Concept van de vergadering van de deelnemersraad en het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw op 3 juni 2014 te Rijswijk

Transcriptie

1 Concept NOTULEN van de vergadering van de deelnemersraad en het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw op te Rijswijk Aanwezig: Deelnemersraad W.A.B. Boogaart secretaris J. Drost lid G. van Eck lid M. Hulsebos lid J. Klein voorzitter J. Lanser lid A.J.C. Oosterbaan lid B. Veltman lid C. Zuidweg lid Bestuur A. v.d. Brink werknemersbestuurslid J.G. Crombeen werknemersvoorzitter, fungerend voorzitter H. de Jong werkgeversbestuurslid J. Kroeze werknemersbestuurslid Stichting Fondsenbeheer Waterbouw B. Keddeman algemeen directeur SFW J. van Doorn directeur SFW A. Vijverberg notuliste Afwezig met: kennisgeving H. Kamps werkgeversbestuurslid H. Stamkot lid deelnemersraad Opening De heer Crombeen treedt in deze vergadering op als fungerend voorzitter. Waar verder in deze notulen gesproken wordt van de voorzitter wordt bedoeld de fungerend voorzitter. De voorzitter heet de aanwezigen welkom. Het is de laatste keer dat de vergadering onder deze noemer bijeen is. De volgende keer komt deze vergadering bij elkaar onder de naam verantwoordingsorgaan en zijn er wellicht nieuwe leden. De huidige stand van zaken is dat er voor vertegenwoordigers van de actieve leden verkiezingen worden georganiseerd. Zes kandidaten hebben zich gemeld voor vier verkiesbare plaatsen. Bij afvaardiging van de gepensioneerden zijn er nog twee vacatures. 1

2 2. Conceptnotulen vergadering d.d.10 april 2014 Tekstueel: Pag. 1, punt 1, 1 e zin. De heer Crombreen moet zijn De heer Crombeen. Pag. 4, bovenste alinea. De zin Gezegd wordt dat.. visitatiecommissie, vermogensbeheerkosten. vervangen door de zin Gezegd wordt dat het fonds al langer te maken heeft met een toename van de kosten in verband met de verdergaande governance. Pag. 7, 2 e alinea. De eerste drie woorden van de zin Met betrekking tot de communicatie. onderzoeksresultaten. vervangen door Naar aanleiding van een vraag over de communicatie onderzoeksresultaten. De zin Half april. de deur uit. staat in een nieuwe alinea. Naar aanleiding van: Pag. 1, laatste alinea. De voorzitter vraagt naar het beroep in de zaak Van de Wetering. De heer Van Doorn geeft aan dat er inmiddels beroep is aangetekend door de heren Van de Wetering en Cornelis. De zaak ligt momenteel stil omdat er geen griffierecht is betaald. Pag. 5, tweede blok, laatste zin. De voorzitter van de deelnemersraad vraagt of het juist is dat het nieuwe verantwoordingsorgaan de benoeming van de heer Kroeze per 1 juli 2014 moet bevestigen. De voorzitter geeft aan dat dit juist is. Officieel moeten de gepensioneerden in het verantwoordingsorgaan de kandidaat van de gepensioneerden voordragen bij het bestuur. Pag. 5, laatste alinea. De voorzitter van de deelnemersraad vraagt naar de eventueel mogelijke uitbreiding van de wettelijke bevoegdheden van het nieuwe verantwoordingsorgaan en toetsing door DNB. Afgesproken wordt eerst de statuten door te voeren en te gaan werken op de nieuwe manier, waarbij het verantwoordingsorgaan formeel de bevoegdheden niet heeft maar praktisch gezien wel kan acteren met de voorwaarden van de deelnemersraad op basis van de gemaakte afspraken. Vervolgens wordt gekeken hoe het werkt. Als dan blijkt dat afspraken alsnog vastgelegd moeten worden, dan kan dat toch nog. De voorzitter geeft aan dat om te zorgen dat het verantwoordingsorgaan geïnformeerd blijft, de lijst met bestuursbesluiten naar aanleiding van de bestuursvergadering op het bestuurdersportaal geplaatst blijft worden. Indien gewenst kunnen de onderwerpen met elkaar worden besproken. Wanneer de leden van het nieuwe verantwoordingsorgaan gekozen zijn, zal er een nieuwe vergadering plaatsvinden, waarin het huishoudelijk reglement kan worden vastgesteld. Het verslag wordt met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen vastgesteld. 3. Ingekomen stukken/mededelingen De secretaris brengt een toelichting op het ongevraagd advies in. Wegens tijdgebrek is dat niet gelijktijdig met het ongevraagd advies toegezonden. De toelichting is hedenochtend besproken in het vooroverleg van de deelnemersraad. 2

3 Hij vraag de voorzitter/het bestuur om een eerste reactie. De voorzitter zegt dat de eerstvolgende bestuursvergadering plaatsvindt op 27 juni a.s., waarna het bestuur een reactie uit kan spreken. Verder zegt hij dat vanuit cao-partijen / Breed Overleg de vraag kwam of er ook een onderbouwing voor het advies was. Hij meent dat de toelichting een goed overzicht geeft van de voor- en tegenargumenten. De secretaris geeft aan dat de directie/het secretariaat ervoor zal zorgen dat de onderbouwing terecht komt bij de sociale partners en afwezigen. De voorzitter vertelt dat de vakorganisaties zich oriënteren. CNV heeft een enquête uitgezet, FNV Waterbouw heeft een tweetal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Hierna komen de vakorganisaties weer terug naar het Breed Overleg om hun standpunten kenbaar te maken en een reactie te vormen. De secretaris benadrukt nogmaals het belang van de deelnemersraad, als vertegenwoordiger van de deelnemers in het fonds, om dit standpunt naar voren te brengen. De voorzitter geeft de leden van de deelnemersraad mee zich ook te mengen in de discussies bij de eigen vakorganisaties. De voorzitter van de deelnemersraad uit zijn zorgen over het korte tijdbestek dat de deelnemersraad rest om een advies te geven op het voorlopig besluit van het bestuur op 27 juni terwijl de deadline ligt op 1 juli. De voorzitter geeft aan dat de deadline alleen voor de verplichtstellingsbeschikking geldt. Dit traject kan in ieder geval gestart worden en kan ook weer ingetrokken worden. De voorzitter geeft verder aan dat het bestuur ervoor waakt dat de deelnemersraad - respectievelijk na 1 juli het verantwoordingsorgaan - haar advies kan geven. Een bestuurslid vult aan dat het allemaal ingewikkeld in elkaar zit. Het gaat om zowel de opgebouwde als de nog op te bouwen rechten. Het bestuur en de deelnemersraad kunnen tot een ander besluit komen dan cao-partijen. Dit is niet wenselijk en het bestuur vindt het van belang om de reeds opgebouwde rechten en de toekomstige rechten bij elkaar te houden. De voorzitter van de deelnemersraad geeft nogmaals aan dat hij vindt dat de reactie van het bestuur lang op zich laat wachten wanneer het bestuur pas op 27 juni reageert. Het proces loopt al bijna een jaar. De voorzitter geeft aan dat het inwinnen van advies van de achterban veel tijd kost, een zorgvuldig proces is immers de eerste prioriteit. Hiermee kon pas gestart worden nadat alle gegevens op 16 april jl. op tafel lagen. Op die dag is er een toelichting gegeven op de drie opties: Pensioenfonds Koopvaardij, Pensioenfonds Grafische Bedrijven en zelfstandigheid. Er was gelegenheid tot het stellen van vragen. Het was niet de bedoeling dat er op 16 april een besluit genomen zou worden. De secretaris benadrukt dat het voorliggende stuk een standpuntbepaling van de deelnemersraad is. Een bestuurslid geeft aan dat het het bestuur duidelijk is dat de deelnemersraad de situatie wil houden zoals die nu is. De deelnemersraad denkt dat er voor de nieuwe regeling een referendum gehouden moet worden. De voorzitter geeft aan dat cao-partijen zelfstandig een besluit kunnen nemen. Hij vindt het wenselijk dat zowel de op te bouwen als opgebouwde rechten bij elkaar blijven. Dat is in het belang van de deelnemers. Op een vraag van de deelnemersraad geeft het bestuur aan dat er geen afwijkende mening is tussen de werkgevers en werknemers binnen het bestuur. 3

4 De deelnemersraad vraagt het bestuur en cao-partijen om een onderbouwing van het besluit. De voorzitter geeft aan dat bij de onderbouwing van het bestuursbesluit ingegaan kan worden op de punten die afwijken van de standpunten van de deelnemersraad. Een bestuurslid merkt op dat de deelnemersraad haar advies wellicht wil herzien op het moment dat cao-partijen ervoor kiezen niet verder te gaan met het huidige pensioenfonds. Een mogelijk punt van overweging voor cao-partijen om te kiezen voor een ander pensioenfonds is het feit dat het voor de werkgevers lastig is om goed gekwalificeerde bestuurders te leveren. De voorzitter van de deelnemersraad vraagt de heer Van Doorn of het rechtsgeldig is wanneer de deelnemersraad na 1 juli a.s. een advies geeft. Volgens de heer Van Doorn is dit onduidelijk. De voorzitter denkt dat is op te lossen door het nieuwe verantwoordingsorgaan een brief aan het bestuur te laten sturen met het verzoek om antwoord te geven op de brief van de deelnemersraad van mei jl. De voorzitter van de deelnemersraad geeft aan dat het verantwoordingsorgaan straks geen ongevraagd adviesrecht meer heeft. De deelnemersraad heeft hier echter al gebruik van gemaakt door haar mening kenbaar te maken aan het bestuur. Het bestuur moet bij een afwijkend (voorgenomen) besluit ingaan op de argumenten in het ongevraagd advies van de deelnemersraad. Het voorgenomen besluit ligt dan weer voor aan het verantwoordingsorgaan voor advies. Dus inspraak blijft. De voorzitter bedankt de deelnemersraad voor de energie die zij gestopt heeft in het onderbouwen van het advies. 4. Concept-jaarstukken 2013 De heer Keddeman geeft aan dat de directie twee weken geleden in de vergadering van de deelnemersraad een korte toelichting heeft gepresenteerd bij de conceptjaarstukken Er zijn door de deelnemersraad wat tekstuele opmerkingen gemaakt, die in de definitieve versie worden verwerkt. De secretaris merkt op dat de kosten per deelnemer waren gestegen, met name door de kosten van het onderzoek. Naar aanleiding van zijn vraag geeft de heer Keddeman aan dat de onderzoekskosten bedroegen. Zonder onderzoekskosten bedroegen de kosten per deelnemer ongeveer 200. De deelnemersraad heeft kennis genomen van alle jaarstukken en gaat akkoord met de concept jaarstukken Samenstelling en rendementen beleggingsportefeuille per ultimo april 2014 De heer Keddeman geeft aan dat de dekkingsgraad van eind mei volgende week op de website komt. De dekkingsgraad bedroeg eind april 116,7% en is iets gedaald door de gezakte rente. Het totaalrendement van 3% over vier maanden is mooi. Er is een afwijking ten opzichte van de benchmark door een andere samenstelling van de obligaties en doordat de duration wat korter is dan de benchmark. 4

5 De situatie per eind mei is ongeveer gelijk aan die van april. Bij dit fonds is minder renteafdekking dan bij andere pensioenfondsen in Nederland en de rente is iets gedaald. De deelnemersraad neemt het overzicht voor kennisgeving aan. 6. Nota inzake onderwerpen bestuursvergaderingen De heer Klein vraagt de voorzitter dit stuk paginagewijs door te lopen. N.a.v. pag. 4, looncontrole vraagt de voorzitter van de deelnemersraad of het fonds nog geld krijgt van uitzendorganisaties die niet hebben afgedragen. De heer Van Doorn geeft aan dat in twee gevallen is geconstateerd dat er door uitzendorganisaties niet wordt afgedragen aan het pensioenfonds. Het probleem moet worden voorgelegd aan cao-partners. Volgens spreker ontstaat bij uitzendorganisaties de discussie aan welk pensioenfonds ze horen af te dragen. Uitzendorganisaties vallen ook onder pensioenfonds StiPP. De heer Van Doorn zal het probleem schriftelijk voorleggen aan caopartners. N.a.v. een vraag over pag. 5, communicatiebeleid, legt de heer van Doorn uit dat nu er meer adressen bekend zijn er aanvullend op de bestaande informatie de nieuwsflits per wordt verspreid. De voorzitter van de deelnemersraad vraagt de heer Van Doorn om een toelichting over het onderwerp omgang met bijzonder nabestaandenpensioen bij overlijden ex-partner, pag. 7. De heer Van Doorn geeft aan dat momenteel het nabestaandenpensioen opgebouwd voor de scheiding, bij overlijden van de deelnemer wordt uitgekeerd naar de ex-partner van de deelnemer. In het BPF Waterbouw is het zo geregeld dat wanneer de expartner eerder overlijdt dan de deelnemer, het bijzonder partnerpensioen van de deelnemer terug valt aan het fonds. Er bestond discussie of een pensioenfonds binnen de huidige regelgeving er ook voor zou kunnen kiezen om dat geld terug te laten vallen naar de deelnemer / huidige partner van deelnemer.. Door de overheid is besloten om per 1 januari 2015 uitdrukkelijk in de wet op te nemen dat het bijzonder partnerpensioen terug mag vloeien naar de deelnemer. De huidige regeling mag dus blijven bestaan, maar de heer Van Doorn heeft de huidige regeling voorgelegd aan het bestuur om er nog eens over na te denken. Er wordt besloten om dit onderwerp na 1 juli voor te leggen aan cao-partners en uit te zoeken wat de extra kosten hiervoor zijn. De voorzitter geeft aan dat al zou het bestuur hiertoe besluiten dit een verbetering voor de deelnemer zal zijn. Echter, cao-partijen gaan over de regeling en moeten daar een besluit over nemen. 7. Rondvraag De voorzitter van de deelnemersraad geeft aan dat de deelnemersraad graag geïnformeerd had willen worden over het feit dat de heer Struijk geen deel meer uit maakt van het bestuur van het pensioenfonds in plaats van het uit de stukken te moeten lezen en vraagt waarom dit zo is gelopen. De voorzitter geeft aan dat persoonlijke overwegingen een rol hebben geleid tot het vertrek. De heer Struijk heeft ervoor gekozen om op een later moment afscheid te nemen. 5

6 Het bestuur geeft aan de deelnemersraad voortaan te informeren. 8. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering en dankt de aanwezigen voor hun komst. Getekend te Rijswijk op 2 december 2014 Voorzitter deelnemersraad Voorzitter bestuur 6