgaan 46 Verslag van de raad van toezicht 48 Jaarrekening Balans 51 Staat van baten en lasten 52 Kasstroomoverzicht 53 Toelichting 54 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 76 Actuariële verklaring 81 Resultaatbestemming 83 Gebeurtenissen na balansdatum 83

3 Jaarverslag 2015

4 Voorwoord Ontwikkelingen in 2015 Het jaar 2015 kenmerkte zich door onrust op de financiële markten. Dit werd onder meer veroorzaakt door de verslechterende economie in China, de dalende olieprijzen en een toenemende terreurdreiging. De onrust leidde tot een daling van de beurskoersen. In combinatie met de alsmaar dalende rente had dit een negatief effect op de financiële positie van ons fonds. Het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps daalde van 12,6% eind 2014 naar 2,34% eind In 2015 traden met het Financieel Toetsingskader (FTK 2015) nieuwe financiële regels voor pensioenfondsen in werking. De nieuwe regels schrijven voor dat fondsen beleidsbeslissingen moeten baseren op de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan het vereist eigen vermogen, is sprake van een reservetekort. Begin 2015 deed deze situatie zich voor bij ons fonds. Pensioenfonds Horeca & Catering diende daarom in juni 2015 een herstelplan in bij de Nederlandsche Bank. De beleidsdekkingsgraad daalde van 121,5% per 1 januari 2015 naar 114,3% per eind Om aan het FTK 2015 te voldoen, voerde Pensioenfonds Horeca & Catering in 2015 een aanvangshaalbaarheidstoets uit. De haalbaarheidstoets geeft door middel van prognoses inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico s daarvan. Ook paste het fonds op basis van het FTK 2015 het premie-, toeslag-, kortings- en beleggingsbeleid aan. Basis hiervoor vormde het pensioenakkoord dat sociale partners in de horeca en catering halverwege 2015 sloten. Het pensioenakkoord voorziet ook in afspraken over de, door het fonds uit te voeren, pensioenregeling vanaf Wij hebben de afspraken met sociale partners aanvaard en opgenomen in een overeenkomst tot formele opdrachtaanvaarding welke aan sociale partners is voorgelegd. Toeslagverlening Op grond van het nieuwe toeslagbeleid konden wij per 1 januari 2016 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag verlenen van 0,10%. Actieve deelnemers kregen daarnaast een toeslag vanuit de daarvoor bestemde opslag in de premie. Deze toeslag bedraagt 0,59% en is per 31 december 2015 toegekend. Evaluatie bestuursmodel en bestuurlijk functioneren In 2015 evalueerden wij het per 1 juli 2014 aangepaste bestuursmodel en ons eigen bestuurlijk functioneren. De evaluatie leidde tot handhaving van het paritaire bestuursmodel aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Hetzelfde gold voor de omvang van het bestuur en de verdeling van de zetels. Wel kwamen wij tot de conclusie dat personele vernieuwing in het bestuur noodzakelijk is. Wij besloten daarom tot het, uiterlijk per 1 juli 2016 of zoveel eerder als mogelijk is, aftreden van het voltallige bestuur. Communicatiebeleid: online omgeving verder uitgebreid Pensioenfonds Horeca & Catering breidde in 2015 het werkgeversportaal GRIP verder uit. Het deelnemersportaal werd toegankelijk voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden. Aan (her)startende werknemers stelt Pensioenfonds Horeca & Catering sinds eind 2015 startinformatie beschikbaar via het deelnemersportaal in de vorm van Pensioen Hiermee loopt het fonds vooruit op de wettelijke verplichting om vanaf 1 juli 2016 de startbrief te vervangen door laag 1 van Pensioen Het bestuur wenst u veel leesplezier met het 51e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering

5 Kerngegevens 1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag In de contractcateringbranche droegen werkgevers en werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor de kostendekkendheid van de premie. In de horecabranche droegen sociale partners een vergelijkbare bijdrage bij door een additionele storting in het fonds. 3 In de horeca droegen sociale partners bij aan de herstelmaatregelen door een additionele storting in het fonds over 2010 en 2011, uit (een deel van) het overschot van middelen van de SOHOR. Werknemers en werkgevers in de horeca betaalden daarom geen extra herstelbijdrage. In de contractcatering werd de additionele bijdrage over 2010 en 2011 volledig in 2011 geheven. Om deze reden droegen zowel werkgevers als werknemers in de contractcatering in ,50% van de pensioengrondslag bij ten behoeve van herstel. 4 Toeslag per 1 januari van een kalenderjaar vanuit overrendement. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of een dergelijke toeslagverlening mogelijk is per 1 januari van het volgende kalenderjaar. Voor dergelijke voorwaardelijke, toekomstige toeslagen wordt niet doelgericht geld gereserveerd. 5 Toeslag per 31 december van een kalenderjaar vanuit 0,9%-punt opslag in de premie. 6 Vanaf 2008 vindt (eventuele) toeslagverlening uit overrendement in het voorvorige jaar plaats per 1 januari van een kalenderjaar. 7 Dekkingsgraad per maandeinde

6 8 Geactualiseerd ten opzichte van jaarrekening

7 Verslag van het bestuur Financiële situatie Nieuwe tekortsituatie in 2015 Begin 2015 ontstond voor Pensioenfonds Horeca & Catering opnieuw een situatie van reservetekort als direct gevolg van het nieuwe financiële toetsingskader dat per 1 januari 2015 geldt. Wegens de tekortsituatie per 1 januari 2015 diende Pensioenfonds Horeca & Catering in juni 2015 een herstelplan in. Gedurende 2015 verslechterde de financiële positie van het fonds. Belangrijke oorzaken hiervan waren de alsmaar lager wordende rente en de overwegend neerwaartse bewegingen op de financiële markten gedurende het jaar. Ook vormde de gewijzigde manier waarop de Nederlandsche Bank de rekenrente vanaf 15 juli 2015 vaststelt een belangrijke oorzaak. Beleidsdekkingsgraad daalt in 2015 Het nieuwe financiële toetsingskader per 1 januari 2015 (FTK 2015) introduceerde het begrip beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraden per maandeinde over de laatste twaalf maanden. Deze beleidsdekkingsgraad is door de twaalfmaandsmiddeling stabieler dan de dekkingsgraad per maandeinde. De dekkingsgraad per maandeinde kan in korte tijd sterk schommelen door fluctuaties op de financiële markten, omdat een verandering in de bezittingen of de verplichtingen direct effect heeft op de dekkingsgraad. Voor de beleidsdekkingsgraad zijn de schommelingen door de middeling over twaalf maanden kleiner. Vanaf 1 januari 2015 baseert Pensioenfonds Horeca & Catering beleidsbeslissingen op de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad daalde van 121,5% per 1 januari 2015 naar 114,3% per einde Pensioenfonds Horeca & Catering publiceert de beleidsdekkingsgraad maandelijks op de website van het fonds. Ontwikkeling beleidsdekkingsgraad In de grafiek Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad 2015 is de ontwikkeling van de beleidsdekkingsgraad gedurende 2015 afgezet tegen de ontwikkeling van de dekkingsgraden per maandeinde. De grafiek laat de impact zien van het nieuwe financieel toetsingskader per 1 januari 2015 op zowel de dekkingsgraad als het vereist eigen vermogen per die datum. Tevens laat de grafiek zien dat de door de Nederlandsche Bank gewijzigde manier van het vaststellen van de rekenrente vanaf 15 juli 2015 een neerwaarts effect heeft op de dekkingsgraad per maandeinde. Dit leidde in combinatie met de sterke rentedaling in het derde kwartaal van 2015 en een neerwaartse beweging op de financiële markten tot een sterke daling van de dekkingsgraad per maandeinde in de maanden augustus en september. Dit effect komt als gevolg van de twaalfmaandsmiddeling gefaseerd tot uiting in de (gestaag dalende) beleidsdekkingsgraad. Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad

8 Analyse dekkingsgraad per maandeinde De hoogte van de dekkingsgraad per maandeinde wordt in belangrijke mate beïnvloed door de hoogte van de rekenrente, de mate van renteafdekking en het rendement van de beleggingen. Het FTK 2015 houdt een andere berekeningswijze in van de te hanteren rekenrente voor de technische voorzieningen. De driemaandsmiddeling van de rentetermijnstructuur met gebruikmaking van de Ultimate Forward Rate (UFR) kwam per 1 januari 2015 te vervallen. Vervolgens wijzigde de Nederlandsche Bank per 15 juli 2015 de berekeningswijze van de rekenrente. De UFR is niet langer als een vast gegeven (van 4,2%) te beschouwen, maar als een variabele die wordt afgeleid met behulp van marktrentes in de laatste 10 jaar (120 maandeinden). Deze dubbele aanpassing van de rekenrente kende een negatief effect op de dekkingsgraad per maandeinde van 11,3 procentpunt. Inclusief de effecten van de renteafdekkingsstrategie die het fonds toepast, had het rendement van de beleggingen in 2015 een negatief effect op de dekkingsgraad van 1,8 procentpunt. De gewijzigde marktrente verhoogde de dekkingsgraad met 1,4 procentpunt. Daarnaast heeft de premie effect op de hoogte van de dekkingsgraad. De feitelijke premie van 16,8% van de pensioengrondslag is hoger dan de wettelijk vereiste kostendekkende premie. De premie droeg in ,2 procentpunt bij aan de dekkingsgraad. In 2015 besloot het bestuur tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag per 1 januari Deze voorwaardelijke toeslag ter grootte van 0,10% is opgenomen in de technische voorzieningen per 31 december Daardoor heeft deze toeslagverlening de dekkingsgraad met 0,1 procentpunt verlaagd. Ook besloot het bestuur in 2015 tot het verlagen van de kostenvoorziening voor toekomstige kosten van 4% naar 3,5% van de netto technische voorzieningen. Deze verlaging leidde tot een verhoging van de dekkingsgraad met 0,5 procentpunt. Tot slot leidden enkele kleine mutaties nog tot een verhoging van 0,3 procentpunt. Vereist eigen vermogen Het vereist eigen vermogen is de omvang van het eigen vermogen dat aanwezig moet zijn om te voorkomen dat, met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5%, het pensioenvermogen van het fonds binnen één jaar minder is dan de voorzieningen. De hoogte van het vereist eigen vermogen is afhankelijk van het risicoprofiel van het fonds. Dit risicoprofiel volgt uit het strategisch beleggingsbeleid. Het vereist eigen vermogen van Pensioenfonds Horeca & Catering bedroeg op 31 december ,8%. De invoering van het FTK 2015 betekende een verhoging van de wettelijke buffers, wat tot uiting kwam in een vereist eigen vermogen van 122,1% op 1 januari Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om in een situatie van reservetekort eenmalig het risicoprofiel van het strategische beleggingsbeleid te vergroten. Het risicoprofiel is per 1 juli 2015 aangepast. Dit leidde op dat moment tot een vereist eigen vermogen van 125,1%. Op 31 december 2015 bedroeg het vereist eigen vermogen eveneens 125,1%. Herstelplan Op 1 januari 2015 was de beleidsdekkingsgraad van 121,5% lager dan de vereiste dekkingsgraad van 122,2%. Hierdoor was sprake van een reservetekort. Pensioenfonds Horeca & Catering diende daarom in juni 2015 een herstelplan in bij de Nederlandsche Bank. Wettelijk is de hersteltermijn vanaf 1 januari 2015, in verband met een overgangssituatie, maximaal twaalf jaar, maar het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering wil herstel binnen tien jaar realiseren. Het reservetekort is opgeheven zodra de (verwachte) beleidsdekkingsgraad hoger is dan de vereiste dekkingsgraad. Het reservetekort zal naar verwachting in de loop van 2020 zijn opgeheven zonder expliciete herstelmaatregelen te hoeven nemen. Levensverwachting en sterfteonderzoek Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de levensverwachting van Nederlanders. In 2015 publiceerde het Actuarieel Genootschap geen nieuwe prognose. Pensioenfonds Horeca & Catering waardeerde de technische voorzieningen op basis van de AG Prognosetafel Naar verwachting publiceert het Actuarieel Genootschap in de loop van 2016 een nieuwe prognose van de levensverwachting. Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand van het fonds. De levensverwachting van de deelnemers van het fonds verschilt met die van de hele bevolking. Daarom past het fonds voor deze zogenaamde fondsspecifieke ervaringssterfte correctiefactoren toe op de landelijke sterftekansen. Uit het onderzoek dat het fonds in 2015 uitvoerde, blijkt de afwijking van fondsspecifieke ervaringssterfte ten opzichte van de landelijke sterftekansen hetzelfde te zijn als bij het onderzoek in In 2015 zijn de correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte daarom niet gewijzigd ten opzichte van

9 Vermogensbeheer Beleggen: focus op lange termijn en risicobeheersing Om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2015 behaalde het fonds een rendement op de beleggingen van 2,34% exclusief renteswaps. Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico s op de korte termijn goed in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan het nodig zijn het beleid bij te stellen. Het fonds volgt de resultaten van haar vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet, zodat het bestuur zorgvuldig en tijdig kan reageren. In 2015 evalueerde het bestuur het lange termijn beleggingsbeleid door middel van een strategische studie, in aansluiting op de in 2014 uitgevoerde ALM-studie. Dit om ervoor te zorgen dat via het beleid voldoende rendement behaald kan worden om aan de verplichtingen te voldoen tegen acceptabele risico s. Het bestuur streeft ernaar om deze ALM-studie eens in de twee tot drie jaar uit te voeren. Rendement op de beleggingen In 2015 bedroeg het nettorendement op de beleggingen 2,34% exclusief renteswaps. Pensioenfonds Horeca & Catering gebruikt renteswaps om een deel van het renterisico af te dekken. Inclusief de renteswaps bedroeg het rendement 0,24%. Het rendement op de beleggingen exclusief renteswaps was 0,69%-punt hoger dan het rendement van de vergelijkende benchmark (1,65%). De rendementscijfers zijn berekend door Bank of New York Mellon, een van de uitvoeringsorganisatie onafhankelijke beleggingsadministrateur. In de tabel Rendementen beleggingscategorieën 2015 staat een overzicht van de bruto en netto absolute rendementen per beleggingscategorie. Daarnaast is de benchmark opgenomen om de netto relatieve rendementen uit te drukken. Rendementen beleggingscategorieën 2015 * Rendementen tot en met halverwege 2015 vanwege de volledige verkoop van de beleggingscategorie grondstoffen. De strategische beleggingsportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat voor 45,5% uit zakelijke waarden, zoals aandelen, converteerbare obligaties en private equity. Beleggingen in vastrentende waarden beslaan 44,5% van de strategische portefeuille. Hieronder vallen obligaties en de beleggingen in hypotheken. De resterende 10% is belegd in een combinatie van beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd onroerend goed

10 Verdeling vermogen eind 2015 De cijfers over het belegd vermogen in de kerncijfers en in de tabel Verdeling vermogen eind 2015 hierboven komen niet (direct) overeen met cijfers in de toelichting op de jaarrekening. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en dit onderdeel van het verslag conform het (strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende beleggingscategorieën hiervan af. Z-score en performancetoets De z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2015 is 0,53%. Dit betekent dat het fonds met de daadwerkelijke uitvoering van het beleggingsbeleid in 2015 betere resultaten behaalde dan de vergelijkende benchmarks. Bij de berekening worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het feitelijk netto rendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score. Pensioenfonds Horeca & Catering voldoet over 2015 aan de norm voor de performancetoets. De uitkomst van de performancetoets over het jaar 2015 is 2,19%. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan 0%, dan is het fonds verplicht om werkgevers die daarom vragen vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf Rendement per beleggingscategorie Zakelijke waarden Beleggingen in aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. De aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een nettorendement van 3,74%. De benchmark behaalde een totaalrendement van 2,69%. De wereldeconomie is in 2015 duidelijk op de proef gesteld door onder andere de toegenomen terreurdreiging. Daarnaast zorgde de lagere vraag naar olie voor een dalende olieprijs. Dit leidde tot beweeglijke financiële markten. De lagere economische groei in China had effect op Europese aandelenmarkten, omdat Europese bedrijven gemiddeld 6% van hun verkopen naar China exporteren. Om de groei van de Chinese economie te bevorderen, nam de Chinese regering diverse steunmaatregelen, waaronder een devaluatie van de yuan in augustus. Ook dit veroorzaakte weer de nodige onrust op de wereldwijde aandelenmarkten. Rendementen op diverse aandelenmarkten kenden grote verschillen. Dit kwam vooral door de relatief grote schommelingen op de valutamarkten. Zo verloor de euro ruim 10% aan waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een nettorendement van 3,05%. Dit resultaat was mede te danken aan stijgende aandelenkoersen in de eerste helft van het jaar. Een minder goede selectie van converteerbare obligaties zorgde ervoor dat de portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering 0,55%-punt slechter presteerde dan de benchmark (3,60%). Het nettorendement op private equity bedroeg in ,68%. Dat is 17,69% meer dan de benchmark die 0,99% rendeerde. De benchmark is het driemaands Euribor-tarief plus 1%. De activiteit op de private equity markten nam in 2015 sterk toe. In een omgeving waarin de economische groei mogelijk aantrekt en de mogelijkheden voor financiering aantrekkelijk zijn, blijft er veel interesse voor deze beleggingscategorie kenmerkte zich daarnaast door een recordaantal verkooptransacties (exits) van belangen in de private equity portefeuilles van Pensioenfonds Horeca & Catering waardoor de portefeuille een positieve herwaardering kende

11 Pensioenfonds Horeca & Catering belegt sinds halverwege 2015 niet langer in grondstoffen. Dit besluit nam het bestuur op basis van de risicobudgetstudie die het begin 2015 uitvoerde. Hieruit bleek dat grondstoffen geen meerwaarde leveren ten opzichte van beursgenoteerd onroerend goed en aandelen op basis van rendement en risico. De grondstoffenportefeuille behaalde tot aan de verkoop een nettorendement van 7,08%. Dit was 0,15%-punt hoger dan de benchmark van 6,93%. De figuur Regioverdeling zakelijke waarden eind 2015 laat de regioverdeling zien van de totale portefeuille zakelijke waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering. Regioverdeling zakelijke waarden eind 2015 Onroerend goed Beleggingen in onroerend goed zijn verdeeld over beursgenoteerd onroerend goed en niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt in beide categorieën en behaalde met de portefeuille wereldwijd beursgenoteerd onroerend goed over 2015 een rendement van 2,55%. Hiermee werd 0,39%-punt beter gepresteerd dan de benchmark. Met de portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed behaalde het fonds een nettorendement van 6,73% (benchmark: 6,93%). De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed is volledig belegd in Nederlands onroerend goed en verdeeld over de sectoren woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten. De rendementen in alle sectoren waren positief in Beleggingen in woningen behaalden het hoogste rendement (11,32%) gevolgd door kantoren (11,13%) en bedrijfsruimten (6,21%). Winkels behaalden een rendement van 3,11%. De figuur Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed eind 2015 geeft de verdeling over sectoren weer van de portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed. Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed eind

12 Vastrentende waarden De beleggingscategorie vastrentende waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit beleggingen in obligaties en hypotheken. Het nettorendement op de beleggingen in obligaties bedroeg -0,72%. Een rendement dat 0,16%-punt hoger was dan dat van de benchmark. Beleggingen in hypotheken behaalden een nettorendement van 3,46% en presteerden 1,71%-punt beter dan de benchmark. De beleggingen in obligaties bestaan voornamelijk uit nominale en inflatie gerelateerde staatsobligaties. Binnen de portefeuille nominale obligaties wordt alleen belegd in Nederland, Duitsland en Finland. Binnen de inflatie gerelateerde obligatieportefeuille belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk. Het nettorendement op de nominale staatsobligaties bedroeg -0,69% (benchmark: -0,37%) in Beleggingen in inflatie gerelateerde obligaties behaalden een nettorendement van -0,51% (benchmark: -0,23%). Naast beleggingen in Europese staatsobligaties bestaat de obligatieportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering uit obligaties in opkomende markten en high yield obligaties (risicovolle obligaties met een hoger rendement). Het nettorendement op obligaties in opkomende markten bedroeg in ,70%. Dit rendement was 1,44%-punt hoger dan de benchmark. De portefeuille high yield obligaties behaalde een rendement van -4,06%: een rendement dat 1,57%-punt lager was dan dat van de benchmark. De portefeuille hypotheken bestaat uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken Deze portefeuille behaalde een nettorendement van 3,46% dat 1,71%-punt hoger is dan de benchmark. De figuur Regioverdeling vastrentende waarden eind 2015 geeft de regioverdeling voor de beleggingscategorie vastrentende waarden weer. Regioverdeling vastrentende waarden eind 2015 Afdekking rente- en valutarisico Het renterisico is een van de belangrijkste risico s van het fonds. De afdekking van het renterisico bedroeg sinds %. Het bestuur besloot per 1 juli 2015 de renteafdekking te verlagen van 64% naar 50% als gevolg van het strategisch dynamisch afdekkingsbeleid. Het strategisch dynamisch beleid ten aanzien van de renteafdekking houdt in dat de mate van afdekking afhankelijk is van de dekkingsgraad en de rentestand. Als gevolg van de fors gedaalde rente (waardoor het neerwaartse risico beperkter is) is de mate van renteafdekking gewijzigd. De effecten op de verwachte dekkingsgraad, rechtenkorting, toeslagresultaten, kostendekkende premie en opbouwpercentage van een afbouw van de renteafdekking naar 50% waren beperkt. Het fonds dekt het renterisico af door een belegging van 22,5% (strategisch normgewicht) van de beleggingsportefeuille in langlopende Eurostaatsobligaties. Ook vormen de beleggingen in hypotheken (5%) en reële staatsobligaties (10%) onderdeel van de renteafdekking. Om tot een afdekking van 50% te komen, gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. De gecombineerde waarde van de renteswaps is ten opzichte van eind 2014 gedaald van 1,1 miljard naar 339 miljoen. Deze waardeverandering is onder andere het gevolg van de afbouw van de renteafdekking van 65% naar 50% en van het recouponnen van een aantal renteswaps. Bij recouponnen wordt het nominale bedrag waarover de variabele rente betaald wordt opgehoogd, waardoor de marktwaarde van de renteswap wordt verlaagd. Het bestuur stelde in 2015 beleid vast ten aanzien van de omvang van de marktwaarde van de renteswaps in verhouding tot het pensioenvermogen. De renteswaps worden als overlay geïmplementeerd en maken hierdoor geen onderdeel uit van de normportefeuille. In uitzonderlijke situaties, bij een zeer hoge positieve of negatieve marktwaarde van de renteswaps, kan een discrepantie tussen het feitelijke en het strategische vereist eigen vermogen ontstaan. Om de effecten van deze discrepantie te mitigeren hanteert het fonds met ingang van 2015 een recouponbeleid. Dit beleid houdt in dat indien de renteswaps twee maandeinden meer dan 5% van het pensioenvermogen uitmaken en de omvang minimaal 300 miljoen bedraagt de marktwaarde van de renteswaps zal worden teruggebracht door middel van recouponnen. Dit geldt zowel voor een positieve als een negatieve marktwaarde. Hierbij geldt de restrictie dat uitsluitend wordt overgegaan tot recouponnen indien de kosten die hiermee gemoeid zijn onder een vastgestelde grens blijven

13 Het pensioenfonds hanteert een bandbreedte van +/- 5% rondom het afdekkingspercentage. Voor een goede aansluiting op de verplichtingen gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps in zes tot acht verschillende looptijdsegmenten. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een internationale beleggingsportefeuille. Ongeveer 50% van alle beleggingen vindt plaats in andere valuta dan de euro. Het valutarisico van deze beleggingen wordt strategisch afgedekt. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Ongeveer 80% van de beleggingsportefeuille bestaat uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Strategische beleggingsallocatie: focus op lange termijn en risicobeheersing Risicobudgetstudie In aansluiting op de ALM-studie uit 2014 voerde het bestuur in de eerste helft van 2015 een risicobudgetstudie uit. De belangrijkste conclusies die het bestuur trok op basis van de uitkomsten van die studie waren dat de renteafdekking kon worden verlaagd en dat de belegging in grondstoffen kon worden vervangen door beursgenoteerd onroerend goed en aandelen. Deze aanpassingen resulteerden in een verhoging van het risicoprofiel van het fonds. Dit was mogelijk omdat Pensioenfonds Horeca & Catering zich met ingang van 1 januari 2015 in een situatie van (reserve)tekort bevond. Het Financieel Toetsingskader dat op 1 januari 2015 is ingegaan staat fondsen die zich in een situatie van (reserve)tekort bevinden toe om (éénmalig) het risicoprofiel te vergroten. Sociale partners in de horeca en catering ondersteunden de eenmalige overgang naar een hoger risicoprofiel. In de risicobudgetstudie 2015 is het strategisch valutabeleid, zoals vastgesteld in de risicobudgetstudie van 2012, getoetst. Het afdekken van valutarisico heeft een significante invloed op de berekening van het vereist eigen vermogen. Pensioenfonds Horeca & Catering dekt een groot deel van haar vermogen af tegen valutaschommelingen. Op basis van de risicobudgetstudie concludeerde het bestuur dat het eventueel afdekken van niet afgedekte valuta slechts een beperkte invloed op het vereist eigen vermogen zou kunnen hebben. Het bestuur achtte een kwalitatieve analyse wenselijk om uiteindelijk de mate van valuta-afdekking te bepalen. Deze analyse maakt onderdeel uit van de strategische verdieping valutabeleid die in de eerste helft van 2016 is voorzien. Evaluatie beleggingscategorieën Het bestuur houdt periodiek de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën tegen het licht. In 2015 zijn de beleggingscategorieën onroerend goed, high yield en converteerbare obligaties geëvalueerd. Daarnaast evalueerde het bestuur de beleggingsovertuigingen. In de evaluaties van de beleggingscategorieën vergelijkt het bestuur het gerealiseerde rendement met de aannames uit de strategische studies. Ook bekijkt het bestuur of de invulling van de beleggingsmandaten voldoet aan de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid. Het bestuur concludeerde dat de invulling van de onderzochte beleggingscategorieën aansluit op de strategische uitgangspunten. Halverwege 2015 zijn de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid voor vastgoed en het middellange termijn vastgoedplan opnieuw getoetst. Het strategisch vastgoedplan 2015 heeft betrekking op de komende drie tot vijf jaar. Het vervangt het strategisch vastgoedplan Binnen de beleggingscategorie niet-beursgenoteerd onroerend goed wordt de allocatie naar de sector woningen verhoogd van 40% naar 60%. De allocatie naar de sector winkels wordt gehandhaafd op 40%. De allocaties naar de sectoren kantoren en bedrijfsruimten zijn komen te vervallen. Gezien de beperkte liquiditeit in de vastgoedmarkt zullen de verschuivingen vanuit de huidige portefeuille naar de streefpercentages enige tijd in beslag nemen. Daarnaast besloot het bestuur om naast de bestaande manager een tweede manager te zoeken voor de sector woningen. Uit de evaluatie van de categorie high yield obligaties bleek dat deze beleggingscategorie zorgt voor diversificatie in de portefeuille. Daarnaast bevestigde de evaluatie de uitgangspunten om het valutarisico van high yield obligaties af te dekken, high yield obligaties wereldwijd te spreiden en ze actief te laten beheren. Ten aanzien van converteerbare obligaties constateerde het bestuur dat de bestaande uitgangspunten geen aanpassing vereisen. Het diversifiërend effect en de gunstige risico/rendementsverhouding zorgen voor toegevoegde waarde aan de portefeuille. Evaluatie beleggingsovertuigingen Pensioenfonds Horeca & Catering geeft het beleggingsbeleid vorm aan de hand van beleggingsovertuigingen die als uitgangspunt dienen voor het beleggingsbeleid en de verdeling van het vermogen over de verschillende vermogensbeheerders. De huidige beleggingsover tuigingen zijn in 2011 door het bestuur vastgesteld. Het bestuur besloot in 2014 om in de eerste helft van 2015 de beleggings overtuigingen te toetsen. De toets leidde tot een aanpassing van de beleggingsovertuigingen van Pensioenfonds Horeca & Catering

14 Het bestuur vindt dat de beleggingen qua stijl en proces transparant moeten zijn. Het bestuur hecht daarbij grote waarde aan een kostenbewuste uitvoering en wenst daarom volledig inzicht in alle kosten die aan het beheren van het vermogen verbonden zijn. Het bestuur beoordeelt de kosten van een belegging in relatie tot het verwachte netto rendement en risicovermindering voor het fonds. Mede om de kosten laag te houden heeft het bestuur een voorkeur voor een beperking van de complexiteit van de totale beleggingsportefeuille. Het fonds betaalt in principe geen prestatie gerelateerde vergoedingen. In beleggingscategorieën waar het betalen van prestatie gerelateerde vergoedingen niet kan worden voorkomen, beoordeelt het bestuur of de veelal hogere kosten in voldoende mate worden gecompenseerd door een hoger te verwachten rendement. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het behalen van een goed rendement voor onze deelnemers is het uitgangspunt, maar Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het ook belangrijk dat dit op een maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt. Daarom heeft Pensioenfonds Horeca & Catering beleid opgesteld voor maatschappelijk verantwoord beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering wil voorkomen dat wordt belegd in ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten niet passen bij de uitgangspunten van de werkgevers en de werknemers in de bedrijfstakken horeca en catering. Om deze uitgangspunten te toetsen is in 2013 een onderzoek gehouden naar het belang van maatschappelijk verantwoord beleggen onder de werkgevers en werknemers. Uit dit onderzoek bleek dat de maatschappelijke thema s arbeidsomstandigheden (kinderarbeid), mensenrechten, corruptie en milieu het zwaarst wegen. Deze maatschappelijke thema s vormen tevens de basis voor de Global Compact Principes zoals geformuleerd door de Verenigde Naties. Ernstige schendingen van deze principes kunnen reden zijn om niet in deze ondernemingen te beleggen. Ook wordt niet belegd in publieke en private ondernemingen die controversiële wapens zoals clusterwapens, nucleaire wapens en landmijnen maken. Daarnaast sluit Pensioenfonds Horeca & Catering beleggingen in staatsobligaties uit van landen waartegen bepaalde sancties van de Europese Unie of Verenigde Naties zijn uitgevaardigd. Naast het uitsluiten van beleggingen levert Pensioenfonds Horeca & Catering, ondanks de relatief hoge kosten voor het betreffende vermogensbeheer en transactiekosten, een actieve bijdrage aan maatschappelijk verantwoord beleggen door te investeren in private equity specifiek gericht op het investeren in schone technologieën. Ook hecht het bestuur aan een goede corporate governance bij de ondernemingen waarin zij investeert en geeft hier invulling aan door een wereldwijd stembeleid te voeren voor alle bedrijven waarin Pensioenfonds Horeca & Catering via aandelen belegt. Beleggingsadviescommissie Ook in 2015 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. Het bestuur heeft veel waardering voor de adviezen die de beleggingsadviescommissie in 2015 gaf en die in de uiteindelijke besluitvorming werden betrokken. Terugkoppeling aan de beleggingsadviescommissie gebeurt vooral als het advies niet (volledig) wordt overgenomen. De leden van de commissie adviseerden het bestuur in 2015 onder meer over: de beleggingsovertuigingen; de risicobudgetteringsstudie; het strategische dynamische rentebeleid en recouponbeleid; de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën; de evaluatie procedure Selecteren, Aannemen, Monitoren en Ontslaan externe beheerders (SAMO); het beleggingsplan voor 2016; de strategische allocatie binnen de niet-beursgenoteerde Nederlandse onroerend goed portefeuille; de externe vermogensbeheerders. De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur

15 Pensioenbeheer Op 1 januari 2015 trad het gewijzigde Financieel Toetsingskader (FTK 2015) in werking. Om te voldoen aan de nieuwe financiële eisen van het FTK 2015, paste Pensioenfonds Horeca & Catering in 2015 het financiële beleid aan. Onder financieel beleid vallen onder andere premiebeleid, toeslagbeleid en kortingsbeleid. Basis voor dit beleid vormde het nieuwe pensioenakkoord van sociale partners. Het pensioenakkoord voorziet ook in afspraken over de pensioenregeling vanaf Het bestuur besloot in 2015 om per 1 januari 2016 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag te verlenen. Op grond van het nieuwe toeslagbeleid bedraagt deze 0,10%. Actieve deelnemers kregen ook een toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,59% en is per 31 december 2015 toegekend. In 2015 legde Pensioenfonds Horeca & Catering in de communicatie met werkgevers en deelnemers de nadruk op het stimuleren van het gebruik van de online omgeving van het fonds. Hiertoe breidde het fonds de functionaliteiten van werkgeversportaal GRIP uit en kregen alle deelnemers toegang tot het deelnemersportaal. Pensioenakkoord van sociale partners In juni 2015 sloten sociale partners in de horeca en catering een nieuw pensioenakkoord voor de jaren 2016 tot en met Het akkoord bevat onder meer afspraken over het premie-, toeslag- en kortingsbeleid. Deze afspraken gelden vanaf 1 juli Daarmee kon het bestuur op tijd invulling geven aan het FTK In het pensioenakkoord zijn ook afspraken opgenomen over de pensioenregeling vanaf Het bestuur van het fonds beoordeelde het pensioenakkoord op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Hierbij hield het bestuur rekening met de doelstellingen en uitgangspunten van het fonds. Het bestuur concludeerde dat de afspraken van sociale partners financieel haalbaar, operationeel uitvoerbaar en eveneens uitlegbaar zijn aan werkgevers en werknemers. Het bestuur aanvaardde de afspraken uit het pensioenakkoord en nam deze op in een overeenkomst tot formele opdrachtaanvaarding welke aan sociale partners is voorgelegd. In de voorgelegde overeenkomst is ook een beschrijving van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het fondsbestuur en sociale partners opgenomen. Verder voorziet de overeenkomst tot opdrachtaanvaarding in afspraken over overleg tussen het fondsbestuur en sociale partners. Premie Premie 2015 Het bestuur stelde in 2011 de feitelijke (doorsnee)premie voor 2012 tot en met 2016 vast op 16,8% van de pensioengrondslag. Voor 2015 is de premie getoetst op basis van het toenmalig geldende financieel toetsingskader (FTK 2007). De premie die over 2015 nodig was voor de inkoop van pensioen, de uitvoeringskosten, het vereist eigen vermogen en de inkoop van onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers was lager dan 16,8%. Daarmee was de feitelijke premie voor 2015 op dat moment kostendekkend. Het fonds voldeed hiermee aan de eis die in de Pensioenwet is opgenomen. Premiebeleid per 1 januari 2016 De achterliggende systematiek op basis waarvan de kostendekkende premie wordt vastgesteld wijzigt per 1 januari Vanaf 1 januari 2016 wordt de kostendekkende premie gedempt op basis van verwacht rendement waarbij rekening wordt gehouden met verwachte inflatie. Naar verwachting kent de hoogte van de premie hiermee een grotere stabiliteit. De ontwikkeling van rendementen is (naar verwachting) stabieler dan die van de rente. Het te hanteren verwacht rendement is vastgesteld in overeenstemming met het pensioenakkoord van sociale partners van juni 2015 en bedraagt 4,1%. Het bestuur bepaalt vooraf de premie die nodig is voor het volgende jaar. Dit doet het bestuur op basis van het verwacht rendement en op basis van de rente per 30 september. De berekende kostendekkende premie voor 2016 is lager dan de feitelijke premie van 16,8%. Het fonds voldoet hiermee aan de eis die in de Pensioenwet is opgenomen. Premie-egalisatiereserve Vanaf 2016 wordt een premie-egalisatiereserve gevormd. Als de (feitelijke) doorsneepremie over een jaar genomen hoger is dan de gedempte kostendekkende premie wordt dit verschil toegevoegd aan de premie-egalisatiereserve. Is de doorsneepremie lager dan de gedempte kostendekkende premie, dan kan de premie-egalisatiereserve worden gebruikt om de doorsneepremie aan te vullen tot een kostendekkend niveau. Als de premie-egalisatiereserve niet voldoende is om het tekort in de kostendekkende premie aan te vullen, dan legt het bestuur die situatie aan sociale partners voor. Als er na afloop van het pensioenakkoord sprake is van een overschot in de premie-egalisatiereserve, dan kan dit worden gebruikt voor extra pensioenopbouw en eventueel extra toeslag. Dit kan alleen voor de deelnemers die in de jaren 2016 tot en met 2021 premie betaalden en voor zover dit wettelijk en fiscaal mogelijk is. Als het overschot naar het oordeel van sociale partners te gering is, of als sociale partners geen besluit nemen, zal het eventuele restant worden aangewend voor een nieuwe premieperiode

16 Toeslag Toeslagbeleid In 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het toeslagbeleid uitdrukkelijk omschreven en toegelicht. Voor het toeslagbeleid bepaalden sociale partners concrete maatstaven en uitgangspunten. Op basis hiervan beoordeelt het bestuur elk jaar of een voorwaardelijke toeslag kan worden verleend en zo ja, hoe hoog deze voorwaardelijke toeslag is. Voor gewezen deelnemers en gepensioneerden geldt voortaan hetzelfde beleid voor voorwaardelijke toeslagverlening als voor actieve deelnemers. Het bestuur hanteert de stijging van de consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid (hierna: CPI) als maatstaf voor het toeslagbeleid. Hiervoor wordt de CPI van september vergeleken met de CPI van september van het voorgaande jaar. Het bestuur streeft ernaar om langjarig gemiddeld ten minste 50% van de stijging van de CPI als toeslag te verlenen. Deze ambitie is geconcretiseerd in het toeslagbeleid via een staffel. In deze staffel is de hoogte van de daadwerkelijk toe te kennen voorwaardelijke toeslagverlening, naast de stijging van de CPI, ook de beleidsdekkingsgraad, het vereist eigen vermogen en de reële dekkingsgraad per 30 september van belang. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. De reële dekkingsgraad van het fonds is gelijk aan de beleidsdekkingsgraad gedeeld door de beleidsdekkingsgraad die is vereist voor voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de toename van de prijsindex. Eind 2015 bedroeg de reële dekkingsgraad 91,1%. Op grond van het FTK 2015 geldt dat een voorwaardelijke toeslag alleen toekomstbestendig kan worden verleend, dat wil zeggen dat die naar verwachting ook in de toekomst kan worden verleend. Onderstaande tabel toont de voorwaardelijke toeslagverlening bij verschillende dekkingsgraden. Overzicht voorwaardelijke toeslagverlening Inhaaltoeslag onder voorwaarden mogelijk Sociale partners bepaalden ook dat een inhaaltoeslag is te verlenen tot 50% van de CPI als over voorgaande jaren (met ingang van 2016) het streven van een toeslag van 50% van de CPI te verlenen niet is gehaald. Het bestuur besluit inhaaltoeslagen over voorgaande jaren te verlenen als: de beleidsdekkingsgraad van het fonds zodanig is dat het fonds beschikt over het vereist eigen vermogen en; de reële dekkingsgraad groter is dan 100% en; het bestuur op dat moment al een volledige toeslag (100% van de CPI) per 1 januari van het volgend jaar heeft toegekend en; het bestuur in één of meer voorgaande jaren een gedeeltelijke toeslag kleiner dan 50% van de stijging van de CPI heeft verleend, die nog niet (volledig) is ingehaald. De hoogte van de inhaaltoeslag wordt begrensd door: enerzijds de toeslag die jaarlijks toekomstbestendig kan worden verleend op basis van een vijfde van het gedeelte van de beleidsdekkingsgraad, dat uitgaat boven het vereist eigen vermogen, en; anderzijds de mate waarin de gedeeltelijke toeslag in één of meer van de voorafgaande jaren, maar niet vóór 2016, kleiner was dan 50% van de stijging van de CPI

17 Voorwaardelijke toeslag van 0,10% per 1 januari 2016 voor alle deelnemers Het bestuur besloot in 2015 om per 1 januari 2016 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,10%. De hoogte van de toeslagverlening is berekend op basis van de staffel in het vastgelegde toeslagbeleid. De toeslag is minder dan 50% van de prijsstijging van 0,4%, berekend per september 2015 ten opzichte van september Daarom is sprake van een indexatie-achterstand ter grootte van 0,1% die gedurende de looptijd van de pensioenovereenkomst in aanmerking komt voor inhaaltoeslag. De verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en de uitkeringen van pensioengerechtigden. Onvoorwaardelijke toeslag van 0,59% per 31 december 2015 uit premieopslag voor actieve deelnemers De premie bevat een opslag van 0,9 procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening. Het bestuur stelde de toeslag vanuit deze opslag in de premie vast op 0,59% per 31 december Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van deelnemers die gedurende het boekjaar 2015 actief waren. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige jaren. Het bestuur stelt jaarlijks de hoogte van de onvoorwaardelijke toeslag vast. Op basis van het pensioenakkoord van sociale partners vervalt met ingang van 2017 de opslag van 0,9 procentpunt in de premie. Daarmee vervalt met ingang van 2017 ook de onvoorwaardelijke toeslag. Korting Kortingsbeleid Vanaf 1 juli 2015 is op basis van het pensioenakkoord vastgelegd in welke situatie het fonds opgebouwde pensioenen en pensioenuitkeringen kan korten. Het bestuur streeft naar een beleid waarbij rechtenkorting zoveel mogelijk wordt voorkomen. Op twee momenten is het verplicht om pensioenaanspraken en pensioenrechten te korten. Dit is het geval als: 1. de beleidsdekkingsgraad gedurende vijf jaar lager is dan het minimaal vereist eigen vermogen en de dekkingsgraad ook bij de laatste vaststelling onder dat niveau is. In dat geval wordt een onvoorwaardelijke rechtenkorting doorgevoerd in vijf jaarlijkse termijnen ter grootte van 1/5 van het verschil tussen het minimaal vereist eigen vermogen en de beleidsdekkingsgraad. Met een minimale rechtenkorting van 1% per jaar. 2. de herstelperiode van tien jaar die Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert niet voldoende blijkt om de beleidsdekkingsgraad boven het niveau van het vereist eigen vermogen te krijgen. In dat geval wordt een onvoorwaardelijke korting toegepast ter grootte van 1/10 van het verschil van de dekkingsgraad die behoort bij het vereist eigen vermogen en de beleidsdekkingsgraad. In deze herstelperiode beoordeelt het bestuur jaarlijks opnieuw of een korting noodzakelijk is. Sociale partners bepaalden dat een eventuele verlaging van de pensioenen en uitkeringen in navolgende jaren niet wordt gerepareerd. Als de financiële positie van het fonds naar het oordeel van het bestuur ontoereikend is, is het bestuur bevoegd één of meerdere financiële sturingsmiddelen aan te wenden ter verbetering van de financiële positie van het fonds. In dat kader ziet het bestuur rechtenkorting als noodmaatregel. Pensioenregeling in 2015 aangepast Premie-, toeslag- en kortingsbeleid gewijzigd De door het fonds uit te voeren pensioenregeling is aangepast met het hierboven benoemde premie-, toeslag- en kortingsbeleid, zoals dat geldt per 1 juli Alle deelnemers, gewezen deelnemers, ex-partners en gepensioneerden van het fonds zijn geïnformeerd over deze wijzigingen in het premie-, toeslag- en kortingsbeleid per 1 juli Het bestuur stelde vast dat de premie-egalisatiereserve ook kan worden gebruikt als sturingsmiddel om de financiële positie van het fonds te verbeteren. De Nederlandsche Bank hanteert namelijk als uitgangspunt dat een eventueel positief saldo in de premie-egalisatiereserve wordt benut om een mogelijke korting van pensioenaanspraken en -uitkeringen te voorkomen. Uitstel en pensioenopbouw tot AOW-ingangsdatum De stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd leidt ertoe dat de AOW-ingangsdatum en de bij het fonds geldende pensioenrichtdatum steeds verder uiteenlopen. In het reglement geldt tot en met 2016 de eerste dag van de maand waarin men 65 jaar wordt als pensioeningangsdatum. Voor geboortejaar 1951 ligt de AOW-datum, afhankelijk van de geboortedatum, op 65 jaar en 6 maanden of 65 jaar en 9 maanden. Het bestuur besloot deelnemers met geboortejaar 1951 die op de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt een dienstverband hebben bij een aangesloten werkgever, de mogelijkheid te bieden de pensioeningangsdatum uit te stellen en pensioen te blijven opbouwen tot de AOW-ingangsdatum. Eerder stelde het bestuur dit ook vast voor geboortejaren vóór

18 Pensioenregeling 2016 In 2016 wordt de pensioenregeling zoals die geldt vanaf 1 januari 2015 voortgezet. Dit betekent dat de pensioenrichtleeftijd 65 jaar blijft en het opbouwpercentage 1,466%. De franchise blijft vastgesteld op het fiscaal laagst mogelijke niveau. Het maximum pensioengevend salaris wordt vanaf 2016 jaarlijks aangepast met het percentage waarmee de franchise wordt aangepast. Pensioenregeling 2017 tot en met 2021 Het pensioenakkoord dat sociale partners sloten, bevat ook afspraken over de pensioenregeling vanaf Deze afspraken gelden voor een periode van vijf jaar. Sociale partners besloten de premie die werkgever en werknemer gezamenlijk aan het fonds zijn verschuldigd, tot en met 2021 te handhaven op 16,8%. Het werkgeversaandeel in de totale premie blijft 8,4% van de pensioengrondslagsom. Op verzoek van de werknemersorganisaties kan de werknemersbijdrage worden verhoogd. De pensioenregeling kent geen mogelijkheid van premiekorting of premierestitutie. Ook spraken sociale partners af om de pensioenrichtleeftijd aan te laten sluiten bij de fiscale regelgeving. De pensioenrichtleeftijd wijzigt per 1 januari 2017 daarom van 65 naar 67 jaar. De aanspraken die tot en met 2016 zijn opgebouwd, worden collectief actuarieel neutraal omgezet naar de pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd ontstaat fiscaal ruimte voor een hoger opbouwpercentage. Sociale partners besloten tot een verhoging van het opbouwpercentage van 1,466% naar 1,65%. Het uitgangspunt om de laagst mogelijke franchise te hanteren, blijft ook in de pensioenregeling vanaf 2017 gehandhaafd. Sociale partners bepaalden dat de onvoorwaardelijke toeslag aan actieve deelnemers vanaf 2017 vervalt. Voor deze onvoorwaardelijke toeslag bevatte de premie een opslag van 0,9%-punt. Dit deel van de premie wordt daarmee ook bestemd voor pensioenopbouw. Sociale partners evalueren in 2018 de hoogte van de pensioenopbouw, de premieafspraak en de eventueel aanwezige premieegalisatiereserve voor de resterende jaren tot en met De afspraken die sociale partners maakten over de pensioenregeling vanaf 2017 leiden tot aanzienlijke wijzigingen van de pensioenregeling. Het bestuur van het fonds onderkent dit en heeft een plan van aanpak opgesteld. Het plan van aanpak onderscheidt vier aandachtsgebieden waarop activiteiten nodig zijn. Het eerste aandachtsgebied betreft de producten. Zo betekent de verhoging van de pensioenrichtleeftijd dat de geldende verplichtstelling per 1 januari 2017 moet worden gewijzigd. Ook moeten de fondsdocumenten worden herzien. Via heldere communicatie, het tweede aandachtsgebied, wil het fonds alle belanghebbenden informeren over de wijzigingen. Het derde aandachtsgebied ziet op conversie: het omzetten van de aanspraken van 65 jaar naar 67 jaar. Het laatste aandachtsgebied heeft betrekking op het aanpassen van processen en systemen in de deelnemers- en werkgeversadministratie. Het informeren van de medewerkers van de uitvoeringsorganisatie over de wijzigingen in de pensioenregeling valt hier ook onder. De tijdige besluitvorming van sociale partners maakt het mogelijk de aanpassingen en heldere communicatie daarover goed voor te bereiden. SUCON De contractcateringsector kent een VUT-overgangsregeling, bestaande uit een regeling voor werknemers geboren vóór 1950 (SUCON I) en een regeling voor werknemers geboren in een van de jaren 1950 tot en met 1953 (SUCON II). Gelet op het laatste geboortejaar (1949) vonden in 2014 de laatste VUT-uitkeringen uit SUCON I plaats. Het bestuur van SUCON I besloot in 2015 tot opheffing van de stichting. SUCON I en de bij deze VUT-stichting betrokken sociale partners verzochten Pensioenfonds Horeca & Catering om medewerking te verlenen aan de aanwending van het liquidatiesaldo van ,-- Dit saldo komt ten goede aan circa deelnemers met een dienstverband in de contractcateringbranche en dus VUT-bijdragen voldeden in de jaren (de laatste jaren waarin VUT-bijdragen werden voldaan). De werkzaamheden werden afgerond in december 2015 met een mutatiedatum van 31 december Inzet en ontwikkeling van het digitale kanaal Communicatie van Pensioenfonds Horeca & Catering moet bijdragen aan administratief gemak voor werkgevers en mentale rust van (oud-)deelnemers. Om dat te bereiken communiceert Pensioenfonds Horeca & Catering bij voorkeur digitaal. Het fonds is ervan overtuigd dat het via digitale communicatie de beste mogelijkheden heeft om werkgevers en (oud-)deelnemers op een kostenefficiënte manier optimaal te bedienen. In 2015 lag daarom de nadruk van alle communicatie met deelnemers en werkgevers op het stimuleren van het gebruik van de online omgeving van het fonds. Daar kunnen werkgevers en deelnemers inloggen en hebben zij op elk door hen gewenst moment toegang tot voor hen persoonlijk relevante informatie. De online omgeving van het fonds is constant in ontwikkeling om te voorzien in de informatieen communicatiebehoeften van werkgevers en deelnemers. Het fonds helpt bezoekers van de online omgeving door zoveel mogelijk inzicht te geven in de eigen situatie, op basis van de in de administratie van het fonds beschikbare gegevens. Werkgevers en werknemers worden online via klantreizen aan de hand genomen langs gelaagde, heldere informatie die snel en eenvoudig inzicht en handelingsperspectief bieden. Het fonds richt de klantreizen in op basis van de getoonde wensen en behoeften van werkgevers en werknemers

19 De focus van de communicatie lag tevens op het verkrijgen van adressen van (oud-)deelnemers en werkgevers. Beschikt het fonds daarover, dan communiceert het ook op die manier digitaal. Is het adres niet beschikbaar, dan prikkelt het fonds via activerende mailingen om in te loggen op de online omgeving en daar het adres achter te laten. Het fonds benut hiervoor zoveel mogelijk de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Het fonds verwacht hierbij in de nabije toekomst gebruik te gaan maken van de Berichtenbox van MijnOverheid.nl. Werkgeversportaal In 2015 werd de functionaliteit van werkgeversportaal GRIP uitgebreid en de inrichting verbeterd. Werkgevers kregen meer mogelijkheden om hun administratie via GRIP te voeren en te bewaken. Ook is GRIP beter ingericht voor het gebruik door holdings en administratieen accountantskantoren. Daarnaast is een belangrijke update voor begin 2016 voorbereid. Die biedt werkgevers een overzichtelijker dashboard en legt de basis voor verdere verbeteringen en uitbreiding van functionaliteiten. Het aantal werkgevers dat gebruikmaakt van GRIP nam ook in 2015 fors toe. Het aantal werkgevers dat zich in 2015 heeft geregistreerd voor GRIP is gestegen van 31% naar 55%. Dit betekent dat het fonds eind % van de op dat moment aangesloten digitaal kon bedienen. Het is intussen het belangrijkste communicatiemiddel voor alle communicatie met werkgevers over premiebetaling en gegevensverstrekking. De overige communicatiekanalen en -middelen ondersteunen daarbij. Deelnemersportaal De online omgeving voor deelnemers is in 2015 beter ingericht voor (her)startende werknemers in onze sectoren. Daarnaast is in 2015 communicatie over de wijziging van de pensioenregeling benut om alle deelnemers (actief, slaper en gepensioneerd) toegang te geven tot het portaal en hen gesegmenteerd, relevante inhoud en functionaliteiten te bieden. Door alle deelnemers toegang te geven tot het portaal, was het fonds in staat om alle ruim één miljoen deelnemers efficiënt en gelaagd en hoofdzakelijk digitaal te informeren over de wijziging van de regeling. Bij elk van de bovengenoemde contactmomenten werden deelnemers die dat nog niet deden, gestimuleerd om het adres achter te laten. In 2015 leidde dit tot in totaal bijna inlogs (actief, slaper, gepensioneerd) op het deelnemersportaal. De actualiteit van de persoonlijke gegevens die een deelnemer in het portaal ziet, is in 2015 sterk verbeterd. Dit komt door een verhoging van de frequentie waarmee het fonds de deelnemersadministratie actualiseert. Deze verbetering past bij het streven van het fonds om deelnemers inzicht te bieden in alle, zo actueel mogelijke, administratieve gegevens. Toezichthouder AFM complimenteerde het fonds voor de manier waarop het fonds het belang van de deelnemer centraal stelt. Wet Pensioencommunicatie Per 1 juli 2015 is de Wet Pensioencommunicatie ingevoerd, op basis waarvan de Pensioenwet is aangepast. Het doel van de wet is de informatieverstrekking over pensioen aan deelnemers te verbeteren. De wet stelt de volgende kaders voor de communicatie van fondsen: stel de deelnemer centraal; verkrijg inzicht in de informatiebehoeften en de kenmerken van de deelnemer en sluit de communicatie daarop aan; bied de deelnemer handelingsperspectief door inzicht te geven in zijn keuzes; verstrek informatie tijdig, correct en duidelijk en geef de deelnemer een evenwichtig inzicht in de voor- en nadelen (risico s) van keuzes; toets de effecten van de communicatie-inspanningen. De aangepaste Pensioenwet biedt daarnaast meer mogelijkheden om digitaal te informeren, doordat fondsen hun communicatie als standaard digitaal kunnen aanbieden. Ook kunnen pensioenfondsen gebruik gaan maken van de Berichtenbox van MijnOverheid.nl. De nieuwe kaders van de Wet Pensioencommunicatie sluiten aan op het beleid dat Pensioenfonds Horeca & Catering eerder al opstelde voor de communicatie met deelnemers waarmee het fonds vooruitliep op de wet. Pensioen De Wet Pensioencommunicatie stelt eisen aan de middelen die pensioenfondsen inzetten in de communicatie met deelnemers. Zo zijn fondsen verplicht om vanaf 1 juli 2016 de bestaande (voorgeschreven) startbrief te vervangen door laag 1 van Pensioen Pensioen biedt gelaagde informatie die elk fonds moet verstrekken aan deelnemers die (opnieuw) starten met pensioenopbouw. In laag 1 zijn de belangrijkste onderdelen van de pensioenregeling opgenomen. Deelnemers die meer willen weten, kunnen doorklikken naar laag 2 of achtergrondstukken vinden in laag 3. Fondsen mogen al eerder gebruik maken van Pensioen Pensioenfonds Horeca & Catering deed dit al in 2015 binnen de nieuwe klantreis die is ingericht voor (her)startende werknemers. Daarmee paste het fonds de informatie waarmee het nieuwe deelnemers en herintreders welkom heet, geheel aan. Sinds eind november 2015 ontvangen (her)starters in de horeca en catering de nieuwe startinformatie: een verwijzing naar het deelnemersportaal waar zij onder meer Pensioen kunnen bekijken

20 Pensioenregister De Wet Pensioencommunicatie voorziet in een uitbreiding van het doel van het Pensioenregister. Het kabinet vindt het noodzakelijk om deelnemers via het Pensioenregister te ondersteunen bij het verkrijgen van inzicht, overzicht en handelingsperspectief met betrekking tot het totale pensioeninkomen. De website mijnpensioenoverzicht.nl van het Pensioenregister kreeg in 2015 meer functionaliteiten. De komende jaren wordt de website verder uitgebreid. Daarnaast moeten pensioenuitvoerders vanaf 2016 vaker gegevens aan het Pensioenregister aanleveren. Pensioenfonds Horeca & Catering is nauw aangesloten op deze ontwikkelingen. Hiermee blijft het fonds op de juiste manier bijdragen aan de informatievoorziening via mijnpensioenoverzicht.nl. Efficiëntie van de deelnemersadministratie vergroot Pensioenfonds Horeca & Catering beschikt niet over de volledige gegevens van alle (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden. In 2015 ging het fonds daarom verder met het onderzoek naar ontbrekende deelnemersgegevens. In de deelnemersadministratie van het fonds stonden eind 2014 circa pensioenaanspraken en -rechten geregistreerd waarbij het fonds geen of onvoldoende gegevens had om ze aan een deelnemer te kunnen toewijzen. In 2015 kon het fonds aan circa van deze aanspraken en rechten de juiste deelnemersgegevens (burgerservicenummers) koppelen. Als gevolg hiervan is het uitkeringsvolume in 2015 toegenomen en deed het fonds een nabetaling aan gevonden uitkeringsgerechtigden. Verder leidde een verbetering in de efficiëntie van de deelnemersadministratie tot een toename van het aantal pensioengerechtigde deelnemers van wie vóór de pensioeningangsdatum de aanvraag voor pensioen toegekend kan worden. Kwaliteit uitvoering via ISAE3402 aangetoond Pensioenfonds Horeca & Catering is een zelfadministrerend pensioenfonds. Over de uitvoering vindt via de reguliere planning & controlcyclus rapportage aan het bestuur plaats. Tevens legt de directeur jaarlijks een in control statement af aan het bestuur. In aanvulling daarop is in het kader van kwaliteitsdenken en handelen in 2015 in twee fases een ISAE3402 certificeringtraject met succes uitgevoerd: Type I rapport: rapport omtrent de beschrijving en opzet en bestaan van de interne beheersingsmaatregelen van de uitvoeringsorganisatie op de gespecificeerde datum van 31 maart 2015; Type II rapport: rapport omtrent de beschrijving en opzet, bestaan en werking van de interne beheersingsmaatregelen van een serviceorganisatie gedurende de gespecificeerde verslagperiode van 1 april tot en met 31 december In de scope van ISAE 3402 rapportage zijn die processen en controlemaatregelen opgenomen die relevant zijn in het kader van de financiële verantwoording. Op deze wijze is de professionaliteit van de beheersomgeving via een onafhankelijke toets van een externe accountant aantoonbaar gemaakt. Uitvoeringskosten Pensioenfonds Horeca & Catering vindt lage uitvoeringskosten belangrijk. Het fonds voert daarom de pensioenadministratie zo efficiënt mogelijk uit. Doordat het fonds de pensioenregeling uitvoert voor een grote groep deelnemers levert dit door de schaalgrootte lagere kosten per deelnemer op. Het fonds heeft daarnaast geen winstoogmerk. Dat betekent dat het fonds alle premies en beleggingsopbrengsten, na aftrek van de uitvoeringskosten, direct aan pensioen kan besteden. Doordat het fonds zelf de pensioenadministratie verzorgt, is geen sprake van eventuele kostenverhogende BTW over deze activiteit. Pensioenfonds Horeca & Catering volgt de Aanbevelingen Uitvoeringskosten, zoals die zijn opgesteld door de Pensioenfederatie. Uitsplitsing van uitvoeringskosten De totale uitvoeringskosten van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2015 bedragen 56,4 miljoen (2014: 49,4 miljoen). Onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer. Overzicht uitvoeringskosten 2015 versus 2014 De kosten vermogensbeheer en de transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen

21 De totale uitvoeringskosten bestaan uit kosten pensioenbeheer, kosten vermogensbeheer en transactiekosten. Door deze opsplitsing in kostensoorten, waarbij de bijbehorende kosten zijn vastgesteld volgens de aanbevelingen van de Pensioenfederatie, zijn de uitvoeringskosten van pensioenfondsen te vergelijken. Het fonds neemt daartoe sinds 2013 deel aan het jaarlijks onderzoek door het Institutioneel Benchmarking Instituut (IBI). Dit onderzoek is specifiek op Nederland gericht. In 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering de hoogte van de vermogensbeheerkosten en de uitvoering van transacties laten toetsen en onderzoeken door een externe consultant. Uit dit onderzoek bleken de vermogensbeheerkosten gemiddeld genomen competitief te zijn. Ook bleek best execution geborgd bij de aangestelde vermogensbeheerders. Kosten pensioenbeheer De kosten pensioenbeheer bestaan uit: kosten voor de pensioenadministratie; kosten van communicatie met deelnemers en werkgevers; het deel van de bestuurskosten dat is toe te rekenen aan pensioenbeheer. De kosten van pensioenbeheer over 2015 bedragen 55 per deelnemer. Over 2014 bedroegen de kosten per deelnemer 63. De daling t.o.v is het gevolg van: een toename van het aantal deelnemers (effect 5 per deelnemer); incidenteel hoge bestuurskosten in 2014 (effect 3 per deelnemer). * Het vergelijkingscijfer over 2015 wordt in de tweede helft van 2016 verwacht

22 Kosten vermogensbeheer De totale kosten van vermogensbeheer bedroegen 26,5 miljoen in Dit is 0,34% van het gemiddeld belegd vermogen. In 2014 bedroegen de kosten 0,35% van het gemiddeld belegd vermogen. Onderstaande tabel geeft een specificatie van de totale kosten vermogensbeheer, bestaande uit directe beheerkosten en overige beheerkosten. De directe beheerkosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. De overige beheerkosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen. Directe beheerkosten Pensioenfonds Horeca & Catering laat het belegd vermogen beheren door externe vermogensbeheerders. De directe beheerkosten bevatten alle kosten van deze externe beheerders. Dit betreft hoofdzakelijk de beheervergoeding van de externe beheerders (inclusief onderliggende fondsen) en prestatievergoedingen (alleen bij private equity). De absolute stijging van 2015 ten opzichte van 2014 wordt vrijwel geheel verklaard door de toename van het gemiddeld belegd vermogen. Dit blijkt uit het gegeven dat de beheerkosten uitgedrukt als percentage van het gemiddeld belegd vermogen in 2015 (0,34%) ongeveer gelijk zijn t.o.v (0,35%). Overige beheerkosten Onder overige beheerkosten vallen de kosten van het intern fiduciair beheer, kosten bewaarloon en overige kosten. Belangrijkste kostenstijging ten opzichte van 2014 betreft de post Bewaarloon en overige kosten bewaarbank. Deze post bestaat uit de kosten voor bewaarloon, accounting, performance-berekeningen, en overige dienstverlening. De kostenstijging over 2015 heeft grotendeels betrekking op hogere kosten bewaarloon als gevolg van de gestegen waarde van de betreffende beleggingen

23 Transactiekosten De transactiekosten zijn direct gerelateerd aan de totstandkoming van beleggingstransacties. De stijging t.o.v wordt grotendeels verklaard door de hogere transactiekosten op het gebied van de Interest Rate Swaps. Deze extra kosten houden verband met de afbouw van de rentehedge en het uitvoeren van recoupon transacties in De transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. Kosten en rendement Onderstaande tabel geeft per beleggingscategorie een overzicht van het netto rendement in relatie tot de directe beheerkosten en transactiekosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen. Deze vergelijking is om de volgende redenen relevant: Voor beleggingen met een gunstige combinatie van risico en rendement kan een hoger kostenniveau aanvaardbaar zijn omdat een hoger rendement wordt verwacht. Pensioenfonds Horeca & Catering maakt deze afweging op basis van de ALM-studie. In deze studie bepaalt het bestuur de gewenste beleggingsmix op basis van de financiële positie van het fonds en de verhouding tussen rendement en risico van elke beleggingscategorie. De mate van actief of passief beheer beïnvloedt de omvang van de kosten. Actief beheer brengt hogere kosten met zich mee dan passief beheer. Hiertegenover staat bij actief beheer een hoger verwacht rendement. De directe beheerkosten en transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. Uit de tabellen volgt dat de directe beheerkosten van private equity relatief hoog zijn in verhouding tot de directe beheerkosten van de overige beleggingscategorieën. Daar tegenover staat echter een hoger netto rendement wat een positieve bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van het beleggingsbeleid van het fonds. De volgende factoren beïnvloeden het kostenniveau van private equity: Bij private equity wordt in een aantal gevallen de vergoeding gebaseerd op de toezeggingen (commitments) in plaats van daadwerkelijk belegd vermogen. Daarnaast zijn de kosten in de opstartfase van een private equity-programma relatief hoog

24 Pensioenfonds Horeca & Catering heeft één programma manager aangesteld voor het beheer van de beleggingen private equity. Daarnaast belegt Pensioenfonds Horeca & Catering in een aantal (deels) aflopende extern beheerde fund-of-funds. De fondsen beleggen onderliggend in verschillende private equity-fondsen. De gerapporteerde directe beheerkosten bevatten ook de beheervergoedingen van de onderliggende private equity-fondsen. Bij private equity-fondsen wordt gewerkt met prestatievergoedingen. Deze vergoedingen worden pas betaald na het behalen van een vooraf gedefinieerd rendement. Deze prestatievergoedingen van zowel de fund-of-funds als de onderliggende private equity-fondsen maken onderdeel uit van de directe beheerkosten. Berekende en in rekening gebrachte vermogensbeheerkosten Onderstaande tabel geeft een splitsing tussen berekende kosten en in rekening gebrachte kosten. Uitsplitsing kosten vermogensbeheer in berekende kosten en in rekening gebrachte kosten De in rekening gebrachte kosten bedragen 20,7 miljoen en bestaan uit: betaalde facturen van externe vermogensbeheerders, betaalde interne uitvoeringskosten, ingehouden beheersvergoedingen en kosten uit beleggingsfondsen waarbij een accountantsverklaring is ontvangen. De berekende kosten bedragen 5,8 miljoen betreffen voornamelijk berekende beheerskosten uit beleggingsfondsen waarvoor nog geen accountantsverklaring is ontvangen

25 Risicobeleid Identificeren en beheersen van risico s Pensioenfonds Horeca & Catering keert niet alleen op dit moment pensioenen uit, maar moet dat ook in de toekomst doen. Voor het bestuur van het fonds is het identificeren en beheersen van risico s daarom essentieel. Het bestuur legde risico s vast in het risicoraamwerk. Daarbij benoemde het bestuur de gevolgen van de risico s en de kans dat die risico s optreden. Daarnaast beschreef het bestuur de maatregelen die het kan nemen om de risico s te beheersen. De risico s die het bestuur beschreef in het risicoraamwerk - en met name de gevolgen daarvan, de kans dat ze optreden en de beheersmaatregelen daartegen - blijven niet altijd gelijk. Het bestuur heeft oog voor deze bewegingen en evalueert om die reden periodiek het raamwerk risicomanagement. Inrichting risicomanagement Het bestuur benoemt risicothema s op grond van de geformuleerde beleidscyclus voor integraal risicomanagement. Hierbij maakt het bestuur ook gebruik van de door de Nederlandsche Bank in het kader van haar toezichtaanpak FOCUS! opgestelde risicoanalyse van het fonds en van de risico-inschatting van de externe accountant. Het bestuur koppelt het risicoraamwerk aan het beheersingskader van key controls, zoals dit binnen de uitvoeringsorganisatie is geïmplementeerd. Met behulp van dit beheersingskader wordt in het risicoraamwerk een verbinding gelegd tussen de strategische risico s die het bestuur onderkent en de dagelijkse handelswijze van de uitvoeringsorganisatie. Pensioenfonds Horeca & Catering richt het risicomanagementmodel in met een integrale verantwoordelijkheid op elk niveau: van medewerker tot bestuur. Het betreft een samenspel van personen die gezamenlijk hun rol binnen het risicomanagement invullen. De risicomanager coördineert de beleidscyclus. Ook beoordeelt de risicomanager of risico s (tijdig en voor zover mogelijk volledig) worden onderkend in de beleidscyclus en de uitvoering daarvan. Het bestuur constateerde dat het risicoraamwerk goed is opgezet en dat de beleidscyclus werkt. De organisatie van het risicomanagement is hiermee volgens het bestuur passend bij het karakter en de omvang van het fonds. Risicosoorten Pensioenfonds Horeca & Catering onderscheidt de volgende risicosoorten: Strategische risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die op voorhand niet te normeren zijn en (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Deze risico s zijn wel te kwalificeren, maar niet te kwantificeren. Financiële risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen zijn deze risico s te normeren en te kwantificeren (Besluit financieel toetsingskader en eigen modellen). Operationele risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen (richtlijnen uitbesteding/contractual requirements) zijn deze risico s te kwalificeren en (over het algemeen) te kwantificeren. Het gaat om risico s met betrekking tot de eigen uitvoeringsorganisatie en de uitbestede werkzaamheden. Een uitwerking van deze risicosoorten en de bijbehorende geïdentificeerde risico s, is samengevat in zeven verschillende risicokaarten. Deze risicokaarten bevatten een beschrijving van het risico en de context. Waar mogelijk is een inschatting van het risico gegeven. Dit gebeurt aan de hand van de kans (laag, middel of hoog) versus de impact (laag, middel of hoog). Daarnaast besteedt elke kaart aandacht aan de beheersing en het beleid rondom het risico en de wijze van rapportage en evaluatie. In de onderstaande figuur is deze onderverdeling weergegeven. Het bestuur heeft de risico-inschatting per einde 2015 geactualiseerd

26 Strategische risico analyse Strategische risico s Financiële risico s Operationele risico s 1 Externe omgeving 2 Bestuur 3 Solvabiliteit pensioenfonds 4 Deelnemersen werkgeversbestand 5 Ui t v o e r ing s- organisatie 6 Communicatie met deelnemers 7 Uitbesteding 1.1 Wet- en regelgeving 2.1 Deskundig, competent en integer bestuur 3.1 Dekkingsgraad 4.1 Leeftijdsopbouw deelnemers 5.1 Key performance indicatoren 6.1 Wet- en regelgeving 7.1 Vermogensbeheer 1.2 Sociale partners 2.2 Besturingsmodel 3.2 Renterisico 4.2 Aantal deelnemers 5.2 Intern beheersingssysteem 6.2 Boodschap 7.2 Debiteuren 1.3 Publiciteit negatieve media 2.3 Visie en strategie 3.3 Liquiditeitscrisis 4.3 Ervaringssterfte 5.3 Deskundige, competente en integere medewerkers 7.3 IT 1.4 Afhankelijkheid UWV 2.4 Focus 3.4 Marktrisico 4.4 Overlap of ontduiking werkingsfeer 5.4 ICT en informatiebeveiliging 3.5 Kredietrisico 4.5 Wegvallen verplichtstelling 5.5 Compliance 3.6 Valutarisico 4.6 Economische malaise 5.6 Aansturing organisatie 3.7 Verzekeringstechnisch risico 3.8 Actief beheerrisico 3.9 Integriteitrisico Bepalende risico s In totaal onderkent het bestuur 34 risico s binnen de risicosoorten: strategisch, financieel en operationeel. Het bestuur achtte het voor de benodigde focus goed om, binnen het totaal aan risico s, de risico s te benoemen die het meest bepalend (kunnen) zijn. Bepalend betekent hierbij dat de risico s de ambitie van het fonds in gevaar kunnen brengen. Voor 2015 had het bestuur vooraf de volgende risico s als bepalend onderkend: 1. Sociale partners (risico 1.2) 2. Afhankelijkheid UWV (risico 1.4) 3. Besturingsmodel (risico 2.2) 4. Renterisico (risico 3.2) 5. Marktrisico (risico 3.4) 6. Wegvallen verplichtstelling (risico 4.5)

27 Het risico in 2014 van het (schijnbaar) ontbreken van cohesie tussen sociale partners in de horeca en catering is in 2015 verminderd door het aantonen van de representativiteit in het kader van de verplichtstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Ook het sluiten van een nieuw pensioenakkoord voor de periode leidde tot een vermindering van dit risico. Het risico inzake het besturingsmodel is door het bestuur in 2015 gemitigeerd door de evaluatie van het bestuursmodel en het bestuurlijk functioneren. Het renterisico is aan de orde geweest door het strategisch dynamisch maken van het beleid inzake renteafdekking door het fonds. Doordat het fonds het renterisico gedeeltelijk heeft afgedekt, is de financiële positie van het fonds geraakt door de rentedaling over geheel Het bestuur neemt bewust marktrisico en heeft daarvoor beleid geformuleerd. Ondanks de uitvoering van dat beleid had het marktrisico in 2015 een negatief effect op de financiële positie van het fonds. Het bestuur woog in 2015 de risico s opnieuw via een actualisering van de strategische risicoanalyse. In onderstaande figuur zijn de 34 risico s uit de strategische risicoanalyse naar waarschijnlijkheid en naar impact gewogen weergegeven. De risico s zijn geclusteerd naar de perspectieven van de drie risicosoorten strategische risico s, financiële risico s en operationele risico s. Van buiten naar binnen neemt de betekenis van het risico voor het fonds toe. Risico s en betekenis voor het fonds Strategisch 3.8 Financieel Operationeel Aan de hand van de actualisering van de strategische risicoanalyse identificeerde het bestuur voor 2016 een zestal risico s als bepalend. Deze bepalende risico s (met de hoogste waarschijnlijkheid en meeste impact) bevinden zich in de hieraan voorafgaande figuur in het rode gebied en zijn: 1. Wet- en regelgeving (risico 1.1 met inbegrip van risico 4.5 Wegvallen verplichtstelling) 2. Sociale partners (risico 1.2 mede in relatie tot risico 2.3 Visie en strategie) 3. Visie en strategie (risico 2.3 in het bijzonder het actualiseren ervan) 4. Dekkingsgraadrisico (risico 3.1, met name vanuit risico 3.2 Renterisico en risico 3.4 Marktrisico) 5. Publiciteit / negatieve media aandacht (risico 1.3, vanuit maatschappelijke ontwikkelingen) 6. ICT en informatiebeveiliging (risico 5.4 met inbegrip van risico 7.3 Uitbestede IT) De kans dat deze risico s zich voordoen, de impact van deze risico s en de actualiteit ondersteunen de classificatie als bepalend

28 Risicokaarten 1. Externe omgeving Deze risicokaart beschrijft het risico dat externe partijen de strategie van Pensioenfonds Horeca & Catering negatief beïnvloeden. Pensioenfondsen verkeren in een turbulente omgeving. Contouren van een nieuw pensioenstelsel worden, op basis van de inbreng via De Nationale Pensioendialoog, door het kabinet aan de hand van vier hoofdlijnen uitgewerkt. Deelnemers zijn zich steeds meer bewust van het feit dat pensioenen niet zeker zijn. Sociale partners in de sectoren horeca en catering hebben in 2015 een nieuw pensioenakkoord voor de periode gesloten. Pensioenfonds Horeca & Catering verkrijgt (tot op heden als enige pensioenfonds in Nederland) de gegevens voor de werkgevers- en deelnemersadministratie uit de loonaangifteketen via UWV. Hiermee borgt het fonds een efficiënte werkwijze. Het bestuur volgt per kwartaal de externe ontwikkelingen en de wijze waarop en de mate waarin zij de geïdentificeerde risicogebieden raken, door middel van de bestuursrapportage. Relevante onderwerpen agendeert het bestuur voor een reguliere bestuursvergadering of worden, indien er sprake is van urgentie, tussentijds door het bestuur behandeld. 2. Bestuur De risicokaart Bestuur betreft het risico dat de slagkracht van het bestuur negatief wordt beïnvloed en de langetermijnstrategie van het fonds in gevaar komt. Een beheerste en integere bedrijfsvoering realiseren, begint met inzicht in pensioenen en de taken en verantwoordelijkheden van het pensioenfondsbestuur. Daarom vindt het bestuur het essentieel om het eigen functioneren optimaal te organiseren om daarmee de focus te kunnen behouden op de lange termijn strategie. De evaluatie in 2015 van het bestuursmodel en het bestuurlijk functioneren is mede gericht op het verder beheersen van het hier beschreven risico. Het beleid met betrekking tot benoeming, deskundigheidsbevordering en evaluatie van het functioneren ligt vast. 3. Solvabiliteit pensioenfonds Het solvabiliteitsrisico is het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering. Dit is het risico dat het pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Gezien het belang van de solvabiliteit worden de relevante risico s die invloed op de solvabiliteit hebben continu gemeten en gemonitord. Daarbij gaat het om: het renterisico (s1) het zakelijke waardenrisico (s2) het valutarisico (s3) het kredietrisico (s5) het verzekeringstechnisch risico (s6) het liquiditeitsrisico (s7) het actief beheer risico (s10) Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het solvabiliteitsrisico met het formuleren van beleid en het uitvoeren van periodieke Asset Liability Management-studies en risicobudgetonderzoeken. Zo heeft het bestuur eind 2014 een ALM-studie afgerond en is begin 2015 een risicobudgetonderzoek uitgevoerd. Het fonds kwantificeert en monitort de gevoeligheid van de technische voorzieningen en de beleggingen per week, maand en kwartaal. Per kwartaal vindt een gevoeligheidsanalyse plaats op de effecten van schokken in rente en zakelijke waarden (als belangrijkste risico s voor het solvabiliteitsrisico van het fonds) op de dekkingsgraad. 4. Deelnemers- en werkgeversbestand Het risico dat de deelnemers- en/of werkgeverspopulatie van Pensioenfonds Horeca & Catering wijzigingen ondergaan met impact op de uitgangspunten die de basis vormen voor het financiële beleid is de basis van de risicokaart Deelnemers- en werkgeversbestand. De verplichtstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering is bepalend voor het deelnemers- en werkgeversbestand. In 2014 heeft het bestuur via scenario-analyses de consequenties én mogelijkheden voor het fonds bij het wegvallen van de verplichtstelling beoordeeld. In maart 2015 liet het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid weten dat de representativiteit van sociale partners in afdoende mate was aangetoond zodat de verplichtstelling is gecontinueerd. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een specifieke opbouw. Met bijvoorbeeld veel jongeren in de horeca, die kortdurende en wisselende dienstverbanden hebben. Ook zijn er specifieke verschillen tussen deelnemers in de horeca en in de contractcatering. Overnames van bedrijfsactiviteiten, wijzigingen van bedrijfsactiviteiten, fusies en faillissementen kunnen het werkgeversbestand beïnvloeden

29 Via de bestuursrapportages volgt het bestuur de tussentijdse ontwikkelingen in het deelnemers- en werkgevers-bestand. Jaarlijks stelt het fonds een intern actuarieel rapport op. En om de drie jaar vindt een uitgebreid deelnemersonderzoek plaats. Het meest recente deelnemersonderzoek is van Uitvoeringsorganisatie Onder de risicokaart Uitvoeringsorganisatie valt het risico dat interne processen, menselijk gedrag en ICT-systemen de optimale uitvoering van de pensioenregeling en het fiduciair vermogensbeheer verstoren. De eigen uitvoeringsorganisatie verzorgt de werkgevers-, deelnemers- en uitkeringsadministratie. Ook ondersteunt zij het bestuur (strategisch, beleidsmatig, juridisch en secretarieel). Verder verzorgt de uitvoeringsorganisatie de fiduciaire taak op het vlak van vermogensbeheer (beheer van het proces Selecteren, aanstellen, monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders ). Door middel van een intern beheersingskader, waarin risico s en beheersmaatregelen zijn geïdentificeerd en periodiek worden getoetst, beheerst Pensioenfonds Horeca & Catering dit risico. Jaarlijks legt de uitvoeringsorganisatie verantwoording af aan het bestuur via het in control statement. Het bestuur heeft via de bestuursrapportage ieder kwartaal inzicht in (de ontwikkelingen van) de uitvoering. 6. Communicatie met deelnemers Deze risicokaart betreft het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet in staat is de deelnemers tijdig en adequaat te informeren. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering bevat veel jongeren die in de horeca werken met kortdurende en wisselende dienstverbanden. Deelnemers zijn vaak weinig pensioenbewust. Het geven van actuele en relevante informatie aan haar deelnemers is een belangrijke doelstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Tegelijkertijd is het voor Pensioenfonds Horeca & Catering zaak de kosten van de vereiste communicatiemiddelen te beheersen in relatie tot de pensioenopbouw en kenmerken van de (passerende) deelnemers. Vergaande digitalisering, in combinatie met verdere doelgroepsegmentaties, campagnes en lobbyen voor aanpassing van de Pensioenwet, of uitbreiding van de functionaliteiten van het Pensioenregister, zijn maatregelen om dit risico te beheersen. 7. Uitbesteding De risicokaart Uitbesteding betreft het risico dat de partners waarmee een overeenkomst is aangegaan de afspraken niet correct uitvoeren, waardoor geen sprake meer is van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Uitbesteding is het op structurele basis laten uitvoeren van werkzaamheden, waaronder processen of delen van processen, door onafhankelijke derden. Bij uitbesteding blijft het fonds zelf verantwoordelijk voor de beheersing van de bedrijfsprocessen. Daarom is het cruciaal om de uitvoering van de uitbestede taken te beoordelen. Daarvoor beschikt het fonds over toereikende procedures, maatregelen en deskundigheid. De vermogensbeheerders, beleggingsadministrateur en bewaarnemers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders en IT-servicebureau s werken op basis van volmachten, mandateringen, Service Level Agreements en andere bevoegdheden. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht. Door het continu monitoren van de prestaties en periodieke gesprekken, vindt constante evaluatie van de uitbesteding plaats. Risicohouding Op 1 januari 2015 is, als gevolg van het nieuwe Financieel Toetsingskader 2015 (FTK 2015), de regelgeving met betrekking tot het toezicht en de toetsing van de financiële opzet en toestand van pensioenfondsen gewijzigd. Vanaf 1 januari 2015 rapporteert Pensioenfonds Horeca & Catering op basis van dit nieuwe toetsingskader. Doel van het FTK 2015 is verhoging van transparantie over de financieringswijze en de financiële risico s van een pensioenfonds en stabiliteit van pensioenen op de korte termijn. Een van de eisen in het FTK 2015 is daarom dat pensioenfondsen helder maken hoe risico s worden opgevangen. Het FTK 2015 verplichtte pensioenfondsen om uiterlijk 1 oktober 2015 hun risicohouding vast te leggen. De risicohouding geeft aan in hoeverre het pensioenfonds beleggingsrisico s kan en wil lopen. Het bestuur heeft over de risicohouding overlegd met de betrokken sociale partners en de overige fondsorganen. Op die manier is er gezorgd voor draagvlak voor de gekozen risicohouding. De risicohouding is zowel kwalitatief als kwantitatief vastgelegd. Kwalitatieve risicohouding Pensioenfonds Horeca & Catering kent jaarlijks een grote in- en uitstroom van met name jonge deelnemers die voor een relatief korte periode deelnemer zijn. In vergelijking met andere fondsen beheert Pensioenfonds Horeca & Catering voor veel (gewezen) deelnemers een relatief klein pensioen voor een lange periode. De relatief geringe hoogte van het opgebouwde pensioen wordt veroorzaakt door relatief korte deelneming, kleine dienstverbanden en lage salarissen. Voor het grootste deel van de gepensioneerden is de maandelijkse pensioenuitkering van Pensioenfonds Horeca & Catering een aanvulling op de AOW al dan niet naast nog andere pensioenuitkeringen van andere fondsen of verzekeraars

30 Pensioenfonds Horeca & Catering voert de pensioenovereenkomst van sociale partners uit, waarin een vaste premie en (vanaf 2016) een gedempt premiebeleid is afgesproken. Vanuit die vaste premie streeft het bestuur naar een stabiele opbouw van pensioenaanspraken. Tegelijkertijd vinden sociale partners en het bestuur behoud van koopkracht belangrijk, is de CPI daarvoor de maatstaf en hanteert het bestuur daarbij als doelstelling om ten minste de ambitie van sociale partners (om minimaal 50% van de maatstaf te realiseren) waar te maken. Om deze ambitie te realiseren moet Pensioenfonds Horeca & Catering beleggen. De beleggingen worden gespreid om risico s te verminderen. In combinatie met het streven naar een stabiele opbouw én het behouden van koopkracht is een kans op korten van pensioen echter niet uit te sluiten. Maar dit zal alleen als noodmaatregel door het bestuur worden ingezet, waarbij kortingen worden gespreid in de tijd. Het bestuur vindt het belangrijk dat een eventuele korting qua omvang beperkt blijft. Via de haalbaarheidstoets beoordeelt het bestuur jaarlijks aan de hand van de op dat moment aanwezige financiële positie of de doelstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering gegeven de kaders voor premie, (beleggings-)risico en de ambitie van sociale partners realiseerbaar is. Hierbij kijkt het bestuur naar een verwacht scenario, maar ook naar positieve en negatieve scenario s. Kwantitatieve risicohouding In kwantitatieve zin is de risicohouding als volgt geconcretiseerd: Voor de korte termijn: via het vereist eigen vermogen Op basis van het beleggingsbeleid en het strategisch dynamische rente-afdekkingsbeleid bedraagt het (strategisch) vereist eigen vermogen 25,1%, met een bandbreedte van +/- 2,5 procentpunt. Voor de lange termijn: via het verwacht pensioenresultaat De doelstelling van het bestuur om de ambitie van sociale partners (om in ieder geval een toeslag van 50% van de CPI te willen realiseren) waar te maken, komt overeen met een ondergrens van het verwachte pensioenresultaat van 80%. In het slecht weer scenario (te weten het 5e percentiel van de waarnemingen) mag het verwachte pensioenresultaat daar niet meer dan 40% onder liggen. Het bestuur toetst jaarlijks de haalbaarheid van de (pensioen-)verwachtingen door het uitvoeren van een haalbaarheidstoets. Uitkomsten haalbaarheidstoets In 2015 voerde Pensioenfonds Horeca & Catering voor de eerste keer een haalbaarheidstoets, de aanvangshaalbaarheidstoets, uit. De haal baar heidstoets geeft door middel van prognoses inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico s daarvan. In de haalbaarheidstoets staat het zogenoemde pensioenresultaat centraal. Het pensioenresultaat is een maat voor het koopkrachtbehoud van het opgebouwde en nog op te bouwen pensioen. De prognosetermijn voor de haalbaarheidstoets is 60 jaar. Deze termijn is gekozen om ook de evenwichtigheid tussen verschillende generaties te kunnen beoordelen. Het pensioenresultaat wordt daarom zowel op fondsniveau als per geboortejaargroep bepaald. Via de haalbaarheidstoets beoordeelt het bestuur jaarlijks of de doelstellingen van Pensioenfonds Horeca & Catering realiseerbaar zijn. Hierbij kijkt het bestuur naar een verwacht scenario, maar ook naar positieve en negatieve scenario s. De negatieve scenario s leiden tot een ondergrens voor het pensioenresultaat. Het is daarmee ook een instrument voor het bestuur om het eigen risicoprofiel te analyseren. Hoe meer (beleggings-)risico het pensioenfonds neemt, hoe groter de spreiding rondom het verwachte pensioenresultaat. Het te nemen beleggingsrisico hangt af van de ambities die het bestuur heeft vastgesteld op basis van de risicohouding van de deelnemers. Uit de aanvangshaalbaarheidstoets met als startdatum 1 januari 2015 blijkt dat: 1. het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau boven de door het bestuur gekozen ondergrens voor dit pensioenresultaat ligt De ondergrens die Pensioenfonds Horeca & Catering voor het pensioenresultaat heeft gekozen is 80%; Het verwachte pensioenresultaat vanuit de feitelijke financiële situatie is 90% en vanuit de situatie waarin aan de vereisten van het vereist eigen vermogen wordt voldaan 94%; 2. het pensioenresultaat op fondsniveau in het slechtweerscenario binnen de door het bestuur gekozen maximale afwijking ten opzichte van het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau ligt. De maximale afwijking die Pensioenfonds Horeca & Catering heeft gekozen is 40%; Het pensioenresultaat op fondsniveau in het slechtweerscenario wijkt 38% af van het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau. Daarnaast bevestigt de aanvangshaalbaarheidstoets dat het premiebeleid over de gehele berekeningshorizon voldoende realistisch en haalbaar is. Het fonds heeft naar verwachting voldoende herstelcapaciteit om binnen de looptijd van het herstelplan, vanuit de situatie dat aan de vereisten voor het minimaal vereist eigen vermogen wordt voldaan, aan de vereisten voor het vereist eigen vermogen te voldoen

31 Financieel crisisplan Het fonds beschikt over een financieel crisisplan dat in 2015 is geactualiseerd. Pensioenfonds Horeca & Catering definieert een financiële crisis als de situatie waarin het fonds een zodanige dekkingsgraad bereikt, waardoor de doelstelling van het fonds in gevaar komt en waarbij het, vooraf bezien, niet mogelijk is om zonder korten van de opgebouwde pensioenaanspraken binnen de wettelijke termijn uit dekkingstekort te komen. In het plan staan maatregelen die het fonds bij een financiële crisis kan nemen

32 Pensioenfondsbestuur Waarborging goed bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering treft maatregelen die goed pensioenfondsbestuur (blijven) waarborgen. De Code Pensioenfondsen en de Wet versterking bestuur pensioenfondsen die in 2014 in werking traden dragen hiertoe bij. De Wet versterking bestuur pensioenfondsen leidde er onder andere toe dat het bestuur van het fonds in 2015 het bestuursmodel en het bestuurlijk functioneren evalueerde. Code Pensioenfondsen De Code Pensioenfondsen bevat bepalingen voor het functioneren van het bestuur en de overige organen binnen een pensioenfonds. Daarnaast bevat de Code normen over onder andere communicatie, diversiteit en verantwoord beleggen. De normen in de Code zijn leidend, maar bieden het bestuur ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Dit wordt ook wel het pas-toe-of-leg-uit-beginsel genoemd. Eventuele afwijkingen op de Code in 2015 worden in dit jaarverslag specifiek gemeld en toegelicht. Missie, visie en strategie Het bestuur hanteert de volgende missie: Pensioenfonds Horeca & Catering is de betrouwbare beheerder en uitvoerder van de pensioenregelingen voor de bedrijfstakken horeca en catering. Het fonds biedt zijn deelnemers een basispensioen en aanvullende regelingen, zoals een nabestaandenpensioenverzekering. De visie van het bestuur komt tot uiting in de ambitie van het fonds om tot de beste pensioenfondsen van Nederland te horen. De strategie is verwoord in drie belangrijke kernwoorden: goed, goedkoop en gastvrij. Goed betekent onder meer dat de branchegegevens zuiver en volledig zijn. Door aan te sluiten bij de loonketen is het fonds niet afhankelijk van aanlevering van loongegevens door de werkgever. Het fonds ontvangt deze gegevens via de Belastingdienst en UWV en maakt zodoende gebruik van een objectieve en betrouwbare bron. Goedkoop houdt in dat het fonds altijd op de kosten let en zo efficiënt mogelijk wil werken. Het fonds houdt de (uitvoerings)kosten zo laag mogelijk. Op die manier kan een zo groot mogelijk deel van de pensioenpremies en de beleggingsopbrengsten voor pensioen worden gebruikt. Gastvrij betekent dat het fonds zich zoveel mogelijk in de werkgever en deelnemer probeert te verplaatsen en helder en duidelijk communiceert. De doorontwikkeling van het werkgevers- en deelnemersportaal draagt bij aan het vergroten van de gastvrijheid, doordat werkgevers en deelnemers op elk gewenst moment inzicht hebben in de voor hen actuele en relevante gegevens. Het biedt werkgevers administratief gemak en deelnemers mentale rust. Geschiktheid bestuur In 2015 stelde het bestuur het raamwerk geschikt pensioenfondsbestuur vast. Het document vervangt het document Benoeming, deskundigheid en evaluatie functioneren bestuur. Met het raamwerk geeft het bestuur concretere invulling aan de normen uit de Code Pensioenfondsen met betrekking tot geschiktheid van bestuur. Het document beschrijft in algemene zin de waarborgen voor een geschikt pensioenfondsbestuur. Het raamwerk legt vast wat het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering verstaat onder geschikt pensioenfondsbestuur. Hierbij staan een eigen normering voor deskundigheid, een eigen competentieprofiel en professioneel gedrag centraal. De profielschetsen voor een bestuurslid en voor de onafhankelijk voorzitter maken onderdeel uit van het raamwerk. In het raamwerk is een groeiambitie voor diversiteit in leeftijd en geslacht opgenomen. Waar mogelijk streeft Pensioenfonds Horeca & Catering in het bestuur, de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan en de beleggingsadviescommissie in elk van de organen naar: een gelijke verdeling van vrouwen en mannen en; ten minste één iemand jonger dan 40 jaar. In 2015 voldoet het bestuur niet aan de diversiteitambitie aangezien het alleen bestaat uit mannen ouder dan 40 jaar. Om op termijn de diversiteitsambitie waar te maken heeft het bestuur als doelstelling dat, in verband met het aftreden van het voltallige bestuur, vanaf 1 juli 2016 in het bestuur ten minste twee vrouwen en ten minste één persoon jonger dan 40 jaar zitting heeft. Ook de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan en de beleggingsadviescommissie voldoen niet aan de diversiteitsambitie. De raad van toezicht bestaat uit twee mannen en één vrouw. Zij zijn echter ouder dan 40 jaar. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vijftien leden, waarvan één vrouw. Drie leden zijn jonger dan 40 jaar. De beleggingsadviescommissie bestaat alleen uit mannen ouder dan 40 jaar. Verder kent het raamwerk een geschiktheidsmatrix. Dat is een praktisch hulpmiddel dat inzicht geeft in de geschiktheid van de individuele bestuursleden en van het bestuur als collectief. Het raamwerk geeft, in aanvulling op de matrix, aan welke activiteiten kunnen worden verricht voor collectieve en individuele geschiktheidsbevordering. Het doorlopende geschiktheidsprogramma ondersteunt het bestuur in het op peil houden dan wel verder verdiepen van deskundigheid en het ontwikkelen van competenties. Tot slot licht het raamwerk de beleidscyclus toe voor het proces van jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de individuele bestuursleden, het bestuur én het bestuursmodel

33 Evaluatie bestuursmodel en bestuurlijk functioneren In 2015 evalueerde het bestuur het per 1 juli 2014 aangepaste bestuursmodel én het bestuurlijk functioneren. De evaluatie leidde tot handhaving van het paritaire bestuursmodel aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Hetzelfde gold voor de omvang van het bestuur en de verdeling van de zetels. Ten aanzien van het bestuurlijk functioneren concludeerde het bestuur dat, juist binnen het gekozen paritaire model, de afstand met sociale partners was te vergroten om het mogelijke risico op bestuurlijke ineffectiviteit te verkleinen. Dit leidde onder andere tot de beslissing om in de profielschets op te nemen dat de bestuursfunctie bij Pensioenfonds Horeca & Catering onverenigbaar is met de rol als onderhandelaar over pensioen en/of over een CAO in (een van) de bedrijfstakken waarvoor het fonds is ingesteld. Op deze manier wordt de (schijn van mogelijke) belangenverstrengeling voorkomen. Ook concludeerde het bestuur dat personele vernieuwing in het bestuur noodzakelijk was. Het bestuur besloot daarom dat het voltallige bestuur uiterlijk 1 juli 2016 aftreedt of zoveel eerder als mogelijk is. Het opnieuw beschikbaar stellen als kandidaat bestuurder is mogelijk als de normen uit de Code Pensioenfondsen in acht worden genomen. Dit betekent onder andere dat het bestuur toetst of een kandidaat de maximale zittingstermijn uit de Code niet overschrijdt. Er vindt dan ook geen benoeming meer plaats als een kandidaat al een periode van twaalf jaar of meer bestuurslid is geweest bij het fonds. Tot 1 juli 2016 wordt een uitzondering gemaakt voor zittende bestuursleden die al een periode van twaalf jaar of meer bestuurslid zijn bij het fonds: zij kunnen tot uiterlijk 1 juli 2016 aanblijven als bestuurslid van het fonds. Voor de invulling van de bestuurszetels stelde het bestuur nieuwe profielschetsen op, welke door de raad van toezicht zijn goedgekeurd. De profielschetsen zijn toegestuurd aan voordragende organisaties in verband met de voordracht voor de vacante bestuurszetels voor werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in het bestuur. Het bestuur selecteerde daarnaast een onafhankelijk voorzitter aan de hand van de aangescherpte profielschets. Voor de vertegenwoordiger van pensioengerechtigden startte het bestuur opnieuw de kandidaatstellingsprocedure. Voorgenomen benoemingen vinden plaats door het bestuur na het horen van de raad van toezicht. De raad van toezicht kan de benoeming van een kandidaat bestuurder tegenhouden als deze niet voldoet aan de profielschets. Definitieve benoeming in het bestuur vindt plaats als de toezichthouder positief besluit over de voorgenomen benoeming. In de periode tussen voorgenomen benoeming en definitieve benoeming kunnen de kandidaat bestuurders als toehoorder de bestuursvergaderingen bijwonen. Dit met het oog op kennisoverdracht. Bestuurlijk in control Begin 2016 bepaalde het bestuur een methodiek om de mate van bestuurlijk in control vast te kunnen stellen. Op basis van die methodiek stelde het bestuur vast dat het over 2015 in voldoende mate in control was. De Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector (VITP) benoemde in haar Toezichtcode (niet uitputtende) normen die van belang kunnen zijn voor de mate van in control zijn. Het bestuur gebruikte voor het vaststellen van de mate van in control zijn deze normen als uitgangspunt voor het te hanteren kader en vulde deze vervolgens fondsspecifiek aan. Het bestuur hanteert als kader de volgende aandachtsgebieden: Missie, strategie en beleid; Besturing; Uitvoering en inrichting; Beleggingen; Beheersing en stabiliteit; Fondsdocumenten; Contacten en communicatie; en Externe factoren. Per aandachtsgebied benoemde het bestuur generieke en fondsspecifieke onderdelen. Zo vindt het bestuur het belangrijk dat er voor elk aandachtsgebied sprake is van een werkende beleidscyclus en is tevens de naleving van de Code Pensioenfondsen als onderdeel opgenomen. Om tot het uiteindelijke totaaloordeel over bestuurlijk in control te komen, toetste het bestuur voor elk onderdeel per aandachtsgebied in hoeverre er sprake was van in control zijn. Dit gebeurde aan de hand van een onderbouwde inschatting van de mate van in control zijn. Het totaaloordeel over 2015 luidde in voldoende mate in control. Met name de noodzaak tot herijking van de missie, visie en strategie, in combinatie met het functioneren van de governance van het fonds zijn als te verbeteren punten benoemd, omdat het bestuur concludeerde op deze onderdelen niet voldoende in control te zijn geweest. Het vaststellen van de mate van bestuurlijk in control vindt met ingang van 2015 jaarlijks plaats

34 Evaluatie overige organen en commissies In 2015 vond niet alleen een evaluatie van het bestuur plaats, maar ook van de overige organen en commissies. Het verantwoordingsorgaan, de raad van toezicht en de beleggingsadviescommissie evalueerden zelf hun taken, bevoegdheden, samenstelling en zittingstermijnen. Vervolgens vond op basis van deze input een evaluatie door het bestuur plaats. Het bestuur constateerde dat alle organen en commissies overwegend tevreden zijn. Wel hebben zij aangegeven behoefte te hebben aan een intensivering van het contact met het bestuur. Ook stellen ze voor om de zittingsduur en/of maximale zittingstermijnen te uniformeren. Het bestuur besloot op basis van de evaluatie de totale maximale zittingsduur van de leden van de raad van toezicht en de beleggingsadviescommissie met ingang van 1 januari 2017 vast te stellen op acht jaar. De zittingsduur van leden van het verantwoordingsorgaan zal worden beperkt tot maximaal twaalf jaar. Het bestuur verkent in 2016 samen met de organen en de commissie de mogelijkheden voor intensivering van de onderlinge contacten. Klachten, geschillen en bezwaren Pensioenfonds Horeca & Catering kent een interne klachtenregeling. Een klacht is een schriftelijke uiting van ontevredenheid over een behandeling, bejegening, product of dienstverlening van het fonds die door de betrokken deelnemer of werkgever als onjuist wordt ervaren. Klachten kunnen ook via de Ombudsman Pensioenen, een externe klachtinstantie, worden ingediend. Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het noodzakelijk en wenselijk dat eerst de interne klachtenregeling wordt afgewikkeld vóórdat de klacht aan een externe instantie wordt voorgelegd. In 2015 dienden meer deelnemers van het fonds dan werkgevers een formele klacht in. Dit wijkt af van het vorige verslagjaar. Toen was het aantal klachten dat deelnemers indienden nagenoeg gelijk aan het aantal klachten dat werkgevers indienden. Drie klachten leidden tot een aanpassing van het besluit waartegen de klacht was ingediend. In één geval was de directie het op basis van hardheid eens met de klager. Er is sprake van hardheid wanneer onverkorte toepassing van het pensioenreglement in een bijzonder geval tot onaanvaardbare gevolgen leidt. In 2015 vond ten opzichte van het vorige verslagjaar een geringe toename plaats van het aantal klachten dat is ingediend via de Ombudsman Pensioenen. De helft van de klachten was nog niet eerder door ons behandeld als klacht of geschil. Twee klachten konden alsnog via de betreffende afdeling worden afgehandeld. Eén klacht werd via onze klachtenprocedure afgedaan. Twee van de ingediende klachten leidden tot een aanpassing van het besluit waartegen de klacht was ingediend. Pensioenfonds Horeca & Catering kent ook een geschillenregeling. De geschillenregeling is bedoeld ter heroverweging van schriftelijke beslissingen van het fonds als gevolg waarvan tussen een (gewezen) deelnemer, gepensioneerde, gewezen partner of nagelaten betrekkingen van deze personen en het fonds een geschil is gerezen. Het aantal ingediende geschillen daalde in 2015 opnieuw ten opzichte van het aantal dat in 2014 en in 2013 werd ingediend. Opvallend is dat de indiening alleen in het eerste kwartaal van 2015 plaatsvond. In vier geschillen paste de geschillencommissie het aangevochten besluit aan. Dit gebeurde in drie geschillen op basis van hardheid. In één geschil vond aanpassing plaats op basis van reglementaire bepalingen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering is in een aantal gevallen verplicht om werkgevers vrijstelling van de verplichting tot deelneming in de pensioenregeling te verlenen. Indien er geen verplichte vrijstellingsgrond van toepassing is, kan het bestuur onverplicht vrijstelling verlenen. Werkgevers kunnen tegen het besluit tot (afwijzing van) vrijstelling bezwaar indienen. In 2015 is geen bezwaar op een vrijstellingsbesluit ingediend

35 - 35 -

36 Vooruitzichten Ontwikkelingen in 2016 Pensioenfonds Horeca & Catering houdt ontwikkelingen in het oog die gevolgen (kunnen) hebben voor pensioen in het algemeen en pensioenfondsen in het bijzonder. Belangrijke onderwerpen in 2016 zijn: Hoofdlijnen van een nieuw pensioenstelsel; Invoeren nieuwe pensioenregeling; Vastleggen toekomstvisie en strategie. Hoofdlijnen van een nieuw pensioenstelsel Het kabinet heeft, op basis van de inbreng tijdens de Nationale Pensioendialoog, de contouren geschetst van een nieuw pensioenstelsel, aan de hand van vier hoofdlijnen. Deze hoofdlijnen werkt het kabinet uit in de vorm van een werkprogramma. Het werkprogramma leidt tot een uitwerkingsnota, die het kabinet naar verwachting voor de zomer van 2016 aan de Tweede Kamer stuurt. Het kabinet heeft al aangegeven dat de uitwerkingsnota geen blauwdruk van een toekomstig pensioenstelsel geeft. Wel zal een aantal concrete varianten uitgewerkt worden voor de inrichting van een toekomstbestendig pensioenstelsel, waarin ten aanzien van de vier hoofdlijnen verschillende keuzes worden gemaakt. Pensioenfonds Horeca & Catering volgt de ontwikkelingen op de voet en betrekt de hoofdlijnen van een nieuw pensioenstelsel in het kader van een (her)oriëntatie op de toekomstvisie van het fonds. Invoeren nieuwe pensioenregeling Het pensioenakkoord dat sociale partners in de horeca en catering in juni 2015 sloten, voorziet in afspraken over een nieuwe pensioenregeling vanaf Het bestuur stelde in 2015 een plan van aanpak op voor de invoering van de nieuwe pensioenregeling met ingang van 1 januari In het plan van aanpak zijn vier aandachtsgebieden met activiteiten benoemd. In 2016 wordt (verder) opvolging gegeven aan het plan van aanpak van het bestuur. Vastleggen toekomstvisie en strategie In oktober 2015 kondigde de Nederlandsche Bank een onderzoek aan naar de toekomstvisie en strategie van grote(re) pensioenfondsen. Pensioenfonds Horeca & Catering is in dit kader verzocht om begin 2016 relevante documenten toe te sturen waarin de huidige toekomstvisie en strategie van het fonds in zijn geheel zijn vastgelegd. Het fonds lichtte begin 2016 in een brief aan de Nederlandsche Bank toe dat in het verleden weloverwogen strategische keuzes zijn gemaakt, zoals de keuze voor het voeren van de pensioenadministratie in eigen beheer. Daarnaast lichtte het fonds de missie, visie en strategie toe. Het bestuur onderzoekt in 2016 of een (her)oriëntatie op de toekomstvisie en strategie van het fonds nodig is. Het bestuur zoekt hierbij afstemming met de opdrachtgevende sociale partners om in samenspraak te komen tot een gezamenlijke toekomstvisie op de pensioenuitvoering in de bedrijfstakken horeca en contractcatering. Gelet op de bestuurlijke vernieuwing per 1 juli 2016 speelt dit onderwerp met name een rol in de tweede helft van Overige aandachtspunten Naast de genoemde aandachtspunten houdt het fonds ook in 2016 aandacht voor: ontwikkelingen in relevante wet- en regelgeving, zoals het mogelijk maken van een verplichtstelling aan een bedrijfstakpensioenregeling; communicatie met deelnemers en werkgevers: optimalisering digitale communicatie via het werkgeversportaal GRIP en het deelnemersportaal; de gefaseerde uitbreiding van het pensioenregister in Het fonds dient hiervoor gegevens aan te leveren. Daarnaast levert het fonds vanaf 2016 vaker actuele gegevens over pensioenaanspraken en pensioenrechten aan

37 Organisatie van het fonds Bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Naast de onafhankelijk voorzitter bestaat het bestuur uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en een gekozen vertegenwoordiger van pensioengerechtigden. Drie bestuursleden worden voorgedragen door de werknemersorganisaties, waarvan twee leden door FNV Horeca en FNV Catering gezamenlijk en één lid door CNV Vakmensen. Vier bestuursleden worden voorgedragen door de werkgeversvereniging Koninklijke Horeca Nederland waarvan één op voordracht aan Koninklijke Horeca Nederland door Veneca. Daarnaast wordt één bestuurslid gekozen door pensioengerechtigden van het fonds. Samenstelling van het bestuur op 31 december 2015 Gérard Aben, onafhankelijk voorzitter Paul Citroen, Koninklijke Horeca Nederland (benoemd per 22 december 2015) Jeu Claes, Koninklijke Horeca Nederland Frank Jansen, FNV Horeca en FNV Catering Maarten Markus, Koninklijke Horeca Nederland Loek Schmidt, gekozen vertegenwoordiger pensioengerechtigden op voordracht van FNV Horeca, FNV Catering en CNV Vakmensen Marco van Straten, CNV Vakmensen Hans Veltkamp, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca Eiko de Vries, FNV Horeca en FNV Catering Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit acht vertegenwoordigers van actieve deelnemers, één vertegenwoordiger van gepensioneerden, één vertegenwoordiger van gewezen deelnemers en vijf werkgeversvertegenwoordigers. De benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan vindt plaats door de organisaties die de bestuursleden voordragen

38 Samenstelling verantwoordingsorgaan op 31 december 2015 Sjoerd Barbier, FNV Horeca Fred van Belzen, FNV Horeca Dirk Breedveld, FNV Horeca Freddy van Brenk, CNV Vakmensen Cynthia Drenth - van Putten, FNV Horeca (benoemd per 1 september 2015) Cees van Ekelenburg, Koninklijke Horeca Nederland Hans Gort, Koninklijke Horeca Nederland (benoemd per 1 november 2015) Erwin van der Graaf, Koninklijke Horeca Nederland Martien de Haan, FNV Catering Hans van Heel, Koninklijke Horeca Nederland, voorgedragen door Veneca, plaatsvervangend voorzitter Sven van der Hoorn, FNV Catering, voorzitter Ricardo Lubbes, Koninklijke Horeca Nederland Peter Sonneveld, FNV Horeca René Striezenau, FNV Horeca Ronald van der Weele, FNV Horeca Raad van toezicht De raad van toezicht van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit drie onafhankelijke, externe personen, waaronder een voorzitter. Samenstelling raad van toezicht op 31 december 2015 Heino van Essen, voorzitter Anne Gram Bart de Ruigh Beleggingsadviescommissie De beleggingsadviescommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit drie onafhankelijke, externe leden, waaronder een voorzitter. Samenstelling beleggingsadviescommissie op 31 december 2015 Age Bakker, voorzitter Gerard Sirks Dick Wenting Directie Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een eigen uitvoeringsorganisatie. De volgende taken voert het fonds uit in eigen beheer: bestuursondersteuning, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; communicatiebeleid, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; IT-beheersing, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; financiën, inclusief monitoring van de vermogensbeheerders; fiduciair vermogensbeheer, bestaande uit strategische advisering van het bestuur, ondersteuning van de beleggingsadviescommissie en de selectie en aansturing van externe vermogensbeheerders; werkgeversadministratie (registratie van werkgevers, premievaststelling en incasso); deelnemersadministratie (registratie van deelnemers, beheer van aanspraken en uitkeringen). Ten minste twee natuurlijke personen voeren het dagelijks beleid uit om zo te borgen dat de uitvoering overeenstemt met het strategisch beleid. De directeur is medebeleidsbepaler volgens de bepalingen van de Pensioenwet en moet voldoen aan de geschiktheids- en betrouwbaarheidseisen van de Nederlandsche Bank. De directeur van Pensioenfonds Horeca & Catering is verantwoordelijk voor het formeren van een betrouwbaar en deskundig managementteam. Directeur op 31 december 2015 Paul Braams

39 Uitbestede taken Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt het daadwerkelijke vermogensbeheer uit. Het fiduciair vermogensbeheer vindt in eigen beheer plaats. Het fonds heeft overeenkomsten met verschillende vermogensbeheerders waarin vastligt dat zij het vermogen op zorgvuldige, professionele en efficiënte wijze beheren en beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden aan de vermogensbeheerders verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten en in de jaarlijkse beleggingsplannen. Voor de beleggingsadministratie en -bewaarneming is een aparte organisatie aangesteld, die niet verbonden is met de door Pensioenfonds Horeca & Catering aangestelde vermogensbeheerders. Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt de werkzaamheden voor de voortgezette incasso van premienota s uit aan incassobureaus en gerechtsdeurwaarders. Aan de incassobureaus en de gerechtsdeurwaarders zijn volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht. Een aantal werkzaamheden op het gebied van IT besteedt Pensioenfonds Horeca & Catering uit aan leveranciers. Dit betreft de hosting van de virtuele werkomgeving, de website(s) en de mijn omgevingen en alle facetten van het verzorgen van back-ups en recovery s. Door middel van contracten en service level agreements wordt de dienstverlening van deze leveranciers gemonitord en worden de kwaliteit en continuïteit geborgd

40 Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies naar de situatie per 31 december 2015 Bestuur G.T.C.A. (Gérard) Aben Beroep: Bestuurder Nevenfuncties: Voorzitter Stichting Talentontwikkeling U.Z.S.C. P. (Paul) Citroen Beroep: Zelfstandig adviseur, interim manager en informal investor Nevenfuncties: Werkgeversvoorzitter Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) Lid adviescommissie Stichting Naleving CAO Uitzendbranche Tevens aanmerkelijke belangen in Studentalent, Explore, De Nieuwe Lichting groep en XL Studentenuitzendbureau, UnO Automatiseringsdienste, Drillster educatieve software, Cammio video sollicitatiedienst en Syllion Ventures Voorzitter STAK Ivy Company Voorzitter STAK SAINT BASICS M.J.H. (Jeu) Claes Beroep: Bestuurder/Commissaris Nevenfuncties: Voorzitter raad van commissarissen van Rabobank West-Brabant Noord Lid Algemene Ledenraad (ALR) Rabobank Nederland Lid raad van commissarissen TOM BV s-hertogenbosch F.B.P. (Frank) Jansen Beroep: Project- en beleidsmedewerker pensioenen bij FNV Horeca, FNV Catering en FNV Recreatie Zelfstandig pensioenconsultant Nevenfuncties: Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON 10 ) Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie Lid van de begeleidingsgroep uitvoeringsorganisatie SPO, daarnaast herschrijven en controleren van lesmateriaal van SPO Adviseur en tekeningsbevoegde Alli Micuna M.J.M. (Maarten) Markus Beroep: Managing Director NH Hotel Group Nevenfuncties: n.v.t. A.J.M. (Loek) Schmidt Beroep: Pensioenfondsbestuurder FNV Horecabond Nevenfuncties: Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Bussum

41 M.W. (Marco) van Straten Beroep: Bestuurder CNV Vakmensen Nevenfuncties: Lid bestuur Pensioenfonds Recreatie Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Bad- en Zweminrichtingen Lid bestuur bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON 10 ) J.D.W. (Hans) Veltkamp Beroep: Consultant/Principal Actuarieel Adviesbureau Nevenfuncties: n.v.t. E.P. (Eiko) de Vries Beroep: Lid dagelijks bestuur en hoofdbestuur FNV Horecabond met de gekozen functie van penningmeester/secretaris met daaruit voortvloeiend lid dagelijks en algemeen bestuur Stichting Projecten FNV Horecabond Nevenfuncties: Voorzitter bestuur Pensioenfonds Recreatie Voorzitter bestuur Stichting Sociaal Fonds Recreatie (SFR) Lid bestuur Gemeenschappelijk Beleggingsfonds FNV Secretaris/penningmeester Stichting financiering toeslagen pensioen FNV Horecabond Verantwoordingsorgaan S. (Sjoerd) Barbier Beroep: Gepensioneerd conciërge Hilton Hotel Amsterdam Nevenfuncties: Lid geschillencommissie FNV Horecabond Commissaris W.S.V. Albatros F. (Fred) van Belzen Beroep: Verkoopmedewerker binnendienst Wagenvoorde Lastechniek Parttime administrateur Hotel Brasserie De Leugenaar Nevenfuncties: Administratief vrijwilliger voetbalvereniging VC Vlissingen D.C. (Dirk) Breedveld Beroep: Biersommelier Taveerne de Twaalf Balcken te Den Burg Zelfstandig biersommelier Nevenfuncties: Lid CAO-commissie FNV Horeca Lid FNV Horecabond Voorzitter Sub Examen Commissie (SEC) Leermeester en Ondernemersvaardigheden SVH 2.0 Voorzitter Landelijke Examen Commissie (LEC) SVH SUCON II, SUCON I bevindt zich vanaf 30 november 2015 in liquidatie

42 F.J. (Freddy) van Brenk Beroep: Banqueting medewerker Postillion Bunnik Nevenfuncties: n.v.t. C. (Cynthia) Drenth - van Putten Beroep: Bedieningsmedewerker en trouwambtenaar Nevenfuncties: Gemeenteraadslid gemeente Marum C.A. (Cees) van Ekelenburg Beroep: Zelfstandig Horecaondernemer (VOF Bar Meneer Jansen) Nevenfuncties: Vicevoorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Eemsmond Voorzitter Horecavereniging Appingedam Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Appingedam H. (Hans) Gort Beroep: Ondernemer Nevenfuncties: Lid stuurgroep regionaal platform criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland Voorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Amstelland Secretaris regioraad Koninklijke Horeca Nederland regio Noord-Holland E. (Erwin) van der Graaf Beroep: Area general manager Mercure Hotels Nederland Nevenfuncties: Voorzitter vereniging van eigenaren parkeergarage Pieter Aertszstraat te Amsterdam M. (Martien) de Haan Beroep: Zelfstandig werkend kok Nevenfuncties: CAO-commissie Contractcatering FNV Catering Bedrijfscontactpersoon FNV Catering Bedrijfsledengroep Compass Group (EUREST) Lid ledencongres FNV Horecabond

43 J.C. (Hans) van Heel Beroep: Directeur SAB CATERING Zwanenburg Nevenfuncties: Algemeen directeur FM at Work Bestuurslid Stichting SAB Bestuurslid Stichting Sociaal Fonds SAB Bestuurslid Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON 11 ) Voorzitter Cercat (Stichting certificatie Contractcatering) S. P. (Sven) van der Hoorn Beroep: Rayonmanager Eurest Catering Nevenfuncties: Lid CAO-commissie FNV Catering Voorzitter Platform Ondernemingsraden Contractcatering (POCC) Voorzitter ondernemingsraad Compass Group Nederland Voorzitter VUT-stichtingen Compass Group Nederland Holding BV European Workcouncil Compass Group Plc. Lid CAO-commissie FNV Horeca R. (Ricardo) Lubbes Beroep: Ondernemer Nevenfuncties: n.v.t. M.P.W. (Peter) Sonneveld Beroep: Service supervisor Nevenfuncties: n.v.t. R. (René) Striezenau Beroep: sous-chef Restaurant Regthuys Nevenfuncties: n.v.t. R. (Ronald) van der Weele Beroep: Bedrijfsleider pannenkoekenhuis Oosterpark te Ridderkerk Nevenfuncties: Lid ledenraad bij Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde 11 SUCON II, SUCON I bevindt zich vanaf 30 november 2015 in liquidatie

44 Raad van toezicht H.J. (Heino) van Essen Beroep: Toezichthouder Nevenfuncties: Voorzitter bestuur Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties Voorzitter raad van commissarissen Menzis Lid raad van toezicht Jeroen Bosch Ziekenhuis Lid raad van commissarissen KSYOS B.V. Voorzitter Revalidatie Nederland Lid bestuur Stichting Week van de Chronisch Zieken A. (Anne) Gram Beroep: Toezichthouder en adviseur Nevenfuncties: Lid raad van toezicht Stichting Pensioenfonds APF Lid commissie balansmanagement en beleggingen Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen Lid raad van toezicht Pensioenfonds DNB Lid beleggingscommissie CBR Toeslagendepot Lid raad van toezicht Stichting Pensioenfonds Woningcorporaties Lid beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds UWV Voorzitter beleggingsadviescommissie en adviseur bestuur Stichting Pensioenfonds Randstad Lid visitatiecommissie pensioenfonds HAL Voorzitter raad van toezicht pensioenfonds Akzo Vice-voorzitter, lid raad van toezicht Vereniging van Effectenbezitters (VEB) Docent asset allocatie Erasmus Universiteit, Pension Executive Opleiding Jurylid DFT Product van het jaar Columnist DFT Overgeld Lid raad van advies Transparency International Nederland B. (Bart) de Ruigh Beroep: Manager Bedrijfsvoering UNICEF Nederland Nevenfuncties: Lid bestuur, penningmeester Stichting Nationale Ouderendag

45 Beleggingsadviescommissie A.F.P. (Age) Bakker Beroep: Toezichthouder en bestuurder Nevenfuncties: Voorzitter College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten Voorzitter College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba Voorzitter College financieel toezicht Aruba Voorzitter raad van commissarissen Nederlandse Waterschapsbank NV Lid bestuur Pensioenfonds Zorg en Welzijn Lid audit committee Ministerie van Buitenlandse Zaken Lid adviescommissie Borgstellingsregeling MKB Executive fellow Duisenberg School of Finance G.L. (Gerard) Sirks Beroep: Zelfstandig interim manager en consultant Nevenfuncties: Extern lid ALMC bij De Friesland Zorgverzekering Lid raad van toezicht beleggingsfondsen van Kempen Capital Management Benoemd (interim) bestuurder van Sovereign Trust (Netherlands) BV Lid bestuur bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie Lid klantenraad BMO Global Asset Management D. (Dick) Wenting Beroep: Onafhankelijk adviseur Nevenfuncties: Bestuurslid van Pensioenstichting van Lunen Voorzitter van intern toezichtscommissie Toezicht op Maat Lid van de visitatiegroep PF Support Lid raad van toezicht van Pensioenfonds Tandartsen Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Lid raad van toezicht van Pensioenfonds voor de Woningcorporaties

46 Bericht van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de bedrijfstakken horeca en contractcatering. Het verantwoordingsorgaan heeft acht werknemersleden, vijf werkgeversleden, een lid namens de niet-actieve deelnemers en een lid namens de gepensioneerden in het fonds. De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn enerzijds advisering en anderzijds oordeelsvorming. Door deze combinatie van taken en bevoegdheden kan het verantwoordingsorgaan zich een volledig oordeel vormen over het handelen van het bestuur en de daarbij gemaakte keuzes. Het verantwoordingsorgaan vergadert zo vaak als dit nodig wordt geacht. In 2015 vergaderde het verantwoordingsorgaan één keer extra naast de vier geplande bijeenkomsten. Het nieuwe financiële toetsingskader, in combinatie met een nieuwe pensioenovereenkomst in juni 2015, leidde tot aanpassing van de fondsdocumenten. In een extra vergadering, benodigd vanwege de tijdsdruk van indiening van deze documenten bij de toezichthouder de Nederlandsche Bank, adviseerde het verantwoordingsorgaan over het voorgenomen besluit tot wijziging van deze documenten. Daarnaast vindt twee keer per jaar een overlegvergadering plaats met de voorzitter van het bestuur. Wanneer er aanleiding toe is, over leggen het bestuur en het verantwoordingsorgaan tussentijds over actuele onderwerpen. Een keer per jaar overlegt het verantwoordingsorgaan met de voorzitter van de raad van toezicht. Het verantwoordingsorgaan volgde in maart 2015 collectief een eendaagse opleiding over actuele pensioenzaken. Onderwerpen in deze opleiding waren onder meer governance, APF, pensioencommunicatie en het nieuwe FTK. Belangrijke onderwerpen in 2015 Bestuurlijke vernieuwing Het verantwoordingsorgaan onderschrijft het besluit dat het bestuur in 2015 nam tot bestuurlijke vernieuwing. Het verantwoordingsorgaan acht bestuurlijke vernieuwing belangrijk voor de ontwikkeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Het verantwoordingsorgaan volgt het proces van bestuurlijke vernieuwing, dat in 2016 een vervolg krijgt, met interesse. Overeenkomst sociale partners, verlenging verplichtstelling en nieuwe pensioenregeling Het verantwoordingsorgaan is verheugd dat sociale partners begin 2015 de representativiteit hebben aangetoond en dat hiermee de verplichtstelling is voortgezet. Daarnaast is het verantwoordingsorgaan bijzonder tevreden met het feit dat sociale partners een nieuwe pensioenovereenkomst hebben gesloten, waarmee ten eerste invulling is gegeven aan nieuwe regelgeving op het gebied van financieel toezicht (FTK 2015) en ten tweede afspraken zijn gemaakt over wijziging van de pensioenregeling per 1 januari Het verantwoordingsorgaan acht de verlenging van de verplichtstelling en de afspraken tussen sociale partners in het belang van alle belanghebbenden van het fonds. Zelfevaluatie functioneren verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan evalueert eens per drie jaar het eigen functioneren. In 2015 vond een tweede zelfevaluatie plaats. Voor het verantwoordingsorgaan is belangrijk te evalueren of zowel de wettelijke als bovenwettelijke adviesbevoegdheden (in het belang van alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden) goed worden ingevuld. Verder is van belang dat ook de oordeelsvorming over het handelen van het bestuur adequaat wordt ingevuld. De belangrijkste conclusies van de zelfevaluatie van het verantwoordingsorgaan zijn: de adviesbevoegdheid en de oordeelsvorming functioneren en de bovenwettelijke adviesbevoegdheden hebben toegevoegde waarde; het verantwoordingsorgaan is complementair, daarbij is het van belang de ontwikkeling van deskundigheid te (blijven) versterken; het verantwoordingsorgaan vraagt de tussentijdse adviesaanvragen en korte adviestermijnen waar dat mogelijk is te voorkomen. De invulling van de taken verbetert als hiervoor voldoende inhoudelijk gesprek en voorbereidingstijd beschikbaar is. Het verantwoordingsorgaan kwalificeert het eigen functioneren als goed. Advisering in 2015 Wettelijke en bovenwettelijke adviesbevoegdheid Het verantwoordingsorgaan heeft een wettelijke adviesbevoegdheid. In 2015 was er geen aanleiding gebruik te maken van deze bevoegdheid. Daarnaast zijn reglementair bovenwettelijke adviesbevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan toegekend. Zo heeft het verantwoordingsorgaan in 2015 geadviseerd over de voorgenomen besluiten van het bestuur tot wijziging van de fondsdocumenten en tot vaststelling van het herstelplan

47 Fondsdocumenten Het verantwoordingsorgaan heeft positief geadviseerd op het voorgenomen besluit van het bestuur tot wijziging van de fondsdocumenten (actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN), het pensioenreglement, het uitvoeringsreglement en de integriteitsregeling) per 1 juli De fondsdocumenten zijn aangepast naar aanleiding van de invoering van het nieuwe Financieel Toetsingskader per 1 januari 2015 en de totstandkoming van een nieuwe pensioenovereenkomst tussen sociale partners. Ook heeft het verantwoordingsorgaan in 2015 positief geadviseerd op de voorgenomen wijziging van de volgende documenten: ABTN en statuten per 1 oktober 2015 en per 1 januari 2016; reglementen per 1 januari 2016; reglement voor verkiezing van de vertegenwoordiger van de gepensioneerden in het bestuur. Herstelplan Wegens de tekortsituatie die op 1 januari 2015 ontstond moest Pensioenfonds Horeca & Catering in het voorjaar van 2015 een herstelplan indienen. Gegeven de uitgangspunten van het herstelplan 2015 bleken geen concrete maatregelen nodig om tijdig weer uit herstel te kunnen komen. Het verantwoordingsorgaan heeft positief geadviseerd op het voorgenomen besluit van het bestuur over het herstelplan. Oordeelsvorming in 2015 Het bestuur legt over het gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het bestuur maakt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan beoordeelt: het handelen van het bestuur in het verslagjaar; het door het bestuur gevoerde beleid in het verslagjaar, en de beleidskeuzes voor de toekomst. Hierbij gaat het vooral om de vraag of het bestuur op een evenwichtige wijze rekening houdt of heeft gehouden met alle belanghebbenden van het fonds. Het verantwoordingsorgaan geeft onder andere aan de hand van het jaarverslag een oordeel over het handelen van het bestuur. De rapportage intern toezicht van de auditcommissie en de rapportages van de externe accountant en actuaris vormen hierbij een belangrijke aanvullende informatiebron. Oordeel verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan komt tot het oordeel dat het bestuur in 2015 bij de totstandkoming van besluiten en vaststelling van beleid op evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle bij het fonds betrokken belanghebbenden. Toekomst Sociale partners in de horeca en contractcatering spraken af de pensioenregeling van het fonds te wijzigen per 1 januari Het jaar 2016 zal voor een groot deel in het teken staan van de voorbereidingen van die wijzigingen. Het verantwoordingsorgaan zal deze wijzigingen met interesse volgen en het bestuur waar nodig adviseren bij de besluitvorming. Ook zal de discussie over de toekomst van het pensioenstelsel, die mogelijk op termijn ook gevolgen voor (de pensioenregeling van) Pensioenfonds Horeca & Catering zal hebben, ook in 2016 nog niet zijn afgerond. Zoetermeer, 2 juni 2016 Sjoerd Barbier Dirk Breedveld Freddy van Brenk Cynthia Drenth-van Putten Henk Eland Hans Gort Cees van Ekelenburg Erwin van der Graaf Martien de Haan Hans van Heel, plaatsvervangend voorzitter Sven van der Hoorn, voorzitter Ricardo Lubbes Peter Sonneveld René Striezenau Ronald van der Weele

48 Verslag van de raad van toezicht Per 1 juli 2014 kent Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. De raad van toezicht bestaat uit: Heino van Essen, voorzitter Anne Gram Bart de Ruigh Intern toezicht richt zich op de formele toets van goed bestuur, lange termijn risico s en op de evenwichtige belangenafweging. Dit betekent dat de raad van toezicht beoordeelt hoe het beleid tot stand is gekomen en of hierbij alle belangen evenwichtig zijn afgewogen. De raad van toezicht vervult zijn toezichtstaak zodanig dat het bijdraagt aan het effectief en slagvaardig functioneren van het pensioenfonds en aan een beheerste en integere bedrijfsvoering door het pensioenfonds. De raad van toezicht stelt zich op als gesprekspartner van het bestuur en kan ook gevraagd en ongevraagd advies geven. De raad van toezicht rondde de tweede fase volgens het werkplan af. De raad van toezicht rapporteert over de periode 1 april 2015 tot en met 31 maart Concrete aandachtsgebieden waren: Evaluatie bestuursmodel en bestuurlijk functioneren Raamwerk geschikt pensioenfondsbestuur en daaropvolgend profielschetsen Bestuurlijk in control Risicoraamwerk (herijking) Pensioenakkoord sociale partners (Implementatie van de) pensioenregeling Fiduciair (intern) model Vermogensbeheer Informatietechnologie / beheer(s)model IT Communicatiebeleid. De raad van toezicht keurde het volgende goed (of - bij voorgenomen benoemingen van leden van het bestuur - belette niet): het besluit tot vaststelling van het jaarverslag en jaarrekening 2015; het besluit tot vaststelling van de profielschets voor leden bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering; het besluit tot vaststelling van de profielschets onafhankelijke voorzitter bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering; het besluit tot voorgenomen benoeming (op basis van de voordracht van Koninklijke Horeca Nederland tot 1 juli 2018) van een kandidaat op de bestaande vacature het besluit tot voorgenomen herbenoeming (op basis van de voordracht van Koninklijke Horeca Nederland na afstemming met Veneca) van een kandidaat op een zetel die openvalt in het kader van de bestuurlijke vernieuwing het besluit tot voorgenomen benoeming (op basis van de voordracht van Koninklijke Horeca Nederland) van een kandidaat op een zetel die openvalt in het kader van de bestuurlijke vernieuwing het besluit tot voorgenomen herbenoeming (op basis van de voordracht van CNV Vakmensen) van een kandidaat op een zetel die openvalt in het kader van de bestuurlijke vernieuwing en het besluit tot voorgenomen herbenoeming van de onafhankelijke voorzitter die openvalt in het kader van bestuurlijke vernieuwing. Alles overziend is de bevinding dat sprake is van goed ingerichte bestuurlijke processen en adequate risicobeheersing. Het fonds heeft in 2014 en 2015 belangrijke stappen gezet wat betreft inrichting van het bestuursmodel. Het bestuurlijk functioneren leent zich voor verbetering en blijft daarom een belangrijk punt van aandacht. De onderliggende, interne bestuurlijke risico s zijn wel verminderd. Het bestuurlijk functioneren is evenwel teveel op het bestuur zelf gericht in plaats van de bestuurlijke taak. Het proces en de bestuurlijke besluiten om tot vernieuwing te komen bieden perspectieven. De raad van toezicht heeft één benoeming belet, vanwege onvoldoende vertrouwen in het bestuurlijke niveau van de kandidaat. Goede afstemming en overleg met opdrachtgevende sociale partners en voordragende organisaties vragen continu aandacht van het bestuur evenals frequente rapportage aan de interne en externe toezichthouders. Voor het bestuur liggen er tegelijk belangrijke en grote uitdagingen die niet langer kunnen wachten. Het ontwikkelen van een toekomstvisie en strategie in een snel veranderende wereld van pensioendienstverlening is noodzakelijk. In de huidige markt doen zich kansen en bedreigingen voor, waarop adequaat ingespeeld dient te worden. De raad van toezicht heeft er begrip voor dat het proces van bestuurlijke vernieuwing eerst afgerond moet zijn voordat gestart wordt met discussie en besluitvorming over strategie. Echter, zij dringt er op aan hier, ongeacht de bestuurlijke situatie, mee te starten na komende zomer

49 De robuuste inrichting en het goed functioneren van de uitvoeringsorganisatie droegen ook in 2015 bij aan een goede bedrijfsvoering en adequate risicobeheersing voor het fonds. De uitvoeringsorganisatie verdient alle lof voor de wijze waarop zij haar verantwoordelijkheid neemt en diensten levert aan werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden. Het zelfstandig administrerend karakter - waarbij de uitvoeringsorganisatie het bestuur proactief ondersteunt - sluit ook goed aan bij de specifieke karakteristieken van het fonds. De verantwoordelijkheden van het bestuur (besluitvorming) en de verantwoordelijkheden van de uitvoeringsorganisatie (beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering, monitoring, rapportage en (voorbereiding van) evaluatie) wordt adequaat onderscheiden. Het onderdeel beheersing IT vergt additionele bestuurlijke aandacht. De kennis rond dit onderwerp is op bestuurlijk niveau weliswaar gedeeltelijk ingevuld maar het onderwerp wordt nog onvoldoende breed gedragen in het bestuur. De raad van toezicht attendeert volledigheidshalve op de grote druk die is ontstaan op het Nederlandse pensioenstelsel als gevolg van de dalende rente en de (in 2015) achterblijvende rendementen. Ook voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het belangrijk dat de uitgangspunten (bij de pensioenregeling) ten minste overeen blijven komen met de resultaten. Zoetermeer, 26 mei 2016 Heino van Essen, voorzitter Anne Gram Bart de Ruigh

50 Jaarrekening 2015

51 Balans * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting

52 Staat van baten en lasten * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting

53 Kasstroomoverzicht

54 Toelichting op de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht Algemeen Activiteiten 1. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft als doel, overeenkomstig de statuten en pensioenreglementen, werknemers, gewezen werknemers en overige belanghebbenden te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. 2. Pensioenfonds Horeca & Catering tracht dit doel te bereiken: a. door conform de in de pensioenreglementen te stellen regels uitkeringen toe te kennen bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden; b. via andere wettige middelen, die het bereiken van het doel kunnen bevorderen. Pensioenfonds Horeca & Catering is statutair gevestigd te Zoetermeer. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen die Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voorschrijft en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening Algemene waarderingsgrondslagen Tenzij anders vermeld, neemt het fonds de activa en passiva op tegen nominale waarde. Verder geldt dat het fonds: baten en lasten toerekent aan het jaar waarop ze betrekking hebben; winsten slechts opneemt voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd; verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar in acht neemt, als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend werden. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft de jaarrekening opgesteld op basis van het uitgangspunt van de continuïteitsdoelstelling. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden, tenzij anders vermeld, in duizenden euro s. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen

55 Schattingsmethodiek Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert voor de vaststelling van de premies en de technische voorzieningen de opgaven van de loonsommen per werknemer zoals deze via de loonaangifteketen worden ontvangen van het UWV. Pensioenfonds Horeca & Catering schatte de premies over het kalenderjaar 2015 op basis van de definitieve opgelegde premies over 2014, aangepast met de verwachte loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende loongegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2015 opgenomen. Het fonds stelde de mutatie van de technische voorziening in 2015 uit hoofde van pensioenopbouw vast met behulp van enerzijds de totaal geschatte premies over 2015 en anderzijds de deelnemerkarakteristieken van het voorgaande verslagjaar. De verschillen tussen de geschatte bedragen met betrekking tot het huidige verslagjaar en de definitieve uitkomsten volgens de hierna beschreven grondslagen, verwerkt het fonds in het volgende verslagjaar in de cijfers. Omrekening vreemde valuta Pensioenfonds Horeca & Catering rekent de activa en passiva in vreemde valuta om tegen de valutakoers per balansdatum. Voor zover de valutarisico s zijn afgedekt door middel van valutatermijncontracten, wordt het daaruit per balansdatum resulterende ongerealiseerde koersresultaat in de balans opgenomen. In de staat van baten en lasten rekent het fonds de transacties om tegen de op het moment van de transactie geldende koers. Overige valutaverschillen komen ten gunste, dan wel ten laste van de staat van baten en lasten. Schattingswijziging Voor de berekening van de dekkingsgraad wordt vanaf 1 januari 2015 gebruikgemaakt van de rentetermijnstructuur zoals van toepassing onder het FTK De nieuwe rentetermijnstructuur is gebaseerd op de oude UFR, volgens de systematiek zoals die geldt sinds 30 september 2012, maar zonder driemaandsmiddeling van de marktrente. Door toepassing van de nieuwe rentetermijnstructuur is de voorziening pensioenverplichting per 1 januari 2015 gestegen met circa 352 miljoen. De Nederlandsche Bank paste per 15 juli 2015 de samenstelling van de rentetermijnstructuur aan door voor een nieuwe methodiek tot vaststelling van de UFR te kiezen. Pensioenfonds Horeca & Catering verwerkt deze wijziging van de UFR op 31 december 2015 en stelt de technische voorzieningen einde boekjaar vast op basis van de dan geldende rentetermijnstructuur. Door toepassing van deze rentetermijnstructuur is de voorziening pensioenverplichting per 31 december 2015 gestegen met circa 354 miljoen. Tevens is in de berekening van de technische voorzieningen een wijziging in de kostenopslag doorgevoerd. De wijziging kostenopslag betreft de aanpassing van het opslagpercentage voor toekomstige kosten van 4,0% per 31 december 2014 naar 3,5% per 31 december Door toepassing van deze wijziging is de voorziening pensioenverplichting per 31 december 2015 gedaald met circa 34 miljoen. Grondslagen voor waardering van activa en passiva Beleggingen Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beleggingen tegen actuele waarde. De waardering van participaties in beleggingsinstellingen geschiedt tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Voor officieel genoteerde aandelen in onroerende zaken is dit de beurswaarde per balansdatum. Voor niet beursgenoteerde participaties en deelnemingen in onroerende zaken is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Aandelen Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beursgenoteerde aandelen en de participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen tegen de beurskoers per balansdatum. Voor niet ter beurze genoteerde participaties is dit de berekende intrinsieke waarde die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Het fonds waardeert obligaties tegen actuele waarde. Dit is de beurskoers per balansdatum. De waarde is exclusief de opgelopen rente, die bij Vorderingen uit hoofde van beleggingen wordt verantwoord. Participaties in beleggingsinstellingen met betrekking tot hypothecaire leningen waardeert het fonds tegen actuele waarde. Deze waarde stelt Pensioenfonds Horeca & Catering vast op basis van de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op Euro swapcurve met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen

56 Derivaten Dit betreft onder andere beleggingen in rentederivaten waarmee het fonds de gevolgen van renterisico s op de dekkingsgraad beperkt. De derivaten zijn uit te splitsen in positieve en negatieve posities. De negatieve posities verantwoordt Pensioenfonds Horeca & Catering in de balans bij Schulden uit hoofde van beleggingen. Het fonds waardeert derivaten tegen reële waarde. Dat is de relevante marktnotering of - als deze ontbreekt - de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Immateriële vaste activa Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Het fonds waardeert software tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op een verwachte economische levensduur van vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af. Materiële vaste activa Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. De materiële vaste activa waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De verwachte economische levensduur van bouwkundige aanpassingen, kantoorinrichting en IT-apparatuur is respectievelijk tien, zeven en vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af. Premievorderingen Premievorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Technische voorzieningen De technische voorzieningen neemt het fonds op tegen actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde bepaalt Pensioenfonds Horeca & Catering op basis van de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Bij de berekening hanteert het fonds de volgende grondslagen en veronderstellingen. Rente Pensioenfonds Horeca & Catering bepaalt de contante waarde van de pensioenverplichtingen op basis van de rentetermijnstructuur die de Nederlandsche Bank publiceert. Deze is per 31 december 2015 vergelijkbaar met een rekenrente van 1,89% (2014: 2,13%). Bij het vaststellen van de rentetermijnstructuur maakt de Nederlandsche Bank gebruik van de zogenaamde Ultimate Forward Rate. De gemiddelde looptijd van de verplichtingen is 23,4 jaar (primo jaar) en 24,4 jaar (ultimo jaar). Overlevingsgrondslagen Pensioenfonds Horeca & Catering stelt de technische voorzieningen per 31 december 2015 vast op basis van de Prognosetafel AG2014. Daarbij houdt het fonds rekening met de branchespecifieke ervaringssterfte. Voor wezen neemt Pensioenfonds Horeca & Catering geen sterftekansen in aanmerking. De pensioenverplichtingen voor niet-ingegaan wezenpensioen stelt het fonds vast op 6% van de contante waarde van de nabestaandenpensioenen, behorende bij het ouderdomspensioen van deelnemers jonger dan 65 jaar. Meeverzekerde partner Het fonds veronderstelt dat de partner van een mannelijke deelnemer drie jaar jonger is. De partner van een vrouwelijke deelnemer veronderstelt het fonds drie jaar ouder. De veronderstelde partnerfrequentie voor mannen: loopt op van 22% op 21 jaar tot 90% op 35 jaar, en blijft daarna gelijk tot 65 jaar. De veronderstelde partnerfrequentie voor vrouwen: loopt op van 35% op 21 jaar tot 85% op 30 jaar; blijft gelijk tot 50 jaar, en neemt daarna af tot 70% op 65 jaar. Vanaf de 65-jarige leeftijd neemt de veronderstelde partnerfrequentie af met de sterftekans van de meeverzekerde partner

57 Arbeidsongeschiktheid Voor deelnemers aan wie vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend, is de voorziening gelijk aan de contante waarde van de tot de pensioendatum te verwerven pensioenaanspraken. Opslag percentage voor kosten Voor toekomstige kosten met betrekking tot de administratie en uitbetaling van de pensioenen na ingang, verhoogde het fonds de netto technische voorziening met 3,5% (2014: 4,0%). Toeslagen Toeslagverlening vindt plaats aan: actieve deelnemers, omdat in de premievaststelling een opslag van 0,9% van de premiegrondslag voor dit doel is opgenomen; alle deelnemers voor zover er voldoende middelen zijn. Toeslagverlening actieve deelnemers Deelnemers die gedurende het boekjaar actief waren, hebben per 31 december van dat jaar een onvoorwaardelijk recht op een toeslag op de opgebouwde pensioenaanspraken. Per 31 december 2015 kent het fonds aan de deelnemers die in 2015 actief waren een toeslag toe ter grootte van 0,59% (2014: 0,58%). Toeslagverlening alle deelnemers In 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het toeslagbeleid uitdrukkelijk omschreven en toegelicht. Voor het toeslagbeleid bepaalden sociale partners concrete maatstaven en uitgangspunten. Op basis hiervan beoordeelt het bestuur elk jaar of een voorwaardelijke toeslag kan worden verleend en zo ja, hoe hoog deze voorwaardelijke toeslag is. Voor voorwaardelijke toeslagverlening geldt voor gewezen deelnemers en gepensioneerden voortaan hetzelfde beleid als voor actieve deelnemers. Het bestuur besloot in 2015 om per 1 januari 2016 aan alle actieve deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden een voorwaardelijke toeslag te verlenen. Deze toeslag bedraagt 0,10%. Toekomstige ontwikkelingen in het salarisniveau Bij de vaststelling van de voorziening houdt Pensioenfonds Horeca & Catering geen rekening met toekomstige ontwikkelingen en toeslagen. Met uitzondering van de toeslag per 1 januari van het komende boekjaar, als het bestuur in het verslagjaar het besluit tot toeslagverlening nam. Langlopende schulden De oprenting van het uitstaande depot geschiedt op basis van een rente van 4%. Het fonds onttrekt de verschuldigde premies aan het depot. Overig Het fonds waardeert de overige activa en passiva tegen nominale waarde. Grondslagen voor de staat van baten en lasten Premiebijdragen De premiebijdragen zijn de aan het boekjaar toe te rekenen bijdragen van werkgevers en werknemers. De premies over het kalenderjaar 2015 berekende het fonds op basis van de definitieve opgelegde premies over 2014, aangepast met de loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende loongegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2015 opgenomen. De impact is concreet toegelicht in de toelichting op de betreffende onderdelen uit de balans en staat van baten en lasten. Waardeoverdrachten Pensioenfonds Horeca & Catering baseert de overdrachtswaarden van over te dragen pensioenen op de berekeningsgrondslagen van het Besluit reken- en procedureregels waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten rekent het fonds toe aan het verslagjaar waarin het fonds de bijbehorende pensioenaanspraken verwerkte. Beleggingsresultaten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op de aan het verslagjaar toe te rekenen interest en in het verslagjaar gedeclareerde dividenden en overige opbrengsten

58 Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of -dalingen. Kosten toe te rekenen aan beleggingen De kosten van vermogensbeheer brengt Pensioenfonds Horeca & Catering in mindering op de som van de directe en indirecte beleggingsopbrengsten. Deze kosten betreffen met name de kosten van externe vermogensbeheerders, transactiekosten en het deel van de uitvoerings- en bestuurskosten van het fonds dat is toe te rekenen aan de beleggingen. Pensioenuitkeringen Onder pensioenuitkeringen neemt het fonds de uitkeringen op voor ouderdoms-, nabestaanden-, wezen- en vroegpensioen en uitkeringen in het kader van de WAO-aanvullingsregeling en -gatregeling, die ten laste van het verslagjaar komen. Ook neemt het fonds hierin de eenmalige uitkeringen op voor de afkoop van pensioenen die onder het wettelijke minimum liggen. Herverzekering De risico s die horen bij het nabestaandenpensioen in de aanvullende pensioenregeling, inclusief de premievrijstelling hiervoor in geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de IVA, zijn volledig herverzekerd. Dit op risicobasis gesloten herverzekeringscontract is ondergebracht bij Elips Life. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Pensioenfonds Horeca & Catering stelt het kasstroomoverzicht op volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta s rekent het fonds om tegen de actuele koers. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit het saldo liquide middelen. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, neemt het fonds niet op in het kasstroomoverzicht

59 Toelichting op de te onderscheiden posten op de balans Schattingen van de actuele waarde van de beleggingen zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingsmethoden kunnen de beleggingen worden ingedeeld naar drie waarderingsniveaus: Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt. Niveau 2: De waarde is afgeleid van netto-contante-waarde berekeningen op basis van waarneembare marktdata. De impact van veronderstellingen is hierbij beperkt. Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin niet gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Op basis van deze indeling kan de beleggingsportefeuille als volgt worden samengevat:

60 Door de per saldo positieve marktwaarde van de rentederivaten ultimo 2015 ontving Pensioenfonds Horeca & Catering 383 miljoen aan collateral in stukken (staatsobligaties) (2014: miljoen). De rentederivaten met negatieve marktwaarde zijn opgenomen onder de post schulden uit hoofde van beleggingen

61 De overige vorderingen uit hoofde van beleggingen ultimo 2015 betreffen grotendeels ( 23 miljoen) het saldo van de valutatermijncontracten per 31 december In de te vorderen premies ultimo 2015 is de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2015 opgenomen ten bedrage van 28,8 miljoen (2014: 14,6 miljoen). Daarnaast zijn de loontijdvakken november en december begrepen in de te vorderen premies ultimo jaar. De incasso van die tijdvakken vindt standaard plaats in respectievelijk januari en februari. In de overige overlopende activa ultimo 2014 is verwachte liquidatie uitkering ( 6,9 miljoen) van SOHOR (Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf) begrepen. Deze uitkering is in 2015 daadwerkelijk door SOHOR aan het fonds betaald

62 De banktegoeden zijn ter vrije beschikking. De liquide middelen ten behoeve van vermogensbeheer, betreffen de liquide middelen die bij de externe vermogensbeheerders beschikbaar zijn. Passiva Stichtingskapitaal en reserves Het fonds kent geen stichtingskapitaal en statutaire reserves. Op grond van de Pensioenwet, en het daaruit voortvloeiende Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, dient het vermogen van het pensioenfonds ten minste gelijk te zijn aan de technische voorzieningen plus het minimaal vereiste eigen vermogen. Het minimaal vereiste vermogen bedraagt circa 4,1% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2015 is het minimaal vereiste vermogen gelijk aan 284,4 miljoen. Pensioenfonds Horeca & Catering dient buffers aan te houden voor de risico s die het loopt. Dit betreft buffers voor: het renterisico; het risico van zakelijke waarden; het valutarisico; het grondstoffenrisico; het kredietrisico; het verzekeringstechnisch risico; het actief beheer risico Door deze risico s te kwantificeren berekent Pensioenfonds Horeca & Catering het vereiste eigen vermogen. Dit is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds voor de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Op basis van het strategische beleggingsbeleid bedraagt het vereiste eigen vermogen voor Pensioenfonds Horeca & Catering op balansdatum 25,1% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2015 bedraagt het vereiste eigen vermogen, inclusief het eerdergenoemde minimaal vereiste vermogen, 1.753,8 miljoen. Het verschil tussen het totale eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen is het vrij eigen vermogen. Dit vrij eigen vermogen is per 31 december 2015 gelijk aan negatief 1.027,8 miljoen

63 Bij de vaststelling van de technische voorzieningen baseert het fonds de mutatie in de voorzieningen op de rentetermijnstructuur begin boekjaar. De driemaandsmiddeling van de rentetermijnstructuur met gebruikmaking van de Ultimate Forward Rate (UFR) kwam per 1 januari 2015 te vervallen. Het effect ( 352 miljoen) is verwerkt in de post wijziging rentetermijnstructuur. De Nederlandsche Bank paste per 15 juli 2015 de samenstelling van de rentetermijnstructuur aan door voor een nieuwe methodiek tot vaststelling van de UFR te kiezen. Pensioenfonds Horeca & Catering verwerkt deze wijziging van de UFR op 31 december 2015 en stelt de technische voorzieningen einde boekjaar vast op basis van de dan geldende rentetermijnstructuur. Ook dit effect ( 354 miljoen) is verwerkt in de post wijziging rentetermijnstructuur. Ten slotte is ook het verschil tussen de rente begin en einde boekjaar (- 84 miljoen) verantwoord binnen de post wijziging rentetermijnstructuur. De rentetoevoeging is gebaseerd op de 1-jaarsrente van 0,159% (2014: 0,379%). De wijziging kostenopslag betreft de aanpassing van het opslagpercentage voor toekomstige kosten van 4,0% per 31 december 2014 naar 3,5% per 31 december De wijziging actuariële grondslagen in 2014 betrof de overgang naar de Prognosetafel AG2014. De post negatieve contractposities betreft de rentederivaten met een negatieve marktwaarde. De contractposities met een positieve marktwaarde zijn opgenomen onder de beleggingen

64 De overige schulden uit hoofde van beleggingen ultimo 2014 betrof grotendeels ( 51 miljoen) het saldo van de valutatermijncontracten per 31 december Niet in de balans opgenomen verplichtingen Aandelen Ten aanzien van beleggingen in niet-beursgenoteerde private equity beleggingsfondsen en niet- beursgenoteerd vastgoed is Pensioenfonds Horeca & Catering verplichtingen aangegaan waarvan de betalingen pas in de komende jaren plaatsvinden. Per 31 december 2015 bedragen deze verplichtingen voor de private equity beleggingsfondsen 244 miljoen ( miljoen) en voor het niet- beursgenoteerd vastgoed 64 miljoen ( miljoen). Meerjarige huurovereenkomst In 2013 is een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot het pand dat door Pensioenfonds Horeca & Catering als kantoorruimte wordt gebruikt. De overeenkomst heeft een looptijd tot en met 30 september De jaarhuur bedraagt De huur wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de algemene prijsontwikkeling. In verband met deze overeenkomst is een bankgarantie verstrekt aan de verhuurder voor een bedrag van Toelichting op de te onderscheiden posten op de staat van baten en lasten Baten

65 De premie voor de basispensioenregeling bedraagt in ,8% van de premiegrondslag. Pensioenfonds Horeca & Catering berekende de premies voor het heffingsjaar 2015 op basis van de eindafrekening voor 2014 waarbij rekening is gehouden met de (loon)ontwikkelingen in de bedrijfstak. Tevens is de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2015 ten bedrage van 28,8 miljoen in het resultaat van 2015 opgenomen. Tenslotte zijn ook de premies opgenomen die voortvloeien uit eindafrekeningen over vorige heffingsjaren. Werkgevers en werknemers dragen gezamenlijk bij aan de premies voor de basispensioenregeling. De premies voor aanvullende regelingen betreffen zowel individuele verzekeringen als collectieve contracten. De regeling FVP (Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering) is per 1 juli 2014 beëindigd. De premiebijdrage in 2014 betrof de definitieve eindafrekening. De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad 46 miljoen, het negatieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad 205 miljoen en overige valutaresultaten ad 6 miljoen positief. De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad miljoen en het negatieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad 213 miljoen. In de overige opbrengsten 2015 is de liquidatie uitkering ( 6,8 miljoen) van SUCON (Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche) begrepen. Deze uitkering is in 2015 door SUCON aan het fonds betaald. In de overige opbrengsten 2014 is de verwachte liquidatie uitkering ( 6,9 miljoen) van SOHOR (Stichting Overgangsregeling vervroegd uittreden voor het Horecabedrijf) begrepen. Deze uitkering is in 2015 door SOHOR aan het fonds betaald

66 Lasten De wijziging kostenopslag betreft de aanpassing van het opslagpercentage voor toekomstige kosten van 4,0% per 31 december 2014 naar 3,5% per 31 december De wijziging actuariële grondslagen in 2014 had betrekking op de overgang naar de Prognosetafel AG2014. De pensioenuitvoeringskosten bestaan uit de kosten van de uitvoeringsorganisatie, samen met de kosten van het bestuur en andere organen en de algemene kosten van het fonds. Personeelskosten (in- en extern) bestaan uit de salariskosten van het eigen personeel en de kosten voor inhuur van extern personeel. De overige kosten bestaan onder andere uit de kosten van vergoedingen voor het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de raad van toezicht en de beleggingsadviescommissie. Ten aanzien van de vergoedingen wordt, waar van toepassing, tevens BTW vergoed over in rekening gebrachte bedragen. Verder zijn ook de kosten voor automatisering, de huisvestingskosten, de kosten voor communicatie, het honorarium van de externe accountant en andere algemene kosten onder Overige kosten opgenomen. Ultimo 2015 had Pensioenfonds Horeca & Catering 125 fte in dienst ( fte)

67 Bestuur De totale vergoeding voor bestuursleden bedroeg in ( ). Op 1 juli 2014 is het paritaire bestuursmodel van Pensioenfonds Horeca & Catering aangepast, alsmede de vergoedingsregeling. De onafhankelijk voorzitter ontvangt een vergoeding van op jaarbasis. De jaarvergoeding voor de overige bestuursleden is gehandhaafd op Verantwoordingsorgaan De kosten voor vacatiegelden, opleidingskosten en reiskosten voor de leden van het verantwoordingsorgaan bedroegen in ( ). De hoogte van de vergoeding voor leden van het verantwoordingsorgaan is in 2015 gelijk gebleven aan 2014, namelijk 410 per vergadering. Raad van toezicht Sinds 1 juli 2014 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering een raad van toezicht. De totale vergoeding (inclusief reiskosten) voor de leden van de raad van toezicht bedroeg in ( ). De vergoedingsregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering kent de twee leden en de voorzitter van de raad van toezicht een vergoeding toe van respectievelijk op jaarbasis. Beleggingsadviescommissie De totale vergoeding voor de leden van de beleggingsadviescommissie bedroeg in ( ). Per 1 juli 2014 zijn de vergoedingen voor de twee leden en de voorzitter van de beleggingsadviescommissie verhoogd naar respectievelijk op jaarbasis. Directie De totale vergoeding aan de directie bedroeg in ( met inbegrip van crisisheffing). Dit bedrag bestaat uit salaris, sociale lasten, pensioenlasten, reiskostenvergoeding en overige personeelslasten. Accountant Het honorarium voor de externe accountant met betrekking tot de wettelijke controle van de jaarrekening en verslagstaten bedroeg in ( ). Het honorarium voor de externe accountant met betrekking tot overige controlewerkzaamheden in het kader van ISAE 3402 certificering bedroeg in Het honorarium voor de certificerend actuaris met betrekking tot de wettelijke controle bedroeg in ( ). Onder inkomende waardeoverdrachten 2014 is een collectieve waardeoverdracht begrepen ten bedrage van 28,5 miljoen. De herverzekeringspremie is voor de herverzekering van de risico s verbonden aan de aanvullende collectieve en individuele verzekeringen. In de betaalde premie 2014 is een restitutie over 2013 begrepen van 0,2 miljoen. De post uitkeringen 2014 heeft voor 1,4 miljoen betrekking op claims m.b.t en

68 Actuariële en bedrijfstechnische analyse over 2015 Uit de rekening van baten en lasten blijkt dat boekjaar 2015 met een saldo van - 579,2 miljoen ( ,3 miljoen) is afgesloten. Pensioenfonds Horeca & Catering verklaart dit saldo als volgt: Premie 2015 De huidige pensioenregeling is van kracht vanaf 1 januari In deze basispensioenregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Dat is het gemaximeerde, pensioengevende salaris verminderd met een franchise. De premie wordt uitgedrukt als een percentage van deze pensioengrondslag. De totale doorsneepremie is gelijk aan 16,8% van de pensioengrondslag, ofwel: circa 351 miljoen 12 in het jaar De kostendekkende premie voor 2015 berekende het fonds in het vierde kwartaal van 2014 op basis van het op dat moment geldende FTK De rekenregels van het FTK, zoals dat per 1 januari 2015 werd ingevoerd, waren op dat moment niet bekend. Bij deze prospectieve vaststelling is de rentetermijnstructuur die de Nederlandsche Bank publiceerde per 30 september 2014 aangehouden. Op basis van de op deze datum bekende rentetermijnstructuur en een schatting van de in het jaar 2015 in te kopen pensioenaanspraken is de netto koopsom bepaald die nodig is voor de inkoop van de aanspraken. De berekening bij de afsluiting van het jaar (retrospectief) houdt rekening met de per 1 januari 2015 geldende rentetermijnstructuur en opslag voor het vereist eigen vermogen (solvabiliteitsopslag) volgens de regels van het FTK Daarbij is ook de schatting van de pensioenopbouw aangepast aan de voorlopig verwerkte lonen in 2015 en de werkelijke uitvoeringskosten in De kostendekkende premie is zowel prospectief als retrospectief berekend en bevat zeven componenten. 12 Het betreft hier premie uitsluitend inzake premiejaar

69 De kostendekkende premie is als volgt 13 : De totale kostendekkende premie voor 2015 bedraagt 16,7% van de pensioengrondslag, ofwel: circa 348,6 miljoen. Risicoparagraaf Het bestuursverslag licht toe welke risico s Pensioenfonds Horeca & Catering op strategisch en operationeel gebied signaleert en welk beleid het fonds voert ter beheersing van die risico s. De onderstaande tekst licht de kwantitatieve aspecten van de risico s nader toe. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het solvabiliteitsrisico. Dat is het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Dit is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Het verloop daarvan blijkt uit de grafiek Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad 2015 in het verslag van het bestuur. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte is voor (voorwaardelijke) toeslagverlening. Ook kunnen dan aanvullende maatregelen nodig zijn om de solvabiliteit op korte(re) termijn te verbeteren. Toezichthouder de Nederlandsche Bank hanteert op basis van de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader dat is ingevoerd per 1 januari 2015 (FTK 2015) een gestandaardiseerde methode om te toetsen of het pensioenfonds voldoende vermogen heeft om risico s te kunnen opvangen. Bij deze FTK-standaardtoets wordt het benodigde vermogen voor elk risico berekend aan de hand van een aantal risicoscenario s. De uitkomsten worden mede bepaald door marktomstandigheden en het risicoprofiel van de beleggingen. Voor het risicoprofiel van de beleggingen ultimo 2015 is de normportefeuille 2016 als uitgangspunt genomen. Sommige risico s doen zich simultaan voor terwijl dat voor andere risico s juist niet geldt (mate van correlatie). Daarom wordt bij de vaststelling van het benodigde vermogen ook rekening gehouden met diversificatie-effecten. Er is sprake van voldoende eigen vermogen als de reserves hoger zijn dan het zogenoemde vereist eigen vermogen. Dit vereist eigen vermogen omvat het vermogen dat nodig is om het totale effect van de risico s te kunnen opvangen. De onderstaande tabel toont de uitkomsten van de FTK-standaardtoets voor Pensioenfonds Horeca & Catering uitgaande van het strategische beleggingsbeleid: 13 De kostendekkende premie voor 2015 is berekend op basis van de salarisgegevens van 2014 omdat de salarisgegevens van 2015 nog niet beschikbaar zijn

70 Op basis van de FTK-standaardtoets dient Pensioenfonds Horeca & Catering eind 2015 minimaal 25,1% van de technische voorzieningen aan reserves te hebben. Uit de tabel blijkt dat eind 2015 sprake is van een reservetekort. Het vereist eigen vermogen uitgedrukt in dekkingsgraad (volgens het FTK) steeg in 2015 van 118,8% naar 125,1%. Pensioenfonds Horeca & Catering onderkent onder meer de risico s uit de FTK-standaardtoets en licht die hieronder nader toe: Renterisico (S1), Zakelijke waardenrisico (S2), Valutarisico (S3), Grondstoffenrisico (S4), Kredietrisico (S5) en Verzekeringstechnisch risico (S6). Als gevolg van invoering van het FTK 2015 zijn hier vier risico s aan toegevoegd: Liquiditeitsrisico (S7), Concentratierisico (S8), Operationeel risico (S9) en Actief beheer risico (S10). Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarde van het vastrentende deel van het belegde vermogen en van de technische voorzieningen verandert als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De rentegevoeligheid die voor Pensioenfonds Horeca & Catering ultimo 2015 geldt is in de onderstaande tabel gespecificeerd naar pensioenverplichtingen, vastrentende waarden en rentederivaten (swaps overlay). Deze tabel toont de rentegevoeligheid ultimo 2015 door zowel het effect op het vermogen als op de dekkingsgraad weer te geven bij de looptijdafhankelijke renteschokken die in het FTK-standaardmodel zijn voorgeschreven. In de bovenstaande tabel is de rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen gebaseerd op de rentetermijnstructuur met de Ultimate Forward Rate (UFR)methodiek. De Nederlandsche Bank besloot in 2012 de rentetermijnstructuur voor de bepaling van de technische voorzieningen aan te passen door de introductie van een vaste UFR van 4,2% voor langere looptijden. De driemaandsmiddeling van de rentetermijnstructuur met gebruikmaking van de Ultimate Forward Rate (UFR) kwam per 1 januari 2015 te vervallen. Per 15 juli 2015 heeft de Nederlandsche Bank de methodiek voor vaststelling van de UFR aangepast. De nieuwe UFR wordt vastgesteld door (voortschrijdende) middeling van rentes over de laatste 120 maandeinden en is daarmee flexibel geworden. De introductie van de UFR betekent een

71 aanpassing van de rentetermijnstructuur voor looptijden vanaf 21 jaar. Voor looptijden tot en met 20 jaar is de rente nog steeds gelijk aan de waargenomen rente. DNB publiceert deze rentecurve. De technische voorzieningen zijn ultimo 2015 op basis van de DNB rentetermijnstructuur 566 miljoen lager dan de technische voorzieningen op basis van de swapcurve per 31 december Door de aanpassing van de rentetermijnstructuur met de UFR-methodiek neemt ook de rentegevoeligheid van de technische voorzieningen af. Toepassing van de UFR-methodiek volgens FTK-voorschriften leidt ertoe dat het renterisico ultimo 2015 voor 48% is afgedekt bij een rentedaling en voor 49% bij een rentestijging. Dit is opgenomen in bovenstaande tabel. Het beleid van het fonds is erop gericht om de afdekking van het renterisico op basis van de swapcurve strategisch dynamisch vorm te geven, waarbij de hoogte van de dekkingsgraad en de marktrente aanleiding kunnen zijn om aanpassing van de afdekking van dit risico te onderzoeken. Dit beleid leidde tot verlaging van de afdekking van het renterisico van 64% naar 50% per 1 juli Zakelijke waarden risico (S2) Het zakelijke waardenrisico omvat het risico op een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoedbeleggingen). De marktwaarde kan wijzigen door factoren die specifiek zijn gerelateerd aan een individuele belegging of door algemene factoren. Pensioenfonds Horeca & Catering beperkt dit risico door diversificatie, ofwel het spreiden van de zakelijke waarden over verschillende beleggingscategorieën, sectoren en regio s. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de verdeling van aandelen over regio s respectievelijk sectoren. Valutarisico (S3) Om risico s te spreiden is een aanzienlijk deel van de beleggingen gedaan in landen buiten het eurogebied, waardoor deze beleggingen in vreemde valuta luiden. Hierdoor loopt Pensioenfonds Horeca & Catering valutarisico. Het valutarisico van de beleggingsportefeuille wordt strategisch afgedekt. Circa 50% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan de euro. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. In bepaalde gevallen wordt het valutarisico echter open gelaten, namelijk bij die beleggingen in vreemde valuta waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig en/of bijzonder kostbaar is. Het afdekken van niet-materiële vreemde valuta (in termen van beslag op vereist eigen vermogen) leidt daarnaast tot een zeer kleine reductie van het dekkingsgraadrisico, maar wel tot uitvoeringskosten. Het betreft hier vreemde valuta zoals het Britse Pond, de Japanse Yen en de Zwitserse Frank. Het niet afdekken van deze valuta heeft het voordeel van lagere kosten en minder liquiditeitsbeslag. Dit terwijl, mede door het diversificatievoordeel ten opzichte van de euro, er weinig tot geen invloed is op het vereist eigen vermogen

72 Na de bovenstaande uitzonderingen bestaat 80% van de beleggingsportefeuille uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Het openlaten van de resterende posities in vreemde valuta heeft geen significante invloed op het risicoprofiel van het fonds dan wel op de buffervereisten die DNB stelt. Bovendien kan er zelfs een diversificerend effect verwacht worden van het openlaten van een deel van het valutarisico. Als uitvloeisel van het strategisch beleid om valutarisico s af te dekken zet het fonds valutatermijncontracten in. Onderstaande tabel toont de valutaposities van het fonds voor en na afdekking door valutaderivaten ultimo Onder Overige zijn tevens de valuta s van opkomende landen opgenomen. Grondstoffenrisico (S4) Het grondstoffenrisico omvat het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. Medio 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het discretionair mandaat grondstoffenrisico beëindigd. Ultimo 2014 bedroeg dat mandaat 215 miljoen. Kredietrisico (S5) Het kredietrisico omvat het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering verlies lijdt door faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen op wie het fonds vorderingen heeft. Ook betreft dit het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten. Het kredietrisico wordt beperkt door het stellen van eisen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen, door voldoende spreiding of door het verlangen van extra zekerheden. De navolgende tabel toont de verdeling naar kredietwaardigheid (uitgedrukt in rating categorieën) van de vastrentende waarden. Uit prudentiële overwegingen classificeert Pensioenfonds Horeca & Catering de vastrentende waarden op basis van de laagste ratingcategorie van de volgende drie internationale kredietbeoordelaars: Standard & Poor s, Moody s en Fitch. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt een belangrijk deel van het vermogen in langlopende Europese staatsobligaties. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de landenverdeling binnen de vastrentende waarden

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15. Jaarverslag 2016 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 15 Risicobeleid 26 Pensioenfondsbestuur 32 Vooruitzichten

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5

Voorwoord 4. Kerngegevens 5 Jaarverslag 2017 Inhoud pagina Hoe we presteren Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 12 Pensioenbeheer 18 Pensioenfondsbestuur 29 Risicobeleid 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies Memo Aan : Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en de Meubileringsbedrijven Van : Remco Dijkstra Datum : 08 maart 2019 Betreft : Herstelplan 2019 Kenmerk : SV-2019-0379

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2014 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 29 Pensioenfondsbestuur 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies Bericht van het verantwoordings orgaan voor jaarverslag

Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies Bericht van het verantwoordings orgaan voor jaarverslag Inhoudsopgave Voorwoord.....................................................3 Kerngegevens...................................................5 Verslag van het bestuur............................................

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2015. Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 1

Kwartaalbericht 2015. Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 1 Kwartaalbericht 2015 Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3 Als je werkt bij ING Bank voert ING CDC Pensioenfonds vanaf 1 januari 2014* jouw huidige pensioenregeling

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 6. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Voorwoord 4. Kerngegevens 6. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15. Jaarverslag 2012 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 6 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 15 Risicobeleid 25 Principes voor goed pensioenfondsbestuur

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2014 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 29 Pensioenfondsbestuur 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Verkorte kerngegevens fonds

Verkorte kerngegevens fonds Samenvatting jaarverslag 2010 Deze samenvatting is een ingekorte versie van het Jaar verslag 2010 van Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C). Hierin leest u over de belangrijkste onderwerpen en ontwikkelingen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen Verkort jaarverslag 2014 In dit verkorte jaarverslag 2014 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2014 en

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Verkort jaarverslag

Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag 2014 1 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Hoe deed ons pensioenfonds het in 2014? Waar hield het bestuur zich mee bezig? En wat waren

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016

1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Samenvatting cijfers per 31 maart 2016 Dekkingsgraad (UFR): 97,7% Beleidsdekkingsgraad: 102,0% Belegd vermogen: 21,9 miljard Rendement 1 e kwartaal

Nadere informatie

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen. Aan Van Cc Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ANWB AZL Actuariaat (Monique van Run en Valerie Heuvelmans) Dirk Meijwaard, fondsmanager Onderwerp Herstelplan 2019 Datum 7 maart 2019 Inleiding Omdat

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2013 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 30 Goed pensioenfondsbestuur 34 Vooruitzichten

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Het jaarverslag 2014 samengevat

Het jaarverslag 2014 samengevat Het jaarverslag 2014 samengevat Uw pensioenfonds blikt terug én vooruit Deelnemers 1.711 In 2014 verdiende het fonds 55,1 miljoen dankzij beleggen. Dat bedrag staat voor een rendement van 20,1%. Het fonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Dekkingsgraad 92% Belegd vermogen daalt naar 71,5 miljard Geen indexering in 2009 In het vierde kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2018 bedroeg 119,9%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2018 bedroeg 1,4%. Het pensioenvermogen per 30

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Verkorte kerngegevens fonds

Verkorte kerngegevens fonds Samenvatting jaarverslag 2011 Dit is een samenvatting van het jaarverslag 2011 van Pensioenfonds Horeca & Catering. In deze verkorte en vereenvoudigde versie van ons jaarverslag 2011 leest u op een toegankelijke

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief?

Extra nieuwsbrief. De positie van het pensioenfonds. Mei 2012. Waarom een extra nieuwsbrief? Mei 2012 Extra nieuwsbrief Waarom een extra nieuwsbrief? De positie van pensioenfondsen krijgt voortdurend veel aandacht in de media. De berichten over pensioenen zijn vaak complex en de laatste tijd nogal

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo december is 108,4% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Hazerswoude, 2 september 2013

Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Hazerswoude, 2 september 2013 Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Hazerswoude, 2 september 2013 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 3 september 2012 3. Jaarverslag 2012 4. Beleggingsbeleid 5.

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal Kwartaalbericht 2016 ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4 Als je werkt bij ING voert ING CDC Pensioenfonds vanaf 1 januari 2014* jouw huidige pensioenregeling uit. Samen met je

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie