I^SCAND^ CXe. adres: SEssc. l beleidsvoorstel D hamerstuk D Kabinet. Datum 12 mei 2003 Dienst Onderwijs & Welzijn

Transcriptie

1 I^SCAN^ adres: SEssc l beleidsvoorstel hamerstuk Kabinet Aan het cottage van burgemeester en wethouders Portefeuillehouder Wethouder H. Spigt Agendastuk Wat is een BBL-er? atum 12 mei 2003 ienst Onderwijs & Welzijn Afdeling Welzijn & Zorg Redacteur C.M, de Bruin Telefoonnummer 8894 Reg.ken Specificatie bijlagen Gevraagde beslissing BenW 1. Vooruitlopend op de onderstaande actualisering, artikel 1, lid i van de Verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang aanpassen, zodat het voor kindefopvangorganisaties mogelijk is om op een correcte manier met BBL-ers te kunnen werken en instemmen met het ontwerp gemeenteraadsvoorstel 2. e Verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang actualiseren, nu de Wet Basisvoorziening Kinderopvang is uitgesteld tot 1 januari Akkoord met agen\ Portefeuillehouder WKS Secretaris Burgemeesti atum 20 mei 2' BenW- bestuit atum B&W-besluit r Gevraagde beslissing Raad Akkoord met agendering Raad Q Griffier Q Raadsvoorzitter Presidium atum Advies raadscommissie(s) Inclusief afwijkende standpunten E Raadscommissie(s) / atum Onderwijs & Welzijn 18 juni 2003 E atum Raadsvergadering 1 juii 2003 Raadsbesluit Administratieve afwerking besluit: kopie aan, dïenst/afdeling t O&Wf Welzijn & Zorg, C.M. de_b_ruin, CXe. Opmerkingen Pagina 1 Vervolg pagina 2

2 Alleen een compleet ingevulde lijst (ja/nee) geeft toegang tot de B&W-agenda Niet alle vragen boeven met ja te worden beantwoord! ordrecht Leeswijzer /B nee toelichting Gefo rmuleerde opdrac ht/probleem stelling Samenvatting EI biz. Controf > nee Toelichting Product of beoogd resultaat beschreven Prestatie indicatoren aangegeven Risico analyse Informatievoorziening geregeld Juridisch getoetst Inspraak na BenW-beslissing Referendabel na BenW-beslissing K P beperkt 'inspraak' P 'inspraak plus' zie ontwerp besluit Totale kosten in beeld Incidentele kosten ekking incidenteel E) Intem/begrotingsnr.: anders namelijk: onvoorzien Structurele kosten ekking structureel intem/begroöngsnr.: onvoorzien andere namelijk; begrotingsnr.: Netto investeringskosten Begrotingswijziging nodig bijgesloten verzamelvoorstel de raad van: Afgestemd met bestuurder(s) Afgestemd met Wethouder Spigt Verwerkte advisering ;«nee toelichting Andere betrokken diensten Juridische discipline Voorlichting n ~\ jrva _5<s^rv. vfnooxi*- n officiële publicatie «-*" ^y» Y^-. Andere interne discipline SBC a A Externe betrokkenen G Akkoord voor aanbieding aan B&W Controller j irecteur SBC (bij dekking t.l.v. concernmiddeien) pagina 2 * toelichting: ontwerp referendumverordening met toelichting en model besluit raadpleegbaar op intranet onderdeel juridisch.

3 Gemeentebestuur ordrecht Nr. OW/2003/1090 Het college van BURGEMEESTER en WETHOUERS van de gemeente ORRECHT; overwegende, dat voornoemd college binnenkort de aanpassing van artikel t, lid i, van de Verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang ter besluitvorming aan de gemeenteraad zal voorleggen; dat ingevolge artikel 8, lid 1, sub a, van de Tijdelijke Referendumwet een gemeentelijk raadgevend correctief referendum kan worden gehouden over het hiervoor bedoelde raadsbesluit; dat dit raadsbesluit derhalve vatbaar is voor een referendum; dat artikel 22, lid 1, van de Tijdelijke Referendumwet het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid verleent om ten aanzien van de daarin genoemde raadsbesluiten te verklaren dat deze vatbaar zijn voor het houden van een referendum; dat het college derhalve met betrekking tot het onderhavige raadsbesluit daartoe bevoegd is; besluit: dat over het aanpassen van artikel 1, lid i, van de Verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang een referendum kan worden gehouden. Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van 19 maart BURGEMEESTER en WETHOUERS van ORRECHT de secretaris de burgemeester

4 Probleemstelling: Steeds meer kinderopvangorganisaties willen gaan werken met BBL-ers ( BBL betekent Beroepsbegeleidende leerweg). Binnen de huidige gemeentelijke verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang is hier geen ruimte voor. Onderzoeken van de mogelijkheden die er zijn om de verordening op een dusdanige wijze aan te passen, zonder dat dit in strijd is met de op komst zijnde Wet Basisvoorziening Kinderopvang. Wat is een BBL-er? In 1999 is een start gemaakt met een traject waarin de combinatie van werken en leren centraal staat, de zogenaamde beroepsbegeleidende leerweg (BBL), in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. In het project Werken en (eren in de kinderopvang hebben 16 pilot-organisaties beleid ontwikkeld en de randvoorwaarden benoemd om de BBL-route succesvol te laten verlopen, met (zo veel mogelijk) behoud van kwaliteit. CAO-partijen zijn overeengekomen dat leerlingen die deze leerweg volgen in het eerste en tweede leerjaar, afhankelijk van de beoordeling, O tot 100% formatief inzetbaar zijn en vanaf het derde jaar volledig formatief inzetbaar. e mate van inzetbaarheid in het eerste en tweede leerjaar wordt na overleg met de praktijkopleider en de opleidingsbegeleider bepaald en is dus per individu verschillend. aarnaast is het, net als in veel andere sectoren, steeds moeilijker om personeel voor de kinderopvang te vinden, waardoor gezocht wordt naar manieren om nieuw personeel voor de sector te interesseren. Artikel 1i stelt het volgende vast over een functionaris: 1. in een kindercentrum werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor kinderopvang geldende CAO, en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt. 2. in een gastouderbureau werkzame persoon, belast met de bemiddeling van gastouderopvang, die voor zijn werkzaamheden op de grond van de voor de kinderopvang geldende CAO benodigde opleiding heeft. Het daadwerkelijk beschikken over de benodigde opleiding is een belangrijk uitgangspunt. Aan dit uitgangspunt kan een BBL-er niet voldoen. VNG en de verordening. e modelverordening van het VNG gaat verder dan de eisen die in de voor de kinderopvang geldende CAO worden gesteld (de CAO Kinderopvang en niet meer de CAO Welzijn) en in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang. Artikel 1i van de verordening van de gemeente is identiek aan de modelverordening van het VNG. Volgens de CAO Kinderopvang is het ook mogelijk dat iemand die nog in opleiding is als functionaris aan te stellen. Het ministerie van VWS sluit zich bij dit standpunt aan. Sinds het opstellen van de modelverordening heeft zich in de kinderopvang een aantal ontwikkelingen voorgedaan die ervoor pleiten om ruimer met het door de VNG gehanteerde uitgangspunt om te gaan. e ontwikkelingen resulteren erin dat de VNG van mening is, dat het onder voorwaarden mogelijk moet zijn om functionarissen aan te stellen die nog niet over een afgeronde opleiding beschikken, maar nog bezig zijn deze te volgen. Omdat steeds de kwaliteit van de kinderopvang voorop moet blijven staan, wordt er geadviseerd hier nadrukkelijk om alleen onder voorwaarden het formatief inzetten van BBL-leerlingen mogelijk te maken. it ook om te voorkomen dat hiermee een mogelijkheid wordt geschapen om financieel voordeel uit de inzet van BBL-leerlingen te behalen (deze worden namelijk lager ingeschaald dan degenen die over een afgeronde opleiding

5 beschikken), terwijl het eigenlijke doel is om zonder te veel in te boeten aan kwaliteit toch een bijdrage te leveren aan het oplossen van het personeeisprobleem. Hieronder worden bovenstaande overwegingen in een tekstvoorstel gevat. In het tekstvoorstel voor de bijbehorende toelichting worden de voorwaarden waaronder de inzet van BBL-leerlingen mogelijk is, nader uitgewerkt. oor deze tekstvoorstellen in de gemeentelijke verordening over te nemen, wordt het mogelijk om, onder voorwaarden, BBL-leerlingen formattef in de kinderopvang in te zetten. Voor deze wijziging van de verordening is een raadsbesluit vereist. Hiervoor kan het volgende tekstvoorstel voor artikel 1, lid i worden gebruikt (de cursieve tekst is nieuw): functionaris: 1 a. in een kindercentrum werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor kinderopvang geldende CAO en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt; b. in een kindercentrum werkzame persoon van minimaal 18 jaar oud die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, onder de voorwaarden dat het kindercentmm een erkend leerbedrijf/s, beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid en de betreffende persoon op een adequate manier begeleidt; 2 in een gastouderbureau werkzame persoon, belast met de bemiddeling van gastouderopvang, die voor zijn werkzaamheden de op grond van de voor de kinderopvang geldende CAO benodigde opleiding heeft. eze wijziging in artikel 1, lid i leidt vervolgens weer tot de volgende aanvulling in de artikelsgewijze toelichting op artikel 1, lid i (wederom is de cursieve tekst nieuw). e definitie uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang is aangescherpt. Functionarissen onderscheiden zich van begeleiders doordat zij voldoen aan bepaalde opleidingseisen. e meeste functionarissen zullen een arbeidsovereenkomst hebben op grond van de CAO Kinderopvang. aarin is aangegeven welk opleidingsniveau bij een bepaalde functie hoort. oor de aanscherping van de definitie behoren stagiaires en groepshulpen met een I-baan niet tot de functionarissen, maar tot de begeleiders. In onderdeel 1b van het artikel wordt een uitzondering gemaakt op de algemene regel dat functionarissen aan de opleidingseisen moeten voldoen. Ook de in een kindercentrum werkzame persoon die de beroepsbegeleidende leerweg volgt (en dus nog niet over een afgeronde opleiding beschikt), kan gezien worden als een functionaris in de zin van deze verordening. it kan echter alleen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan. 1. Voorwaarden met betrekking tot de structuur van de instelling voor kinderopvang Het kindercentrum voldoet aan de door de OVB vastgestelde regeling voor de erkenning van leerbedrijven. Het kindercentrum beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid waarin de opleidingsplaatsen zijn aangegeven en heeft inzichtelijk wie op welke positie een opleidingsplaats bezet,: wie vanuit welke functie als praktijkopleider en wie ais opleidingsbegeleider fungeert. Onder praktijkopleider wordt verstaan degene die met succes de OVB-opleiding tot praktijkopleider heeft gevolgd of voornemens is hier binnen een half jaar mee te starten. e opleidingsbegeleider is degene die de leerling vanuit de onderwijsinstelling begeleidt.

6 Er is sprake van adequate begeleiding van de BBL-teerling. Het kindercentrum draagt er zorg voor dat de BBL-leerling altijd tezamen met een functionaris wordt ingezet die na een afgeronde opleiding ten minste twee jaar ervaring heeft als gekwalificeerd groepsleider. eze functionaris is in de groep aanwezig als de leerling in de groep werkt en heeft tijd ter beschikking voor reflectie en rapportage met en over de leerling in het kader van de opleiding, naast de eigen taken als functionaris in en buiten de groep. 2. Voorwaarden met betrekking tot de BBL-leerling: Voorop staat dat de BBL-ieerling slechts beperkt mag worden ingezet, aangezien de leerling nog in opleiding is. e formatieve inzetbaarheid, zowel qua tijd als verantwoordelijkheid, hangt af van de ontwikkeling van de leerling in kwestie en van de begeleiding die hij ontvangt e formatieve inzetbaarheid wordt (van 0-100%) bepaald op grond van een advies van de praktijkopleider en de opleidingsbegeleider. e BBL-leerling die (gedeeltelijk) formatief wordt ingezet is ten minste 18 jaar oud. Als extra toevoeging op de bovenstaande voorwaarden is het van belang dat het kindercentrum de zaken rondom de BBL-leerlingen in overleg met de Ondernemingsraad laat plaatsvinden. aarnaast is het van belang dat er regelmatig controle plaats vindt om te onderzoeken of de kindercentra zich houden aan de bovenstaande voorwaarden. Aan de GG zal dan ook gevraagd worden om met name het eerste jaar intensief te controleren. e Wet Basisvoorziening Kinderopvang en de Verordening. Op 7 maart 2003 zou het demissionaire kabinet een beslissing nemen over het invoeren van de WBK. Op 28 maart is er besloten om de invoering van de WBK uit te stellen tot 1 januari e huidige verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang zal komen te vervallen op het moment dat de nieuwe wet van kracht wordt, in eerste instantie zou de wet op 1 januari 2003 al in werking treden. Nu blijkt dat het 2005 zal worden, zal de huidige verordening opnieuw bekeken en geactualiseerd moeten worden. e bedoeling is dan ook om op korte termijn te starten met het aanpassen van de huidige verordening. Actualiteit. Op dit moment werken meerdere kinderopvangorganisaties met een BBL-er. Sommige hebben hier via de gemeente een ontheffing voor gekregen. Onlangs heeft een kinderopvangorganisatie laten weten twee BBL-ers in dienst te hebben genomen. Een andere kinderopvangorganisatie wil graag uitbreiden maar alleen als zij als derde groepsleiding een BBL-er in mogen zetten. eze BBLer zou dan verantwoordelijk zijn voor één è twee kinderen. Indien zij niet met een BBL-er mogen werken, zoals op dit moment de verordening geldt, kunnen zij niet uitbreiden. Van belang is het dan ook dat op dit punt de verordening aangepast gaat worden. Gezien de moeilijke financiële situatie van meerdere kinderopvangorganisaties en de moeite om geschikt personeel te vinden is het van belang dat organisaties moeten kunnen werken met de BBL-ers. Het ministerie van VWS heeft zich ook bij dit standpunt aangesloten. Het VNG heeft de tekst al geschreven op welke manier de verordening aangepast zou kunnen worden. Voorstel Vooruitlopend op de onderstaande actualisering, artikel 1, lid i van de verordening aanpassen, zodat het voor kinderopvangorganisaties mogelijk is om op een correcte manier met BBL-ers te kunnen werken. e Verordening Kwaüteitsregels Kinderopvang actualiseren, nu de WBK is uitgesteld tot 1 januari 2005.

7 Gemeentebestuur Ontwerp-besluit e Raad van de gemeente ordrecht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2003, nr. Overwegende dat steeds meer kinderopvangorganisaties willen gaan werken met BBL-ers (Beroepsbegeleidende leerweg}. Binnen de huidige gemeentelijke verordening Kwaliteitsregels kinderopvang en gastouderbureaus is hier geen ruimte voor. Onderzocht zijn de mogelijkheden om de verordening op een dusdanige wijze aan te passen, zonder dat dit in strijd is met de op komst zijnde Wet Basisvoorziening Kinderopvang. e Verordening Kwaliteitsregels kinderopvang en gastouderbureaus dient geactualiseerd te worden nu de Wet Basisvoorziening Kinderopvang uitgesteld is tot 1 januari gelet op de noodzaak van de kinderopvangorganisaties om op een correcte manier te kunnen werken met BBL-ers is het van belang dat de verordening Kwaliteitsregels kinderopvang en gastouderbureaus aangepast wordt. gelet op artikel 149 Gemeentewet, artikel 20 van de Welzijnswet 1994 en artikel 28 van de Tijdelijke referendum wet. Vast te stellen de volgende Artikel l Artikel 1, lid i komt als volgt te luiden: i. functionaris: Artikel 1 Besluit: VERORENING tot wijziging van de Verordening Kwaliteitsregels Kinderopvang en gastouderbureaus {eerste wijziging) 1 a. in een kindercentrum werkzame persoon die werkzaamheden verricht, opgenomen in de voor kinderopvang geldende CAO en die over de voor die werkzaamheden benodigde opleiding beschikt; b. in een kindercentrum werkzame persoon van minimaal 18 jaar oud die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, onder de voorwaarden dat het kindercentrum een erkend leerbedrijf is, beschikt over een scholings- en loopbaanbeleid en de betreffende persoon op een adequate manier begeleidt; 2 in een gastouderbureau werkzame persoon, belast met de bemiddeling van gastouderopvang, die voor zijn werkzaamheden de op grond van de voor de kinderopvang geldende CAO benodigde opleiding heeft.

8 Artikel II eze verordening kan worden aangehaald als " Eerste wijziging Verordening Kwaliteitsregels kinderopvang en gastouderbureaus". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 juli de griffier de voorzitter