NOTULEN GEMEENTERAAD ZITTING VAN 11 MEI 2016

Transcriptie

1 NOTULEN GEMEENTERAAD ZITTING VAN 11 MEI 2016 Aanwezig : Verontschuldigd : Piet Buyse, burgemeester-voorzitter; Leen Dierick, Niels Tas, Dirk Abbeloos, Martine Van Hauwermeiren, Carine Verhelst, Lien Verwaeren, Patrick Meulebroek, schepenen; Jan Van Damme, Thérèse Van Gucht, Stefaan Van Gucht, Bart Van Malderen, Marius Meremans, Hilde Raman, Dina Verhavert, Denise Moens, Klaartje Van Havermaet, Dimitri Van Hoey, Nele Cleemput, Walter Deygers, Dieter Mannaert, Bart Claes, Stijn Goossens, Tomas Roggeman, Emiel Ravijts, Judith De Smedt, Lien Van Hecke, Laurens Hofman, Gino Van der Vreken, Stijn Pluym, Matthias Coppens, raadsleden; Elke De Man, stadssecretaris François De Bleser, schepen; Annie Van den Berghe, Barbara Pas, Bart Nobels, raadsleden Afwezig : De voorzitter opent de vergadering om 20:11 uur. Openbare vergadering GEMEENTERAAD 1. Toekomst brandweer Oudegem Dit is het ontwerpbesluit op basis waarvan de gemeenteraad werd bijeengeroepen : De gemeenteraad Gelet op de principebeslissing van de Zoneraad van de Hulpverleningszone Oost Oost-Vlaanderen d.d. 13/02/2015 over de toekomst van de brandweerpost Oudegem; Gelet op de beslissing van de Zoneraad d.d. 29/05/2015 over de toekomst de brandweerpost Oudegem; Gelet op de toelichting van de Zoneraad d.d. 22/04/2016 over het personeelsbehoeftenplan; Overwegende dat de goedkeuring van het personeelsbehoeftenplan beslist dient te worden in de Zoneraad van de Hulpverleningszone Oost Oost-Vlaanderen; Overwegende dat de brandweerpost van Oudegem een belangrijke bijdrage levert aan de veiligheid in de streek; Overwegende dat de burgemeester zetelt in de Zoneraad als vertegenwoordiger van de stad Dendermonde;

2 Besluit Artikel 1 De gemeenteraad verzoekt de burgemeester om in de Zoneraad van de Hulpverleningszone Oost Oost- Vlaanderen tegen het personeelsbehoeftenplan te stemmen; Artikel 2 De gemeenteraad verzoekt de burgemeester om in de Zoneraad van de Hulpverleningszone Oost Oost- Vlaanderen de sluiting van de brandweerpost Oudegem af te keuren; Artikel 3 De gemeenteraad beslist tot oprichting van een openbare bijzondere commissie waarbij alle relevante stukken en documenten aan de leden bezorgd worden en waar leden of vertegenwoordigers van de Brandweerzone Oost, van de Technische Commissie en van de brandweerposten Dendermonde en Oudegem gehoord kunnen worden; Artikel 4 De gemeenteraad beslist om na afloop van de activiteiten van deze bijzondere commissie een advies te formuleren over de toekomst van de brandweerposten van Dendermonde en Oudegem. Burgemeester Piet Buyse (zie powerpointpresentatie als bijlage) Collega s goedenavond, wij hebben de verontschuldiging van onze collega Bart Nobels en van onze collega Annie Van den Berghe. De gemeenteraad is samengeroepen in bijzondere zitting met één agendapunt. Mevrouw Pas is ook verontschuldigd, dat wordt genoteerd. Dank u wel. Zijn er nog andere collega s die verontschuldigd zijn? Ik dacht het niet. We hebben één agendapunt collega s, de toekomst van de brandweer Oudegem. Sta mij toe om de inleiding te geven over dit punt en dan zullen we aan de verschillende fracties vragen wie er wenst tussen te komen op dit agendapunt. Het is ongeveer dezelfde informatie die ik ook gegeven heb aan de personeelsleden en ook aan de leden van de zoneraad uiteraard. We keren daarvoor terug naar het inspectieverslag dat opgemaakt is door de Federale Overheidsdienst van Binnenlandse Zaken en waarbij toen aanwezig waren een aantal mensen uiteraard van onze brandweer, maar uiteraard ook de verschillende inspecteurs, mijnheer Bouckaert, mijnheer Heylenbosch en mijnheer Callaerts en u ziet wij hebben daar ook een reactie op gestuurd en dan is dat verslag definitief geworden. Nu wat voor dit thema belangrijk is, is dat er in de conclusies van het eindverslag op pagina 36 stond een opdracht om ervoor te zorgen ja mevrouw de geluidsinstallatie, ik zal proberen iets luider te spreken, maar het is inderdaad geen goede installatie - de nieuwe is besteld in overleg met de zone een beslissing te nemen over de toekomst van de post Oudegem. En dat was één van de zaken die daarin stonden en als dat gebeurt, moet er samen met de zone, dan kon er over de infrastructurele maatregelen gesproken worden en dat gaat uiteraard over de kazerne in Oudegem. Nu belangrijkste is de bespreking van de operationaliteit in de post. Pagina 16 en 18 van het inspectieverslag vinden we daarover een aantal bemerkingen. En bemerkingen zijn dat er twijfels waren over de adequaatheid waarmee de post uitrukt. Men stelde vast uitruk met vijf personen en dat moet zijn met zes personen. Is een opdracht die komt uit de wet. Ik heb het er nog even bijgehaald : in het KB tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp, de snelste adequate hulp is een principe dat vastgelegd is in de wet, en wat is nu de minimale bezetting per voertuig. Dat is bepaald in dit koninklijk besluit van 10 november Dat zegt eigenlijk je mag vertrekken minimale bezetting, meer uiteraard wel, maar de minimale bezetting de AP015 is er moet in de multifunctionele autopomp een onderofficier bevelvoerder zijn die ook drager is adembescherming. Er moet een chauffeurpompbediener zijn en er moeten vier brandweerlui zijn, dragers adembescherming. Dat is tweemaal

3 twee, dat is een operationeel duo. Dat staat dus letterlijk in de wet. Dus met vijf mag het niet. Vijf is niet in orde, is onwettig. Er is een uitzonderingsregel in het KB vast geschreven. Dat ingeval, het is heel klein, maar als dat nu niet kan, dat er zes man tegelijkertijd vertrekt, dan kan het ook zijn dat er een groep van vier vertrekt, maar op één voorwaarde er moet tegelijkertijd vanuit een andere plaats, vanuit een andere post ook eenzelfde wagen vertrekken ook met de minimale bezetting van vier. Dus dat betekent dat als er een wagen vertrekt van waar ook, dat er vier mensen moeten inzitten, uiteraard de onderofficier, de chauffeur en dan één operationeel duo, als op eenzelfde moment van een andere post een gelijkaardige auto vertrekt. Het is ook uitdrukkelijk beschreven dat die vier niet mogen starten aan de interventie. Niet mogen starten. Ze mogen dit voorbereiden, ze mogen niet starten omdat dit te gevaarlijk is, vooral voor het leven van de manschappen zelf. Dat is heel uitdrukkelijk de reden waarom dit zo in de wet staat. De minimale uitruk, dus 0-1-3, dat betekent wat ik zopas gezegd heb, één onderofficier, één chauffeur en twee brandweerlieden. Nu de minimale uitruk komen we straks terug over in de volgende slide. Maar wat hebben wij ooit gedaan als stadsbestuur, nog voor de zone er was. De multifunctionele halfzware-autopomp gekocht en betaald uiteraard. We hebben een aanpassing moeten doen omdat we vastgesteld hebben dat Oudegem overdag deze snelste en adequate hulp niet kon vervullen en we hebben een aanpassing gedaan in ons organiek reglement. Deze gemeenteraad heeft nog beslist om het aantal personeelsleden in de post Oudegem op te drijven. Het organiek reglement is hier goedgekeurd in deze gemeenteraad en dat geeft ons dit personeelskader waar we staan, van de officieren tot en met de ambulanciers, hoeveel mensen wij in dienst kunnen nemen voor de brandweer, toen nog van Dendermonde. Dat betekent dat ons personeelskader van de brandweer, de gewestelijke brandweer Dendermonde, bestond toen uit twee, centrumpost en bijpost Oudegem, 25 % van de middelen die de stad voorziet, menselijke middelen uiteraard, 25% van de manschappen is toegewezen aan de post Oudegem, 75% is toegewezen aan de centrumpost. De minimale uitruk. Er is een reden waarom wij konden zeggen, als we telkenmale vanuit Oudegem vertrekken met vier mensen en vanuit een andere post vertrekken we ook met vier mensen, dan moet dit misschien kunnen functioneren. Dus dat heeft in onze bedrijfsvoering lang op tafel gelegen. Nu is er een omzendbrief gekomen van de minister van Binnenlandse Zaken aan de Provinciegouverneurs, omzendbrief van 11 juni 2013, waarbij nog eens op de uitzonderingsprocedure gewezen wordt, maar waarbij uitdrukkelijk gesteld wordt dat een zone zich structureel niet op deze manier mag organiseren. Dus je kan niet zeggen we gaan één van onze posten structureel laten uitrukken telkenmale op basis van een wagen met vier mensen, dat kan echt niet. Dus de minister verbiedt dit aan de gouverneurs. De gouverneurs sturen dit aan de burgemeesters toen nog want we waren in 2013 en dit is nu op tafel van de zoneraad. Dus wij mogen niet zeggen van we gaan telkenmale met de twee verschillende ploegen uitrukken. Waarom mag dat ook niet? Dat is om een halt te maken aan de tot dan toe gebruikelijke positie van de dubbele uitruk. In de snelste adequate hulp wordt het snelste korps uitgestuurd naar de plaats van interventie. Vaak werd dan nog een keer het territoriaal bevoegd korps ook eens opgeroepen. Dat betekent dat er dikwijls twee treinen toekwamen, de trein van het snelste korps en een trein van het territoriale korps. Wat dan een overshoot was van manschappen op de plaats van interventie. Men heeft ons uitdrukkelijk gezegd: in uw bedrijfsvoering van de zone moet je ervoor zorgen dat dit niet meer kan. Dat er een trein vertrekt ik zeg zomaar wat vanuit Buggenhout naar Baasrode en een trein die vertrekt vanuit Dendermonde naar Baasrode, dat is absoluut te vermijden en onze bedrijfsvoering is daar ook op aangepast. Eén van de laatste beslissingen die onze gemeenteraad nog genomen heeft voor de brandweer van Dendermonde, vooraleer de zone gevormd is op 2 januari 2015 (zone met rechtspersoonlijkheid), is nog eens ons contingent vacatures maken en we hebben daar uitdrukkelijk gezegd dat van de negen vacante betrekkingen van brandweermannen voor de stad Dendermonde toen nog er zes betrekkingen waren voor de hoofdkazerne en drie betrekkingen voor de bijpost Oudegem om op die manier het contingent aan te vullen en dichter te brengen bij de in ons personeelsplan voorziene aantallen. De zoneraad heeft deze benoemingen op 2 januari in haar eerste zitting dan ook gedaan. De laatste zoneraad hebben helaas twee van deze collega s ontslag genomen.

4 Dat is de context. Hoe moeten we daar nu mee omgaan om onze bedrijfsvoering te regelen binnen de zone Oost? De zones, in het meervoud, in heel het land hebben een tool aangereikt gekregen van de FOD Binnenlandse Zaken. Een tool voor risicoanalyse, voor de Belgische brandweer. Falck staat daarbij, dat is diegene die die tool ontwikkeld heeft. Dus die risicoanalyse is toegepast op de zone Oost maar is ook toegepast op andere zones, ik zeg zomaar, de zone Centrum, de zone Zuid-Oost, de zone Waas, om onze drie buurzones te noemen, maar ook op alle zones in het land, ook op de zones in Wallonië. Op die manier kan je zien, wat zijn de risico s en wat zijn de middelen die we hebben. En hoe kunnen we dus onze zone organiseren om de middelen en de risico s met mekaar in overeenstemming te brengen. Er staan een aantal elementen in die belangrijk zijn, de globale risicodichtheid is een technische term die zegt: wat zijn de risico s op een bepaald deel van het grondgebied? Die zijn niet overal gelijk. Risico s zijn verschillend. Risico s zijn verschillend naar de aard van de plaats waar een incident kan zijn, ik zeg zomaar wat, een risico van een appartementsgebouw wordt hoger ingeschaald dan een risico van een woning of een risico van een schuur. Dat zijn elementen die in de globale risicodichtheid meenemen. Twee houdt men ook rekening uiteraard met de bevolkingsdichtheid. En dat betekent dat de globale risicodichtheid, daar zijn een aantal normen op, de GRD wordt dat dan weer afgekort want alles is tegenwoordig afgekort, hebben we een niveau van zeer laag tot zeer hoog. Dat is dit systeem. Nu de globale risicodichtheid in de zone Oost is in de risicoanalysetool bekeken en dat betekent dat er voor verschillende deelgemeenten op het grondgebied van de stad verschillende risicodichtheden zijn. Hoog en zeer hoog hebben wij in Dendermonde en in Sint-Gillis, gemiddeld hebben wij in Oudegem, hebben we laag bijvoorbeeld in Schoonaarde en zeer laag in Mespelare. Nogmaals dat is geen analyse van de burgemeester, dat is geen analyse van de zoneraad, dat is een analyse van de tool van Binnenlandse Zaken. Het middel dat ons daartoe aangereikt wordt. En dan op basis daarvan als men de GRD bepaald heeft per deel van het gebied, en u ziet dat is voor het ganse gebied van de zone geanalyseerd, dan worden daar de tijden op gebruikt, normatieve opkomsttijden per object. Normatieve opkomsttijden, dat betekent aan welke tijden moet je beantwoorden om de norm te halen. De norm is evenwel niet en nergens bepaald. Er is geen wet, er is geen KB die de normen vastlegt. Maar de normen zijn richtinggevend voor de bedrijfsvoering in de zone. En die worden opgelijst per object, da s een hele lange lijst, ik bespaar u dat, maar bijvoorbeeld op de eerste lijn kunnen we zien dat er voor woningen, voor een GRD-risico van zeer laag gezegd wordt 20 minuten is, dat volstaat, 16 minuten, 13 minuten 12. Je ziet daaronder een verpleegtehuis krijg je andere normen en zo gaat dat door. Zo zijn alle verschillende risico s opgelijst in deze studie. Nu, op basis daarvan wetende per welk deel van het grondgebied je welke opkomsttijd hebt, heb je dan de resultaten van de analyse. Je hebt twee verschillende zaken: de opkomsttijden overdag en de opkomsttijden ANW, dat is de afkorting voor avond, nacht en weekend. En je hebt daar twee beelden: overdag en ANW, s avonds en s nachts. De gele kleur is in orde, de oranje kleur is in orde, maar overschrijding met één minuut. Aanvaardbaar in de risicoanalysetool. Waar zit het verschil tussen dag en nacht? Overdag, dat heb ik zopas ook verteld, was de post Oudegem niet in dienst en s avonds uiteraard, s nachts en in t weekend wel. Dat is het verschil in de twee kleuren. Dan is het helemaal bekeken tot op straatniveau. En daar zien we in de dagsituatie hebben we een 1,2 % waarbij er een overschrijding is met één minuut. Dat betekent alles wat in het groen staat van de grafiek dat is ok. Wat in het geel heb je de overschrijding met één minuut, 1,2%. De situatie die de norm zou moeten halen is 99,7. Dus wij zitten daar ten opzichte van norm 99,7, zitten wij op 98,8, ja, ik zeg het juist, 98,8. We zitten daar iets anders. s Nachts krijg je uiteraard een andere situatie, s avonds en in t weekend krijg je een andere situatie, daar hebben wij 0,2 als afwijking, terwijl daar de norm is 100. Dus dat betekent dat ze tussen de dagsituatie en de avond, nacht en weekend situatie 1% verschil zit. Dus 1% wordt het risicogehalte verbeterd als Oudegem overdag operationeel is ten opzichte van het feit als het overdag niet operationeel is.

5 Hoe komt dat? Dat heeft men natuurlijk ook in deze studie onderzocht. Dat zijn de uitruktijden voor autopomp 1 en daar staan de verschillende uitruktijden op in deze risicoanalysetool voor de verschillende posten van de zone en u ziet in de dagsituatie heeft men gezien dat we in Oudegem overdag niet kunnen uitrukken, reden: er zijn te weinig brandweermannen aanwezig, het staat ook zo in de analyse. Wat zijn dan de aanbevelingen die gegeven worden in deze tool? Er zijn een aantal aanbevelingen die belangrijk zijn. Men zegt: de dekking in de gemeente Dendermonde is goed. Ook in de dagsituatie als de post Oudegem niet wordt meegerekend. Goed, ook als de post niet wordt meegerekend. Dus dat betekent, de dekking is ok. Tweede, de toegevoegde waarde van de autopomp, eerste autopomp van de post Oudegem is daarmee beperkt. Tweede conclusie een aanbeveling van de FOD Binnenlandse Zaken, althans van hun tool. Derde, investeren in maatregelen om deze post overdag uit te laten rukken is daarmee niet nodig, niet nodig. En dan tot slot, of deze post om andere reden van belang is voor de zone binnen de reikwijdte van dit onderzoek is dit niet te bepalen. Dus dat zijn, letterlijk en figuurlijk, de conclusies die komen van Binnenlandse Zaken. Die zijn zo op ons bord gelegd. Nu, dat is uiteraard bekeken en besproken door ons en er zijn nogal wat kritieken gekomen op het feit dat dit een tool is, aangereikt door Binnenlandse Zaken weliswaar, maar het is een tool. En het is een computermodel, en zeg nu ja, elk computermodel heeft natuurlijk een theoretische benadering maar er zitten waarschijnlijk ongelooflijk veel afwijkingen in. Dus op dat moment zegt men, die risicoanalysetool, opgemaakt door Binnenlandse Zaken, gebruikt door alle zones van het land, ja, dat is voor ons niet goed. Want de conclusies die eruit getrokken worden, daar zijn we niet mee akkoord. Die tijden, dat kan niet juist zijn. Dus is er een onderzoek gebeurd door de voormalige commandant van Dendermonde voor de opkomsttijden per deelgemeente. En we hebben direct gezegd ja, die risicoanalysetool houdt waarschijnlijk geen rekening met bepaalde nefralgiek (?) punten, bijvoorbeeld in een aantal straten in het gebied waar Oudegem in actief is. Er is een onderzoek gebeurd van, we kunnen dat bekijken op basis van routeplanners hoe snel kunnen we daar zijn, hoe snel is een routeplanner enzovoort, ik ga u dat allemaal besparen, dat is allemaal gebeurd, dat is allemaal geanalyseerd, maar dat zat in een vorige fase, dat is toegelicht aan de manschappen van Oudegem, die al die cijfers hebben zij bekeken, zeggen ze ja, een routeplanner is ook een computer. Een routeplanner is daardoor ook eigenlijk iets wat toch niet 100% juist kan zijn. Toen is er een tweede onderzoek gebeurd. Het onderzoek van de werkelijke opkomsttijden. Een analyse voor 2013, en de werkelijke opkomsttijden die worden dan gehaald uit het track and trace systeem. Track and trace systeem dat alles registreert wat een brandweerwagen doet: sleutel in het stopcontact, blauwe lamp brandt, vertrek, aankomst, alles wordt geregistreerd tot en met de snelheid die je haalt onderweg, alles staat daarin. Iemand die zo al eens een track and trace blad gezien heeft, die weet perfect alle bewegingen die daarop gebeurd zijn, dus je hebt daar startpunt en tot en met het aankomstpunt op de momentum van de interventie. Dat is allemaal geanalyseerd en op basis daarvan heeft ons college een beslissing genomen in februari We hebben toen opdracht gegeven, we hadden 13 geanalyseerd om ook 2012 te analyseren. Omdat het jaar waarop we ons gebaseerd hebben zegt, ja, dat is een jaar, dat is een jaar lang bekeken, wat gebeurt er op het grondgebied van de stad, vanuit de twee posten, maar is een jaar wel een voldoende schaalgrootte, is een jaar wel voldoende, dus is er opdracht gegeven, neem twee jaar. Om te bekijken wat gebeurt er op het vlak van adequatie. Dat is dan ook gebeurd. We hebben gezegd dat deze toelichting door mij zou gegeven worden aan de officieren van het brandweerkorps en daar een advies over gevraagd wordt. Dat het uiteraard belangrijk is dat we ons laten adviseren door de techniekers zelf en dat zijn niemand beter dan de officieren van korps. Dat is gebeurd op donderdag 14 februari en ik heb eenzelfde toelichting gegeven aan de technische commissie van de zone Oost.

6 Technische commissie van de zone Oost bestaat uit de postoversten van de toen 7 posten. En ook aan hem hebben we dan ook het advies gevraagd, dat is dan gebeurd op woensdag 26 februari Om dan op de pre-zoneraad van 7 maart 2014 dit verder te kunnen bespreken. Eigenlijk een beetje aansluitend met de opdracht van de inspecteurs. Je moet in overleg met de zone hier beslissingen nemen. Dus we hebben eerst de risicoanalysetool gedaan, al die tijden bekeken, alles onderzocht en dan hebben we dit voorgelegd aan de techniekers in ons eigen brandweerkorps en in onze eigen zone. En op basis van de adviezen die wij zouden binnenkrijgen konden we dan een beslissing nemen en voorleggen aan deze gemeenteraad. Toen was de gemeenteraad nog bevoegd in deze materie. Dus de adviezen zijn niet gekomen. Wat er wel gekomen is, is het onderzoek. En in het onderzoek, en ik bespaar u nu weer alle details, die zijn allemaal meegedeeld aan de manschappen, die zijn allemaal uitvoerig gecommuniceerd, die zijn allemaal besproken, ik geef u één samenvattende tabel van de beide jaren, waarin we de normatieve opkomsttijden hebben bij elk van onze deelgemeenten, en dat de opkomsttijden van 2012 en Opkomsttijden, aangereden vanuit de kazerne in Dendermonde. Alle normen zijn behaald. Alle normen zijn behaald. Je ziet daar links de GRD-normen en dan zie je het verschil tussen de beide, dat is besproken en gecommuniceerd met de collega s, met de brandweermannen zelf. Nu, ik vertel u, we hebben de adviezen niet binnengekregen, vanaf 1 januari 2015 is de zone Oost in rechtspersoonlijkheid gegaan. Dat betekent dat de gemeenteraad zijn bevoegdheid verliest. Vanaf nu spreken we wat brandweer betreft nog uitsluitend over de zoneraad. De enige bevoegdheid van de gemeenteraad is het budget. Al het andere is aan de zoneraad, niet gedelegeerd, dat is door de wet zo beslist. Dus geen delegatie van hieruit naar ginder, er is door de wet beslist dat de zoneraad bevoegd is. En de zoneraad van 13 februari, dus de zoneraad van 2 januari was de eerste zoneraad, de tweede nieuwjaarsdag zijn we samengekomen om de zone letterlijk in gang te steken, dus de eerste nuttige zoneraad nadien hebben we gezegd: het onderzoek dat er gebeurd is tot nu toe door de diensten van de stad en door de brandweerdiensten van de stad, heel het onderzoek wordt overgemaakt aan de leden van de zone en nu wordt er gevraagd aan de technische commissie van kijk, geef daar nu een advies en wat zijn de gevolgen indien de post van Oudegem er niet meer zou zijn. De zonecommandant heeft dan opdracht gekregen om de resultaten te bespreken enzovoort enzovoort. Dus 13 februari start het onderzoek. En dan is er door de technische commissie, die die opdracht gekregen heeft, onderzoek besproken, 27 mei 2015 komt de technische commissie samen en neemt daar kennis van een onderzoek van de kapitein Wouter Van Den Broeck, de postoverste van de post Buggenhout. Daar is in de pers heel wat over te doen geweest. Dat is de geheime studie. Ik heb aan de collega s, de brandweermannen die hier waren toen ik de personeelstoelichting gegeven heb, gezegd: ik heb die cijfers niet. Ik heb die cijfers niet. De zonecommandant die hier aanwezig was, had die cijfers niet. De zonesecretaris die hier aanwezig was, had die cijfers niet. Die zijn geprojecteerd, geprojecteerd, op die vergadering van die technische commissie. Niemand van de leden van de technische commissie heeft zelfs hand-outs gekregen. Laat staan dat iemand achteraf de presentatie gekregen had, pdf-gekregen heeft, niemand. Ik wil dat eventjes zeggen collega s omdat ik in de pers toch wel verweten ben dat ik de geheime cijfers achterhoud. Hoe komt dat? Dat ik u dit nu kan presenteren? Maandag heb ik ze in mijn mailbox gekregen. Maandag. Van onze zonesecretaris. Maandag. En de zonecommandant heeft ze iets later gelezen, want die was in verlof, en heeft uitdrukkelijk gezegd: deze studie is een studie die niet gevalideerd is, niet gevalideerd, want er stonden een aantal zaken in, daar staat bijvoorbeeld in dat het sluiten van de post Oudegem risico in zich houdt. Waarom schrijft hij dat? Omdat er een nieuw oproepsysteem is. Vroeger had je het systeem, en zeker in de kleine posten, van de totale oproep. Totale oproep bij elk incident. Doet de full oproep en dat betekent iedereen die binnenkomt in de brandweerkazerne, of die nu blust of niet, of die nu buitengaat of niet, wordt twee uur betaald. Sinds we beschikken over de beschikbaarheidsmodules kunnen we juister oproepen. Wat is de redenering van de kapitein? Doordat we smaller oproepen komen de mensen later binnen en zijn de brandweerauto s dus trager buiten. Dat is zijn redenering geweest. Dus in zijn studie is deze redenering ontwikkeld. En op basis daarvan zegt hij: al uw cijfers die je aan ons voorgelegd hebt, die kunnen dus in dat nieuwe systeem niet meer gehanteerd worden. Je geeft ons de resultaten van twee jaar onderzoek, maar die resultaten van twee jaar onderzoek die zijn niet meer bruikbaar omdat er ondertussen een nieuw oproepsysteem is. Eerste vaststelling. Dat staat er ook zo in. Ik heb ook gezegd ok, als dat zo is, dan werken we daar niet meer mee. Dan worden die cijfers vanaf nu niet meer gebruikt. Als we op die manier, door een nieuwe

7 wijze van oproepen, gecontesteerd kunnen worden, gebruik ik ze niet meer. Ik heb ze dus ook alleen maar aan jullie gepresenteerd om te tonen hoelang we daarmee bezig zijn, hoe hard we daarop gewerkt hebben. Want ik laat alleen maar samenvattende tabellen zien, daar gaan ongelooflijk veel andere tabellen aan vooraf, en ongelooflijk veel andere grafieken. Die zijn allemaal al gepresenteerd aan de collega s hier aanwezig. Maar, er werd dan ook gesuggereerd, in het onderzoek van, je kan het ook oplossen, dit probleem, door een nieuwe kazerne te bouwen. Niet op de plaats die daarvoor voorzien is in het stadscentrum maar een nieuwe kazerne te bouwen tussen de twee. En dus de post Oudegem en de post Dendermonde beiden te sluiten en te vervangen door één nieuwe post. Ik heb dus twee keer ja gezegd op die studie. Twee keer ja. Dus diegenen die zeggen, het is ten eerste een geheime studie die je verstopt voor iedereen, ik had ze niet, ze zijn die de dag nadien aan mij komen voorstellen, ik heb twee keer gezegd: als dat uw conclusies zijn van de technische commissie, twee keer zeg ik ja. Eén, we gaan die cijfers van vroeger niet meer gebruiken, we gaan die niet meer gebruiken, we hanteren nieuwe cijfers. Twee, als u vraagt om dat te onderzoeken, ja, we gaan dat onderzoeken. Ik heb er ook bij gezegd, en u mag dat gerust noteren, dat ik een gelijkaardig onderzoek wens van alle posten in de zone, ik ben ondervoorzitter van de zone Oost en ik draag dus verantwoordelijkheid voor de totale zone, niet alleen voor het grondgebied van de stad, maar voor het integrale grondgebied. I k wil dus ook wel eens weten wat de aanrijtijden zijn in die andere posten. Vooraleer iemand zegt: en uw geheime cijfers? Ik heb ze niet. Ik vraag me zelfs af of het onderzoek gebeurd is. Maar wees zeker dat ik ze zal vragen. Zeker aan de mannen die dit hier nu gedaan hebben. Ik wil weten of de andere inwoners van het grondgebied van de zone of die inderdaad aan dezelfde veiligheidsvereisten die wij hier eisen en terecht eisen, of die daaraan voldoen. Goed, dat is een side-kick in dit verhaal. Op 29 mei hebben ze in de zoneraad beslist om dit verder te laten uitwerken. Technische commissie heeft opdracht gekregen deze denkpistes verder uit te werken, dat zijn de twee elementen die ik u genoemd heb, enerzijds het onderzoek op basis van de cijfers in real-time, niet meer op basis van alle mogelijke andere zaken en twee het onderzoek van de herlocalisatie van beide posten. Het onderzoek van de werkelijke opkomsttijden is dus de analyse van Die cijfers van 2014 zijn niet geanalyseerd, de cijfers van 2013 en 2012 doen niet meer mee. Op basis van de geheime studie. Hoe zien wij nu binnen de zone het brandweerlandschap? Het is in een totaal nieuwe modus. Het is niet meer een post die een gemeente beschermd. Het is niet meer een post die een stad beschermt. We werken nu met netwerken. Met netwerken van brandweerposten. In dit verhaal zijn twee zones in beeld: de zone Oost, met zijn acht posten, want wij hadden er zeven en één bijpost, in de zone is de bijpost geen begrip meer. We hebben de post Oudegem. Volwaardige post. En de zone Zuid-Oost, dat zijn de posten waarin voor ons belangrijk zijn de post Aalst en de post Wichelen. Dat betekent als we dat op de kaart bekijken, ik heb daarvoor Google Earth gebruikt, dat wij het netwerk van posten in beeld zien. Dat we niet meer zeggen: iemand die in Dendermonde woont, wordt beschermd door iemand van Dendermonde, iemand die in Oudegem woont, wordt beschermd door iemand van Oudegem, het netwerk draait. En men zoekt op niveau van de dispatching, op het moment als er een alarm binnenkomt vanuit de 100-centrale, CICOV, zoekt men onmiddellijk waar zijn de middelen beschikbaar die het snelst kunnen vertrekken. Dat is eigenlijk de filosofie van de snelste adequate hulp. Waar hebben we voldoende manschappen en voldoende middelen om uit te rukken? Men houdt op dit moment zelfs rekening, men houdt zelfs rekening met de gegevens van de files. Zoals jullie op uw GPS en in uw auto s krijgen, gaat nu ook de 100 berekenen van: oei, er staat een file op die of die weg, we moeten zorgen dat een andere post zal er sneller zijn ook al de afstand in langer in kilometer, hij zal korter zijn in tijd gelet op de file. Die technologie is voorradig in CICOV, die wordt nu ook gebruikt. En dus dit is het netwerk van posten. Zo werken wij voor al onze deelgemeenten. Ik wil dat hier toch wel efkes onderstrepen, voor al onze deelgemeenten. Wanneer er een incident is in Sint-Gillis en de brandweer van Lebbeke zal daar sneller, zal die daar naartoe rijden. Wanneer er een incident is in Baasrode en de mannen van Buggenhout

8 zullen daar sneller zijn, zal Buggenhout vertrekken. Wanneer er in Grembergen in het noorden een incident is en Hamme of Zele zullen daar sneller zijn, zullen die vertrekken. De snelste vertrekken, dat is het principe, de filosofie van de wet van 2007, iedereen heeft recht op de snelste en adequate hulp. Het is heel belangrijk in dit verhaal dat we een netwerk zien en niet meer één post is verantwoordelijk voor één gebied. De territorialiteit der posten is daarmee doorbroken. Zelfs buiten de zonegrenzen. Dus dit indachtig heb ik voor 2015 alle interventies laten oplijsten, dat kunt ge natuurlijk allemaal niet lezen, dat weet ik ook en die grafieken. Dus elk van de interventies die er gebeurd is binnen het werkingsgebied van Oudegem. Alle cijfers die daarin staan zijn op basis van Track and Trace. Dus al de interventies van 2015 zijn op die manier allemaal geregistreerd en zijn allemaal geanalyseerd. En ik ga nu die grafiek aan jullie verder niet tonen, maar die is doorgestuurd naar de mensen van Oudegem, is trouwens op voorhand naar de kapitein gestuurd. En ik heb gezegd vorige keer hebben we een oeverloze discussie gehad, een Byzantijnse discussie over cijfers. Ik wil het niet meer. Ik heb gezegd op voorhand: zijn deze cijfers juist of niet juist? De clearing is gebeurd. Ze zijn juist. Ze zijn juist. De cijfers kan je niet debatteren. Die komen, gezegd, er zal er iemand aan gefoefeld hebben, die komen uit de automatische systemen. Dat is allemaal controleerbaar, van elk van die interventies zijn er interventieverslagen, interventierapporten, alles ligt daar. Dit is gewoon de samenvatting. Ik heb dat voor jullie nu nog eventjes omgebouwd naar een kleine tabel. En wat we zien wie komt er in beeld en wie gaat er op welk moment tussenbeide komen, je ziet hier nu cijfers staan, de post Aalst, nu dat konden we nu nog laten analyseren maar dat hebben we niet gedaan. Waarom? Die gegevens zitten niet in ons systeem. Dat is ook minder belangrijk, maar we hebben dus ook bekeken de uitruktijd, dat betekent hoeveel tijd heeft de brandweer nodig om de kazerne te verlaten in de richting van een brand. En dan zien we in het gebied waar we over spreken, wanneer zijn de mannen van Berlare daar, van Dendermonde daar, van Lebbeke, van Zele, minimum, maximum en gemiddelde tijden. De gemiddelde tijden daar zitten natuurlijk de beste tijden in, uiteraard, maar er zijn ook tijden die minder goed zijn, waarom? Dat zijn de tijden van het tweede, het derde of nog een vierde voertuig, die uiteraard niet op die snelle tijden rijden. De gemiddelden die krijgen natuurlijk een totaal ander beeld. En als je natuurlijk de cijfers ziet van de post Zele onderaan, we mogen niet zeggen dat onze collega s van Zele traag zijn, dat betekent dat Zele in steun komt. En dat er een opschaling is bij het incident. En dat ze op die manier extra wagens daar naartoe voeren. Dat is niet dat de collega s van Zele de traagste zijn van de groep, dat is alleen maar als er extra materiaal ingezet wordt, bijvoorbeeld in een groot watertransport extra tankwagens. En dan komen die in beeld. Dus dat zijn de uitruktijden. Belangrijker zijn evenwel in het verhaal de opkomsttijden want daar wordt nog iets aan toegevoegd, dat is de tijd die brandweermannen nodig hebben om naar de kazerne te gaan. Dat is de tijd waarmee we hier rekening houden. Dus de tijd waarop iemand vanuit zijn huis, want wij werken met vrijwilligers, waar iemand vertrekt van thuis of van op zijn werk, dat kan uiteraard ook naar de kazerne, en het moment waarop ze rijden uit de kazerne. En ook deze opkomsttijden die zijn bekeken, de minima, de maxima en de gemiddelden. De collega s van Oudegem hebben nu gevraagd om daar een extra tijd aan toe te voegen, twee minuten. De twee minuten, de tijd die nodig is tussen de oproep die binnenkomt 100 of 112 en de verbinding met de dispatching hier bij ons in Dendermonde. Voor alle duidelijkheid ze vragen dit nu omdat dit in de Falck-studie zo stond. Daarjuist zeg ik u, de Falck-studie wordt gecontesteerd. Dat is geen goeie. Nu zegt men: je moet het eraan toevoegen. Dus dit zit nog niet in deze grafiek maar de cijfers op die kleine tabellen zijn toegevoegd en zijn overgemaakt aan de collega s van Oudegem. We hebben daar uitdrukkelijk ook contact mee gehad met de mensen van CICOV, die zeggen: dat wordt niet gebruikt. Dat is trouwens geen standaard in. Dat kun je ook niet tracen, je kunt daar geen records van maken, er zijn daar geen gegevens over. Want daar zitten zowel de interventies van ambulances tussen als de interventies van brandweerauto s, dringende, niet-dringende dat zit allemaal door elkaar. We hebben daar geen juiste parameter om dat te gebruiken. Dus in de opkomsttijd wordt dat niet gebruikt. Men vraagt dat hier nu gewoon, zet dat daarbij, omdat dat in de Falck-studie daarin stond. De theoretische benadering. Dus die twee minuten die daar extra moeten aan toegevoegd worden die zijn op elk van de interventies nu toegevoegd in de gedetailleerde tabel. Dus dat is eigenlijk wat de eerste conclusie is, dat de andere posten, het netwerk, in staat zijn om binnen de tijden op de plaatsen van interventie te zijn.

9 Men kijkt vaak van, kan Dendermonde daar wel zijn, op één van de plaatsen? Zijn wij nog wel veilig? Die kunnen daar nooit niet zo snel zijn. Het antwoord is: in de delen van het gebied is men dan wel vanuit Wichelen of vanuit Berlare of vanuit Aalst, waarom kan men vanuit Aalst sneller zijn dan pakweg vanuit Dendermonde? Omdat Aalst beschikt over een professioneel korps. Dat betekent mannen die in de kazerne zijn en slapen. Vandaar dat het korps van Aalst zo duur is. Ik weet dat je voor één vaste man factor zeven hebt. Dus als je zegt wij moeten constant zes man hebben die kunnen vertrekken, 365 dagen, 24 uur op 24, dat is factor zeven. Dus je hebt voor één zo n brandweerauto 42 man nodig. Fulltime in dienst. Dat is de reden waarom die grote zones zo duur zijn. De zone Zuid-Oost, de zone Waas en top of the bill, de zone Centrum, met Gent daarin. Daarom dat die zones die burgemeesters rond die grote centrumsteden kreunen onder de toename van de last van de brandweerkost. We hebben deze professionele korpsen niet. Maar dus daarom zijn de mannen van Aalst altijd sneller. In onze fantasie, dat zijn ook diegenen die van de buis, vroem naar beneden, in hun auto gaan, dat is ons beeld dat wij allemaal als kleine jongens hadden, dat is allemaal wat bij te stellen, maar ze kunnen veel sneller buiten zijn, vandaar dat ze snellere uitruktijden hebben. Dus wij kunnen op basis van onze opkomsttijden zeggen: onze verschillende ploegen zijn op tijd. Op tijd. Dat is heel belangrijk. Het is trouwens goed dat ze op tijd zijn. Want op het moment als het dag is en de post van Oudegem is niet ter beschikking, en er gebeurt iets, dan moeten deze wel op tijd zijn. Dan moeten deze wel op tijd zijn. En dat is essentieel. Wat hebben we daar nu aan toegevoegd? Want dat zit een beetje op de Falck-studie, de kwantitatieve analyse. Hoeveel keer zijn er interventies? En hier zijn wel de drie jaren nog opgenomen, 2012 en 2013 waren al geanalyseerd. Ik heb hier allemaal die absolute cijfers waar je kan zien hoe vaak, want dat is nog het level van de brandweer van Dendermonde hoe vaak zijn we waar op ons grondgebied van de 1305 oproepen in 2012 en van 1371 oproepen in Het is altijd makkelijker om dat wat grafisch te tonen en dan zien we waar het meest interventies geweest zijn. De absolute cijfers. Aalst drie keer, dat betekent dat wij de snelste waren. Dat zijn effectief vanuit interventies vanuit Oudegem gebeurd. Dan zie je de verschillende deelgemeenten, we hebben dat ook voor 2013, de absolute cijfers. Dus dat is gewoon hoeveel keer is een interventie waar op het grondgebied van de stad. En dan kan je zien waar heb je het meest keer brandweermannen nodig in, om te interveniëren. We hebben dan ook laten bekijken voor die zaken want dat komt dan weer uit die vroegere analyse. Wie komt er dan tussenbeide? En dan hebben we voor % van deze interventies worden uitgevoerd, werden uitgevoerd in 2012 door de bijpost Oudegem. 3% door beide samen, en 83% door de centrumpost alleen. Voor 2013 heb ik eenzelfde grafiek getrokken. 11,3% werd door Oudegem alleen gedaan, 8,39% in gemeenschappelijke slagorde, 80% door Dendermonde. Dit zijn gewoon, wie doet het werk op de interventies die daar voorgesteld zijn. Geen kwalitatieve analyse, het is een kwantitatieve analyse. Herinner u dat we 25% van de manschappen toegewezen hebben aan Oudegem. En 75 aan de centrumpost. Belangrijker dan het volume zijn de dringende interventies, de dringende interventies uitgevoerd door Oudegem zijn voor ,54% van de totale interventies, dus, en voor, sorry samen met Dendermonde 1,61% van de totale interventies. Voor 2013 is Oudegem minder alleen aan het interveniëren en is er meer gemeenschappelijk geïntervenieerd. De volgende waar intervenieert men? In Aalst, Appels, Mespelare, Oudegem, Schoonaarde en dan het totaal: in 2012 zijn er in totaal 282 interventies geweest in dit werkingsgebied, in 2013 zijn er 298 geweest in de verschillende deelgemeenten en ik heb er de cijfers van 2015 aan toegevoegd zijn er 136 interventies geweest in het werkingsgebied. Dus dat is een kwantitatieve analyse. De dringende interventies daar hebben we ook de drie jaren naast elkaar 2012, 2013 en Dus voor 2015 hebben we in totaliteit minder interventies, maar het percentage van de dringende interventies is hoger dringende interventies in het gebied. Dus dat is de kwantitatieve analyse. We kunnen nog een keer zeggen hoeveel keer maken die dringende deel uit van de totale, allé, we hebben heel veel analyses gemaakt, bij Aalst is het natuurlijk altijd 100%. We komen alleen maar tussenbeide in Aalst als het dringend is. Anders doet Aalst het uiteraard zelf en 2015 zijn dit de cijfers. Wie nu intervenieert er? 2015, de analyses zijn van de vorige jaren gemaakt, wie intervenieert er in 2015? Interventies die uitgevoerd zijn door de post Oudegem alleen. De post Oudegem alleen zijn 5 interventies van de dringende. Samen met andere posten, ik heb hier zelf straks het netwerk uitgesproken, zijn er 38, 13 interventies worden uitgevoerd, dringende interventies worden uitgevoerd door andere posten dan de post Oudegem. Dan hebben we de niet dringende interventies, daar worden uiteraard het meeste interventies uitgevoerd door de post Oudegem, dat is ook niet dringend, dat kan s avonds, dat kan in het weekend, en dan hebben we samen met anderen 12 en zonder 20.

10 Als we dan nu nog eens grafisch gaan in een andere vorm tonen, dus van de dringende interventies wordt 8,93% uitgevoerd door Oudegem, de niet dringende 61%, de interventies die gezamenlijk gebeuren 67% van de dringende, 14,4 van de niet dringende en tot slot de interventies die uitgevoerd worden zonder een interventie vanuit de post Oudegem 23 van dringende en 24 van de niet dringende. Dus waar niemand van Oudegem aan te pas komt. Zelfs de kwantitatieve analyse. En dan hebben we uiteraard ook nog het punt van de kazernering waar in het inspectieverslag naar verwezen werd. Ik heb alles wat we daar toen over geschreven hebben daar niet meer in deze presentatie gehouden, dat stond in vroegere presentaties, maar wat wel belangrijk is, is het locatieonderzoek. Locatie-onderzoek voor de nieuwe brandweerkazerne is een opdracht die wij toevertrouwd hebben aan het diensthoofd van de dienst Ruimtelijke Ordening van de stad. Ontwikkel een locatie-onderzoek. We hebben ons daar niet mee gemoeid, niemand van de zone, niemand van ons, onze ambtenaar is aan het werk gegaan en heeft elf verschillende locaties aangeduid en laten onderzoeken. Elf verschillende locaties waarbij de focus lag op: kunnen we niet gaan bouwen met onze kazerne dichter in de richting Ooiebrug. Je ziet daar de verschillende nummers staan, het gaat in globo over een aantal locaties, die worden hier nog een keer opgelijst, er zijn heel veel mogelijkheden onderzocht tot en met de Hollandse kazerne, van kunnen we dat niet gebruiken, dat we die oude militaire kazerne tot een brandweerkazerne maken, het zou misschien iets geweest zijn om daar geld naartoe te draineren, naar dat gebouw en op die manier een stukje van de kost te gaan betalen, dus dat is gebeurd op basis van verschillende elementen: de perceelsvorm, de ruimtelijke ontwikkelingsvisie in ons structuurplan, de ontsluiting op de hoofdwegenstructuur de N406, de planologische bestemming van het gebied, het huidige gebruik, de eigendomsstructuur, de kansen inzake verwerving, de kostprijs van een verwerving, tijdpad tot realisatie, randvoorwaarde voor de inplanting van de brandweerkazerne voortvloeiend uit de omgeving en de site zelf. Dus elk van die elf, elk van die elf terreinen is aan elk van deze criteria getoetst en dan is dat in een afwegingsmatrix gegoten. En op basis daarvan is er een afweging gemaakt die een conclusie maakt en die de elf verschillende terreinen een score geeft die gaat van zeer goed naar slecht. En op basis van deze score komen we tot acht, acht en dat is de huidige locatie aan de Oude Vest. Die verschillende parameters zijn daar allemaal op toegepast. Die zijn onderzocht heel de studie beslaat 61 bladzijden, is verschillende keren besproken met de leden van de zone, met de kapitein van Buggenhout, met de zonecommandant, met de postoverste, die hebben al deze trajecten meegemaakt, die hebben al die zaken mee gevalideerd, dus dit onderzoek is gebeurd. Wat stellen we dus vast? Dat we moeten, en dat is ook de beslissing die ons college genomen heeft, dat we als we onze nieuwbouw in gang steken, dat we onze nieuwbouw of onze vernieuwbouw moeten realiseren op het terrein van de huidige brandweerkazerne. Je weet dat de verbouwing daar dringend is, omdat er daar veel te weinig sectionaal poorten zijn. Maar heel onze verbouwing ondanks het feit dat het budget er is, ondanks het feit dat we architecten klaarstaan hebben, hebben we een jaar stil gelegd. Heel het dossier van de verbouwing van de centrum kazerne hebben we een jaar stilgelegd om dit onderzoek kansen te geven. Dus die architect die aangeduid is, heeft zijn opdracht nog niet betekend gekregen. Er is nog geen lijn op papier gezet voor de verbouwing van de kazerne. Dit willen we nu dringend veranderen. Wat moet er nog gebeuren? De zone moet nog haar behoefte bepalen. Hoeveel vierkante meter de zone nodig heeft, want er is afgesproken op de zoneraad dat dit de centrale kazerne wordt voor de zone. Niet voor de manschappen, niet voor het operationele deel, maar wel voor de zone-staf en de zoneadministratie. Dus Dendermonde wordt de hoofdstad van de zone Oost en een keer eenmaal we dat hebben kunnen we onze architecten opdracht geven om te starten want dan hebben we de behoefte die we nodig hebben en voor onze eigen post, en voor de zone. En dit komt nu bij het plan dat voorligt vandaag, het personeelsplan van de hulpverleningszone Oost. Er zijn al verschillende versies geweest. De zonecommandant schrijft zelf, het is een levende materie en permanente bijsturing is noodzakelijk. Waarom is het personeelsplan van de zone Oost dringend, wij mogen geen enkele aanwerving en geen enkele bevordering doen geen enkele van de posten zolang we geen personeelsplan hebben. Het ontbreekt ons op dit moment aan een aantal mensen maar vooral aan de middenkaders. Middenkaders die we nodig hebben in het kader van de snelle en adequate hulp. In een aantal posten wordt het problematisch. Er moeten dringend bevorderingen zijn. In een aantal, vele van de mensen hebben opleiding gevolgd, kunnen ook bevorderen maar alles staat on hold.

11 Dus dit personeelsplan is dringend nodig om de werking van de verschillende posten in onze zone te optimaliseren. Dit verdraagt eigenlijk geen uitstel. Ons personeelsplan, het is te zeggen, de visie van onze zone-coördinator zegt: wij zijn één van de eerste zones die een personeelsplan kunnen goedkeuren op basis van objectieve cijfers. En dat laatste is bijzonder belangrijk. We hebben een heel jaar lang gemeten, gemeten, gemeten, geïnventariseerd, geïnventariseerd, geïnventariseerd zodanig dat we niet moeten bij wijze van spreken met een klak gooien naar hoeveel mensen hebben we nodig in een bepaalde post, maar dat we dat kunnen doen op basis van werklastmetingen. En op basis van wat er gebeurd in onze zone. De doelstellingen zijn, we blijven een vrijwilligerszone, dat willen we niet veranderen in onze personeelsplannen, ondersteund door enkele professionele krachten. En het netwerk van complementaire posten is essentieel. Dat is wat ik u zopas verteld heb, dat je verschillende posten nodig hebt om dit werk te kunnen doen. En dit staat, maar ik ga u de slide tonen, die staat nog veel ingewikkelder uitgelegd helemaal in het plan van onze zonecommandant waar alle functie bepaald worden in functie van de risico s, wie hebben we nodig, wie wordt er wanneer opgeroepen enzovoort, is heel fijnmazig en alle elementen die ik u verteld heb staan er in. Belangrijkste is de aanpak van de veiligheidsketen in het geheel van de taakuitvoering. Ons plan vertrekt effectief vanuit de veiligheidsketen, lees vanuit de veiligheid van burgers in de zone. Is een essentieel uitgangspunt. En in de analyse die gemaakt is, statistische analyse van hoe verhoudt onze zone zich ten opzichte van andere zones in Vlaanderen en andere zones in Oost-Vlaanderen, dan staat er een aantal grafieken, ik heb ze gewoon maar uit gehaald uit onze, uit het plan, met een aantal conclusies waarvan één van de conclusies is in vergelijking met andere zones hebben wij in de zone Oost veel kazernes, relatief veel kazernes. Dus we zijn meer, we hebben meer kazernes in huis, veel andere zones hebben gemeenten die vroeger geen brandweer hadden. Die beschermde gemeentes waren. De zone Zuid-Oost bijvoorbeeld is de gemeente Erpe-Mere, toch geen kleine gemeente, heeft geen eigen brandweer. Die zijn al sinds jaar en dag door de post van Aalst beschermd. De gemeente Erpe- Mere betaalde daarvoor de stad Aalst. Zo zijn er heel wat gemeenten die geen eigen brandweer hebben die zich laten beschermen door andere. Het is door zonevorming niet anders geworden. De zone houdt dat overeind. Vandaar bij ons, elk van de gemeenten heeft een post en de stad Dendermonde heeft er twee. Dus wij zijn relatief zwaar bestafd van kazernes. De postsamenstelling as is, dat is het samenvoegen van alle organieke reglementen van de zeven posten van de zone plus de achtste, de post Oudegem dat is as is. Wat staat er nu in? We hebben ondertussen door onze werking op onze zone het principe van de snelste en adequate hulp kunnen optimaliseren. Heel veel maatregelen in onze bedrijfsvoering is dat bij ons geoptimaliseerd. In het begin zaten daar kinderziektes in, ik heb u het verhaal verteld van de uitruk van de dubbele trein waar dat je twee keer ik weet niet hoeveel volk tegelijkertijd op het terrein krijgt waar zelfs de burgers zeggen: is dat niet overdreven? Dat is allemaal er uit gehaald. Dus dat werkt nu beter, wij kunnen nu via ons centraal oproepsysteem vanuit onze zonale dispatching, die zit in de kazerne hier op de Oude Vest, zien wie is er het snelst beschikbaar met de beste middelen. Dat kan bekeken worden. Concreet weten we op elk ogenblik wie ter beschikking is en in welke modus. Dus we hebben de beschikbaarheid van het personeel, die kunnen zich zelf want dat moeten ze ook doen, ze moeten zichzelf aanmelden als beschikbaar of per sms, of via internet of hoe dan ook, en ze kunnen ook zeggen hoe ben ik beschikbaar. Beschikbaar alleen voor als het echt nodig is of beschikbaar voor elke brandweertaak. De competenties worden er in bekeken en elk voertuig heeft zijn typebezetting, dat zit allemaal in het systeem zodanig op het moment als het nodig is kan het juiste middel gestuurd worden naar de juiste nood. De voertuigentrein wordt dan bepaald en die wordt opgebouwd volgens het type van de gebeurtenis. Alles wordt in het ICT-netwerk ingeput en alles wordt met Track and Trace gevolgd zodanig dat we van elke interventie rapporteringen krijgen die zeer nauwkeurig zijn tot op de seconde nauwkeurig. En heel dat systeem zit in de toepassing van SOP-opleiding enzovoort, heel ons systeem van snelste en adequate hulp staat op punt, is geoptimaliseerd binnen de zone. Behalve dat is er in 2015 ook een weging van de operationele postbelasting gebeurd. Dat is gebeurd vanaf 1 juli. En dat komt omdat pas vanaf 1 juli alle posten op het centraal informaticasysteem aangesloten zijn. Daarvoor was dat niet mogelijk dus daarvoor hebben we ook geen meting kunnen doen. Maar we weten dus van het jaar 2015, tweede helft van het jaar, tweede semester, hoeveel manuren er gepresteerd zijn in elk van de korpsen. Je kan zien wie het meest manuren gepresteerd heeft en dat zijn uiteraard, bovenaan zie je dat, zijn de vroegere zetkorpsen. Dendermonde, Zele en Lokeren.

12 En dan zie je andere en je ziet de voorpost, de vroegere voorpost Oudegem, 5,66% van de postbelasting. En je kan dat nu op de grafiek daarnaast in de staafdiagrammen zien hoe groot de posten belast geweest zijn. De drie grotere voormalige Z-korpsen steken daar bovenuit, dan komen de kleinere korpsen en de post Oudegem staat op de 5,66% en ook het aantal oproepen dat er gebeurd is in de zone in deze periode 400 sorry 4000 oproepen zijn er gebeurd en die zijn nu verdeeld over de verschillende posten en volgens verschillende interventies. Ik ga de grafiek laten spreken, dat is duidelijk. Dus we hebben brand en zie je hoe vaak is onze zone in actie geweest voor brand en vanuit welke post is de interventie vertrokken. We hebben technische interventies, we hebben dan wespenbestrijding, we hebben IGS, dat zijn onze gaspakdragers, wanneer er een incident is met gevaarlijke stoffen, we hebben logistieke ondersteuning en dan hebben we tenslotte de totaliteit. Hoeveel keer is onze post opgeroepen, hoeveel keer is de post in actie gekomen? En dan kan je zien fijnmazig hoe vaak de posten gebruikt zijn, hoe vaak ze geïntervenieerd zijn en waarom. Dat is precies wat ik u zeg dat wij op basis van werkbelasting en reële, reële cijfers, niet fictieve cijfers, reële cijfers onze personeelsbehoeften gaan bepalen. Behalve dat is er ook bekeken dat is de nood.. hebben daar ook ter beschikking. Er is, staat ook zo in het personeelsplan, een steekproef gehouden in tien werkdagen tussen 8 februari en 19 februari, telkens op drie uur, 19 uur, 12 uur, 15 uur nefralgieke uren om te zien hebben we wel voldoende mensen ter beschikking. Dat is de dagsituatie, er is geanalyseerd voor alle posten. En dan zie je waar het geel gekleurd is dat het niet voldoende is. Dat de post niet voldoende mensen ter beschikking heeft om uit te rukken op het moment als er een interventie nodig is. En dan hebben we in Buggenhout zie je één probleem, dat er op een bepaald moment geen middenkader is, maar dat wordt opgevangen omdat er een officier ter beschikking is. In principe gaan de officieren niet meer mee op interventie. Maar als de officier daar is en de onderofficier niet pakt hij die taak over en gaat hij mee. Maar we zien dat in de post Oudegem overdag er problemen zijn. De cijfers worden in de, ja, vastgesteld maar enfin, dat hebben jullie zelf kunnen zien, post Buggenhout, voor de post Oudegem en dat heeft mee aan de basis gelegen voor de beslissing die wij moesten nemen. Nu steekproef, je kunt zeggen ja een steekproef is een steekproef, die steekproef houdt geen steek. En die. van slechte zaken verdenkt, zal zeggen ja, je hebt natuurlijk weer het slechtste gekozen en daarmee ga je je verhaal proberen goedmaken. Vandaar dat alles geanalyseerd is, niet beschikbaar en beschikbaar tijdens de werkdagen, de cijfers zijn voor gans de post bekeken, wanneer zijn de mensen daar en wanneer hebben we de mensen niet. Ik heb dat uiteraard geanonimiseerd want dit hoort niet anders tot deze gemeenteraad. We hebben dus tussen 6 en 18 uur meer dan de helft beschikbaar, 18%, 5% 50 tot 40% 18%. 40 tot 30% en 59% is minder dan 30% van de dagtijd ter beschikking. En dat is natuurlijk het probleem. En de drie zaken samen hebben geleid tot de beslissing van de zoneraad op 22 april. we hebben het personeelsplan besproken waarin gekozen is voor twee beslissingen, het uitdoven van de post Oudegem en het uitbesteden van de ambulancedienst Dendermonde, een ander probleem, dat gaan we nu niet bespreken, dat komt binnenkort naar onze gemeenteraad. Is er afgesproken als de zoneraad zal een beslissing genomen hebben, en die beslissing zou gevallen zijn op 22 april, dat dan s avonds het personeel informeren op een personeelsvergadering en dan pas de pers. Zodanig dat de personeelsleden dit niet in één of andere krant moeten lezen maar u weet allemaal dat dat anders verlopen is. Het personeelsplan moet dan voorgelegd worden aan de vakbonden, daarvan is een vergadering bij mekaar geroepen bij dringendheid en dan 20 mei is er een nieuwe zoneraad voor het bekrachtigen van het personeelsplan. Het personeelsplan dat we dus nodig hebben voor de uitvoering van onze aanwervingen en onze bevorderingen. Wat wel belangrijk is, de post dat staat erin sluiten we op 1 juli omwille van het einde van het tweede kwartaal. Dan sluit je af. En alle manschappen blijven personeelslid in de zone. En in het personeelsplan dat nu voorligt, dat besproken wordt, krijgen we daardoor een personeelsplan to be waar iedereen aan het werk kan blijven maar niet meer op de standplaats van de post Oudegem. Dit collega s is, we hebben daar tijd voor genomen, om aan u te zeggen dat we aan dit werkstuk, wat geen gemakkelijk werkstuk was, aan deze beslissing, die geen gemakkelijke beslissing is, hard gewerkt hebben. Maar met één zaak voor ogen: de veiligheid moet overeind blijven. Als de veiligheid niet gegarandeerd is, kan deze beslissing niet genomen worden.