Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 november 2015

Transcriptie

1 Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 november 2015 Onderwerp: Wijzigen tarieven en bepalingen gemeentelijke belastingen Agendapunt: STATUS RAADSVOORSTEL Besluit Commissie én Raad Vaststelling belastingverordeningen 2016 ter vervanging van de eerder door uw Raad vastgestelde verordeningen 1. Aanleiding Jaarlijks stellen we in december de tarieven voor het volgende jaar vast. 2. Uitgangssituatie en doelstelling Het doel is het vaststellen van de belastingverordeningen en de tarieven. 3. Rol gemeente en visie en strategie participatie De gemeente heeft op grond van de artikelen 216 tot en met 229 van de Gemeentewet de mogelijkheid om gemeentelijke belastingen te heffen. 4. Toelichting Algemeen Uitgangspunt van het coalitieprogramma is vooral het op peil houden van de leefbaarheid. Een goed voorzieningenniveau is de randvoorwaarde voor het behoud van leefbaarheid in onze gemeente. Hierbij worden minimaal de bestaande voorzieningen in stand gehouden. Als voorgaande betekent dat er financiële keuzes nodig zijn dan wordt eerst ingezet op het vergroten van de efficiency en vervolgens op verantwoord bezuinigen en vergroten van de inkomsten (niet zijnde belastingen). Pas op de laatste plaats wordt gekozen voor het verhogen van belastingen. Uit de enquête voor de toekomstvisie en de kerntakendiscussie blijkt dat de inwoners bereid zijn om meer belasting te betalen voor het behoud van goede voorzieningen. De lastendruk van de gemeente Beesel behoort tot één van de laagste van de provincie. Aanpassingen belastingverordeningen 2016 Bij het aanpassen van de voorliggende belastingverordeningen 2016 is rekening gehouden met: 1. De leesbaarheid van de belastingverordeningen; 2. Het formaliseren van de in de begroting 2016 opgenomen belastingtarieven/-opbrengsten; 3. Het screenen op en verwerken van wettelijke, bedrijfsmatige en maatschappelijke ontwikkelingen. Blz - 1 -

2 1. De leesbaarheid van de belastingverordeningen Dit jaar leggen we alle verordeningen voor aan de raad. In tegenstelling tot voorgaande jaren hebben we, ten behoeve van de leesbaarheid, in de benaming van deze verordeningen de jaartallen weggelaten en hebben we de verordeningen "toekomstproof" gemaakt. Hierdoor hoeven we niet jaarlijks alle verordeningen opnieuw vast te stellen, maar hoeven we, wanneer er geen relevante wetswijzigingen voordoen, alleen jaarlijks de tarieven opnieuw vast te stellen. 2. Het formaliseren van de in de begroting 2016 opgenomen belastingtarieven/-opbrengsten Bij het vaststellen van de begroting 2016 is het principebesluit genomen om: - de OZB-tarieven te verhogen met 4,0%; - het vastrecht tarief bij de afvalstoffenheffing te handhaven op 86,00 en de variabele tarieven ongewijzigd te laten; - de rioolheffing te verlagen van 192,00 naar 179,00; - het tarieven voor de hondenbelasting te handhaven en - het tarief toeristenbelasting ad 1,00 per persoon per overnachting pas in 2017 te verhogen. In de voorliggende belastingverordeningen is dit principebesluit verwerkt. Belastingdruk De belastingdruk van een gemiddeld gezin daalt als gevolg van deze wijzigingen met 6,00 ofwel procentueel met 1,17%. Ook de waardeverandering van de onroerende zaken per 1 januari 2016 is van invloed op de uiteindelijke belastingdruk per gezin. Ondanks dat we de waardeverandering compenseren door de bijstelling van het tarief kan een individuele afwijking van de gemiddelde waardemutatie leiden tot een afwijkende belastingdruk. Kostendekkendheid In 2015 is in het kader van de kostendekkendheid van de leges door de raad besloten om: - De tarieven voor de producten waarbij we nog niet op de wettelijk bepaalde maxima zitten met ingang van 2015 jaarlijks te verhogen tot de wettelijk vastgestelde limieten. De tarieven waarvoor dit geldt, zijn in de tarieventabel gemarkeerd; - De tarieven voor de producten waarvoor geen wettelijk bepaalde maxima zijn vastgesteld met ingang van 2015 jaarlijks te indexeren met de prijsmutatie overheidsconsumptie onderdeel lonen en salarissen zoals deze in de circulaires van het gemeentefonds jaarlijks worden aangegeven. Deze index is voor ,9%. Deze uitgangspunten zijn verwerkt in de bij de legesverordening behorende tarieventabel. De indexering is in een aparte kolom van de tarieventabel inzichtelijk gemaakt. De overige belastingentarieven waarbij in de begroting geen rekening is gehouden met een inflatiecorrectie c.q. tariefaanpassing, zijn gehandhaafd. Het betreft de brandweerrechten, de forensenbelasting, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden, het rioolaansluitrecht en de tarieven voor dienstverlening aan derden. 3. Het screenen op en verwerken van wettelijke, bedrijfsmatige en maatschappelijke ontwikkelingen. Na screening blijkt dat er nog meer wijzigingen noodzakelijk zijn. Deze worden per belastingsoort toegelicht: 3.1 Hondenbelasting De omschrijving van de vrijstelling voor de gehandicaptenhond is aangepast aan de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De vrijstelling voor geleidehonden voor gehandicapten is niet langer beperkt tot honden die door de Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland ter beschikking zijn gesteld. Dit omdat er meerdere instanties zijn die honden vergelijkbaar opleiden en ter beschikking stellen. Een beperking van de vrijstelling tot honden van alleen genoemde stichting levert mogelijk strijd op met het gelijkheidsbeginsel. Blz - 2 -

3 3.2 Leges Belangrijkste wijzigingen in de legesverordening: - Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de tarieventabel voorkomende begrippen is in de legesverordening een artikel opgenomen met begripsomschrijvingen (artikel 1); - In artikel 10 Overdracht van bevoegdheden is in lid b het nieuwe hoofdstuk 6 opgenomen overeenkomstig de modelverordening van de VNG;. Belangrijkste wijzigingen in de tarieventabel: - In par zijn twee tarieven opgenomen indien de voltrekking van het huwelijk c.q. het registreren van een partnerschap geen doorgang vindt (en er toch al kosten zijn gemaakt); - Er is een nieuw hoofdstuk 6 opgenomen met tarieven voor het verstrekken van informatie op grond van de Wet bescherming persoonsregistratie. Hiervoor gelden maximumbedragen welke conform de in 2015 vastgestelde uitgangspunten, zijn overgenomen; - Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie is vervallen omdat de kadastrale informatie niet meer wordt verstrekt en burgers worden doorverwezen naar het Kadaster; - Hoofdstuk 11 Naturalisatie is uit de tabel geschrapt conform de modelverordening. Hiervoor gelden uitsluitend de rijksrichtlijnen en -tarieven; - Door de opname van paragraaf en kan de burger na kennisname van de externe advieskosten zijn aanvraag nog zonder kosten intrekken; - We hebben een gereduceerd tarief opgenomen (par ) voor het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart na verlies of zoekraken van een reeds eerder verstrekte kaart. Reden hiervoor is dat er geen onderzoekskosten worden gemaakt; - We hebben de berekening voor de leges omgevingsvergunning bouwen aangepast (par ). In regionaal verband hebben we binnen het overlegorgaan Bouw en Wonentoezicht Noord en Midden Limburg afspraken gemaakt om deze op een uniforme en objectievere manier te berekenen. In het verleden was de waarde van de woning de grondslag voor de berekening van de leges. Omdat over deze waarde vaak een discussie ontstond tussen de gemeente en de aanvrager van de vergunning hebben we nu regionaal onze berekeningswijze aangepast. De grootte van het bouwwerk (m3) is nu de grondslag voor de berekening van de leges; - De omschrijving van sloopkosten in par is geschrapt omdat deze in de tarieventabel niet meer voorkomen; - Verder zijn de legalisatieleges ofwel leges voor achteraf ingediende aanvragen teruggebracht van 100% naar 10% (Par ; ; ; en ). Als de gemeente aannemelijk kan maken dat er extra kosten (géén kosten voor handhaving en controle, maar extra kosten die worden opgeroepen nadat de aanvraag is ingediend) worden gemaakt, zijn extra leges zonder meer toegestaan. Volgens de VNG zijn die extra kosten niet noodzakelijk. De gemeente kan de verhoging van het tarief ook rechtvaardigen vanuit het gevoerde beleid. Dan zijn de extra leges een financiële prikkel om voorafgaand aan het bouwen 'netjes' een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit aan te vragen. Maatvoering is hierbij belangrijk. De extra leges mogen niet zo hoog zijn dat het strafkarakter gaat overheersen en dat het "boeteleges" worden. Een verhoging van 10% met een absoluut maximum van valt volgens de VNG binnen de redelijke grenzen; - In par is het percentage van 65% geschrapt. In het verleden is dit percentage abusievelijk opgenomen. Door dit percentage te schrappen wordt het gewenste legesbedrag (over de totale bouwkosten maar wel in parten) berekend. - Hoofdstuk 12 van titel 2 vervalt omdat de tariefstelling al in hoofdstuk 11 is opgenomen; - We hebben in titel 3 een hoofdstuk 5 inzake kinderopvang opgenomen. Kinderopvang is sinds 2005 geregeld in de Wet kinderopvang. Ondernemers in de kinderopvang zijn wettelijk verplicht verantwoorde kinderopvang aan te bieden en deze voorzieningen ook te laten registreren in het Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP). Met verantwoorde kinderopvang wordt bedoeld opvang die bijdraagt aan een goede ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De gemeente is verantwoordelijk voor het gegevensbeheer van het LRKP, het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang. Wettelijk is bepaald dat de GGD namens de gemeente het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang uitvoert. Blz - 3 -

4 Er zijn verschillende vormen van kinderopvang, te weten: Kinderdagverblijf (KDV) - dagopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Buitenschoolse opvang (BSO) - opvang voor en/of na school voor basisschoolkinderen van 4 t/m 12 jaar. Gastouderopvang waarbij onderscheiden wordt een voorziening voor gastouderopvang (VGO) op het adres van de gastouder en/of vraagouder en het gastouderbureau (GOB) dat de bemiddeling tussen vraagouder en gastouder regelt en verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de gastouderopvang. Een gastouder moet bemiddeld worden door een gastouderbureau (GOB). Peuterspeelzaal (PSZ) - dagopvang voor kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar gericht op ontwikkeling. In het vrij toegankelijke Landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP) worden alle KDV's, BSO's, GOB's en PSZ's geregistreerd die voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang. Hiervoor dienen zij een aanvraag in bij de gemeente en de gemeente geeft opdracht aan de GGD om de betreffende opvangvoorziening(en) te inspecteren. De kosten van de inspecties door de GGD en de registratie in het LRK worden tot op heden door de gemeente betaald. Leges bij verenigingen Leges die we bij verenigingen in rekening brengen, worden gecompenseerd. Uniforme legesheffing gemeenten Noord-Limburg In de Overlegtafel Zorg en Welzijn van de Veiligheidsregio Limburg Noord is op 18 april 2012 de behoefte uitgesproken voor een uniform legesbeleid. Daartoe is een werkgroep geformeerd. De werkgroep heeft op 12 april 2013 een brief verstuurd met verzoek aan gemeenten om per 1 januari 2014 leges te gaan heffen. Er bleef toen echter verdeeldheid wat gemeenten daarmee deden. Nu heeft deze werkgroep opnieuw een dringend beroep gedaan op gemeenten die nog geen leges heffen. In 2015 hebben enkele gemeenten in Noord-Limburg de overstap al gemaakt om leges te gaan heffen. Als de resterende gemeenten hiertoe ook over gaan, stralen we als regiogemeenten uniformiteit uit en worden houders niet meer geconfronteerd met verschil in aanpak. Na inventarisatie blijkt dat alle gemeenten van Noord-Limburg ervoor kiezen leges te gaan heffen en voor een uniform legestarief in de regio kiezen. Voor de reeds bestaande registraties van kinderopvangvoorzieningen brengen we niet achteraf leges in rekening. Het invoeren van het heffen van leges geldt alleen voor nieuwe locaties die na 1 januari 2016 een aanvraag indienen. Het legesbedrag bestaat uit de inspectiekosten die de gemeente betaalt aan de GGD voor het onderzoek voorafgaand aan de registratie. Hoofdstuk 3 van titel 3 Prostitutiebedrijven is nog niet aangepast aan de modelverordening. Via een ledenbrief van de VNG d.d. 9 juli 2015 is de gemeente geïnformeerd over de aanpassing van hoofdstuk 3 van de APV (Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen). Door middel van deze brief worden gemeenten een handvat geboden om het gemeentelijke vergunningenstelsel voor seksbedrijven in te voeren of te verbeteren. De Beeselse APV bevat al een vergunningstelsel voor seksbedrijven. Bij de eerstvolgende herziening (in 2016) wordt het huidige vergunningenstelsel onder de loep genomen. Aanpassingen op het gebied van het regionale maximumstelsel en het bevoegde gezag (thans college en in de toekomst de burgemeester) worden dan voorgelegd. Na invoering wordt de tarieventabel van de legesverordening overeenkomstig aangepast. 3.3 Onroerende zaakbelastingen (OZB) De waardeontwikkeling noopt tot een extra aanpassing van de OZB-tarieven. In de begroting 2016 gaan we uit van een stijging van de OZB-tarieven met 4,0% om een overeenkomstige meeropbrengst OZB te krijgen. Om deze meeropbrengst te verkrijgen is het noodzakelijk om bij de berekening van de tarieven ook rekening te houden met de marktontwikkeling (waardemutaties) van de woningen en niet woningen in de periode 1 januari 2014 tot 1 januari Blz - 4 -

5 Waardeontwikkeling De WOZ-waarden worden elk jaar opnieuw gewaardeerd en vastgesteld. Dit gebeurt vanaf 2015 door de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW). BsGW heeft een voorlopige prognose doorgegeven van de waardeontwikkeling voor 2016: - de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen is gestegen met 3,7%. - de gemiddelde WOZ-waarde van de niet woningen is gedaald met 0,10% Nieuwe tarieven 2016 Het resultaat van de tariefberekening is weergegeven in een overzicht. De tarieven zijn uitgedrukt in een percentage én er is rekening gehouden met de nieuwe WOZ-waarden begroting definitief 2 OZB eigendom woningen 0,1137 0,1182 0,1140 OZB eigendom niet woningen 0,1781 0,1852 0,1854 OZB gebruik niet woningen 0,1436 0,1493 0, Tarieven conform 4% beoogde meeropbrengst exclusief compensatie waardedaling 2. Tarieven rekening houdend met 4% meeropbrengst OZB en compensatie in verband met een waardestijging van 3,7% voor de woningen en een waardedaling van 0,10% voor de niet woningen Enkele fictieve voorbeelden van de aanslagbedragen 2016 ten opzichte van 2015 OZB eigenaarsgedeelte woning jaar WOZ-waarde tarief aanslagbedrag ,00 0,1137% = 221, , ,00 0,1140% = 230,53 stijging 8,81 absoluut stijging 3,97% 3 relatief OZB eigenaarsgedeelte niet-woning jaar WOZ-waarde tarief aanslagbedrag ,00 0,1781% = 587, , ,00 0,1854% = 611,21 stijging 23,48 absoluut stijging 3,99% 3 relatief OZB gebruikersgedeelte niet-woning jaar WOZ-waarde tarief aanslagbedrag ,00 0,1436% = 473, , ,00 0,1495% = 492,86 stijging 18,98 absoluut stijging 4,00% relatief 3 De afwijking wordt veroorzaakt door een afronding in het tarief. Zoals hiervoor aangegeven leidt een waardemutatie die afwijkt van het gemiddelde tot een ander wijzigingspercentage qua aanslagbedrag. Aanslagdrempel Bij het uitbesteden van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen en de uitvoering van de Wet Waardering onroerende zaken aan de BsGW, zijn de belastingverordeningen afgestemd Blz - 5 -

6 op het heffings- en invorderingsbeleid van de BsGW. Daarbij is verzuimd om de aanslagdrempel van te laten vervallen, hetgeen nu is hersteld. Met andere woorden: de aanslagdrempel vervalt om één lijn te trekken binnen alle deelnemende gemeenten aan BsGW. 3.4 Reinigingsheffingen De omschrijving van de belastingplicht bij de afvalstoffenheffing is aangepast aan de wijziging van artikel van de Wet milieubeheer om problemen met de heffing die zich vooral bij kamerbewoning voordoen, op te lossen. Verder zijn de tarieven voor het versnipperen van snoeiafval van particulieren en het verstrekken van een nieuwe container bij diefstal, brand etc. geschrapt. Het versnipperen gebeurt niet meer en vervanging van containers wordt net als reparaties en omwisselingen gratis uitgevoerd. 3.5 Rioolheffing Naast het verlagen van het tarief van de rioolheffing van 192,00 naar 179,00 als gevolg van een tussentijdse doorberekening van het gemeentelijke rioleringsplan, nopen ontwikkelingen in de praktijk tot aanpassing van de belastingverordening. Gebleken is dat in 2015 een aantal percelen in de rioolheffing zijn betrokken die in voorgaande jaren niet aangeslagen werden. Daarbij gaat het voornamelijk om een aantal 'kleine' objecten zoals garageboxen, kapelletjes alsmede een aantal ongebouwde percelen. Om deze ongewenste situatie te herstellen heeft Van den Bosch & Partners te Sliedrecht een advies uitgebracht voor het aanpassen van de belastingverordening. Dit advies is bij de raadsstukken als bijlage bijgevoegd. Kort samengevat adviseert Van den Bosch & Partners om een vrijstelling op te nemen voor dergelijke percelen met de volgende onderbouwing: "Percelen tot een gekozen WOZ-waarde ( ,-) en de ongebouwde percelen zijn van een dermate geringe omvang of zijn niet middels een buis op de riolering aangesloten, waardoor niet eenvoudig kan worden vastgesteld of deze inderdaad (in)direct op de gemeentelijke riolering zijn aangesloten. Bij veel van dergelijke percelen is ofwel geen sprake van een aansluiting op de riolering (waardoor deze ook niet in de heffing kunnen worden betrokken) dan wel kan slechts na een uitvoerige inventarisatie worden vastgesteld of het op het perceel vallende hemelwater uiteindelijk in de gemeentelijke riolering terecht komt (waardoor wel sprake is van een indirecte aansluiting in de zin van de Verordening). Indien men moet controleren of dergelijke percelen aangesloten zijn, dient dan ook een uitgebreid onderzoek plaats te vinden, hetgeen hoge kosten met zich mee brengt. Bij sommige percelen kan bovendien tijdens een eventuele inventarisatie van de percelen niet of nauwelijks vastgesteld worden of het daarop vallende hemelwater uiteindelijk in de gemeentelijke riolering terecht komt. Bijvoorbeeld omdat de inventarisatie plaatsvindt tijdens een (relatief) droge periode. Het opnemen van de vrijstellingen voorkomt dat een uitvoerige inventarisatie met onevenredig hoge kosten plaats hoeft te vinden. Doelmatigheidsredenen rechtvaardigen het vrijstellen van dergelijke percelen. Aangezien de wijziging in het voordeel is van belastingplichtigen, is terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 toegestaan." Om deze wijziging met terugwerkende kracht door te voeren is een afzonderlijk besluit tot wijziging van de Verordening rioolheffing Beesel 2015 toegevoegd. Het vrijstellen van deze objecten heeft géén financiële consequenties ten aanzien van de begroting(en) omdat bij de desbetreffende ramingen geen rekening is gehouden met een opbrengst rioolheffing van deze objecten. 3.6 Toeristenbelasting Bij de betalingstermijnen is de wijze van betaling (wel of geen automatische incasso) niet meer maatgevend maar de soort aanslag. Bij voorlopige aanslagen wordt een langere termijn (tot einde kalenderjaar) gehanteerd om te voorkomen dat de verblijfaanbieders de toeristenbelasting die ze nog niet hebben ontvangen moeten afdragen ofwel voorfinancieren. Voor de definitieve aanslag geldt een Blz - 6 -

7 betalingstermijn van één maand omdat deze na afloop van het belastingjaar waarin de overnachtingen hebben plaatsgevonden, wordt opgelegd. Verder is in artikel 7 van de verordening opgenomen dat voorlopige aanslagen niet in de eerste vier maanden van het belastingjaar worden opgelegd. a. Financieel De financiële gevolgen van de belastingverordeningen hebben we verwerkt in de begroting b. Juridisch c. Risico s 5. Toekomstvisie Levende gemeenschap Ideale en onderscheidende samenleving Duurzame woon- en werkgemeente Gemeente samen met inwoners Samenwerkende gemeente 6. Voorstel Wij stellen u voor om de volgende belastingverordeningen vast te stellen: 1. de Wijzigingsverordening rioolheffing Beesel 2015; 2. de Verordening brandweerrechten Beesel 2016; 3. de Verordening dienstenverlening aan derden Beesel 2016; 4. de Verordening forensenbelasting Beesel 2016; 5. de Verordening hondenbelasting Beesel 2016; 6. de Legesverordening Beesel 2016; 7. de Verordening lijkbezorgingsrechten Beesel 2016; 8. de Verordening onroerende-zaakbelastingen Beesel 2016; 9. de Verordening marktgelden Beesel 2016; 10. de Verordening reinigingsheffingen Beesel 2016; 11. de Verordening rioolheffing Beesel 2016; 12. de Verordening rioolaansluitrecht Beesel 2016; 13. de Verordening toeristenbelasting Blz - 7 -

8 Reuver, 09 november 2015 Burgemeester en wethouders van Beesel, secretaris, R.R.M. Halffman burgemeester, P. Dassen-Housen Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van griffier, voorzitter, E. Apeldoorn-Feijts P. Dassen-Housen Meegezonden: 1. de Wijzigingsverordening rioolheffing Beesel 2015; 2. de Verordening brandweerrechten Beesel tarieventabel; 3. de Verordening dienstenverlening aan derden Beesel tarieventabel; 4. de Verordening forensenbelasting Beesel 2016; 5. de Verordening hondenbelasting Beesel 2016; 6. de Legesverordening Beesel tarieventabel; 7. de Verordening lijkbezorgingsrechten Beesel tarieventabel; 8. de Verordening onroerende-zaakbelastingen Beesel 2016; 9. de Verordening marktgelden Beesel 2016; 10. de Verordening reinigingsheffingen Beesel tarieventabel; 11. de Verordening rioolheffing Beesel 2016; 12. de Verordening rioolaansluitrecht Beesel tarieventabel; 13. de Verordening toeristenbelasting Blz - 8 -