Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 6 NORMERING 6.1 INLEIDING In paragraaf 1.2 is ingegaan op de redenen voor het bewerken van de RDLS tot een instrument waarmee het taalbegripsniveau van Nederlandstalige kinderen in het leeftijdsbereik van anderhalf tot ruim zes jaar kan worden gemeten. Een belangrijke doelstelling bij de bewerking was het ontwikkelen van normen voor Nederland. Zo kon een eind worden gemaakt aan de onwenselijke situatie dat met Engelse normen moest worden gewerkt. Ook voor het nieuw ontwikkelde instrument voor het meten van taalproductie dienden normen te worden ontwikkeld. Het doel van normering in het algemeen is het mogelijk maken van de interpretatie van een score door het vergelijken hiervan met de scoreverdeling van een referentiegroep. Wanneer het gaat om de normering van ontwikkelingstests als de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie dient daarbij met de leeftijd rekening te worden gehouden; de score van een bepaald kind kan worden geïnterpreteerd door deze te vergelijken met de scoreverdeling van zijn of haar leeftijdsgenoten. De wijze waarop de normering van de RTB en de STP tot stand is gekomen wordt in dit hoofdstuk beschreven. De samenstelling van de normeringssteekproef kwam reeds aan de orde in paragraaf In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten bij de normering en de bij de normering gehanteerde procedure behandeld. Tenslotte worden de resultaten gepresenteerd. 6.2 UITGANGSPUNTEN Soorten scores Bij de RDLS is er sprake van verschillende soorten scores op verschillende niveaus. Op het niveau van de subtest zijn er ruwe subtestscores. Op het niveau van de Taalbegrips- en de Taalproductieschaal zijn er ruwe schaalscores en standaard schaalscores. Onder ruwe subtestscore wordt verstaan de totale score van alle items in de subtest, uitgedrukt als de som van de afzonderlijke itemscores. De ruwe subtestscore van Taalbegrip vormt tevens de ruwe schaalscore 103

2 Taalbegrip. De ruwe subtestscores van Taalstructuur, Woordenschat en Taalinhoud worden zonder verdere transformaties gesommeerd tot de ruwe schaalscore voor Taalproductie. Er zijn dus géén voor leeftijd genormeerde standaard-subtestscores. Dit heeft een belangrijk nadeel, namelijk dat subtestscores bij verschillende leeftijden en subtestscores onderling niet kunnen worden vergeleken. Mogelijk was de betrouwbaarheid van de subtests apart ook onvoldoende om scores op dit niveau verantwoord te kunnen gebruiken. Betrouwbaarheidsgegevens op subtestniveau worden echter niet gegeven in de RDLS. Een tweede bezwaar is dat het gewicht van de verschillende subtests in de totale score, de schaalscore, verschillend kan zijn bij verschillende leeftijden. Van de moeilijkheid van deze onderdelen zijn geen gegevens beschikbaar. De maximaal haalbare scores per subtest zijn wel redelijk vergelijkbaar (respectievelijk 21 punten voor Taalstructuur, 22 punten voor Woordenschat en 24 punten voor Taalinhoud), dus de schaalgrootte van de subtests loopt niet te veel uiteen. De ruwe schaalscores van Taalbegrip en Taalproductie worden via normtabellen omgezet tot standaard schaalscores. Bij de RDLS hebben deze standaardscores de vorm van z-scores. Bij de RTB en de STP worden ruwe scores en standaardscores op het niveau van de testonderdelen (subtests) gehanteerd. Er is voor de RTB geen schaalscore ontwikkeld omdat de RTB slechts uit één onderdeel bestaat. De redenen om voor de STP, die uit vier testonderdelen bestaat, geen schaalscore te ontwikkelen zijn de volgende. Ten eerste is, gezien de hoge betrouwbaarheid van de onderdelen van de Test voor Taalproductie, het niet nodig om de scores van de onderdelen samen te voegen tot één schaal om op die wijze de betrouwbaarheid te verhogen. Daar komt bij dat het niet wenselijk is om een globale maat te hanteren als criterium voor het gaan behandelen van een taalprobleem, wanneer er gedifferentieerder informatie voorhanden is. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een lage score op de Woordontwikkeling terwijl de totaalscore voor Taalproductie toch nog redelijk is, bestaat het gevaar dat dit taalprobleem niet wordt onderkend en daardoor ook niet behandeld. Doordat er geen schaalscores voor Taalbegrip en Taalproductie zijn ontwikkeld kan er evenmin een algemene Taalontwikkelingsscore worden ontwikkeld. De redenen voor het niet ontwikkelen van schaalscores - niet nodig en niet wenselijk - gelden hier in nog sterkere mate De gehanteerde meetschaal Bij de RDLS hebben de standaardscores de vorm van z-scores: dit zijn normaal verdeelde standaardscores met een gemiddelde van 0 en een standaarddeviatie van 1. Voor de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie 104

3 is eveneens gekozen voor normaal verdeelde standaardscores, echter gebaseerd op gemiddelde van 100 en standaarddeviatie van 15. De reden voor de keuze voor normaal verdeelde standaardscores is gelegen in de voordelen hiervan. Vergeleken met rangordenormen als percentielen zijn normaal verdeelde standaardscores wetenschappelijk gezien bruikbaarder. Bij genormaliseerde standaardscores wordt, naar wordt verondersteld (zie Drenth & Sijtsma, 1990, p. 29 en 143), op intervalniveau gemeten, hetgeen rekenkundige procedures mogelijk maakt als het berekenen van gemiddelde en variantie. De empirische geldigheid van de veronderstelling van een interval meetniveau kan echter met de klassieke testtheorie niet worden bewezen. Drenth en Sijtsma stellen dat bij de interpretatie meestal niet strikt wordt uitgegaan van een intervalschaal; grote en kleine verschillen worden onderscheiden, maar niet alle verschillen tussen scores worden even serieus genomen. De interpretatie van normaal verdeelde standaardscores is wellicht iets lastiger dan die van rangordenormen, maar zal naar verwachting weinig problemen opleveren voor gebruikers die bekend zijn met de normale verdeling. De keuze van de schaalgrootte van de meetschaal is grotendeels arbitrair. Omdat de testonderdelen zelfstandig gebruikt worden is gekozen voor een gebruikelijke schaal; een schaal met een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15. Een dergelijke schaal wordt vaak gehanteerd bij intelligentietests en wordt ook wel IQ-schaal genoemd. Het scorebereik van de meeste testonderdelen past hier redelijk goed bij; een verschil van één punt in ruwe scores heeft niet een te groot verschil in standaardscores tot gevolg. Voor de gebruiker is het een voordeel dat deze meetschaal het vergelijken met het resultaat op een intelligentietest vergemakkelijkt. Ten behoeve van gebruikers die minder bekend zijn met genormaliseerde standaardscores zijn, om de interpretatie van deze standaardscores te vergemakkelijken, eveneens percentielen en leeftijdsequivalenten bij de testonderdelen ontwikkeld. Dit zijn echter rangordenormen, waaraan het bezwaar kleeft dat het meetniveau hiervan slechts ordinaal is en daarom slechts beperkte rekenkundige manipulaties toelaat (zie Drenth & Sijtsma, 1990, p. 85 e.v.). Daarbij komt dat de interpretatie van deze scores ook niet geheel zonder problemen is. Bij de verdeling in percentielen betekent het verschil van een procent aan de uiteinden van de verdeling een veel groter verschil in ruwe score-punten dan rond het midden van de verdeling. De leeftijdsequivalenten suggereren een heel strikt ontwikkelingsverloop dat in feite niet bestaat. Hierop wordt in Hoofdstuk 8 verder teruggekomen. In deze dissertatie zal verder alleen met genormaliseerde standaardscores worden gewerkt. 105

4 6.3 DE NORMERINGSPROCEDURE Startpunt bij het ontwikkelen van de normen zijn de ruwe scores. De gevolgde procedure voor het omzetten van ruwe scores in normaal verdeelde standaardscores bevat, kort beschreven, een drietal stappen die verder in deze paragraaf uitgebreider zullen worden behandeld en beargumenteerd. 1) Per leeftijdsgroep wordt eerst een voorlopige normering bepaald op de ruwe scores (zie 6.3.1: voorlopige standaardscores). 2) Met de zo ontstane voorlopige standaardscores als afhankelijke variabele en onafhankelijke variabelen gebaseerd op leeftijd en ruwe score, wordt vervolgens een multipele regressieanalyse uitgevoerd over alle leeftijdsgroepen samen (zie 6.3.2). Deze procedure levert een regressievergelijking op waarmee op basis van ruwe score en leeftijd de definitieve standaardscores kunnen worden berekend. 3) Op grond van de regressiecoëfficiënten wordt een normtabel opgesteld, waarbij wordt nagegaan of deze tabel aan de in genoemde eisen voldoet. Zonodig worden correcties aangebracht of wordt de procedure vanaf stap 2 herhaald. Met deze methode worden niet alleen voor de leeftijdsgroepen van de ijkingssteekproef (de empirische normgroepen ) standaardscores geschat, maar ook voor tussenliggende leeftijdsgroepen, door bij de bepaling van een omzettingscurve voor één normgroep gebruik te maken van de informatie van alle normgroepen. Verschillen tussen de voorlopige en de definitieve standaardscores worden hierbij opgevat als steekproeffluctuaties van de voorlopige standaardscores, gegeven dat de verkregen regressievergelijking optimaal is. De normering van de Lexilijst wijkt af van de hierboven geschetste procedure. In de eerste plaats zijn er uiteindelijk voor maar één leeftijd (21 maanden) normen in de handleiding opgenomen, hoewel wel over het gehele leeftijdsbereik is genormeerd. De reden van het niet opnemen van normen voor de leeftijdsgroepen van 15 en 27 maanden is niet zozeer een tegenvallende betrouwbaarheid als wel een tegenvallende validiteit. Vermoedelijk ten gevolge van een bodem-effect bij de groep en 15 maanden en van een plafond-effect bij de groep van 27 maanden waren namelijk de correlaties van de Lexilijst met de overige onderdelen van de STP naar het oordeel van de onderzoeksgroep aan de lage kant. Hoewel de normering over het hele leeftijdsbereik is uitgevoerd, waardoor interpolatie mogelijk is, zijn er geen normen ontwikkeld voor leeftijden, liggend tussen de leeftijd van 15 en 21 maanden of tussen de leeftijd van 21 en 27 maanden. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de vroege woordenschatontwikkeling nogal onregelmatig verloopt, waadoor het schatten van scores bij tussenliggende leeftijden door middel van interpolatie niet verantwoord werd geacht door de onderzoeksgroep. 106

5 Tenslotte dient te worden vermeld dat bij de Lexilijst niet direct de ruwe scores, maar een bewerking hiervan de basis van de normering zijn. Vanwege het grote aantal woorden (311) dat kan worden aangekruist, zijn er erg veel mogelijke ruwe score-resultaten. Om te voorkomen dat het hanteren van een dergelijke gedifferentieerde maat tot een schijnnauwkeurigheid leidt, is een scoreregel gehanteerd die de resultaten samenvat in 25 scorecategorieën (zie hiervoor Schlichting et al., 1995) De voorlopige standaardscores De voorlopige standaardscores worden bepaald op grond van de verdelingen van de ruwe scores. De verdelingen van de ruwe scores van de testonderdelen per leeftijdsgroep in het normeringsonderzoek worden weergegeven in de tabellen 6.1 tot en met 6.5. In paragraaf 6.4 is aangegeven voor welke leeftijdsbereiken is genormeerd bij de testonderdelen. Het gaat bij de testonderdelen Taalbegrip, Zinsontwikkeling, Woordontwikkeling en Auditief Geheugen om het leeftijdsbereik waar de betrouwbaarheid voldoende hoog is (zie 5.2.1). Tabel 6.1 Verdelingskenmerken van de ruwe scores van Taalbegrip Leeftijd M s Kurtosis Scheefheid N (1049) Uit de tabellen 6.1 tot en met 6.5 blijkt dat bij sommige leeftijdsgroepen kurtosis en scheefheid afwijken van die van een normale verdeling (waarbij kurtosis en 1 scheefheid beide de waarde nul hebben ). Bij Taalbegrip en Woordontwikkeling 1 In SPSS heeft de kurtosis van een normale verdeling de waarde nul, in afwijking van bijvoorbeeld de formule in Hays (1966, p.186) waarbij de kurtosis van een normale verdeling de waarde drie heeft. 107

6 blijkt de groep van 96 maanden een afwijkende verdeling te hebben. Zo wijkt bij Zinsontwikkeling de verdeling van de groep van 63 maanden af en bij Auditief Geheugen de leeftijdsgroep van 39 maanden. Deze afwijkingen kunnen als steekproeffluctuaties worden gezien. Tabel 6.2 Verdelingskenmerken van de ruwe scores van Zinsontwikkeling Leeftijd M s Kurtosis Scheefheid N(1042) 15* * niet in de normering opgenomen Tabel 6.3 Verdelingskenmerken van de ruwe scores van Woordontwikkeling Leeftijd M s Kurtosis Scheefheid N(1038)

7 Tabel 6.4 Verdelingskenmerken van de ruwe scores van Auditief Geheugen Leeftijd M s Kurtosis Scheefheid N(1027) 15* * * * * * * niet in de normering opgenomen Tabel 6.5 Verdelingskenmerken van de ruwe scores van de Lexilijst Leeftijd M s Kurtosis Scheefheid N (266) 15** ** ** niet in de normtabel opgenomen Daarnaast wijken de verdelingen van Woordontwikkeling en Auditief Geheugen vooral af bij de jongste leeftijdsgroepen; die van respectievelijk 15 en 21 maanden. Dat de verdelingen hier scheef zijn is te wijten aan een bodem-effect; er is slechts een klein aantal voorkomende ruwe scorecategorieën, daarbij komt dat de laagste ruwe score (0) relatief vaak voorkomt. Uit de kolommen met gemiddelden en testleeftijden blijkt verder het ontwikkelingskarakter van elk testonderdeel (zie ook paragraaf 5.2.2). De ruwe scores worden in de eerste stap van de normeringsprocedure getransformeerd naar normaal verdeelde standaardscores, dit zijn de voorlopige standaardscores. Voor deze transformatie wordt dikwijls gebruik gemaakt van een procedure zoals beschreven door bijvoorbeeld Lienert (1961, p ). Nadat bij elke ruwe score de cumulatieve proportie is berekend, worden de bij deze cumulatieve proporties behorende normaal verdeelde z-waarden bepaald. Deze z-waarden worden vervolgens lineair getransformeerd naar een schaal met het gewenste gemiddelde en de gewenste standaarddeviatie. Bij de RTB en de STP zijn dit een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van

8 Bij deze methode moeten ruwe scores worden opgevat als klassemiddens: de cumulatieve proportie van een ruwe score is in feite die van de klassegrens boven de ruwe score. Om nu de cumulatieve proportie van een ruwe score zelf te schatten moet een zogenaamde continuïteitscorrectie worden toegepast. Een eenvoudige manier om deze correctie toe te passen is het verminderen van de cumulatieve proportie van de bovenste klassegrens met de helft van de proportie van de ruwe score klasse. Een alternatieve continuïteitscorrectie gaat uit van de z-waarden van de klassegrenzen en berekent vervolgens hieruit de gemiddelde z-waarde van de betreffende klasse. Deze methode levert, vooral aan de uiteinden van de verdeling, waar de verdelingscurve steil is, een betere schatting op. Bij het berekenen van de voorlopige standaardscores zijn steeds beide transformatiemethodes gebruikt. Vervolgens werd het resultaat met de beste verdelingskenmerken (gemiddelde en standaarddeviatie zo dicht mogelijk bij de gewenste waarde) in eerste instantie als basis genomen voor het berekenen van de definitieve standaardscores. Bij alle testonderdelen bleken de resultaten van de alternatieve methode beter De definitieve standaardscores De tweede stap in de normeringsprocedure is het omzetten van voorlopige standaardscores in definitieve standaardscores. Hiertoe wordt over alle normgroepen samen een regressieanalyse uitgevoerd. De reden om dit over alle normgroepen samen te doen is gelegen in het feit dat, gezien de steekproefgrootte van de normgroepen, per normgroep nogal wat toevalsfluctuaties zijn te verwachten, vooral aan de uiteinden van het scorebereik. (Zie voor de discussie over de steekproefgrootte). Daarbij kan het zelfs voorkomen dat buiten het geobserveerde scoreniveau de omzettingscurves van ruwe- naar standaardscores van verschillende normgroepen elkaar snijden. In navolging van Laros en Tellegen (1991) en Schneider, Loots en Reuter (1990) en Neutel, Van der Meulen en Lutje Spelberg (1995) wordt dit probleem opgelost door bij de bepaling van een regressieformule voor één normgroep gebruik te maken van de informatie van alle normgroepen. De afhankelijke variabele bij de multipele regressieanalyse is de voorlopige standaardscore, in eerste instantie het resultaat van de transformatiemethode met de alternatieve continuïteitscorrectie, beschreven in De onafhankelijke variabelen zijn in eerste instantie de eerste, tweede, derde en vierde machten van ruwe score (X) en leeftijd (L) en interacties daartussen. De stapsgewijze regressieanalyse is uitgevoerd in SPSS/PC+, versie 5.1. Voor toelating of verwijdering van variabelen zijn de defaultwaarden gebruikt. Gestreefd werd naar een zo hoog mogelijke multipele correlatie, waarbij nog voldaan werd aan de in genoemde eisen. Daarbij werd 110

9 er tevens naar gestreefd een regressieformule te vinden waarbij binnen het geobserveerde scorebereik geen of slechts enkele correcties toegepast hoefden te worden. Wanneer de defaultmethode tot een resultaat leidde, waarbij niet aan deze eisen werd voldaan, werd een nieuwe regressievergelijking berekend, waarbij geforceerd derde dan wel vierde machten (van de variabele leeftijd) werden uitgeschakeld, of waarbij juist een vijfde macht in de regressieanalyse werd ingevoerd, of door combinaties van deze maatregelen Constructie van de normtabellen De definitieve standaardscores moeten voldoen aan twee eisen die Laros en Tellegen (1991, p.43) stellen, namelijk: 1) voor elke specifieke ruwe score moet gelden dat de definitieve standaardscore lager is naarmate de leeftijd hoger is en 2) per leeftijdsgroep moeten de definitieve standaardscores hoger zijn naarmate de ruwe score hoger is. Buiten het bereik van de aangetroffen ruwe scores wordt niet steeds voldaan aan deze eisen. Ook komen daar in sommige gevallen extreem hoge of lage standaardscores voor (kleiner dan 55 of hoger dan 145). Besloten is daarom in deze gevallen de normtabellen zodanig te construeren, dat: voor elke ruwe score: - standaardscores die toenemen bij toenemende leeftijd aan het begin van het scorebereik gelijk worden gesteld aan de maximumstandaardscore; - standaardscores die toenemen bij toenemende leeftijd aan het eind van het scorebereik gelijk worden gesteld aan de minimumstandaardscore; voor elke leeftijdsgroep: - standaardscores die afnemen bij toenemende ruwe score aan het begin van het scorebereik, gelijk worden gesteld aan de minimumstandaardscore; - standaardscores die afnemen bij toenemende ruwe score aan het eind van het scorebereik, gelijk worden gesteld aan de maximumstandaardscore. Voorts geldt dat: - standaardscores die lager zijn dan 55 de waarde 55 krijgen; - standaardscores die hoger zijn dan 145 de waarde 145 krijgen. Er is steeds gezocht naar regressieformules (zie 6.3.2) waarbij correcties als hierboven omschreven binnen het geobserveerde scorebereik niet of minimaal behoefden te worden toegepast. 111

10 De normtabellen zijn zodanig samengesteld, dat binnen het leeftijdsbereik van de testonderdelen standaardscores bij de ruwe scores worden gegeven per maand. Voor het opzoeken in de tabel wordt de leeftijd in jaren en volledige maanden uitgedrukt. Behalve standaardscores worden er in de normtabellen 90% betrouwbaarheidsintervallen rond de standaardscores gegeven. De betrouwbaarheidsintervallen zijn berekend volgens de in Drenth en Sijtsma (1990) gegeven methode. De betrouwbaarheidsintervallen worden berekend rond de ware score, die als volgt wordt geschat: T ^ - = r X + (1 - r ) X xxn xxn Hierbij is Tde ^ ware score, r xxn de betrouwbaarheid bij de leeftijdsgroep, X de - geobserveerde standaardscore en X de gemiddelde geobserveerde standaardscore van de leeftijdsgroep. De betrouwbaarheden bij de tussen de empirische normgroepen liggende leeftijden zijn geschat door interpolatie van de betrouwbaarheden bij de omringende normgroepen. Het 90% betrouwbaarheidsinterval ligt tussen de volgende punten: T ^ S(T ^ - T) en T ^ S(T ^ - T). Hierbij is S(T ^ - T) de standaardschattingsfout. De standaardschattingsfout wordt als volgt berekend: S(T ^ - T) = S x%[ r xxn (1 - r xxn )] Hierbij is S de standaarddeviatie van de standaardscores. X In de handleidingen van de RTB en de STP zijn de betrouwbaarheidsintervallen geschat door voor de betrouwbaarheid coëfficiënt alpha te nemen. In feite zou het beter zijn geweest hiervoor gebruik te maken van lambda-2 (zie 5.1.1). Door lambda-2 te gebruiken in plaats van alpha zullen de betrouwbaarheidsintervallen gelijk blijven of kleiner worden. In hoeverre wijken 90% betrouwbaarheidsintervallen bepaald met lambda-2 af van de betrouwbaarheidsintervallen die in de handleidingen zijn gegeven? Een rekenvoorbeeld: Een lambda-2 van.91 levert in vergelijking met een op dezelfde data berekende alpha van.88, een betrouwbaarheidsinterval met een breedte van 14 scorepunten op, in plaats van een breedte van 16. Naarmate de betrouwbaarheid hoger is zal een verschil in betrouwbaarheid meer invloed hebben op de grootte van het betrouwbaarheidsinterval. Verder is het zo dat bij lambda-2 de waarde van T^ verschuift in de richting van de over alle leeftijden gemiddelde standaardscore. 112

11 In de praktijk zal het gebruik van op alpha gebaseerde intervallen tot conservatievere schattingen leiden dan het gebruik van op lambda-2 gebaseerde intervallen. 6.4 RESULTATEN De verdelingen van de ruwe scores zijn in tabel 6.1 tot en met 6.5 weergegeven. Omdat de standaardscores de vorm van IQ-scores hebben, wordt in de naamgeving hiervan ook de term quotiënt gebruikt; Taalbegripsquotiënt (TBQ), Zinsontwikkelingsquotiënt (ZQ), Woordontwikkelingsquotiënt (WQ), Auditief Geheugenquotiënt (AGQ) en Lexilijstquotiënt (LQ). De regressieformules van de testonderdelen zijn de volgende: Taalbegrip: TBQ = a + b1x + b2x + b3x + b4x + b5l + b6l + b7l + b8xl + b9x L Zinsontwikkeling: ZQ = a + b1x + b2x + b3x + b4x + b5l + b6l + b7l + b8xl + b9x L Woordontwikkeling: WQ = a + b1x + b2x + b3x + b4l + b5l + b6xl + b7x L + b8x L + b9x L Auditief Geheugen: AGQ = a + b1x + b2x + b3x + b4x + b5l + b6l + b7xl + b8xl + b9x L Lexilijst: LQ = a + b1x + b2x + b3x + b4l + b5x L Hierin zijn, per testonderdeel: X de ruwe score, L de leeftijd, a een constante en b 1 tot en met b de regressiecoëfficiënten bij de aangegeven termen. 9 De mate waarin de normeringsresultaten geslaagd kunnen worden genoemd valt af te leiden uit Tabel 6.6 en uit de Figuren 6.1 tot en met 6.4. Uit Tabel 6.6 blijkt dat de gemiddelde scores bij de definitieve standaardscores zeer dicht bij het gewenste gemiddelde van 100 liggen. De standaarddeviaties liggen ook dicht bij de gewenste waarde van 15. De multipele correlaties van de definitieve standaardscores met de voorlopige standaardscores zijn voldoende hoog. 113

12 Figuur 6.1 Taalbegrip. Voorlopige en definitieve standaardscores per leeftijdsgroep als een functie van de ruwe score. Legenda: zie figuur 6.2. Figuur 6.2 Zinsontwikkeling. Voorlopige en definitieve standaardscores per leeftijdsgroep als een functie van de ruwe score. 114

13 Figuur 6.3 Woordontwikkeling. Voorlopige en definitieve standaardscores per leeftijdsgroep als functie van de ruwe score. Legenda: zie Figuur 6.4 Figuur 6.4 Auditief Geheugen. Voorlopige en definitieve standaardscores per leeftijds groep als functie van de ruwe score. 115

14 Tabel 6.6 Definitieve standaardscores; verdelingskenmerken en multipele correlatie met de voorlopige standaardscores. Standaard aantal Score gemiddelde s.d. correlatie N normgroepen TBQ ZQ WQ AGQ LQ In de Figuren 6.1 tot en met 6.4 worden van Taalbegrip, Zinsontwikkeling, Woordenschat en Auditief geheugen de voorlopige en definitieve standaardscores als een functie van de ruwe score gepresenteerd. Een vergelijkbare grafiek van de Lexilijst wordt niet gegeven omdat er uiteindelijk maar voor één leeftijdsgroep normen zijn gegeven. Uit de afbeeldingen valt het volgende af te leiden. Vooral aan de uiteinden van de verdeling van de voorlopige standaardscores valt een wat grillig verloop te zien. Ook komt het voor dat de curves van verschillende normleeftijdsgroepen elkaar raken. Voor deze fluctuaties wordt gecorrigeerd door de omzetting naar de definitieve, met behulp van de regressieformules geschatte, standaardscores. Het bleek bij alle testonderdelen mogelijk, zo nodig met behulp van de in beschreven correctiemaatregelen, een omzettingsformule te vinden die aan de in gestelde eisen voldoet. Bij het onderdeel Auditief geheugen bleek het niet mogelijk een omzettingscurve te genereren over het leeftijdsbereik tot 75 maanden. In combinatie met de tegenvallende betrouwbaarheid bij de leeftijdsgroepen vanaf 63 maanden en het stagnerende ontwikkelingsverloop vanaf die leeftijd is besloten voor de leeftijdsgroepen vanaf 63 maanden niet te normeren. 6.5 DE WENSELIJKHEID VAN NEDERLANDSE NORMEN In Hoofdstuk 1 is reeds aangegeven dat het werken met Engelse normen bij het gebruik van de vertaalde RDLS bij Nederlandssprekende kinderen een ongewenste situatie is. Het is geenszins zeker dat Nederlandse kinderen op de Nederlandse versie van de RDLS een resultaat behalen dat vergelijkbaar is met dat van Engelse kinderen op de Engelstalige versie. Hierbij kunnen zowel cultuurverschillen een rol spelen als het feit dat de vertaling van het instrument een effect heeft gehad op de moeilijkheid ervan. Omdat de RTB ten dele vergelijkbaar is met de oorspronkelijke RDLS kunnen achteraf, na het normeringsonderzoek, worden onderzocht in hoeverre de nieuwe 118

15 Nederlandse normen andere resultaten geven. Ook kan worden onderzocht in hoeverre de normen die zijn ontwikkeld in het kader van de in Hoofdstuk 3 genoemde bewerking van de RDLS voor Vlaanderen; de Reynell Taalontwikkelingsschalen (RTOS; Schaerlaekens, Zink & Ommeslaeghe, 1993) bruikbaar zijn in de Nederlandse situatie. De vergelijkbaarheid van de scores op de genoemde instrumenten is onderzocht door Lutje Spelberg en Van Hall (1998). Zij pasten de normen van de RDLS en de RTOS toe op de data van het RTB normeringsonderzoek. Hierbij werden ruwe scores op de RDLS en de RTOS gesimuleerd door door respectievelijk de scores op met deze tests overeenkomende items te sommeren. De verkregen standaardscores op de verschillende instrumenten werden onderling vergelijkbaar gemaakt door lineaire transformatie. Allereerst werden standaardscores op het niveau van leeftijdsgroepen met elkaar vergeleken. Bij zes van de elf leeftijdsgroepen bij de combinatie RTB-RDLS werden significante verschillen gevonden. Deze verschillen waren over het algemeen echter niet groot, behalve bij de leeftijdsgroep van 15 maanden. Voor wat betreft de combinatie RTB-RTOS werden er significante verschillen gevonden bij alle zes de leeftijdsgroepen waarin voor voldoende proefpersoen RTOS-normen konden worden berekend. Op grond van deze resultaten werd geconcludeerd dat de RTOS-normen niet toepasbaar zijn op de RTB. Voor wat betreft de vergelijkbaarheid van de RDLS en de RTB zijn ook nog de verschillen op individueel niveau onderzocht. Ook wanneer verschillen tussen leeftijdsgroepen klein zijn kunnen er grote verschillen per proefpersoon bestaan tussen de resultaten op de beide instrumenten. Dit resultaat werd inderdaad gevonden: vooral bij de leeftijdsgroepen vanaf 57 maanden waren de individuele verschillen aanzienlijk. Hierom werd geconcludeerd dat ook de RDLS-normen niet toepasbaar zijn op de RTB. Omdat de RTB een beter gestandaardiseerd instrument is concluderen Lutje Spelberg en Van Hall dat aan het gebruik van de RTB de voorkeur moet worden gegeven boven dat van de RDLS. 6.6 BESLUIT In dit hoofdstuk is de procedure beschreven die is gehanteerd bij het ontwikkelen van de normtabellen bij de RTB en de STP. De gevolgde normeringsprocedure bestaat uit de volgende stappen: 1) op grond van de ruwe scores wordt per leeftijdsgroep een voorlopige normering bepaald; 2) over deze voorlopige normering wordt een multipele regressieanalyse uitgevoerd met leeftijd en ruwe score als onafhankelijke variabelen; 3) tenslotte worden de normtabellen opgesteld op basis van de via stap 2 gevonden regressievergelijking. Bij de omzetting in stap 1 van ruwe scores naar genormaliseerde standaardscores is gebruik gemaakt van een algemeen gehanteerde methode van Lienert, 119

16 waarbij echter een afwijkende continuïteitscorrectie is toegepast, daar deze een betere schatting bleek op te leveren. Bij de omzetting in stap 2 zijn regressieformules opgesteld waarbij voor elke ruwe score geldt dat de normscores hoger zijn wanneer de leeftijd lager is en waarbij voor elke leeftijdsgroep geldt dat de normscores hoger zijn wanneer de leeftijd hoger is. Het bleek bij alle testonderdelen mogelijk een omzettingsformule te vinden die zo veel mogelijk aan de gestelde eisen voldoet. Bij Auditief Geheugen bleek het echter nodig, ook op grond van betrouwbaarheidsresultaten, het leeftijdsbereik te beperken. De genormaliseerde standaardscores hebben de vorm van een IQ-schaal; zij hebben een gemiddelde van 100 en een standaarddeviatie van 15. Voor de gebruiker heeft deze schaal als voordeel dat het vergelijken van de testresultaten met resultaten op een intelligentietest wordt vergemakkelijkt. Behalve de genormaliseerde standaardscores worden ook percentielen en leeftijdsequivalenten gegeven ten behoeve van de gebruikers. Deze rangordenormen kunnen echter tot interpretatieproblemen leiden, hetgeen in Hoofdstuk 8 wordt besproken. Genormaliseerde standaardscores zijn ontwikkeld op het niveau van de verschillende testonderdelen. Het ontwikkelen van genormaliseerde schaalscores voor taalbegrip, taalproductie of zelfs taalontwikkeling werd behalve onnodig (door de voldoende hoge betrouwbaarheid van de aparte testonderdelen), ook onwenselijk geacht. De gebruiker heeft met de scores op de verschillende testonderelen gedifferentieerde informatie voorhanden, zodat ook geïsoleerde taalproblemen kunnen worden erkend en behandeld. 120

Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING

Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING Hoofdstuk 5 BETROUWBAARHEID EN ITEMANALYSE 5.1 INLEIDING In het vorige hoofdstuk is de ontwikkeling van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie aan de orde geweest. In

Nadere informatie

Schlichting test voor Taalbegrip

Schlichting test voor Taalbegrip Schlichting test voor Taalbegrip Toelichting bij de COTAN-beoordeling van september 2010 In september 2010 hebben wij de COTAN-beoordeling met betrekking tot de Schlichting Test voor Taalbegrip ontvangen.

Nadere informatie

METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor

METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor METEN VAN TAALBEGRIP EN TAALPRODUCTIE Constructie, normering en validering van de Reynell Test voor Taalbegrip en de Schlichting Test voor Taalproductie ISBN 90-71000-74-5 NUGI 725 / 716 Trefw.: taalontwikkeling;

Nadere informatie

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores

INhOud Voorwoord Inleiding Vooronderzoek en constructieonderzoek Beschrijving van de SON-R 6-40 Normering van de testscores Inhoud Voorwoord 9 1 Inleiding 13 1.1 Kenmerken van de SON-R 6-40 13 1.2 Geschiedenis van de SON-tests 14 1.3 Aanleiding voor de revisie van de SON-R 5V-17 17 1.4 De onderzoeksfasen 18 1.5 Indeling van

Nadere informatie

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items

1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items 1. Gegeven zijn de itemsores van 8 personen op een test van 3 items item Persoon 1 2 3 1 1 0 0 2 1 1 0 3 1 0 0 4 0 1 1 5 1 0 1 6 1 1 1 7 0 0 0 8 1 1 0 Er geldt: (a) de p-waarden van item 1 en item 2 zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING

Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING Hoofdstuk 8 DISCUSSIE 8.1 INLEIDING De doelstelling van het in deze dissertatie beschreven onderzoek was de constructie, normering en validering van een instrument voor het meten van taalbegrip en taalproductie

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd/ hals Overig, ongespecificeerd. Communicatie, Mentale functies Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nederlandstalige NonSpeech test (NNST) 4 november 2011 Review: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen

Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden. Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Bepaling van het taalbegrip bij kinderen tot en met 25 maanden Liesbeth Schlichting Rijksuniversiteit Groningen Taalstoornissen Primair: specifieke taalontwikkelingsstoornissen (SLI) Secondair: niet-specifiek

Nadere informatie

Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology

Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology Van de Schoot, et al. (2013) A black bear story. European Journal of Developmental Psychology Weet u het nog? Stel, Julia behaalt een (T)IQ-score van 97 met betrouwbaarheidsinterval 90-104. Hoe zou u dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING

Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING Hoofdstuk 1 INTRODUCTIE EN DOELSTELLING 1.1 INLEIDING Deze dissertatie betreft instrumenteel nomologisch onderzoek: onderzoek dat is uitgevoerd ten behoeve van de constructie, validering en normering van

Nadere informatie

ACT Algemene Intelligentie

ACT Algemene Intelligentie Rapport Datum ACT Algemene Intelligentie Voor u ligt het rapport van de ACT Algemene Intelligentie. Door middel van subtests zijn uw cognitieve capaciteiten gemeten. Allereerst wordt uw totaalscore weergegeven.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen 5.1 Gemiddelde, variantie, standaardafwijking: De variantie is als het ware de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van het gemiddelde. Hoe groter de variantie

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST

TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST TECHNISCHE HANDLEIDING IQ TEST 12 December 2011 INHOUDSOPGAVE TESTOVERZICHT Meetpretentie Theoretische achtergrond Kenmerken Samenstelling Toepassingsgebied Voorbeelditems TESTKENMERKEN Vraag die voor

Nadere informatie

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect

10 VeROudeRINg VAN de TeSTNORMeN 10.1 AANWIJzINgeN VOOR een MINdeR STeRk flynn-effect 10 VEROUDERING VAN DE TESTNORMEN Een belangrijk, en voor de diagnostiek uitermate lastig probleem, is de veroudering van testnormen. De prestatie op intelligentietests van personen van dezelfde leeftijd

Nadere informatie

Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163

Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163 Scoreformulier, normtabellen en computerprogramma 163 programma te gebruiken. Met het programma wordt de berekening van de genormeerde totaalscore, de referentieleeftijd, en de betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid,

Nadere informatie

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K.

Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K. Antwoorden bij Testtheorie. Inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen, door P. J. D. Drenth en K. Sijtsma Opmerking vooraf: Enkele docenten hebben ons laten weten dat zij

Nadere informatie

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap

Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool. Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Onderzoeksverslag Tweetalige Lexiconlijsten op de Voorschool Dr. Karijn Helsloot Stichting Studio Taalwetenschap Samenvatting De Lexiconlijst is een nuttig instrument voor de voorschool, zo blijkt uit

Nadere informatie

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F

SAMENVATTING HET ONDERZOEK. Ankeronderzoek Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F SAMENVATTING De testen uit Muiswerk Testsuite 7 Nederlands 1F-2F-3F-4F zijn genormeerd met behulp van de ankertesten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Een groot aantal leerlingen

Nadere informatie

De SON-R 6-40: stand van zaken

De SON-R 6-40: stand van zaken De SON-R 6-40: stand van zaken Peter Tellegen & Jacob A. Laros Rijksuniversiteit Groningen & University of Brasilia vierde versie, 26 mei 2011 Op 1 september 2011 zal de nieuwe versie van de SON-test voor

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. Uitgebreide toelichting van het meetinstrument De Klepel 0 september 2011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 6 mei 2010 1 1 Introductie De Energiekamer

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING

Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING Hoofdstuk 4 BESCHRIJVING VAN DE INSTRUMENTEN 4.1 INLEIDING In Hoofdstuk 1 zijn de belangrijkste redenen genoemd voor de keuze om deels de RDLS te gaan bewerken en normeren en deels nieuw instrumentarium

Nadere informatie

Toelichting bij applicatie "betekenis geven aan cijfers"

Toelichting bij applicatie betekenis geven aan cijfers Toelichting bij applicatie "betekenis geven aan cijfers" De toelichting op deze applicatie bestaat uit twee onderdelen: een praktische handleiding voor het gebruik van de applicatie; uitleg over de informatie

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

Heeft vroeg vreemde-talenonderwijs een negatief effect op de Nederlandse taalontwikkeling van kinderen?

Heeft vroeg vreemde-talenonderwijs een negatief effect op de Nederlandse taalontwikkeling van kinderen? Heeft vroeg vreemde-talenonderwijs een negatief effect op de Nederlandse taalontwikkeling van kinderen? Sieneke Goorhuis-Brouwer en Kees de Bot Een toenemend aantal basisscholen in Nederland begint met

Nadere informatie

Vragen oefententamen Psychometrie

Vragen oefententamen Psychometrie Vragen oefententamen Psychometrie 1. Hoe wordt betrouwbaarheid in de klassieke testtheorie gedefinieerd? a) De variantie van de error scores gedeeld door die van de geobserveerde scores. b) De variantie

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

Bayley III-NL Motoriekschaal

Bayley III-NL Motoriekschaal White paper Bayley III-NL Motoriekschaal Algemene introductie op de Bayley-III-NL Motoriekschaal, vergelijking met de vorige versie, de BSID-II-NL Motorische Schaal White paper 1 www.pearsonclinical.nl

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

W. Magez A. Bos M. Tierens. CoVaT CHC Basisversie als cognitieve ontwikkelingsschaal

W. Magez A. Bos M. Tierens. CoVaT CHC Basisversie als cognitieve ontwikkelingsschaal W. Magez A. Bos M. Tierens CoVaT CHC Basisversie als cognitieve ontwikkelingsschaal COVAT CHC BASISVERSIE ALS COGNITIEVE ONTWIKKELINGSSCHAAL W. Magez, A. Bos en M. Tierens (2016) Inleiding Intelligentie

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

Meertalige kleuters met en zonder TOS

Meertalige kleuters met en zonder TOS Meertalige kleuters met en zonder TOS AUTEURS LIESBETH SCHLICHTING Orthopedagoog, onafhankelijk onderzoeker Het maatschappelijk leven in Nederland richt zich steeds meer op meertalige groepen. Dat geldt

Nadere informatie

b) Het spreidingsdiagram ziet er als volgt uit (de getrokken lijn is de later uit te rekenen lineaire regressie-lijn): hoogte

b) Het spreidingsdiagram ziet er als volgt uit (de getrokken lijn is de later uit te rekenen lineaire regressie-lijn): hoogte Classroom Exercises GEO2-4208 Opgave 7.1 a) Regressie-analyse dicteert hier geen stricte regels voor. Wanneer we echter naar causaliteit kijken (wat wordt door wat bepaald), dan is het duidelijk dat hoogte

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel

Nadere informatie

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Liesje Lot ID Datum Informantenversie

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Liesje Lot ID Datum Informantenversie CSBI Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-38 Datum 24.06.2016 Informantenversie Informant: Elisabeth Moeder CSBI Inleiding 2 / 7 INLEIDING De CSBI is een seksuele gedragsvragenlijst.

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17

Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17 5 Inhoud VOORWOORD 11 INLEIDING 13 DEEL 1 HANDLEIDING 15 1 OPBOUW HANDLEIDING 17 2 MEETPRETENTIE 18 2.1 Herkomst opvoedingsinzet 18 2.2 Herkomst opvoedingsbeleving 20 2.3 Herkomst attributies van opvoedingsmoeilijkheden

Nadere informatie

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur

Kengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

College 2 Enkelvoudige Lineaire Regressie

College 2 Enkelvoudige Lineaire Regressie College Enkelvoudige Lineaire Regressie - Leary: Hoofdstuk 7 tot p. 170 (Advanced Correlational Strategies) - MM&C: Hoofdstuk 10 (Inference for Regression) - Aanvullende tekst 3 Jolien Pas ECO 011-01 Correlatie:

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs

De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs 1 De ontwikkeling van de Nederlandse taalvaardigheid van kleuters met vroeg vreemde-taal onderwijs Sieneke Goorhuis-Brouwer, KNO, UMCG, Groningen Kees de Bot, Toegepaste Taalwetenschap RUG, Groningen April

Nadere informatie

WISC-V-NL Wechsler Intelligence Scale for Children - Fifth Edition - Nederlandstalige bewerking Score Rapport

WISC-V-NL Wechsler Intelligence Scale for Children - Fifth Edition - Nederlandstalige bewerking Score Rapport WISC-V-NL Wechsler Intelligence Scale for Children - Fifth Edition - Nederlandstalige bewerking Rapport Cliëntnaam kato x Datum van het Rapport 15-09-2018 Cliënt ID Geboortedatum 01-02-2010 Moedertaal

Nadere informatie

Dag van intelligentie. Selma Ruiter De Waarde van het IQ

Dag van intelligentie. Selma Ruiter De Waarde van het IQ Dag van intelligentie 2018 Selma Ruiter De Waarde van het IQ De waarde van het IQ Is het IQ een goede maat voor leervermogen? De waarde van het IQ Inhoud Praktische waarde, wat kunnen we met de uitslag

Nadere informatie

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

CSBI. Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum CSBI Vragenlijst over seksueel gedrag bij jonge kinderen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Jeroen Vader INLEIDING CSBI 2/8 Inleiding De CSBI is een seksuele gedragsvragenlijst.

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum Executieve functies

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum Executieve functies IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 27.09.2018 Executieve functies Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/6 Inleiding De intelligentie-

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

Verhouding PM10-FDMS / PM10-ruwe data

Verhouding PM10-FDMS / PM10-ruwe data Verhouding PM10-FDMS / PM10-ruwe data De verhouding tussen de resultaten voor PM10-FDMS en PM10-ruwe data wordt op drie verschillende manieren bepaald: - helling van de rechte door de oorsprong, berekend

Nadere informatie

Schalen, normen en cijfers

Schalen, normen en cijfers 13 Schalen, normen en cijfers Een toets hoort te worden afgesloten met een heldere en duidelijke presentatie van het toetsresultaat, die de ruimte voor misverstanden tot een minimum beperkt. In het voorliggende

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen 8.1 Non-parametrische toetsen: deze toetsen zijn toetsen waarbij de aannamen van normaliteit en intervalniveau niet nodig zijn. De aannamen zijn

Nadere informatie

Normen en waarderingen bij toetsen van Taal actief 3

Normen en waarderingen bij toetsen van Taal actief 3 Normen en waarderingen bij toetsen van Taal actief 3 door Geert Peeters Inleiding Taal actief geeft duidelijke normen aan bij de beoordeling van de toetsresultaten voor taal en spelling, maar die beoordelingen

Nadere informatie

Dag van intelligentie

Dag van intelligentie Dag van intelligentie De klinische interpretatie van intelligentietests; Hoe statistiek leuk kan worden 2018 Marc Hendriks Rens van de Schoot Kimberley Lek 1 www.rensvandeschoot.com/p-values/ 2 5 Ga naar

Nadere informatie

beoordelingskader zorgvraagzwaarte

beoordelingskader zorgvraagzwaarte 1 beoordelingskader zorgvraagzwaarte In dit document geven we een beoordelingskader voor de beoordeling van de zorgvraagzwaarte-indicator. Dit beoordelingskader is gebaseerd op de resultaten van de besprekingen

Nadere informatie

9 Het beoordelen van toetsscores. 9 Het beoordelen van toetsscores

9 Het beoordelen van toetsscores. 9 Het beoordelen van toetsscores 9 Het beoordelen van toetsscores 9 Het beoordelen van toetsscores 9 Het beoordelen van toetsscores Piet Sanders en Huub Verstralen Voor het antwoord op een vraag of de uitvoering van een opdracht ontvangen

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Een- Minuut-Test (EMT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Een- Minuut-Test (EMT) 17 oktober 011 Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review : M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregi o Aandoening

Nadere informatie

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses Vandaag Onderzoeksmethoden: Statistiek 3 Peter de Waal (gebaseerd op slides Peter de Waal, Marjan van den Akker) Departement Informatica Beta-faculteit, Universiteit Utrecht Recap Centrale limietstelling

Nadere informatie

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten Hoofdstuk 8 Betrouwbaarheidsintervallen In het vorige hoofdstuk lieten we zien hoe het mogelijk is om over een ongekende karakteristiek van een populatie hypothesen te formuleren. Een andere manier van

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk 7

Oplossingen hoofdstuk 7 Oplossingen hoofdstuk 7 1. X is normaal verdeeld met µ=5 en =2. Tussen welke grenzen liggen P Z z 0, 3 z 0, 52 P Z z 0, 7 z 0,52. a) 30, 70 De ondergrens is x30 5z30 2 50,52 2 3,96 De bovengrens isx 70

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen

Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen Hoofdstuk 8: Multipele regressie Vragen 1. Wat is het verschil tussen de pearson correlatie en de multipele correlatie R? 2. Voor twee modellen berekenen we de adjusted R2 : Model 1 heeft een adjusted

Nadere informatie

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen College Inspecteren van Data: Verdelingen Inleiding M&T 01 013 Hemmo Smit Overzicht van deze cursus 1. Grondprincipes van de wetenschap. Observeren en meten 3. Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek.

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef Oplossingen hoofdstuk 3 1. Het milieubesef Eerst het hercoderen van item 3 en 5, via het commando Transform, Recode into different variables, nadien verschijnt het dialoogvenster Recode into Different

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Regressie

Hoofdstuk 10: Regressie Hoofdstuk 10: Regressie Inleiding In dit deel zal uitgelegd worden hoe we statistische berekeningen kunnen maken als sprake is van één kwantitatieve responsvariabele en één kwantitatieve verklarende variabele.

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Dus volgende week Geen college en werkgroepen Maar Oefententamen on-line (BB) Data invoeren voor

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 255-858 Datum 19.10.2018 Intelligentie Testleider: Piet van der Jagt INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/7 Inleiding De intelligentie-

Nadere informatie

SPSS. Statistiek : SPSS

SPSS. Statistiek : SPSS SPSS - hoofdstuk 1 : 1.4. fase 4 : verrichten van metingen en / of verzamelen van gegevens Gegevens gevonden bij een onderzoek worden systematisch weergegeven in een datamatrix bij SPSS De datamatrix Gebruik

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) 1 Algemene gegevens Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) Maart 2017 Review: 1. Sonja Bauhoff 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Lichaamsregio Aandoening

Nadere informatie

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector

Predictieve validiteit van Cebirtests. Studie 1: criteriumvaliditeit in de bewakingsector Predictieve validiteit van Cebirtests Inleiding Het bepalen van de predictieve validiteit van een test is in het selectiegebeuren van uitzonderlijk belang. Spijtig genoeg zijn de gelegenheden daartoe uitermate

Nadere informatie

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Hoofd / hals Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument ComVoor Voorlopers in communicatie 31 oktober 2011 Review M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende

Nadere informatie

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren

Hoofdstuk 18. Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Hoofdstuk 18 Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren Analyse van verbanden Analyse van verbanden: bij de analyse van verbanden stel je vast of er een stabiel verband bestaat tussen twee

Nadere informatie

Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris

Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris POK Memorandum 2009-1 Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris Cito

Nadere informatie

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op:

De correlatie kan opgevraagd worden via Analyze Correlate Bivariate en vervolgens maken we een keuze voor de variabelen. Dit levert als output op: Opdrachten en vragen hoofdstuk X 1. Voer de gegevens van figuur 9.1 en 9.2 in SPSS en controleer de correlaties zoals die aangegeven werden. Maak tevens een scatterplot. Tabel 9.1. Lineaire transformatie

Nadere informatie

De CELF-4-NL: een opvolger voor de TvK?

De CELF-4-NL: een opvolger voor de TvK? Marleen D hondt, Annemie Desoete, Mark Schittekatte, Willem Kort, Elzeloes Compaan, Fabienne Neyt, Melisa Polfliet & Sandra Surdiacourt 1 De CELF-4-NL: een opvolger voor de TvK? Sinds eind november is

Nadere informatie

KWALITEITSCENTRUM. DIAGNOSTIEK vzw. Bayley-III-NL. Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen

KWALITEITSCENTRUM. DIAGNOSTIEK vzw. Bayley-III-NL. Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen KWALITEITSCENTRUM DIAGNOSTIEK vzw Bayley-III-NL Aandachtspunten voor een verantwoord gebruik in Vlaanderen Verantwoordelijke uitgever Kwaliteitscentrum voor Diagnostiek vzw Henegouwenkaai 29, bus 12 1080

Nadere informatie

De SVT s en de vaardigheidsscore

De SVT s en de vaardigheidsscore WHITEPAPER De SVT s en de Johan Schokker, Barbara van der Valk en Teije de Vos De Schoolvaardigheidstoetsen (SVT s) zijn bedoeld om, onafhankelijk van de didactische onderwijsmethode die de school gebruikt,

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen voor kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 27.09.2018 IQ screening Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/5 Inleiding De intelligentie- en ontwikkelingsschalen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum

IDS-2. Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren. HTS Report. Jeroen De Vries ID Datum IDS-2 Intelligentie- en ontwikkelingsschalen kinderen en jongeren HTS Report ID 256-867 Datum 24.10.2018 Ontwikkelingsfuncties 5- tot 10-jarigen Testleider: - INLEIDING IDS-2 - scorehulp 2/8 Inleiding

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling Monte Carlo simulatie In MW\Pharm versie 3.30 is een Monte Carlo simulatie-module toegevoegd. Met behulp van deze Monte Carlo procedure kan onder meer de betrouwbaarheid van de berekeningen van KinPop

Nadere informatie

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition

Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Een kijk op het oog (update 2012) DTVP-2 1 Developmental Test of Visual Perception (DTVP-2) 2 th Edition Omschrijving van de test Doel Doelgroep auteurs: D.D. Hammil, N.A. Pearson, & J.K. Voress uitgever:

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 VALIDITEIT 7.1 INLEIDING

Hoofdstuk 7 VALIDITEIT 7.1 INLEIDING Hoofdstuk 7 VALIDITEIT 7.1 INLEIDING Het begrip validiteit wordt door Drenth en Sijtsma (1990) omschreven als de mate waarin een test aan zijn doel beantwoordt. Hiermee willen zij aangeven dat validiteit

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Voorbeeld regressie-analyse

Voorbeeld regressie-analyse Voorbeeld regressie-analyse In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van het SPSS data-bestand vb_regr.sav (dit bestand kan gedownload worden via de on-line helpdesk). We schatten een model waarin de afhankelijke

Nadere informatie