Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 15."

Transcriptie

1 Jaarverslag 2016

2 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 15 Risicobeleid 26 Pensioenfondsbestuur 32 Vooruitzichten 36 Organisatie 37 Functies en nevenfuncties 40 Bericht van het verantwoordingsorgaan 46 Verslag van de raad van toezicht 48 Jaarrekening Balans 51 Staat van baten en lasten 52 Kasstroomoverzicht 53 Toelichting 54 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 76 Actuariële verklaring 81 Resultaatbestemming 83 Gebeurtenissen na balansdatum 83

3 Jaarverslag 2016

4 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering. Pensioenfonds Horeca & Catering is uitvoerder van de pensioenregelingen voor de bedrijfstakken horeca en catering. Het fonds kent eind 2016 meer dan 1,2 miljoen deelnemers (actief en gewezen), ruim pensioengerechtigden en circa aangesloten werkgevers. Pensioenfonds Horeca & Catering hecht veel waarde aan de kernwaarden goed, goedkoop en gastvrij. Goed betekent voor het fonds onder meer dat de werkgevers- en deelnemersadministratie zo volledig en actueel mogelijk zijn. Goedkoop houdt in dat het fonds op de kosten let en daarom de uitvoeringskosten van pensioenbeheer per deelnemer en de kosten van vermogensbeheer zo laag mogelijk wil houden. Gastvrij betekent dat het fonds zich zoveel mogelijk verplaatst in de werkgever en de deelnemer en helder en duidelijk communiceert. De kernwaarden vormden ook in 2016 een leidraad voor onze werkzaamheden in In 2016 gaven wij (verder) opvolging aan ons plan van aanpak voor de invoering van de nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari Basis voor de nieuwe regeling vormde het pensioenakkoord dat sociale partners in juni 2015 sloten. De belangrijkste wijzigingen betreffen het verhogen van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar en het verhogen van het opbouwpercentage van 1,466% naar 1,65%. In het kader van de verhoging van de pensioenrichtleeftijd besloten wij tot conversie van de opgebouwde aanspraken ouderdomspensioen met een pensioenleeftijd van 65 jaar naar een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar per 1 januari In het belang van de deelnemers voorkomen wij daarmee complexiteit in regeling en administratie. Wij besloten op grond van het vastgelegde toeslagbeleid in 2016 geen voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2017 te verlenen. Actieve deelnemers kregen voor de laatste keer een onvoorwaardelijke toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,52% en is per 31 december 2016 toegekend. Wij besteedden in 2016 aandacht aan de verdergaande digitalisering van de communicatie met werkgevers en deelnemers en stonden stil bij IT-governance en -informatiebeveiliging. In de tweede helft van 2016 verkenden wij stapsgewijs verschillende strategische scenario s voor de toekomst van het fonds. In 2017 vervolgen wij dit traject door met sociale partners in gesprek te gaan over het verkennen en delen van een gezamenlijk toekomstbeeld voor Pensioenfonds Horeca & Catering. Naast deze fondsspecifieke ontwikkelingen, hadden wij ook aandacht voor de ontwikkelingen om ons heen. Het jaar 2016 kenmerkte zich door een grote beweeglijkheid op de financiële markten. Dit werd onder meer veroorzaakt door een reeks onverwachte politieke gebeurtenissen waaronder de Brexit en de verkiezing van Donald Trump als nieuwe president van de Verenigde Staten. Per saldo was sprake van hogere aandelenmarkten en lagere rente. Op de totale beleggingen behaalde het fonds over 2016 een nettorendement exclusief renteswaps van 8,43%. Dit betekent een stijging ten opzichte van 2015, toen het nettorendement 2,34% was. Inclusief renteswaps bedroeg het nettorendement 12,03%. De lagere rente leidde tot een toename van de waarde van de verplichtingen. Dit negatieve effect was per saldo van grotere betekenis voor de financiële positie van het fonds dan het behaalde rendement. De dekkingsgraad bedroeg eind % tegen 110% eind De beleidsdekkingsgraad daalde van 114,3% eind 2015 naar 105,5% eind In het vorige verslagjaar evalueerde het bestuur het bestuursmodel én het bestuurlijk functioneren. Die evaluatie leidde onder meer tot de conclusie dat personele vernieuwing in het bestuur noodzakelijk was. Per 1 juli 2016 vond die personele vernieuwing plaats en is de meerderheid van ons voor de eerste keer benoemd als bestuurslid van Pensioenfonds Horeca & Catering. Wilt u graag weten wie wij zijn? Kijkt u dan eens op Daar stellen wij ons kort aan u voor. Veel leesplezier met het 52e jaarverslag van Pensioenfonds Horeca & Catering! - 4 -

5 Kerngegevens 1 Geactualiseerd ten opzichte van het jaarverslag In de contractcateringbranche droegen werkgevers en werknemers in 2012 en 2013 elk 0,27% van de pensioengrondslag af als additionele bijdrage voor de kostendekkendheid van de premie. In de horecabranche droegen sociale partners een vergelijkbare bijdrage bij door een additionele storting in het fonds. 3 Dekkingsgraad per maandeinde

6 - 6 -

7 Verslag van het bestuur Financiële situatie Tekortsituatie blijft in 2016 bestaan Met ingang van 1 januari 2015 verkeert Pensioenfonds Horeca & Catering in een tekortsituatie. Gedurende 2016 is deze situatie niet gewijzigd. Beleidsdekkingsgraad daalde in 2016 De beleidsdekkingsgraad daalde van 114,3% per 31 december 2015 naar 105,5% per einde De dekkingsgraad is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert maandelijks de door de Nederlandsche Bank voorgeschreven berekeningsmethode. De dekkingsgraad per maandeinde kan in korte tijd sterk schommelen door fluctuaties op de financiële markten, omdat een verandering in de bezittingen of de verplichtingen direct effect heeft op de dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de dekkingsgraden per maandeinde over de laatste twaalf maanden. Deze beleidsdekkingsgraad is door de twaalfmaandsmiddeling stabieler dan de dekkingsgraad per maandeinde. Vanaf 1 januari 2015 baseert Pensioenfonds Horeca & Catering beleidsbeslissingen op deze beleidsdekkingsgraad. Pensioenfonds Horeca & Catering publiceert de beleidsdekkingsgraad maandelijks op de website van het fonds. Reële dekkingsgraad De reële dekkingsgraad van het fonds is gelijk aan de beleidsdekkingsgraad gedeeld door de beleidsdekkingsgraad die is vereist voor voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de toename van de prijsindex. De reële dekkingsgraad bedraagt eind ,9% (2015: 91,1%). Ontwikkeling beleidsdekkingsgraad In de grafiek Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad 2016 is de ontwikkeling gedurende 2016 van de beleidsdekkingsgraad afgezet ten opzichte van de ontwikkeling van de dekkingsgraden per maandeinde. In de eerste twee maanden van het jaar daalde de dekkingsgraad snel, vooral als gevolg van een sterk dalende rente. Vanaf maart tot en met september bleef de dekkingsgraad min of meer stabiel. In het vierde kwartaal trad herstel op dankzij stijgende rente en goede beleggingsrendementen. Dit effect komt als gevolg van de twaalfmaandsmiddeling gefaseerd tot uiting in de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad daalde gedurende heel 2016, doordat effecten van veel hogere dekkingsgraden gedurende 2015 geleidelijk uit de beleidsdekkingsgraad geëlimineerd werden. Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad

8 Analyse dekkingsgraad per maandeinde De hoogte van de dekkingsgraad per maandeinde wordt in belangrijke mate beïnvloed door de hoogte van de rekenrente, de mate van renteafdekking en het rendement van de beleggingen. De daling van de rente in 2016 had een negatief effect op de dekkingsgraad van ongeveer 13,5 procentpunt. Inclusief de effecten van de rente-afdekkingsstrategie die het fonds toepast, had het rendement van de beleggingen in 2016 een positief effect op de dekkingsgraad van circa 12,0 procentpunt. Per saldo is het effect op de dekkingsgraad dus negatief. Daarnaast blijven de effecten van premie, uitkeringen en levensverwachting voor de hoogte van de dekkingsgraad van belang. De feitelijke premie van 16,8% van de pensioengrondslag is hoger dan de wettelijk vereiste gedempte kostendekkende premie, maar lager dan wat nodig is voor de aangroei van de pensioenverplichtingen. De premie droeg in 2016 daardoor 0,1 procentpunt bij aan de daling van de dekkingsgraad. Door het uitkeren van de pensioenen en afkoopwaarden daalde de dekkingsgraad met 0,1 procentpunt. Eind 2016 paste Pensioenfonds Horeca & Catering de pensioenverplichtingen aan gewijzigde inzichten in de levensverwachting aan. Ook verwerkte Pensioenfonds Horeca & Catering eind 2016 de overgang naar de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2017 in de technische voorzieningen en opgebouwde pensioenen. Deze aanpassingen hadden beide geen effect op de dekkingsgraad. Vereist eigen vermogen Het vereist eigen vermogen is de omvang van het eigen vermogen dat aanwezig moet zijn om te voorkomen dat, met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5%, het pensioenvermogen van het fonds binnen één jaar minder is dan de voorzieningen. De hoogte van het vereist eigen vermogen is afhankelijk van het risicoprofiel van het fonds. Dit risicoprofiel volgt uit het strategisch beleggingsbeleid. Het vereist eigen vermogen van Pensioenfonds Horeca & Catering bedroeg 31 december ,1%. Eind 2016 bedroeg het vereist eigen vermogen 125,2%. Herstelplan Op 31 december 2016 was de beleidsdekkingsgraad van 105,5% lager dan de vereiste dekkingsgraad van 125,2%. Hierdoor was sprake van een tekort, een situatie waarvan sinds 1 januari 2015 sprake is. Pensioenfonds Horeca & Catering diende daarom, conform de geldende regelgeving, in maart 2016 en maart 2017 geactualiseerde herstelplannen in bij de Nederlandsche Bank. De toezichthouder stemde in juni 2016 in met het in maart 2016 ingediende herstelplan. Inhoud herstelplan Het tekort is opgeheven zodra de (verwachte) beleidsdekkingsgraad hoger is dan de vereiste dekkingsgraad. Het in 2016 verder opgelopen tekort zal volgens het per 31 december 2016 geactualiseerde herstelplan naar verwachting in de loop van 2023 zijn opgeheven zonder expliciete herstelmaatregelen te hoeven nemen. Rekenrente In september 2012 werd door het kabinet voor Nederlandse pensioenfondsen de Ultimate Forward Rate (UFR) ingevoerd. Tot dan toe werden de verplichtingen van pensioenfondsen gewaardeerd op basis van de marktrente. Met de introductie van de UFR werd de waardering van de technische voorzieningen op basis van de (gemiddelde) marktrente voor lange looptijden in feite vervangen door een lange termijn verwachte rente. Het niveau van de UFR was destijds vastgesteld op 4,2%. Op 15 juli 2015 schreef de Nederlandsche Bank een nieuwe methodiek voor om de UFR te bepalen. De nieuwe UFR is geen vast percentage meer, maar variabel en afhankelijk van de historische marktrentes over een periode van tien jaar. Doordat de marktrente de afgelopen jaren is gedaald, zal de UFR ook gaan dalen als de marktrente op het huidige lage niveau blijft. De hoge rentes uit de eerste jaren zullen er dan namelijk uitlopen. Zelfs als de marktrente gaat stijgen, blijft de UFR nog dalen. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert bij de berekening van de technische voorzieningen in 2016 de volgende rentetermijnstructuren: de RTS volgens de methodiek die per 15 juli 2015 door de Nederlandsche Bank is voorgeschreven (DNB-UFR-nieuw); de RTS vastgesteld op basis van actuele marktrente (RTS-swap). De laatste is relevant in het kader van de werking van de rente-afdekking. In de figuur Rente eind 2016 ten opzichte van eind 2015 zijn de rentecurven van de marktrente (RTS marktrente) en met de UFR (RTS UFR) per jaareinden 2015 en 2016 weergegeven. Daarnaast wordt de verandering in beide curven eind 2016 ten opzichte van eind 2015 in beeld gebracht

9 Rente eind 2016 ten opzichte van eind 2015 Duidelijk zichtbaar is de daling van de curven in 2016 ten opzichte van eind Deze rentedaling komt tot uiting in de waardering van de verplichtingen en het (negatieve) effect op de ontwikkeling van de dekkingsgraad van het fonds in Levensverwachting en sterfteonderzoek Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert de technische voorzieningen op basis van actuele en reële inzichten omtrent de levensverwachting van Nederlanders. In 2016 publiceerde het Actuarieel Genootschap een nieuwe prognose van de bevolkingssterfte in de AG Prognosetafel Pensioenfonds Horeca & Catering waardeerde de technische voorzieningen op basis van deze Prognosetafel. Jaarlijks onderzoekt Pensioenfonds Horeca & Catering de sterfteontwikkeling binnen het deelnemersbestand van het fonds. De levensverwachting van de deelnemers van het fonds verschilt met die van de totale bevolking. Daarom past het fonds voor deze zogeheten fondsspecifieke ervaringssterfte correctiefactoren toe op de landelijke sterftekansen. Uit het onderzoek dat het fonds in 2016 uitvoerde, blijkt de afwijking van fondsspecifieke ervaringssterfte ten opzichte van de landelijke sterftekansen in het algemeen vergelijkbaar te zijn met het onderzoek in Alleen voor mannen in de leeftijden van 66 tot en met 70 jaar is de correctiefactor op de bevolkingssterfte (verder) verhoogd. Pensioenfonds Horeca & Catering stelde vast dat in het deelnemersbestand meer mannen in deze leeftijdscategorie overlijden dan het landelijk gemiddelde. Het bijstellen van de levensverwachting door hantering van de AG Prognosetafel 2016 en de fondsspecifieke correctiefactor voor ervaringssterfte van mannen in de leeftijd van 66 t/m 70 had geen gevolgen voor de financiële positie van Pensioenfonds Horeca & Catering

10 Vermogensbeheer Beleggen: focus op lange termijn en risicobeheersing Om de pensioenen nu en in de toekomst te kunnen betalen, belegt Pensioenfonds Horeca & Catering de ontvangen pensioenpremies. Het fonds maakt daarbij een zorgvuldige afweging tussen risico en rendement. In 2016 behaalde het fonds een netto rendement op de beleggingen van 8,43% exclusief renteswaps. Het beleggingsbeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering richt zich op de lange termijn. Tegelijkertijd houdt het fonds ook de risico s op de korte termijn goed in de gaten. Door actuele ontwikkelingen kan het nodig zijn het beleid bij te stellen. Het fonds volgt de resultaten van zijn vermogensbeheerders én de veranderingen in de markt op de voet, zodat het bestuur zorgvuldig en tijdig kan reageren. Rendement op de beleggingen In 2016 bedroeg het nettorendement op de beleggingen 8,43% exclusief renteswaps. Pensioenfonds Horeca & Catering gebruikt renteswaps om een deel van het renterisico af te dekken. Inclusief de renteswaps bedroeg het rendement 12,03%. Het netto rendement op de beleggingen exclusief renteswaps was 0,10 procentpunt hoger dan het rendement van de vergelijkende benchmark (8,33%). De rendementscijfers zijn berekend door Bank of New York Mellon, een onafhankelijke beleggingsadministrateur. In de tabel Rendementen beleggingscategorieën 2016 staat een overzicht van de bruto en netto absolute rendementen per beleggingscategorie. Daarnaast is de benchmark opgenomen om de netto relatieve rendementen uit te drukken. Rendementen beleggingscategorieën 2016 De strategische beleggingsportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat voor 45,5% uit zakelijke waarden, zoals aandelen, converteerbare obligaties en private equity. Beleggingen in vastrentende waarden beslaan 44,5% van de strategische portefeuille. Hieronder vallen obligaties en de beleggingen in hypotheken. De resterende 10% is belegd in een combinatie van beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd onroerend goed. Verdeling vermogen eind

11 De cijfers over het belegd vermogen in de kerncijfers en in de tabel Verdeling vermogen eind 2016 hierboven komen niet (direct) overeen met cijfers in de toelichting op de jaarrekening. Dit komt doordat de beleggingscategorieën (vermogen en resultaat) in de kerncijfers en dit onderdeel van het verslag conform het (strategisch) beleggingsbeleid worden gepresenteerd. In de jaarrekening wijkt de toerekening van de beleggingen aan de verschillende beleggingscategorieën hiervan af. Z-score en performancetoets De z-score van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2016 is 0,17. Dit betekent dat het fonds met de daadwerkelijke uitvoering van het beleggingsbeleid in 2016 betere resultaten behaalde dan de vergelijkende benchmarks. Bij de berekening worden de uitvoeringskosten van het vermogensbeheer meegenomen, zodat het gaat om nettorendementen. Als het feitelijk nettorendement op de beleggingen van het fonds hoger is dan het netto normrendement, dan ontstaat een positieve z-score. Pensioenfonds Horeca & Catering voerde in 2016 de performancetoets uit. De uitkomst van de performancetoets over het jaar 2016 is 2,25. Als de uitkomst van de performancetoets lager is dan 0, dan is het fonds verplicht om werkgevers die daarom vragen vrijstelling van de verplichtstelling te verlenen. Dit volgt uit het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf Rendement per beleggingscategorie Zakelijke waarden Beleggingen in aandelen zijn een belangrijk onderdeel van de portefeuille zakelijke waarden. De aandelenportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering behaalde in het verslagjaar een nettorendement van 9,37%. De benchmark behaalde een totaalrendement van 9,74%. De wereldeconomie is in 2016 duidelijk op de proef gesteld door een reeks onverwachte politieke gebeurtenissen: de Brexit in mei, de verkiezing van Donald Trump als nieuwe president van de Verenigde Staten in november en het aftreden van de Italiaanse premier Matteo Renzi als gevolg van het referendum over grondwetswijzigingen in december. Deze gebeurtenissen leidden tot veel beweeglijkheid op de financiële markten. Beleggers wisten zich echter na elke gebeurtenis snel te herpakken. Bovendien zorgde het verdere herstel van de macro-economische cijfers voor optimisme op de aandelenmarkten. Het duidelijke herstel op de Amerikaanse arbeidsmarkt en de aantrekkende economie leidden in december 2016 tot een verhoging van de rente door de Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse koepel van centrale banken. Dit was voor het eerst sinds december van het jaar daarvoor. De verhoging bedroeg een kwart procentpunt. De Fed rekent voor 2017 op drie renteverhogingen met een kwart procentpunt. De Europese Centrale Bank (ECB) besloot het opkoopprogramma van obligaties te verlengen, maar wel met een lager bedrag van 60 miljard euro per maand in plaats van 80 miljard euro. De verlaging wordt doorgevoerd vanaf april De ECB heeft aangegeven in ieder geval tot december 2017 door te zullen gaan met het opkopen van onder andere leningen in financiële markten. Rendementen op diverse aandelenmarkten kenden grote verschillen. Noord-Amerikaanse aandelen en aandelen opkomende markten presteerden relatief goed, terwijl aandelen uit Europa achterbleven. De portefeuille converteerbare obligaties behaalde een nettorendement van 1,81%. Een goede selectie van converteerbare obligaties zorgde ervoor dat de portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering 1,23 procentpunt beter presteerde dan de benchmark (0,58%). Het nettorendement op private equity bedroeg in ,08%. Dat is 6,33 procentpunt meer dan de benchmark die 0,75% rendeerde. De benchmark is het driemaands Euribor-tarief plus 1%. Private equity bleef in 2016 in trek. Dit kwam doordat er wereldwijd veel geld beschikbaar was bij investeerders die een aantrekkelijk rendement verwachtten. Daarnaast maakten de lage rentes het aantrekkelijk om transacties met vreemd vermogen te financieren. De combinatie van veel beschikbaar vermogen en het gemak van vreemd vermogen financiering had een prijsopdrijvend effect op de private equity markt. In 2016 waren er ook veel verkooptransacties (exits) van belangen in de private equity portefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering, die bijdroegen aan de positieve waardeontwikkeling van de portefeuille

12 De figuur Regioverdeling zakelijke waarden eind 2016 laat de regioverdeling zien van de totale portefeuille zakelijke waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering. Regioverdeling zakelijke waarden eind 2016 Onroerend goed Beleggingen in onroerend goed zijn verdeeld over beursgenoteerd onroerend goed en niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed. Pensioenfonds Horeca & Catering belegt in beide categorieën en behaalde met de portefeuille wereldwijd beursgenoteerd onroerend goed over 2016 een rendement van 4,53%. Hiermee werd 0,90 procentpunt beter gepresteerd dan de benchmark. Met de portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed behaalde het fonds een nettorendement van 7,82% (benchmark: 8,74%). De portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed is volledig belegd in Nederlands onroerend goed en verdeeld over de sectoren woningen, winkels, kantoren en bedrijfsruimten. De rendementen waren in 2016 in alle sectoren positief, behalve in kantoren. Beleggingen in woningen behaalden het hoogste rendement (14,23%) gevolgd door bedrijfsruimten (9,52%) en winkels (3,00%). Beleggingen in kantoren behaalden een rendement van (-1,63%). Gedurende 2016 zijn de beleggingen in de sector kantoren grotendeels afgebouwd op basis van het in 2015 vastgestelde strategisch vastgoedplan. De figuur Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed eind 2016 geeft de verdeling over sectoren weer van de portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed. Verdeling portefeuille niet-beursgenoteerd indirect onroerend goed eind 2016 Vastrentende waarden De beleggingscategorie vastrentende waarden van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit beleggingen in obligaties en hypotheken. Het nettorendement op de beleggingen in obligaties bedroeg 8,90%. Een rendement dat 0,11 procentpunt hoger was dan dat van de benchmark. De beleggingen in obligaties bestaan voornamelijk uit nominale en inflatiegerelateerde staatsobligaties. Binnen de portefeuille nominale obligaties wordt alleen belegd in Nederland en Duitsland. Binnen de inflatiegerelateerde obligatieportefeuille belegt het fonds alleen in Duitsland en Frankrijk. Het nettorendement op de nominale staatsobligaties bedroeg 9,81% (benchmark: 9,49%) in Beleggingen in inflatie-gerelateerde obligaties behaalden een nettorendement van 4,96% (benchmark: 5,00%)

13 Naast beleggingen in Europese staatsobligaties bestaat de obligatieportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering uit obligaties in opkomende markten en high yield obligaties (risicovolle obligaties met een hoger rendement). Het nettorendement op obligaties in opkomende markten bedroeg in ,31%. Dit rendement was 0,51 procentpunt hoger dan de benchmark. De portefeuille high yield obligaties behaalde een rendement van 12,33% een rendement dat 2,09 procentpunt lager was dan dat van de benchmark. De portefeuille hypotheken bestaat uit Nederlandse particuliere en zakelijke hypotheken. Deze portefeuille behaalde een nettorendement van 5,34% dat 1,33 procentpunt hoger is dan de benchmark. De figuur Regioverdeling vastrentende waarden eind 2016 geeft de regioverdeling voor de beleggingscategorie vastrentende waarden weer. Regioverdeling vastrentende waarden eind 2016 Afdekking rente- en valutarisico Het renterisico is een van de belangrijkste risico s van het fonds. Sinds 1 juli 2015 wordt als gevolg van het strategisch dynamisch afdekkingsbeleid 50% van het renterisico afgedekt. Het strategisch dynamisch beleid ten aanzien van de renteafdekking houdt in dat de mate van afdekking afhankelijk is van de dekkingsgraad en de rentestand. Het fonds dekt het renterisico af door een belegging van 22,5% (strategisch normgewicht) van de beleggingsportefeuille in langlopende Eurostaatsobligaties. Ook vormen de beleggingen in hypotheken (5%) en inflatiegerelateerde staatsobligaties (10%) onderdeel van de renteafdekking. Om tot een afdekking van 50% te komen, gebruikt Pensioenfonds Horeca & Catering renteswaps. Als gevolg van een verdere daling van de lange rentes in 2016 steeg de waarde van de renteswaps. Daardoor behaalde Pensioenfonds Horeca & Catering een rendement van 12,03% inclusief de renteafdekking. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een internationale beleggingsportefeuille. Ongeveer 50% van alle beleggingen vindt plaats in andere valuta dan de euro. Het valutarisico van deze beleggingen wordt strategisch afgedekt. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. Voor beleggingen in vreemde valuta waarin het fonds beperkt belegt of waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig of bijzonder kostbaar is, laat het fonds dit risico onafgedekt. Ongeveer 80% van de beleggingsportefeuille bestaat uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Strategische beleggingsallocatie: focus op lange termijn en risicobeheersing Central Clearing Europese regelgeving (EMIR) verplicht marktpartijen om transacties in bepaalde beleggingsinstrumenten af te wikkelen (te clearen ) via een centrale tegenpartij (de CCP). De renteswaps van Pensioenfonds Horeca & Catering vallen onder deze Central Clearing verplichting. Voor pensioenfondsen geldt op dit moment nog een (tijdelijke) vrijstelling van deze verplichting. Het bestuur stond in 2016 alvast stil bij de gevolgen van deze Central Clearing verplichting. Het bestuur onderzocht de mogelijkheden om renteswaps onder Central Clearing af te sluiten en de bestaande renteswaps onder Central Clearing onder te brengen. Hiertoe werden ook de gevolgen voor de beleggingsportefeuille in kaart gebracht. Duidelijk was dat het afsluiten van bilaterale renteswaps duurder zou worden, de bestaande bilaterale renteswaps moeilijker verhandelbaar en de markt reeds tendeerde naar Central Clearing. Het bestuur besloot daarom voor te sorteren op de toekomstige verplichting om renteswaps onder Central Clearing te verhandelen en regelde in 2016 de benodigde faciliteiten in. Valutabeleid Het valutabeleid van Pensioenfonds Horeca & Catering is in 2016 herzien. Het bestuur besloot het valutarisico op beleggingen in vreemde valuta van ontwikkelde markten strategisch voor 70% af te dekken naar euro. Het valutarisico op beleggingen in opkomende markten wordt niet afgedekt. Dit vanwege de beperkte beschikbaarheid en liquiditeit van instrumenten en de hoge implementatiekosten. De afdekking van het valutarisico gaat vanaf 2017 centraal plaats vinden. Een centrale valuta overlay stelt Pensioenfonds Horeca &

14 Catering beter in staat om strategisch invulling te geven aan het afdekken van het valutarisico. Door het valutarisico onder te brengen in een apart overlay mandaat kan worden gestuurd op de gewenste strategische afdekking. Daarnaast kan een gespecialiseerde valutamanager zich volledig toeleggen op de meest efficiënte manier van het beheersen van het valutarisico met de gewenste mate van transparantie in uitvoering. Het valutarisico wordt passief afgedekt. Dit sluit aan bij de beleggingsovertuiging van Pensioenfonds Horeca & Catering om bij voorkeur te kiezen voor een passieve beleggingsoplossing. Evaluatie beleggingscategorieën Het bestuur houdt periodiek de toegevoegde waarde van alle beleggingscategorieën tegen het licht. In 2016 zijn de beleggingscategorieën hypotheken, obligaties opkomende markten, aandelen large caps ontwikkelde markten, aandelen large caps opkomende markten en private equity geëvalueerd. In de evaluaties van de beleggingscategorieën vergelijkt het bestuur het gerealiseerde rendement met de aannames uit de strategische studies. Ook beoordeelt het bestuur de ontwikkeling van de risico s in de betreffende beleggingscategorieën. Daarnaast bekijkt het bestuur of de invulling van de beleggingsmandaten voldoet aan de strategische uitgangspunten van het beleggingsbeleid. Het bestuur concludeerde dat de invulling van de onderzochte beleggingscategorieën aansluit op de strategische uitgangspunten en nog steeds voldoen aan de verwachtingen. Beleggingen in Nederland Een belangrijk gedeelte van de wereldwijde beleggingsportefeuille van Pensioenfonds Horeca & Catering is belegd in Nederland. De portefeuille niet-beursgenoteerd onroerend goed is volledig belegd in Nederland. Dit geldt ook voor de beleggingen in particuliere en zakelijke hypotheken. Daarnaast is een belangrijk gedeelte van de beleggingen in staatsobligaties belegd in Nederlandse staatsobligaties. Verder houdt het fonds Nederlandse beleggingen aan in zijn overige aandelen- en obligatieportefeuilles. Eind 2016 werd 15,3% van het totaal belegd vermogen belegd in Nederland. Maatschappelijk verantwoord beleggen Het behalen van een goed rendement voor onze deelnemers is het uitgangspunt, maar Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het ook belangrijk dat dit op een maatschappelijk verantwoorde manier gebeurt. Daarom heeft Pensioenfonds Horeca & Catering beleid opgesteld voor maatschappelijk verantwoord beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering wil voorkomen dat wordt belegd in ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten niet passen bij de uitgangspunten van de werkgevers en de werknemers in de bedrijfstakken horeca en catering. Om deze uitgangspunten te toetsen is een onderzoek gehouden naar het belang van maatschappelijk verantwoord beleggen onder de werkgevers en werknemers. Uit dit onderzoek bleek dat de maatschappelijke thema s arbeidsomstandigheden (kinderarbeid), mensenrechten, corruptie en milieu het zwaarst wegen. Deze maatschappelijke thema s vormen tevens de basis voor de Global Compact Principles zoals geformuleerd door de Verenigde Naties. Ernstige schendingen van deze principes kunnen reden zijn om niet in deze ondernemingen te beleggen. Ook wordt niet belegd in publieke en private ondernemingen die controversiële wapens zoals clusterwapens, nucleaire wapens en landmijnen maken. Daarnaast sluit Pensioenfonds Horeca & Catering beleggingen in staatsobligaties uit van landen waartegen bepaalde sancties van de Europese Unie of Verenigde Naties zijn uitgevaardigd. Naast het uitsluiten van beleggingen levert Pensioenfonds Horeca & Catering, ondanks de relatief hoge kosten voor het betreffende vermogensbeheer en transactiekosten, een actieve bijdrage aan maatschappelijk verantwoord beleggen door ook te investeren in private equity specifiek gericht op het investeren in schone technologieën. Ook hecht het bestuur aan een goede corporate governance bij de ondernemingen waarin zij investeert en geeft hier invulling aan door een wereldwijd stembeleid te voeren voor alle bedrijven waarin Pensioenfonds Horeca & Catering via aandelen belegt. Beleggingsadviescommissie Ook in 2016 was de beleggingsadviescommissie actief betrokken bij het beleggingsbeleid. Het bestuur heeft veel waardering voor de adviezen die de beleggingsadviescommissie in 2016 gaf en die in de uiteindelijke besluitvorming werden betrokken. Terugkoppeling aan de beleggingsadviescommissie gebeurt vooral als het advies niet (volledig) wordt overgenomen. De leden van de commissie adviseerden het bestuur in 2016 onder meer over: Central Clearing en liquiditeitsmanagement; de aanstelling van een centrale valuta overlay manager; balansmanagement; het beleggingsjaarplan voor 2017; strategisch beleggingsbeleid; de externe vermogensbeheerders; de evaluatie en de strategische uitgangspunten van de verschillende beleggingscategorieën De beleggingsadviescommissie was ook betrokken bij de jaarlijkse strategische conferentie van het bestuur

15 Pensioenbeheer Met ingang van 1 januari 2017 wijzigde de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Basis voor deze wijziging vormde het pensioenakkoord dat sociale partners in juni 2015 sloten voor de periode 2016 tot en met De belangrijkste wijzigingen voor 2017 betreffen het verhogen van de pensioenrichtleeftijd van 65 naar 67 jaar en het verhogen van het opbouwpercentage van 1,466% naar 1,65%. Het fonds informeerde de aangesloten werkgevers en deelnemers in 2016 over de wijzigingen en paste alle online en offline communicatie aan. Het bestuur besloot op grond van het vastgelegde toeslagbeleid in 2016 geen voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2017 te verlenen. Actieve deelnemers kregen voor de laatste keer een onvoorwaardelijke toeslag vanuit de opslag in de premie. Deze bedraagt 0,52% en is per 31 december 2016 toegekend. In 2016 legde Pensioenfonds Horeca & Catering in de communicatie met werkgevers en deelnemers de nadruk op het stimuleren van het gebruik van de online omgeving van het fonds. Het fonds deed dit aan de hand van customer journeys (klantreizen). Via customer journeys leidt het fonds werkgevers en deelnemers langs gelaagde informatie die snel en eenvoudig inzicht biedt en waarbij (online) actie kan worden ondernomen. Om in te zetten op de customer journeys breidde het fonds in 2016 de functionaliteiten van werkgeversportaal GRIP uit en kregen alle deelnemers toegang tot het deelnemersportaal. Premie Premiebeleid per 1 januari 2016 De feitelijke (doorsnee) premie voor de basispensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering bedroeg in 2016 net als in ,8% van de pensioengrondslag. Voor 2017 is de premie ook vastgesteld op 16,8%. De premies voor de aanvullende regelingen van het fonds worden hiervan afgeleid en zijn op basis van dezelfde uitgangspunten vastgesteld. Met ingang van 1 januari 2016 toetst Pensioenfonds Horeca & Catering de kostendekkendheid van de premie op basis van verwacht rendement. Het te hanteren verwacht rendement is vastgesteld in overeenstemming met het pensioenakkoord van sociale partners van juni 2015 en bedraagt 4,1%. Het bestuur stelde de verwachte kostendekkende premie voor 2016 vooraf vast op basis van de gegevens per 30 september Deze gedempte kostendekkende premie is in 2016 lager dan de feitelijke premie van 16,8%. Ook voor 2017 wordt een gedempte kostendekkende premie verwacht die lager is dan de feitelijke premie. Het fonds voldoet hiermee aan de eisen die de Pensioenwet stelt aan de premiestelling. Premie-egalisatiereserve Vanaf 2016 wordt een premie-egalisatiereserve gevormd. Inzake 2016 is het positieve verschil tussen de feitelijke (doorsnee)premie en de gedempte kostendekkende premie toegevoegd aan de premie-egalisatiereserve. Ook voor 2017 lijkt sprake te zijn van een positief verschil. Is de feitelijke (doorsnee)premie lager dan de gedempte kostendekkende premie, dan kan de premie-egalisatiereserve worden gebruikt om de doorsneepremie aan te vullen tot een kostendekkend niveau. Als de premie-egalisatiereserve niet voldoende is om het tekort in de kostendekkende premie aan te vullen, legt het bestuur die situatie aan sociale partners voor. Als er na afloop van het pensioenakkoord sprake is van een overschot in de premie-egalisatiereserve, kan dit worden gebruikt voor extra pensioenopbouw of extra toeslag. Dit kan alleen voor de deelnemers die in de jaren 2016 tot en met 2021 premie betaalden en voor zover dit wettelijk en fiscaal mogelijk is. Als het overschot naar het oordeel van sociale partners te gering is, of als sociale partners geen besluit nemen, zal het eventuele restant worden doorgeschoven naar een nieuwe premieperiode. Premiedekkingsgraad De premiedekkingsgraad geeft de verhouding tussen de feitelijk (te) ontvangen premie en de premie die nodig is voor de inkoop van nieuwe pensioenaanspraken. Hierbij wordt geen rekening gehouden met verwacht rendement. Een premiedekkingsgraad onder de 100% geeft aan dat het fonds een deel van het toekomstige rendement nodig heeft voor de pensioenaangroei. De premiedekkingsgraad was in ,3%. Dat betekent dat de premie 2,7% lager was dan nodig voor de aangroei van pensioen in In 2017 bedraagt de premiedekkingsgraad 75,9% op basis van de rentestand per 1 januari De lagere premiedekkingsgraad in 2017 is een gevolg van de lagere rentestand per 1 januari In een dergelijke hoogte van de premiedekkingsgraad ziet het bestuur aanleiding om deze in besprekingen met sociale partners mee te nemen

16 Toeslag Toeslagbeleid Pensioenfonds Horeca & Catering kent vanaf 2015 een vastgelegd toeslagbeleid. Voor het toeslagbeleid bepaalden sociale partners concrete maatstaven en uitgangspunten. Op basis hiervan beoordeelt het bestuur elk jaar of een voorwaardelijke toeslag kan worden verleend en zo ja, hoe hoog deze voorwaardelijke toeslag is. Het bestuur hanteert de stijging van de consumentenprijsindex alle huishoudens afgeleid (hierna: CPI) als maatstaf voor het toeslagbeleid. Hiervoor wordt de CPI van september vergeleken met de CPI van september van het voorgaande jaar. Het bestuur streeft ernaar om langjarig gemiddeld ten minste 50% van de stijging van de CPI als toeslag te verlenen. Deze ambitie is geconcretiseerd in het toeslagbeleid via een staffel. In deze staffel is de hoogte van de daadwerkelijk toe te kennen voorwaardelijke toeslagverlening, naast de stijging van de CPI, ook de beleidsdekkingsgraad, het vereist eigen vermogen en de reële dekkingsgraad per 30 september van belang. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. De reële dekkingsgraad van het fonds is gelijk aan de beleidsdekkingsgraad gedeeld door de beleidsdekkingsgraad die is vereist voor voorwaardelijke toeslagverlening op basis van de toename van de prijsindex. Eind 2016 bedroeg de reële dekkingsgraad 84,9%. Een voorwaardelijke toeslag kan alleen toekomstbestendig worden verleend, dat wil zeggen dat die naar verwachting ook in de toekomst kan worden verleend. Onderstaande tabel toont de voorwaardelijke toeslagverlening bij verschillende dekkingsgraden. Overzicht voorwaardelijke toeslagverlening Geen voorwaardelijke toeslag per 1 januari 2017 Het bestuur besloot in 2016 om op basis van het toeslagbeleid per 1 januari 2017 geen voorwaardelijke toeslag te verlenen. Dit kwam omdat de beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 lager was dan 110%, namelijk 106%. Overigens gaf ook de ontwikkeling van de CPI (0,0%) geen aanleiding tot het verlenen van een voorwaardelijke toeslag. Inhaaltoeslag onder voorwaarden mogelijk Onder voorwaarden verleent het bestuur een inhaaltoeslag tot 50% van de CPI. Dit is het geval als over voorgaande jaren (met ingang van 2016) het streven van sociale partners van een toeslag van 50% van de CPI te verlenen niet is gehaald. De hoogte van de inhaaltoeslag is reglementair begrensd. De toeslag per 1 januari 2016 bedroeg minder dan 50% van de stijging van de afgeleide CPI, namelijk 0,1% in plaats van 0,2%. Hierdoor ontstond een indexatie-achterstand van 0,1% die in de toekomst kan leiden tot inhaalindexatie. Omdat de stijging van de CPI gelijk is aan 0,0% ontstaat per 1 januari 2017 geen (nieuwe) indexatie-achterstand. De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 was lager dan het vereist eigen vermogen, waardoor geen sprake kon zijn dat in 2017 inhaalindexatie is door te voeren. Onvoorwaardelijke toeslag van 0,52% per 31 december 2016 uit premieopslag voor actieve deelnemers De premie bevat een opslag van 0,9 procentpunt voor de jaarlijkse onvoorwaardelijke toeslagverlening. Het bestuur stelde de toeslag vanuit deze opslag in de premie vast op 0,52% per 31 december Deze verhoging geldt voor de opgebouwde aanspraken van deelnemers die

17 gedurende het boekjaar 2016 actief waren. Op basis van het pensioenakkoord voor de periode 2016 tot en met 2021 van sociale partners vervalt met ingang van 2017 de opslag van 0,9 procentpunt in de premie en is de volledige premie bestemd voor de reguliere pensioenopbouw. Daarmee vervalt met ingang van 2017 ook de onvoorwaardelijke toeslag. Korting Kortingsbeleid Vanaf 1 juli 2015 is op basis van het pensioenakkoord vastgelegd in welke situatie het fonds opgebouwde pensioenen en pensioenuitkeringen kan korten. Het bestuur streeft naar een beleid waarbij rechtenkorting zoveel mogelijk wordt voorkomen. Sociale partners bepaalden dat een eventuele verlaging van de pensioenen en uitkeringen in navolgende jaren niet wordt gerepareerd. Als de financiële positie van het fonds naar het oordeel van het bestuur ontoereikend is, is het bestuur bevoegd één of meerdere financiële sturingsmiddelen aan te wenden ter verbetering van de financiële positie van het fonds. In dat kader ziet het bestuur rechtenkorting als noodmaatregel. Pensioenregeling in 2017 aangepast Pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar Het pensioenakkoord van sociale partners bevat ook afspraken over de pensioenregeling voor de periode van 2017 tot en met Per 1 januari 2017 is de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Als gevolg van deze verhoging converteerde het fonds per 1 januari 2017 de opgebouwde aanspraken ouderdomspensioen met een pensioenleeftijd van 65 jaar naar een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Een uitzondering geldt voor deelnemers die voorafgaand aan 1 januari 2017 expliciet een keuze voor (eerdere of latere) ingang van het ouderdomspensioen hebben gemaakt of voor wie het pensioen al is ingegaan. Opbouwpercentage verhoogd naar 1,65% De verhoging van de pensioenrichtleeftijd sluit aan bij de fiscale regelgeving. Hierdoor ontstond fiscaal ook ruimte voor een hoger opbouwpercentage in de basispensioenregeling. Sociale partners besloten daarom tot een verhoging van het opbouwpercentage per 1 januari 2017 van 1,466% naar 1,65%. Het uitgangspunt om de laagst mogelijke franchise te hanteren, blijft ook in de pensioenregeling vanaf 1 januari 2017 gehandhaafd. Conversie per 1 januari 2017 Per 1 januari 2017 vond de conversie van de opgebouwde aanspraken ouderdomspensioen plaats naar de dag waarop de deelnemer 67 jaar wordt. Het bestuur stelde een collectief actuarieel gelijkwaardige en sekseneutrale conversiefactor vast op basis van de rentetermijnstructuur van 30 september De deelnemer heeft de mogelijkheid het pensioen te vervroegen, tot bijvoorbeeld de AOW-leeftijd. De vervroegingsfactoren zijn in samenhang met de conversiefactor vastgesteld om zodoende op individueel verzoek de gevolgen van de conversie te kunnen terugdraaien. Het bestuur besloot ook de aanspraken vroegpensioen om te zetten naar een aanspraak ouderdomspensioen met een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. Een belangrijke afweging hierbij was dat een vroegpensioenuitkering eindigt op 65-jarige leeftijd en daarmee niet meer aansluit op de pensioenrichtleeftijd die het fonds vanaf 1 januari 2017 hanteert. Ook wordt de periode tussen het einde van de vroegpensioenuitkering en de ingang van de AOW-uitkering, steeds groter. Voor deelnemers die bezwaar maakten tegen de omzetting van de aanspraken vroegpensioen naar ouderdomspensioen, heeft geen omzetting plaatsgevonden. Wel zijn uit kostenoogpunt de mogelijkheden voor degenen die de aanspraken vroegpensioen niet hebben omgezet beperkt. Zij kunnen de vroegpensioenuitkering alleen op 62-jarige leeftijd laten ingaan of op dat moment alsnog omzetten. Overgangsregeling voor deelnemers met een WAO-uitkering Het bestuur trof met ingang van 2017 een overgangsregeling voor deelnemers die een WAO-uitkering ontvangen en voor wie een premievrije voortzetting geldt. Voor deze deelnemers vindt pensioenopbouw plaats over het loon (zonder franchise) van 0,48% ouderdomspensioen of, als een deelnemer een nabestaandenpensioen had verzekerd, 0,39% ouderdomspensioen. Het bestuur besloot om per 1 januari 2017 ook voor deze deelnemers de aanspraken om te zetten naar een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar en daarbij een evenredige verhoging van het opbouwpercentage toe te passen. De opbouwpercentages van 0,48% en 0,39% zijn daarom verhoogd tot 0,54% (zonder verzekering nabestaandenpensioen) respectievelijk 0,44% (mét verzekering nabestaandenpensioen). Op deze wijze kunnen WAO-uitkeringsgerechtigden voor wie premievrije voortzetting geldt, de deelname voortzetten tot de AOW-leeftijd: op dat moment stopt ook de WAO-uitkering. Wijziging verplichtstelling Met de verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar is een wijziging van de verplichtstelling noodzakelijk. De beleidsregels toetsingskader Wet Bpf 2000 veronderstellen namelijk dat in de verplichtstelling leeftijdsgrenzen zijn benoemd. De verplichtstelling van het fonds is voor het laatst per 1 januari 2008 gewijzigd en kent een leeftijd van 21 jaar tot 65 jaar. Een wijziging van de leeftijdsgrens houdt een formele wijziging van (de reikwijdte van) de verplichtstelling in met als doel de nieuwe pensioenrichtleeftijd van 67 te kunnen

18 handhaven. In 2016 hebben de voorbereidingen plaatsgevonden voor het opstellen van een representativiteitsopgave die onderdeel uitmaakt van het verzoek tot wijziging van de verplichtstelling. Het fonds diende, mede namens de betrokken sociale partners, op 9 februari 2017 het verzoek tot wijziging van de verplichtstelling in bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit leidde op 9 mei 2017 tot wijziging van de verplichtstelling bij besluit van 3 mei Flexibel pensioen Het uiteenlopen van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd leidde er ook toe dat het bestuur aandacht besteedde aan flexibele mogelijkheden voor pensioen. Daarbij hield het bestuur rekening met de beperkte vraag naar flexibele mogelijkheden, de hoogte van het opgebouwde pensioen en de uitvoerbaarheid van varianten. Zo is vastgelegd dat vervroegen mogelijk is tot vijf jaar vóór de AOW-leeftijd en uitstel tot vijf jaar ná de AOW-leeftijd. Daarnaast blijven de keuzemogelijkheden voor deeltijdpensioen en een hoog-laag of laaghoogvariant bestaan. Er gelden wel voorwaarden voor de hoogte van de uitkering en het aantal keer dat de hoogte van de uitkering kan variëren. Aanvullend ouderdomspensioen en aanwijzing voor nabestaandenpensioenverzekering De wijziging van de pensioenregeling vanaf 2017 vormde ook aanleiding om de aanvullende regelingen, die het pensioenfonds sinds 2007 als aanvullend product op collectieve of individuele basis aanbiedt, te evalueren. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar en de verhoging van het opbouwpercentage in de basispensioenregeling naar 1,65% maakten het weer mogelijk om varianten aan te bieden voor aanvullend ouderdomspensioen. Het bestuur besloot op basis van de evaluatie en in afstemming met sociale partners, om de mogelijkheden voor aanvullend ouderdomspensioen aan te passen. Vanaf 1 januari 2017 is een opbouw van 1,65% of 1,701% mogelijk over de aanvullende pensioengrondslag, boven het maximum pensioengevend salaris van (2017) uit de basispensioenregeling. Daarnaast is een aanvullend opbouwpercentage van 0,051% mogelijk bovenop het opbouwpercentage van 1,65% uit de basispensioenregeling. Het bestuur besloot vanuit kostenoverwegingen dit aanvullend opbouwpercentage van 0,051% alleen aan te bieden in combinatie met een opbouwpercentage van 1,701% over de aanvullende pensioengrondslag. Ook besloot het bestuur de regelingen voor aanvullend ouderdomspensioen vanaf 2017 niet langer als individueel product aan te bieden. De reden hiervoor vormden de geringe belangstelling voor dit product en de kosten daarvan. De regeling voor de aanvullende nabestaandenpensioenverzekering veranderde niet per 1 januari De nabestaandenpensioenverzekering van het fonds gaat uit van een dekkingspercentage over het pensioengevend jaarsalaris zonder franchise. Voor deelnemers met een relatief laag loon kan dit tot een situatie van fiscale bovenmatigheid leiden, waardoor een aanwijzing van de pensioenregeling noodzakelijk is. Het Directoraat-Generaal Belastingdienst van het Ministerie van Financiën wees per brief van 17 januari 2017 de pensioenregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering aan als pensioenregeling in de zin van de Wet op de Loonbelasting De evaluatie van de aanvullende regelingen leidde ook tot het besluit om de nabestaandenpensioenverzekering niet langer te herverzekeren. Een analyse wees uit dat het aantal deelnemers in de nabestaandenpensioenverzekering redelijk stabiel was en de premie steeds toereikend. Het bestuur concludeerde dat de risico s goed door het fonds zelf te dragen zijn. Communicatie over nieuwe pensioenregeling Pensioenfonds Horeca & Catering informeerde alle deelnemers en uitkeringsgerechtigden van het fonds en de werkgevers die zich registreerden op het werkgeversportaal GRIP in 2015 al over de nieuwe pensioenregeling. Het fonds benutte in 2016 de contactmomenten rond het verstrekken van de Uniforme Pensioenoverzichten aan (actieve en gewezen) deelnemers door nogmaals te wijzen op de veranderingen per 1 januari Ook informeerde Pensioenfonds Horeca & Catering in 2016 alle aangesloten werkgevers over de nieuwe pensioenregeling per 1 januari Voor deelnemers en werkgevers voor wie de nieuwe pensioenregeling meer specifieke gevolgen heeft, stelde Pensioenfonds Horeca & Catering informatie op maat op. Het fonds paste alle online en offline communicatiemiddelen aan op de pensioenregeling vanaf 1 januari De medewerkers van de uitvoeringsorganisatie volgden opleidingen over de wijzigingen in de pensioenregeling. Overeenkomst tot formele opdrachtaanvaarding In juni 2015 sloten sociale partners in de horeca en catering een nieuw pensioenakkoord voor de jaren 2016 tot en met Het bestuur aanvaardde de afspraken uit dit pensioenakkoord en nam deze op in een overeenkomst tot formele opdrachtaanvaarding. Eind 2015 bood het bestuur deze overeenkomst aan sociale partners aan. De overeenkomst bevat, naast de afspraken uit het pensioenakkoord, ook een beschrijving van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het fondsbestuur en sociale partners. Verder voorziet de overeenkomst tot opdrachtaanvaarding in afspraken over overleg tussen het fondsbestuur en sociale partners. In 2016 ontving het bestuur het bericht dat sociale partners enkele wijzigingen wilden aanbrengen in de tekst van de overeenkomst. Het bestuur besprak deze wijzigingen en berichtte sociale partners over de uitkomst daarvan. Naar aanleiding hiervan is de overeenkomst in januari 2017 door beide partijen ondertekend

19 Herijking communicatiebeleid Begin 2016 herijkte het bestuur het communicatiebeleid van het fonds voor de periode 2016 tot en met Het bestaande beleid werd op accenten aangescherpt en geherformuleerd. Zo deed het bestuur aanpassingen naar aanleiding van de invoering van de Wet Pensioencommunicatie en de toegenomen mogelijkheid om digitaal te communiceren. Om eenvoud en concreetheid in beleid en uitvoering te borgen en complexiteit te voorkomen, maakte het bestuur een scherper onderscheid tussen het waarom en de ambities en doelstellingen van communicatie en de uitvoering daarvan. Het uitgangspunt voor de communicatie van Pensioenfonds Horeca & Catering blijft het bijdragen aan mentale rust voor deelnemers en het ontzorgen van werkgevers door administratief gemak te bieden. Verdergaande digitalisering Pensioenfonds Horeca & Catering bedient werkgevers en (oud-)deelnemers bij voorkeur digitaal. Het verder vormgeven van die digitale klantbediening was een belangrijke doelstelling in Daardoor was de online omgeving van het fonds ook in 2016 continu in ontwikkeling: het fonds stemde die verder af op de informatie- en communicatiebehoeften van werkgevers en deelnemers. Het bezoek van de online omgeving door werkgevers, deelnemers en gepensioneerden nam in 2016 verder toe. Zowel de algemeen toegankelijke online informatie als de persoonlijke portaalomgevingen werden vaker bezocht. Ook het aantal registraties op werkgeversportaal GRIP en het aantal adressen van deelnemers en gepensioneerden namen fors toe. Het fonds prikkelt deelnemers via activerende communicatie om in te loggen op de online omgeving en daar het adres achter te laten. Het fonds benut hiervoor zoveel mogelijk de wettelijk verplichte communicatiemomenten. Werkgevers worden op zoveel mogelijk contactmomenten gestimuleerd zich te registreren op GRIP. Online helpt het fonds werkgevers en deelnemers door inzicht in de eigen situatie te geven, op basis van de in de administratie van het fonds beschikbare gegevens. Via customer journeys (klantreizen) leidt het fonds werkgevers en deelnemers langs gelaagde informatie die snel en eenvoudig inzicht biedt en waarbij (online) actie kan worden ondernomen. De customer journeys ontwikkelt het fonds op grond van de getoonde wensen en behoeften van de (deel)doelgroepen. Werkgeversportaal GRIP In januari 2016 vernieuwde het fonds het werkgeversportaal GRIP. In GRIP vinden werkgevers voor de inlog algemene informatie en bedrijfsspecifieke informatie over loongegevens en betalingen na de inlog. Het vernieuwde GRIP geeft werkgevers een verbeterd inzicht in hun pensioenzaken. Dankzij een aantal nieuwe functionaliteiten zien werkgevers of hun termijnbedrag aansluit op de gemiddelde werkelijke premie. Via customer journeys roept Pensioenfonds Horeca & Catering werkgevers op naar GRIP te gaan als zij actie moeten ondernemen. In 2016 ontwikkelde het fonds meerdere customer journeys die werkgevers helpen op tijd de juiste premie te betalen. Een werkgever kan zelf op GRIP zijn termijnbedrag aanpassen, en het fonds kan dit doen voor werkgevers bij wie het termijnbedrag veel afwijkt van de werkelijke premie. Hierdoor verkleinde het verschil tussen voorschot en werkelijke premie. Dit leidde in 2016 na het verstrekken van de jaarafrekening tot een aanzienlijke vermindering van de geldstroom van en naar het fonds. GRIP laat werkgevers de actuele stand van de jaarafrekening zien en geeft op elk moment inzicht in de status van betalingen. Het fonds startte in 2016 met het versturen van digitale nota s aan werkgevers. Werkgevers die digitaal bereikbaar zijn, ontvangen hun maandelijkse nota per . De vernieuwing van GRIP in combinatie met de nieuwe customer journeys leidde tot een verdere stijging van het gebruik van GRIP. Eind 2016 gebruikte 67% van de aangesloten werkgevers GRIP. Deelnemersportaal Pensioenfonds Horeca & Catering digitaliseerde in 2016 de processen rond een aantal belangrijke contactmomenten met deelnemers en uitkeringsgerechtigden. In het eerste kwartaal van 2016 breidde het fonds de online omgeving voor uitkeringsgerechtigden uit. Zij kregen in januari voor het eerst digitaal hun jaaropgave en uitkeringsspecificatie. Uitkeringsgerechtigden ontvangen sindsdien per of per post een oproep om met DigiD in te loggen om online hun persoonlijke informatie te bekijken. Daarbij krijgen zij het verzoek om het adres aan te melden in de persoonlijke online omgeving. In het eerste halfjaar werkte het fonds daarnaast aan het uitbreiden van de online informatie voor deelnemers die (her)starten in de horeca en catering. Deze deelnemers krijgen kort en krachtig de voor hen meest belangrijke informatie. Zo krijgen zij uitleg over waardeoverdracht en de mogelijkheid om individueel nabestaandenpensioen te verzekeren en kunnen zij daarop online actie ondernemen. Ook staan het wettelijk verplichte Pensioen en de Pensioenvergelijker online voor de starters en herintreders

20 Een belangrijke ontwikkeling in 2016 was ook dat Pensioenfonds Horeca & Catering communicatie met deelnemers realiseerde via de Berichtenbox van MijnOverheid. De persoonlijke website voor overheidszaken vormt daarmee een extra kanaal voor het fonds om het pensioenbewustzijn van deelnemers te vergroten. Tevens richtte Pensioenfonds Horeca & Catering een berichtenbox in binnen de eigen online omgeving. Daarmee kan het fonds deelnemers online via persoonlijke alerts wijzen op actuele digitale informatie. In de tweede helft van 2016 ontwikkelde het fonds voor deelnemers de mogelijkheid om online hun pensioenuitkering aan te vragen, wat vervolgens digitaal in de deelnemersadministratie wordt verwerkt. Deelnemers kunnen daarvan begin 2017 gebruikmaken. In een customer journey krijgen zij volledig inzicht in de keuzes die ze kunnen maken en zien zij direct de gevolgen ervan op het eigen pensioen. Ook kunnen deelnemers de pensioenplanner Op Koers gebruiken. Hiermee kunnen ze onder meer een inschatting maken van hun inkomsten en uitgaven na pensionering. Verder optimaliseerde het fonds in 2016 de online informatie voor deelnemers die stoppen met het opbouwen van pensioen bij Pensioenfonds Horeca & Catering. Deze deelnemers kunnen vanaf begin 2017 niet alleen de wettelijke verplichte stopinformatie zien, maar dan ook de voor hen relevante acties ondernemen. Informatie over bijzonder nabestaandenpensioen verbeterd Het fonds verbeterde in 2016 de administratie van de aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen. Aanspraken die in het verleden mogelijk niet juist waren afgesplitst of waarover mogelijk niet duidelijk was gecommuniceerd, zijn op de juiste wijze geregistreerd. Op basis daarvan informeert het fonds de betreffende deelnemers en hun ex-partners begin Doel daarvan is deelnemers, hun huidige partners en hun ex-partners beter inzicht te geven in de aanspraken op (bijzonder) nabestaandenpensioen. Beheersing van de pensioenuitvoering Pensioenfonds Horeca & Catering is een zelfadministrerend pensioenfonds. Over de uitvoering vindt via de reguliere planning & control cyclus rapportage aan het bestuur plaats. Bovendien legt de directeur jaarlijks een in control statement af aan het bestuur. De basis voor het in control statement is het Management Control Systeem (MCS). In het MCS zijn de beheersingsdoelstellingen van Pensioenfonds Horeca & Catering opgenomen. De beheersingsdoelstellingen zijn uitgewerkt en vastgesteld door middel van key controls. ISAE 3402 rapportage Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een ISAE 3402 Type II rapport. Dit rapport geeft de beschrijving, opzet, bestaan en werking van de interne beheersingsmaatregelen van een serviceorganisatie weer gedurende de gespecificeerde verslagperiode van 1 januari tot en met 31 december In de scope van de ISAE 3402 rapportage zijn die processen en controlemaatregelen opgenomen die relevant zijn in het kader van de financiële verantwoording. Op deze wijze is de professionaliteit van de beheersomgeving via een onafhankelijke toets van een externe accountant aantoonbaar gemaakt. Aanvulling interne beheersingsraamwerk met informatiebeveiliging Naast ISAE 3402 is het interne beheersingsraamwerk in 2016 verder aangevuld en geprofessionaliseerd met informatiebeveiliging waarbij het ISO raamwerk als basis heeft gediend. Belangrijke onderdelen hierin zijn het implementeren van een Information Security Management System (ISMS) en een baseline van beheersingsmaatregelen. Een risicoanalyse van mogelijke dreigingen en afhankelijkheden vormt hiervoor het vertrekpunt. Pensioenfonds Horeca & Catering voerde samen met een externe gespecialiseerde partij een externe benchmark uit op de opzet van het beheersingskader voor informatiebeveiliging en een dreigingen analyse. Daarnaast werd een technische netwerkscan uitgevoerd op feitelijke externe dreigingen. De bevindingen leidden tot een aangevulde en geïmplementeerde set aan key controls inclusief aangescherpte maatregelen voor het borgen van mogelijke risico s op het gebied van informatiebeveiliging. Meldplicht datalekken Sinds 1 januari 2016 geldt de meldplicht datalekken. Deze meldplicht houdt in dat organisaties (zowel bedrijven als overheden) direct een melding moeten doen bij de Autoriteit Persoonsgegevens zodra zij een ernstig datalek hebben. In bepaalde situaties moeten zij het datalek ook melden aan de betrokkenen van wie de persoonsgegevens zijn gelekt. Bij een datalek gaat het om toegang tot of vernietiging, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens bij een organisatie zonder dat dit de bedoeling is van deze organisatie. Onder een datalek valt niet alleen het vrijkomen (lekken) van gegevens, maar ook onrechtmatige verwerking van gegevens. Niet ieder datalek hoeft te worden gemeld. Melding is verplicht als een datalek leidt tot een aanzienlijke kans op en ernstige nadelige gevolgen voor de bescherming van persoonsgegevens, of een kans daarop. Vanaf 1 januari 2016 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering de meldplicht datalekken geborgd in zijn interne beheersingsraamwerk en operationele werkzaamheden. In 2016 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering acht datalekken gemeld aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Het betrof datalekken van gegevens op individueel niveau. Het fonds meldde de datalekken ook aan betrokkenen in de gevallen waarin sprake was van informatie van gevoelige aard en/of mogelijke aantasting in de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Het fonds voerde een analyse uit naar de oorzaak van de datalekken. Dit leidde waar nodig tot aanpassing van werkwijzen en procedures

21 B&IP De uitvoeringsorganisatie van Pensioenfonds Horeca & Catering stelt iedere drie jaar een meerjarenplan en een Bedrijfs- en informatieplan (B&IP) op. Deze plannen worden gedeeld met het bestuur. In 2016 is het B&IP vastgesteld. Dit plan geeft een integraal en samenhangend beeld van uit te voeren IT-gerelateerde activiteiten in 2016 tot en met 2018 op basis van het meerjarenplan In 2016 zette het fonds in op verdere ontwikkeling van online zelfbediening. Hierbij nemen deelnemers en werkgevers zelf het initiatief om persoonlijke informatie in te zien, een actie op te starten of af te handelen. Dit gebeurt op basis van verschillende customer journeys. Hierbij worden de deelnemer en werkgever stap voor stap geholpen om de betekenis te begrijpen en waar nodig de juiste handelingen te verrichten. De uitkomsten van online zelfbediening worden digitaal verwerkt in de werkgevers- en deelnemersadministratie. Pensioenfonds Horeca & Catering zet vanaf 2016 in op verdere verbetering van klantbediening en het verder verhogen van de efficiency door verregaande digitalisering, automatisering en herontwerp van de backoffice. Dit doet het fonds aan de hand van een aantal thema s: gegevenslogistiek, digitalisering, zoemende IT fabriek, vooronderzoek en overige projecten. Gegevenslogistiek Pensioenfonds Horeca & Catering verkrijgt de gegevens voor de werkgevers- en deelnemersadministratie uit de loonaangifteketen via UWV. Het fonds gaat de verwerking van die ontvangen gegevens in de nabije toekomst moderniseren. De actualiteit van de gegevens in de systemen van het fonds wordt daarmee (tegen gelijkblijvende of lagere kosten) verhoogd wat leidt tot nog betere informatie voor deelnemers en werkgevers in de portalen. Daarnaast vindt een analyse plaats op de gegevensleveringen zoals aangiftegedrag en voorspelbaarheid van werkaanbod. Digitalisering Pensioenfonds Horeca & Catering werkt aan het verder doorontwikkelen van de selfservice en digitalisering van de diensten. Dit doet het fonds op een zodanige manier dat de deelnemer en werkgever steeds meer zelf aan het stuur komen en hiermee centraal staan in de klantbediening. Zoemende IT Fabriek Door het doorvoeren van digitalisering en zelfservice in de primaire applicaties, vermindert het handmatig werk en levert daarmee een kostenbesparing op. Pensioenfonds Horeca & Catering streeft naar het verbeteren van de efficiency en kwaliteit. Hiervoor vindt jaarlijks regulier onderhoud plaats op de operationele systemen om blijvend te voldoen aan wet- en regelgeving. Vooronderzoeken en overige projecten Pensioenfonds Horeca & Catering werkt op continue basis aan het uitvoeren van diverse veranderinitiatieven. Daartoe vinden vooronderzoeken plaats om klantbediening verder te optimaliseren en continuïteit van de administratievoering te blijven garanderen. Kosten pensioenuitvoering Pensioenfonds Horeca & Catering vindt lage uitvoeringskosten belangrijk. Het fonds voert daarom de pensioenadministratie zo efficiënt mogelijk uit. Doordat het fonds de pensioenregeling uitvoert voor een grote groep deelnemers levert dit door de schaalgrootte lagere kosten per deelnemer op. Het fonds heeft daarnaast geen winstoogmerk. Dat betekent dat het fonds alle premies en beleggingsopbrengsten, na aftrek van de uitvoeringskosten, direct aan pensioen kan besteden. Doordat het fonds zelf de pensioenadministratie verzorgt, is geen sprake van eventuele kostenverhogende BTW over deze activiteit. Pensioenfonds Horeca & Catering volgt de Aanbevelingen Uitvoeringskosten, zoals die zijn opgesteld door de Pensioenfederatie

22 Uitsplitsing van uitvoeringskosten De totale uitvoeringskosten van Pensioenfonds Horeca & Catering over 2016 bedragen 59,1 miljoen (2015: 56,4 miljoen). Onderstaande tabel geeft een specificatie van deze kosten weer. Overzicht uitvoeringskosten 2016 versus 2015 De kosten vermogensbeheer en de transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen. De totale uitvoeringskosten bestaan uit kosten pensioenbeheer, kosten vermogensbeheer en transactiekosten. Door deze opsplitsing in kostensoorten, waarbij de bijbehorende kosten zijn vastgesteld volgens de aanbevelingen van de Pensioenfederatie, zijn de uitvoeringskosten van pensioenfondsen te vergelijken. Het fonds neemt daartoe sinds 2013 deel aan het jaarlijks onderzoek door het Institutioneel Benchmarking Instituut (IBI). Dit onderzoek is specifiek op Nederland gericht. In 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering de hoogte van de vermogensbeheerkosten en de uitvoering van transacties laten toetsen en onderzoeken door een externe consultant. Uit dit onderzoek bleken de vermogensbeheerkosten gemiddeld genomen competitief te zijn. Ook bleek best execution geborgd bij de aangestelde vermogensbeheerders. Kosten pensioenbeheer De kosten pensioenbeheer bestaan uit: kosten voor de pensioenadministratie; kosten van communicatie met deelnemers en werkgevers; het deel van de bestuurskosten dat is toe te rekenen aan pensioenbeheer. De kosten van pensioenbeheer over 2016 bedragen 57 per deelnemer. Over 2015 bedroegen de kosten per deelnemer 55. De stijging ten opzichte van 2015 is het gevolg van: een toename van het aantal deelnemers (effect - 4 per deelnemer); incidenteel hoge kosten pensioenbeheer in 2016 (effect 6 per deelnemer). * Het vergelijkingscijfer over 2016 wordt in de tweede helft van 2017 verwacht

23 Kosten vermogensbeheer De totale kosten van vermogensbeheer bedroegen 25,9 miljoen in Dit is 0,30% van het gemiddeld belegd vermogen. In 2015 bedroegen de kosten 0,34% van het gemiddeld belegd vermogen. Onderstaande tabel geeft een specificatie van de totale kosten vermogensbeheer, bestaande uit directe beheerkosten en overige beheerkosten. De directe beheerkosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. De overige beheerkosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen. Directe beheerkosten Pensioenfonds Horeca & Catering laat het belegd vermogen beheren door externe vermogensbeheerders. De directe beheerkosten bevatten alle kosten van deze externe beheerders. Dit betreft hoofdzakelijk de beheervergoeding van de externe beheerders (inclusief onderliggende fondsen) en prestatievergoedingen (alleen bij private equity). De absolute en relatieve daling van 2016 ten opzichte van 2015 wordt vrijwel geheel verklaard door de lagere directe beheerkosten bij aandelen. Overige beheerkosten Onder overige beheerkosten vallen de kosten van het intern fiduciair beheer, kosten bewaarloon en overige kosten

24 Transactiekosten De transactiekosten zijn direct gerelateerd aan de totstandkoming van beleggingstransacties. De stijging ten opzichte van 2015 wordt grotendeels verklaard door de hogere transactiekosten bij vastrentende waarden. Enerzijds houden deze extra kosten verband met een hogere schatting van de bied-laat spread voor high-yield obligaties ten opzichte van Met ingang van 2016 is de schatting gebaseerd op marktinformatie. Anderzijds vond in 2016 een transitie in deze beleggingscategorie plaats waardoor er veel transacties nodig waren. De transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. Kosten en rendement Onderstaande tabel geeft per beleggingscategorie een overzicht van het netto-rendement in relatie tot de directe beheerkosten en transactiekosten als percentage van het gemiddeld belegd vermogen. Deze vergelijking is om de volgende redenen relevant: Voor beleggingen met een gunstige combinatie van risico en rendement kan een hoger kostenniveau aanvaardbaar zijn omdat een hoger rendement wordt verwacht. Pensioenfonds Horeca & Catering maakt deze afweging op basis van de ALM-studie. In deze studie bepaalt het bestuur de gewenste beleggingsmix op basis van de financiële positie van het fonds en de verhouding tussen rendement en risico van elke beleggingscategorie. De mate van actief of passief beheer beïnvloedt de omvang van de kosten. Actief beheer brengt hogere kosten met zich mee dan passief beheer. Hiertegenover staat bij actief beheer een hoger verwacht rendement. De directe beheerkosten en transactiekosten zijn uitgedrukt als % van het gemiddeld belegd vermogen van de betreffende beleggingscategorie. Uit de tabellen volgt dat de directe beheerkosten van private equity relatief hoog zijn in verhouding tot de directe beheerkosten van de overige beleggingscategorieën. Daar tegenover staat echter een hoger nettorendement wat een positieve bijdrage levert aan het realiseren van de doelstellingen van het beleggingsbeleid van het fonds. De volgende factoren beïnvloeden het kostenniveau van private equity: Bij private equity wordt in een aantal gevallen de vergoeding gebaseerd op de toezeggingen (commitments) in plaats van daadwerkelijk belegd vermogen. Daarnaast zijn de kosten in de opstartfase van een private equity-programma relatief hoog. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft één programmamanager aangesteld voor het beheer van de beleggingen private equity. Daarnaast belegt Pensioenfonds Horeca & Catering in een aantal (deels) aflopende extern beheerde fund-of-funds. De fondsen beleggen onderliggend in verschillende private equity-fondsen. De gerapporteerde directe beheerkosten bevatten ook de beheervergoedingen van de onderliggende private equity-fondsen

25 Bij private equity-fondsen wordt gewerkt met prestatievergoedingen. Deze vergoedingen worden pas betaald na het behalen van een vooraf gedefinieerd rendement. Deze prestatievergoedingen van zowel de fund-of-funds als de onderliggende private equity-fondsen maken deel uit van de directe beheerkosten. Berekende en in rekening gebrachte vermogensbeheerkosten Onderstaande tabel geeft een splitsing tussen berekende kosten en in rekening gebrachte kosten. Uitsplitsing kosten vermogensbeheer in berekende kosten en in rekening gebrachte kosten De in rekening gebrachte kosten bedragen 22,4 miljoen en bestaan uit: betaalde facturen van externe vermogensbeheerders, betaalde interne uitvoeringskosten, ingehouden beheersvergoedingen en kosten uit beleggingsfondsen waarbij een accountantsverklaring is ontvangen. De berekende kosten bedragen 3,4 miljoen en betreffen voornamelijk berekende beheerkosten uit beleggingsfondsen waarvoor nog geen accountantsverklaring is ontvangen

26 Risicobeleid Identificeren en beheersen van risico s Pensioenfonds Horeca & Catering heeft de verplichting nu en in de toekomst pensioenen uit te keren. Identificeren en beheersen van risico s die dit kunnen bedreigen, is voor het bestuur van het fonds daarom essentieel. Het bestuur legde onderkende risico s vast in het risicoraamwerk en benoemde de gevolgen van de risico s en de kans dat die risico s optreden. Daarnaast beschreef het bestuur de maatregelen die het heeft genomen om de risico s te beheersen. De risico s die het bestuur beschreef in het risicoraamwerk, met name de gevolgen daarvan en, de kans dat ze optreden en de beheersmaatregelen daartegen, blijven niet altijd gelijk. Het bestuur heeft oog voor deze bewegingen en evalueert om die reden periodiek het raamwerk risicomanagement. Inrichting risicomanagement Het bestuur benoemt risicothema s op grond van de geformuleerde beleidscyclus voor integraal risicomanagement. Het bestuur koppelt het risicoraamwerk aan het beheersingskader van key controls, zoals dit binnen de eigen uitvoeringsorganisatie is geïmplementeerd. Met behulp van dit beheersingskader wordt in het risicoraamwerk een verbinding gelegd tussen de strategische risico s die het bestuur onderkent en de dagelijkse handelswijze in de uitvoering. Pensioenfonds Horeca & Catering richt het risicomanagementmodel in met een integrale verantwoordelijkheid op elk niveau: van medewerker tot bestuur. Het betreft een samenspel van personen die gezamenlijk hun rol binnen het risicomanagement invullen. De risicomanager coördineert de beleidscyclus. Ook beoordeelt de risicomanager of risico s (tijdig en voor zover mogelijk volledig) worden onderkend in de beleidscyclus en de uitvoering daarvan. Het bestuur constateerde in 2016 dat het risicoraamwerk goed is opgezet en dat de beleidscyclus werkt. De organisatie van het risicomanagement is hiermee volgens het bestuur passend bij het karakter en de omvang van het fonds. Risicosoorten Pensioenfonds Horeca & Catering onderscheidt de volgende risicosoorten: Strategische risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die op voorhand niet te normeren zijn en (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Deze risico s zijn wel te kwalificeren, maar niet te kwantificeren. Financiële risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die (grote) invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen zijn deze risico s te normeren en te kwantificeren (Besluit financieel toetsingskader en eigen modellen). Operationele risico s: hieronder vallen voor Pensioenfonds Horeca & Catering risico s die invloed kunnen hebben op het fonds. Op basis van wet- en regelgeving en eigen normen (richtlijnen uitbesteding/contractual requirements) zijn deze risico s te kwalificeren en (over het algemeen) te kwantificeren. Het gaat om risico s met betrekking tot de eigen uitvoeringsorganisatie en de uitbestede werkzaamheden. Een uitwerking van deze risicosoorten en de bijbehorende geïdentificeerde risico s, is samengevat in zeven verschillende risicokaarten. Deze risicokaarten bevatten een beschrijving van het risico en de context. Waar mogelijk is een inschatting van het risico gegeven. Dit gebeurt aan de hand van de kans versus de impact. Daarnaast besteedt elke kaart aandacht aan de beheersing en het beleid rondom het risico en de wijze van rapportage en evaluatie. Het bestuur actualiseerde de risico-inschatting, gegeven de beleidscyclus risicomanagement, per einde Het risico dat het draagvlak onder deelnemers en werkgevers ten aanzien van pensioen of het pensioenfonds vermindert, is toegevoegd aan de onderkende risico s. In totaal benoemde het bestuur daarmee 35 risico s binnen de risicosoorten: strategisch, financieel en operationeel. In de onderstaande figuur is deze onderverdeling weergegeven

27 Strategische risico analyse Strategische risico s Financiële risico s Operationele risico s 1 Externe omgeving 2 Bestuur 3 Solvabiliteit pensioenfonds 4 Deelnemersen werkgeversbestand 5 Ui t v o e r ing s- organisatie 6 Communicatie met deelnemers 7 Uitbesteding 1.1 Wet- en regelgeving 2.1 Deskundig, competent en integer bestuur 3.1 Dekkingsgraadrisico 4.1 Leeftijdsopbouw deelnemers 5.1 Key performance indicatoren 6.1 Wet- en regelgeving 7.1 Vermogensbeheer 1.2 Sociale partners 2.2 Besturingsmodel 3.2 Renterisico 4.2 Aantal deelnemers 5.2 Intern beheersingssysteem 6.2 Boodschap 7.2 Debiteuren 1.3 Publiciteit negatieve media 2.3 Visie en strategie 3.3 Liquiditeitsrisico 4.3 Ervaringssterfte 5.3 Deskundige, competente en integere medewerkers 7.3 IT 1.4 Afhankelijkheid UWV 2.4 Focus 3.4 Marktrisico 4.4 Overlap of ontduiking werkingsfeer 5.4 ICT en informatiebeveiliging 3.5 Kredietrisico 4.5 Wegvallen verplichtstelling 5.5 Compliance 3.6 Valutarisico 4.6 Economische malaise 5.6 Aansturing organisatie 3.7 Verzekeringstechnisch risico 4.7 Draagvlak deelnemers & werkgevers 3.8 Actief beheerrisico 3.9 Integriteitrisico Bepalende risico s Het bestuur achtte het voor de benodigde focus goed om, binnen het totaal aan risico s, de risico s te benoemen die het meest bepalend (kunnen) zijn. Bepalend betekent hierbij dat de risico s de ambitie van het fonds in gevaar kunnen brengen. Voor 2016 had het bestuur vooraf de volgende risico s als bepalend onderkend: 1. Wet- en regelgeving (risico 1.1) met inbegrip van het risico wegvallen verplichtstelling (risico 4.5); 2. Sociale partners (risico 1.2) mede in relatie tot risico visie en strategie (risico 2.3); 3. Visie en strategie (risico 2.3) in het bijzonder het actualiseren ervan; 4. Dekkingsgraadrisico (risico 3.1), met name vanuit het renterisico (risico 3.2) en het marktrisico (risico 3.4); 5. Publiciteit / negatieve media aandacht (risico 1.3), vanuit maatschappelijke ontwikkelingen; 6. ICT en informatiebeveiliging (risico 5.4) met inbegrip van risico voor uitbestede IT (risico 7.3). In 2016 gaf het bestuur via de strategische toekomstverkenning invulling aan de beheersing van de eerste drie bepalende risico s. De bestuurlijke vernieuwing per 1 juli 2016 versnelde dit proces. Nadere invulling vindt ook in 2017 plaats via verkenning met sociale partners van een gemeenschappelijk toekomstbeeld

28 In 2016 toetste het bestuur het dekkingsgraadrisico, renterisico en marktrisico tussentijds aan de uitgangspunten van de ALM studie uit december De financiële positie van het fonds en de marktomstandigheden waren aanleiding voor deze tussentijdse toetsing. De toets bevestigde dat de uitkomsten van die ALM studie ook gezien de gewijzigde situatie nog altijd als valide gelden voor het financiële beleid. De in 2016 doorgevoerde verdere professionalisering binnen de uitvoeringsorganisatie inzake beheersing van de risico s betreffende informatiebeveiliging zal in 2017 uitmonden in een certificering op basis van ISO In onderstaande figuur zijn de 35 risico s uit de strategische risicoanalyse naar netto risico gewogen weergegeven. Het netto risico is het risico dat resteert met inbegrip van de effecten van beheersmaatregelen. De risico s zijn geclusterd naar de perspectieven van de drie risicosoorten: strategische risico s, financiële risico s en operationele risico s. Van buiten naar binnen neemt de betekenis van het netto risico voor het fonds toe. Het bestuur woog in 2015 de risico s opnieuw via een actualisering van de strategische risicoanalyse. In onderstaande figuur zijn de 34 risico s uit de strategische risicoanalyse naar waarschijnlijkheid en naar impact gewogen weergegeven. De risico s zijn geclusteerd naar de perspectieven van de drie risicosoorten strategische risico s, financiële risico s en operationele risico s. Van buiten naar binnen neemt de betekenis van het risico voor het fonds toe. Risico s en betekenis voor het fonds Strategisch Financieel Operationeel Aan de hand van de actualisering van de strategische risicoanalyse stelde het bestuur voor het jaar 2017 de volgende bepalende risico s vast: 1. Wet- en regelgeving (risico 1.1 met inbegrip van het risico 4.5 wegvallen verplichtstelling): betekenis van en voorbereiden op een nieuw pensioenstelsel; 2. Sociale partners (risico 1.2 mede in relatie tot risico 2.3 visie en strategie): verder opbouwen van een onderlinge relatie en komen tot een gezamenlijk toekomstbeeld; 3. Visie en strategie (risico 2.3): komen tot afronding van het in 2016 ingezette traject; 4. Dekkingsgraadrisico (risico 3.1, met name vanuit risico 3.2 renterisico en risico 3.4 marktrisico): verbeteren van de financiële positie; 5. ICT en informatiebeveiliging (risico 5.4 met inbegrip van risico 7.3 uitbestede IT)

29 Deze bepalende risico s (met het hoogste netto risico) bevinden zich in de hieraan voorafgaande figuur in het oranje of rode gebied. De kans dat deze risico s zich voordoen, de impact van deze risico s, de effectiviteit van de ingezette beheersmaatregelen en de actualiteit ondersteunen de classificatie als bepalend. Risicokaarten 1. Externe omgeving Deze risicokaart beschrijft het risico dat externe partijen de strategie van Pensioenfonds Horeca & Catering negatief beïnvloeden. De arbeidsvoorwaarde pensioen wordt meer en meer in een politiek speelveld betrokken. De verwachting is dat in 2017 meer duidelijkheid ontstaat over een nieuw pensioenstelsel. Dit is ook noodzakelijk. Deelnemers zijn zich namelijk steeds meer bewust van het feit dat pensioenen niet zeker zijn. Duidelijkheid is te verschaffen om vertrouwen te (her)winnen. Pensioenfonds Horeca & Catering verkrijgt (tot op heden als enig pensioenfonds in Nederland) de gegevens voor de werkgevers- en deelnemersadministratie uit de loonaangifteketen via UWV. Hiermee borgt het fonds een efficiënte werkwijze. Het bestuur volgt per kwartaal de externe ontwikkelingen en de wijze waarop en de mate waarin zij de geïdentificeerde risicogebieden raken, door middel van de bestuursrapportage. Relevante onderwerpen plaatst het bestuur voor een reguliere bestuursvergadering op de agenda of worden, indien er sprake is van urgentie, tussentijds door het bestuur behandeld. 2. Bestuur De risicokaart Bestuur betreft het risico dat de slagkracht van het bestuur negatief wordt beïnvloed en de langetermijnstrategie van het fonds in gevaar komt. Een beheerste en integere bedrijfsvoering vraagt inzicht in pensioenen en de taken en verantwoordelijkheden van het pensioenfondsbestuur. Daarom vindt het bestuur het essentieel om focus te kunnen hebben op de lange termijn. Jaarlijks evalueert het bestuur daarom het functioneren van het bestuursmodel en het eigen bestuurlijk functioneren. Het beleid met betrekking tot benoeming, deskundigheidsbevordering en evaluatie van het functioneren ligt vast. 3. Solvabiliteit pensioenfonds Het solvabiliteitsrisico is het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering. Dit is het risico dat het pensioenfonds niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Gezien het belang van de solvabiliteit worden de risico s die invloed op de solvabiliteit hebben continu gemeten en gemonitord. Daarbij gaat het om: het renterisico (s1) het zakelijke waardenrisico (s2) het valutarisico (s3) het grondstoffenrisico (s4) het kredietrisico (s5) het verzekeringstechnisch risico (s6) het liquiditeitsrisico (s7) het concentratierisico (s8) het operationeel risico (s9) het actief beheerrisico (s10) Pensioenfonds Horeca & Catering beheerst het solvabiliteitsrisico met het formuleren van beleid en het uitvoeren van periodieke Asset Liability Management-studies en risicobudgetonderzoeken. Zo vindt in 2017 overeenkomstig de beleidscyclus risicomanagement een nieuwe ALM-studie plaats. Het fonds kwantificeert en monitort de gevoeligheid van de technische voorzieningen en de beleggingen per week, maand en kwartaal. Per kwartaal vindt een gevoeligheidsanalyse plaats op de effecten van schokken in rente en zakelijke waarden (als belangrijkste risico s voor het solvabiliteitsrisico van het fonds) op de dekkingsgraad. 4. Deelnemers- en werkgeversbestand De basis van de risicokaart Deelnemers- en werkgeversbestand is het risico dat de deelnemers- en/of werkgeverspopulatie van Pensioenfonds Horeca & Catering wijzigingen ondergaan met impact op de uitgangspunten die de basis vormen voor het financiële beleid. De verplichtstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering is bepalend voor het deelnemers- en werkgeversbestand. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd van 65 jaar naar 67 jaar per 1 januari 2017 maakte een wijziging van de verplichtstellingsbeschikking nodig. De oude verplichtstellingsbeschikking ging nog uit van een leeftijd van 21 jaar tot 65 jaar. De mate van representativiteit van sociale partners die vereist was voor deze wijziging is in voldoende mate aangetoond. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een specifieke opbouw. Met bijvoorbeeld veel jongeren in de horeca, die kortdurende en wisselende dienstverbanden hebben. Ook zijn er specifieke verschillen tussen deelnemers in de horeca en in de contractcatering. Overnames van bedrijfsactiviteiten, wijzigingen van bedrijfsactiviteiten, fusies en faillissementen kunnen het werkgeversbestand beïnvloeden

30 Via de bestuursrapportages volgt het bestuur de tussentijdse ontwikkelingen in het deelnemers- en werkgeversbestand. Jaarlijks stelt het fonds een intern actuarieel rapport op. Om de drie jaar vindt een uitgebreide analyse van het deelnemersbestand plaats. Begin 2017 is hiervan weer sprake. 5. Uitvoeringsorganisatie Onder de risicokaart Uitvoeringsorganisatie valt het risico dat interne processen, menselijk gedrag en beheersing van de pensioenuitvoeringsystemen de optimale uitvoering van de pensioenregeling en het fiduciair vermogensbeheer verstoren. De eigen uitvoeringsorganisatie verzorgt de werkgevers-, deelnemers- en uitkeringsadministratie. Ook ondersteunt zij het bestuur (strategisch, beleidsmatig, juridisch en secretarieel). Verder verzorgt de uitvoeringsorganisatie de fiduciaire taak op het vlak van vermogensbeheer (beheer van het proces Selecteren, aanstellen, monitoren en ontslaan van vermogensbeheerders ). Door middel van een intern beheersingskader, waarin risico s en beheersmaatregelen zijn geïdentificeerd en periodiek worden getoetst, beheerst Pensioenfonds Horeca & Catering dit risico. Bevestiging van opzet, bestaan en werking vindt plaats door middel van een ISAE3402 type II verklaring. Jaarlijks legt de uitvoeringsorganisatie verantwoording af aan het bestuur via het in control statement. Het bestuur heeft via de bestuursrapportage ieder kwartaal inzicht in (de ontwikkelingen van) de uitvoering. 6. Communicatie met deelnemers Deze risicokaart betreft het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet in staat is de deelnemers tijdig en adequaat te informeren. Het deelnemersbestand van Pensioenfonds Horeca & Catering bevat veel jongeren die in de horeca werken met kortdurende en wisselende dienstverbanden. Deelnemers zijn vaak weinig pensioenbewust. Het geven van actuele en relevante informatie aan zijn deelnemers is een belangrijke doelstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering. Tegelijkertijd is het voor Pensioenfonds Horeca & Catering zaak de kosten van de vereiste communicatiemiddelen te beheersen in relatie tot de pensioenopbouw en kenmerken van de (passerende) deelnemers. Vergaande digitalisering, in combinatie met verdere doelgroepsegmentaties, campagnes, specifieke customer journeys dragen bij aan het juist informeren van de deelnemer én het verlagen van kosten. Daarnaast dragen het lobbyen voor aanpassing van de Pensioenwet en de uitbreiding van de functionaliteiten van het Pensioenregister bij aan de getroffen maatregelen om dit risico te beheersen. 7. Uitbesteding De risicokaart Uitbesteding betreft het risico dat de partners waarmee een overeenkomst is aangegaan de afspraken niet correct uitvoeren, waardoor geen sprake meer is van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Uitbesteding is het op structurele basis laten uitvoeren van werkzaamheden, waaronder processen of delen van processen, door onafhankelijke derden. Bij uitbesteding blijft het fonds zelf verantwoordelijk voor de beheersing van de bedrijfsprocessen. Daarom is het cruciaal om de uitvoering van de uitbestede taken te beoordelen. Daarvoor beschikt het fonds over toereikende procedures, maatregelen en deskundigheid. De vermogensbeheerders, beleggingsadministrateur en bewaarnemers, incassobureaus en gerechtsdeurwaarders en IT-servicebureaus werken op basis van volmachten, mandateringen, Service Level Agreements en andere bevoegdheden. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht. Door het continu monitoren van de prestaties en periodieke gesprekken, vindt constante evaluatie van de uitbesteding plaats. Risicohouding Op grond van het Financiële Toetsingskader dienen pensioenfondsen helder te maken hoe risico s worden opgevangen. Zij moeten daarom hun risicohouding vastleggen. De risicohouding geeft aan in hoeverre het pensioenfonds beleggingsrisico s kan en wil lopen. De risicohouding van Pensioenfonds Horeca & Catering is zowel kwalitatief als kwantitatief vastgelegd. Kwalitatieve risicohouding Pensioenfonds Horeca & Catering kent jaarlijks een grote in- en uitstroom van met name jonge deelnemers die voor een relatief korte periode deelnemer zijn. In vergelijking met andere fondsen beheert Pensioenfonds Horeca & Catering voor veel (gewezen) deelnemers een relatief klein pensioen voor een lange periode. De relatief geringe hoogte van het opgebouwde pensioen wordt veroorzaakt door relatief korte deelneming, kleine dienstverbanden en lage salarissen. Voor het grootste deel van de gepensioneerden is de maandelijkse pensioenuitkering van Pensioenfonds Horeca & Catering een aanvulling op de AOW al dan niet naast nog andere pensioenuitkeringen van andere fondsen of verzekeraars. Pensioenfonds Horeca & Catering voert het pensioenakkoord van sociale partners uit, waarin een vaste premie en (vanaf 2016) een gedempt premiebeleid is afgesproken. Vanuit die vaste premie streeft het bestuur naar een stabiele opbouw van pensioenaanspraken. Tegelijkertijd vinden sociale partners en het bestuur behoud van koopkracht belangrijk, is de CPI daarvoor de maatstaf en hanteert het bestuur daarbij als doelstelling om ten minste de ambitie van sociale partners (om minimaal 50% van de maatstaf te realiseren) waar te maken. Om deze

31 ambitie te realiseren moet Pensioenfonds Horeca & Catering beleggen. De beleggingen worden gespreid om risico s te verminderen. In combinatie met het streven naar een stabiele opbouw én het behouden van koopkracht is een kans op korten van pensioen echter niet uit te sluiten. Dit zal alleen als noodmaatregel door het bestuur worden ingezet, waarbij kortingen worden gespreid in de tijd. Het bestuur vindt het belangrijk dat een eventuele korting qua omvang beperkt blijft. Via de haalbaarheidstoets beoordeelt het bestuur jaarlijks aan de hand van de op dat moment aanwezige financiële positie of de doelstelling van Pensioenfonds Horeca & Catering gegeven de kaders voor premie, (beleggings)risico en de ambitie van sociale partners realiseerbaar is. Hierbij kijkt het bestuur naar een verwacht scenario, maar ook naar positieve en negatieve scenario s. Kwantitatieve risicohouding In kwantitatieve zin is de risicohouding als volgt geconcretiseerd: Voor de korte termijn: via het vereist eigen vermogen Op basis van het beleggingsbeleid en het strategisch dynamische rente-afdekkingsbeleid bedraagt het (strategisch) vereist eigen vermogen 25,2%, met een bandbreedte van +/- 2,5 procentpunt. Voor de lange termijn: via het verwacht pensioenresultaat De doelstelling van het bestuur om de ambitie van sociale partners (om in ieder geval een toeslag van 50% van de CPI te willen realiseren) waar te maken, komt overeen met een ondergrens van het verwachte pensioenresultaat van 80%. In het slecht weer scenario (te weten het 5e percentiel van de waarnemingen) mag het verwachte pensioenresultaat daar niet meer dan 40% onder liggen. Het bestuur toetst jaarlijks de haalbaarheid van de (pensioen)verwachtingen door het uitvoeren van een haalbaarheidstoets. Uitkomsten haalbaarheidstoets In 2016 voerde Pensioenfonds Horeca & Catering een haalbaarheidstoets uit. De haalbaarheidstoets geeft door middel van prognoses inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico s daarvan. Via de haalbaarheidstoets beoordeelt het bestuur jaarlijks of de doelstellingen van Pensioenfonds Horeca & Catering realiseerbaar zijn. In de haalbaarheidstoets staat het pensioenresultaat centraal. Het pensioenresultaat is een maat voor het koopkrachtbehoud van het opgebouwde en nog op te bouwen pensioen. Het bestuur kijkt naar de pensioenresultaten in verschillende voorgeschreven scenario s. De ongunstigste scenario s leiden tot een pensioenresultaat in slecht weer. De haalbaarheidstoets is daarmee ook een instrument voor het bestuur om het eigen risicoprofiel te analyseren. Hoe meer (beleggings-)risico het pensioenfonds neemt, hoe groter de spreiding rondom het verwachte pensioenresultaat. Het te nemen beleggingsrisico hangt af van de ambities die het bestuur heeft vastgesteld op basis van de risicohouding van de deelnemers. Het verwachte pensioenresultaat daalde van 90% in 2015 naar 86% in 2016 en bleef daarmee boven de door het bestuur in 2015 vastgestelde ondergrens van 80%. Voor het pensioenresultaat in slecht weer stelde het bestuur in 2015 vast, dat dit maximaal 40% mag afwijken van het verwachte pensioenresultaat. Het pensioenresultaat in slecht weer wijkt in % (2015: 38%) af van het verwachte pensioenresultaat. Daarmee is in 2016 de maximale afwijking van 40% overschreden. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft melding gemaakt van de overschrijding van de maximale afwijking bij de sociale partners die bij de pensioenovereenkomst zijn betrokken. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft in 2017 de overschrijding van de maximale afwijking besproken met de sociale partners die bij de pensioenovereenkomst zijn betrokken. De geringe mate van overschrijding van de maximale afwijking vormt vooralsnog geen aanleiding tot het treffen van maatregelen. Financieel crisisplan Het fonds beschikt over een financieel crisisplan dat in 2016 is geactualiseerd op basis van gegevens per 30 september Pensioenfonds Horeca & Catering definieert een financiële crisis als de situatie waarin het fonds een zodanige dekkingsgraad bereikt, waardoor de doelstelling van het fonds in gevaar komt en waarbij het, vooraf bezien, niet mogelijk is om zonder korten van de opgebouwde pensioenaanspraken binnen de wettelijke termijn uit dekkingstekort te komen. In het plan staan maatregelen die het fonds bij een financiële crisis kan nemen

32 Pensioenfondsbestuur Waarborging goed bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering treft maatregelen die goed pensioenfondsbestuur (blijven) waarborgen. Periodieke evaluatie en naleving van de Code Pensioenfondsen dragen hiertoe bij. Dit leidde onder andere tot een bestuurlijke vernieuwing van het fonds in Bestuursmodel en bestuurlijke vernieuwing In 2016 werd het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering grotendeels vernieuwd. Een jaar eerder evalueerde het bestuur het bestuursmodel én het bestuurlijk functioneren. Die evaluatie leidde tot handhaving van het paritaire bestuursmodel aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Hetzelfde gold voor de omvang van het bestuur en de verdeling van de zetels. Wel concludeerde het bestuur toen dat personele vernieuwing in het bestuur noodzakelijk was. Het bestuur besloot daarom dat het voltallige bestuur uiterlijk per 1 juli 2016 aftrad of zoveel eerder als mogelijk was. Het opnieuw beschikbaar stellen als kandidaat bestuurder was mogelijk als de normen uit de Code Pensioenfondsen in acht werden genomen. Dit betekende onder andere dat het bestuur toetste of een kandidaat de maximale zittingstermijn uit de Code niet overschreed. Voor de invulling van de bestuurszetels stelde het bestuur nieuwe profielschetsen op, welke de raad van toezicht goedgekeurde. De profielschetsen werden toegestuurd aan voordragende organisaties in verband met de voordracht voor de vacante bestuurszetels voor werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in het bestuur. Het bestuur selecteerde een onafhankelijk voorzitter aan de hand van de aangescherpte profielschets. Voor de vertegenwoordiger van pensioengerechtigden startte het bestuur de kandidaatstellingsprocedure. De verkiezing vond plaats in het derde kwartaal van Voorgenomen benoemingen vonden plaats door het bestuur na het horen van de raad van toezicht. De raad van toezicht kon de benoeming van een kandidaat bestuurder tegenhouden als deze niet voldeed aan de profielschets. Dit gebeurde in 2016 eenmaal. Definitieve benoeming in het bestuur vond plaats na positieve besluitvorming door de Nederlandsche Bank. In de periode tussen voorgenomen benoeming en definitieve benoeming kunnen de kandidaat bestuurders als toehoorder de bestuursvergaderingen bijwonen. Dit met het oog op kennisoverdracht. De bestuurlijke vernieuwing leidde ertoe dat in 2016 op voordracht van Koninklijke Horeca Nederland één al bestaande vacature werd ingevuld en twee nieuwe bestuursleden werden benoemd. Eén bestuurslid werd herbenoemd na voordracht van Koninklijke Horeca Nederland en Veneca. Op voordracht van FNV Horecabond werden twee nieuwe bestuursleden benoemd. Eén nieuw plaatsvervangend bestuurslid werd benoemd op voordracht van CNV Vakmensen. Het fonds gaf nader invulling aan het diversiteitsbeleid uit de Code Pensioenfondsen door de benoeming van twee vrouwelijke bestuursleden, van wie één jonger is dan 40 jaar. Bestuurlijk in control Met ingang van 2015 stelt het bestuur jaarlijks vast in welke mate het bestuurlijk in control is. Daarbij hanteert het bestuur een methodiek om de mate van bestuurlijk in control vast te kunnen stellen. Op basis van die methodiek concludeerde het bestuur dat het over 2016 in voldoende mate in control is. De Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector (VITP) benoemde in haar Toezichtcode (niet uitputtende) normen die van belang kunnen zijn voor de mate van in control zijn. Het bestuur gebruikt voor het vaststellen van de mate van in control zijn deze normen als uitgangspunt voor het te hanteren kader en vult deze vervolgens fondsspecifiek aan. Het bestuur hanteert als kader de volgende aandachtsgebieden: Missie, strategie en beleid; Besturing; Uitvoering en inrichting; Beleggingen; Beheersing en stabiliteit; Fondsdocumenten; Contacten en communicatie; en Externe factoren. Per aandachtsgebied benoemde het bestuur generieke en fondsspecifieke onderdelen. Zo vindt het bestuur het belangrijk dat er voor elk aandachtsgebied sprake is van een werkende beleidscyclus en is tevens de naleving van de Code Pensioenfondsen als onderdeel opgenomen. Om tot het uiteindelijke totaaloordeel over bestuurlijk in control te komen, toetste het bestuur voor elk onderdeel per aandachtsgebied in hoeverre er sprake was van in control zijn. Dit gebeurde aan de hand van een onderbouwde inschatting van de mate van in control zijn. Het totaaloordeel over 2016 luidt (net als in 2015) in voldoende mate in control. Het bestuur pakte de vorig jaar onderkende noodzaak tot herijking van de missie, visie en strategie in 2016 op. In 2017 vindt hierop een vervolg plaats. Verder voerde het bestuur in 2016 verbeteringen door in het functioneren van de governance van het fonds en maakte deze zichtbaar. Hetzelfde geldt voor de helderheid in taken en verantwoordelijkheden tussen de opdrachtgevende sociale partners en fondsbestuur

33 Missie, strategie en doelstellingen Het bestuur hanteert de volgende missie: Pensioenfonds Horeca & Catering is de betrouwbare beheerder en uitvoerder van de pensioenregelingen voor de bedrijfstakken horeca en catering. Het fonds biedt zijn deelnemers een basispensioen en aanvullende regelingen, zoals een nabestaandenpensioenverzekering. De visie van het bestuur komt tot uiting in de ambitie van het fonds om tot de beste pensioenfondsen van Nederland te horen. De strategie is verwoord in drie belangrijke kernwoorden: goed, goedkoop en gastvrij. Goed betekent onder meer dat de branchegegevens zuiver en volledig zijn. Door aan te sluiten bij de loonketen is het fonds niet afhankelijk van aanlevering van loongegevens door de werkgever. Het fonds ontvangt deze gegevens via de Belastingdienst en UWV en maakt zodoende gebruik van een objectieve en betrouwbare bron. Goedkoop houdt in dat het fonds altijd op de kosten let en zo efficiënt mogelijk wil werken. Het fonds houdt de (uitvoerings)kosten zo laag mogelijk. Op die manier kan een zo groot mogelijk deel van de pensioenpremies en de beleggingsopbrengsten voor pensioen worden gebruikt. Gastvrij betekent dat het fonds zich zoveel mogelijk in de werkgever en deelnemer probeert te verplaatsen en helder en duidelijk communiceert. De doorontwikkeling van het werkgevers- en deelnemersportaal draagt bij aan het vergroten van de gastvrijheid, doordat werkgevers en deelnemers op elk gewenst moment inzicht hebben in de voor hen actuele en relevante gegevens. Het biedt werkgevers administratief gemak en deelnemers mentale rust. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering verkende in de tweede helft van 2016 stapsgewijs verschillende strategische scenario s voor de toekomst van het fonds. Het bestuur deed dit aan de hand van een aantal strategische thema s en strategische routes. Naar aanleiding van de stapsgewijze toekomstverkenning concludeerde het bestuur in december 2016 dat de huidige situatie van het fonds, als verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds voor de horeca en catering, een solide basis biedt. Dit geldt ook voor de komende jaren. Er is wel kwetsbaarheid bij trendbreuken. Het vergroten van schaal is een maatregel om deze kwetsbaarheid te matigen. In 2017 gaan het bestuur en sociale partners in gesprek over het verkennen en delen van een gezamenlijk toekomstbeeld. Bij het maken van strategische keuzes in de toekomst dient het belang van de deelnemers en werkgevers in de horeca en catering volgens het bestuur centraal te staan. Het fonds moet voor deze groepen onderscheidend blijven: goed, goedkoop en gastvrij. Pensioen als aanvulling op de AOW zorgt voor een zekere mate van financiële onafhankelijkheid na pensionering. Het bestuur heeft de overtuiging dat ieder stukje pensioen ertoe doet; ook dat stukje dat je aan het begin van je werkzame leven opbouwt. De premie die door werkgevers en deelnemers wordt betaald is nu en in de toekomst bestemd voor pensioen. De beste pensioenresultaten worden behaald door risico s met elkaar te delen en de ingelegde premie collectief te beleggen. Code Pensioenfondsen De Code Pensioenfondsen bevat bepalingen voor het functioneren van het bestuur en de overige organen binnen een pensioenfonds. Daarnaast bevat de Code normen over onder andere communicatie, diversiteit en verantwoord beleggen. De normen in de Code zijn leidend, maar bieden het bestuur ook ruimte om eigen, fondsspecifieke keuzes te maken. Dit wordt ook wel het pas-toe-of-leg-uitbeginsel genoemd. Afwijking van de Code Pensioenfondsen Pensioenfonds Horeca & Catering wijkt eind 2016 op twee onderdelen af van de Code. Dit betreft in de eerste plaats de rol van het verantwoordingsorgaan in het geval van een vacature in de raad van toezicht. In de statuten van het fonds is bepaald dat het verantwoordingsorgaan een zwaarwegend advies uitbrengt op een door het bestuur geselecteerde kandidaat. De Code gaat echter uit van een bindende voordracht van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur heeft besloten in 2017 de Code op dit onderdeel volledig te gaan volgen en de bepaling in de statuten aan te passen. De tweede afwijking betreft het diversiteitsbeleid. Het bestuur stelde al in 2014 een diversiteitsambitie vast voor de verschillende fondsorganen die hoger ligt dan de minimale diversiteitsnorm in de Code. De Code schrijft echter ook voor dat het bestuur concrete stappen vaststelt om de diversiteitambitie te behalen ( hoe en binnen welke termijnen ). Deze concrete stappen bepaalde het bestuur nog niet. In 2017 evalueert het bestuur het diversiteitbeleid en betrekt daarbij ook de concrete planning. Toezichthouders In het verslagjaar zijn zoals gebruikelijk twee relatiebeheergesprekken gevoerd met toezichthouder de Nederlandsche Bank (DNB). In het eerste gesprek in april 2016 kwam met name de bestuurlijke vernieuwing (en de tijdigheid van de personele invulling ervan) aan de orde. Het bestuur volgde dit gesprek op met het schriftelijk verstrekken van aanvullende informatie aan DNB, waaronder de maatregelen die het bestuur heeft getroffen om tijdig de toenmalige vacatures in het bestuur in te kunnen vullen zodat het statutair quorum voor bestuurlijke besluitvorming geborgd was. In het tweede gesprek in november 2016 lag de nadruk op de strategische visie van het bestuur. Verder diende het bestuur eind maart 2016 in het kader van een sectorbreed onderzoek door DNB een zelfevaluatie EMIR in. Op 19 mei 2016 stemde DNB in met het herstelplan per 1 januari 2016 zoals ingediend door het bestuur. In juli 2016 heeft het bestuur, op

34 vraagstelling van DNB inzake de Panama Papers, toegelicht op welke wijze de integere bedrijfsvoering ook op dit vlak wordt gewaarborgd in beleid en uitvoering, alsmede de door het bestuur ondernomen acties naar aanleiding van de berichtgeving rondom de Panama Papers. In het verslagjaar heeft DNB een onderzoek gehouden naar de effectiviteit van raden van toezicht. Dit onderzoek is ook bij Pensioenfonds Horeca & Catering gehouden. DNB concludeerde eind 2016 dat er binnen het fonds nog niet afdoende werd gestuurd op het herijken van het intern toezicht op de gewijzigde omstandigheden bij het fonds. Via een plan van aanpak geeft het bestuur invulling aan de door DNB genoemde aandachtspunten. Met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft begin 2016 afstemming plaatsgevonden over conflicterende wettelijke informatieverplichtingen. In de wet Pensioencommunicatie is vastgelegd dat op vaste momenten over de pensioenregeling of -situatie wordt gecommuniceerd. In sommige situaties, zoals bij overlijden van de deelnemer, kan de wettelijk verplichte pensioencommunicatie onjuist, verwarrend of zelfs pijnlijk zijn. De situaties zijn ter beoordeling voorgelegd aan de AFM. De AFM was het eens met de signalering. De AFM is van mening dat pensioenuitvoerders in de bedoelde situaties een afweging kunnen maken, waarbij het belang van de deelnemers voorop moet staan en de communicatie moet aansluiten op de behoeften van de deelnemers. De pensioenuitvoerder moet er wel voor zorgen dat er geen sprake is van willekeur. Geschiktheid bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een raamwerk geschikt pensioenfondsbestuur. Het document beschrijft in algemene zin de waarborgen voor een geschikt pensioenfondsbestuur. Hierbij staan onafhankelijkheid, geschiktheid van het bestuur en een goed systeem van checks and balances centraal. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering stelde een eigen normering vast voor deskundigheid, competenties en professioneel gedrag. Ook stelde het bestuur een eigen competentieprofiel en een groeiambitie voor diversiteit in leeftijd en geslacht vast. Verder kent het raamwerk een geschiktheidsmatrix. Dit is een praktisch hulpmiddel dat inzicht geeft in de geschiktheid van de individuele bestuursleden en van het bestuur als collectief. In 2016 hanteerde het bestuur de geschiktheidsmatrix bij de (voorgenomen) benoemingen van nieuwe bestuursleden. Verder gebruikte het bestuur de geschiktheidsmatrix voor het bepalen van activiteiten voor collectieve en individuele geschiktheidsbevordering en het permanent doorlopende geschiktheidsprogramma. Dit programma ondersteunt het bestuur in het op peil houden dan wel verder verdiepen van deskundigheid en ontwikkelen van competenties. In 2016 volgden vrijwel alle bestuursleden een masterclass op het gebied van IT-beheersing bij Nyenrode Business University. Daarnaast werden diverse opleidingen of seminars gevolgd, onder meer op het gebied van actualiteiten en vermogensbeheer. Klachten, geschillen en bezwaren Pensioenfonds Horeca & Catering kent een interne klachtenregeling. Een klacht is een schriftelijke uiting van ontevredenheid over een behandeling, bejegening, product of dienstverlening van het fonds die door de betrokken deelnemer of werkgever als onjuist wordt ervaren. Klachten kunnen ook via de Ombudsman Pensioenen, een externe en onafhankelijke klachtinstantie, worden ingediend. Daarmee voldoet het fonds aan de Code Pensioenfondsen. Pensioenfonds Horeca & Catering vindt het noodzakelijk en wenselijk dat eerst de interne klachtenregeling wordt afgewikkeld vóórdat de klacht aan een externe instantie wordt voorgelegd. In 2016 vond ten opzichte van het vorige verslagjaar meer dan een verdubbeling plaats van het aantal formele klachten (veertien ten opzicht van zes). Het aantal door deelnemers ingediende klachten steeg van vijf naar acht klachten. Het aantal door werkgevers ingediende klachten steeg fors: van één in het vorige verslagjaar naar zes in De klachten richten zich met name op de wijze van benaderen door het fonds. Twee klachten leidden tot een aanpassing van het besluit waartegen de klacht was ingediend. In één geval was de directie het op basis van hardheid eens met de klager. Er is sprake van hardheid wanneer onverkorte toepassing van het pensioenreglement in een bijzonder geval tot onaanvaardbare gevolgen leidt. In 2016 zijn geen klachten ingediend via de Ombudsman Pensioenen. Vorig verslagjaar waren dat er nog zes. Pensioenfonds Horeca & Catering kent ook een geschillenregeling. De geschillenregeling is bedoeld ter heroverweging van schriftelijke beslissingen van het fonds, die leiden tot een geschil tussen een (gewezen) deelnemer, gepensioneerde, gewezen partner of nagelaten betrekkingen van deze personen en het fonds. Het aantal ingediende geschillen steeg licht ten opzichte van het vorige verslagjaar. Hiermee kwam een eind aan de dalende trend die vanaf 2013 plaatsvond. In één geschil paste de geschillencommissie het aangevochten besluit aan. Dit gebeurde op basis van hardheid. In één geschil vond aanpassing plaats op basis van reglementaire bepalingen. Het bestuur van Pensioenfonds Horeca & Catering is in een aantal gevallen verplicht om werkgevers vrijstelling van de verplichting tot deelneming in de pensioenregeling te verlenen. Indien er geen verplichte vrijstellingsgrond van toepassing is, kan het bestuur onverplicht vrijstelling verlenen. Werkgevers kunnen tegen het besluit tot (afwijzing van) vrijstelling bezwaar indienen. In 2016 is geen bezwaar op een vrijstellingsbesluit ingediend

35 - 35 -

36 Vooruitzichten Ontwikkelingen in 2017 Pensioenfonds Horeca & Catering volgt ontwikkelingen die invloed (kunnen) hebben op pensioen in het algemeen en op pensioenfondsen in het bijzonder. Belangrijke onderwerpen in 2017 zijn in ieder geval: Ontwikkelingen rondom een nieuw pensioenstelsel; Verhoging fiscale pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018; Opstellen gezamenlijk toekomstbeeld met sociale partners. Ontwikkelingen rondom een nieuw pensioenstelsel Op 8 juli 2016 stuurde staatssecretaris Klijnsma een Perspectiefnota aan de Tweede Kamer waarin de hoofdlijnen voor een toekomstig pensioenstelsel verder worden uitgewerkt. De Perspectiefnota is een volgende stap in de zoektocht naar een toekomstbestendig pensioenstelsel dat aansluit op de veranderende arbeidsmarkt. Niet alleen het kabinet is daarbij betrokken, maar ook andere partijen, zoals de Sociaal Economische Raad (SER). De SER rapporteerde op 20 mei 2016 over de verkenning naar mogelijk nieuwe pensioencontracten en de transitie daar naartoe. In 2017 ontstaat naar verwachting meer duidelijkheid over de daadwerkelijke keuze voor (een) nieuwe variant(en), de afschaffing van de doorsneesystematiek en de politieke richting voor de komende jaren. Verhoging fiscale pensioenrichtleeftijd naar 68 jaar per 1 januari 2018 Begin 2017 maakte de overheid bekend de fiscale pensioenrichtleeftijd per 1 januari 2018 te verhogen van 67 naar 68 jaar. De fiscale pensioenrichtleeftijd is een rekenleeftijd die wordt gebruikt voor de berekening van de maximaal toegestane fiscale opbouwruimte. Vanaf 1 januari 2018 mag nog steeds fiscaal gefaciliteerd een levenslange uitkering van 1,875% van het middelloon worden opgebouwd op basis van de reguliere franchise. Voorwaarde daarbij is dat wordt uitgegaan van een uitkering die ingaat vanaf de 68-jarige leeftijd. In de loop van 2017 wordt duidelijkheid verwacht over de maximaal toegestane opbouwpercentages bij een lagere pensioenrichtleeftijd en/of een lagere franchise. Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert, op basis van het pensioenakkoord dat sociale partners in juni 2015 sloten, de laagst mogelijke franchise bij een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar. De fiscale houdbaarheid van het huidige opbouwpercentage van 1,65% zal tijdig zijn te onderkennen en, in voorkomend geval, te bespreken met sociale partners. Opstellen gezamenlijk toekomstbeeld met sociale partners Het bestuur verkende in de tweede helft van 2016 stapsgewijs verschillende strategische scenario s voor de toekomst van het fonds. Dit gebeurde aan de hand van een aantal strategische thema s en strategische routes. In 2017 vindt hierop een vervolg plaats door met sociale partners in gesprek te gaan over het verkennen en delen van een gezamenlijk toekomstbeeld voor Pensioenfonds Horeca & Catering. Overige aandachtspunten Naast de genoemde aandachtspunten houdt het fonds ook in 2017 aandacht voor: ontwikkelingen in relevante wet- en regelgeving, zoals waardeoverdracht van kleine pensioenaanspraken; communicatie met deelnemers en werkgevers door verdere optimalisering van de digitale communicatie en het voldoen aan de eisen die uit de implementatie van de Wet Pensioencommunicatie voortvloeien; het evalueren en herijken van het beleid rondom maatschappelijk verantwoord beleggen

37 Organisatie van het fonds Bestuur Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een paritair bestuur aangevuld met een onafhankelijk voorzitter. Naast de onafhankelijk voorzitter bestaat het bestuur uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties en een gekozen vertegenwoordiger van pensioengerechtigden. Drie bestuursleden zijn voorgedragen door de werknemersorganisaties, waarvan twee leden door FNV Horeca en FNV Catering gezamenlijk en één lid door CNV Vakmensen. Vier bestuursleden zijn voorgedragen door de werkgeversvereniging Koninklijke Horeca Nederland waarvan één op voordracht aan Koninklijke Horeca Nederland door Veneca. Daarnaast is één bestuurslid gekozen door pensioengerechtigden van het fonds. Samenstelling van het bestuur op 31 december

38 Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit acht vertegenwoordigers van actieve deelnemers, één vertegenwoordiger van gepensioneerden, één vertegenwoordiger van gewezen deelnemers en vijf werkgeversvertegenwoordigers. De benoeming van de leden van het verantwoordingsorgaan vindt plaats door de organisaties die de bestuursleden voordragen. Samenstelling verantwoordingsorgaan op 31 december 2016 Raad van toezicht De raad van toezicht van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit drie onafhankelijke, externe en natuurlijke personen, waaronder een voorzitter. Samenstelling raad van toezicht op 31 december 2016 Beleggingsadviescommissie De beleggingsadviescommissie van Pensioenfonds Horeca & Catering bestaat uit drie onafhankelijke, externe leden, waaronder een voorzitter. Samenstelling beleggingsadviescommissie op 31 december 2016 Directie Pensioenfonds Horeca & Catering heeft een eigen uitvoeringsorganisatie. De volgende taken voert het fonds uit in eigen beheer: bestuursondersteuning, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; communicatiebeleid, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; IT-beheersing, inclusief beleidsvoorbereiding en -uitvoering; financiën, inclusief monitoring van de vermogensbeheerders; fiduciair vermogensbeheer, bestaande uit strategische advisering van het bestuur, ondersteuning van de beleggingsadviescommissie en de selectie en aansturing van externe vermogensbeheerders;

39 werkgeversadministratie (registratie van werkgevers, premievaststelling en incasso); deelnemersadministratie (registratie van deelnemers, beheer van aanspraken en uitkeringen). Ten minste twee natuurlijke personen voeren het dagelijks beleid uit om zo te borgen dat de uitvoering overeenstemt met het strategisch beleid. De directeur is medebeleidsbepaler volgens de bepalingen van de Pensioenwet en moet voldoen aan de geschiktheids- en betrouwbaarheidseisen van de Nederlandsche Bank. De directeur van Pensioenfonds Horeca & Catering is verantwoordelijk voor het formeren van een betrouwbaar en deskundig managementteam. Directeur op 31 december 2016 Paul Braams Uitbestede taken Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt het daadwerkelijke vermogensbeheer uit. Het fiduciair vermogensbeheer vindt in eigen beheer plaats. Het fonds heeft overeenkomsten met verschillende vermogensbeheerders waarin vastligt dat zij het vermogen op zorgvuldige, professionele en efficiënte wijze beheren en beleggen. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden aan de vermogensbeheerders verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten en in de jaarlijkse beleggingsplannen. Voor de beleggingsadministratie en -bewaarneming is een aparte organisatie aangesteld, die niet verbonden is met de door Pensioenfonds Horeca & Catering aangestelde vermogensbeheerders. Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt de werkzaamheden voor de voortgezette incasso van premienota s uit aan incassobureaus en gerechtsdeurwaarders. Aan de incassobureaus en de gerechtsdeurwaarders zijn volmachten, mandateringen en andere bevoegdheden verleend. Deze liggen vast in overeenkomsten van opdracht. Pensioenfonds Horeca & Catering besteedt werkzaamheden uit ten aanzien van hosting van de virtuele werkomgeving, hosting van website(s), hosting van mijn-omgevingen, back-ups en recovery s. Door middel van contracten en service level agreements wordt de dienstverlening van externe leveranciers gemonitord en worden de kwaliteit en continuïteit geborgd

40 Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies naar de situatie per 31 december 2016 Bestuur G.T.C.A. (Gérard) Aben Beroep: Bestuurder Nevenfuncties: Voorzitter raad van toezicht Het nederlandse pensioenfonds Bestuurder Stichting Infinity Voorzitter Stichting Talentontwikkeling U.Z.S.C. A.J. (Albert) Akkerman Beroep: Bestuurder Nevenfuncties: Bestuurslid Bedrijfstakpensioenfonds Metaal en Techniek Executive Lecturer op Nyenrode Lid financiële commissie Stichting en Vereniging Bartiméus P. (Paul) Citroen Beroep: Zelfstandig adviseur, interim manager en informal investor Nevenfuncties: Werkgeversvoorzitter Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) Lid beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP) Lid adviescommissie Stichting Naleving CAO Uitzendbranche Voorzitter STAK Ivy Company Voorzitter STAK SAINT BASICS S.S. (Sjoerd) Hoogterp Beroep: Bestuurder Nevenfuncties: Directeur bestuursbureau Stichting Notarieel Pensioenfonds Interim directeur pensioenbureau Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam H.T. (Henk) van der Kolk Beroep: Bestuurder Nevenfuncties: Werknemersvoorzitter Bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel Lid begeleidingscommissie Sociaal Plan FNV Boardmember (treasurer) of the Fair Wear Foundation Mevrouw K. (Krista) Nauta Beroep: Expert beleidsadviseur/productontwikkelingsmanager PGGM Nevenfuncties: n.v.t

41 Mevrouw C.E. (Kitty) Roozemond Beroep: Bestuurder en toezichthouder Nevenfuncties: Voorzitter Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Niet-uitvoerend bestuurslid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V. Lid raad van toezicht Stichting Pensioenfonds ABP Lid raad van toezicht Goldschmeding Foundation voor Mens, Werk en Economie F.A. (Frans) van de Veen Beroep: Pensioenfondsbestuurder en vakbondsbestuurder CNV Vakmensen Nevenfuncties: Bestuurslid, lid beleggingscommissie en lid risicocommissie van Stichting De Samenwerking, Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf Lid editorial board SHIFT TO Long Term Investing J.D.W. (Hans) Veltkamp Beroep: Consultant/Principal Actuarieel Adviesbureau Nevenfuncties: n.v.t. M.W. (Marco) van Straten toehoorder Beroep: Pensioenfondsbestuurder CNV Vakmensen Nevenfuncties: Lid bestuur bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Lid bestuur Stichting Pensioenfonds Recreatie Lid bestuur Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding in de Contractcateringbranche (SUCON II) Verantwoordingsorgaan S. (Sjoerd) Barbier Beroep: Gepensioneerd conciërge Hilton Hotel Amsterdam Nevenfuncties: Lid geschillencommissie FNV Horecabond Commissaris W.S.V. Albatros D.C. (Dirk) Breedveld Beroep: Biersommelier Taveerne de Twaalf Balcken te Den Burg Zelfstandig biersommelier Nevenfuncties: Lid CAO-commissie FNV Horeca Lid FNV Horecabond Voorzitter Landelijke Examen Commissie (LEC) SVH 2.0 Lid sub examencommissie bier/wijn SVH 2.0 Secretaris Alliantie van Biertapperijen

42 F.J. (Freddy) van Brenk Beroep: Banqueting medewerker Postillion Bunnik Nevenfuncties: n.v.t. C. (Cynthia) Drenth - van Putten Beroep: Bedieningsmedewerker en trouwambtenaar Nevenfuncties: Gemeenteraadslid gemeente Marum C.A. (Cees) van Ekelenburg Beroep: Zelfstandig Horecaondernemer (VOF Bar Meneer Jansen) Nevenfuncties: Vicevoorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Eemsmond Voorzitter Horecavereniging Appingedam Raadslid fractievoorzitter D66 in de gemeenteraad van Appingedam H. (Henk) Eland Beroep: Interne consultant Koninklijke Van den Boer Groep Nevenfuncties: Secretaris Ondernemingsraad Koninklijke Van den Boer Groep H. (Hans) Gort Beroep: Ondernemer Nevenfuncties: Lid stuurgroep regionaal platform criminaliteitsbeheersing Amsterdam-Amstelland Voorzitter Koninklijke Horeca Nederland afdeling Amstelland Secretaris regioraad Koninklijke Horeca Nederland regio Noord-Holland E. (Erwin) van der Graaf Beroep: Area general manager Mercure Hotels Nederland Nevenfuncties: Bestuurslid vereniging van eigenaren parkeergarage Pieter Aertszstraat te Amsterdam M. (Martien) de Haan Beroep: Zelfstandig werkend kok Nevenfuncties: CAO-commissie Contractcatering FNV Catering Bedrijfscontactpersoon FNV Catering Lid ledencongres FNV Horecabond

43 J.C. (Hans) van Heel Beroep: Directeur SAB CATERING Zwanenburg Nevenfuncties: Algemeen directeur FM at Work Bestuurslid Stichting SAB Bestuurslid Stichting Sociaal Fonds SAB Bestuurslid Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche (SUCON II) Voorzitter Cercat (Stichting certificatie Contractcatering) S. P. (Sven) van der Hoorn Beroep: Rayonmanager Eurest Catering Nevenfuncties: Lid CAO-commissie FNV Catering Voorzitter Platform Ondernemingsraden Contractcatering (POCC) Voorzitter ondernemingsraad Compass Group Nederland; Voorzitter VUT-stichtingen Compass Group Nederland Holding BV European Workcouncil Compass Group Plc. Lid CAO-commissie FNV Horeca R. (Ricardo) Lubbes Beroep: Ondernemer Nevenfuncties: n.v.t. M.P.W. (Peter) Sonneveld Beroep: Service supervisor Klooster Het Cenakel van Kontakt der Kontinenten Nevenfuncties: n.v.t. R. (René) Striezenau Beroep: Chef-kok Landgoed Westerlee Nevenfuncties: n.v.t. R. (Ronald) van der Weele Beroep: Accountmanager Fletcher hotels Nevenfuncties: Lid ledenraad bij Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde

44 Raad van toezicht H.J. (Heino) van Essen Beroep: Toezichthouder Nevenfuncties: Voorzitter Revalidatie Nederland Lid raad van commissarissen KSYOS B.V Lid raad van toezicht Stichting Vincere Lid raad van commissarissen VAVC B.V. Lid bestuur Stichting Week van de Chronisch Zieken Mevrouw A. (Anne) Gram Beroep: Toezichthouder en adviseur Nevenfuncties: Voorzitter raad van toezicht Stichting Pensioenfonds APF Lid raad van toezicht Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn Lid beleidsadviescommissie beleggingen & balansmanagement Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen Lid raad van toezicht Pensioenfonds DNB Voorzitter beleggingsadviescommissie Pensioenfonds IBM Lid beleggingscommissie toeslagendepot CBR Lid beleggingscommissie Stichting Pensioenfonds UWV Lid visitatiecommissie pensioenfonds HAL Vicevoorzitter, lid raad van toezicht Vereniging van Effectenbezitters (VEB) Lid raad van advies Transparency International Nederland B. (Bart) de Ruigh Beroep: Manager Bedrijfsvoering UNICEF Nederland Nevenfuncties: Lid bestuur, penningmeester Stichting Nationale Ouderendag

45 Beleggingsadviescommissie A.F.P. (Age) Bakker Beroep: Toezichthouder en bestuurder Nevenfuncties: Staatsraad (in buitengewone dienst) van de Raad van State Voorzitter College financieel toezicht Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland Voorzitter College financieel toezicht Aruba Lid bestuur Pensioenfonds Zorg en Welzijn Voorzitter raad van commissarissen Nederlandse Waterschapsbank NV Lid adviescommissie Borgstellingsregeling MKB Executive fellow Duisenberg School of Finance G.L. (Gerard) Sirks Beroep: Zelfstandig interim manager en consultant Nevenfuncties: Lid raad van toezicht beleggingsfondsen van Kempen Capital Management Benoemd (interim) bestuurder van Sovereign Trust (Netherlands) BV Lid bestuur van Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Lid bestuur van Stichting pensioenfonds Wonen Lid raad van toezicht van bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie Extern adviseur beleggingsadviescommissie Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel Lid klantenraad BMO Global Asset Management D. (Dick) Wenting Beroep: Onafhankelijk adviseur Nevenfuncties: Bestuurslid van Pensioenstichting van Lunen Voorzitter van intern toezichtscommissie Toezicht op Maat Lid van de visitatiegroep PF Support Lid raad van toezicht van Pensioenfonds Tandartsen Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor het Levensmiddelenbedrijf Lid raad van toezicht bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Bloemen en Planten Lid raad van toezicht van Pensioenfonds voor de Woningcorporaties Extern adviseur beleggingsadviescommissie Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel

46 Bericht van het verantwoordingsorgaan Samenstelling Het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Horeca & Catering telt vijftien leden die zijn benoemd door de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de bedrijfstakken horeca en contractcatering. Het verantwoordingsorgaan heeft acht werknemersleden, vijf werkgeversleden, één lid namens de niet-actieve deelnemers en één lid namens de gepensioneerden in het fonds. Op 31 december 2016 hebben in het kader van diversiteit twee personen jonger dan 40 jaar zitting in het verantwoordingsorgaan, van wie één vrouw. Taken en bevoegdheden De taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan zijn enerzijds advisering en anderzijds oordeelsvorming. Door de combinatie van taken en bevoegdheden kan het verantwoordingsorgaan zich een volledig oordeel vormen over het handelen van het bestuur en de daarbij gemaakte keuzes. Vergaderfrequentie In 2016 vergaderde het verantwoordingsorgaan vier keer. In 2016 vond twee keer een overlegvergadering plaats met de voorzitter van het bestuur en vergaderde het verantwoordingsorgaan één keer met de voorzitter van de raad van toezicht. Indien er aanleiding toe is, overleggen het bestuur en het verantwoordingsorgaan tussentijds over actuele onderwerpen. Onderwerpen in 2016 Bestuurlijke vernieuwing en invulling bestuurszetels Het verantwoordingsorgaan is bijzonder tevreden dat het proces van bestuurlijke vernieuwing, dat in 2015 in gang is gezet, in 2016 is afgerond. Per 1 juli 2016 is de samenstelling van het bestuur met zes nieuwe leden belangrijk gewijzigd. Het verantwoordingsorgaan constateert ook dat er met de benoeming van twee vrouwen in het bestuur invulling is gegeven aan het diversiteitsbeleid. Financieel beleid en dekkingsgraad Het verantwoordingsorgaan stelt vast dat het bestuur uitvoering heeft gegeven aan het financieel beleid in lijn met de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van het fonds. Wegens de tekortsituatie die op 1 januari 2015 ontstond en in 2016 voortduurde, moest Pensioenfonds Horeca & Catering in het voorjaar van 2016 opnieuw een herstelplan indienen. Het verantwoordingsorgaan stelt vast dat dit herstelplan zowel aan wettelijke eisen als aan de beleidsuitgangspunten van het fonds voldoet. DNB keurde het herstelplan goed. Op basis van de gehanteerde parameters en veronderstellingen bleken geen concrete maatregelen nodig en komt het fonds binnen de gestelde termijn uit herstel. Overeenkomst sociale partners en implementatie nieuwe pensioenregeling Het jaar 2016 stond voor een groot deel in het teken van de wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2017, die sociale partners in 2015 afspraken. Het verantwoordingsorgaan stelt vast dat het bestuur op goede wijze uitvoering heeft gegeven aan deze wijziging van de pensioenregeling. Het verantwoordingsorgaan merkt op, dat het bestuur bij de besluitvorming hieromtrent op een evenwichtige wijze belangen heeft afgewogen van verschillende doelgroepen. Herijking missie, visie en strategie Het verantwoordingsorgaan constateert dat het nieuwe bestuur in 2016 is gestart met een herijking van de missie, visie en strategie van het pensioenfonds. Het proces van herijking zal in de loop van 2017 worden afgerond. Het verantwoordingsorgaan volgt dit proces met interesse en acht een gedragen missie, visie en strategie in het belang van alle belanghebbenden van het fonds. Communicatiebeleid Het verantwoordingsorgaan besprak het strategisch communicatiebeleid en constateert dat communicatie een belangrijk aandachtspunt is van het bestuur. Twee relevante ontwikkelingen zijn de digitalisering en de invoering van de Wet Pensioencommunicatie. Pensioenfonds Horeca & Catering is daardoor in staat gerichter op doelgroep en belangrijke gebeurtenissen te communiceren door inzet van meer digitale middelen tegen lagere kosten. Het verantwoordingsorgaan heeft aanbevolen, gegeven de samenstelling van het deelnemersbestand, (een deel van) de algemene communicatie ook in de Engelse taal op te stellen. Gevolgde opleidingen door leden van het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan vindt het belangrijk voor zijn taakuitoefening om goed geïnformeerd en toegerust te zijn. In 2016 volgden negen leden van het verantwoordingsorgaan, onder wie vier recent aangetreden leden, een basisopleiding voor leden van verantwoordingsorganen met als doel het fundament van het kennisniveau te versterken. Ook volgde het verantwoordingsorgaan collectief actualiteitenopleidingen

47 Advisering in 2016 Wettelijke en bovenwettelijke adviesbevoegdheid Het verantwoordingsorgaan heeft een wettelijke adviesbevoegdheid. In 2016 heeft het verantwoordingsorgaan gebruik gemaakt van deze bevoegdheid toen het verantwoordingsorgaan gevraagd werd te adviseren over het voorgenomen besluit van het bestuur tot wijziging en vaststelling van het communicatiebeleid en van het reglement raad van toezicht en reglement verantwoordingsorgaan. Daarnaast zijn reglementair bovenwettelijke adviesbevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan toegekend. In 2016 heeft het verantwoordingsorgaan geadviseerd over de voorgenomen besluiten van het bestuur tot wijziging van de fondsdocumenten en tot vaststelling van het herstelplan. Advisering door het verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft positief geadviseerd op de voorgenomen besluiten van het bestuur tot wijziging van de volgende documenten per 1 januari 2017: Actuariële en Bedrijfstechnische nota (ABTN); Basispensioenreglement, reglement aanvullende regelingen en uitvoeringsreglement. Deze documenten zijn aangepast naar aanleiding van de reglementswijziging die volgde uit de totstandkoming van de nieuwe pensioenovereenkomst tussen sociale partners in Daarnaast heeft het verantwoordingsorgaan in 2016 positief geadviseerd op de voorgenomen besluiten van het bestuur tot wijziging en/ of vaststelling van: het herstelplan de statuten het reglement voor verkiezing van de vertegenwoordiger van de gepensioneerden in het bestuur het reglement raad van toezicht het reglement verantwoordingsorgaan de integriteitsregeling het communicatiebeleid. Oordeelsvorming in 2016 Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid en de beleidskeuzes die het bestuur maakt. Het verantwoordingsorgaan beoordeelt: het handelen van het bestuur in het verslagjaar; het door het bestuur gevoerde beleid in het verslagjaar, en de beleidskeuzes voor de toekomst. Hierbij gaat het vooral om de vraag of het bestuur op een evenwichtige wijze rekening houdt of heeft gehouden met alle belanghebbenden van het fonds. Het verantwoordingsorgaan geeft onder andere aan de hand van het jaarverslag een oordeel over het handelen van het bestuur. Belangrijke aanvullende informatiebronnen vormden hierbij de rapportage intern toezicht van de raad van toezicht, het accountantsverslag en het actuarieel certificeringsrapport. Oordeel verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het handelen van het bestuur inzake het gevoerde beleid en de gemaakte beleidskeuzes en meent dat het bestuur in 2016 bij de totstandkoming van besluiten en vaststelling van beleid op evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle bij het fonds betrokken belanghebbenden. Toekomst Het proces van herijking van missie, visie en strategie zal het bestuur in 2017 afronden. De nationale discussie over de toekomst van het pensioenstelsel, die mogelijk op termijn ook gevolgen heeft voor (de pensioenregeling van) Pensioenfonds Horeca & Catering, zal in 2017 hierbij een belangrijke rol spelen. Het verantwoordingsorgaan zal deze ontwikkelingen met interesse volgen en waar nodig het bestuur adviseren bij de besluitvorming. Zoetermeer, 8 juni 2017 Sjoerd Barbier Dirk Breedveld Freddy van Brenk Cynthia Drenth-van Putten Cees van Ekelenburg Henk Eland Hans Gort Erwin van der Graaf Martien de Haan Hans van Heel, plaatsvervangend voorzitter Sven van der Hoorn, voorzitter Ricardo Lubbes Peter Sonneveld René Striezenau Ronald van der Weele

48 Verslag van de raad van toezicht De raad van toezicht heeft de wettelijke taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. De raad van toezicht geeft een algemeen oordeel over het functioneren van het bestuur en is ten minste belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. De raad van toezicht legt verantwoording af over de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden aan het verantwoordingsorgaan en in het jaarverslag. De raad van toezicht staat het bestuur met raad ter zijde en is gesprekspartner voor het bestuur. De raad van toezicht volgt bij het uitoefenen van het toezicht de Pensioenwet, de Code Pensioenfondsen en het VITP-normenkader. De raad van toezicht stelt een werkplan op. In dit plan worden de toezichtonderwerpen benoemd, maar ook onderwerpen waaraan zij specifieke aandacht wil geven in het desbetreffende jaar. Ook wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de toezichtthema s van DNB. De raad van toezicht bestaat uit drie onafhankelijke leden: Heino van Essen (voorzitter), Anne Gram en Bart de Ruigh. De raad van toezicht werkt per persoon met aandachts-gebieden om op deze wijze op een efficiënte manier de toezichttaken te kunnen uitoefenen. De oordeelsen besluitvorming vindt steeds plaats als de voltallige raad van toezicht bijeen is. De raad van toezicht vergaderde in 2016 diverse malen met het bestuur. De raad van toezicht heeft daarnaast met verschillende individuele bestuursleden kennismakingsgesprekken gevoerd na hun aantreden in het bestuur per 1 juli Ook overlegde de voorzitter van de raad van toezicht met het verantwoordingsorgaan. Voorts vond verschillende keren afstemmingsoverleg plaats tussen de voorzitters van het bestuur, de raad van toezicht en het verantwoordingsorgaan. De voorzitter van het bestuur, de directeur van de uitvoeringsorganisatie en de voorzitter van de raad van toezicht hebben regelmatig tussentijds contact gehad via overleg, telefoon en/of via . De raad van toezicht ziet het als haar taak bij te dragen aan de kwaliteit en effectiviteit van de governance, de besturing en de beheerste en integere bedrijfsvoering van het pensioenfonds. De raad van toezicht heeft in 2016 bijzondere aandacht gehad voor de onderwerpen toekomst en visievorming van het pensioenfonds, risicomanagement, vermogensbeheer, IT - beleid, wet - en regelgeving, pensioenregeling van het pensioenfonds en communicatiebeleid. De raad van toezicht heeft in dit verband met verschillende individuele bestuursleden gesprekken gevoerd over deze bestuurlijke onderwerpen. De raad van toezicht constateert dat in 2016 de bestuurlijke besluitvormingsprocessen over het algemeen goed zijn verlopen. De raad van toezicht heeft vastgesteld dat haar aanbevelingen uit 2015 adequaat zijn opgevolgd en dat de daaruit voortvloeiende werkzaamheden in de jaarplanning van het bestuur zijn opgenomen en volgens die planning worden afgewikkeld. De afgelopen periode kenmerkt zich door de bestuurlijke vernieuwing die heeft plaatsgevonden binnen het bestuur van het pensioenfonds. Er zijn nieuwe bestuursleden benoemd. Als gevolg hiervan was de raad van toezicht genoodzaakt een brede taakopvatting te hanteren ten aanzien van het bestuurlijk functioneren. Deze brede taakopvatting kan vanaf nu teruggebracht worden naar de kerntaken van de raad van toezicht. Het bestuur heeft tijdens verschillende sessies waarbij de raad van toezicht ook aanwezig was uitgebreid aandacht besteed aan het ontwikkelen en formuleren van een toekomstvisie. Hierbij is ook de toekomstbestendigheid van het pensioenfonds aan de orde gekomen. De raad van toezicht vindt het van belang dat het bestuur de strategie en visievorming van het pensioenfonds verder concretiseert en strategische keuzes gaat maken. De raad van toezicht vindt het eveneens van belang dat het bestuur samen met sociale partners werkt aan een gezamenlijk toekomstbeeld van het pensioenfonds. Naar het oordeel van de raad van toezicht speelt het bestuur tijdig in op wettelijke en actuele ontwikkelingen zoals onder meer het onderzoek van DNB naar het intern toezicht. DNB heeft in het derde kwartaal van 2016 een onderzoek verricht naar het intern toezicht bij het pensioenfonds. De raad van toezicht is betrokken geweest bij dit onderzoek en heeft overleg gehad met DNB. De bevindingen van DNB die uit dit onderzoek naar voren komen, worden in 2017 gezamenlijk opgepakt door de raad van toezicht en het bestuur. De raad van toezicht is van mening dat het bestuur competent is en toegewijd zijn bestuurlijke rol en taak vervult

49 De raad van toezicht heeft het eigen functioneren geëvalueerd onder begeleiding van een externe deskundige. Uit de zelfevaluatie komt onder meer naar voren dat het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de uitvoeringsorganisatie waardering hebben voor de wijze waarop de raad van toezicht acteert en dat de raad van toezicht een positieve uitstraling heeft naar de andere fondsorganen. Het overleg tussen het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht wordt door de raad van toezicht als open en constructief gezien. Er is sprake van een constructieve samenwerking en wisselwerking van de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan en het bestuur. De raad van toezicht en het bestuur delen de zienswijze dat de rolverdeling en taakopvatting van beide fondsorganen verder herijkt dienen te worden. De uitvoeringsorganisatie is solide vormgegeven en functioneert goed. Een en ander zorgt voor borging van de continuïteit van de primaire bedrijfsprocessen. Het blijft belangrijk om de belangen van alle belanghebbenden van het pensioenfonds steeds voor ogen te blijven houden, de verschillende belangen goed tegen elkaar af te wegen en helder te blijven verantwoorden en uit te leggen waarom bepaalde (beleids)keuzes worden gemaakt. Zoetermeer, 19 mei 2017 Heino van Essen, voorzitter Anne Gram Bart de Ruigh

50 Jaarrekening 2016

51 Balans * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting

52 Staat van baten en lasten * Nummering verwijst naar de tabellen in de toelichting

53 Kasstroomoverzicht

54 Toelichting op de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht Algemeen Activiteiten 1. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft als doel, overeenkomstig de statuten en pensioenreglementen, werknemers, gewezen werknemers en overige belanghebbenden te beschermen tegen de geldelijke gevolgen van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. 2. Pensioenfonds Horeca & Catering tracht dit doel te bereiken: a. door conform de in de pensioenreglementen te stellen regels uitkeringen toe te kennen bij arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden; b. via andere wettige middelen, die het bereiken van het doel kunnen bevorderen. Pensioenfonds Horeca & Catering is statutair gevestigd te Zoetermeer. Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening van Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen die Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek voorschrijft en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening Algemene waarderingsgrondslagen Tenzij anders vermeld, neemt het fonds de activa en passiva op tegen nominale waarde. Verder geldt dat het fonds: baten en lasten toerekent aan het jaar waarop ze betrekking hebben; winsten slechts opneemt voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd; verliezen en risico s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar in acht neemt, als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend werden. Pensioenfonds Horeca & Catering heeft de jaarrekening opgesteld op basis van het uitgangspunt van de continuïteitsdoelstelling. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden, tenzij anders vermeld, in duizenden euro s. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post nog af te wikkelen transacties. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien er sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerde opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen

55 Schattingsmethodiek Pensioenfonds Horeca & Catering hanteert voor de vaststelling van de premies en de technische voorzieningen de opgaven van de loonsommen per werknemer zoals deze via de loonaangifteketen worden ontvangen van het UWV. Pensioenfonds Horeca & Catering schatte de premies over het kalenderjaar 2016 op basis van de definitieve opgelegde premies over 2015, aangepast met de verwachte loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende loongegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2016 opgenomen. Het fonds stelde de mutatie van de technische voorziening in 2016 uit hoofde van pensioenopbouw vast met behulp van enerzijds de totaal geschatte premies over 2016 en anderzijds de deelnemerkarakteristieken van het voorgaande verslagjaar. De verschillen tussen de geschatte bedragen met betrekking tot het huidige verslagjaar en de definitieve uitkomsten volgens de hierna beschreven grondslagen, verwerkt het fonds in het volgende verslagjaar in de cijfers. Omrekening vreemde valuta Pensioenfonds Horeca & Catering rekent de activa en passiva in vreemde valuta om tegen de valutakoers per balansdatum. Voor zover de valutarisico s zijn afgedekt door middel van valutatermijncontracten, wordt het daaruit per balansdatum resulterende ongerealiseerde koersresultaat in de balans opgenomen. In de staat van baten en lasten rekent het fonds de transacties om tegen de op het moment van de transactie geldende koers. Overige valutaverschillen komen ten gunste, dan wel ten laste van de staat van baten en lasten. Grondslagen voor waardering van activa en passiva Beleggingen Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beleggingen tegen actuele waarde. De waardering van participaties in beleggingsinstellingen geschiedt tegen marktwaarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Voor officieel genoteerde aandelen in onroerende zaken is dit de beurswaarde per balansdatum. Voor niet-beursgenoteerde participaties en deelnemingen in onroerende zaken is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Aandelen Pensioenfonds Horeca & Catering waardeert beursgenoteerde aandelen en de participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen tegen de beurskoers per balansdatum. Voor niet-beursgenoteerde participaties is dit de berekende intrinsieke waarde die de actuele waarde van de onderliggende beleggingen representeert. Vastrentende waarden Het fonds waardeert obligaties tegen actuele waarde. Dit is de beurskoers per balansdatum. De waarde is exclusief de opgelopen rente, die bij Vorderingen uit hoofde van beleggingen wordt verantwoord. Participaties in beleggingsinstellingen met betrekking tot hypothecaire leningen waardeert het fonds tegen actuele waarde. Deze waarde stelt Pensioenfonds Horeca & Catering vast op basis van de contante waarde van de met vervroegde aflossing aangepaste kasstromen, verdisconteerd tegen de rente op Euro swapcurve met vergelijkbare looptijden inclusief eventuele opslagen, behorende bij het risicoprofiel van de leningen. Derivaten Dit betreft onder andere beleggingen in rentederivaten waarmee het fonds de gevolgen van renterisico s op de dekkingsgraad beperkt. De derivaten zijn uit te splitsen in positieve en negatieve posities. De negatieve posities verantwoordt Pensioenfonds Horeca & Catering in de balans bij Schulden uit hoofde van beleggingen. Het fonds waardeert derivaten tegen reële waarde. Dat is de relevante marktnotering of - als deze ontbreekt - de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Immateriële vaste activa Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. Het fonds waardeert software tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op een verwachte economische levensduur van vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af. Materiële vaste activa Met ingang van 2012 worden de uitgaven voor investeringen geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven. De materiële vaste activa waardeert Pensioenfonds Horeca & Catering tegen aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen. Deze zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. De verwachte economische levensduur van bouwkundige aanpassingen, kantoorinrichting en IT-apparatuur is respectievelijk tien, zeven en vier jaar. In het jaar van investeren schrijft het fonds tijdsgelang af

56 Premievorderingen Premievorderingen worden tegen nominale waarde gewaardeerd onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Overige reserves Het fondsresultaat over 2016 is, na aftrek van de toevoeging aan de premie-egalisatiereserve, ten gunste gebracht van de overige reserves. De overige reserves dienen als buffer ter dekking van algemene risico s. Tevens dienen de overige reserves als buffer voor opvang van jaarlijkse schommelingen in de baten en lasten, vooral de beleggingsopbrengsten. Eind 2016 zijn de overige reserves positief. Premie-egalisatiereserve De premie-egalisatiereserve wordt met ingang van 2016 gemuteerd met het verschil van enerzijds de doorsneepremie en anderzijds de gedempte kostendekkende premie. Technische voorzieningen De technische voorzieningen neemt het fonds op tegen actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde bepaalt Pensioenfonds Horeca & Catering op basis van de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Bij de berekening hanteert het fonds de volgende grondslagen en veronderstellingen. Rente Pensioenfonds Horeca & Catering bepaalt de contante waarde van de pensioenverplichtingen op basis van de rentetermijnstructuur die de Nederlandsche Bank publiceert. Deze is per 31 december 2016 vergelijkbaar met een rekenrente van 1,52% (2015: 1,89%). Bij het vaststellen van de rentetermijnstructuur maakt de Nederlandsche Bank gebruik van de zogeheten Ultimate Forward Rate. De gemiddelde looptijd van de verplichtingen is 24,4 jaar (primo jaar) en 25,9 jaar (ultimo jaar). AG-prognosetafel In september 2016 publiceerde het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) de nieuwe prognosetafel. Deze AG Prognosetafel 2016 is gebaseerd op de meest actuele inzichten over de bevolkingssterfte in Nederland en de ontwikkeling daarvan in de toekomst. Pensioenfonds Horeca & Catering besloot met ingang van 31 december 2016 deze AG Prognosetafel 2016 te hanteren bij de waardering van de pensioenverplichtingen. Ervaringssterfte In aansluiting op de nieuwe inzichten over de bevolkingssterfte bleek uit het onderzoek naar de fondsspecifieke ervaringssterfte van Pensioenfonds Horeca & Catering dat de correctiefactoren op de bevolkingssterfte aanpassing behoefde. Met ingang van 31 december 2016 hanteert Pensioenfonds Horeca & Catering daarom nieuwe correctiefactoren voor fondsspecifieke ervaringssterfte. Overlevingsgrondslagen Pensioenfonds Horeca & Catering stelt de technische voorzieningen per 31 december 2016 vast op basis van de Prognosetafel AG2016. Daarbij houdt het fonds rekening met de branchespecifieke ervaringssterfte. Voor wezen neemt Pensioenfonds Horeca & Catering geen sterftekansen in aanmerking. De pensioenverplichtingen voor niet-ingegaan wezenpensioen stelt het fonds vast op 6% van de contante waarde van de nabestaandenpensioenen, behorende bij het ouderdomspensioen van deelnemers jonger dan 65 jaar. Meeverzekerde partner Het fonds veronderstelt dat de partner van een mannelijke deelnemer drie jaar jonger is. De partner van een vrouwelijke deelnemer veronderstelt het fonds drie jaar ouder. De veronderstelde partnerfrequentie voor mannen: loopt op van 22% op 21 jaar tot 90% op 35 jaar, en blijft daarna gelijk tot 65 jaar. De veronderstelde partnerfrequentie voor vrouwen: loopt op van 35% op 21 jaar tot 85% op 30 jaar; blijft gelijk tot 50 jaar, en neemt daarna af tot 70% op 65 jaar. Vanaf de 65-jarige leeftijd neemt de veronderstelde partnerfrequentie af met de sterftekans van de meeverzekerde partner

57 Arbeidsongeschiktheid Voor deelnemers aan wie vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend, is de voorziening gelijk aan de contante waarde van de tot de pensioendatum te verwerven pensioenaanspraken. Opslag percentage voor kosten Voor toekomstige kosten met betrekking tot de administratie en uitbetaling van de pensioenen na ingang, verhoogde het fonds de netto technische voorziening met 3,5% (2015: 3,5%). Toeslagen Toeslagverlening vindt (onder voorwaarden) plaats aan: actieve deelnemers enerzijds alle deelnemers anderzijds. Toeslagverlening actieve deelnemers Deelnemers die gedurende het boekjaar actief waren, hebben tot en met 2016 per 31 december van dat jaar een onvoorwaardelijk recht op een toeslag op de opgebouwde pensioenaanspraken. Per 31 december 2016 kent het fonds aan de deelnemers die in 2016 actief waren een toeslag toe ter grootte van 0,52% (2015: 0,59%). Toeslagverlening alle deelnemers In 2016 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het toeslagbeleid uitdrukkelijk omschreven en toegelicht. Voor het toeslagbeleid bepaalden sociale partners concrete maatstaven en uitgangspunten. Op basis hiervan beoordeelt het bestuur elk jaar of een voorwaardelijke toeslag kan worden verleend en zo ja, hoe hoog deze voorwaardelijke toeslag is. Voor voorwaardelijke toeslagverlening geldt voor gewezen deelnemers en gepensioneerden voortaan hetzelfde beleid als voor actieve deelnemers. Het bestuur besloot in 2016 om per 1 januari 2017 geen voorwaardelijke toeslag te verlenen. Toekomstige ontwikkelingen in het salarisniveau Bij de vaststelling van de voorziening houdt Pensioenfonds Horeca & Catering geen rekening met toekomstige ontwikkelingen en toeslagen. Met uitzondering van de toeslag per 1 januari van het komende boekjaar, als het bestuur in het verslagjaar het besluit tot toeslagverlening nam. Langlopende schulden De oprenting van het uitstaande depot geschiedt op basis van een rente van 4%. Het fonds onttrekt de verschuldigde premies aan het depot. Overig Het fonds waardeert de overige activa en passiva tegen nominale waarde. Grondslagen voor de staat van baten en lasten Premiebijdragen De premiebijdragen zijn de aan het boekjaar toe te rekenen bijdragen van werkgevers en werknemers. De premies over het kalenderjaar 2016 berekende het fonds op basis van de definitieve opgelegde premies over 2015, aangepast met de loonontwikkeling en bedrijfstakgegevens. Op basis van de laatst bekende loongegevens is in dit verslagjaar eveneens de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2016 opgenomen. De impact is concreet toegelicht in de toelichting op de betreffende onderdelen uit de balans en staat van baten en lasten. Waardeoverdrachten Pensioenfonds Horeca & Catering baseert de overdrachtswaarden van over te dragen pensioenen op de berekeningsgrondslagen van het Besluit reken- en procedureregels waardeoverdrachten. De waardeoverdrachten rekent het fonds toe aan het verslagjaar waarin het fonds de bijbehorende pensioenaanspraken verwerkte. Beleggingsresultaten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op de aan het verslagjaar toe te rekenen interest en in het verslagjaar gedeclareerde dividenden en overige opbrengsten. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of -dalingen

58 Kosten toe te rekenen aan beleggingen De kosten van vermogensbeheer brengt Pensioenfonds Horeca & Catering in mindering op de som van de directe en indirecte beleggingsopbrengsten. Deze kosten betreffen met name de kosten van externe vermogensbeheerders, transactiekosten en het deel van de uitvoerings- en bestuurskosten van het fonds dat is toe te rekenen aan de beleggingen. Pensioenuitkeringen Onder pensioenuitkeringen neemt het fonds de uitkeringen op voor ouderdoms-, nabestaanden-, wezen- en vroegpensioen en uitkeringen in het kader van de WAO-aanvullingsregeling en WAO-gatregeling, die ten laste van het verslagjaar komen. Ook neemt het fonds hierin de eenmalige uitkeringen op voor de afkoop van pensioenen die onder de wettelijke afkoopgrens liggen. Herverzekering De risico s die horen bij het nabestaandenpensioen in de aanvullende pensioenregeling, inclusief de premievrijstelling hiervoor in geval van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid in de zin van de IVA, waren volledig herverzekerd. Dit op risicobasis gesloten herverzekeringscontract was ondergebracht bij Elips Life. Het risico voor de nabestaandenpensioenverzekering wordt vanaf 1 januari 2017 niet meer herverzekerd. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Pensioenfonds Horeca & Catering stelt het kasstroomoverzicht op volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta s rekent het fonds om tegen de actuele koers. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit het saldo liquide middelen. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, neemt het fonds niet op in het kasstroomoverzicht

59 Toelichting op de te onderscheiden posten op de balans Schattingen van de actuele waarde van de beleggingen zijn een momentopname, gebaseerd op de marktomstandigheden en de beschikbare informatie over het financiële instrument. Deze schattingen zijn van nature subjectief en bevatten onzekerheden en een significante oordeelsvorming (bijvoorbeeld rentestand, volatiliteit, schatting van kasstromen, etc.) en kunnen daarom niet met precisie worden vastgesteld. Op basis van deze verscheidenheid en gradaties in waarderingsmethoden kunnen de beleggingen worden ingedeeld naar drie waarderingsniveaus: Niveau 1: De waarde van de belegging is gebaseerd op direct waarneembare marktnoteringen van identieke beleggingen in een actieve markt. Niveau 2: De waarde is afgeleid van netto-contante-waarde berekeningen op basis van waarneembare marktdata. De impact van veronderstellingen is hierbij beperkt. Niveau 3: De waarde wordt vastgesteld met waarderingsmodellen waarin geen gebruik is gemaakt van waarneembare marktdata. Op basis van deze indeling kan de beleggingsportefeuille als volgt worden samengevat:

60 Door de per saldo positieve marktwaarde van de rentederivaten ultimo 2016 ontving Pensioenfonds Horeca & Catering 534 miljoen aan collateral in stukken (staatsobligaties) (2015: 383 miljoen). De rentederivaten met negatieve marktwaarde zijn opgenomen onder de post schulden uit hoofde van beleggingen

61 In de te vorderen premies ultimo 2016 is de verwachte uitkomst van de premieherrekening over 2016 opgenomen ten bedrage van 14,0 miljoen (2015: 28,8 miljoen). Daarnaast zijn de loontijdvakken november en december begrepen in de te vorderen premies ultimo jaar. De incasso van die tijdvakken vindt standaard plaats in respectievelijk januari en februari

62 De banktegoeden zijn ter vrije beschikking. De liquide middelen ten behoeve van vermogensbeheer, betreffen de liquide middelen die bij de externe vermogensbeheerders beschikbaar zijn. Sinds medio 2016 houdt Pensioenfonds Horeca & Catering een liquiditeitenbuffer aan. Deze liquiditeitenbuffer wordt gebruikt om te kunnen voldoen aan de liquiditeitsbehoefte die voortvloeit uit het aanhouden van renteswaps onder Central Clearing. Om deze reden is het saldo liquide middelen materieel hoger dan ultimo Passiva Stichtingskapitaal en reserves Het fonds kent geen stichtingskapitaal en statutaire reserves. De mutatie van de premie-egalisatiereserve betreft het verschil tussen de ontvangen premie en de benodigde gedempte kostendekkende premie. Op grond van de Pensioenwet, en het daaruit voortvloeiende Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, dient het vermogen van het pensioenfonds ten minste gelijk te zijn aan de technische voorzieningen plus het minimaal vereiste eigen vermogen. Het minimaal vereiste vermogen bedraagt circa 4,1% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2016 is het minimaal vereiste vermogen gelijk aan 335,3 miljoen. Pensioenfonds Horeca & Catering dient buffers aan te houden voor de risico s die het loopt. Dit betreft buffers voor: het renterisico; het risico van zakelijke waarden; het valutarisico; het grondstoffenrisico; het kredietrisico; het verzekeringstechnisch risico; het actief beheer risico. Door deze risico s te kwantificeren berekent Pensioenfonds Horeca & Catering het vereiste eigen vermogen. Dit is het vermogen dat hoort bij de evenwichtssituatie van het pensioenfonds. In de evenwichtssituatie is het eigen vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% wordt voorkomen dat het fonds voor de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst binnen één jaar over minder middelen beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Op basis van het strategische beleggingsbeleid bedraagt het vereiste eigen vermogen voor Pensioenfonds Horeca & Catering op balansdatum 25,2% van de technische voorzieningen. Per 31 december 2016 bedraagt het vereiste eigen vermogen, inclusief het eerdergenoemde minimaal vereiste vermogen, miljoen. Het verschil tussen het totale eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen is het vrij eigen vermogen. Dit vrij eigen vermogen is per 31 december 2016 gelijk aan negatief miljoen

63 De rentetoevoeging is gebaseerd op de 1-jaarsrente van -0,060% (2015: 0,159%). De wijziging actuariële grondslagen betreft de wijziging van de fondsspecifieke ervaringssterfte; de wijziging van de AG-prognosetafel heeft betrekking op de overgang naar de AG-Prognosetafel De post negatieve contractposities betreft de rentederivaten met een negatieve marktwaarde. De contractposities met een positieve marktwaarde zijn opgenomen onder de beleggingen. De overige schulden uit hoofde van beleggingen ultimo 2016 betrof grotendeels ( 30 miljoen) het saldo van de valutatermijncontracten per 31 december

64 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Aandelen Ten aanzien van beleggingen in niet-beursgenoteerde private equity beleggingsfondsen en niet-beursgenoteerd vastgoed is Pensioenfonds Horeca & Catering verplichtingen aangegaan waarvan de betalingen pas in de komende jaren plaatsvinden. Per 31 december 2016 bedragen deze verplichtingen voor de private equity beleggingsfondsen 295 miljoen ( miljoen) en voor het nietbeursgenoteerd vastgoed 38,9 miljoen ( miljoen). Meerjarige huurovereenkomst In 2013 is een huurovereenkomst aangegaan met betrekking tot het pand dat door Pensioenfonds Horeca & Catering als kantoorruimte wordt gebruikt. De overeenkomst heeft een looptijd tot en met 30 september De jaarhuur bedraagt De huur wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de algemene prijsontwikkeling. In verband met deze overeenkomst is een bankgarantie verstrekt aan de verhuurder voor een bedrag van Toelichting op de te onderscheiden posten op de staat van baten en lasten Baten De premie voor de basispensioenregeling bedraagt in ,8% van de premiegrondslag. Pensioenfonds Horeca & Catering berekende de premies voor het heffingsjaar 2016 op basis van de eindafrekening voor 2015 waarbij rekening is gehouden met de (loon)ontwikkelingen in de bedrijfstak. Tevens is de verwachte uitkomst van de eindafrekening over 2016 ten bedrage van 14,0 miljoen in het resultaat van 2016 opgenomen. Tenslotte zijn ook de premies opgenomen die voortvloeien uit eindafrekeningen over vorige heffingsjaren. Werkgevers en werknemers dragen gezamenlijk bij aan de premies voor de basispensioenregeling. De premies voor aanvullende regelingen betreffen zowel individuele verzekeringen als collectieve contracten

65 De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad 845 miljoen, het negatieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad 106 miljoen en overige valutaresultaten ad 4 miljoen positief. Zie voor een toelichting op de transactiekosten het onderdeel transactiekosten in het hoofdstuk Pensioenbeheer in het bestuursverslag. De indirecte beleggingsopbrengsten in bovenstaande tabel bestaan uit de waardeontwikkelingen op beleggingen (toelichting 1 t/m 5) ad 46 miljoen, het negatieve resultaat op de afdekking van het valutarisico ad 205 miljoen en overige valutaresultaten ad 6 miljoen positief. In de overige opbrengsten 2015 is de liquidatie-uitkering ( 6,8 miljoen) van SUCON (Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche) begrepen. Deze uitkering is in 2015 door SUCON aan het fonds betaald

66 Lasten De wijziging kostenopslag betrof de aanpassing van het opslagpercentage voor toekomstige kosten van 4,0% per 31 december 2014 naar 3,5% per 31 december De wijziging actuariële grondslagen betreft de wijziging van de fondsspecifieke ervaringssterfte. De wijziging van de AG-prognosetabel heeft betrekking op de overgang naar de Prognosetafel AG2016. De pensioenuitvoeringskosten bestaan uit de kosten van de uitvoeringsorganisatie, samen met de kosten van het bestuur en andere organen en de algemene kosten van het fonds. Personeelskosten (in- en extern) bestaan uit de salariskosten van het eigen personeel en de kosten voor inhuur van extern personeel. De overige kosten bestaan onder andere uit de kosten van vergoedingen voor het bestuur, de raad van toezicht, het verantwoordingsorgaan en de beleggingsadviescommissie. Ten aanzien van de vergoedingen wordt, waar van toepassing, tevens BTW vergoed over in rekening gebrachte bedragen. Verder zijn ook de kosten voor automatisering, de huisvestingskosten, de kosten voor communicatie, het honorarium van de externe accountant en andere algemene kosten onder Overige kosten opgenomen. Ultimo 2016 had Pensioenfonds Horeca & Catering 131 fte in dienst ( fte)

67 Bestuur De totale vergoeding voor bestuursleden bedroeg in ( ). De onafhankelijk voorzitter ontvangt een vergoeding van exclusief BTW op jaarbasis. De jaarvergoeding voor de overige bestuursleden bedraagt exclusief BTW. In 2015 was sprake van een vacature voor een bestuurslid gedurende tien maanden. Daarnaast vond in 2016 vergoeding plaats voor additionele activiteiten, in het bijzonder voor de selectiecommissie nieuwe bestuursleden. Verantwoordingsorgaan De kosten voor vacatiegelden, opleidingskosten en reiskosten voor de leden van het verantwoordingsorgaan bedroegen in ( ). De hoogte van de vergoeding voor leden van het verantwoordingsorgaan is in 2016 gelijk gebleven aan 2015, namelijk 410 per vergadering. Raad van toezicht De totale vergoeding (inclusief BTW) voor de leden van de raad van toezicht bedroeg in ( ). De vergoedingsregeling van Pensioenfonds Horeca & Catering kent de twee leden en de voorzitter van de raad van toezicht een vergoeding toe van respectievelijk op jaarbasis (exclusief BTW). Beleggingsadviescommissie De totale vergoeding (inclusief BTW) voor de leden van de beleggingsadviescommissie bedroeg in ( ). De vergoedingen voor de twee leden en de voorzitter van de beleggingsadviescommissie bedragen respectievelijk op jaarbasis (exclusief BTW). Directie De totale vergoeding aan de directie bedroeg in ( ). Dit bedrag bestaat uit salaris, sociale lasten, pensioenlasten, reiskostenvergoeding en overige personeelslasten. Accountant Het honorarium voor de externe accountant met betrekking tot de wettelijke controle van de jaarrekening en verslagstaten bedroeg in ( ). Het honorarium voor de externe accountant met betrekking tot overige controle-werkzaamheden in het kader van ISAE 3402 certificering bedroeg in ( ). Het honorarium voor de certificerend actuaris met betrekking tot de wettelijke controle bedroeg in ( ). De herverzekeringspremie is voor de herverzekering van de risico s verbonden aan de aanvullende collectieve en individuele verzekeringen

68 Actuariële en bedrijfstechnische analyse over 2016 Uit de rekening van baten en lasten blijkt dat boekjaar 2016 met een saldo van 11,3 miljoen ( ,2 miljoen) is afgesloten. Pensioenfonds Horeca & Catering verklaart dit saldo als volgt: Premie 2016 De huidige pensioenregeling is van kracht vanaf 1 januari 2007 en is per 1 januari 2015 aangepast aan de per die datum aangescherpte eisen van de Pensioenwet. Per 1 januari 2017 wijzigt de pensioenregeling opnieuw. De pensioenrichtleeftijd schuift op van 65 naar 67 jaar, onder gelijktijdige verhoging van het opbouwpercentage van 1,466% naar 1,65%. Tegelijk komt per 1 januari 2017 de onvoorwaardelijke toeslagverlening voor actieve deelnemers te vervallen. In deze basispensioenregeling wordt ouderdomspensioen opgebouwd over de pensioengrondslag. Dat is het gemaximeerde, pensioengevende salaris verminderd met een franchise. De premie wordt uitgedrukt als een percentage van deze pensioengrondslag. De totale doorsneepremie is gelijk aan 16,8% van de pensioengrondslag, ofwel: circa 371,5 miljoen 4 in het jaar Met ingang van 2016 stelt Pensioenfonds Horeca & Catering de kostendekkende premie vast volgens de methode van rentedemping op basis van verwacht rendement. Deze gedempte kostendekkende premie berekende het fonds in het vierde kwartaal van 2015 op basis van per 30 september 2015 bekende uitgangspunten. Die uitgangspunten betreffen een met sociale partners overeengekomen verwacht rendement van 4,1% per jaar en de door DNB per 30 september 2015 gepubliceerde inflatieverwachting. Dit verwachte rendement en deze inflatieverwachting staan bij ongewijzigd beleid conform de wettelijke vereisten omtrent demping met verwacht rendement voor vijf jaar vast. 4 Het betreft hier premie uitsluitend inzake premiejaar

69 Ter vergelijking met de gedempte kostendekkende premie berekent Pensioenfonds Horeca & Catering ook telkens de ongedempte kostendekkende premie. De ongedempte kostendekkende premie voor 2016 berekende het fonds in het vierde kwartaal van Bij deze prospectieve vaststelling is de rentetermijnstructuur die de Nederlandsche Bank publiceerde per 30 september 2015 aangehouden. Op basis van de op deze datum bekende rentetermijnstructuur en een schatting van de in het jaar 2016 in te kopen pensioenaanspraken is de netto koopsom bepaald die nodig is voor de inkoop van de aanspraken. De berekening van de ongedempte kostendekkende premie bij de afsluiting van het jaar 2016 (retrospectief) houdt rekening met de per 1 januari 2016 geldende rentetermijnstructuur en opslag voor het vereist eigen vermogen (solvabiliteitsopslag) Retrospectief is ook de schatting van de pensioenopbouw voor beide vormen van kostendekkende premie aangepast aan de voorlopig verwerkte lonen in 2016 en de werkelijke uitvoeringskosten in De kostendekkende premie is als volgt 5 : De totale kostendekkende premie voor 2016 bedraagt 16,3% van de pensioengrondslag, ofwel: circa 361,0 miljoen. Zonder rentedemping (op basis van verwacht rendement) zou de kostendekkende premie voor 2016 circa 458,9 miljoen bedragen. Als gevolg van de systematiek van rentedemping ontving Pensioenfonds Horeca & Catering in 2016 dus circa 97,9 miljoen premie minder dan nodig is voor de toename van de technische voorzieningen in verband met pensioenopbouw, voor risicodekking, voor kostendekking en voor vorming van het vereist eigen vermogen. Met ingang van 2016 wordt de positieve marge in de doorsneepremie ten opzichte van de gedempte kostendekkende premie (0,5%; circa 10,5 miljoen) toegevoegd aan de premie-egalisatiereserve. Risicoparagraaf Het bestuursverslag licht toe welke risico s Pensioenfonds Horeca & Catering op strategisch en operationeel gebied signaleert en welk beleid het fonds voert ter beheersing van die risico s. De onderstaande tekst licht de kwantitatieve aspecten van de risico s nader toe. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor Pensioenfonds Horeca & Catering is het solvabiliteitsrisico. Dat is het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering niet beschikt over voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te kunnen nakomen. De ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Dit is de verhouding tussen het pensioenvermogen en de pensioenverplichtingen. Het verloop daarvan blijkt uit de grafiek Ontwikkeling (beleids)dekkingsgraad 2016 in het verslag van het bestuur. Als de solvabiliteit zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte is voor (voorwaardelijke) toeslagverlening. Ook kunnen dan aanvullende maatregelen nodig zijn om de solvabiliteit op korte(re) termijn te verbeteren. 5 De kostendekkende premie voor 2016 is berekend op basis van de salarisgegevens van 2015 omdat de salarisgegevens van 2016 nog niet beschikbaar zijn

70 Toezichthouder de Nederlandsche Bank hanteert op basis van de Pensioenwet en het Financieel Toetsingskader dat is ingevoerd per 1 januari 2015 (FTK 2015) een gestandaardiseerde methode om te toetsen of het pensioenfonds voldoende vermogen heeft om risico s te kunnen opvangen. Bij deze FTK-standaardtoets wordt het benodigde vermogen voor elk risico berekend aan de hand van een aantal risicoscenario s. De uitkomsten worden mede bepaald door marktomstandigheden en het risicoprofiel van de beleggingen. Voor het risicoprofiel van de beleggingen ultimo 2016 is de normportefeuille 2017 als uitgangspunt genomen. Sommige risico s doen zich simultaan voor terwijl dat voor andere risico s juist niet geldt (mate van correlatie). Daarom wordt bij de vaststelling van het benodigde vermogen ook rekening gehouden met diversificatie-effecten. Er is sprake van voldoende eigen vermogen als de reserves hoger zijn dan het vereist eigen vermogen. Dit vereist eigen vermogen omvat het vermogen dat nodig is om het totale effect van de risico s te kunnen opvangen. De onderstaande tabel toont de uitkomsten van de FTK-standaardtoets voor Pensioenfonds Horeca & Catering uitgaande van het strategische beleggingsbeleid: Uit de tabel blijkt dat eind 2016 sprake is van een reservetekort. Het vereist eigen vermogen uitgedrukt in dekkingsgraad (volgens het FTK) steeg in 2016 van 125,1% naar 125,2%. Pensioenfonds Horeca & Catering onderkent onder meer de risico s uit de FTK-standaardtoets en licht die hieronder nader toe: Renterisico (S1), Zakelijke waardenrisico (S2), Valutarisico (S3), Grondstoffenrisico (S4), Kredietrisico (S5) en Verzekeringstechnisch risico (S6). Als gevolg van invoering van het FTK 2015 zijn hier vier risico s aan toegevoegd: Liquiditeitsrisico (S7), Concentratierisico (S8), Operationeel risico (S9) en Actief beheerrisico (S10). Renterisico (S1) Het renterisico is het risico dat de waarde van het vastrentende deel van het belegde vermogen en van de technische voorzieningen verandert als gevolg van wijzigingen in de marktrente. De rentegevoeligheid die voor Pensioenfonds Horeca & Catering ultimo 2016 geldt is in de onderstaande tabel gespecificeerd naar pensioenverplichtingen, vastrentende waarden en rentederivaten (swaps overlay). Deze tabel toont de rentegevoeligheid ultimo 2016 door zowel het effect op het vermogen als op de dekkingsgraad weer te geven bij de looptijdafhankelijke renteschokken die in het FTK-standaardmodel zijn voorgeschreven

71 In de bovenstaande tabel is de rentegevoeligheid van de pensioenverplichtingen gebaseerd op de rentetermijnstructuur met de Ultimate Forward Rate (UFR)-methodiek. Het renteafdekkingsbeleid binnen de beleggingsportefeuille is gericht op een risico/rendementsverhouding die past bij de structuur van de verplichtingen en waarbij wordt voldaan aan de buffervereisten van de solvabiliteitstoets zoals die gelden binnen het FTK. Pensioenfonds Horeca & Catering verlaagt het totale renterisico door een gedeelte van dit risico af te dekken. Om de mate van renteafdekking te kunnen sturen en het renterisico te kunnen beheersen, hanteert Pensioenfonds Horeca & Catering een strategisch dynamisch renteafdekkingsbeleid. Zakelijke waarden risico (S2) Het zakelijke waardenrisico omvat het risico op een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoedbeleggingen). De marktwaarde kan wijzigen door factoren die specifiek zijn gerelateerd aan een individuele belegging of door algemene factoren. Pensioenfonds Horeca & Catering beperkt dit risico door diversificatie, ofwel het spreiden van de zakelijke waarden over verschillende beleggingscategorieën, sectoren en regio s. De onderstaande tabellen geven een overzicht van de verdeling van aandelen over regio s respectievelijk sectoren

72 Valutarisico (S3) Om risico s te spreiden is een aanzienlijk deel van de beleggingen gedaan in landen buiten het eurogebied, waardoor deze beleggingen in vreemde valuta luiden. Hierdoor loopt Pensioenfonds Horeca & Catering valutarisico. Het valutarisico van de beleggingsportefeuille wordt strategisch afgedekt. Circa 50% van de beleggingen vindt plaats in valuta anders dan de euro. Afdekking van het valutarisico zorgt voor (korte termijn) stabilisatie van de rendementen. In bepaalde gevallen wordt het valutarisico echter open gelaten, namelijk bij die beleggingen in vreemde valuta waarbij het afdekken van het valutarisico praktisch zeer lastig en/of bijzonder kostbaar is. Het afdekken van niet-materiële vreemde valuta (in termen van beslag op vereist eigen vermogen) leidt daarnaast tot een zeer kleine reductie van het dekkingsgraadrisico, maar wel tot uitvoeringskosten. Het betreft hier vreemde valuta zoals het Britse Pond, de Japanse Yen en de Zwitserse Frank. Het niet afdekken van deze valuta heeft het voordeel van lagere kosten en minder liquiditeitsbeslag. Dit terwijl, mede door het diversificatievoordeel ten opzichte van de euro, er weinig tot geen invloed is op het vereist eigen vermogen. Na de bovenstaande uitzonderingen bestaat 80% van de beleggingsportefeuille uit beleggingen in euro en beleggingen in vreemde valuta waarvan het valutarisico is afgedekt naar euro. Het openlaten van de resterende posities in vreemde valuta heeft geen significante invloed op het risicoprofiel van het fonds dan wel op de buffervereisten die DNB stelt. Bovendien kan er zelfs een diversificerend effect verwacht worden van het openlaten van een deel van het valutarisico. Als uitvloeisel van het strategisch beleid om valutarisico s af te dekken zet het fonds valutatermijncontracten in. Onderstaande tabel toont de valutaposities van het fonds voor en na afdekking door valutaderivaten ultimo Onder Overige zijn tevens de valuta s van opkomende landen opgenomen. Grondstoffenrisico (S4) Het grondstoffenrisico omvat het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. Medio 2015 heeft Pensioenfonds Horeca & Catering het discretionair mandaat grondstoffen beëindigd. Kredietrisico (S5) Het kredietrisico omvat het risico dat Pensioenfonds Horeca & Catering verlies lijdt door faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen op wie het fonds vorderingen heeft. Ook betreft dit het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten. Het kredietrisico wordt beperkt door het stellen van eisen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen, door voldoende spreiding of door het verlangen van extra zekerheden. De navolgende tabel toont de verdeling naar kredietwaardigheid (uitgedrukt in rating categorieën) van de vastrentende waarden. Uit prudentiële overwegingen classificeert Pensioenfonds Horeca & Catering de vastrentende waarden op basis van de laagste ratingcategorie van de volgende drie internationale kredietbeoordelaars: Standard & Poor s, Moody s en Fitch

Voorwoord 4. Kerngegevens 5

Voorwoord 4. Kerngegevens 5 Jaarverslag 2017 Inhoud pagina Hoe we presteren Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 12 Pensioenbeheer 18 Pensioenfondsbestuur 29 Risicobeleid 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 9. Pensioenbeheer 15.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 7. Financiële situatie 7. Vermogensbeheer 9. Pensioenbeheer 15. Jaarverslag 2015 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 7 Financiële situatie 7 Vermogensbeheer 9 Pensioenbeheer 15 Risicobeleid 25 Pensioenfondsbestuur 32 Vooruitzichten

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2017

VERKORT JAARVERSLAG 2017 VERKORT JAARVERSLAG 2017 De belangrijkste ontwikkelingen in 2017 bij Pensioenfonds TNT Express op een rij in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige jaarverslag vindt

Nadere informatie

Verkort jaarverslag

Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag 2014 1 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven Hoe deed ons pensioenfonds het in 2014? Waar hield het bestuur zich mee bezig? En wat waren

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies Bericht van het verantwoordings orgaan voor jaarverslag

Functies en nevenfuncties bestuur, organen en commissies Bericht van het verantwoordings orgaan voor jaarverslag Inhoudsopgave Voorwoord.....................................................3 Kerngegevens...................................................5 Verslag van het bestuur............................................

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

VERKORT JAARVERSLAG 2016

VERKORT JAARVERSLAG 2016 VERKORT JAARVERSLAG 2016 2016: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2016 bij Pensioenfonds TNT Express? U leest het in deze verkorte en vereenvoudigde versie van het jaarverslag. Het volledige

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2014 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 29 Pensioenfondsbestuur 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad

jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds Randstad 11 - dekkingsgraad SPR gestegen van 102,9% (104,5%) naar 109,1%; - positief resultaat van 51,8 miljoen; - SPR kampt nog met dekkingstekort: geen winstbijschrijving

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo december is 108,4% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014

Pensioenfonds Robeco. Populair Jaarverslag 2014 Pensioenfonds Robeco Populair Jaarverslag 2014 2014 was een bewogen jaar voor Pensioenfonds Robeco door de sterk dalende rente en de veranderende wet- en regelgeving. In het jaarverslag blikken wij als

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2014 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 29 Pensioenfondsbestuur 33 Vooruitzichten

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 Samenvatting: dalende euro en dalende rente door monetair beleid De beleidsdekkingsgraad is gedaald

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen

Goed jaar Metro Pensioenfonds, toch geen verhoging pensioenen Verkort jaarverslag 2014 In dit verkorte jaarverslag 2014 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2014 en

Nadere informatie

Het jaarverslag 2014 samengevat

Het jaarverslag 2014 samengevat Het jaarverslag 2014 samengevat Uw pensioenfonds blikt terug én vooruit Deelnemers 1.711 In 2014 verdiende het fonds 55,1 miljoen dankzij beleggen. Dat bedrag staat voor een rendement van 20,1%. Het fonds

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015

Kwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo maart is 101,8% en is gedaald ten opzichte van eind december

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 98,1% naar 97,9%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017

1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2016-1 januari 2016 t/m 31 maart 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gedaald van 106,3% naar 98,1%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Ontwikkelingen in 2012

Ontwikkelingen in 2012 1 Jaarbericht 2012 Ontwikkelingen in 2012 2012 was, in alle opzichten, weer een bewogen jaar. We kregen onder meer te maken met hectische ontwikkelingen op de financiële markten, met veranderingen in de

Nadere informatie

Verkorte kerngegevens fonds

Verkorte kerngegevens fonds Samenvatting jaarverslag 2010 Deze samenvatting is een ingekorte versie van het Jaar verslag 2010 van Pensioenfonds Horeca & Catering (PH&C). Hierin leest u over de belangrijkste onderwerpen en ontwikkelingen

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2015. Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 1

Kwartaalbericht 2015. Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 1 Kwartaalbericht 2015 Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3 Als je werkt bij ING Bank voert ING CDC Pensioenfonds vanaf 1 januari 2014* jouw huidige pensioenregeling

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017

J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R. 16 juni 2017 H E A L T H W E A L T H C A R E E R J A A R V E R S L A G 2016 ( F I N A N C I E E L ) S T I C H T I N G P E N S I O E N F O N D S M E R C E R 16 juni 2017 Bestuur Stichting Pensioenfonds Mercer F I N

Nadere informatie

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 107% Belegd vermogen 81,9 miljard Rendement derde kwartaal 9,1% Premie- en indexatiebesluit in vierde kwartaal Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft in

Nadere informatie

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015 Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Agenda 1. Rol klankbordgroep 2. Waarom een nieuwe pensioenregeling?

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2014-1 oktober 2014 t/m 31 december 2014 Samenvatting: dalende euro en dalende rente Nominale dekkingsgraad gedaald van 117,4% naar 115,1%

Nadere informatie

Pensioenen... Herstelplan 2017

Pensioenen... Herstelplan 2017 Pensioenen.............................................. Herstelplan 2017 30 maart 2017 HERSTELPLAN Stichting Pensioenfonds Vopak (hierna: het pensioenfonds) verkeert sinds 1 januari 2016 in een situatie

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16.

Voorwoord 4. Kerngegevens 5. Verslag van het bestuur 6. Financiële situatie 6. Vermogensbeheer 10. Pensioenbeheer 16. Jaarverslag 2013 Inhoud Jaarverslag pagina Voorwoord 4 Kerngegevens 5 Verslag van het bestuur 6 Financiële situatie 6 Vermogensbeheer 10 Pensioenbeheer 16 Risicobeleid 30 Goed pensioenfondsbestuur 34 Vooruitzichten

Nadere informatie

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd

Reservetekort weggewerkt, pensioenen verhoogd Verkort jaarverslag 2013 In dit verkorte jaarverslag 2013 zetten we de hoofdpunten uit het volledige jaarverslag van Metro Pensioenfonds voor u op een rij: we blikken terug op het pensioenjaar 2013 en

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015 De wereld verandert. SPH Jaarbericht Highlights van 2015 Veranderingen vragen om wendbaarheid Vooraf De wereld om ons heen verandert, dat hebben we ook in 2015 ondervonden. De financiële markten bleven

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2018 bedroeg 119,9%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2018 bedroeg 1,4%. Het pensioenvermogen per 30

Nadere informatie

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017

3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017

Nadere informatie

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden

Nadere informatie

Advies Commissie Parameters 2019 En de effecten naar de situatie per 31 mei 2019

Advies Commissie Parameters 2019 En de effecten naar de situatie per 31 mei 2019 Advies Commissie Parameters 2019 En de effecten naar de situatie per 31 mei 2019 Op 6 juni 2019 heeft de Commissie Parameters 2019 haar advies verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal

Kwartaalbericht ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4. Kwartaalbericht 4e kwartaal Kwartaalbericht 2016 ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q4 Als je werkt bij ING voert ING CDC Pensioenfonds vanaf 1 januari 2014* jouw huidige pensioenregeling uit. Samen met je

Nadere informatie

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 1e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 89% Belegd vermogen 68,3 miljard Herstelplan ingediend In het eerste kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen geleden van 4,5%.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag

Nieuws. Een fonds in goede conditie IN DIT NUMMER: Verkort jaarverslag Verkort jaarverslag Een fonds in goede conditie In deze nieuwsbrief blikken we terug op 2016. Wat waren de belangrijkste ontwikkelingen? Op alle beleidsterreinen is er hard gewerkt in 2016. We hebben het

Nadere informatie