KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven

Transcriptie

1 KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN POLITIEHOND 1

2 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Politiehond 1 algemeen Verzamelplaats: Op of nabij elk keuringsterrein moet een terreingedeelte zijn, dat kan dienen als verzamelplaats voor de geleiders en hun honden. Voldoende fris drinkwater voor de honden dient aanwezig te zijn. Onderkomen voor de keuringscommissie: Eveneens moet op of nabij elk keuringsterrein een geschikte gelegenheid zijn, waar de inschrijving kan plaats vinden en waar de keuringscommissie ongestoord haar werkzaamheden kan verrichten. Toegang tot deze ruimte hebben - behalve leden van het hoofdbestuur - slechts zij, wier aanwezigheid door de keuringscommissie wenselijk wordt geacht. Sanitaire voorzieningen: Op elk keuringsterrein dient een toilet aanwezig te zijn. Op of nabij elk keuringsterrein dient een geschikte gelegenheid te zijn waar de helpers zich na hun werkzaamheden kunnen douchen. Afdeling 1 De volgoefeningen A, B en C algemeen Het terrein moet overzichtelijk, goed begaanbaar en van zodanige afmetingen zijn dat de oefeningen naar behoren kunnen worden uitgevoerd. Technische Commissie Pagina

3 D. Het blijven liggen Het terrein moet zodanig van aard zijn dat de hond er goed kan liggen en de geleider uit het zicht van de hond kan gaan. E. Het weigeren van aangeboden en toegeworpen voedsel Het terrein moet zodanig van aard zijn dat de hond er goed kan plaats nemen en de geleider uit het zicht van de hond kan gaan. G. Het stil zijn De oefening moet worden uitgevoerd in een gedeeltelijk bedekt terrein. Stil zijn PH1 en Object gel. + hond 20 mtr. 10 mtr. km. 20 mtr. luisterende km. De springoefeningen H, I en J algemeen H, de hindernis; (vrije sprong) Moet dicht zijn, ongeveer 1.00 meter hoog, 1.25 meter breed en niet dikker dan 5 centimeter zijn. I, de schutting Moet ongeveer 1.75 meter hoog en 1.25 meter breed zijn. Aan de achterzijde moet een afloopschot van dezelfde breedte als de schutting aangebracht zijn, onder een hoek van 45 graden en 25 centimeter onder de bovenkant van de schutting beginnen. 1.50m 1.75m 1.50m Technische Commissie Pagina

4 J, de kuil De kuil dient 2,25 meter breed, 3 meter lang en 0,5 meter diep te zijn en voorzien zijn van schuine zijden. De hindernis, de schutting en de kuil moeten voor de geleider en de hond goed bereikbaar zijn. De hindernis en de schutting dienen geheel vrij te staan en de kuil dient geheel vrij te liggen. K. Het opzoeken en apporteren van kleine voorwerpen Er zijn 3 zoekterreinen beschikbaar en deze mogen niet aan elkaar grenzen. Elk zoekterrein moet een afmeting hebben van 14 bij 14 meter. Het moet laag begroeid zijn, bij voorkeur een kort gemaaid grasveld. Afdeling 2 Het waterwerk algemeen Er moet een water aanwezig zijn van tenminste 15 en bij voorkeur niet breder dan 30 meter. De lengte van het water moet minimaal gelijk zijn aan de breedte. Het te water gaan en het verlaten van het water moet goed uitvoerbaar zijn. Technische Commissie Pagina

5 Afdeling 3 A. Het bewaken van een voorwerp Het terrein moet goed begaanbaar zijn en het moet de helper de mogelijkheid bieden om ruimschoots, naar en voorbij de hond te gaan. De revieroefeningen B en C algemeen Het terrein moet gedeeltelijk bedekt en gedeeltelijk open zijn. Zowel voor de oefening het revieren naar een groot voorwerp als voor de oefening het revieren naar een persoon moet een apart terrein beschikbaar zijn. Deze terreinen mogen niet kleiner zijn dan 150 meter diep en moeten een breedte hebben van 75 meter. D. Het transport van een arrestant Een goed overzichtelijk en begaanbaar terrein aanwezig zijn en een lengte hebben van tenminste 80 meter.. Algemene bepalingen Voor de uitvoering van de oefeningen E tot en met N van afdeling 3, moet de afstand tussen de start en de plaats waar de helper begint te vluchten, 80 meter zijn en uitkomen op een open, goed begaanbaar en goed berijdbaar terrein, waar voldoende ruimte is voor de uitvoering van de diverse aanvalsoefeningen. Dit laatste terrein moet minimaal 50 meter lang en 25 meter breed zijn. Technische Commissie Pagina

6 KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN POLITIEHOND 2

7 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Politiehond 2 De oefeningen waar geen tekst bij staat zijn hetzelfde als politiehond 1. Afdeling 1 De volgoefeningen A, B en C algemeen Het terrein moet overzichtelijk, goed begaanbaar en van zodanige afmetingen zijn dat de oefeningen naar behoren kunnen worden uitgevoerd. D. Het blijven liggen E. Het weigeren van aangeboden en toegeworpen voedsel F. Het weigeren van gevonden voedsel Technische Commissie Pagina

8 G. Het stil zijn De springoefeningen H, I en J algemeen K. Het opzoeken en apporteren van kleine voorwerpen Er zijn 3 zoekterreinen beschikbaar en deze mogen niet aan elkaar grenzen. Elk zoekterrein moet een afmeting hebben van 21 bij 14 meter. Dit terrein is in de lengterichting in drie gelijke vakken verdeeld. In elk vak ligt één voorwerp. Het zoekterrein moet laag begroeid zijn, bij voorkeur een kort gemaaid grasveld. Afdeling 2 Het waterwerk algemeen Afdeling 3. A. Het bewaken van een voorwerp De revieroefeningen B en C algemeen B. Het revieren naar een groot voorwerp Het terrein moet zodanig open zijn dat de keurmeester de hond zoveel mogelijk kan waarnemen. De lengte van dit terrein mag niet kleiner zijn dan 150 meter en niet smaller dan 75 meter. C. Het revieren naar een persoon D. Het transport van een arrestant Algemene bepalingen Technische Commissie Pagina

9 KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN OBJECTBEWAKINGSHOND

10 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Objectbewakingshond De oefeningen waar geen tekst bij staat zijn hetzelfde als politiehond 1. Afdeling 1 De volgoefeningen A, B en C algemeen D. Het blijven liggen E. Het weigeren van aangeboden en toegeworpen voedsel F. Het weigeren van gevonden voedsel G. Het stil zijn De springoefeningen H, I en J algemeen Afdeling 2 A. Het opzoeken en apporteren van kleine voorwerpen B. Het surveilleren Het terrein moet gedeeltelijk bedekt en gedeeltelijk open zijn. De lengte van dit terrein moet ongeveer 100 meter zijn en de breedte minimaal 15 meter. Technische Commissie Pagina

11 De revieroefeningen C en D algemeen. E. Het transport van een arrestant Afdeling 3 A. De overval op de geleider Voor de uitvoering van deze oefening moet een goed begaanbaar terrein aanwezig zijn van tenminste 80 meter lengte en waar de helper zich kan verschuilen. Algemene bepalingen Voor de uitvoering van de oefeningen C, D, F en G van afdeling 3 moet een aanloop zijn van 12 meter tot aan de start. De afstand van de start tot de plaats waar de helper in het zicht komt moet 80 meter zijn en uitkomen op een open, goed begaanbaar en goed berijdbaar terrein, waar voldoende ruimte is voor de uitvoering van de diverse aanvalsoefeningen. Dit terrein moet minimaal 50 meter lang en 25 meter breed zijn. Technische Commissie Pagina

12 KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN BASISCERTIFICAAT

13 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Basiscertificaat Afdeling 1 De volgoefeningen A, B en C algemeen Het terrein moet overzichtelijk, goed begaanbaar en van zodanige afmetingen zijn dat de oefeningen naar behoren kunnen worden uitgevoerd. D. Het blijven liggen Het terrein moet zodanig van aard zijn dat de hond er goed kan liggen en de geleider uit het zicht van de hond kan gaan. E. Het laten liggen van de hond Het volgdiabolo van A naar B. F. Het vooruit sturen, gevolgd door het bij zich roepen van de hond Het volgdiabolo van A naar B. Technische Commissie Pagina

14 Afdeling 2 A. De vrije sprong over de hindernis De hindernis moet geheel vrij staan en voor de geleider en de hond goed bereikbaar zijn. Omschrijving van de te gebruiken materialen De hindernis moet dicht zijn, ongeveer 1.00 meter hoog, 1.25 meter breed en niet dikker zijn dan 5 centimeter. B. De breedte sprong De kuil dient 1,50 meter breed, 3 meter lang en 0,5 meter diep te zijn en voorzien zijn van schuine zijden. C. Lopen op een open trap Een open trap (geen stootborden) van tenminste 10 en ten hoogste 12 treden en minimaal 50 cm breed. De trap moet geheel vrij staan en voor de geleider en de hond goed bereikbaar zijn. D. Lopen over een plank De loopplank is 0,50 meter breed en 5 meter lang en is aangebracht op een hoogte van ongeveer 2 meter. Vanaf het einde van de loopplank loopt een plank, voorzien van dwarslatjes, schuin naar beneden, ( 60 graden) om de hond de gelegenheid te geven de loopplank te verlaten. De afloopplank moet op 1 meter van de onderzijde voorzien zijn van een markering E. De kruipoefening Een rechte kruipgang met een diameter van 0,5 meter en een lengte van 5 meter, waarvan het uiteinde niet zichtbaar is. Technische Commissie Pagina

15 F. Lopen over onaangename materialen Een vlak van ongeveer 10 m2 ( 2 x 5 meter) met daarop puin, betonijzer, folie of ander soortgelijke afvalmaterialen. Aan de zijkant van de onaangename materialen staat een bak met voedsel. G. Het weigeren van gevonden voedsel Naast het vlak staat een bak met voedsel. H. Het opzoeken en apporteren van voorwerpen Drie voorwerpen waaraan menselijke lucht moet zitten en van zodanig materiaal vervaardigd moet zijn, dat zij niet stuk gebeten kunnen worden. Als voorwerpen kunnen b.v. gebruikt worden; een zakmes, een slotje, een buisje of een klaviersleutel e.d. De voorwerpen moeten minimaal 5 cm en mogen maximaal 10 cm lang zijn. Op een willekeurige plaats zijnde een bos, wal, parkeerplaats e.d. ter grootte van ongeveer 10 x 20 meter, moet de hond drie voorwerpen waaraan menselijke lucht zit, opzoeken en apporteren. Technische Commissie Pagina

16 AFDELING 3 A. Het opzoeken en verwijzen van een wapen en een breekwerktuig Een geweer of een op een geweer gelijkend voorwerp, deels van hout, deels van metaal, lengte ongeveer 1 meter en een gewicht van ongeveer 6 kg en een breekwerktuig waarvan de lengte ongeveer 50 cm is. Een willekeurige plaats zijnde een bos, wal, rand van een parkeerplaats e.d. De lengte ervan moet ongeveer 100 meter zijn en de breedte minimaal 15 meter. B. Het opzoeken en lokaliseren van een persoon Er moet een terrein beschikbaar zijn van ongeveer 70 m x 70 meter. Het terrein moet gedeeltelijk bedekt en gedeeltelijk open zijn. C. Het uitwerken van een spoor 1 Voorwerp b.v. een mes, schroevendraaier, pistool, bosje sleutels e.d. en een eindvoorwerp, zijnde een geweer. Een grasveld of weiland waarop een spoor van 200 passen - ongeveer 150 meter - kan worden uitgelegd. De spoorlegger moet 2 keer van richting kunnen veranderen. D. Het sorteren van voorwerpen 3 Dezelfde geneutraliseerde RvS vierkante buisjes, 20 mm x 20 mm x 100 mm, met een wanddikte variërend van 1 mm tot 2 mm. Deze buisjes worden ook als uitgangsvoorwerpen gebruikt. Een geneutraliseerde tang of haakje. Een terrein van 10 bij 10 meter waar de sorteerbank vlak opgesteld kan worden. Technische Commissie Pagina

17 KONINKLIJKE NEDERLANDSE POLITIEHOND VERENIGING Opgericht Beschermheer: Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven EISEN KEURINGSTERREINEN SPEURHOND A EN B SORTEERHOND A EN B PUIN - ZOEKEN A EN B VLAKTEREVIEREN A EN B

18 Eisen voor keuringsterreinen 2007 Speurhond A en B Sorteerhond A en B Puin - zoeken A en B Vlakterevieren A en B Verzamelplaats: Op of nabij elk keuringsterrein moet een terreingedeelte zijn, dat kan dienen als verzamelplaats voor de geleiders en hun honden. Voldoende fris drinkwater voor de honden dient aanwezig te zijn. Onderkomen voor de keuringscommissie: Op of nabij elk keuringsterrein moet een geschikte gelegenheid zijn, waar de inschrijving kan plaats vinden en waar de keuringscommissie ongestoord haar werkzaamheden kan verrichten. Toegang tot deze ruimte hebben - behalve leden van het hoofdbestuur - slechts zij, wier aanwezigheid door de keuringscommissie wenselijk wordt geacht. Sanitaire voorzieningen: Op elk keuringsterrein dient voldoende toiletgelegenheid te zijn. Op of nabij elk keuringsterrein dient een geschikte gelegenheid te zijn, waar de slachtoffers zich na hun werkzaamheden kunnen verfrissen. Afdeling 3. Speurhond A A. Het uitwerken van een spoor Een open terrein, bestaande uit weilanden, akkerland, laag begroeid terrein, met inbegrip van verharde en onverharde veldwegen en sloten. Daarop moet een spoor van ongeveer 1000 passen - ongeveer 700 meter - kunnen worden gelegd. De spoorlegger moet 8 keer van richting kunnen veranderen. Omschrijving van de te gebruiken materialen Een lijn van ongeveer 10 meter. Een halsband c.q. speurtuig. 3 Voorwerpen b.v. een mes, schroevendraaier, pistool, bosje sleutels, portemonnee, tang en een eindvoorwerp b.v. een geweer, geldkist, kledingstuk, tas met gereedschap. Afdeling 3. Speurhond B B. Het uitwerken van een spoor Een open terrein, bestaande uit weilanden, akkerland en laag begroeid terrein met inbegrip van verharde en onverharde veldwegen en sloten. Daarop moet een spoor van ongeveer 2000 passen - is ongeveer 1400 meter - kunnen worden gelegd. De spoorlegger moet 10 keer van richting kunnen veranderen. Omschrijving van de te gebruiken materialen Een lijn van ongeveer 10 meter. Een halsband c.q. speurtuig. 4 Voorwerpen b.v. een mes, schroevendraaier, pistool, bosje sleutels, portemonnee, tang en een eindvoorwerp b.v. een geweer, geldkist, kledingstuk, tas met gereedschap. Technische Commissie Pagina

19 Afdeling 3. Sorteerhond A A. Het sorteren van voorwerpen Een terrein van 10 meter bij 10 meter waar de sorteerbank vlak opgesteld kan worden. Omschrijving van de te gebruiken materialen 20 Dezelfde geneutraliseerde rvs vierkante buisjes, 20 mm x 20 mm x 100 mm, met een wanddikte variërend van 1 mm tot 2 mm. Deze buisjes worden ook als uitgangsvoorwerpen gebruikt. Een geneutraliseerde tang. TEKENING SORTEERBANK Technische Commissie Pagina

20 Afdeling 3. Sorteerhond B B. Het sorteren van voorwerpen Een terrein van 20 meter bij 20 meter waar de 2 sorteerbanken vlak, 5 meter van elkaar, opgesteld kunnen worden. Omschrijving van de te gebruiken materialen 16 Dezelfde geneutraliseerde rvs vierkante buisjes, 20 mm x 20 mm x 100 mm, met een wanddikte variërend van 1 mm tot 2 mm. Deze buisjes worden ook als uitgangsvoorwerpen gebruikt. Twee geneutraliseerde tangen. Een dobbelsteen. 2 Sorteerbanken voor zeven buisjes (zie bij sorteerhond A) Afdeling 3. Puin - zoeken A A. Puin - zoeken Een puingebied. Er moet een terrein beschikbaar zijn van ongeveer 1000 m2. Afdeling 3. Puin - zoeken B B. Puin - zoeken Een puingebied. Er moet een terrein beschikbaar zijn van ongeveer 3000 m2. Afleiding door smeulend vuur, lawaai van motoren, hamerslagen, trommelgeluiden enz. naast het puingebied. Afdeling 3. Vlakterevieren A A. Vlakterevieren Het terrein moet gedeeltelijk bedekt en gedeeltelijk open zijn. Er moet een terrein beschikbaar zijn, van m2 tot m2. Afdeling 3. Vlakterevieren B B. Vlakterevieren Het terrein moet gedeeltelijk bedekt en gedeeltelijk open zijn. Er moet een terrein beschikbaar zijn van m2 tot m2. Technische Commissie Pagina