JAARVERSLAG COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG

Transcriptie

1 COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL JAARVERSLAG

2 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 8 DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis 2,1 Ger.w.) HOOFDSTUK 1 GROOT-BANDITISME EN TERRORISME Bijzondere opsporingsmethoden Bescherming van bedreigde getuigen Partnership Terrorisme Jaarrapport Georganiseerde Criminaliteit Rondtrekkende dadergroepen Documentatie 16 HOOFDSTUK 2 RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten 19 HOOFDSTUK 3 ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten Varia 22 HOOFDSTUK 4 LEEFMILIEU Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten Varia 25 2

3 HOOFDSTUK 5 VERKEERSVEILIGHEID Vergaderingen van de expertisecel Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten 27 HOOFDSTUK 6 MENSENHANDEL EN MENSENSMOKKEL Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrief Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten Varia 31 HOOFDSTUK 7 VERDOVENDE MIDDELEN Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten 34 HOOFDSTUK 8 MILITAIR STRAFRECHT EN RELATIES MET DE KRIJGSMACHT 34 HOOFDSTUK 9 BEMIDDELING IN STRAFZAKEN EN BPR-JUSTITIEHUIZEN Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten 36 HOOFDSTUK 10 JEUGDBESCHERMING Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten Varia 39 3

4 HOOFDSTUK 11 SLACHTOFFERONTHAAL Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten 41 HOOFDSTUK 12 INTRAFAMILIAAL GEWELD EN EXTRAFAMILIALE KINDER- MISHANDELING 41 HOOFDSTUK 13 INFORMATIEHUISHOUDING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE Vergaderingen van het coördinatieteam en van het expertisenetwerk en behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten 45 HOOFDSTUK 14 CORRUPTIE Oprichting van het expertisenetwerk en vergaderingen van het coördinatieteam van het netwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten 48 DEEL II. DE GOEDE ALGEMENE EN GECOÖRDINEERDE WERKING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE (art. 143bis 2,2 Ger.w.) HOOFDSTUK 1 EXPERTISENETWERK STRAFRECHTELIJK BELEID STRAFRECHTSPLEGING 51 Luik Strafrechtelijk beleid Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten Varia 71 Luik Strafrechtspleging 71 4

5 HOOFDSTUK 2 SOCIAAL STRAFRECHT STRIJD TEGEN DE SOCIALE FRAUDE 74 HOOFDSTUK 3 STRAFUITVOERINGSRECHTBANKEN 75 HOOFDSTUK 4 EXPERTISENETWERK INFORMATICA 77 Sectie Informatica 77 Werkgroep Prioriteiten en noden van het openbaar ministerie inzake informatisering Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten 78 Subwerkgroep Nationale antecedentendatabank Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Toekomstprojecten 78 Sectie Statistiek Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Toekomstprojecten Varia 80 HOOFDSTUK 5 EXPERTISENETWERK POLITIE 80 A. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Voorbereidende vergaderingen van de hoofdcoördinator met de directeur-generaal van de Gerechtelijke Politie, de vertegenwoordiger van de Vaste Commissie van de Lokale Politie en/of andere directieorganen van de Federale Politie Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen 80 B. Overlegvergaderingen tussen het College van Procureurs-generaal en de Federale Politie Voorbereiding Behandelde onderwerpen 82 C. Wetenschappelijke Politie 82 D. Omzendbrieven 82 E. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 83 HOOFDSTUK 6 INFORMATISERING RECHTSHULP IN STRAFZAKEN HERMES 84 HOOFDSTUK 7 LOOPBAANHERVORMING PERSONEEL GRIFFIES EN PARKETTEN 85 HOOFDSTUK 8 VERDELING VAN DE PARKETJURISTEN EN REFERENDARISSEN 86 HOOFDSTUK 9 VERDELING VAN DE GERECHTELIJKE STAGIAIRS 86 5

6 1. Onthaalcapaciteit Verdeling Benoemingen 88 DEEL III. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL HOOFDSTUK 1 VERGADERINGEN De maandelijkse vergaderingen van het College van Procureurs-generaal De vergaderingen van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Procureurs des Konings Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Arbeidsauditeurs Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en de commissarisgeneraal van de Federale Politie 91 HOOFDSTUK 2 OMZENDBRIEVEN 91 HOOFDSTUK 3 ADVIEZEN 93 HOOFDSTUK 4 PARLEMENTAIRE VRAGEN 94 DEEL IV. BETREKKINGEN MET HET FEDERAAL PARKET HOOFDSTUK 1 ADVIEZEN MET BETREKKING TOT DE KANDIDATEN VOOR HET AMBT VAN FEDERAAL MAGISTAAT 97 HOOFDSTUK 2 EVALUATIE VAN DE FEDERALE PROCUREUR EN DE WERKING VAN HET FEDERAAL PARKET 97 DEEL V. BETREKKINGEN MET EUROJUST 98 DEEL VI. RAPPORTAGE ART. 47undecies Sv. 1. Artikel 47undecies, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering: geseponeerde dossiers punt VII.5.1 COL 13/ Artikel 47undecies, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering: fase van de uitvoering punt VII.5.2 COL 13/2006 en punt III.1 COL 14/ Artikel 47undecies, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering: informanten gemachtigd om strafbare feiten te plegen punt VII.5.3 COL 13/2006 6

7 en punt III.2 COL 14/ DEEL VII. OMKADERING VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL HOOFDSTUK 1 - SECRETARIAAT Algemeen Beheer van de archieven van de opgeheven militaire rechtscolleges Kwalificatieboeken Kwalificatiecodes 110 HOOFDSTUK 2 DIENST STATISTISCH ANALISTEN Strafrechtelijke databanken Jaarstatistiek van het openbaar ministerie, correctionele parketten Ondersteuning aan het openbaar ministerie Externe aanvragen tot het ontvangen van statistieken Omkadering en ondersteuning van statistische projecten van andere diensten Opleiding van het team van statistisch analisten 116 HOOFDSTUK 3 VAST BUREAU WERKLASTMETING 116 DEEL VIII. BIJLAGEN 1. Advies van 27 juni 2008 (expertisenetwerk Informatica ) Nota voor de persconferentie van de statistisch analisten van juni 2008 (expertisenetwerk Informatica ) Overzichtslijst parlementaire vragen Evaluatieverslag van de federale procureur en over de werking van het Federaal Parket 132 7

8 VOORWOORD Artikel 143bis, 7 van het Gerechtelijk Wetboek legt het College van Procureurs-generaal op jaarlijks verslag over zijn activiteiten uit te brengen aan de minister van Justitie. Het gerechtelijk jaar , dat in dit jaarverslag behandeld wordt, is in elk opzicht een merkwaardig jaar geworden. Het gerechtelijk jaar kon afgesloten worden met een moderniseringsplan van het hele openbaar ministerie. Door de langste regeringscrisis ooit kon dit plan weliswaar overhandigd worden aan de informateur en later aan de formateur, maar het duurde tot begin 2008 alvorens het daadwerkelijk met de minister van Justitie kon besproken worden. Onder impuls van het College van Procureurs-generaal bleef het openbaar ministerie in beweging. Vanaf het begin van het gerechtelijk jaar werd geïnvesteerd in de uitvoering van het moderniseringsplan. Het College van Procureurs-generaal besliste om een platform te creëren voor de coördinatie van de uitwerking en de concretisering van de verschillende punten van het beleidsplan. In dit platform zouden alle geledingen van het openbaar ministerie, met name het College van Procureurs-generaal, de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs en het Federaal Parket vertegenwoordigd worden. Er werd voor geopteerd om het coördinatieteam van het expertisenetwerk Strafrechtelijk beleid uit te breiden en als begeleidingsplatform aan te duiden voor het opvolgen van de hele beweging van het openbaar ministerie. Er werden vervolgens werkgroepen opgericht die belast werden met de uitwerking van welbepaalde cruciale bouwstenen van het moderniseringsplan, waarvan de belangrijkste de volgende zijn: de werkgroep belast met de reflectie inzake de opdrachten en structuren van het openbaar ministerie de werkgroep belast met de uitbouw van het Secretariaat tot gemeenschappelijke steundienst de werkgroep belast met de bewaking van de doorlooptijden en de strijd tegen de gerechtelijke achterstand de werkgroep belast met de introductie van het parketbeleidsplan in de beleidscyclus, alsook met het onderzoek naar de vastlegging van vervolgingsprioriteiten Bij de samenstelling van de werkgroepen werd erop toegezien dat innoverende gedachten bottom-up zouden kunnen groeien en werd er bijgevolg ruimte gegeven aan de eerstelijnsmagistraten om zich te beraden over de evolutie die het openbaar ministerie zou dienen te doorlopen. Wat de structuren en opdrachten betreft, vinden de beleidskrachtlijnen die uit de beweging groeiden bijgevolg hun oorsprong in het overleg dat eerst op eerstelijnsniveau plaatsvond. Vanaf de aanvang van deze werkzaamheden van het openbaar ministerie werd ervoor geopteerd om de voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie het beleidsplan van het openbaar ministerie voor te leggen alsmede een nota waarin geschetst werd op welke wijze de praktische toepassing van het beleidsplan zou kunnen gebeuren en volgens welk tijdsschema dit mogelijk zou kunnen zijn. De voorzitter van het College van Procureurs-generaal verzocht de Hoge Raad voor de Justitie bij brief van 14 september 2007 deze beweging te begeleiden en meer in het bijzonder als bruggenhoofd te fungeren zodat een aantal observatoren-magistraten van de zetel en een delegatie van de Raad het proces zouden kunnen observeren en ondersteunen teneinde de vernieuwing van Justitie op coherente wijze te kunnen doorvoeren. De reflectie van het 8

9 openbaar ministerie zou immers inspirerend kunnen zijn voor de ontwikkeling van gelijkaardige initiatieven voor de zetel. De Hoge Raad voor de Justitie gaf gevolg aan deze vraag door zelf een project Hertekening van de rechterlijke organisatie op te starten. Deze beweging bood de mogelijkheid parallelle reflectie op te starten binnen de zetel, waaraan ook het openbaar ministerie een bijdrage kon leveren. In het kader van dat project werd aan de Vaste Conferentie van Korpschefs een belangrijke opdracht gegeven inzake het verzamelen van de knelpunten, hetgeen meteen ook mede aanleiding gaf om die Vaste Conferentie uit te breiden tot de korpschefs van de eerste lijn. Binnen het project van de hertekening van de rechterlijke organisatie werd een beperkte werkgroep aangeduid om een werkhypothese uit te werken, waaraan de voorzitter van het College van Procureurs-generaal, tevens portefeuillehouder van het strafrechtelijk beleid en de gerechtelijke organisatie, deelnam als actieve observator. De medewerking aan dit project vergde eveneens een grote inspanning die nochtans noodzakelijk was om de coherentie en de coördinatie tussen beide bewegingen te bewaren. Ondertussen evolueerden de eigen werkzaamheden van het openbaar ministerie verder en werden de besluiten van de werkgroepen van het openbaar ministerie voorgelegd aan het begeleidingsplatform. De synthese van al deze werkzaamheden werd opgenomen in één document dat de krachtlijnen van een strategisch plan omvat. Dit document maakte het voorwerp uit van diepgaand overleg tussen het College van Procureurs-generaal, de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs en de federale procureur en werd, nadat alle geledingen van het openbaar ministerie het hadden goedgekeurd, op 3 juli 2008 aan de minister van Justitie overhandigd. De hier zeer beknopt geschetste bewegingen zijn slechts mogelijk geweest door een zeer intense samenwerking van alle geledingen van het openbaar ministerie d.m.v. ontelbare vergaderingen van de werkgroepen, het begeleidingsplatform, het College en de Raden. Het lijkt mij hier de aangewezen plaats te zijn om aan allen die dit bijzonder intensief werk hebben geïnvesteerd mijn waardering en dank uit te drukken. Deze beweging heeft immers opnieuw de solidariteit van het openbaar ministerie in de verf gezet en verstevigd. De intensieve en haast permanente samenwerking van alle geledingen van het openbaar ministerie gedurende het gehele gerechtelijk jaar leidde er ook toe dat het College van Procureurs-generaal regelmatig vergaderde samen met de voorzitters van de Raden en dat deze laatsten vanaf januari 2008 datum van aantreden van de nieuwe regering - eveneens werden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van het College onder voorzitterschap van de minister van Justitie. Het is in een voorwoord niet haalbaar om dieper op alle mogelijke elementen van de beweging van het openbaar ministerie in te gaan. Aangezien het jaarverslag een algemeen overzicht omvat van alle gebruikelijke activiteiten van het College, zou ik nochtans aan mijn taak verzaken indien ik zou nalaten een aantal deelaspecten aan te raken. De bedoeling van dit voorwoord lijkt er mij immers in de eerste plaats, voor de blijvende herinnering en zeer beknopt, in te bestaan om een aantal markante feiten aan te kaarten opdat ze niet naamloos zouden verdwijnen in het indrukwekkende geheel van prestaties die in het jaarverslag dienen opgenomen te worden. Zo werd verder gewerkt aan de verdere ontwikkeling van alle bouwstenen van het beleid van het openbaar ministerie. Hierbij kan ik verwijzen naar de ontwikkeling van een beleidscyclus voor het openbaar ministerie, van het parketbeleidsplan, het kwaliteitsmodel, de parketstatistiek, de werklastmeting en - last but not least - van Omptranet. Ik neem deze gelegenheid te baat om mijn waardering te beklemtonen voor de ondersteuning waarop het openbaar ministerie hierbij gedurende jaren vanwege de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid kon rekenen. 9

10 De werkzaamheden met betrekking tot de opbouw van een gemeenschappelijke steundienst resulteerden in een concreet voorstel dat aanleiding gaf tot diepgaande besprekingen en overleg met de beleidscel van de minister van Justitie. Over dit project werd weliswaar een principieel akkoord bereikt maar het zal om budgettaire redenen in meerdere fases en over meerdere jaren gerealiseerd dienen te worden. Aan dit project werd haast permanent gewerkt. De verdere invulling van de topprioriteit van het moderniseringsplan, namelijk de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en het opbouwen van een coherent strafrechtelijk beleid inzake het verval van de strafvordering middels betaling van een geldsom, resulteerde in de opmaak van een volledige nationale beeldvorming inzake, enerzijds, de doorlooptijden van de gerechtelijke onderzoeken en, anderzijds, de minnelijke schikking. Daarnaast diende de parketstatistiek opgemaakt te worden en werd voor de eerste maal een presentatie aan de pers verzorgd. De enorme inspanningen en prestaties van de statistisch analisten dienen hierbij in het bijzonder benadrukt te worden en deze hebben bijgedragen tot een versnelling van het professionalisme dat kenmerkend is voor de ontwikkeling van een coherent strafrechtelijk beleid. De beweging van het openbaar ministerie heeft eveneens aanleiding gegeven tot de verdere ontwikkeling van meerdere nieuwe visies die zouden kunnen bijdragen tot, enerzijds, de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en, anderzijds, tot een kwaliteitsmanagement. Ik vermeld hierbij het onderzoek naar het invoeren van case management voor het opsporings- en het gerechtelijk onderzoek en van een rangeerstation als draaischijf tussen politie en parket teneinde de wederzijds beschikbare capaciteit beter op elkaar te kunnen afstemmen en de werking van de strafrechtsketen te verbeteren. Verder kan ook het invoeren van scharnierfuncties van interne kwaliteitscontrole binnen de parketten worden vermeld, waarvan de bedoeling erin bestaat de saisine van de onderzoeksrechter beter te beheersen, de achterstand in het opstellen van rechtsvorderingen en eindvorderingen terug te dringen en de kwaliteit ervan te verbeteren. In het kader van de werkzaamheden van deze werkgroep werd een draaiboek voorbereid dat eveneens aan alle geledingen van het openbaar ministerie zal worden voorgelegd. Bovendien werd, wat de studie van de structuren en opdrachten van het openbaar ministerie betreft, er in het voormeld strategisch plan voor geopteerd om de door de ad-hocwerkgroep uitgewerkte werkhypothese daadwerkelijk op het terrein voor te bereiden. Het College van Procureurs-generaal heeft zich beraden over de in dit kader te volgen werkwijze. Er werd voor gekozen om binnen elk rechtsgebied een overlegstructuur op te richten die is samengesteld uit de procureur-generaal en de procureurs des konings en arbeidsauditeurs van zijn rechtsgebied. De bedoeling hiervan bestaat erin de noden om samenwerkingsverbanden tot stand te brengen te onderzoeken en zulke samenwerkingsverbanden op te richten ingeval de schaal van de entiteiten of de invulling van specialisatie dit vereist, en dit met de bedoeling een efficiënt beheer tot stand te kunnen brengen. Ook deze beweging werd tijdens het afgelopen gerechtelijk jaar opgestart. In de loop van ditzelfde gerechtelijk jaar werd eveneens een visie ontwikkeld inzake de verhouding van het openbaar ministerie ten aanzien van de minister van Justitie en de uitvoerende macht en inzake de organisatie van de werking van het College van Procureursgeneraal ten aanzien van de beleidsverantwoordelijkheid op zowel het gewestelijke als het federale niveau. Ook deze visie werd in de beleidsplannen opgenomen. Het principe van samenwerking met andere staatsmachten die in het moderniseringsplan van juni 2007 werd opgenomen en die meer in het bijzonder betrekking heeft op de functioneringsmethoden van de expertisenetwerken, werd verder uitgebouwd. Zo verleende het DGWL van de FOD Justitie bijvoorbeeld medewerking aan verschillende projecten van het expertisenetwerk Strafrechtspleging. 10

11 In de loop van het gerechtelijk jaar is bijgevolg onder impuls van het College van Procureurs-generaal, maar hoofdzakelijk via een bottom-up-beweging, binnen het openbaar ministerie een enorme inspanning geleverd om vorm te geven aan een tweede beleidscyclus. De aanzet tot nieuwe structuren of nieuwe werkingsvormen werd niet dogmatisch uitgedokterd of opgelegd maar kwam tot stand in onderling permanent overleg en wordt bovendien op het terrein uitgeprobeerd, begeleid en opgevolgd aan de hand van cijfermatig onderzoek. Het spreekt voor zich dat het cijfermateriaal dat momenteel op grond van een extractie uit meerdere databanken beschikbaar is, nog niet volledig accuraat is, maar door een herhaalde oefening, controle, herziening en contextualisering worden deze cijfers steeds beter en betrouwbaarder. Voor de toekomst is mijn hoop gevestigd op de voortzetting van de intense samenwerking van alle geledingen van het openbaar ministerie want enkel dan kan de ingezette evolutie al haar beloften waarmaken. Op het ogenblik dat ik dit voorwoord schrijf, worden wij opnieuw geconfronteerd met een regeringscrisis ten gevolge van de behandeling van een rechtszaak waarbij aanwijzingen bestaan dat de scheiding der machten mogelijk zou geschonden zijn. Dit ernstig voorval mag voor niemand aanleiding zijn om te beweren dat er sprake zou zijn van een botsing tussen de rechterlijke en de uitvoerende macht. De visie die in het moderniseringsplan van het openbaar ministerie tot uiting komt, is er immers één van samenwerking. Ongeveer één jaar na de totstandkoming van de vorige regering werd vervolgens een nieuwe regering samengesteld. Uiteraard betekent dit een ernstige vertraging van onze werkzaamheden en dienen een aantal zaken opnieuw bekeken te worden. Dit mag echter niet tot ontmoediging leiden, maar integendeel tot het verder zetten van onze beweging en tot een bevestiging van onze visie en ons aanbod van samenwerking. Het is nu uitkijken naar de verdere verwezenlijking van de in dit voorwoord besproken bouwstenen van het beleid van het openbaar ministerie, en niet in het minst naar de effectieve oprichting van de broodnodige gemeenschappelijke steundienst die nog aan de nieuwe regering moet voorgelegd worden. Y. Liégeois, Procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen, Voorzitter van het College van Procureurs-generaal van tot

12 DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis 2,1 Ger. w.) 12

13 HOOFDSTUK 1 - GROOT-BANDITISME EN TERRORISME Hierna wordt een bondig overzicht gegeven van de belangrijkste projecten van het expertisenetwerk Groot-Banditisme en Terrorisme, dat is samengesteld uit magistraten van het openbaar ministerie, vertegenwoordigers van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, de Geïntegreerde Politie en de Veiligheid van de Staat, en wordt geleid door de procureurgeneraal te Gent. 1. Bijzondere opsporingsmethoden Na het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 105/2007 van 19 juli 2007, dat een beperkte vernietiging uitsprak van de reparatiewet-bom, werd op 17 december 2007 omzendbrief COL 14/2007 verspreid als addendum aan COL 13/2006 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden, waarbij voorlopige richtlijnen opgesteld werden in afwachting van de wetswijzigingen die zich opdringen. Het kabinet van de minister van Justitie deed een beroep op het expertisenetwerk voor de redactie van een reparatiewet-bom-bis. Er werd hierover vergaderd op 13 maart 2008, 24 april 2008, 21 mei 2008 en 12 juni Bedoeling is een wetsontwerp voor te leggen waarin verholpen wordt aan de gevolgen van voornoemd arrest van het Grondwettelijk Hof dat enkele aanpassingen aanbracht op basis van de ervaringen in de praktijk en waarbij een specifieke opzoeking in informatiesystemen mogelijk gemaakt wordt. Het expertisenetwerk was betrokken bij volgende jaarlijkse seminaries: - de BTS-dag (Bijzondere Technieken / Techniques Spéciales) met de BTS-officieren, de vertegenwoordigers van het lokaal informantenbeheer (LIB), de BOM-magistraten, leden van het Federaal Parket, van de parketten-generaal en van de centrale directies van de Federale Politie, die plaatsvond op 14 december 2007 en die hoofdzakelijk was gericht op de informatiegestuurde politiezorg (onder meer infiltraties in de virtuele wereld en gerichte informantenwerking); - het opleidingsseminarie inzake het uitwisselen van beroepservaringen tussen parketmagistraten gespecialiseerd in het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden, dat plaatsvond op 16 en 17 mei 2008 en waar onder meer aandacht werd besteed aan de analyse van de rechtspraak van het Hof van Cassatie en de kamers van inbeschuldigingstelling, de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof en de internetrecherche. Daarnaast werkte het expertisenetwerk ook mee aan verschillende opleidingen. Advocaatgeneraal St. Guenter gaf op 21 augustus 2008 een overzicht van de praktische en juridische BOM-problemen op het door Kluwer georganiseerde Congres van de Advocaat. Het expertisenetwerk organiseerde de vergaderingen van de zogenaamde Millenniumcommissie die, in uitvoering van artikel 47quinquies 4 van het Wetboek van Strafvordering, ten behoeve van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken de omkaderende en organisatorische maatregelen voorstelt die noodzakelijk zijn om de anonimiteit en de veiligheid van de met de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden belaste politieambtenaren te vrijwaren. Er werd vergaderd op 12 oktober 2007, 11 december 2007, 20 maart 2008 en 5 juni 2008, waarbij onder meer volgende zaken aan bod kwamen: de stand van zaken van de uitvoering van dit project, de aan de minister van Justitie te bezorgen verslagen inzake de bijzondere fondsen en de fictieve identiteiten, een protocol inzake de samenwerking met private partners m.b.t. informantenbetaling, de procedure voor het inzetten van welbepaalde technische middelen en de prioriteiten op gebied van infiltraties. Daarenboven werd op een speciale vergadering van 2 juni 2008 aan de nieuwe minister van Justitie een voorstelling gegeven 13

14 van alle in het verleden tot stand gekomen bijzondere maatregelen. Er werd ook een schriftelijk overzicht gegeven waarop nadien een antwoord werd geformuleerd. De werkzaamheden van de permanente begeleidingscommissie LEXPO werden verder gezet. Deze commissie buigt zich over concrete cases, rechtspraak en veelgestelde vragen inzake de bijzondere opsporingsmethoden, en dit met de bedoeling het professionalisme op het terrein te verhogen, best practices te ontwikkelen en permanent een BTS-codex te kunnen updaten. Er werd vergaderd op 13 december 2007, 21 maart 2008 en 11 juni 2008, met onder meer aandacht voor observaties door nietpolitiediensten, het gebruik van de thermische camera, de internationale samenwerking inzake observaties, de redactie van FAQ s, een nieuwe richtlijn inzake de selectie van de dossiers m.b.t. infiltraties van categorie II en een uniforme werkwijze voor de afscherming van bronnen. In het kader van een verbeterde samenwerking tussen de lidstaten m.b.t. het gebruik van undercoveragenten werd door de Raad van de Europese Unie een vragenlijst verzonden. Het expertisenetwerk heeft op 18 oktober 2007 vergaderd met de FOD Justitie en meegewerkt aan het Belgische antwoord dat een overzicht geeft van de wettelijke en praktische mogelijkheden inzake de grensoverschrijdende inzet van undercoveragenten. Op 17 maart 2008 werd opnieuw vergaderd en werd een Belgisch standpunt ingenomen over het discussiedocument dat door de EU werd opgesteld nadat alle nationale antwoorden ontvangen waren. Het expertisenetwerk was eveneens betrokken bij de redactie van het Jaarverslag rapportageplicht, in uitvoering van artikel 90decies van het Wetboek van Strafvordering. Het verslag 2007 werd op 26 november 2007 binnen het expertisenetwerk verspreid. 2. Bescherming van bedreigde getuigen De procureur-generaal te Gent en de federale procureur maken deel uit van de Getuigenbeschermingscommissie die bevoegd is voor het toekennen, wijzigen en intrekken van beschermingsmaatregelen en financiële hulpmaatregelen. Er werd op 19 oktober 2007, 21 november 2007, 11 december 2007, 12 februari 2008, 25 april 2008 en 5 juni 2008 vergaderd. 3. Partnership Het expertisenetwerk maakt deel uit van het Federaal Overlegplatform Partnership (samenwerkingsverband inzake de aanpak van diefstallen gewapenderhand (DGH) tussen de Lokale en Federale Politie, het Federaal Parket, het College van Procureurs-generaal, de banken, de Post en de distributieondernemingen). Er werd vergaderd op 27 november 2007 en 9 mei Daarbij kwamen onder meer volgende elementen aan bod: de strategische analyse van de diefstallen gewapenderhand, de Tiger Kidnapping, de nieuwe wetgeving inzake camerabewaking en de overdracht van de beelden van videobewaking van de private sector naar de Federale Politie. Specifiek met betrekking tot Tiger Kidnapping werd op 11 oktober 2007 een vergadering belegd en werd nagedacht over een aparte richtlijn omtrent de aanpak ervan (de omzendbrief COL 7/2008 m.b.t. het addendum aan COL 12/2006 betreffende de gijzeling werd vervolgens op 7 november 2008 verspreid). 14

15 4. Terrorisme Het expertisenetwerk is via de procureur-generaal te Gent en de federale procureur vertegenwoordigd in het College voor Inlichting en Veiligheid (C.I.V.) dat toeziet op de gecoördineerde uitvoering van de beslissingen van het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid dat het beleid inzake inlichtingen en de bescherming van gevoelige informatie vaststelt. Het C.I.V. vergaderde op 7 november 2007, 12 februari 2008, 10 maart 2008, 9 april 2008, 21 mei 2008 en 10 juli 2008, waarbij onder meer volgende thema s aan bod kwamen: de implementatie van het OCAD, en in het bijzonder het BINII-netwerk voor de beveiligde communicatie, de uitvoering van het Actieplan Radicalisme, en in het bijzonder de Joint Information Box, de crisiscommunicatie en oefening inzake terrorisme, het beleid op gebied van informatieveiligheid, de uitvoering van de regelgeving inzake classificatie en veiligheidsmachtigingen en de plannen m.b.t. de beveiliging van de luchten zeevaart. Wat de informatiehuishouding op gebied van terrorisme betreft, volgt het expertisenetwerk de werking van het OCAD op, en gaat het meer in het bijzonder na of dit orgaan de verwachtingen kan inlossen inzake het verzamelen en centraliseren van alle relevante informatie. Daarnaast werd ook met het Controleorgaan van het Politioneel Informatiebeheer van gedachten gewisseld over een studie over de gegevensbanken op gebied van terrorisme. Wat de financiering van het terrorisme betreft, werd een actieplan opgesteld met als doel de terrorismeonderzoeken eventueel te verrijken met de mogelijke meerwaarde die zou kunnen worden geboden door de financiële recherche, en ook om binnen de beschikbare financiële informatie de voor terrorismedossiers mogelijk relevante inlichtingen op te sporen en ter beschikking van de onderzoekers te stellen. Dit document werd op 7 november 2007 binnen het expertisenetwerk verspreid. Het expertisenetwerk heeft medegewerkt aan een E.U.-seminarie Internationale Samenwerking in de strijd tegen het terrorisme dat van 24 tot 26 oktober 2007 plaatsvond te Durbuy, en waarbij bijzondere aandacht werd besteed aan het Europese terrorismebeleid, de opsporingsmethoden en de bewijsverkrijging (een laatste voorbereidende vergadering vond op 20 september 2007 te Brussel plaats). Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan het Belgische antwoord op een vragenlijst van de Europese Commissie over de terrorismebestrijding en ook aan het Belgische advies op een voorstel van de Europese Raad tot wijziging van het E.U.-Kaderbesluit inzake terrorismebestrijding. Het expertisenetwerk ziet eveneens toe op de uitvoering van COL 9/2005 betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme. Zo vond reeds een eerste vergadering plaats met het oog op het opstellen van een afzonderlijke richtlijn over de signaleringen onder het statuut Informatieterrorisme. Er werden op 5 en 12 december 2007 vergaderingen georganiseerd met het oog op de samenstelling van het GTOM (Gespecialiseerd Team Openbaar Ministerie) voor de terroristische gijzelingen. De vastgestelde methodologie tot oprichting van het GTOM werd op de vergadering van 20 december 2007 door het College van Procureurs-generaal goedgekeurd. In een tweede fase zal het draaiboek inzake terroristische gijzelingen worden voorbereid. 15

16 5. Jaarrapport Georganiseerde Criminaliteit Het expertisenetwerk werkt via het begeleidingscomité mee aan de redactie van de tweejaarlijkse rapporten. Er werd vergaderd op 6 november 2007 en 14 december 2007 en het rapport 2007 (criminaliteit in ) werd binnen het expertisenetwerk verspreid op 5 augustus Dit uitgebreide rapport (119 pagina s) heeft aandacht voor het criminaliteitsbeeld (organisatiestructuren, contrastrategieën, illegale en legale markten, toekomst) en de beleidsmatige aanpak (preventie, repressie en andere maatregelen) en formuleert een aantal conclusies en aanbevelingen. 6. Rondtrekkende dadergroepen Op 15 oktober 2007 vond binnen het expertisenetwerk een vergadering plaats waarbij de laatste hand gelegd werd aan een gemeenschappelijke omzendbrief betreffende de rondtrekkende dadergroepen. Deze omzendbrief werd door het College van Procureurs-generaal goedgekeurd en op 13 februari 2008 als COL 1/2008 verspreid, en omvat een algemene repressieve aanpak op het niveau van de politie en van het openbaar ministerie. Het expertisenetwerk zal de toepassing van deze omzendbrief nauwgezet opvolgen, bijvoorbeeld in het kader van de vergaderingen van het overlegplatform BIRD (Bandes Itinérantes Rondtrekkende Daders), de jaarlijkse vergadering met de referentiemagistraten en de uitwerking van een tactische blauwdruk voor de samenwerking met prioritaire landen. Zo werden binnen het expertisenetwerk de gegevens van de referentiepersonen van de politiediensten en de parketten verzameld (lijst verspreid via de memo van 5 september 2008). 7. Documentatie De referentiemagistraten Groot Banditisme en Terrorisme werden regelmatig via memo s op de hoogte gebracht van belangrijke rechtspraak (vb: bewijswaarde anonieme getuigen, rechtsgeldigheid van een afluistermaatregel, toelichting bij het begrip terroristische groep en criminele organisatie, wettelijkheidscontrole inzake BOM, ), van wijzigingen aan internationale en nationale regelgeving (vb: de wijziging van het Europees Terrorismeverdrag van 27 januari 1977), van richtlijnen en van veelgestelde vragen. In de periode van 1 september 2007 tot en met 31 augustus 2008 werden in totaal 35 memo s verspreid. HOOFDSTUK 2 RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID Het expertisenetwerk Residuen en Voedselveiligheid (hierna RVV ) is sedert zijn oprichting op 16 april 2002 actief in fenomenen die betrekking hebben op de illegale zwendel in groeistimulatoren, hormonen en dopingproducten, op farmaceutische inbreuken en op inbreuken op de voedselveiligheid in de ruimste zin van het woord. De algemene opdracht van het expertisenetwerk RVV (waarin naast de referentiemagistraten op gebied van RVV heel wat externe adviseurs, onder meer DSB/FGP/FAVV/FAGG/Douane etc. zetelen) bestaat erin beleidsondersteunend werk te leveren ten behoeve van het College van Procureurs-generaal en in te staan voor de informatie- en documentatiedoorstroming tussen de leden van het expertisenetwerk. 16

17 De realisatie van de ondersteunings- en uitwisselingsopdracht heeft geleid tot de verdere coördinatie en uniformering van het strafrechtelijk beleid in de betrokken misdrijffenomenen. Zoals in het verleden reeds het geval was, bleef het expertisenetwerk ook in zijn opdrachten in concreto toespitsen op drie prioritaire doelstellingen: het ontwikkelen van materiedeskundigheid bij al haar leden. Deze materiedeskundigheid moet dienen als hefboom om de beleidsvoorbereidende en ondersteunende taken ten behoeve van het College van Procureurs-generaal op een constructieve wijze te realiseren; het verder bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking tussen de leden van het netwerk en tussen de diensten die zij vertegenwoordigen; het streven naar uniformiteit binnen de opsporings- en vervolgingsdaden van het openbaar ministerie De initiatieven die vanuit deze drievoudige invalshoek tijdens het jaar genomen werden, kunnen als volgt samengevat worden: 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam kwam bijeen op 19 december 2007 op het parket-generaal te Gent ter voorbereiding van de algemene vergadering van het expertisenetwerk die op 30 mei 2008 plaatsvond in het Egmontpaleis te Brussel. 2. Behandelde onderwerpen Er werden nieuwe technieken voorgesteld voor het opsporen en analyseren van verboden residuen en groeistimulatoren in de vetmesting. Het gaat meer bepaald over een methode om exogeen toegediende natuurlijke hormonen die ook endogeen in het lichaam van de runderen voorkomen, te kunnen opsporen. Niet alleen de technische problemen maar ook de juridische uitdagingen hieromtrent werden aangekaart bij de leden van het expertisenetwerk. De berekening van vermogensvoordelen in hormonenzaken. Op de algemene vergadering werd een belangrijke casus toegelicht en werd aan de leden van het netwerk gevraagd om buitgericht te blijven denken. Het nieuwe Vlaams dopingdecreet werd op de algemene vergadering toegelicht en de leden van het expertisenetwerk werden eveneens per memo over deze nieuwe wetgeving ingelicht. De voorstelling van een productcatalogus voor de douane-, inspectie- en politiediensten. Het belangrijkste doel hiervan is een signaal te geven aan degenen die weinig vertrouwd zijn met substanties en geneesmiddelen maar hierin toch beslissingen dienen te nemen (bijvoorbeeld inbeslagnames). Deze catalogus is tegelijk een hulpmiddel om processen-verbaal beter naar inhoud te harmoniseren en kan ook helpen om een betere tracering mogelijk te maken van de illegale middelen in functie van de betrokken leveranciers. Het is niet uitgesloten dat het systeem op termijn op vlak van de analyses kostenbesparend kan werken en kan bijdragen tot een betere risicoanalyse. 17

18 3. Omzendbrieven In diverse memo s werd aandacht gevraagd voor relevante rechtsspraak/rechtsleer en eventuele nieuwe wetgeving. Daarnaast werd ook het vervolgingsbeleid inzake doping toegelicht. 4. Adviezen Naar aanleiding van de diverse beleidsmatige en operationele overlegplatforms (cf. punt 5), waar telkens de hoofdcoördinator of een lid van het coördinatieteam aanwezig is, werden talrijke adviezen verstrekt inzake nieuwe wetgeving en de toepassing ervan op het terrein, en dit zowel inzake hormonen, doping bij dieren, humane doping als farmaceutische criminaliteit. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen In het kader van het bevorderen van een multidisciplinaire samenwerking worden op verschillende niveaus beleidsmatige en operationele overlegplatforms in stand gehouden of opgericht. Concreet zijn er de vergaderingen van de Interdepartementale Coördinatiecel voor de Controle op de Voedselveiligheid ( ). Dit is een interdepartementaal beleidsplatform voor de materie die door het expertisenetwerk wordt behandeld en waarvan de hoofdcoördinator voorzitter is. De vergaderingen van de verbindingsofficieren van de Multidisciplinaire Hormonencel ( ). Dit is een operationeel platform waar alle informatie verzameld wordt en waarbij aanspreekpunten ( single points of contact ) van de bijzondere inspectiediensten (FAVV en FAGG), douane, politie en justitie in onderling overleg de strijd inzake zwendel in hormonen, dopingproducten en farmaceutische criminaliteit (waaronder ook namaak) aansturen. De hoofdcoördinator heeft hierin een toezichtsfunctie. De coördinatie van de cel zelf is in handen van de Federale Politie. De vergaderingen van de Multidisciplinaire Fraudebestrijdingscel voor de Veiligheid van de Voedselketen ( en ). Dit is een operationeel multidisciplinair platform waar grote zaken van zwendel en fraude inzake voedselveiligheid aan bod komen onder de leiding van de nationale opsporingseenheid van het FAVV. Op initiatief van de hoofdcoördinator werd de werkgroep Dopingbestrijding Vlaanderen op bijeengeroepen om een standpunt te bepalen over de vervolgingsproblematiek en om toelichting bij nieuwe wetgevende initiatieven te geven. Op vond tevens een vergadering plaats met het oog op het opstarten van dopingoverleg in Wallonië naar Vlaams model. Dit leidde uiteindelijk ook tot een samenwerkingsprotocol op Er wordt verder gewerkt aan een omzendbrief op basis van wat reeds enkele jaren in Vlaanderen bestaat. Op en waren er overlegvergaderingen met de dienst controle en de nationale opsporingseenheid van het Federaal Voedselagentschap. 18

19 In diverse belangrijke dossiers met een internationale en bovenarrondissementele impact werden de opsporingen gecoördineerd in functie van de verdere vervolging zelf. Zo werden er tal van operationele dossiergebonden coördinatievergaderingen gehouden met het Federaal Parket, de parketten en de politiediensten ( ). 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Er werd een analyse gemaakt van de opleidingsbehoeften van de leden van het expertisenetwerk en vervolgens werd op 21 maart 2008 een vergadering georganiseerd met de Federale Rechercheschool inzake de mogelijkheden tot het inrichten van een multidisciplinaire opleiding voor politie - bijzondere inspectiediensten -, douane en magistraten. De geplande opleiding moet nog verder uitgewerkt worden. De verschillende bijdragen op de vergadering van het expertisenetwerk passen eveneens binnen één van de belangrijkste doelstellingen van het expertisenetwerk, namelijk het ontwikkelen van materiedeskundigheid. Daartoe werden ook nog andere initiatieven genomen. De wetswijzigingen die betrekking hebben op de fenomenen van de aanwending van illegale groeistimulatoren, hormonen, doping, farmaceutische misdrijven en inbreuken op de voedselveiligheid, werden ter kennis gebracht en toegelicht. Centralisatie, analyse en verspreiding van relevante rechtsspraak en rechtsleer: de juridische argumentatie van de diverse colleges met betrekking tot de materie van de residuen en voedselveiligheid wordt nauwgezet bijgehouden en gecentraliseerd. Alle voor de materie relevante vonnissen en arresten worden stelselmatig ter kennis gebracht van de leden van het expertisenetwerk, zowel met het oog op de uitbouw van verdere materiedeskundigheid als omwille van feedback. Op het parket-generaal Gent wordt alle voor het expertisenetwerk RVV relevante documentatie bijgehouden teneinde deze te kunnen uitwisselen of op eerste verzoek ter beschikking van de leden te stellen. Alle relevante informatie en documentatie van het expertisenetwerk RVV wordt eveneens op Omptranet gepubliceerd. Er wordt geregeld informatie over de hormonen en dopingproblematiek verstrekt en medewerking verleend aan reportages op radio en televisie. 7. Toekomstprojecten Zoals aangekondigd in het vorige jaarverslag zal de strijd tegen internetcriminaliteit in het kader van fraude met geneesmiddelen, dopingproducten en illegale handel in hormonale producten verder worden opgevoerd. De criminaliteit via internet stijgt, het aanbod wordt steeds gevarieerder en onder andere door de toename van de vervalsingen vormt de handel in dergelijke producten via internet steeds meer een bedreiging voor de volksgezondheid. De druk van internationale organisaties zoals Interpol, Raad van Europa, Workgroup Enforcement Officers, Permanent Forum on International Pharmaceutical Crime (PFIPC) om deze problematiek aan te pakken neemt toe. De aanpak hiervan schept echter tal van juridische en praktische problemen. Vooreerst zal de aanpak van de verschillende diensten (FOD Economie, FAVV, FAGG, FOD Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu, Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, FOD Financiën, Federale Politie (FCCU en DJB/Horm), die op één of andere manier het internet afschuimen en op zoek gaan naar inbreuken op de wetgeving op hormonale stoffen en geneesmiddelen, in kaart worden gebracht en zullen de verschillende diensten hun aanpak ter zake voorstellen. Daarna zullen de vastgestelde problemen in het kader van 19

20 overleg worden verduidelijkt om uiteindelijk een betere samenwerking tot stand te kunnen brengen. Er zal worden gestreefd naar een betere samenwerking tussen de douane, de speciale onderzoekseenheden van het FAGG (SOE) en FAVV (NOE) en de parketten in verband met de controle en afhandeling van verdachte postzendingen. Hiertoe werden reeds in 2008 twee werkvergaderingen georganiseerd: : vergadering bij de douane in verband met het ingewikkelde wettelijke kader : bezoek op het terrein waar de controles gebeuren. In het kader van het optimaliseren van de samenwerking in de zwendel in illegale groeistimulatoren tussen België en Nederland worden nieuwe denkpistes, bijvoorbeeld een grensoverschrijdend onderzoeksteam (JIT), overwogen. Er zal worden gestreefd naar een betere aanpak van de verboden voedingssupplementen. De sector werd in kaart gebracht door een nationale actie van het Federaal Voedselagentschap maar er blijven vragen omtrent het wetgevend kader, hetgeen ook voor problemen bij de vervolgingen zorgt. HOOFDSTUK 3 ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam heeft in de loop van het gerechtelijk jaar zeven maal vergaderd, telkens op vrijdag, nl. op 14 september 2007, 28 september 2007, 30 november 2007, 25 januari 2008, 14 maart 2008, 25 april 2008 en 30 mei Het voltallige expertisenetwerk heeft daarentegen niet vergaderd maar niettemin werd contact onderhouden met verschillende referentiemagistraten van het netwerk. 2. Behandelde onderwerpen Er werd in de loop van het afgelopen gerechtelijk jaar begonnen met de redactie van een ontwerpomzendbrief COL m.b.t. de toepassing van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele-eigendomsrechten en deze werkzaamheden werden het ganse jaar verder gezet. Hetzelfde geldt voor de studie van de ontwerprichtlijnen van de DJF-Ecofin inzake de strijd tegen de valsmunterij, die het College aan het netwerk heeft toevertrouwd. De selectie van de fiscaal assistenten werd nauwgezet opgevolgd en heeft er uiteindelijk toe geleid dat in juni 2008 ambtenaren naar het openbaar ministerie werden gedetacheerd. De mogelijkheid werd besproken om richtlijnen uit te vaardigen met het oog op de toepassing van de wet van 10 mei 2007 houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming (artikel 505 Sw.). De bescherming van aangevers en getuigen in het kader van aangiftes aan de C.F.I. (Cel voor Financiële Informatieverwerking) heeft op vraag van de voorzitter van deze Cel, de heer Jean-Claude Delepière, het voorwerp van richtlijnen uitgemaakt die binnen de parketten van eerste aanleg t.b.v. de politiezones werden verspreid (zie punt 3). 20

21 Er werd voorgesteld een expertisenetwerk inzake corruptie op te richten en het College heeft deze oprichting goedgekeurd tijdens de vergadering van 21 februari Er werd nagegaan hoe het gebruik van Omptranet in het kader van het netwerk kon worden geoptimaliseerd. Ten gevolge van een brief van 12 februari 2008 van de heer Jean-Yves Mine, directeurgeneraal van het DGWL van de FOD Justitie, werd de toegang tot de Kruispuntbank van Ondernemingen besproken, evenals de noodzakelijke vermeldingen die op gerechtelijk vlak in deze databank moeten worden opgenomen. In aanwezigheid van de heer Eric de Formanoir, adjunct-directeur op de beleidscel van de minister van Justitie, werd een actieplan besproken inzake het strafrechtelijk beleid voor de vervolging van en de strijd tegen de economische, financiële en fiscale delinquentie. Dit plan werd in een gestructureerde synthesenota samengevat waarin voorstellen tot wetgevende en organisatorische wijzigingen werden opgenomen. Deze nota werd vervolgens op 14 mei 2008 aan de minister van Justitie bezorgd. Nadien zullen de prioriteiten voor de uitvoering van dit actieplan ECOFINFISC nog worden bepaald. Samen met het expertisenetwerk Corruptie werden op verzoek van de voorzitter van het College (21 mei 2008) het beleid en de maatregelen besproken die, in het kader van de uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan , inzake economische en financiële delinquentie noodzakelijk zijn. 3. Omzendbrieven In de loop van het afgelopen gerechtelijk jaar heeft het expertisenetwerk geen omzendbrieven aan het College voorgesteld. Niettemin is het aangewezen te vermelden dat de leden van het coördinatieteam ter info en in de vorm van een niet-dwingend kantschrift een eveneens door het coördinatieteam goedgekeurde nota van de C.F.I. in de parketten hebben verspreid inzake de bescherming van de aangevers en getuigen in het kader van aangiftes aan de C.F.I. 4. Adviezen Het coördinatieteam heeft commentaar en opmerkingen geformuleerd bij een nieuw verzoek van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van de FOD Justitie met het oog op studie van de aangevulde ontwerpomzendbrief van de FOD Financiën inzake corruptie. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van de leden van het netwerk aan werkgroepen Op maandag 24 september 2007 werden Jean Lotz en Patrick De Wolf als lid van het coördinatieteam uitgenodigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren teneinde de nieuwe bevoegdheden te bespreken die het koninklijk besluit van 30 april 2007 houdende coördinatie van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor (B.S. van 24 mei 2007) aan de procureur-generaal te Brussel heeft toegekend. 21