HSL vindplaats 45 Boskade (gem. Jacobswoude) Zoölogisch en botanisch materiaal uit een 17e/18e-eeuwse boerderij

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HSL vindplaats 45 Boskade (gem. Jacobswoude) Zoölogisch en botanisch materiaal uit een 17e/18e-eeuwse boerderij"

Transcriptie

1 BIAXiaal HSL vindplaats 45 Boskade (gem. Jacobswoude) Zoölogisch en botanisch materiaal uit een 17e/18e-eeuwse boerderij J.T. Zeiler L.I. Kooistra November 2002 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie 146

2 Colofon Titel: BIAXiaal 146 / ArchaeoBone rapport nr. 32. J.T. Zeiler & L.I. Kooistra HSL vindplaats 45 Boskade (gem. Jacobswoude). Zoölogisch en botanisch materiaal van een 17 e /18 e -eeuwse boerderij. Opdrachtgever: Archeologisch Diensten Centrum ISSN: BIAX Consult, Zaandam, 2002 Correspondentie adres: BIAX Consult Hogendijk AL Zaandam tel: fax: BIAX@BIAX.nl

3 BIAXiaal Inleiding Voorafgaande aan de aanleg van de Hoge Snelheidslijn van Brussel naar Amsterdam is door het ADC archeologisch onderzoek uitgevoerd op vindplaats 45 Boskade bij Hoogmade (gemeente Jacobswoude). De centrumcoördinaten zijn / Op deze locatie stond tot voor kort een boerderij die aan het eind van de zeventiende of het begin van de achttiende eeuw is gesticht. Bouwhistorisch en archeologisch onderzoek moet inzicht verschaffen in de constructie en de precieze ouderdom van de oudste fasen van de boerderij. Tijdens het archeologisch veldwerk zijn van de fundering van de boerderij enkele houten constructie-elementen verzameld, alsook delen van de houten beschoeiing van twee waterputten. Doel van het houtonderzoek is het achterhalen van de dateerbaarheid van het hout met behulp van jaarringonderzoek (dendrochronologie). Daarnaast zijn de stukken hout gedetermineerd en beschreven. Eén van de waterputten had een zeer humeuze vulling. Om te achterhalen waarmee de put was opgevuld, is een monster uit deze vulling gewaardeerd op botanische macroresten (zaden en vruchten). Naast de genoemde constructietechnische zaken, viel tijdens het veldwerk een grote hoeveelheid beenderen op in een kuil onder het voormalig staldeel. De reden voor deze bottendump was onduidelijk en daarom zijn deze botten evenals enkele botten uit andere sporen voor onderzoek verzameld. In dit rapport zijn de resultaten van het zoölogisch onderzoek (Jørn T. Zeiler, (ArchaeoBone) en het botanisch onderzoek (Laura I. Kooistra, BIAX Consult) vastgelegd. Het dendrochronologisch onderzoek wordt door de Stichting RING/ROB uitgevoerd. 2. Methode 2.1 ZOÖLOGISCH ONDERZOEK De vraagstelling van het archeozoölogisch onderzoek richtte zich op de volgende punten: welke diersoorten zijn aanwezig? wat kan uit de samenstelling van het botmateriaal worden afgeleid over de functie van de sporen? Daartoe zijn de resten, voor zover mogelijk, gedetermineerd op soort met behulp van de recente vergelijkingscollecties van de auteur. Vervolgens zijn de fragmenten geteld en gewogen. Daarnaast is gekeken naar de verdeling van de skeletelementen, de aanwezigheid van slachtsporen en pathologieën en aanwijzingen voor slachtleeftijden. De codering van de gegevens gebeurde aan de hand van het Laboratorium protocol archeozoölogie van de ROB, 1 terwijl de analyse van de slachtleeftijden geschiedde op basis van de gegevens van Habermehl. 2 Informatie over de slachtmethoden is verkregen uit de verdeling van de skeletelementen per soort en van de locatie van de slachtsporen op de botten. Bij de interpretatie van de verdeling van de skeletelementen zijn twee aspecten van belang: het onderscheid in slacht- en consumptieafval en het opdelen van de elementen naar vleeskwaliteit. Wat het eerste punt betreft worden hier hoornpitten en alle elementen van de onderpoten (middenhands- en voetsbeenderen, hand- en voetwortelbeentjes en teenkootjes) als slachtafval beschouwd. De overige elementen, dus met inbegrip van de craniale beenderen (schedel, boven- en onderkaak), worden tot het consumptieafval gerekend. Losse gebitselementen worden gewoonlijk niet in de verdeling opgenomen, omdat deze in het 1 Lauwerier Habermehl 1975.

4 BIAXiaal algemeen beter bewaard blijven dan beenderen en dus vaak oververtegenwoordigd zijn in het faunamateriaal. Daardoor kunnen de onderlinge verhoudingen sterk worden vertekend. Hoewel dit laatste bij het materiaal van de Boskade niet het geval was, is in deze toch de gangbare procedure gevolgd. Voor de indeling van de elementen naar vleeskwaliteit is grotendeels de methode van Uerpmann gevolgd. 3 Hierbij wordt een indeling gehanteerd in drie klassen, waarbij A en B het consumptieafval omvatten, en C het slachtafval. A. Vleesrijke delen: wervels (vertebrae) en heiligbeen (sacrum), schouderblad (scapula), opperarmbeen (humerus), bekken (pelvis) en dijbeen (femur). B. Vleesarme delen: schedel (cranium), onder- en bovenkaak (mandibula en maxilla), ribben (costae), spaakbeen (radius), ellepijp (ulna), scheenbeen (tibia) en kuitbeen (fibula). C. Delen met zeer weinig of geen vlees: hoornpitten en gewei, middenhands- en voetsbeenderen (metapodia), hand- en voetwortelbeentjes (carpalia en tarsalia) en teenkootjes (phalanges). Maten zijn, volgens de methode van Von den Driesch, 4 alleen genomen om schofthoogtes te bepalen. Daarvoor is in dit geval gebruik gemaakt van de gegevens van Matolcsi. 5 De uitwerking van de gegevens is verricht met behulp van Access. De administratieve gegevens van het zoölogisch onderzoek staan in tabel 1. Tabel 1 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): administratieve gegevens van het zoölogisch en botanisch onderzoek. put spoor context datering botten zaden hout aanleg vlak haardplaats beschoeiing waterput ? vulling waterput plank onder fundering kelder plank onder fundering kelder plank onder fundering achtergevel afvalkuil met opspit 17 e eeuw aanleg vlak oud oppervlak onder stal stortplaats onder spoelhok beschoeiing waterput ? BOTANISCH ONDERZOEK Het bestudeerde hout is door het veldteam verzameld, in plastic verpakt en naar het laboratorium van BIAX Consult gebracht. Daar is het hout beschreven, zijn metrische kenmerken genoteerd en is de houtsoort bepaald. Tevens is aangegeven welke stukken hout geschikt zijn voor dendrochronologisch onderzoek. Voor zover het eikenhout (Quercus) betrof, geschiedde de determinatie van de houtsoort op het blote oog. De andere houtsoorten zijn gedetermineerd met behulp van een doorvallend-lichtmicroscoop met vergrotingen tot 400 maal en op kenmerken die door Schweingruber zijn beschreven. 6 3 Uerpmann Von den Driesch Matolcsi Schweingruber 1982.

5 BIAXiaal Het grondmonster uit de waterput is door medewerkers van het ADC gezeefd. De waardering van het monster is uitgevoerd conform ROB-specificatie Archeobotanie voor opgravingen. 7 De gegevens van het hout- en zadenonderzoek zijn Digit-conform ingevoerd. Voor de administratieve gegevens van het botanisch onderzoek wordt verwezen naar tabel Resultaten en conclusie 3.1 ZOÖLOGISCH ONDERZOEK In totaal zijn 342 dierlijke resten onderzocht. Op vier kleppen van oesterschelpen (Ostrea edulis) na zijn alle resten afkomstig van zoogdieren (tabel 2). Daarvan is een groot deel (43.5%) te determineren als rund (Bos taurus). Aangezien geen andere diersoorten zijn aangetoond, is het aannemelijk dat alle zoogdierresten van rund afkomstig zijn. Dit geldt zowel voor de categorie "groot zoogdier" als voor de categorie "niet determineerbaar zoogdier (zoogdier indet)". Het overgrote deel van de resten (93%) is afkomstig uit spoor 208 (vondstnummer 35), een kuil uit het begin van de achttiende eeuw in het voormalige stalgedeelte. Het overige materiaal komt uit spoor 1 (n=13), spoor 2010 (n=2), spoor 2015 (n=2), spoor 3005 (n=5) en spoor 3020 (n=1). Tabel 2 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): aantallen (NR) en gewichten (BW, in g) botmateriaal. NR BW Rund (Bos taurus) Groot zoogdier Zoogdier, indet Gewone oester (Ostrea edulis) De conservering van het botmateriaal is in het algemeen redelijk tot goed, al valt het wel op dat met name bepaalde elementen als ribben en schedelbeenderen vatbaar zijn voor (verdere) fragmentatie. Geen van de resten vertoont sporen van verbranding. Daarentegen zijn op twaalf skeletfragmenten slachtsporen te onderscheiden, waarbij het in de meeste gevallen om snijsporen gaat. Drie ribfragmenten (twee van rund en een van groot zoogdier) vertonen diepe snijsporen dwars op het bot, evenals een fragment van middenhandsbeen van rund, dat bovendien aan de distale (onder-) zijde doormidden lijkt te zijn gebroken of geslagen. Daarnaast vertoont een bekkenfragment van rund snijsporen schuin over het oppervlak en zijn op twee dijbeenderen van rund snijsporen te zien op het proximale (bovenste) gedeelte van de schacht en de trochanter (de proximale "kam"), c.q. het distale (onderste) deel van de schacht. Ook twee onderkaken van rund vertonen snijsporen, te weten op de ramus (het achterste deel van de onderkaak) en op de onderzijde van het diastema (de voorzijde van de onderkaak). Slachtsporen van een ander type zijn te zien op drie resten van rund: een doormidden gekliefde halswervel, een bekkenfragment met een hakspoor en een ingeslagen (hersen)schedel van rund. Daarnaast vertonen twee opperarmbeenderen van rund vraatsporen van honden. Behalve slacht- en vraatsporen vertoont een aantal fragmenten pathologieën. Zo is op het craniale (voorste) gewrichtsvlak van een lendenwervel van rund een lichte 7 Brinkkemper et al

6 BIAXiaal botwoekering te zien, die mogelijk een gevolg is van een ontsteking. De meeste opvallende pathologieën zijn te zien op de kiezen van vijf onderkaken (drie linker en twee rechter) en een (linker) bovenkaak. Op een (linker) onderkaak na (uit spoor 2015, vondstnummer 18) zijn alle kaken afkomstig uit spoor 208 (vondstnummer 35). Op vrijwel alle aanwezige kiezen, zowel premolaren als molaren, zijn min of meer horizontaal lopende lijnen te onderscheiden die in aantal variëren van 2 à 3 tot 4 à 5. In sommige gevallen zijn deze lijnen duidelijker afgetekend dan in andere. Het lijkt er zeer sterk op dat we hier te maken hebben met het verschijnsel dat bekend staat als lineaire enamel hypoplasie (LEH). Dit is een afwijking in dikte van het tand , die zich uit in één of meer lijnen of groeven op het tandoppervlak. In hun analyse van LEH in varkenskiezen beschouwen Ervynck en Dobney 8 het werpen en zogen van jongen als belangrijkste oorzaak: "Both events clearly represent critical periods of physiological and nutritional stress." Daarnaast kan soortgelijke stress als gevolg van tijdelijk voedselgebrek en ongunstige klimatologische omstandigheden gedurende de winter een rol spelen. Aangezien de verschillende permanente kiezen zich op verschillende tijdstippen ontwikkelen, kunnen in principe stressvolle gebeurtenissen in het leven van een dier worden achterhaald. Van belang voor zo'n chronologische interpretatie is dat hypoplasielijnen zich ontwikkelen tijdens de groei van de tandkiem, dus een tijd vóór de eigenlijke doorbraak van de kiezen. Verder is de exacte plaats van de lijnen van belang: de groei van de tandkiem duurt vele maanden en de plaats van de lijnen is derhalve een indicator van het seizoen (mededeling Dr. A. Ervynck, Universiteit Gent). Aangezien gegevens over de ontwikkeling van tandkiemen bij runderen althans op dit moment niet beschikbaar zijn, moeten we in dit geval gissen over de werkelijke oorzaken van de hypoplasie. Met een fors aantal slagen om de arm zouden we kunnen denken aan het volgende scenario: aannemende dat de M1 doorbreekt op een leeftijd van ca. 6 maanden en de M2 met ca. anderhalf jaar 9 dat wil zeggen gedurende de eerste, respectievelijk de tweede winter zou de hypoplasie op deze kiezen kunnen worden verklaard uit tijdelijk voedseltekort en/of ongunstige klimatologische omstandigheden. Het is verleidelijk daarbij te denken aan de strenge winters gedurende deze tijd (Kleine IJstijd). Het wisselen van de premolaren en het doorbreken van de M3 gebeurt volgens Habermehl 10 op een leeftijd van ca. 2 jaar, dwz. gedurende de derde zomer. Klimatologische omstandigheden als oorzaak liggen dan minder voor de hand, en men zou dan kunnen denken aan stress als gevolg van kalven en zogen. Het is echter de vraag of in de zeventiende/achttiende eeuw runderen al op die leeftijd hun eerste kalf konden werpen. Tegenwoordig is dat weliswaar het geval, maar de rassen in die tijd waren mogelijk later geslachtsrijp. Een andere afwijking in het gebit van runderen betreft ongelijke slijtage van kiezen. Dit is te zien bij een linker onderkaak waar de M1 veel sterker gesleten is dan de overige kiezen en bij een linker bovenkaak waar de M1 aan de aborale (achter-)zijde veel sterker is afgesleten dan aan de orale zijde (beide vondstnummer 35). De oorzaak hiervan is niet duidelijk. De resten van rund vertegenwoordigen tenminste vier individuen: twee in spoor 208 (vondstnummer 35) en twee in spoor 3005 (vondstnummer 27). Drie daarvan zijn volwassen dieren met een leeftijd die gezien de complete blijvende gebitten, de matige slijtage van de kiezen en de vergroeiing tussen de wervellichamen en de epifysairschijven rond de 5 jaar moet hebben gelegen. Uitzondering is één van de dieren uit spoor 3005: aangezien de proximale epifyse van het opperarmbeen nog niet met de schacht is vergroeid moet dit dier geslacht zijn op een leeftijd van minder dan 3½-4 jaar. Uit spoor 2015 (vondstnummer 18) komt overigens ook een halswervel van een jonger rund. De epifysairschijven zijn hier nog niet vergroeid met het wervellichaam, wat 8 Ervynck & Dobney 1999, Habermehl Habermehl 1975.

7 BIAXiaal betekent dat het betreffende dier bij zijn dood in ieder geval jonger dan ca. 4 jaar is geweest. Het is echter niet te zeggen of dit fragment een vijfde individu vertegenwoordigt of dat het van hetzelfde rund afkomstig is als het bovengenoemde opperarmbeen (vondstnummer 27). Berekening van de schofthoogte op grond van de grootste lengte (GL) van verschillende lange beenderen (radius, femur en tibia) van de twee runderen uit spoor 208 wees uit dat beide dieren ongeveer even groot zijn geweest, met een schofthoogte van ca. 123 cm (bijlage 1). Ter vergelijking: bij het moderne zwartbont Fries-Hollands vee ligt de schofthoogte tussen ca. 136 en 142 cm. 11 De resten van rund uit de sporen 1, 2010, 2015, 3005 en 3020 betreffen elementen uit de kop (onderkaak), romp (wervels en ribben) en voor- en achterpoten en zijn te interpreteren als consumptieafval, met uitzondering van een teenkoot (phalanx I) uit spoor 2010 die in de categorie slachtafval thuishoort. De resten van rund uit spoor 208 vertegenwoordigen vrijwel alle skeletelementen (tabel 3). Desondanks is er geen sprake van complete skeletten, en dus hebben we hier niet te maken met hele kadavers die zijn gedumpt of begraven. 12 Eén van de dingen die hier op wijzen is de opvallende ondervertegenwoordiging van elementen uit de onderpoten, zoals middenhands- en voetsbeenderen, hand- en voetwortelbeenderen en teenkoten. Met name de laatste twee categorieën betreffen compacte elementen die relatief minder vatbaar zijn voor fragmentatie en dus in het algemeen een grotere kans hebben bewaard te blijven. Het feit dat er maar één fragment van middenhandsbeen en slechts enkele voetwortelbeenderen en teenkoten zijn aangetroffen betekent dat deze elementen voor het overgrote deel vooraf zijn verwijderd. Ook valt op dat hoornpitten in het materiaal ontbreken en dat wel hals-, borst- en lendenwervels en heiligbeen zijn aangetroffen, maar geen staartwervels. Misschien hebben we hier met ongehoornde runderen te maken, maar waarschijnlijk is dit niet. Volgens Clason en Knol 13 lijkt het er op dat ongehoornde runderen met enige regelmaat alleen worden aangetroffen in het kustgebied, en mogelijk alleen in de Romeinse tijd. 14 De meest voor de hand liggende verklaring is dat de runderen zijn gevild, wat gezien de slachtsporen op het middenhandsbeen hier overigens op nogal ruwe wijze lijkt te zijn uitgevoerd. Volgens Kasteleijn 15 werden verse huiden van runderen, schapen en geiten aan de leerlooier verhandeld met de horens, de staart en (meestal) de onderpoten er nog aan vast. In dit verband kan ook worden gewezen op de vondst van een scheepswrak in Oostelijk Flevoland (OM 65), dat is vergaan rond Het hoofdbestanddeel van de lading bestond uit schelpen, maar daarnaast werd een aantal runderbotten aangetroffen. Aangezien het uitsluitend elementen uit de onderpoten betrof, werd geconcludeerd dat deze onderdeel hebben uitgemaakt van een (kleine) partij huiden. Overigens kan ook het snijspoor op de onderzijde van het diastema van één van de onderkaken een gevolg zijn van villen, dwz. het lossnijden van de huid rond de snuit. Dat de runderen niet alleen zijn gevild, maar dat de karkassen - met het oog op consumptie - ook in kleinere stukken zijn opgedeeld, bewijzen de verschillende slachtsporen op ribben, bekken, dijbeen en onderkaak (snijsporen op de ramus); ook het doormidden klieven van een halswervel wijst hierop. Daarnaast is uit de ingeslagen schedel af te leiden dat mogelijk de hersenen zijn verwijderd voor consumptie. Al met al kunnen ook de resten van rund uit dit spoor voor het overgrote deel (ruim 95%) worden beschouwd als consumptieafval. Van deze categorie betreft ruim eenderde (37%) vleesrijke delen. 11 Dekker & Stapel Dit is ook in het veld door de opgravers niet geconstateerd. 13 Clason & Knol Zie ook Lauwerier & Laarman Kasteleijn 1789, in: De Jong Buitenhuis & van Holk 1996.

8 BIAXiaal Ook in de overige sporen is sprake van een dump die hoofdzakelijk bestaat uit consumptieafval, met in spoor 2010 en spoor 208 een kleine bijmenging met slachtafval. De resten van oesters moeten eveneens worden beschouwd als consumptieafval, gezien de lengtes van de kleppen van 6-8 cm. 17 Volgens Dhr. W.J. Kuijper (Faculteit der Archeologie Universiteit Leiden) wijst de aanwezigheid van deze oesters op een zekere welstand. Dit sluit aan bij de vermelding van Burema dat in de achttiende eeuw in de steden van Holland oesters een delicatesse waren voor de welgestelden; mosselen waren er voor het volk en de burgers. 18 Tabel 3 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): aantalsfrequenties van skeletelementen van rund uit spoor 208 (vondstnummer 35). A, B, C = vleeskwaliteit (voor nadere uitleg zie tekst). Losse gebitselementen (n=2) niet opgenomen. skeletelement % schedels en kaken (B) cranium 14.4 maxilla 1.5 mandibula 3.8 ribben (B) 35.6 sternum (B) 0.8 wervels (A) 18.2 sacrum (A) 3.0 pelvis (A) 6.8 vleesrijke pootdelen (A) scapula 3.8 humerus 1.5 femur vleesarme pootdelen (B) radius 0.8 ulna 0.8 tibia 2.3 onderpoten (C) metacarpus 0.8 tarsalia 3.0 phalanges BOTANISCH ONDERZOEK Houtbeschrijvingen Er zijn in totaal 37 stukken hout onderzocht, afkomstig uit vijftien vondstnummers. De algemene resultaten van het houtonderzoek staan in bijlage 2 en 3. De tabelvorm waarin de bijlagen zijn opgebouwd laten een gedetailleerde beschrijving van het hout echter niet toe. Daarom worden de verschillende objecten hier apart besproken. 17 Esser & Gehasse Burema Patella (n=1) bij femur gerekend.

9 BIAXiaal Palen en balken De vondstnummers 40 tot en met 43 bestonden uit stukken rondhout. Het gaat hier waarschijnlijk om palen, waar het schors nog omheen zat. De vier palen varieerden in diameter tussen de zes en negen centimeter en waren gemaakt van wilgenhout (Salix). Vondstnummer 54 bevatte een stuk rondhout met een diameter van negen centimeter. Twee tegenover elkaar gelegen zijden waren gerecht, dat wil zeggen dat deze twee zijden vlak gemaakt waren, waarmee de dikte van het hout tot zes centimeter is teruggebracht. Het is niet duidelijk of het hier om een paal of een balk gaat. In bijlage 2 is het object als paal benoemd. Vondstnummer 5 bestaat een stuk van een eikenhouten balk met een breedte van 16 en een dikte van 9,5 centimeter. Het ene uiteinde was verweerd, maar het andere was intact. In het midden van het intacte kopse uiteinde is over de hele dikte van de balk tussen de 6,8 en 9 centimeter een groef aanwezig,. Daarmee is tegelijk de breedte van de groef (of een half gat) vastgesteld, te weten 2,2 centimeter. Aan de ene zijde van de balk lijkt de groef door verwering vergroot Planken Drie planken zijn onderzocht. Twee daarvan (vondstnummer 51 en 52) waren van dennenhout (Pinus) en één van eik. Elk van de planken bestaat uit twee stukken die in bijlage 3 afzonderlijk zijn beschreven. Over de eikenhouten plank wordt opgemerkt dat deze uit twee niet passende stukken bestaat. Deze plank heeft minimaal zes gaten die op het oog willekeurig over de plank zijn verdeeld. De diameter van de gaten is gemiddeld 2,2 centimeter. De functie van de gaten in de plank is onduidelijk Duigen Er zijn duigen onderzocht van vijf tonnen. De vervaardiging van alle aangetroffen duigen was hetzelfde, zo ook de houtsoort: eik. Voor het maken van duigen werden bomen in parten gekliefd. Vervolgens is elk part zodanig bewerkt dat er een plank met een dikte van één tot twee centimeter overbleef. De planken zijn aan de beide uiteinden iets smaller gemaakt. Op een paar centimeter van de beide uiteinden van de plank is loodrecht op de lengterichting met een speciaal mes een groef gesneden. Als de ton af is en de duigen met hoepels aan elkaar zijn gezet, passen in de groeven van de duigen de deksel en de bodem. Van vondstnummer 55 zijn zeven complete duigen verzameld. De duigen waren tussen de 110,3 en 111,3 centimeter lang. De breedte varieerde, maar dat is gebruikelijk bij duigen van één ton. De groef bevond zich tussen de 3,7 en 4,2 centimeter van de uiteinden van de duig en was gemiddeld 0,2 centimeter breed en diep. De groefvorm was u-vormig. Twee duigen vielen op door gaten die geboord waren tussen de groef en het uiteinde van de duig. Het betreft de duigen zes en zeven in bijlage 3. De diameter van de gaten was gemiddeld 0,9 centimeter. In figuur 1 staan de uiteinden van de betreffende duigen afgebeeld. Vondstnummer 56 bevatte drie incomplete duigen die aan één uiteinde verweerd waren. De lengte van de duigen wordt geschat op circa 90 centimeter. De afstand van de groef tot het uiteinde bedroeg vier centimeter. De groefbreedte en -diepte was circa 0,4 centimeter. Bij één duig (duig 2 in bijlage 3) is een tweede smallere groef op anderhalve centimeter van het uiteinde aangetroffen. Van vondstnummer 58 zijn vijf duigen onderzocht. Ook deze duigen waren door verwering aangetast en daardoor niet compleet. Op basis van de aanwezigheid van de groeven op één duig (nummer 5 in bijlage 3) is de lengte van de duigen gereconstrueerd op circa 95 centimeter. De groef was gemaakt op 3,2 tot 3,4 centimeter van het uiteinde van de duigen en had een breedte en diepte van gemiddeld 0,3 centimeter. In vondstnummer 59 zijn drie duigen aangetroffen, waarvan twee compleet waren en één incompleet. De lengte van de complete duigen bedraagt circa 98 centimeter. De

10 BIAXiaal Figuur 1 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude), locatie van gaten tussen groef en uiteinde van twee duigen van vondstnummer 55. Het maatbalkje rechtsonder geeft 1 cm aan. groeven zijn aanwezig op circa 3,4 centimeter van het uiteinde en zijn circa 0,4 centimeter breed en diep. Op één van de duigen is aan de buitenzijde een merk aangebracht. Het bevindt zich vrijwel exact in het midden (het breedste deel) van de duig. Het betreft een cirkel met een diameter van zeven centimeter. In de cirkel is een stuk van een tweede even grote cirkel zichtbaar en mogelijk nog een fragment van een derde cirkel (zie figuur 2). Het kan zijn dat het hier een merk van een handelaar betreft. Een tweede mogelijke verklaring is dat het hier gaat om de aanzet van een sponggat, die om een onbekende reden uiteindelijk niet in de duig is aangebracht. De maat en de locatie op de duig wijzen daar sterk op. In vondstnummer 60 zijn drie duigen aangetroffen, waarvan er één compleet is. De duigen van deze ton zijn circa 90 centimeter lang geweest. De groef bevindt zich op vijf centimeter van het uiteinde van de duigen en is circa 0,2 centimeter breed en diep Bodem of deksel van een duigenton In vondstnummer 57 zijn drie stukken van een bodem of een deksel van een ton gevonden. De stukken zijn gebruikt onder de stenen opbouw van een waterput. Wellicht behoorden ze oorspronkelijk bij één van de tonnen die als beschoeiing van dezelfde waterput zijn gebruikt. Het voorwerp is incompleet, het middenstuk ontbreekt. De gevonden stukken zijn van goed eikenhout gemaakt en fraai afgewerkt. Het gaat hier om een schijf met een diameter van ruim 50 centimeter. De randen van de schijf waren aan de ene zijde over een breedte van 1,5 tot 3,5 centimeter dunner gemaakt. Aan de keerzijde was de schijf over een breedte van 0,8 tot 1,5 centimeter verdund. Door deze handelwijze kon de schijf als deksel of als bodem in de groef van een duigenton worden geplaatst. In het vondstnummer kwam ook een fragment van een hoepel voor waarmee duigen van een ton worden samen gebonden. Het betrof een gekliefde tak van een eik met een diameter van 3 centimeter.

11 BIAXiaal Figuur 2 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude), merk in het midden en aan de buitenzijde van een duig van vondstnummer 59. Het maatbalkje rechtsonder geeft 1 cm aan Hout voor dendrochronologisch onderzoek Eén van de vragen van het houtonderzoek had betrekking op de geschiktheid van planken en duigen voor dendrochronologisch onderzoek. Er zijn drie factoren die bepalend zijn voor jaarringonderzoek, te weten de houtsoort, het aantal jaarringen en de aanwezigheid van de buitenste (laatst gegroeide) jaarringen van een boom. De planken en duigen bestaan uit eiken- of dennenhout. Deze beide houtsoorten zijn goed te gebruiken voor dendrochronologisch onderzoek. De houtsoort vormt dus geen belemmering voor het jaarringonderzoek. Ten aanzien van de tweede factor, het aantal jaarringen, geldt in principe een minimum van zestig jaarringen. Ook aan die voorwaarde voldoen de planken en de meeste duigen van vindplaats 45 (zie tabel 4). Alleen de balk van vondstnummer 5 valt af, omdat deze slechts 35 jaarringen telt. Ook de duigen van vondstnummer 58 hebben vrij weinig jaarringen (tot 40 per duig) en komen niet in aanmerking voor het jaarringonderzoek. De derde factor voor de geschiktheid van het hout is de aanwezigheid van de buitenste jaarringen van een boom. Bij geen van de onderzochte planken en duigen is dit hout aangetroffen. Het is dus onduidelijk hoeveel jaarringen ontbreken en daardoor kan bij geen van de stukken een precieze kapdatum worden vastgesteld. Bij eikenhout zijn de circa 20 laatst gevormde jaarringen lichter van kleur. Dit lichter gekleurde hout wordt spinthout genoemd, dit in tegenstelling tot het donker gekleurde overige hout dat kernhout heet. Op geen van de onderzochte stukken eikenhout is spinthout aangetroffen. Dat betekent dat van de stukken eikenhout minimaal 20 jaarringen weg zijn, te weten het spinthout alsmede een deel van het kernhout. Men dient er bij het interpreteren van de dendrochronologische resultaten tevens op bedacht te zijn dat de planken, maar zeker de duigen secundair gebruikt kunnen zijn. Dat betekent dat een mogelijke datering (veel) ouder kan zijn dan de constructies waarin het hout secundair is verwerkt. Tabel 4 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): geschiktheid voor dendrochronologisch onderzoek van de gevonden eik (Quercus) en den (Pinus) op basis van het aantal jaarringen. Spinthout noch bast is aangetroffen. Legenda: <: minder dan of even veel als; >: meer dan. nr. put spoor element houtsoort N ringen spint geschikt voor aanwezig? dendrochronologie balk eik ca.35 nee nee plank eik > 60 nee ja plank den ca.100 nvt ja plank den > 100 nvt ja duigen eik 1 x > 100 nee ja duigen eik 1 x > 100 nee ja duigen eik < 40 nee nee duigen eik 1 x ca.100 nee ja duigen eik 1 x ca.90 nee ja

12 BIAXiaal Waarderingsresultaten botanische macroresten In het monster uit de vulling van waterput 1 zijn vooral onverkoolde plantenresten aangetroffen. Deze waren matig geconserveerd. Naast fragmenten van worteltjes zijn knopschubben van bomen aangetroffen en zaden van diverse soorten boterbloemen (Ranunculus acris/repens; R. flammula, R. sceleratus), enkele kleinzadige grassen (Alopecurus, Glyceria, Phleum/Poa), varkensgras (Polygonum aviculare), waterpeper (Persicaria hydropiper), enkele russen (Juncus) en een zegge (Carex). Er zijn geen voedsel- of gebruiksplanten gevonden. Verkoold materiaal is niet aangetroffen met uitzondering van enkele determineerbare stukjes houtskool. Dierlijke resten waren vertegenwoordigd in de vorm van twee stukjes verbrand bot, insectenresten en veel eieren van regenwormen. Het idee van de opgravers is dat waterput 1 is dichtgegooid met materiaal dat vrijkwam bij het graven van waterput 2. De samenstelling van het botanisch materiaal spreekt deze gedachte niet tegen. Er is echter niet alleen bodemmateriaal in de waterput vertegenwoordigd. Het lijkt erop dat ook wat materiaal houtskool, verbrand bot en enkele van de gevonden plantenresten, zoals varkensgras van het toenmalige loopvlak in de waterput is terecht gekomen. In de vulling is ook een enkele millimeters groot metaaldruppeltje gevonden. Wellicht gaat het hier om zogenoemd hamerslag, een metaaldruppeltje dat tijdens het smeden van een metalen voorwerp afspringt. 4. Conclusie In totaal zijn 342 dierlijke resten onderzocht, die op vier kleppen van oesterschelpen na allemaal afkomstig zijn van zoogdieren. Een groot deel daarvan betreft resten van rund. Opvallend genoeg zijn geen andere diersoorten aangetoond; wel zijn op twee skeletfragmenten van rund vraatsporen van hond te zien. Het materiaal is over het algemeen redelijk tot goed geconserveerd. Hoewel de dierlijke resten afkomstig zijn uit zes sporen, is het overgrote deel afkomstig uit één spoor: spoor 208 (vondstnummer 35), een kuil uit het begin van de achttiende eeuw in het voormalige stalgedeelte. In alle sporen wijzen zowel de frequentie van de verschillende skeletdelen als de slachtsporen er op dat de runderen zijn gevild en dat daarna de kadavers zijn opgedeeld in kleinere stukken voor consumptie. De resten zijn dus te interpreteren als een dump van consumptieafval, met een kleine bijmenging van slachtafval. Wat betreft spoor 35 is het overigens zeer opvallend dat het stalgedeelte is uitgekozen voor een dergelijke dump. Mogelijk was op dat tijdstip de stal niet (meer) als zodanig in gebruik. De resten van rund vertegenwoordigen tenminste vier individuen, waarvan drie zijn geslacht op een leeftijd van circa 5 jaar en één op een leeftijd van minder dan 3½-4 jaar. Van twee individuen kan de schofthoogte worden bepaald, die voor beide ca. 123 cm bedraagt. Er zijn verschillende pathologieën te onderscheiden, waarvan de meest opvallende die op de kiezen betreft. Het gaat hier om het verschijnsel van lineaire enamel hypoplasie (LEH), een afwijking in dikte van het tand die zich uit in één of meer lijnen of groeven op het tandoppervlak. De oorzaak hiervan kan stress zijn als gevolg van het werpen en zogen van jongen, maar ook tijdelijk voedselgebrek en ongunstige klimatologische omstandigheden gedurende de winter kunnen een rol spelen. Hoewel de exacte oorzaak in dit geval niet te achterhalen is, zouden we misschien kunnen denken aan de invloed van de strenge winters gedurende deze periode (Kleine IJstijd). De resten van oesters moeten eveneens worden beschouwd als consumptieafval en wijzen op een zekere welstand van de toenmalige bewoners. Naast dierlijke resten zijn 37 stukken hout onderzocht. Het betrof onder andere 21 duigen afkomstig van vijf tonnen. Deze tonnen waren als beschoeiing in twee waterputten

13 BIAXiaal verwerkt. De duigen waren gemaakt van eikenhout. Twee duigen van vondstnummer 55 hadden gaten met een diameter van 0,9 cm, gelegen tussen de groef en het uiteinde van de duig. In vondstnummer 59 kwam een duig voor met een cirkelvormig merk (diameter zeven cm) in het midden op de buitenzijde van de duig. Het kan hier gaan om een handelsmerk. De locatie en de grootte van de cirkel doet echter sterk denken aan een aanzet van een spongat, dat om de één of andere reden uiteindelijk niet is gemaakt. De zestien overige stukken hout zijn eveneens in constructies gebruikt. Het gaat hier om enkele planken, palen, balken en drie delen van een deksel of bodem van een ton. De gebruikte houtsoorten zijn wilg, voor de palen, den voor twee planken (vondstnummers 51 en 52) en eik voor een plank, balk, deksel of bodem en hoepelfragment (waarschijnlijk voor een ton). Veel van de planken en duigen zijn geschikt voor dendrochronologisch onderzoek (zie tabel 4). Een precieze kapdatum kan evenwel niet worden vastgesteld, omdat van geen van de stukken hout de laatst gegroeide jaarringen bewaard gebleven zijn. Alle duigen als ook de planken die voor dendrochronologisch onderzoek in aanmerking komen, zijn secundair gebruikt. Bij de interpretatie van dateringsresultaten die in een rapport van de Stichting RING/ROB zullen worden gepresenteerd, moet men hiermee rekening houden. Tot slot is een grondmonster uit waterput 1 gewaardeerd op plantenresten, met als doel het achterhalen van de herkomst van de vulling. De waarderingsresultaten wijzen op resten afkomstig uit een natuurlijke bodem en van een oud oppervlak. Het is dus mogelijk dat de waterput is gevuld met materiaal dat vrijkwam bij het graven van de tweede waterput. 5. Literatuur Brinkkemper, O., M.C. Eerden, K. van der Graaf, R.M. van Heeringen, A.A. Kerkhoven, M.C. Kosian, H.J.M. Meijers, J.H.M. Peeters, I.M. Roorda, H. Sarfatij & I.A. Schute 1998: Handboek ROB-specificaties, Amersfoort (Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek). Buitenhuis, H., & A.F.L. van Holk 1996: Botten aan boord, Paleo-aktueel 7, Burema, L., 1977: 58 miljoen Nederlanders en hun voedsel. Clason, A.T., & E. Knol 1994: Het ongehoornde rund in de Nederlandse kuststreken, Paleo-aktueel 5, Dekker, H.W.J., & K.P. Stapel 1977: 100 jaar Koninklijke Vereniging Het Nederlands Rundvee-Stamboek, (tweede druk), Voorschoten. Driesch, A. von den, 1976: A guide to the measurement of animal bones from archaeological sites, Cambridge (USA). Ervynck, A., & K. Dobney 1999: Lining up on the M1: a tooth defect as a bio-indicator for environment and husbandry in ancient pigs, Environmental Archaeology 4, 1-8. Ervynck, A., & K. Dobney 2000: Interpreting developmental stress in archaeological pigs: the chronology of linear enamel hypoplasia. Journal of Archaeological Science 27, Esser, E., & E.F. Gehasse 1995: Onderzoek van huisafval. Het organisch materiaal, in P. Bitter (red.), Geworteld in de bodem. Archeologisch en historisch onderzoek van een pottenbakkerij bij de Wortelsteeg in Alkmaar (Publicaties over de Alkmaarse Monumentenzorg en Archeologie I), Zwolle, Habermehl, K.-H., 1975: Die Alterbestimmung bei Haus- und Labortieren, Berlijn/Hamburg.

14 BIAXiaal Jong, T. de, 1992: Slachten, eten en huiden looien. Beenderen uit de late 14de eeuw geven inzicht in de dagelijkse omgang tussen mens en dier, in: W. Hurtak, A. Laenen & H. Muntjewerff (red.), Amateursverslag Bodemonderzoek IV Archeologische Vereniging Breda, Breda, Lauwerier, R.C.G.M., 1997: Laboratorium protocol archeozoölogie (ROB), Amersfoort. Lauwerier, R.C.G.M., & F.J. Laarman 1999: Dierlijk botmateriaal, in: J.-K. A. Hagers & M.M. Sier (red), Castricum-Oosterbuurt, bewoningssporen uit de Romeinse tijd en Middeleeuwen (ROB Rapportage Archeologische Monumentenzorg 53), Amersfoort, Matolcsi, J., 1970: Historische Erforschung der Körpergrösse des Rindes auf Grund von ungarischen Knochenmaterial, Zeitschrift für Tierzüchtung und Züchtungsbiologie 87, Schweingruber, F.H., 1982: Mikroskopische Holzanatomie, Birmensdorf. Uerpmann, H.-P., 1973: Animal bone finds and economic archaeology: a critical study of "osteo-archaeological" method, World Archaeology 4,

15 Bijlage 1 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): grootste lengte (GL) van lange beenderen en schofthoogtes (SH) van rund. vondstnummer spoornummer doosnummer skeletelement GL (in mm) SH (in cm) DBOT002 radius r. 287,0 123, DBOT003 tibia l. 355,6 122, DBOT003 tibia r. 355,8 122, DBOT003 femur l. 380,1 122, DBOT003 femur r. 379,2 122, DBOT004 tibia l. 356,2 122,9

16 Bijlage 2 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): de onderzochte houten objecten. De omschrijvingen van ARTEFACT en ART_SPEC zijn conform ARCHIS codes. VONDSTNR. ARTEFACT ART_SPEC OPMERKING DATUM INVDATUM LAB ANALIST V constructie balk BIAX L.I. Kooistra V constructie paal BIAX L.I. Kooistra V constructie paal BIAX L.I. Kooistra V constructie paal BIAX L.I. Kooistra V constructie paal BIAX L.I. Kooistra V constructie plank BIAX L.I. Kooistra V constructie plank BIAX L.I. Kooistra V constructie plank BIAX L.I. Kooistra V constructie paal BIAX L.I. Kooistra V waterput duig meerdere exemplaren BIAX L.I. Kooistra V waterput duig meerdere exemplaren BIAX L.I. Kooistra V constructie voorwerp bodem of deksel van een duigenton ook een hoepelfragment aanwezig BIAX L.I. Kooistra V waterput duig meerdere exemplaren BIAX L.I. Kooistra V waterput duig meerdere exemplaren BIAX L.I. Kooistra V waterput duig meerdere exemplaren BIAX L.I. Kooistra

17 Bijlage 3 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude): resultaten van het houtonderzoek. De metrische kenmerken zijn in centimeters. Voor grondvormcodes, zie omme zijde. VONDSTNR. VOLGNR. LENGTE BREEDTE DIKTE DIAMETER GRONDVORM HOUTSOORT SCHORS OPMERKING V ,0 16,0 9,5. GV10 Quercus N aan kopse zijde in het midden (op 8 cm) een half gat (2,2 cm breed en 1,5 cm diep) V ,0.. 6,0 GV1 Salix J paalmonster V ,0.. 8,0 GV1 Salix J paalmonster V ,0 6,5 8,0. GV1 Salix J paalmonster, tak/stam met zijtak daarom diameter niet rond maar 6,5 x 8 cm V ,0.. 9,0 GV1 Salix J paalmonster V ,0 25,0 2,5. GV14a Quercus N deel van plank met vier gaten met diameters tussen 2,3-2,4 cm V ,0 27,5 2,5. GV14a Quercus N deel van plank met twee kapotte gaten (ca. 2 cm diameter) op gelijke hoogte aan de kopse kant V ,5 14,0 6,0. GV16a Pinus N deel van plank met ca. 64 ringen. Beide planken samenvoegen en dan ca. 100 ringen V ,5 22,5 6,0. GV16a Pinus N deel van plank met ca. 40 ringen. Beide planken samenvoegen en dan ca. 100 ringen V ,0 16,5 4,5. GV16a Pinus N deel van plank met ca. 40 ringen. Beide planken samenvoegen en dan meer dan 100 ringen V ,5 26,0 4,5. GV16a Pinus N deel van plank met ca. 100 ringen. Beide planken samenvoegen en dan meer dan 100 ringen V ,0 9,0 6,0. GV9 Pinus J paalmonster, balk/paal is aan twee (ipv vier) tegenover elkaar gelegen zijden gerecht V ,3 15,6 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met meer dan 100 ringen is meest geschikt voor dendro V ,3 13,0 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 100 ringen V ,3 13,0 1,3. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 100 ringen V ,3 8,0 1,3. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 50 ringen (onregelmatig hout), niet geschikt voor dendro V ,3 8,8 1,4. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 60 ringen V ,0 14,0 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 100 ringen, duig met gaten aan basis en top V ,5 9,0 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig met ca. 60 ringen, duig met gaten aan basis en top V ,5 14,0 1,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 80 ringen V ,5 14,8 1,6. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, meer dan 100 ringen, meest geschikte duig voor dendro V ,5 11,7 1,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 80 ringen V ,0 8,3 1,5. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, deel van bodem of deksel van duigenton, past aan volgnr 2 V ,0 5,5 1,5. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, deel van bodem of deksel van duigenton, past aan volgnr 1 V ,5 9,5 1,5. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, deel van bodem of deksel van duigenton, past niet aan 1 en 2 V ,0 3,0 1,2. GV2 Quercus J hoepelfragment, gemaakt van tak van tenminste 4 jaar oud, gesneden in najaar/winter V ,0 10,0 1,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, minder dan 40 ringen, niet geschikt voor dendro V ,0 12,6 1,5. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, minder dan 40 ringen, niet geschikt voor dendro V ,0 11,5 1,3. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, minder dan 40 ringen, niet geschikt voor dendro V ,0 14,3 1,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 40 ringen, niet geschikt voor dendro

18 Bijlage 3 (vervolg) VONDSTNR. VOLGNR. LENGTE BREEDTE DIKTE DIAMETER GRONDVORM HOUTSOORT SCHORS OPMERKING V ,0 13,7 1,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 40 ringen, niet geschikt voor dendro V ,5 11,6 2,0. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig compleet, ca. 60 ringen, op buitenzijde merk of aanzet voor gat V ,0 13,5 2,5. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig compleet, ca. 100 ringen, meest geschikte duig voor dendro V ,0 10,0 1,8. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, minder dan 40 ringen V ,5 14,8 1,3. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig compleet, ca. 90 ringen, meest geschikte duig voor dendro V ,5 14,0 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 60 vrij brede ringen V ,0 10,5 1,2. GV14a Quercus N beschrijving zie tekst, duig incompleet, ca. 80 ringen

19 Bijlage 3 HSL vindplaats 45 Boskade (Jacobswoude), legenda grondvorm. 1 hele stam 11 vierzijdig gerechte balk uit kwart stam 2 halve stam 12 eenzijdig gerechte plank 3 derde stam 13 radiale plank door hart (kwartiers) a. zonder bastkanten b. met bastkant(en) 4 kwart stam 14 radiale plank maximaal tot hart a. zonder bastkanten b. met bastkant(en) 5 radiaal kleiner dan omtrek 6 radiaal gelijk aan omtrek 7 radiaal groter dan omtrek 15 tangentiale plank niet door hart, breedte groter dan kwart stam (dosse) a. zonder bastkanten b. met bastkant(en) 16 plank niet door hart, breedte maximaal kwart stam a. zonder bastkanten b. met bastkant(en) 17 relatief klein vierkant deel uit stam 8 eenzijdig gerechte balk 18 segment van een uitgeholde stam 9 vierzijdig gerechte balk door het hart van de stam 0 onbekend 10 vierzijdig gerechte balk uit halve stam

Houten constructie De Bilt-KNMIterrein

Houten constructie De Bilt-KNMIterrein Houten constructie De Bilt-KNMIterrein RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 574 JULI 2011 K. HÄNNINEN Colofon Titel: BIAXiaal 574 Houten constructie De Bilt-KNMI-terrein Auteur: K. Hänninen Opdrachtgever: RAAP West-Nederland

Nadere informatie

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul

Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven en mogelijke middeleeuwse meilers uit Lomm-Hoogwatergeul RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 684 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN Colofon Titel: BIAXiaal 684 Houtskool uit ijzertijdcrematiegraven

Nadere informatie

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland)

Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg in Krommenie, gemeente Zaanstad (Noord-Holland) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 602 JULI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 602 Hout van het onderzoek aan de Heiligeweg

Nadere informatie

Hout uit een Romeins castellum te Leiden-Roomburg

Hout uit een Romeins castellum te Leiden-Roomburg BIAXiaal 492 Hout uit een Romeins castellum te Leiden-Roomburg K. Hänninen April 2010 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie Colofon Titel:

Nadere informatie

Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart

Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart BIAXiaal Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart L.I. Kooistra november 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België)

Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) Houtskoolanalyse van een Romeins crematiegraf, Heule-Peperstraat (Kortrijk, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 621 27 NOVEMBER 2012 D. LENTJES & S. LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 621 Houtskoolanalyse van

Nadere informatie

Twee middeleeuwse boomstamputten uit Cothen-De Kamp, gemeente Wijk bij Duurstede

Twee middeleeuwse boomstamputten uit Cothen-De Kamp, gemeente Wijk bij Duurstede Twee middeleeuwse boomstamputten uit Cothen-De Kamp, gemeente Wijk bij Duurstede RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 627 December 2012 D. Lentjes, C. Vermeeren Colofon Titel: BIAXiaal 627 Twee middeleeuwse boomstamputten

Nadere informatie

Houten wagenwielen en een ton uit waterputten van de opgraving Terp Heinis (regio s-hertogenbosch).

Houten wagenwielen en een ton uit waterputten van de opgraving Terp Heinis (regio s-hertogenbosch). Houten wagenwielen en een ton uit waterputten van de opgraving Terp Heinis (regio s-hertogenbosch). RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 619 november 2012 C.VERMEEREN Colofon Titel: BIAXiaal 619 Houten wagenwielen

Nadere informatie

Archeologisch Diensten Centrum

Archeologisch Diensten Centrum \. ^ CSJ ^'%'A;)^? M I C CU Archeologisch Diensten Centrum co o Q. Q. CO ADC rapport 36.pdf 89 ADC Rapport 36 - Houten-Zuid 'Het Archeologisch onderzoek op terrein 21' Bijlage lil. Archeozoölogie (L.S.

Nadere informatie

Meer dan Botten van Dieren

Meer dan Botten van Dieren Meer dan Botten van Dieren o 1 Hoi! Ik ben Veerle Linseele, archeozoöloge. "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië, onderzoek ik de resten van dieren die tussen het andere archeologische materiaal gevonden

Nadere informatie

Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen

Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 511 FEBRUARI 2011 K. HÄNNINEN & W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal 511 Ees-Zuidesch, houtskool uit mesolithische haardkuilen

Nadere informatie

Hout, zaden en botten van het Middeleeuwse erf Wierden-Huurne, vindplaats 5

Hout, zaden en botten van het Middeleeuwse erf Wierden-Huurne, vindplaats 5 BIAXiaal 232 Hout, zaden en botten van het Middeleeuwse erf Wierden-Huurne, vindplaats 5 K. Hänninen L. de Vries Mei 2005 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en

Nadere informatie

Hout van mogelijke visweren bij Schoonebeek

Hout van mogelijke visweren bij Schoonebeek Hout van mogelijke visweren bij Schoonebeek RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 559 december 2011 K. Hänninen Colofon Titel: BIAXiaal 559 Hout van mogelijke visweren bij Schoonebeek Auteur: K. Hänninen Opdrachtgever:

Nadere informatie

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Beschrijving schaal van Oegstgeest Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. Figure 2: Onderaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen. De schaal heeft een diameter van 21 centimeter

Nadere informatie

resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op (fig. 1). (=Steppewisent) Inleiding

resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op (fig. 1). (=Steppewisent) Inleiding Enige aantekeningen bij de determinatie van fossiele resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus (=Steppewisent) Door Henk Hiddingh Inleiding In bovenpleistocene rivierafzettingen worden op diverse

Nadere informatie

Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen

Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen 467 Hout en houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen L.I. Kooistra Februari 2010 Colofon Titel: BIAXiaal 467 Hout en Houtskool van Elst-Grote Molenstraat uit

Nadere informatie

VLAK-verslag Nr.2.2 Hoogstad 5.19

VLAK-verslag Nr.2.2 Hoogstad 5.19 VLAK-verslag Nr.2.2 Hoogstad 5.19 Het botmateriaal van een inheems-romeinse nederzetting uit 120-175 na Chr. J. van Dijk, H. Robbers en T. de Ridder (red.) juli 2000 VLAK-verslag Nr.2.2 Hoogstad 5.19

Nadere informatie

MAAIKE GROOT ARCHEOLOGISCH CENTRUM VRIJE UNIVERSITEIT-HENDRIK BRUNSTING STICHTING

MAAIKE GROOT ARCHEOLOGISCH CENTRUM VRIJE UNIVERSITEIT-HENDRIK BRUNSTING STICHTING A MAAIKE GROOT ARCHEOLOGISCH CENTRUM VRIJE UNIVERSITEIT-HENDRIK BRUNSTING STICHTING Rituelen op het Romeinse platteland Tussen 1992 en 2005 vond in de nieuwbouwwijk Tiel-Passewaaij grootschalig archeologisch

Nadere informatie

curriculum vitae ancient hunters, modern butchers

curriculum vitae ancient hunters, modern butchers curriculum vitae Boudewijn Voormolen werd op juli 198 geboren in Rotterdam, is daar opgegroeid en blijven wonen tot 25. Na zijn MAVO doorliep hij in Rotterdam van 1989 tot 1991 het versnelde VWO aan de

Nadere informatie

Hout van een vroegmiddeleeuwse vindplaats in Oegstgeest-Nieuw Rhijngeest-Zuid

Hout van een vroegmiddeleeuwse vindplaats in Oegstgeest-Nieuw Rhijngeest-Zuid 423 Hout van een vroegmiddeleeuwse vindplaats in Oegstgeest-Nieuw Rhijngeest-Zuid L.I. Kooistra september 2009 Colofon Titel: BIAXiaal 423 Hout van een vroegmiddeleeuwse vindplaats in Oegstgeest-Nieuw

Nadere informatie

Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België)

Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België) Houtskool uit een neolithische haardkuil, vindplaats Flanders Expo (stad Gent, provincie Oost-Vlaanderen, België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 597 12 JUNI 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 597 Houtskool

Nadere informatie

Onderzoek van een houten voorwerp uit de opgraving Grote Markt te Lier (België)

Onderzoek van een houten voorwerp uit de opgraving Grote Markt te Lier (België) Onderzoek van een houten voorwerp uit de opgraving Grote Markt te Lier (België) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 638 JANUARI 2013 C. Vermeeren Colofon Titel: BIAXiaal 638 Onderzoek van een houten voorwerp uit

Nadere informatie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie BIAXiaal 208 Houtonderzoek aan de Bronstijdvindplaats te Zijderveld C. Vermeeren 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie Colofon Titel:

Nadere informatie

Houtskool van de Romeinse rookkuil, Dr. Poelsstraat, Heerlen

Houtskool van de Romeinse rookkuil, Dr. Poelsstraat, Heerlen BIAXiaal 72 Houtskool van de Romeinse rookkuil, Dr. Poelsstraat, Heerlen P. van Rijn Februari 1999 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl cm. 1. Tekening midden-voetsbeen van eenrund Imetatarsusl.

Tussen Rijn en Lek Dl cm. 1. Tekening midden-voetsbeen van eenrund Imetatarsusl. Tussen Rijn en Lek 1981 1. - Dl.15 1-11 - DIERENRESTEN VAN EEN INHEEMS-ROMEINSE NEDERZET-TING TE HOUTEN door P.J.A. van Mensch en A.P. van der Houwen Tijdens graafwerkzaamheden ter verlegging van het Amsterdam-Rijnkanaalwerd

Nadere informatie

Romeins bouwhout van het onderzoek aan de Middelbroekweg in Naaldwijk (provincie Zuid-Holland)

Romeins bouwhout van het onderzoek aan de Middelbroekweg in Naaldwijk (provincie Zuid-Holland) Romeins bouwhout van het onderzoek aan de Middelbroekweg in Naaldwijk (provincie Zuid-Holland) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 618 NOVEMBER 2012 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 618 Romeins bouwhout van

Nadere informatie

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen 6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen 6.3.1. Algemeen In totaal werden er tijdens het vlakdekkend onderzoek 31 sporen geregistreerd in het vlak. Vijf ervan kwamen ook reeds tijdens het vooronderzoek

Nadere informatie

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62359

Geraamte vmbo-b12. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62359 banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 03 juli 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62359 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie BIAXiaal 187 Onderzoek aan zaden en crematieresten van een AAO te Sittard (vindplaats 55) K. Hänninen E. Smits februari 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie

Nadere informatie

HOOGSTAD 6.036 J. VAN DIJK, H.A. ROBBERS EN T. DE RIDDER (RED.), MET BIJDRAGEN VAN W.J. KUIJPER (SCHELPEN) EN J. SCHELVIS (ECTOPARASIETEN).

HOOGSTAD 6.036 J. VAN DIJK, H.A. ROBBERS EN T. DE RIDDER (RED.), MET BIJDRAGEN VAN W.J. KUIJPER (SCHELPEN) EN J. SCHELVIS (ECTOPARASIETEN). VLAK-VERSLAG VERSLAG 3.2 HOOGSTAD 6.036 HET DIERLIJK MATERIAAL J. VAN DIJK, H.A. ROBBERS EN T. DE RIDDER (RED.), MET BIJDRAGEN VAN W.J. KUIJPER (SCHELPEN) EN J. SCHELVIS (ECTOPARASIETEN). DIENST WELZIJN,

Nadere informatie

Breda Valkenberg

Breda Valkenberg Breda Valkenberg 1994-1995 Fysisch antropologisch onderzoek L. de Jonge MA Erfgoedrapport Breda 182 ISSN: 2210-9552 COLOFON Titel: Valkenberg 1994 1995, fysisch antropologisch onderzoek Erfgoedrapport

Nadere informatie

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken. In de vroege zomer van 2017 heeft Archeologie West-Friesland een opgraving uitgevoerd tussen de Davidstraat, Romeinstraat en Korte

Nadere informatie

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom.

platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een gewricht, of botten met brede, platte kanten en een gewrichtskom. Welk bot is dit? Welk bot is dit? let op de vorm lange botten Botten die bestaan uit een lange staaf met aan beide uiteinden een gewricht. platte botten Langwerpige en smalle botten met aan één kant een

Nadere informatie

RESTEN VAN RIJKE MAALTIJDEN

RESTEN VAN RIJKE MAALTIJDEN RESTEN VAN RIJKE MAALTIJDEN Archeozoölogisch onderzoek van botmateriaal uit de Krijtstraat te Gorinchem (14 e 17 e eeuw) ArchaeoBone rapport nr. 35 J.T. Zeiler & D.C. Brinkhuizen ArchaeoBone Leeuwarden

Nadere informatie

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein 2012 Archol bv Ivo van Wijk Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat

Nadere informatie

De Ecologie van de Middeleeuwse Stad

De Ecologie van de Middeleeuwse Stad BIAXiaal 58 De Ecologie van de Middeleeuwse Stad Deel 2: Bemonsteringsmethodiek en overzicht van grondsporen met ecologische informatie H. van Haaster oktober 1997 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 11 Nieuwstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie onderzoeksgebied Administratieve gegevens

Nadere informatie

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek. 17 GORINCHEM, LAAG DALEMSEWEG T. Koorevaar Op 10 juli j.1. is na bemiddeling van mevr. N. de Kriek op aanwijzingen van dhr. H. van Mourik een vluchtige verkenning uitgevoerd op enkele percelen grenzend

Nadere informatie

Wolharige neushoorn op zijn teentjes getrapt

Wolharige neushoorn op zijn teentjes getrapt Wolharige neushoorn op zijn teentjes getrapt J.F. van de Steeg Inleiding Om een aantal vondsten van de wolharige neushoorn (Coelodonta antiquitatis) uit mijn collectie te determineren, bezochten wij het

Nadere informatie

Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat

Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat BIAXiaal 340 Zadenonderzoek aan een monster uit een hutkom (ca. 500 AD) en een gracht (14e eeuw) uit Gennep-Houtstraat K. Hänninen Oktober 2007 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING (PURMEREND) Locatie 19 Gedempte Singelgracht Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend Locatie 19 onderzoeksgebied Administratieve

Nadere informatie

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Publiekssamenvatting Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden Catastrofale overstromingen kwamen vaak voor in de geschiedenis van Pannerden, wat met de ligging in de driehoek tussen de rivieren

Nadere informatie

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) AWP-VERSLAG-WAARNEMING 2010-01-OCB (PURMEREND) Locatie 15 Westerstraat Purmerend ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP PURMEREND Neckerstraat 11 1441 KT Purmerend Project AWP Purmerend 2010-01-OCB Locatie onderzoeksgebied

Nadere informatie

Erfgenamenweg 14, De Elshof Michael Klomp

Erfgenamenweg 14, De Elshof Michael Klomp Archeologische Rapporten Zwolle Erfgenamenweg 14, Michael Klomp 27 Erfgenamenweg 14, Michael Klomp Colofon ISBN: 90-8533-028-9 Gemeente Zwolle Eenheid expertisecentrum, Afdeling Stad en Landschap, Monumentenzorg

Nadere informatie

Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken

Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken BIAXiaal 398 Onderzoek aan botanische macroresten uit een 17e/18e-eeuwse kuil aan de Duivelsbruglaan in Breda-Ginneken K. Hänninen Maart 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld

3,7. Antwoorden door een scholier 706 woorden 15 april keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 706 woorden 5 april 0,7 keer beoordeeld Vak Biologie Vita: In beweging schedelbeenderen spaakbeen bovenkaak 5 ellepijp onderkaak 6 opperarmbeen halswervels 7 borstbeen 5 sleutelbeen

Nadere informatie

Het Menselijke skelet vertelt

Het Menselijke skelet vertelt Het Menselijke skelet vertelt o 1 Hoi! Ik ben Evy Cuypers, archeologe! Ik ben François-Xavier, fysisch antropoloog! "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië hebben we een graf ontdekt. Na het voorzichtig

Nadere informatie

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep

Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep Archeologieatelier - vondstenmateriaal onder de loep fibula 102 In het depot nemen archeologen het opgegraven vondstenmateriaal onder de loep. Tijdens het bestuderen van het vondstenmateriaal maken ze

Nadere informatie

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Geraamte vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 13 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63335 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds 33 Dordrecht Ondergronds 33 Plangebied Vest 90-92 Gemeente Dordrecht Waarneming van de stadsmuur en de Nonnentoren M.C. Dorst 2012 Gemeente Dordrecht Stadsontwikkeling/Ruimtelijke Realisatie/Archeologie Colofon

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P

Evaluatiebrief Archeologisch onderzoek 58915 Sevenum-Beatrixstraat IVO-P Postbus 297 6900 AG Zevenaar Ringbaan Zuid 8a 6905 DB Zevenaar tel. 0316-581130 fax 0316-343406 info@archeodienst.nl www.archeodienst.nl Archeodienst BV, Postbus 297, 6900 AG Zevenaar Evaluatiebrief Archeologisch

Nadere informatie

KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven

KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht 1907 - Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN POLITIEHOND 1 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Politiehond 1 algemeen

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller Naam, adres, telefoon, datum paraaf Auteur

0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller Naam, adres, telefoon,  datum paraaf Auteur Programma van Eisen Conform KNA versie 3.2 (vanaf 06-04-2015) Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch proces 0 IVO Opwater 0 IVO Onderwater 0 Opgraven 0 Archeologische begeleiding (AB) Opsteller

Nadere informatie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie

Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie BIAXiaal 209 De IJzertijd-kano van Uitgeest: onderzoek van het hout en de bewerkingssporen C. Vermeeren O. Brinkkemper 2004 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en

Nadere informatie

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst

Nadere informatie

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding

evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding evaluatierapport zaltbommel-ruiterstraat 8 archeologische begeleiding 1 1 inleiding Van vrijdag 19 september tot en met dinsdag 23 september 2014 heeft VUhbs archeologie in opdracht van de familie van

Nadere informatie

% &! '!#(&#! )"(*!# #+ &,-. '!#( )(/ -#'#!#(0

% &! '!#(&#! )(*!# #+ &,-. '!#( )(/ -#'#!#(0 ! #$# %!#$ % &! '!#(&#! )(*!# #+ &,-. '!#( )(/ 0 -#'#!#(0 '!#(1/((2( 0 -#'#!#(0 .#/!0 '122 ' 3 4 ' '52 '. 67 7' # 8' 49'9' #02'# 22 2 2'.0:*(&+2 6 &' ; < *' ;7 =2< 9' >

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

Houtskool uit de overgang van het Allerød naar de Jonge Dryas van vindplaats Aalsterhut (gemeente Heeze Leende)

Houtskool uit de overgang van het Allerød naar de Jonge Dryas van vindplaats Aalsterhut (gemeente Heeze Leende) Houtskool uit de overgang van het Allerød naar de Jonge Dryas van vindplaats Aalsterhut (gemeente Heeze Leende) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 560 22 December 2011 L.I. Kooistra & M. van der Linden Colofon

Nadere informatie

Samenvatting. Deze tekst is in een iets andere vorm in een populairwetenschappelijk. Lauwerier 1988, 90, 92; Zeiler 2001. verschenen. Zie Groot 2007.

Samenvatting. Deze tekst is in een iets andere vorm in een populairwetenschappelijk. Lauwerier 1988, 90, 92; Zeiler 2001. verschenen. Zie Groot 2007. Samenvatting d i e r e n i n r i t u e e l e n e c o n o m i e i n e e n r o m e i n s e f r o n t i e r g e m e e n s c h a p o p g r av i n g e n i n t i e l - p a s s e wa a i j 1 i n l e i d i n g

Nadere informatie

Meer dan Botten van Dieren Begeleiding

Meer dan Botten van Dieren Begeleiding Meer dan Botten van Dieren Begeleiding Vak Onderwijsvorm Onderwerp Beginsituatie Eindtermen Vakgebonden Eindtermen Vakoverschrijdend Koppeling aan Leerplannen Lesdoel Schoolagenda Media Biologie ASO, TSO

Nadere informatie

Onderzoek van de drakenfiguur

Onderzoek van de drakenfiguur Onderzoek van de drakenfiguur Voordat een begin gemaakt werd met de behandeling en de restauratie van de loden drakenfiguur zijn eerst alle zichtbare gegevens fotografisch vastgelegd. Om details goed te

Nadere informatie

ARCHEOZOÖLOGISCH ONDERZOEK. MECHELEN GANZENDRIES (prov. ANTWERPEN) BASISRAPPORT

ARCHEOZOÖLOGISCH ONDERZOEK. MECHELEN GANZENDRIES (prov. ANTWERPEN) BASISRAPPORT ARCHEOZOÖLOGISCH ONDERZOEK MECHELEN GANZENDRIES (prov. ANTWERPEN) Auteurs: Redactie: Clara BOFFIN, Sofie THYS Bert ACKE Monument Vandekerckhove nv Afdeling Archeologie Oostrozebekestraat 54 Rapport 2013/32

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND

OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND OPGRAVING BEST-AARLE AFGEROND In het najaar van 2011 en de lente van 2012 deed een team archeologen van Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol bv) en Diachron UvA bv opgravingen in Aarle in de gemeente

Nadere informatie

Houtskool uit drie Romeinse crematies. Vinex-locatie Wateringse Veld, Den Haag 1997, terrein Vellekoop

Houtskool uit drie Romeinse crematies. Vinex-locatie Wateringse Veld, Den Haag 1997, terrein Vellekoop BIAXiaal 76 Houtskool uit drie Romeinse crematies. Vinex-locatie Wateringse Veld, Den Haag 1997, terrein Vellekoop P. van Rijn Mei 1999 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie

Nadere informatie

Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode

Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Een Middeleeuwse vuurdover van kasteel Nijenrode Gert Immerzeel Straatweg23,3621BB Breukelen 105 In jaargang 7, nr. 2 (juni 1992) van het Tijdschrift Historische Kring Breukelen schreef de heer A.H. Verroen

Nadere informatie

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Interne Rapportages Archeologie Deventer 55 Mei 2012 Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier COLOFON 2012, Gemeente Deventer, Deventer. Auteur:

Nadere informatie

Hout van de opgraving LR 78- Bouwloods in De Meern (gemeente Utrecht)

Hout van de opgraving LR 78- Bouwloods in De Meern (gemeente Utrecht) Hout van de opgraving LR 78- Bouwloods in De Meern (gemeente Utrecht) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 659 MEI 2013 SILKE LANGE Colofon Titel: BIAXiaal 659 Hout van de opgraving LR 78-Bouwloods in De Meern (gemeente

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen. 122 De boringen zijn uitgezet in enkele losse punten en een tweetal raaien langs de oostelijke en noordelijke

Nadere informatie

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER

GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER GERAARDSBERGEN- DUYTSENKOUTER Archeologienota Deel 3 : Programma van maatregelen 2016K8 Jasmine CRYNS Pieter LALOO Ghent Archaeological Team bvba Dorpsstraat 73 8450 Bredene Project: 2016K8 - Geraardsbergen-Duytsenkouter

Nadere informatie

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1 Hoogtesprong Vleugels De staander moet tenminste 100cm hoog zijn. Het begin van de vleugel begint op tenminste 75 cm hoogte op de staander. De breedte van de vleugel is 40 tot 60 cm. Het mag niet mogelijk

Nadere informatie

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin Inleiding De toestemming van het bestuur van het Dienstencentrum maakte het

Nadere informatie

Constructie met ringen. Geen titel. Edwin Brand, 2009.

Constructie met ringen. Geen titel. Edwin Brand, 2009. Constructie met ringen. Geen titel. Edwin Brand, 2009. Dit beeld is opgebouwd uit stalen ringen en doorvlochten met een spiraalvormig stalen lint. Het geheel is afgewerkt met teer. De ringen hebben een

Nadere informatie

Anatomische terminologie

Anatomische terminologie 1 Skelet Anatomische terminologie links / rechts proximaal / distaal lateraal / mediaan / mediaal centraal / perifeer ventraal / dorsaal intern / extern craniaal / caudaal magnus (major / maximus) / parvus

Nadere informatie

Plangebied Koningstraat 10

Plangebied Koningstraat 10 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4464 Plangebied Koningstraat 10 3750 voor Chr. Gemeente Zaltbommel Archeologisch onderzoek: een archeologische begeleiding 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320 na Chr.

Nadere informatie

Het gebit. Globaal bestaat iedere kaakhelft (uitgaand van vier kaakhelften, namelijk rechtsboven, linksboven, rechtsonder en linksonder) uit:

Het gebit. Globaal bestaat iedere kaakhelft (uitgaand van vier kaakhelften, namelijk rechtsboven, linksboven, rechtsonder en linksonder) uit: Het gebit Tanden en kiezen De voortanden van het paard worden snijtanden genoemd. Zij worden gebruikt om tijdens het grazen voedsel te pakken en af te snijden. De kiezen worden premolaren en molaren genoemd.

Nadere informatie

Aestimatica. Zutphen-Stadhuis 1997, vondstnummer 862. Archeologisch Adviesbureau. Een zoöarcheologische quickscan met aanvullende opmerkingen

Aestimatica. Zutphen-Stadhuis 1997, vondstnummer 862. Archeologisch Adviesbureau. Een zoöarcheologische quickscan met aanvullende opmerkingen Zutphen-Stadhuis 997, vondstnummer 862 Een zoöarcheologische quickscan met aanvullende opmerkingen auteurs Drs. E. Rompelman, Drs. N.T.D. Eeltink redactie Drs. N.T.D. Eeltink datum 28 maart 20 Aestimatica

Nadere informatie

BIJLAGE III wb EISEN AAN DE ANALOGE VELDTEKENING

BIJLAGE III wb EISEN AAN DE ANALOGE VELDTEKENING BIJLAGE III wb EISEN AAN DE ANALOGE VELDTEKENING (Geen veranderingen aangebracht voor versie 3.2). Omschrijving Symbool Beschrijving Aanduiding/nummering vondsten en foto s Volgnummer van een vondst Nummer

Nadere informatie

Adres: Derringmoerweg 7 Plaats: Arnemuiden Gemeente: Middelburg eventueel (centrum)coördinaat (en):

Adres: Derringmoerweg 7 Plaats: Arnemuiden Gemeente: Middelburg eventueel (centrum)coördinaat (en): memo van Bram Silkens/ Bernard Meijlink afdeling Ruimtelijk Beleid Datum Contact 31-05-2013 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl

Nadere informatie

Houtskoolonderzoek aan monsters uit meilers op de vindplaats Doetinchem- Holterhoek 2 (VME?)

Houtskoolonderzoek aan monsters uit meilers op de vindplaats Doetinchem- Holterhoek 2 (VME?) Houtskoolonderzoek aan monsters uit meilers op de vindplaats Doetinchem- Holterhoek 2 (VME?) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 591 MEI 2012 W. VAN DER MEER Colofon Titel: BIAXiaal 591 Houtskoolonderzoek aan monsters

Nadere informatie

ADELLIJK AFVAL. Archeozoölogisch onderzoek van de Laat-Middeleeuwse kastelen Egmond en Brederode. ArchaeoBone rapport nr. 61

ADELLIJK AFVAL. Archeozoölogisch onderzoek van de Laat-Middeleeuwse kastelen Egmond en Brederode. ArchaeoBone rapport nr. 61 ADELLIJK AFVAL Archeozoölogisch onderzoek van de Laat-Middeleeuwse kastelen Egmond en Brederode ArchaeoBone rapport nr. 61 Intern rapport in opdracht van Provincie Noord-Holland, 27 november 2007 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes)

(bandeliersluiting) (verschillende zalfpotjes) In de stortgrond afkomstig uit deze put langs de Kanaalschans werden veel metalen voorwerpen aangetroffen met de metaaldetector. Onder andere is met de detector een ronde penning van lood gevonden. Op

Nadere informatie

WANDELROUTE KENNEMERSTRAATWEG POLLEPEL HAMERBIJL ZEVENHUIZERLAAN SIKKELS SPANJAARDSLAAN HOUTWAL WATERPUT PALENCIRCEL WONINGBOUW START HOOGEWEG

WANDELROUTE KENNEMERSTRAATWEG POLLEPEL HAMERBIJL ZEVENHUIZERLAAN SIKKELS SPANJAARDSLAAN HOUTWAL WATERPUT PALENCIRCEL WONINGBOUW START HOOGEWEG WANDELROUTE KENNEMERSTRAATWEG POLLEPEL HAMERBIJL ZEVENHUIZERLAAN SPANJAARDSLAAN SIKKELS HOUTWAL GEBOUWEN UIT DE VROEGE MIDDELEEUWEN WATERPUT PALENCIRCEL WONINGBOUW START HOOGEWEG WONINGBOUW GEBOUWEN UIT

Nadere informatie

Onderzoek aan hout van twee waterputten en uit een vennetje van een opgraving in Udenhout, gemeente Tilburg (provincie Noord-Brabant)

Onderzoek aan hout van twee waterputten en uit een vennetje van een opgraving in Udenhout, gemeente Tilburg (provincie Noord-Brabant) Onderzoek aan hout van twee waterputten en uit een vennetje van een opgraving in Udenhout, gemeente Tilburg (provincie Noord-Brabant) RAPPORTNUMMER DATUM AUTEUR 645 FEBRUARI 2013 SILKE LANGE Colofon Titel:

Nadere informatie

Archeologienota:! bouw! van! appartementen! aan! de! Kanunnik!Davidlaan!te!Lier! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Archeologienota:! bouw! van! appartementen! aan! de! Kanunnik!Davidlaan!te!Lier! !!!!!!!!!!!!!!!!!!! Archeologienota: bouw van appartementen aan de KanunnikDavidlaanteLier StephanieCousin Kessel=Lo,2016 StudiebureauArcheologiebvba Colofon Archeologienota:bouwvanappartementenaandeKanunnikDavidlaanteLier

Nadere informatie

Dendrochronologische onderzoeken in Bergen op Zoom

Dendrochronologische onderzoeken in Bergen op Zoom Dendrochronologische onderzoeken in Bergen op Zoom In het vroege voorjaar van 2006 is in zestien huizen in Bergen op Zoom een zogenaamd dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd. Dat is een onderzoek waarmee

Nadere informatie

RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW F & G.

RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW F & G. IFCO Funderingsexpertise BV Limaweg 17 2743 CB Waddinxveen Tel: (0182) 646 646 Fax: (0182) 646 654 E-mail: mail@ifco.nl Web: www.ifco.nl KvK: Gouda 290 32656 RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW

Nadere informatie

NEOLITHISCHE BEENDERMONSTERS VAN OUDENAARDE-DONK

NEOLITHISCHE BEENDERMONSTERS VAN OUDENAARDE-DONK NOTAE PRAEHSTORCAE 6-1986: 123-127 NEOLTHSCHE BEENDERMONSTERS VAN OUDENAARDE-DONK P. VAN DER PLAETSEN Een eerste verslag. Een optimale bewaringstoestand zorgde ervoor dat het site Neo 1 (fig. 1, Neo 1)

Nadere informatie

Werkblad schedels groep 1

Werkblad schedels groep 1 Werkblad schedels groep 1 De lengte van het dier is ongeveer 5 keer de lengte van de schedel Hoe lang is de schedel? Meet langs de zijkant Hoe breed is de oogkas? Schedel nr 1 Schedel nr 2 Schedel nr 3

Nadere informatie