De tarieven voor de onroerendezaakbelastingen zijn als volgt vastgesteld:

Transcriptie

1 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Eerste wijziging van de Verordening onroerendezaakbelastingen Boxmeer 2005, de Verordening forensenbelasting Boxmeer 2005 en vaststelling van het definitief berekende tijdvakpercentage voor de periode Nummer: 8. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 14 december 2004 Aanleiding en Nadere toelichting Op 16 december 2004 jl. zijn door uw raad de volgende verordeningen vastgesteld: 1. Verordening onroerendezaakbelastingen Boxmeer Verordening forensenbelasting Boxmeer In beide verordeningen zijn voorlopige tarieven opgenomen. De tarieven voor de onroerendezaakbelastingen zijn als volgt vastgesteld: Het tarief van de belasting is voor elke volle 2.268,-- van de heffingsmaatstaf a. gebruikersbelasting 1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 1,84; 2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,20. b. eigenarenbelasting 1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 2,30; 2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,99. Het voorlopige tijdvakpercentage is berekend op 174. Het tarief voor de forensenbelasting is voor elke volle 2.268,-- van de heffingsmaatstaf op 14,52 vastgesteld. Ad1. Onroerendezaakbelastingen Definitieve vaststelling tarieven en tijdvakpercentage Naar aanleiding van de definitieve uitkomsten van de herwaardering van heden, dienen de tarieven van de onroerendezaakbelastingen 2005 en het tijdvakpercentage voor 2005 en 2006 neerwaarts bijgesteld te worden. De bijstelling van de waardeontwikkeling vloeit voort uit het feit dat de waardeontwikkeling van niet-woningen afwijkt van de aanname in december Deze aanname was gebaseerd op een landelijke aanname van 20%. De waardestijging voor niet-woningen in Boxmeer Pagina 1 van 5

2 wordt nu bepaald op ongeveer 12%. De waardestijging voor woningen is bepaald op 49% afgerond (was 50%). Met name de grote industriële objecten, de incourante objecten, die getaxeerd worden door middel van de gecorrigeerde vervangingswaarde en veel agrarische objecten ondergingen slechts een geringe waardestijging of in een aantal gevallen zelfs een waardedaling. Voor de tariefberekening dient in plaats van een stelpost van + 2% voor de nog te taxeren bouwvergunningen rekening te worden gehouden met + 0,5%. Het percentage van -/- 2 voor de nog af te wikkelen bezwaren blijft ongewijzigd. Op grond hiervan wordt de waardegrondslag als volgt: Woningen: Niet-woningen: Als gevolg van deze nieuwe waarden zijn de definitieve tarieven en het definitieve tijdvakpercentage berekend. Bij de berekening van de definitieve tarieven voor 2005 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: In verband met de algemene beginselen van behoorlijke wetgeving is het niet toegestaan belastingtarieven met terugwerkende kracht te verhogen. Bij de vaststelling van de voorlopige OZB tarieven in december 2004 is hiermee rekening gehouden en zijn de tarieven hoger vastgesteld. Zoals aangegeven in de begroting 2005 dient de totale opbrengst Onroerendezaakbelastingen over ,-- (incl. 3% stijging) te bedragen. Bij de berekening van de definitieve tarieven is ook rekening gehouden met een verhouding 100:125 bij bepaling van de gebruikersbelasting in verhouding tot de eigenarenbelasting en een tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen. Op basis van bovenstaande gegevens stellen wij voor het definitieve tijdvakpercentage vast te stellen op 184. Het wetsvoorstel Verbetervoorstellen Wet WOZ is op 7 december 2004 door de Eerste Kamer aanvaard. De nieuwe WOZ-waarden gelden voor de jaren 2005 en Ook het tijdvakpercentage wordt vastgesteld voor de periode van het desbetreffende WOZ-tijdvak, Door de vaststelling van het definitieve tijdvakpercentage blijft de totale opbrengst van de OZB en de verdeling tussen woningen en niet-woningen gelijk. Hierdoor vindt er geen lastenverschuiving plaats tussen woningen en niet-woningen. Op grond van vorenstaande stellen wij voor de tarieven als volgt vast te stellen: Het tarief van de belasting is voor elke volle 2.268,-- van de heffingsmaatstaf a. bij de gebruikersbelasting 1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 1,58; 2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 2,90. b. bij de eigenarenbelasting 1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 1,97; 2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 3,62. Pagina 2 van 5

3 Inwerkingtreding afschaffing Zalmsnip met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2005 Per 1 januari 2005 zou de lokale lastenverlichting, de zogenaamde Zalmsnip ( 45,38), worden afgeschaft. Het betreffende wetsvoorstel (29701) is op 21 juli 2004 bij de Tweede Kamer ingediend en uiteindelijk op 30 december 2004 in het Staatsblad gepubliceerd. De wet bepaalt dat de afschaffing in werking treedt op 1 januari De beoogde datum van inwerkingtreding, 1 januari 2005, is echter door de werking van de Tijdelijke referendumwet niet gehaald. De inwerkingtreding is hierdoor opgeschort tot 5 februari Ten tijde van het vaststellen van de verordening onroerendezaakbelastingen voor 2005 was het vervallen van de Zalmsnip nog bij het parlement in behandeling. In een overgangsbepaling is in de verordening opgenomen dat het artikel over de Zalmsnip vervalt, indien de wet op 1 januari 2005 in werking treedt. Nu de wet niet op 1 januari 2005 in werking is getreden, geldt het betreffende artikel in de belastingverordening op 1 januari 2005 nog. Aangezien de regeling zoals die op 1 januari 2005 geldt voor de belastingheffing van belang is en steeds de bedoeling is geweest de Zalmsnip met ingang van die datum af te schaffen, moet het artikel over de Zalmsnip alsnog met ingang van 1 januari 2005 vervallen. Dit kan alleen met terugwerkende kracht, omdat de afschaffing per 1 januari 2005 voorzienbaar is geweest om een aantal redenen: 1. In het wetsvoorstel en de wet zelf is opgenomen dat deze op 1 januari 2005 in werking treedt; 2. Pas op 24 december 2004 bekend is gemaakt dat de wet referendabel is; 3. De wet pas 30 december 2004 in het Staatsblad is gepubliceerd; 4. In alle berichtgeving van rijkswege is aangegeven dat de Zalmsnip per 1 januari 2005 zou worden afgeschaft. Op grond van het bovenstaande, stellen wij u voor in de Verordening onroerendezaakbelastingen Boxmeer 2005 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2005 het artikel over de Zalmsnip te laten vervallen. Ad2. Forensenbelasting De forensenbelasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen. De definitieve taxatiewaarden voor de recreatiewoningen zijn bekend. In uw vergadering van 16 december 2004 zijn de tarieven te hoog vastgesteld en behoeven neerwaartse bijstelling. Wij stellen voor het tarief van de belasting voor elke volle 2.268,-- van de heffingsmaatstaf op 10,32 vast te stellen. Rol van de gemeente Beslisser Wettelijke basis/referendabiliteit De wettelijke basis is de Gemeentewet. Financiën De voorliggende raadsbesluiten zijn in overeenstemming met de begroting. Afstemming andere projecten/derden In de voorbereidingstraject zijn alle betrokken disciplines vertegenwoordigd geweest. Pagina 3 van 5

4 Voorlichting De voorliggende raadsbesluiten zullen op de gebruikelijke wijze worden bekend gemaakt. Bovendien zullen de burgers door middel van voorlichting worden geïnformeerd over de nieuwe WOZ-waarden in relatie tot de OZB-tarieven en afschaffing van de Zalmsnip. Voorstel Wij stellen u voor vast te stellen: 1. Eerste wijziging Verordening onroerendezaakbelastingen Boxmeer Het tijdvakpercentage voor 2005 en 2006 op In de Eerste wijziging Verordening onroerendezaakbelastingen Boxmeer 2005 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2005 het artikel over de Zalmsnip laten vervallen. 4. Eerste wijziging Verordening forensenbelasting Boxmeer Burgemeester en wethouders van Boxmeer, de secretaris, de burgemeester, mr. drs. A. Huiskamp K.W.T. van Soest Memorie commissiebehandeling Het voorstel is aan de orde geweest in de vergadering van de commissie Algemene Zaken en Middelen van 12 januari De commissie kan zich in grote lijnen vinden in het voorstel. Nadere informatie dient te worden bijgevoegd. Het college heeft het voorstel aangepast en nadere informatie toegevoegd. De griffier, (A.W.J.M. Cornelissen) Pagina 4 van 5

5 Bij het onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Eerste wijziging van de Verordening onroerende-zaakbelastingen Boxmeer 2005, de Verordening forensenbelasting Boxmeer 2005 en vaststelling van het definitief berekende tijdvakpercentage voor de periode Liggen de volgende stukken ter inzage: 1. Berekening tijdvakpercentage en berekening definitieve OZB-tarieven 2005; 2. Berekening tarief forensenbelasting 2005; 3. Brief d.d. 10 januari 2005 VNG inzake inwerkingtreding afschaffing Zalmsnip. Pagina 5 van 5